NL
MERKWAARDIGE COLLECTIES Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika @ BRAFA 2014
Elektronische
versie beschikbaar op
www.africamuseum.be
MERKWAARDIGE COLLECTIES Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika @ BRAFA 2014
1
2
Vitrine 1: Beeldvorming 1. Beeldvorming Nkisi nkondi Maloango. Kongo Neder-Congo, DRC Hout, glas, ijzer (en legeringen) Verzameld in Tshela vóór 1938 door E. Dartevelle. Geregistreerd in 1979 EO.1979.1.346
De nkisi nkondi, beter bekend onder de naam ‘spijkerbeeld’, was het bezit van een rituele expert, de nganga, die een beroep deed op dit object waar de geesten van de overledenen zich verzamelen, om de misdadigers of de tovenaars waaraan de patiënten waren ten prooi gevallen, aan te vallen. Net door er een spijker in te duwen werden zijn krachten opgewekt. Voor vele Europeanen stonden deze objecten voor alles wat men zich maar kon voorstellen bij de Afrikaanse religieuze praktijken die – moet het nog worden gezegd – draaiden rond fetisjen die uiteraard kwaadwillig waren en schade moesten berokkenen. Masker, kostuum en accessoires Bali, DRC Bewerkte schors, vezels, ijzer Verzameld rond 1909. Verworven in 1946. Gift van de familie Stasse EO.0.0.42665-1
De broederschap van de anioto of luipaardmannen, had een zeer sterke band met het mambela-initiatiegenootschap, dat ook een judiciaire rol speelde in de Baligemeenschap. De anioto’s, verkleed als luipaard en gewapend met een mes of met ijzeren klauwen, bedreigden en vermoordden de personen die soms willekeurig gekozen werden binnen een bepaalde doelgroep. Deze moorden konden daarom echter nog niet worden beschouwd als ongegrond vermits ze grotendeels gelinkt waren aan uitspraken door het ‘mambela-tribunaal’, waarvan de anioto’s de ‘gewapende vleugel’ vormden. Dit geweld van de anioto’s, dat toentertijd sporadisch voorkwam, bloeide opnieuw op met het oprichten van de koloniale structuren. Het uiteenvallen van het religieuze, politieke en gerechtelijke gezag van de mambela-geïnitieerden kan ertoe geleid hebben dat ze een systeem van rituele moord in het leven riepen als enig middel om uit angst het wankele gezag van hun traditionele chefs te herstellen. Het moet echter benadrukt dat dit type ritueel, gericht op moord, slechts zelden voorkwam in Afrika. Jammer genoeg werd objectief onderzoek over het onderwerp lange tijd bemoeilijkt door het succes dat de ‘wrede luipaardmannen’ in Europa oogstten in films, stripverhalen en populaire romans. Het blijft moeilijk komaf te maken met een legende!
3
2. Eigenaardige combinaties Masker. Pende. DRC Hout, pigment Verzameld door Jules Auguste Fourche. Verworven in 1946 EO.0.0.43153
Dit mbuya jia mukanda masker moest de discipline bewaren in de besnijdeniskampen. De antilopehoorns die gewoonlijk dit type masker versieren, worden hier vervangen door twee ‘paddenstoelen’ die waarschijnlijk mierennesten voorstellen in de vorm van een paddenstoel, waar specimens van termieten Cubitermes sp. zich schuilhouden. Masker. Yaka. DRC Hout, pigment, vezels, textiel Verworven in 1951 EO.1951.31.225
Dit masker, dat gedragen werd tijdens het n-khanda besnijdenisritueel, wordt mbaala of kholuka genoemd. De vis die dit exemplaar versiert, is waarschijnlijk een meerval en verwijst naar de behandeling van impotentie door de n-khanda geïnitieerden. Kisoola masker. Pende. DRC Veren, vezels, pigment, hars, textiel Verzameld door Albert Maesen in het dorp Kitanga, dichtbij Kianza, bij de Pende uit het zuidwesten. Geregistreerd in 1954 EO.1953.74.3244
Dit masker is het equivalent van het chikunza-masker, eigen aan de Lunda, Chokwe en enkele andere gemeenschappen waar het een belangrijke rol speelt tijdens het mukanda besnijdenisritueel. De hoofdtooi van het masker stelt de hoorn van het antilopepaard Hippotragus equinus voor. De lange verticale band die de kromming van de ‘hoorn’ volgt, verwijst naar de spitse top van de sprinkhaan chikunza, een vruchtbaarheidssymbool.
4
Wrijftrommel. Kuba. Mushenge, DRC Hout, vel Geregistreerd in 1992 MO.1992.13.1
De klankkast van deze kwey ankaan, neemt de vorm aan van het lichaam van een luipaard. De wrijftrommels worden niet aangeslagen maar bespeeld door wrijving met een hamer op een membraan.
3. Sacrale monsters Masker. Pende. DRC Hout, pigment Verzameld door Jules Auguste Fourche. Verworven in 1946 EO.0.0.43126
Dit mbuya masker, mbangu genaamd, danste vroeger tijdens het slotritueel van de besnijdenis. Het staat voor een personage dat geslagen is door het noodlot en ten prooi gevallen aan hekserij; zijn vervormde trekken zijn symptomen voor de verlamming van de gezichtszenuw. Beeldje. Kougni/Vili. DRC Verzameld door E. Dartevelle vóór 1938. Geregistreerd in 1979 (uitwisseling met de KMKG) Hout, hars, pigment, ijzer (en legeringen) EO.1979.1.35
Bij vele Kongovolkeren ligt de kracht van een nkisi nkondi (‘jachtfetisj’/’spijkerbeeld’) in zijn controle over een of meerdere ziektes die hij kan doorgeven of genezen. De heel bijzondere iconografie van dit exemplaar laat uitschijnen dat hij verband hield met de verschrikkelijke ‘Mal de Pott’. Het verwrongen lichaam van de nkisi vertoont inderdaad met quasi medische precisie de symptomen van deze vergevorderde infectie van de ruggenwervel.
