Mediumschap en Kwantumfysica Marja van Wezel oktober 2010
Gewoon een kwestie van afstemmen
i nho ud Voorwoord blz. 3 Inleiding 4 Anders leren denken 5
Wat vroege wetenschappers ervan zeggen
5
En dus.... 7 Kwantumprincipes 10 Materie of energie? 10
Zie je het nou wel of zie je het niet?
10
In de praktijk 12 Frequenties 13 Simpel!? 14 Verbondenheid en nulpuntenergieveld 14 Opslagcapaciteit 15 Het blijft moeilijk 15 Mediumschap en Kwantumfysica 16 Bewustzijn en hersenen 17 Bijna Dood Ervaringen 18 Een nieuwe visie 19 Allesomvattend 21 Overwegingen 22 Tijd en ruimte 22 Wat is dood? 23 Energie 24 Wie ben ik? 26 Bewust zijn of bewust hebben? 26 Conclusie 27 Literatuurlijst - geraadpleegde bronnen 29 Bijlage 1
30
Bijlage 2 35 Kaders: Mahatma Gandhi Science-auteur Roger Lewin
Kort verslag van een BDE-ervaring
tijdens meditatie Albert Einstein
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
2
voorwoord "Wie denkt dat hij kwantumfysica snapt, heeft er niets van begrepen....” Nobelprijswinnaar en kwantumfysicus Niels Bohr (1885-1962) Zo’n opmerking is nou niet direct een aanmoediging om je in de kwantumfysica te verdiepen. Maar als je dat wel doet, zie je onherroepelijk de verbanden van de kwantumfysica met het mediumschap. Kwantumfysica is een betrekkelijk nieuwe vorm van natuurkunde en, zoals dat met natuur gaat, heb je er dagelijks mee te maken. Laten we eens onderzoeken welke aspecten van de kwantumfysica we al helemaal geïntegreerd hebben in ons leven en in hoeverre die aspecten te maken hebben met het mediumschap. Dan kunnen we wellicht aan het einde de conclusie trekken dat het mediumschap helemaal niet ‘bovennatuurlijk’ is. De belangrijkste informatiebronnen die ik heb geraadpleegd zijn de werken van diverse schrijvers, het internet en zelfs praktijkervaringen. Ik wil dan ook graag Marja Veraar bij deze enorm bedanken voor haar toestemming om haar ervaring op te nemen in deze scriptie. Mijn dank gaat ook uit naar al diegenen om mij heen die mij de meest interessante boeken hebben geadviseerd, die ik ook allemaal met wisselend succes heb doorgeworsteld. Er is zoveel informatie beschikbaar dat het moeilijk is het bos te blijven zien, terwijl alle bomen onderling een andere mening ventileren. Ik heb dan ook getracht zo dicht mogelijk bij mijn eigen gevoel te blijven en mijn eigen praktijkervaringen van patiënten in gedachten te blijven houden. Voor de echte ‘die-hards’ heb ik de populaire versie van de werking van de kwantumfysica als bijlage bijgevoegd. Iedereen die met oneindig veel geduld keer op keer weer een nieuwe versie van dit werk hebben gelezen en met zinnige kritieken op de proppen kwamen: dank! Zonder jullie was het vast een onleesbare brij zonder kop of staart geworden. En ik wil eigenlijk ook de opdrachtgevers danken. Dank zij jullie ligt hier een logisch (?) verhaal over Mediumschap en Kwantumfysica. Het is juist mijn eigen verlangen de geheimzinnigheid, zweverigheid en soms zelfs angst rond de dood en het leven na de dood weg te nemen en het voor iedereen toegankelijk en begrijpelijk te maken dat ik voor dit onderwerp heb gekozen. Ik besef terdege dat er geen onomstotelijk bewijs is en dat er ook nu een beroep gedaan wordt op de conclusies die voortvloeien uit het lezen van dit werkje, maar ik hoop van ganser harte dat die conclusies steeds meer eensluidend zullen zijn: het leven houdt nooit op.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
3
i nl ei d i n g
R
ond het mediumschap hangt door de regel een mysterieuze sfeer. Niet
helemaal verwonderlijk omdat het voor de doorsnee mens niet te begrijpen is: waar komt de informatie over overleden dierbaren vandaan, hoe komt het medium aan die informatie? Gevolg is dat het mediumschap meestal met argusogen wordt bekeken en ronduit belachelijk wordt gemaakt of in een kwaad daglicht wordt gesteld. Want: onbekend maakt onbemind. Hoewel er een enorme behoefte bestaat aan contact met overledenen, blijkt het lastig om leven na de dood en communicatie met ‘gene zijde’ wetenschappelijk te bewijzen. Kwantumfysica brengt het bewijs een stuk dichterbij. Anders dan ‘gewone’ natuurkunde richt de kwantumfysica zich op energie. Energie, met alle verschijningsvormen en karakteristieken die daarbij horen, zou wel eens een sleutelrol kunnen spelen als ultiem bewijs. Er zijn op dit gebied talloze verschillende proeven gedaan, telepathie, telekinese, teleportatie, etc. De uitkomsten zijn keer op keer op zijn minst verrassend te noemen. Heel voorzichtig, maar dan wel héél voorzichtig dringt in de wereld van de wetenschappers het besef door dat de principes van de wereld van het ‘paranormale’ heel nauw samenhangen met de werking van de kwantumfysica. Hoog tijd dus om het spreekwoordelijke naadje van de kous op te zoeken. Om dat naadje te vinden is het belangrijk dat we diverse zaken onderzoeken. Wat heeft het met wetenschappers gedaan toen zij zich van de omvang van hun ontdekkingen bewust werden? Wat zijn de kwantumprincipes? En hoe past het mediumschap daarin? Hoe weet je of je na je overlijden blijft voortleven, ben je je bewust van je overlijden en wat is bewustzijn eigenlijk? Is dat ook ter verklaren met kwantumfysica? Kortom: dit en nog veel meer om te proberen het mediumschap boven alle twijfel uit te laten stijgen.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
4
anders leren denken
D