5
Kakungu masker. Yaka? DRC Hout, pigmenten, vezels Verzameld door O. Butaye vóór 1922 EO.0.0.26520
Anders dan bij de andere maskers die voorkomen in de mannelijke mukanda initiatie van de Yaka en de Suku, wordt het hier voorgestelde exemplaar, bekend onder de volksnaam kakungu, niet gedragen door jonge besnedenen. Als beschermer van het besnijdeniskamp, was hij het bezit van de isidika, de rituele expert van de mukanda. De term kakungu kan worden vertaald door ‘monster’ of ‘spook’. Hoewel zijn functie een zekere welwillendheid inhield, ging van het kakungu masker een zekere macht uit die men nooit helemaal onder controle kon krijgen. Gizengi masker. Pende. DRC Hout, pigmenten, vezels Gift F. Wenner 1930 EO.0.0.32525
Dit masker behoort tot de categorie van de ‘angstaanjagende’ maskers, de mafuzo. Ze waren alomtegenwoordig op de scène van de mukanda besnijdenisritus tijdens de donkerste periode van het koloniale tijdperk, als een symbolische reactie van de Pende op de overheersing waaraan zij onderworpen waren. De gizengi stelt een veelkoppige wreedaard voor wiens wandaden verhaald werden in de volksvertellingen. Beeldje. Yombe. Neder-Congo, DRC Hout, hars, katoen, parels, textiel Verzameld rond 1893. Geregistreerd in 1967 (uitwisseling met de KMKG) EO.1967.63.241
Kleine nkisi (amulet, fetisj) voor persoonlijk gebruik, getekend door een bult op de rug. Volgens bepaalde bronnen zijn deze afbeeldingen van fysieke misvormingen op Kongo minkisi een soort ‘identiteitskaart’ die hun aard en macht weergeeft.
6
Ritueel beeldje. Songye. DRC Hout (Alchornea sp.), hoorn, koper (en legering), ijzer (en legeringen) Geregistreerd in 1912 EO.0.0.3673
Deze nkishi met zijwaarts gedraaid hoofd – een gebaar dat heel zelden voorkomt in de Songye beeldhouwkunst – zou kunnen verwijzen naar de manier waarop een ndoshi tovenaar zijn slachtoffers aanvalt: onzichtbaar, maar voorafgegaan door een intens licht, lukyekye, draait hij de nek van zijn slachtoffer twee of drie keer om en veroorzaakt zo een verlamming die verschillende weken aanhoudt. Deze figuur zou dus voorbestemd kunnen zijn om bescherming te bieden tegen dit specifiek gevaar.
4. Tweelingen, dubbelfiguren, Janus Nkisi nkondi ritueel beeldje. Kongo. DRC Gift 1932 Hout (Canarium schweinfurtii), nijlpaardivoor, hars, pigment, ijzer (en legeringen), textiel EO.0.0.33907
Soms nemen bepaalde minkisi nkondi (‘jachtfetisjen’/‘spijkerbeelden’) de gedaante aan van een hondachtige. Met deze iconografische selectie wil men duidelijk aantonen dat de nkisi, net als een jachthond, in staat is zijn prooi op te jagen, in het nauw te drijven en te vangen! Het dubbele gezicht heeft als bedoeling de voornoemde magische krachten en capaciteiten met betrekking tot de jacht te vergroten. Janusbeeldje. Yaka. DRC Hout (Psychotria sp.), hoorn, vezels, metaal Verworven via Eerw. Pater Jan Thienpont - 1956 EO.1956.89.1
Dit object lijkt heel duidelijk op de khosi fetisj (de leeuw) onder zijn Janusvorm, zoals hij meer bepaald voorkomt bij de Yaka in het noorden. De khosi ziet eruit als een geduchte beschermer van goederen en personen. Hij houdt zich bezig met betoverings- en genezingspraktijken.
7
Janusbeeldje. Teke. Pool Malebo regio, DRC Hout (Crossopterix febrifuga) Gift familie Édouard Gustave Bunge 1931 EO.0.0.33111
In de rituele buti figuren zouden een of meerdere bafwu geesten van overledenen huizen. Ze werden binnenin het object gehouden met als bedoeling te beschermen of aan te vallen. Deze buti, die bestaat uit twee tegen elkaar geplaatste personages, hier van verschillend geslacht, wordt itio ki mapila genoemd. Eerder dan naar tweelingen, lijkt deze figuur te verwijzen naar twee belangrijke geesten, een man en een vrouw, binnenin dit object verenigd met een en hetzelfde doel. Uitgesneden paal – Janus. Beeldende invloed van de Lwalwa Hout Gift ‘juffrouw’ Marie-Jeanne Walschot 1980 EO.1980.2.1992
Deze paal in de vorm van een Janushoofd lijkt duidelijk op een soort amulet die heel gebruikelijk is bij de Chokwe en de Lunda en bekend staat onder de naam mbanji of lungu. De functie van dit object is heel polyvalent (overvloed, vruchtbaarheid, jacht, …). Het ene gezicht is vrouwelijk, het andere mannelijk. Een mbangi kan enkel worden gemaakt op voorschrift van een ziener. Amulet-hanger. Hungaan. Djuma, Bandundu, DRC Ivoor Verzameld tussen 1897 en 1910 EO.0.0.16707
Dit type hanger, een nkonki of konka konka, verwijst ongetwijfeld naar een cultus van vrouwelijke vruchtbaarheid. De Hungaan geloofden sterk in de reïncarnatie van de overledenen en deze twee gezichten in spiegelbeeld, het ene met de ogen open, het andere met gesloten oogleden, zouden in een en hetzelfde figuurtje het thema van de dood en het nieuwe leven kunnen combineren.
8
Janusfiguurtje. Lega. Congobekken, DRC Ivoor Verworven in 1952 EO.1952.29.34
De intitiatie tot de bwami stond open voor mannen en hun eerste echtgenote; dit dubbel beeldje stelt een paar geïnitieerden voor die de ultieme graad van het genootschap bereikt hebben; hun twee tegen elkaar geplaatste lichamen symboliseren de eeuwigdurende en onlosmakelijke band die hen vanaf nu één maakt. Janus-figuurtje. Shabunda. Zuid-Kivu, DRC Olifantenivoor Gift Zographakis 1931 EO.0.0.33184
Dit Janus-beeldje staat symbool voor de alwetendheid van de oude geïnitieerden kindi, aan wiens aandacht niets ontsnapt. Fluitje (rechte fluit). Cultuur en herkomst onbekend Hout Verzameld in de jaren 30. Gift ‘juffrouw’ Marie-Jeanne Walschot 1980 MO.1980.2.1593
Deze Janus is een rechte fluit zonder modulatie-opening. De fluiten worden algemeen gebruikt voor communicatie met de geesten en in jacht- en initiatierituelen.