e mens is nieuwsgierig van aard en houdt ervan alles tot op het bot uit te zoeken. Dankzij deze nieuwsgierigheid weten we dat de aarde rond is en dat de aarde helemaal niet het middelpunt van het universum is. Het tempo waarin deze waarheden gemeengoed werden is ronduit traag te noemen. Je kunt ook zeggen dat de mens een snellere evolutie toen nog niet aan kon. Het heeft tot de 17e of 18e eeuw geduurd voor er een beetje vaart in kwam. De grootste ontdekkingen dateren van de laatste twee eeuwen, dus het tempo is behoorlijk omhoog gegaan. Was Newton nog baanbrekend met zijn zwaartekracht-theorie in de 17e eeuw, tegenwoordig is de kwantumfysica het nieuwste speeltje in de natuurkunde. De oude fysica zoals wij die geleerd hebben op school steunt op de mechanistische wereldbeschouwing van Descartes. Hij beschouwde het universum als een super-machine die volgens vaste wetten werkte en waarbinnen materie vast en ondeelbaar was. De nieuwe kwantumfysica is organisch en holistisch van aard. Deze nieuwe fysica vereist een grondige herziening van begrippen als ruimte, tijd, materie, voorwerp, oorzaak en gevolg. Alles staat met alles in verbinding. Het heelal is een dynamisch en onderling verweven web, alles is energie en alles pulseert op een eigen trillingsniveau (frequentie). Deze natuurwetenschap ontwikkelt zich steeds verder en wordt voor de gewone mens steeds lastiger te begrijpen. Maar het beeld van een louter ‘materieel’ universum is inmiddels achterhaald en er is een nieuw beeld voor in de plaats gekomen. Eentje van een realiteit waarin materie geen plaats meer heeft en alles uit energie blijkt te bestaan. De meeste wetenschappers, net als de meeste ‘gewone’ mensen overigens, zijn blijven steken in het idee over wat materie is en over hoe de wekelijkheid in elkaar steekt. Dat is niet eens zo verwonderlijk, want het vergt heel wat ‘lenigheid’ in het denken om de kwantumfysica te begrijpen. Handicap is natuurlijk dat er op scholen alleen maar mechanische natuurkunde wordt gedoceerd. Daarom is het ook zo moeilijk om het onlosmakelijke verband tussen de wereld van de ‘materie’ en de wereld van de energie te zien.
Wat vroege wetenschappers er van zeggen Een hele lijst van wetenschappers hebben onafhankelijk van elkaar de principes van de kwantumfysica beschreven. Het wetenschappelijk genie van deze mensen, waaronder Einstein en Heisenberg, is boven elke twijfel verheven. Op twee na hebben ze allemaal de Nobelprijs ontvangen voor hun werk. Zij hadden een diepgaand spiritueel of mystiek wereldbeeld. Het wezen van de mystiek is dat je in het diepst van je eigen bewustzijn wezenlijk één bent met de geest, op een tijdloze, eeuwigdurende manier. Als je dat wat overdreven vindt, lees dan eens wat de volgende geleerden daarover schreven. Deze moderne natuurwetenschappers meenden dat de moderne wetenschap zich niet langer kan verzetten tegen een mystiek wereldbeeld. Erwin Schrödinger: “Het is onmogelijk dat deze eenheid van kennis, gevoel en keuze die ‘het Zelf’ wordt genoemd op een gegeven moment, nog niet zo lang geleden (bij het ontstaan van de aarde), uit het niets is ontstaan. Deze eenheid van kennis, gevoel en keuze is in wezen eeuwig, onveranderlijk en numeriek één in alle mensen, wat zeg ik, in alle gevoelige wezens. Hoewel je het niet zou denken, ben je zelf -en alle andere bewuste wezens als zodanig- alles in alles. Vandaar dat het leven dat je leeft niet slechts een deel is van het totale bestaan, maar in zekere zin het geheel is... “
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
5
anders leren denken Albert Einstein: “Het is die mystieke formule die tegelijkertijd zo eenvoudig en zo duidelijk is: ‘Ik ben in het oosten en in het westen, ik ben boven en onder, ik ben deze hele wereld.’ Een mens is een deel van het geheel dat wij ‘universum’ noemen; een deel dat is begrensd door tijd en ruimte. Hij ervaart zichzelf, zijn gedachten en gevoelens als iets dat is gescheiden van de rest, een soort optische illusie van zijn bewustzijn. Die illusie is een soort gevangenis voor ons, die ons beperkt tot onze persoonlijke verlangens en genegenheid voor een paar mensen die ons het meest nabij zijn. Onze taak moet zijn ons van deze gevangenis te bevrijden.” Dit wil niet zeggen dat de moderne natuurwetenschap een mystiek wereldbeeld bewijst. De natuurwetenschap blijft een beperkte onderneming die zich bezig houdt met een zeer beperkt onderdeel van de werkelijkheid. Arthur Eddington: “Het oprechte inzicht dat de natuurwetenschap zich bezig houdt met een wereld van schaduwen, is wel de meest opmerkelijke vooruitgang van deze tijd.” En zelfs enkele wetenschappers die het verband leggen tussen de kwantumfysica en het leven na de dood: Sir Oliver Lodge en Sir William Crookes leefden in het begin van de 20e eeuw in Groot Brittannië. Zij beweerden toen al dat de mens twee lichamen bezit: een fysiek lichaam (waartoe ook de hersenen behoren) en een onsterfelijk (etherisch) lichaam waarin het denken zich bevindt. Zij zeggen dat mensen die zich in de parallelle dimensie bevinden en zich soms aan ons hier kunnen tonen (materialiseren) een lichaam hebben dat bestaat uit dezelfde materie als de ons bekende radio- en TV signalen. Zij noemden dit de etherische substantie. Arthur Findlay - (1883-1964) grondlegger van the International Institute for Psychical Research, schreef in zijn boek: ‘Op de grens van het ongrijpbare’: ‘Hier, in deze stoffelijke wereld waar wij functioneren, zijn we ons alleen bewust van een lage trillingsgraad, terwijl in de etherische wereld, waarin ook leven is, het bewustzijn aangesproken wordt door een hogere trillingsgraad. Ons gebied van voelen, zien, horen, ruiken en aanraken is tot op grote hoogte beperkt. We weten dat het spectrum van kleuren de zeer beperkte grenzen van ons gewone zicht bewijst, dat verdere trillingsgebieden van wat kleur is, als we ze kunnen zien, naar beide zijden is uitgebreid. Totdat wij goed snappen dat onze zintuigen hier alleen reageren op een zeer beperkte trillingsfrequentie die we de term fysieke materie geven en dat er buiten dit, een universum vol leven is dat reageert op een hogere trillingsfrequentie die voor ons onwerkelijk is, maar voor hen werkelijker dan onze fysieke trillingen, kunnen we de rijkdom van de bovennatuurlijke verschijnselen die zich door mediumschap ontwikkelen, niet begrijpen of vastpakken. De geest beheerst leven en leven beheerst materie.’ Ronald D. Pearson, ook een Brits geleerde, beweert dat de kwantumfysica perfect het voortbestaan van de persoonlijkheid na de dood ondersteunt. Maar ook verklaart volgens hem de kwantumfysica een hele reeks ‘paranormale’ verschijnselen. Hij noemt het onderzoek naar het leven na de dood een ‘integraal deel van de fysica’. In hoeverre de ontdekkingen hun wens naar een mystiek in de vorm van metafysica, wat betekent ‘voorbij de fysica’, heeft vormgegeven is niet bekend. Maar uit voorgaande citaten kun je afleiden dat zij de schaduwen rondom het mystieke achter Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
6
anders leren denken zich wilden laten. Waar zij zich ook bewust van waren is: hoe diep je de natuurkunde ook bestudeert, zij geeft nooit antwoord op de diepere, fundamentelere vragen naar hoe het universum bewustzijn heeft voortgebracht. De wetenschap heeft grote successen geboekt in het verklaren van de materiële wereld, maar als het gaat over de innerlijke wereld van de geest, gedachten, gevoelens, gewaarwordingen, intuïtie en dromen blijft het akelig stil en over het bewustzijn zelf is nog geen zinnig woord gezegd. Sterker nog, binnen de huidige ‘wetenschappelijke’ wereldvisie is het bewustzijn zelf zelfs onmogelijk te verklaren. In vrijwel de alle oosterse mystieke geschriften is “Maya” de naam voor de materiële werkelijkheid. Volgens deze geschriften is dat wat wij zien niet echt, maar ‘slechts’ een weerspiegeling van leegte, geest. Bovendien zeggen praktisch alle mystici dat het niet mogelijk is de ware aard van de werkelijkheid uit te leggen. Alle nondualistische mystieke stromingen benadrukken de éénheid van het universum. Bewustzijn is de basis; alles heeft/is in wezen bewustzijn in ontwikkeling. In de Bhagavat Gita wordt uitgebreid stilgestaan bij de voortdurende afwisseling van creatie en vernietiging in de dialogen tussen Krishna en Arjuna. Goed beschouwd is het tamelijk arrogant om vol te houden dat deze oosterse mystici excentriek zijn. Zeker nu de ‘nieuwe’ wetenschap in feite precies hetzelfde heeft geconstateerd en bewezen. Je zou kunnen zeggen dat het nu juist de ‘oude’ materie-gerichte fysica is die excentriek genoemd moet worden.
En dus… Gelukkig is het moeilijkste werk voor ons gedaan. Want het valt niet mee om je met je afwijkende mening staande te houden, ook nu nog niet. In de wetenschap moet alles reproduceerbaar zijn en moet dan ook steeds dezelfde uitkomsten te hebben als de omstandigheden tijdens de testen exact hetzelfde zijn. En daar gaat het met energie vaak scheef. Waarom? Omdat energie bewustzijn heeft, maar nu lopen we op de zaken vooruit. De wetenschappers in dit hoofdstuk zijn daar gedurende hun onderzoek wel achter gekomen, dat blijkt duidelijk uit de bovenstaande citaten. De uitkomsten van hun onderzoeken dwongen hen min of meer na te denken over zaken als bewustzijn en leven na de dood. Schoorvoetend volgt een stijgend aantal wetenschappers de ingezette koers.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
7
kwantumprincipes
E
en aantal natuurkundigen, onder wie Albert Einstein, Max Planck, Niels Bohr, Louis de Broglie, Erwin Schrödinger, Wolfgang Pauli, Werner Heisenberg en Paul Dirac, formuleerden begin 20e eeuw de kwantumfysica (ook wel kwantumtheorie of kwantummechanica genoemd). Deze geleerden hebben onafhankelijk van elkaar ontdekt dat materie in wezen niet bestaat en er geen massieve voorwerpen zijn. Dus de meubels thuis en de auto waarin we rijden zitten eigenlijk heel anders in elkaar, of liever gezegd, helemaal niet. Meubels, auto’s, maar ook mensen zijn, net als alle andere levende wezens, een samenballing van energie, in een energieveld dat met alle andere dingen in de wereld verbonden is. Dit pulserende energieveld is de stuwende kracht achter zowel ons leven als ons bewustzijn. Hier stoppen we even, want wat hier staat is eigenlijk niet te bevatten met ons materialistisch ingestelde denken. Dus eventjes in kleine stapjes door de basisprincipes van de natuurkunde heen: We kennen allemaal het principe van de kleine bouwstenen waaruit alles is opgebouwd, de moleculen. We weten ook dat moleculen uit nog kleinere bouwstenen bestaan, namelijk atomen. Iedereen heeft vast wel eens een plaatje van een atoom gezien en kan daaruit concluderen dat ook een atoom uit diverse onderdelen bestaat. Bekend is ook dat er rond de kern van een atoom altijd, zonder ophouden, satellieten (protonen, neutronen, elektronen) draaien en inmiddels is ook bekend dat zelfs de atoomkern uit nog weer kleinere onderdelen (quarks en gluonen) bestaat die ook constant in beweging zijn. Natuurlijk zijn wetenschappers druk in de weer om ook atoomkernen uit elkaar te halen. Dat ze dat gelukt is weten we allemaal. Eén van de minder gelukkige uitvindingen dankzij de kernsplitsing is de kernbom. Een andere uitvinding is juist weer heel erg nuttig in de medische wereld: röntgenfoto’s. Atomen stralen namelijk diverse ‘vreemde energieën’ uit, zoals röntgenstralen en radioactiviteit. Een volgende ontdekking was dat de beweging van zelfs de allerkleinste waarneembare deeltjes doorging bij een temperatuur van -273,15 C°, het absolute nulpunt. Er is dus altijd beweging, energie.