Janusbeeldje. Lega. Pangi, Beia, Congobekken, DRC Ivoor Gift Daniel Biebuyck 1955 EO.1955.3.32
Dit type veelhoofdig figuurtje – waarvan de respectievelijk aan beide uiteinden geplaatste gezichten ondersteboven moeten staan – wordt muli bwenge genoemd (aanwezigheid van intellect, wijsheid) of tulama-tulama (omgekeerdomgekeerd). Als symbool voor de alwetendheid van de grote geïnitieerden van de bwami, werden ze gebruikt in de zoektocht naar de persoon die een zwaar misdrijf, zoals een moord, had begaan. Het object werd dan voor de vermeende schuldige geplaatst om hem te intimideren en aan te sporen de waarheid te zeggen.
9
Vitrine 2: Materiële aspect van collecties – afmetingen, vorm, houding, materiaal, kleur 1. Tussen sculptuur en schilderij Polychroom paneel van een initiatieruimte (8 delen) Nkanu. Rivier Benga, bij de Kimvula missiepost, DRC Hout, pigmenten Gift Eerw. Pater Jozef Van Wing 1922 EO.0.0.26317 (1-8)
Deze polychrome panelen werden gebruikt om de muren van de rituele kikaku besnijdenisruimte te versieren die opgericht was in de buurt van het besnijdeniskamp. Op de vooravond van het afsluitend ritueel werden de jonge nieuwelingen er in stilte heengebracht om er de panelen en beelden te bekijken terwijl ze hun lichamen rood verfden. Deze rituele beschutting toont een reeks ideeën en gebeurtenissen die werden opgeroepen tijdens hun lange afzondering. Ngom a mwaamb trommel. Leele. DRC Hout, pigmenten, huid, plantenvezels Gift ‘juffrouw’ Marie-Jeanne Walschot. Geregistreerd in 1980 MO. 1980.2.613
Bij de Leele staat de trommel ngom a mwaamb symbool voor de religieuze en sociale identiteit en eenheid van de hele dorpsgemeenschap. Dit exemplaar is versierd met een verbazingwekkend personage in bas-reliëf: een afbeelding van een vrouw met een masker, mogelijk een mbwekoyo. Dit masker stelt Mbeenga voor, de echtgenote van Kombe a Deer, eerste mythische koning van de Leele en zoon van de culturele held Wooto. Aan haar linkerkant zien we het symbool van de Pleiaden-sterrengroep. Deze trommel maakt deel uit van ensembles die bestaan uit twee of drie eenheden en vormt de polyritmische basis van de liederen.
10
2. In beweging Nkisi beeldje. Vili. DRC Hout (Crossopterix febrifuga), pigment, glas, ijzer, klauw Verzameld vóór 1936. Geregistreerd in 1967 (uitwisseling met de KMKG) Voormalige collectie S. Chauvet EO.1967.63.224
De uiterst vloeiende en ongewone houding van deze uitgesneden figuur, samen met zijn doordringende blik, maken het tot een van de ‘niet te missen’ stukken van Tervuren. Zijn functie is niet heel duidelijk, maar de uitstekende ribben zouden kunnen wijzen op een aandoening van de luchtwegen (longontsteking?) waarop deze nkisi (krachtbeeld) een zekere controle uitoefende. Beeld. Mbole. DRC Hout (Commiphora sp.) Gift J. Stoclet 1945 EO.0.0.40633
De heel bijzondere houding van dit object dat eruitziet alsof het zich bevindt in een staat van levitatie, duidt niet op een of andere artistieke extravagantie van de beeldhouwer. De kunstenaar wou immers met deze houding op een plastische manier het lichaam van een gehangene voorstellen. De rol van deze houten sculptuur was een beeld vast te leggen van een man die een overtreding heeft begaan tegen de wetten van lilwa (genootschap dat het sociale en religieuze leven bij de Mbole regelt) en die hiervoor werd geëxecuteerd. Deze beelden dienden om de jongelingen die geïnitieerd waren in het lilwa, op te voeden en hen uit te nodigen om op het rechte pad te blijven. Sanza giangbwa. Zande. Uele, DRC Bamboe, hout, plantenezels Verzameld tussen 1910 en 1912. Gift commandant Armand Joseph O. Hutereau 1912 MO.0.0.7602
Enkele geniale beeldhouwers zijn erin geslaagd uit het keurslijf van beeldhouwkunst met de frontale positie te ontsnappen en hebben hun personages, naast het ritme van de volumes, ook dat van het gebaar of de dans meegegeven. Dit is het geval bij deze Zande figuur, die, met opgeheven armen, de melodie lijkt te scanderen die op zijn buik wordt gespeeld.
11
Beeldje. Yaka. DRC Hout Coll. depot Jezuïetenorde sinds 1998 SJ.4167
Dit beeldje zou de beeltenis zijn van een man die bekend stond onder de naam khaa Isiimbi en die overleed in 1941. Hij was erg gehandicapt en zijn levenloze benen waren permanent kromgegroeid onder zijn lichaam. Men schreef hem echter grote krachten toe en in die hoedanigheid genoot hij een groot aanzien. Zijn woord deed zelfs de machtigsten beven. Bij zijn dood liet een chef die hem kende dit stuk maken zodat het kon worden opgenomen in zijn reeks beelden van de mbwoolu (een goed ingeburgerde genezingscultus in de Yaka regio). Beeldje. Luluwa. DRC Hout (Crossopterix febrifuga) Verzameld door Eerw. Pater Emeri Cambier in 1891. Geregistreerd in 1912 EO.0.0.9514
Het uitgemergelde en kromgebogen uitzicht van dit beeldje verwijst naar zijn vroegere functie van hennepvijzel. Op het einde van de 19e eeuw vestigde zich in de Luluwa regio een ware cultus rond het ritueel gebruik van dit verdovend middel. Het object heeft ook een humoristisch kantje: de religieuze consumptie van dit narcoticum mag dan wel tot doel hebben het contact met de voorvaders en het bovennatuurlijke te bewerkstelligen, toch kan een buitensporig gebruik ervan nefast zijn voor de gezondheid, zoals deze vijzel aantoont. Beeld. Zande. DRC Hout Geregistreerd in 1967 (uitwisseling met de KMKG) EO.1967.63.714
De meeste stukken van dit type hadden geen duidelijke rituele rol. Hierdoor kunnen we ze veeleer beschouwen als ‘werken gemaakt voor het plezier’ door Zande beeldhouwers. Enkele onder hen zouden echter wel een funeraire functie kunnen hebben gehad. We kennen ze soms onder de volksnamen mgwa, motu, of giangba.