Materie of energie? Geleidelijk aan vormde zich een groep van fysici die het verband tussen energie en de structuur van de materie wilde doorgronden. Begin 20e eeuw gooiden ze hun geloof in een newtoniaans, materieel universum overboord omdat ze beseften dat het universum niet bestaat uit materie die in een lege ruimte zweeft, maar uit energie. De kwantumfysica was geboren. Kwantumfysici ontdekten dat fysieke atomen bestaan uit vortices (wervelingen) van energie, die voortdurend draaien en trillen; elk atoom lijkt op een wiebelig ronddraaiende tol die energie uitstraalt. Omdat ieder atoom zijn eigen specifieke energiekenmerken (schommeling) heeft, stralen ook groepen atomen (moleculen) gezamenlijk hun eigen kenmerkende energiepatroon uit. Elke stoffelijke structuur in het universum, ook jij en ik, straalt een unieke energiestructuur uit.
Zie je het nou wel of zie je het niet? Stel je voor dat het mogelijk is om met een microscoop de opbouw van een bestaand atoom te bekijken, wat zou je dan zien? Iets dat nog het meest op een wervelende zandhoos lijkt, waar geen zand en stof in zit. Wat je dan overhoudt is een onzichtbare tornado (vortex). Een aantal oneindig kleine zandhoosachtige energievortices, quarks en fotonen genoemd, vormen samen de structuur van het atoom. Vanuit de verte zou het atoom er waarschijnlijk uitzien als een wazig bolletje. Maar als je op de structuur ervan inzoomt, dan tekent het atoom zich minder duidelijk af en is het minder goed waarneembaar. En als het oppervlak van het atoom dichterbij komt, verdwijnt het. Je zou helemaal niets zien. Als je door de hele structuur van Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
8
kwantumprincipes het atoom heen scherp stelt, zie je in feite een fysieke leegte. Het atoom heeft geen fysieke structuur! Nee je leest het goed: atomen bestaan niet uit tastbare materie, maar uit onzichtbare energie! In onze wereld komt materie dus voort uit ijle lucht. Wel wat vreemd, als je daarover nadenkt. Je zit toch op een stoffelijke stoel. Maar als je met een atoommicroscoop inzoomde, zou je zien dat je nergens op zit (leviteren is dus geen kunst aan, we doen niet anders). Het kwantumuniversum is werkelijk verbijsterend. De ware aard van de kwantumfysica is ‘Nu zie je het, nu zie je het niet’ (pulseren). Materie kan niet alleen worden gedefinieerd als een vaste stof (deeltje), maar ook als een onstoffelijk krachtveld (golf). Als wetenschappers de fysische eigenschappen van atomen bestuderen, zoals massa en gewicht, gedragen atomen zich als fysieke materie. Maar als dezelfde atomen worden beschreven in termen van spanningspotentialen en golflengten, vertonen ze de kenmerken en eigenschappen van energie (golven). Het feit dat energie en materie hetzelfde is, is precies wat Einstein inzag toen hij concludeerde: E=mc2. Eenvoudig (?) gezegd houdt deze vergelijking in: energie (E) = materie (m, massa) vermenigvuldigd met de lichtsnelheid (c) in het kwadraat. Einstein onthulde dat we niet in een universum met afzonderlijke fysieke objecten leven die door dode ruimte worden gescheiden: het universum is één ondeelbaar, dynamisch geheel waarin energie en materie zo sterk verstrengeld zijn dat ze onmogelijk als onafhankelijke elementen kunnen worden beschouwd. Einstein’s formule is eigenlijk een recept voor de hoeveelheid energie die nodig is om het verschijnsel dat wij massa (materie) noemen te veroorzaken. Het betekent dus dat er geen twee elementaire fysische entiteiten zijn, de één immaterieel en de andere materieel, maar slechts één: energie. Alles in onze wereld, alles wat je beet kunt pakken – het maakt niet uit hoe groot de dichtheid ervan is, of hoe zwaar of hoe groot het object – op het meest fundamentele (sub-atomische) niveau komt het er dus op neer dat alles een samenballing van elektrische ladingen is, die een wisselwerking onderhoudt met een achtergrondzee van elektromagnetische en andere energetische velden – een soort elektromagnetische rem. Massa is energie. Massa bestaat niet, er is alleen lading. Daaruit volgt nog een redenering. Onze gedachten zijn energie, onze gedachten kunnen dus materialiseren!
Je overtuigingen worden je gedachten Je gedachten worden je woorden Je woorden worden je daden Je daden worden je gewoonten Je gewoonten worden je waarden Je waarden worden je lot. Mahatma Gandhi
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
9
kwantumprincipes
In de praktijk Als ik een patiënt tegenover me heb, ben ik in feite niet geïnteresseerd in de klachten waarmee hij komt. Wat mij boeit is hoe de energiestatus binnen de twaalf hoofdmeridianen is. Die meet ik dan ook met behulp van computergestuurde apparatuur, waardoor de patiënt dankzij alle grafieken en statistieken zelf kan constateren hoe de vlag er bij hangt. Afgezien van de computer is dit geen nieuwe techniek. Meer dan vijfduizend jaar geleden hebben de Chinezen al ontdekt dat energie de kracht is die het leven in stand houd. Deze levensenergie is ook bekend als Chi, Prana of Qi. De Chinezen hebben ook zeer nauwkeurig aangegeven hoe de meridianen over het lichaam lopen en welke punten direct in verbinding staan met organen, orgaansystemen, emoties, etc. Als er klachten zijn, is er een verstoring in die energie en door manipulatie (sederen, toniseren) met behulp van dunne naalden werd de balans hersteld waardoor de klachten verminderden en pijn verdween. Van die wetenschap maken we nu nog dankbaar gebruik. Als de meting is verricht en het helder is welke meridianen te weinig of te veel energie hebben of waar zich mogelijk blokkades bevinden, wil ik graag weten waarom dat is. Dat doe ik door de patiënt naar geluid te laten luisteren. Geluiden van 15 mogelijke oorzaken, zoals bacteriën, virussen, schimmels, parasieten, toxines, hormonen etc. etc. Dit stuk heeft meestal nogal wat uitleg nodig, want hoe kun je in vredesnaam naar bacteriën luisteren? Nadat ik zo eenvoudig mogelijk de kwantumprincipes over frequenties en energie heb uitgelegd, vertel ik dat de geluiden die ik ze laat horen niets anders zijn dan de frequenties van die oorzaken die zo zijn versterkt dat ze hoorbaar zijn geworden. Het lichaam herkent de frequentie en reageert ogenblikkelijk en zo wordt zichtbaar gemaakt (in een grafiek) waar aan gewerkt kan worden. Dat is nog niet alles, want de therapie die gevolgd wordt bestaat ook weer uit frequenties. In het kort komt het erop neer dat de gewenste trillingen 1000 maal worden versterkt en worden overgebracht op een draagvloeistof (gedestilleerd water), waar de patiënt gedurende enkele weken dagelijks enkele druppels van dient in te nemen. Water heeft een ‘goed geheugen’, ofwel een prima opslagcapaciteit (als je hier meer over