12
Beeld. Kongo. Neder-Congo, DRC Hout Geregistreerd in 1914 (verworven vóór 1897?) EO.0.0.16706
Dit object, dat eruitziet als een reptiel met mensenhoofd, is uniek in zijn genre. Er zijn geen precieze gegevens beschikbaar over zijn functie in het verleden. Opmerkelijk is het ingenieus gebruik door de kunstenaar van natuurlijke vertakkingen om dit verrassend werk te creëren.
Uitgesneden christusfiguur. Mbala. DRC Hout Verzameld in 1932 door Eerw. Pater Karl Cappelle. Depot jezuïetenorde sinds 1998 SJ.1701
Zoals het grote reptiel met het mensenhoofd uit dezelfde vitrine, zijn we hier opnieuw getuige van het ingenieus gebruik van de natuurlijke vorm van een wortel. Dit personage met uitgestrekte armen draagt de naam kulunsi, een term die heel waarschijnlijk is afgeleid van het Portugese cruz (kruis). Het Christus-gebaar van het personage en de Bijbelse klank van de term kulunsi doen vermoeden dat deze kleine fetisj gebruikt werd in een ‘syncretische cultus’.
3. Reuzen Masker. Mbala. DRC Hout, pigmenten, huid, vezels, veren Gift Ferdinand Pierre 1939 EO.0.0.38523
De Mbala kenden, net als de naburige Kwese, Yaka, Suku en Pende het mukanda besnijdenisritueel. Dit masker werd heel waarschijnlijk gemaakt in de context van deze intitiatieritus en kan worden beschouwd als een Mbala variant van bepaalde grote, gehoornde maskers die bekend staan als mbawa.
13
Mbawa masker. Yaka? Suku? Mbao, Kimbao, DRC Hout, pigmenten, vezels, textiel Verzameld door Pater O. Butaye vóór 1932 EO.0.0.34147
Mbawa stelt de geduchte buffel pakasa (Cyncerus caffer) voor. Dit masker, alsook kakungu (cf. EO.0.0.26520, 1ste vitrine, Sacrale monsters), zien er opzettelijk afschrikwekkend uit. De bedoeling is gehoorzaamheid af te dwingen van de jonge nieuwelingen en hen te onderwerpen aan de wil van hun leraars. Deze twee personages zijn machtige schepsels die de jongelingen beschermen tegen kwade invloeden van welke aard ook. Ze dansen niet maar springen op, gesticuleren, duiken op om tegelijk weer te verdwijnen. Ndunga masker. Woyo. Neder-Congo, DRC Hout, pigmenten Verworven in 1998 EO. 1998.22.1
De bandunga (enk. ndunga) maskers stellen de macht van de geesten van de aarde bakisi basi (enk. nkisi si) voor. Ze werden gedragen door de leden van het genootschap bakama ba mwinya (‘Echtgenotes’ van de dag). De leden van deze vereniging vormden een geheime ordedienst en namen de controle van de sociale orde op zich. Niet zonder enig cynisme of spot, duidden deze bandunga vaak op bepaalde menselijke zwakheden zoals angst en woede, of stelden ze een misvorming of ziekte voor, zoals in dit specifieke geval, waar de rode puntjes symbool staan voor de mazelen waardoor een persoon getroffen wordt (mbuambua) Kapsel met diadeem. Karamoja, Oeganda Hout, pluimen, pigment, mensenhaar, dierenhaar Kapsel verzameld tijdens een missie in 2000; diadeem verzameld in 1981, verworven in 2002 EO.2000.8.1 / EO.2002.3.1
14
In Karamoja (Noordoost-Oeganda) droegen de mannen traditioneel een etimat (‘haar’), een kapsel waarbij het hoofdhaar verwerkt werd tot een grote, chignonachtige structuur. Hiervoor moest het hoofdhaar aangedikt worden met bijkomend haar van de eigenaar zelf of van familie of vrienden. Oudere, kalende mannen lieten pruiken maken die dezelfde vorm hadden. Sinds de jaren 80 is het gebruik van het traditionele kapsel verdwenen en dragen nog slechts enkele ouderen occasioneel een etimatpruik, steevast zonder de cirkelvormige eloket (‘kring’) die vroeger erg werd geapprecieerd.
Nkishi beeld. Songye. DRC Hout (Vitex madiensis), pluim, metaal, parels, witte en rode pigmenten Verzameld vóór 1921. Gift Jacques Schwetz 1921 EO.0.0.26055
Het gaat hier om het grootste van de 200 mankishi beelden uit de reserves van Tervuren. Zijn borst is beschilderd met rode en witte verf, wat erop wijst dat hij deel uitmaakt van het initiatiegenootschap van de bukishi, een instelling die verdwenen is sinds midden 20ste eeuw. Een van de voorrechten van de grote mankishi zoals deze bestond erin de reïncarnatie van de overleden geesten bikudi mogelijk te maken en, als logisch gevolg, de vrouwelijke vruchtbaarheid te verzekeren. Ten slotte beschermde het merendeel van deze imposante figuren de gemeenschappen tegen ongeluk en hekserij. Grote buste. Kongo. Neder-Congo, DRC Hout Waarschijnlijk verzameld rond 1886 door C. Janssen EO. 0.0.6684
Er bestaat geen precieze etnografische informatie over dit gigantische personage, verzameld in de 19e eeuw in de regio Vivi-Matadi (Neder-Congo). Hoewel zijn bijzondere houding ook teruggevonden wordt op enkele Kongo minkisi, is het moeilijk zich te baseren op deze ene aanwijzing om de buste definitief onder te brengen in deze categorie van uitgesneden objecten. Uitgesneden dierenfiguur – helmkam (?) Herkomst en cultuur onbekend. Angola Hout (Pterocarpus angolensis). 8e-9e eeuw n.Chr. Ontdekt door M.- C. Turlot (eind jaren 20) PO.0.0.14796
Deze zoömorfe sculptuur werd opgediept uit een oude rivierbedding van de Liavela-rivier (Centraal Angola) in het meest zuidelijke deel van het territorium waar momenteel de Chokwe wonen. Dit object, dat opmerkelijk goed bewaard is dankzij het met water verzadigde milieu waarin het zich bevond en dat dateert van de periode tusen 750 en 850 n.Chr, is de oudste in Centraal-Afrika bekende houten sculptuur. Gaat het om een helmkam van een masker, zoals zijn globale vorm zou doen vermoeden? En welk dier schuilt hierachter? Zebra of wrattenzwijn? Nijlpaard of krokodil? Op dit moment wijst de meest aanvaardbare hypothese in de richting van het aardvarken.
15
Vitrine 3: Verhalen rond de collecties 1. Een mecanicien verzamelt in de jaren 30 Foto De mecanicien Joseph Seha te Kiniati in 1932 Foto met welwillende toestemming van de familie Seha
Onderscheidingsteken van de chef. Kongo. Neder-Congo, DRC Olifantenivoor Verzameld door J. Seha. Verworven in 1939 EO.0.0.38571
Talrijke culturen uit Centraal-Afrika gebruikten onbewerkte hoorns of slagtanden die een magische connotatie meekregen van machts- en statussymbool. Bij bepaalde Kongovolkeren echter werden deze ruwe materialen geleidelijk aan vervangen door stukken bewerkt ivoor. Het hier tentoongestelde stuk heeft een relatief klassieke iconografie: het stelt een ingehuldigde chef voor op zijn troon. Onderscheidingsteken van de chef. Yombe. DRC Nijlpaardivoor Verzameld door J. Seha. Verworven in 1939 EO.0.0.38572
Deze gebeeldhouwde nijlpaardsnijtand vertoont relatief atypische motieven, zoals dit personage wiens houding een christus op het kruis oproept.
16
Mvwala staf van een chef. Yombe. Kiniati, DRC Hout Verzameld door J. Seha. Verworven in 1946 EO.0.0.43721
De mvwala staf is een communicatiemiddel met de voorouders en een legitimiteitssymbool voor de macht. Hij werd in de grond geplant tijdens de investituur van een chef en bevond zich zo op het punt waar de levenden en doden elkaar ontmoeten; de krachten van de voorouders zouden zo de staf kunnen binnendringen alsook het lichaam van de pas ingehuldigde chef. Sculptuur. Kongo. Neder-Congo, DRC Hout Verzameld door J. Seha. Verworven in 1939 EO.0.0.38539
Dit object, waarvan de precieze functie onbekend blijft, neemt een weinig klassieke houding aan in de Kongokunst. De beeldhouwer kan voor zijn onderwerp mogelijk inspiratie hebben gezocht in bepaalde Portugese majolica’s die in de 19e eeuw werden binnengebracht in de DRC en in Angola en die een fruit etende aap afbeelden, min of meer in dezelfde positie. Kruithoorn. Yombe. Maduda, Neder-Congo Hout (Crossopterix febrifuga) Verzameld door J. Seha. Verworven in 1946 EO.0.0.43642
De houten kruithoorns van de jagers, waren geïnspireerd op een Portugees model en over het algemeen peervormig en versierd met abstracte motieven. Dit antropomorfe, heel ongewoon exemplaar stelt een geknielde vrouw voor.
17
Pfemba moeder met kind. Yombe. Kangu, Neder-Congo, DRC Hout (Canarium schweinfurtii) Verzameld door J. Seha. Verworven in 1946 EO.0.0.43641
Deze sculptuur stelt op een heel ongebruikelijke manier een zogende vrouw in pantalon voor.
Bedpaneel. Yombe. DRC Hout (Adansonia digitata) Verzameld door J. Seha. Verworven in 1939 EO.0.0.38560
Vroeger werden jonge Kongomeisjes tijdens hun eerste menstruatie ingewijd in het kumbi ritueel. Het was tijdens hun periode van afzondering in de hut nzo a kumbi (het huis van het jonge meisje) dat zij in dit type bed met uitgesneden zijpanelen sliepen. Het tentoongestelde paneel stelt een jong meisje voor, bestreken met rode ngula, symbool voor de overgangsstadia. Rechts van haar zit de toekomstige echtgenoot met een fles geïmporteerde gin in de hand. Sculptuur. Yombe. DRC Hout, glas, metaal Verzameld door J. Seha. Verworven in 1946 EO.0.0.43643
Dit uitgesneden personage moest aanvankelijk een ‘magische lading’ hebben, vastgemaakt aan het midden van zijn buik.
18
2. Globalisering Santu nzaambi. Holo. Kibenga, Kasongo Lunda, DRC Hout Verzameld op het terrein, zending Albert Maesen. Ingeschreven in 1954 EO.1953.74.2551
Lange tijd werd de nzaambi-cultus, een autochtoon therapeutisch ritueel, verweven met het Opperwezen, dat, onder christelijke invloed, dezelfde naam kreeg. De oorsprong van deze verwarring moet misschien worden gezocht in de rituele kunst van de Holo, waar de sculpturen die gewijd waren aan deze genezingscultus, zoals dit opengewerkt kader, duidelijk geïnspireerd waren door het beeld van Christus op het kruis, verspreid in de 17e eeuw door de Portugese kapucijnen. Stoel, uitgesneden op Europese wijze. Chokwe. Zuid-Kasaï, DRC Hout (Vitex Donania), huid Verzameld vóór 1911. Geschonken aan het museum door de secretaris-generaal Arnold in 1917 EO.0.0.20594
De Chokwe hebben zich geïnspireerd op een type stoel dat op grote schaal verspreid was in het Portugal van de 16e en 17e eeuw. Enkel de rugleuning van deze Portugese stoelen was soms versierd met figuratieve scènes maar de Chokwe kunstenaars hebben een heel nieuwe interpretatie gegeven aan dit model en hebben er ware meesterwerken van gemaakt. Rituele scepter. Zuid-Soedan Ijzer, hout, huid (varaan) Geregistreerd in 1948 EO.1948.10.1
Dit stuk zou verzameld zijn in de streek van Bahr el-Ghazal (huidige Zuid-Soedan) rond 1898. Het object behoorde toe aan een ‘regenmaker’, die het gebruikte bij bepaalde rituelen waarbij hij een weinig water in de mond van het gehoornde hoofd goot. Belangrijk detail: het gehoornde hoofd in kwestie was niet van Soedanese makelij maar heel waarschijnlijk van Perzische oorsprong. We hebben hier naar alle waarschijnlijkheid te maken met een heel onrechtstreeks gebruik van een onderdeel van een scepter die gebruikt werd door een derwisj-verteller.