wil weten, lees dan Masaru Emoto), en het lichaam herkent de trillingen en wordt aangezet tot zelfgenezing. Voor de doorsnee patiënt kan dit een flink hocuspocus-gehalte hebben als er niet stap voor stap en zo simpel mogelijk een uitleg wordt gegeven over de basisprincipes van de kwantumfysica. Dan vertel ik dus dat licht een hogere frequentie heeft dan een tafel, dat het één alleen maar zichtbaar is en het andere ook nog tastbaar. En iedereen kent de trillende geluidsboxen bij harde muziek en iedereen vindt het logisch dat radio- en televisiegolven onzichtbaar en praktisch zonder tijdverlies door de lucht reizen en binnenkomen bij toestellen die ingeschakeld zijn. Men vindt het ook heel normaal dat je dan ook nog uit talloze verschillende kanalen (frequenties) kunt kiezen. Of wat dacht je van een mobieltje? Hetzelfde principe en helemaal geaccepteerd. Na deze voorbeelden is het wel duidelijk dat er helemaal niks zweverigs of geheimzinnigs aan de hand is, maar dat we hier te maken hebben met de werkelijkheid van alle dag. Alles heeft dus een eigen, specifieke trilling of frequentie. En we weten ook dat trillingen hoorbaar kunnen zijn als we aan muziek denken. Vanaf 1991 hebben kwantumwetenschappers gedemonstreerd dat het ook mogelijk is specifieke
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
10
kwantumprincipes moleculaire signalen over te dragen met zulke eenvoudige middelen als een versterker en elektromagnetische spoelen. Vier jaar later zijn ze erin geslaagd deze signalen op te nemen en af te spelen met een multimedia-computer. Na duizenden experimenten hebben ze het gepresteerd de activiteit (trillingen) van moleculen op de harde schijf van een computer vast te leggen en ze aan een plant laten horen of voelen. Van die plant wisten de geleerden dat het normaal gesproken gevoelig is voor de desbetreffende stof. De plant liet zich misleiden en reageerde alsof het communiceerde met de stof zelf en vertoonde een biologische kettingreactie. De reactie was precies zoals het zou hebben gedaan onder invloed van de echte molecule. De onontkoombare conclusie: moleculen spreken via trillingen (frequenties) met elkaar. Het meest verbluffende experiment was wel dat het signaal zelfs per e-mail of informatiedrager (bijvoorbeeld water!) naar de andere kant van de wereld kon worden gezonden en werkte.
Frequenties Wij zijn slechts op een beperkt aantal frequenties afgestemd. Een veranderde bewustzijnstoestand – meditatie, ontspanning, dromen – verruimt deze begrenzing. Wij zijn in zulke toestanden te vergelijken met een radio-ontvanger waarvan de ‘bandbreedte’ zich uitbreidt. De receptieve regionen in de hersenen worden gevoeliger voor een groter aantal golflengten van het nulpuntenergieveld. Ons vermogen tot het ontvangen van signalen neemt toe tijdens diepgaande interpersoonlijke connecties. Als twee mensen hun ‘bandbreedten verbreden’ en proberen een innige verbinding met elkaar te vormen, worden hun hersengolfpatronen sterk gesynchroniseerd. Onderzoek van de hersengolfpatronen van kinderen tussen ongeveer twee en zes jaar toont aan dat hun hersenen permanent functioneren in de thèta-modus. Volwassenen functioneren in de voor hen normale bèta-modus. Kinderen zijn veel ontvankelijker voor informatie uit het nulpuntenergieveld dan de doorsnee volwassene. Eigenlijk verkeert een kind permanent in een staat van ‘hallucinatie’. Dr. Rima Laibow beschrijft de variëteiten in hersengolven (frequenties) als volgt: Tussen de geboorte en de leeftijd van twee jaar werken de menselijke hersenen overwegend bij de laagste EEG-frequentie, 0,5 tot 4 Hertz (= trillingen per seconde), bekend als delta-golven. Hoewel delta-golven hun overheersende golfactiviteit is, kunnen baby’s periodieke korte uitbarstingen van hogere EEG-activiteit vertonen. In de leeftijd van twee tot zes jaar wordt de EEG-activiteit van een kind meer en meer gekenmerkt door thèta-golven, van 4 tot 8 Hertz. Hypnotherapeuten laten de hersenactiviteit van hun patiënten dalen naar de frequentie van delta- en thèta-golven, omdat deze laagfrequente hersengolven de patiënten in een meer suggestibele, programmeerbare toestand brengt. Naarmate we ouder worden, zien we in toenemende mate alfa-golven van hogere frequenties van 8 tot 12 Hertz verschijnen. Alfa-golven activiteiten wordt gelijkgesteld aan rustige bewustzijnstoestanden. Rond de leeftijd van twaalf jaar begint het EEG-spectrum van het kind langere perioden van nog hogere frequenties te vertonen, bekend als bèta-golven, van 12 tot 35 Hertz. Hersenen die bèta-golven vertonen worden geassocieerd met een toestand van ‘actief of geconcentreerd bewustzijn’, het soort hersenactiviteit dat optreedt bij het lezen van een boek. Onlangs is nog een vijfde, nog hoger frequentiebereik van de hersenactiviteit vastgesteld. Deze gamma-golven, met een frequentie van meer dan 35 Hertz, treden op tijdens toestanden van ‘topprestaties’, zoals wanneer een piloot bezig is met de landing van een vliegtuig of wanneer een professionele tennisser een bliksemsnelle volley uitvoert.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
11
kwantumprincipes Simpel!? Jammer genoeg is de kwantumfysica helemaal niet simpel. Net als je denkt dat je het snapt en dat het allemaal heel logisch is, duiken de meest verwarrende toestanden op. Nieuwe begrippen als superpositie, complementariteit, het onzekerheidsprincipe, het meetprobleem en de verstrengeling of non-lokaliteit. Al deze begrippen gaan over het zelfde probleem: Als niemand naar een kwantumobject kijkt, heeft het geen definitieve locatie in tijd en ruimte en ook geen vaststaande eigenschappen, zoals men in de klassieke fysica gewend was aan objecten toe te schrijven. Dus, als ik mijn ogen dicht doe, is er niks. Dat is wat er staat. Maar ik weet wel zeker dat alles er gewoon is als ik mijn ogen open doe, sterker nog, ik weet het ook zeker als ik ze dicht heb. Waarschijnlijk begrijp ik dit niet helemaal of interpreteer ik het niet goed, hoop ik. Maar de uitleg is dat licht zich gedraagt als deeltje of als golf, afhankelijk van de proefopstelling, maar nooit als beide tegelijk en dat maakt de zaak er echt niet duidelijker op. Een bekende proef is de proef met licht. In de bijlage staat deze proef beschreven (blz. 32). Wetenschappers ontdekten dat licht in een deeltje verandert als het waargenomen werd, terwijl het zich anders gedraagt als een golf. Men heeft dit verschijnsel complementariteit genoemd. Deeltjes en golven zijn elkaar aanvullende aspecten van licht, maar ook voor materie. Alle materie, dat voor 99,999 procent uit leegte bestaat, kan uiteindelijk ook als golffunctie worden beschouwd en heeft dus een golf-deeltjescomplementariteit.