19
Kruis (17e eeuw). Kongo. Regio Kimpese, Neder-Congo, DRC Messing Voormalige collectie R.L. Wannyn HO.1955.9.11
De messing kruisen van de Kongo zijn het resultaat van een kruisbestuiving tussen bepaalde Kongo volkeren en het christendom. De exemplaren van het hier voorgestelde type waren daarom nog niet voorbestemd om de lokale kerken te versieren. Ze werden bewaard door de lokale chefs als attribuut van hun rang en werden gebruikt bij verschillende gelegenheden zoals de intronisatie van een chef, de genezing van een ziekte of bij rechtspleging. Hoofddeksel. Nzakara. DRC Stoffen, parels Geregistreerd in 1914 EO.0.0.17671
Dit type hoed werd in de jaren 1900-1910 gedragen door de Nzakara vrouwen van een bepaalde rang. Sommige bronnen vermelden dat dit soort hoofddeksels geïnspireerd is op Europese hoeden. Deze hypothese houdt echter een anachronisme in. De westerse vrouwenhoeden waarmee de Nzakara modellen het vaakst worden vergeleken zijn immers de ‘klokhoeden’ uit de ‘roaring twenties’!
20
3. De Amerika’s en Oceanië in het KMMA Knots. Vanuato, Melanesië Hout Verzameld in 1950. Geregistreerd in 1979 (uitwisseling met de KMKG) EO.1979.1.1423
De figuratieve knotsen van deze kwaliteit worden zelden aangetroffen op de Vanuatu-archipel. Deze knots is waarschijnlijk afkomstig van de Ambrym- of Pinkstereilanden.
Stop van fluit. Biwat, regio van de Yuat-rivier, Papoea-Nieuw-Guinea, Melanesië Hout Verzameld vóór 1931. Geregistreerd in 1979 (uitwisseling met de KMKG) EO.1979.1.1303
Deze sculptuur, die lokaal bekend staat als wusear, werd gebruikt om het uiteinde van een lange bamboe aërofoon (aiyang) af te dichten die gebruikt werd tijdens inwijdingsrituelen. Deze relatief zeldzame antropomorfe ‘stoppen’ stelden belangrijke geesten voor. Knots. Archipel van de Cook-eilanden (eiland Rarotonga), Polynesië Ijzerhout Geregistreerd in 1965 EO.1965.43.18
Dit grote wapen staat bekend onder de naam akatara.
21
Paddel. Zuidelijke eilanden. Polynesië Hout Geregistreerd in 1967 (uitwisseling met de KMKG) EO.1967.63.3013
Hoewel sommige paddels van dit type, die verzameld werden in de jaren 1820, beschreven werden als gebruiksvoorwerpen voor de boten van de chefs, werden ze niet aangewend voor navigatie. Het gaat hier heel waarschijnlijk om ceremoniële paddels die gebruikt werden tijdens dansen. Onderzoek toont aan dat het grootste deel van deze objecten gemaakt werden tussen 1830 en 1840. Ceremoniële bijl, Nieuw-Caledonië, Melanesië Steen (serpentijn), vezels, hout Verworven in 1979 (uitwisseling met de KMKG) EO.1979.1.1453-1
Dit type voorwerp, dat bekendstaat onder de naam gi okono, deed dienst als ‘scepter’ en stond symbool voor de autoriteit van de chef binnen de clan.
Masker. Monding van de Sepik-Ramu-rivier, Papoea-Nieuw-Guinea, Melanesië Hout, pigmenten Verworven in 1979 (uitwisseling met de KMKG) EO.1979.1.1295
Masker dat een mythische geest voorstelt. Dit masker kwam waarschijnlijk voor bij de start van rouwceremonies.
Irokees masker EO.1967.63.1663
Dit Irokees masker komt uit de broederschap van de False Faces. Deze maskers kwamen voor bij verschillende rituelen die bovennatuurlijke wezens voorstelden. Hun belangrijkste rol was ziektes af te wenden en te genezen en de woonplaatsen te zuiveren.
22
Irokese rammelaar MO.1967.63.119
Dit type rammelaar is gemaakt uit het schild, de kop en de gedroogde nek van een bijtschildpad (Chelydra serpentina). Dit instrument begeleidde de False Faces tijdens hun uitstappen. Het masker en de rammelaar die hier worden voorgesteld, werden verzameld in 1929 door de Belgische onderzoeker F.M. Olbrechts, die in de KMKG werkte in jaren 30, alvorens directeur van het KMMA te worden van 1947 tot 1958.
Hoofddeksel krôkrôkti. Kayapó Xikrin. Hoog Rio Cateté, Staat Pará, Brazilië Pluimen (slag- en stuurpennen van ara, veren van arend, witte donsveertjes van reiger of arend), katoen Verzameld in 1991. Verworven in 1992 EO.1992.6.7
Dit hoofddeksel werd gedragen door de deelnemers aan de naamgevingsceremonie mebiôk, een ritueel waarbij de namen van enkele kinderen worden vastgelegd. Helmkam akkàpa-ri (variant: manjamyjakàr pa-ri kam dja) Kayapó Mekrãgnoti. Hoge Rio Iriri, Staat Pará, Brazilië Hout, pluimen (rode, afgesneden stuurpennen van ara en rode en blauwe stuurpennen van verschillende arasoorten), riet, katoen, plantaardige vezel Verzameld in 1975. Verworven in 1975 EO.1991.19.4
De Mekrãgnoti onderscheiden bijna veertig varianten van deze zogenaamde akkàpa-ri helmkam (‘verenkroon op voet’). Iedere versie heeft een verschillende naam, die bepaald wordt door het soort veer dat het belangrijkste en kortste deel van de kroon uitmaakt. De kroon wordt vastgemaakt bovenaan een houten steel, die in een wassen hoed wordt gestoken. Alle mannen mogen dit type hoofddeksel dragen tijdens de ceremonies maar elke variant mag slechts worden opgezet door diegenen die er het persoonlijk privilege voor hebben. Wordt meer gebruikt tijdens de maïsceremonie.