Verbondenheid en nulpuntenergieveld Eén van de belangrijkste principes van de kwantumfysica is dat twee gescheiden deeltjes elkaar op afstand ogenblikkelijk kunnen beïnvloeden doordat er een verstrengeling van twee objecten op grote onderlinge afstand kan plaatsvinden. Dus alsof er helemaal geen afstand of tijd bestaat. Dit is misschien wat makkelijker te begrijpen als je denkt aan een intercontinentaal telefoongesprek. Ondanks de afstand en het tijdsverschil kun je elkaar horen en spreken. Dit wordt non-lokaliteit genoemd. In de kwantumfysica ontstaat zo het begrip van een non-lokale ruimte: een meerdimensionale ruimte waar alleen sprake is van mogelijkheden, ook waarschijnlijkheidsgolven genoemd. Daar ligt niets vast, daar is geen materie en daar spelen tijd en afstand dus geen rol. In die ruimte is alles onzeker en fysici kunnen daar geen metingen of waarnemingen doen. Dat komt omdat alles verandert zo gauw er een waarneming plaatsvindt. Weet je nog het verhaal over de golf-deeltjescomplementariteit? Misschien kan de nonlokale ruimte ook wel het absolute of werkelijke vacuüm worden genoemd: er is geen structuur en toch is het er perfect symmetrisch, het bevat geen tijd en het is een lege ruimte, waarin quarks, elektronen, zwaartekracht en elektriciteit tot één geheel versmolten zijn en als zodanig ook niet langer bestaan. Dit vacuüm is de basis van oneindige mogelijkheden, en zelfs bij een temperatuur van het absolute nulpunt (-273,15 C°) bevat het ware vacuüm een oneindige hoeveelheid energie (nulpuntenergie). Want zelfs in deze barre kou trillen de atomen er nog lustig op los. En zo zou dit absolute vacuüm, deze non-lokale ruimte of nulpuntenergieveld, volgens sommige wetenschappers ook wel eens de basis kunnen zijn voor het bewustzijn.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
12
kwantumprincipes Opslagcapaciteit In een elektromagnetisch veld kan een onbeperkte hoeveelheid informatie worden opgeslagen. Denk maar eens aan de ruim één miljard websites die ‘draadloos’ via een computer waar ook ter wereld te ontvangen zijn. Een elektromagnetisch veld lijkt een oneindige capaciteit voor opslag of codering van informatie te bezitten. Alles ligt als verschillen in golflengtes gecodeerd. Al die golflengtes kunnen ontvangen worden met de juiste ‘antennes’ en hoorbaar en zichtbaar gemaakt worden met gespecialiseerde apparatuur, of mensen.
Het blijft moeilijk Dit was best een lastig hoofdstuk. Als je van huis uit een Alpha bent is het niet eenvoudig om Bèta-informatie te snappen. Al die ongrijpbare ideeën, begrippen en interpretaties van de kwantumfysica duizelen je misschien wel. En wellicht zit je nu met meer vragen dan toen je begon. Maar nu weet je dat materie op het allerkleinste niveau wordt teruggebracht naar energie en dat alles samenkomt of voortvloeit uit één bron en dat alles met alles verbonden is. Dus laten we het mediumschap er maar eens bij halen.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
13
A
mediumschap en kwantumfysica
ls we nagaan hoe vanzelfsprekend we het werken met trillingen, frequenties en golflengtes vinden en er steeds meer toepassingen voor vinden, is de volgende stap een stuk minder groot als je er vanuit gaat dat wij ook energie zijn. De energie die in feite niets anders is dan trillingen, frequenties en golflengtes. Energie die nooit verloren kan gaan en dus blijft voortbestaan zelfs nadat ons fysieke lichaam, dat veel lagere trillingen heeft dan onze geest, is overleden. Wij maken nu al onafgebroken gebruik van energie om te communiceren en denken er niet eens meer bij na dat het contact onzichtbaar tot stand komt, of we nu direct met elkaar praten of dat het via apparatuur gebeurt. Toch vinden veel mensen contact met overledenen onwaarschijnlijk, om niet te zeggen: onmogelijk! Het is voor veruit de meerderheid van de mensheid een aan krankzinnigheid grenzend idee om te communiceren met overleden mensen. De meesten vinden dat klinkklare nonsens en zelfs eng of onverklaarbaar en wijzen het direct van de hand. Maar is het onmogelijk? Als we heel even teruggaan naar de communicatie via radio en mobieltjes die zonder dat ze ergens aan vast zitten boodschappen kunnen ontvangen van zenders die ver weg zijn en dat we dat allemaal heel gewoon vinden, is het dan nog eng en onverklaarbaar? Iedereen heeft zijn eigen unieke frequentie. Je zou kunnen zeggen dat die frequentie niet alleen samenhangt met je lichaam, maar ook met je geest en ziel, met wie je in wezen bent. Want je bent meer dan alleen maar een lichaam van vlees en bloed. Datgene dat je hart laat kloppen en je lichaam laat functioneren is energie. Die energie haal je uit voedsel en zuurstof, maar welke energie laat je denken, je herinneren, je geweten spreken, fantaseren en creatief zijn? Als je lichaam het niet meer doet, als de energie uit het lichaam is verdwenen, ben je technisch gesproken dood. Dat klinkt heel definitief en dat is het ook, want het is wetenschappers nog nooit gelukt om leven te creëren in een lichaam waarvan is vastgesteld dat het dood is. Wetenschappers zijn het er wel over eens dat de frequentie van het lichaam zelf veel lager is dan van de geest. Maar zij hebben ook ontdekt en aangetoond dat energie nooit op raakt of vergaat. Dus: waar is die energie gebleven die ons onze identiteit gaf? Die moet er dus nog zijn, maar waar en kun je daarmee in contact komen? Dat die energieën er wel degelijk zijn is dank zij het vermogen tot communiceren vastgelegd. Want religies en geloofsovertuigingen hebben hun ervaringen met de energieën van overledenen vastgelegd in hun heilige geschriften. Vaak in een taal waar geen touw aan vast te knopen is of op zo’n manier dat we daar onze wenkbrauwen bij fronsen en het verhaal naar het rijk der fabelen verwijzen. Gelukkig hebben de energieën, of geesten van overledenen, het nooit opgegeven in hun pogingen met ons te communiceren, dat weten wij o.a. van de Fox-sisters. De klopsignalen in hun huis bleken afkomstig te zijn van een man die jaren voordat zij in het huis kwamen wonen, vermoord was. Gelukkig zijn er heel wat onderzoekers geweest die ook graag het naadje van de kous wilden weten en alles grondig hebben onderzocht. Zij hebben in de loop der tijd vastgesteld dat de ‘geesten’ van onze overleden geliefden overal om ons heen zijn en zich op de meest uiteenlopende manieren kenbaar kunnen maken. Tegenwoordig krijgt het idee dat de mogelijkheid bestaat om te communiceren met overledenen langzaamaan weer wat meer bijval. Er zijn diverse televisieprogramma’s die op dit onderwerp ingaan en er verschijnen steeds meer boeken over alle vormen
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
14
mediumschap en kwantumfysica van mediumschap. Helaas niet alleen maar goede, waarheidsgetrouwe werken. De behoefte om te weten wat ons te wachten staat als onze tijd is gekomen is groot, maar ook de troost dat het afscheid niet definitief is, is voor heel veel mensen een reden om hun ongeloof opzij te zetten. Door bewijzen in de vorm van kennis die het medium onmogelijk kan weten en de interactie tussen de zitter en de overledene is het duidelijk dat het hier gaat om contact met een vorm van bewust leven.
Bewustzijn en hersenen Als je een willekeurig iemand zou vragen waar het bewustzijn zich in het lichaam bevindt, zou je vast en zeker het antwoord krijgen dat dat in de hersenen is. Het grootste deel van de bevolking gaat er vanuit dat hersenen het zenuwcentrum zijn, want als je hersenen door gebrek aan zuurstof of door fysiek trauma schade oplopen, heb je meestal ook te maken met uitval van lichamelijke en mentale functies. Toch is dit geen bewijs dat het bewustzijn ook daadwerkelijk daar zetelt. Theoretisch zou je alles over de functie van de hersenen kunnen weten en toch niet in staat zijn alle aspecten van het bewustzijn op basis van die feiten te kennen. In talloze rapporten over neurofysiologische studies staat dat activiteiten in de hersenen geen verklaring kunnen zijn voor de inhoud van gedachten en gevoelens. De invloed van bewustzijn op de hersenen is onomstotelijk aangetoond doordat het mogelijk blijkt dat de anatomische structuur van de hersenen en de daarmee samenhangende functies (fysiek!) veranderen in reactie op ervaringen in het bewustzijn (neuroplasticiteit). In gewoon Nederlands staat hier dat er fysieke veranderingen in de hersenen optreden als je iets leert of ervaart. In weer andere studies is gebleken dat hersenen functies van afgestorven hersenweefsel (bij bijvoorbeeld een hersenbloeding of beroerte) over kunnen nemen.
Science-auteur Roger Lewin: “Er was destijds een jonge student aan de Sheffield University (USA) die een IQ had van 126 en cum laude een graad in de wiskunde behaalde. Hij was sociaal gezien volkomen normaal. En toch heeft de jongen bijna geen hersenen. Toen er bij hem een hersenscan werd gemaakt, werd duidelijk dat het hersenweefsel tussen de ventrikels en het oppervlak van de cortex niet de normale dikte van 4,5 cm had, maar dat er slechts een dunne mantellaag van ongeveer 1 mm (!!!) dik aanwezig was. Zijn schedel is voornamelijk gevuld met cerebrospinale vloeistof.”
‘Het bewustzijn is niets anders dan materie, en onze subjectieve ervaring dat bewustzijn iets zuiver persoonlijks is en van het bewustzijn van iemand anders verschilt is slechts een illusie.’ Als dit materialistische standpunt juist zou zijn, dan is alles wat we in ons bewustzijn beleven niets anders dan de uiting van een machine die gestuurd wordt door de klassieke natuurkunde en scheikunde. Ons gedrag zou volgens wetenschappers onontkoombaar het gevolg zijn van de werking van zenuwcellen in onze hersenen. Het idee dat alle gevoelens en gedachten niets anders zijn dan een gevolg van hersenactiviteit betekent uiteraard dat het ook een illusie is te denken dat er sprake zou kunnen zijn van een vrije wil.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
15
mediumschap en kwantumfysica Volgens deze materialistische opvatting is het natuurlijk onmogelijk dat bewustzijn ervaren kan worden tijdens bewusteloosheid, hartstilstand, coma of een periode van hersendood, laat staan na het overlijden. Voor de wetenschap is bewustzijn een verbijsterend probleem. Er is voor ons niets zo herkenbaar als een bewuste ervaring, maar er is niets zo moeilijk als hier een goede verklaring voor te vinden. Volgens sommige kwantumfysici speelt de kwantumfysica zelfs een beslissende rol in het bewustzijn voor het creëren en ervaren van de fysieke wereld zoals wij die waarnemen. De functie van de hersenen kan worden beschouwd als die van een zend-ontvanger. Ons brein heeft dus géén producerende maar een faciliterende functie voor het bewustzijn: het maakt het ervaren van bewustzijn mogelijk. Je kunt moeilijk aan de conclusie ontkomen dat het bewustzijn altijd onafhankelijk van ons lichaam heeft bestaan en zal blijven bestaan. Er is geen begin en er komt nooit een eind aan ons bewustzijn. Onafhankelijk van het lichaam wordt een continuïteit van het bewustzijn ervaren. En als het lichaam sterft zal het bewustzijn niet langer een deeltjesaspect kunnen hebben doordat alle hersenfuncties definitief zijn uitgevallen. Het (non-lokale) bewustzijn blijft echter als golffuncties in de non-lokale ruimte ‘eeuwig’ bestaan.