23
Vitrine 4: Welluidende esthetiek Spleetdrum. Sundi. Neder-Congo, DRC Hout (Vitex sp.), plantaardige vezels Geregistreerd op 1 oktober 1910 MO.0.0.2493
Dit type antropomorfe spleetdrum komt aan bod in de specifieke context van de communicatie met de onzichtbare wereld. Men kan hem beschouwen als een ‘krachtobject’, eerder dan een muziekinstrument.
Xylofoon met één toets. Herkomst onbekend (Malawi?) Hout, kalebas, hars, haar, plantaardige vezels Geregistreerd op 18 januari 1913 MO.0.0.3917
Hoewel dit instrument bekend is in het zuidoosten van de DRC, is het hier bijzonder door de vorm van de kalebas en door de aanwezigheid van haren – wat een mogelijke gelijkenis aantoont met objecten verzameld in Malawi. Het instrument wordt didimbadimba of mbila genoemd in de DRC en limba in Zambia en in Malawi. Hij wordt alleen bespeeld, in het kader van ceremonies of riten die verwijzen naar de jacht. Ivoren fluit met één modulatie-opening. Luluwa? DRC Olifantenivoor Geregistreerd op 14 november 1922 MO.0.0.26672
Bij bepaalde groepen van de DRC werd de aërofoon, al naargelang het interval uit een mineur- of majeurterts kwam, gebruikt binnen een jachtcontext als signalisatieinstrument of bij dansen als begeleiding voor de liederen. Merkwaardig hier is de onderzijde, in de vorm van een fallus.
24
Houten fluiten met twee modulatie-openingen. Chokwe. DRC Hout Geregistreerd op 31 juli 1946
Geregistreerd op 19 maart 1951
MO.0.0.43355
MO.1951.13.27
Gedragen als hanger, zijn deze fluiten op zijn minst merkwaardig te noemen. Via de twee modulatie-openingen kunnen drie verschillende noten worden gespeeld. Deze fluiten werden gebruikt bij de jacht, als instrument voor communicatie met de onzichtbare wereld, of voor de dans.
Gebogen harp met 5 snaren. Zande-Nzakara. DRC Hout, leder Geregistreerd op 28 april 1954 MO.1954.62.3
De kundi harp begeleidt bij de Zande de woordkunst, gezongen of gesproken, satire of epos. Opvallend is de harmonie in de vorm van het instrument: de ronde klankkast volgt de krommingen van het gezicht en van de hals.
Foto’s: Kinshasa 2013 Bart Deputter © KMMA
25
Bijschriften van de geluidsfragmenten 1 Kalesa (6:25 min) Danslied. Salampasu. DRC Geregistreerd in Ulango Mushapa in 1973 MR.2007.10.4-4
De kalesa is een traditionele dans met een lyrische en moderne inhoud. De muziek en de tekst zijn gemaakt door jonge mannen en gaan over hedendaagse politieke thema’s. Het gaat hier meer specifiek om de richtlijnen die president Mobutu Sese Seko toentertijd heeft uitgewerkt om een new elan te geven aan het land. We horen een ngoma trommel, twee rammelaars in een ithiantsha mand, een ibamba mu wamula schraper, drie dudjimba lamellofonen en een muzikant die met een stok op een fles slaat. 2 Eshidi (5:08 min) ‘Neotraditioneel’ lied. Tetela. DRC Geregistreerd in Elunga in 1975 MR.2007.10.8-7
De zanger en solist Okonda Olonge vertolkt op zijn gidale gitaar een populair lied en wordt hierin begeleid door een andere zanger die op een olondo fles slaat. Eshidi is de naam van een personage dat vrouw en moeder heeft gedood in een vlaag van zinsverbijstering, te wijten aan de fetisjen die hij verzameld heeft om de sterkste te zijn. Hij werd aangehouden en vervolgens weer vrijgelaten maar hij zal zijn streek ontvluchten. Vandaag de dag putten talrijke Congolese artiesten uit de traditionele repertoires om kleur te geven aan hun composities. Dit is met name het geval met de koning van de rumba en de sape, de zanger Papa Wemba. Als zoon van een dorpschef, schept hij er plezier in de Tetela liederen opnieuw te vertolken, fier getooid in de traditionele klederdracht. 3 Gaza (3:01 min) Besnijdenismuziek. Ngbaka. DRC Geregistreerd in Bokode in 1975 MR.2007.10.10-3
De gaza-no (besnedenen) mogen niet spreken in het openbaar, er komen dus geen liederen voor in dit extract maar enkel een éénvellige biya trommel en een ensemble van gaga trommels. Deze trommels brengen slechts één toon voort en de melodische frasering wordt verkregen via een complex polyfonisch proces: de hoquetus. Elke
26
muzikant speelt op zijn beurt de noot van zijn instrument door een heel precies ritmisch schema te volgen dat de uiteindelijke melodie vastlegt. 4 Logombe (4:20 min) Muziek voor de intronisatie van een nkumu (chef van een gemeenschap) of soms voor genezing. Nkundo. DRC Geregistreerd in Mbanga-Nkotese in 1971 MR.2007.10.11-1
De logombe is een grote veelboog, die bespeeld wordt als een luit: de snaren worden betokkeld met een plectrum dat vastgehouden wordt aan het uiteinde van de duim. Dit stuk, vertolkt door Louis Kempenda, wordt gekenmerkt door een vlugge, arpeggio speeltechniek. De muzikant toont zijn talent niet enkel in de manier waarop hij de techniek beheerst van het spel op de veelboog, maar ook in de zang. Hij moet in staat zijn een getrouwe weergave te geven van de namen, stambomen, legendes en oude verhalen. Zijn bedrevenheid staat zeer hoog aangeschreven. In dit stuk wordt de muzikant begeleid door een grote ibuka bompulimpenda kalebas, waarin men blaast zoals in een lege fles, en een bokwasa schraper. 5 Imbolo (5:58 min) Ontspannende muziek. Ngbaka. DRC Geregistreerd in Bongili in 1972 MR.2007.10.11-13
Favoriete populaire dans van jongeren uit het westen van het Mongo gebied. Hij wordt uitgevoerd door een vijftigtal jongeren, meisjes en jongens, die in de handen klappen en in koor zingen als antwoord op de solisten. Ze worden ritmisch begeleid door twee ngomo trommels met membraan. De deelnemers staan in een cirkel. Een jongen komt naar het midden van de cirkel en danst enige tijd, gaat dan naar een meisje dat hij heeft uitgekozen. Deze laatste neemt zijn plaats in het midden van de cirkel in en dit gaat zo verder gedurende meerdere uren.
27
Buiten vitrine Zoömorfe spleetdrum. Barambo. Uele. Noordoost-DRC Hout (Chlorophora excelsa) Verzameld door commandant Armand Hutereau in 1912. Geregistreerd in 1912 MO.0.0.7278
Deze gugu, een prestige-instrument, kan worden gebruikt als communicatie-object en om dansritmes aan te geven. Het kan zinnen doorsturen die vertaald zijn in trommeltaal, gebaseerd op het contrast tussen hoge en lage tonen van de taal. De sculptuur van de gong is puur decoratief en maakt het mogelijk voor de artiest om zijn talent bot te vieren. Deze grote trommel werd gewoonlijk geplaatst onder een hangaar in het dorpscentrum.
28
Collecties Geologie Boorkern Samba, Evenaarsprovincie, DRC Jura-Krijt (200 tot 65 miljoen jaar geleden) Coll. Syndicat pour l’étude géologique et minière de la Cuvette congolaise (1955) RGG 35227
Deze stapeling van kernfragmenten is een interval van de Samba boorkern, een van de twee diepe boringen (van ongeveer 2 km elk) die werden uitgevoerd in het centrale gedeelte van het Congobekken in de jaren 1950. Beide kernen worden bewaard in het KMMA en worden nog regelmatig geraadpleegd als een belangrijke bron van informatie over de evolutie van het Congobekken en van zijn potentieel voor petroleumwinning. Malachiet Katanga, DRC Coll. Onbekend RGM 17013
Malachiet (Cu2CO3(OH)2) is een zeer belangrijk mineraal voor de provincie Katanga in de DRC. Historisch is het een van de belangrijke bronnen voor de productie van koper. Exemplaren van deze grootte zijn uitzonderlijk in particuliere verzamelingen en dit specimen behoort tot de grote exemplaren uit de geologiecollectie van het museum. Het is een mooi voorbeeld van een typische vorm van malachietafzetting. Cassiteriet Rwanda Coll. Géomines RGM 14373
Als tinerts is cassiteriet (SnO2) een belangrijke minerale grondstof in het oosten van Congo en in de aangrenzende delen van Rwanda. In dit gebied komt tin voor in verbinding met niobium-tantalium (‘coltan’) en wolfram, waarvoor, later dan voor tin, industriële toepassingen ontwikkeld werden. Cassiteriet wordt doorgaans niet beschouwd als een mineraal met grote verzamelwaarde, maar de KMMA-collecties bevatten meerdere uitzonderlijke specimens, waaronder dit aggregaat van grote kristallen met goed ontwikkelde vormen.
29
Leuciet Nyiragongo-vulkaan, Rutshuru, Kivu, DRC Coll. André Meyer (1959) RGM 16888
De gesteenteverzameling van het KMMA bestaat bijna uitsluitend uit specimens uit Centraal-Afrika. Dit grote specimen is afkomstig van de Nyiragongo-vulkaan in de Kivu, DRC. Het werd verzameld tijdens een historisch belangrijke verkenning van het Virunga-gebied in 1959. Het specimen vertegenwoordigt een bijzonder type vulkanisme en valt op door de uitzonderlijke grootte van de witte leucietkristallen (K(Si2Al)O6) die het bevat.
30
Collecties Zoölogie Tseetseevlieg – Glossina palpalis ROBINEAU-DESVOIDY. Kisenga, DRC Verzameld door dokter Schwetz, juni 1918
Glossina palpalis, beter bekend als tseetseevlieg, is een bloedzuigende tweevleugelige, die mogelijk drager is van trypanosomen (slaapziekte). Trypanosomen treffen ook de veestapel, met jaarlijks verliezen in de runderproductie tot gevolg. Bidsprinkhaan – Idolum diabolicum SAUSSURE. Boven-Congo, DRC Verzameld door dokter Védy, 1897
De niet-wetenschappelijke naam van deze soort is Giant Devil’s Flower Mantis (duivelsbidsprinkhaan). Het wijfje kan 15 centimeter groot worden. De soort wordt op dit moment ondergebracht in het genus Idolomantis en heeft zo de naam Idolomantis diabolica (saussure) gekregen. Het hier tentoongestelde specimen werd verzameld in 1897 en is zo een van de oudste specimens uit onze collectie. Vlinder – Papilio antimachus DRURY. Vrouwelijk. Buurt van Bangui, Centraal-Afrikaanse Republiek Gevangen juni 2005
Vlinder – Papilio antimachus DRURY. Mannelijk. Verzameld stroomopwaarts van Ussangi, DRC op 3 juni 1909 tijdens een reis van Z.K.H. Prins Albert
De antimachus (Papilio antimachus) is de grootste vlinder onder de Rhopalocerasoorten (dagvlinders) van het Afrikaanse continent. Het wijfje van deze vlinder komt zelden voor in de collecties (slechts enkele bekende specimens). Zij vliegt tot in de boomtoppen en komt enkel naar de grond om te drinken. Hierdoor is het heel moeilijk haar te vangen. Het tentoongestelde mannetje is op 3 juni 1909 gevangen tijdens een reis van Z.K.H. Prins Albert.
31
© Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, 2014 13, Leuvensesteenweg 3080 Tervuren (België) www.africamuseum.be Wettelijk depot: D/2014/0254/04 Alle rechten op de reproductie en vertaling zijn in elk land voorbehouden. Iedere volledige (of zelfs gedeeltelijke) weergave, behalve voor pedagogisch en educatief gebruik zonder commercieel doeleinde, is strikt verboden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Leuvensesteenweg 13, 3080 Tervuren (België). Iedere kopie of reproductie op welke manier dan ook gemaakt, het zij d.m.v. fotografie, microfilm, geluidsband of welk ander medium dan ook, is een vervalsing die bestraft kan worden met de straffen voorzien in de Wet van 11 maart 1957 betreffende de bescherming van de auteursrechten.
32