Bijna Dood Ervaringen Bij een hartstilstand stopt door het optredende zuurstoftekort tijdelijk de functie van de hersenen, waardoor de elektromagnetische velden van onze neuronen en andere cellen verdwijnen, en de resonantie, de interface tussen bewustzijn en ons fysieke lichaam, wordt onderbroken. Zo ontstaat de mogelijkheid het oneindig en verruimd bewustzijn buiten het lichaam te ervaren (het golfaspect van het bewustzijn), en dit is wat een Bijna Dood Ervaring (BDE) wordt genoemd. De meeste mensen met een BDE hebben grotendeels dezelfde bewuste ervaringen nadat ze klinisch dood waren verklaard. Klinisch dood betekent dat er geen enkel teken van leven meer is, de hersenen vertonen dan geen enkele elektrische activiteit meer. Toch vertellen deze mensen hun belevenissen die, onafhankelijk van leeftijd, geslacht, ras of land (en zelfs in welke tijd/eeuw), vrijwel allemaal gelijk zijn. Zoals één van de geïnterviewden het zei: Dood bleek niet dood te zijn, maar een andere vorm van leven. Door de eeuwen heen zijn er overal gevallen vastgelegd van mensen die na hun overlijden (tegenwoordig geconstateerd hersendood) weer ‘bijkwamen’ en melding maakten van allerlei gewaarwordingen. Merkwaardig genoeg zijn al deze gewaarwordingen praktisch hetzelfde. In vrijwel alle gevallen heeft de betrokkene ervaren dat het leven ‘gewoon doorging’. Op basis van kwantummechanische theorieën is een hypothese geschreven die de relatie tussen hersenen en bewustzijn kan verklaren, waarbij gesteld wordt dat ons bewustzijn niet in de hersenen gelokaliseerd kan zijn omdat hersenen op zuiver theoretische gronden niet geschikt zijn om menselijk bewustzijn voort te brengen. De hersenen kunnen de ervaring van onze subjectieve werkelijkheid alleen mogelijk maken, maar niet veroorzaken. In de neurowetenschappen bestaat een materialistisch standpunt dat de relatie tussen bewustzijn en hersenen verklaart, dat niet langer te handhaven is. Op basis van allerlei onderzoeken is aangetoond dat religieuze, mystieke, spirituele en Bijna Dood Ervaringen (BDE) niet het product van de hersenen kúnnen zijn. Ook is de overtuiging dat de hersenen slechts het ervaren van bewustzijn mogelijk maken.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
16
mediumschap en kwantumfysica Bewustzijn is niet zichtbaar, niet tastbaar, niet waarneembaar, niet meetbaar en niet aantoonbaar. Toch is het bewustzijn datgene waarmee elk levend wezen zijn bestaan inhoud en vorm geeft. Zonder bewustzijn is er geen levend lichaam. Tot in elke cel lijkt het leven een uitdrukking van de wil van (onbewuste aspecten van) het bewustzijn. Zonder bewustzijn is er geen waarneming, geen denken, geen voelen, geen kennis, geen geheugen. Het bewustzijn is alomvattend, en de werkelijkheid zoals we die ervaren bestaat alleen in ons bewustzijn, en wordt ook door ons bewustzijn beïnvloed en uiteindelijk bepaald. Er zijn aspecten van het persoonlijk onbewuste die alleen via dromen, meditatie, regressietherapie of hypnose kunnen worden ervaren. Het collectief onbewuste is in principe onbegrensd, de allerdiepste of allerhoogste lagen ervan zouden volgens Jung zelfs nooit voor ons waakbewustzijn toegankelijk zijn.
Een nieuwe visie De functie van de hersenen wordt beschouwd als een zend-ontvanger en dus heeft ons brein geen producerende, maar een faciliterende functie voor het bewustzijn, het maakt het ervaren van bewustzijn mogelijk. Misschien is het duidelijk te maken door de voortdurende, onzichtbare en ogenblikkelijke interactie tussen het lichaam en het bewustzijn te vergelijken met moderne wereldwijde communicatie, waar eerder over geschreven is. Er is een constante informatie-uitwisseling over de gehele wereld, waarbij tijd en afstand geen rol meer lijken te spelen. Dit komt door alle elektromagnetische informatiegolven voor mobiele telefoon, televisie, radio, computer en radar die ons voortdurend omgeven en doordringen. Deze informatiegolven verplaatsen zich met de snelheid van het licht. We zijn ons niet bewust van de honderdduizenden telefoongesprekken, de honderden televisie- en radio-uitzendingen en de miljarden internetverbindingen die dag en nacht rondom ons, maar ook door ons en door muren heen aanwezig zijn, ook in de ruimte waar je dit zit te lezen. We zijn ons deze elektromagnetische informatiegolven pas bewust als we de mobiele telefoon aanzetten, de tv of radio of laptop aanzetten. Wat we ontvangen zit niet in het toestel. De stem die we in de telefoon horen zit niet in de telefoon. De tvuitzending zit niet met beeld en muziek in het tv-toestel, het concert zit niet in de radio en het internet zit niet in de computer. Pas als je de tv aanzet zie en hoor je het programma, en als je het tv-toestel uitzet zie en hoor je niets meer, maar de uitzending gaat wel gewoon door. Als je een ander tv-toestel aanzet ontvang je hetzelfde programma weer. Er lijkt sprake te zijn van een non-lokale verbinding, maar in werkelijkheid wordt alle elektromagnetische informatie verspreid. We kunnen het eindeloze en non-lokale bewustzijn ook vergelijken met het internet, dat ook niet in de computer zelf ontstaat, maar door de computer wordt ontvangen en zo voor onze zintuigen zichtbaar wordt gemaakt. Vergelijkbaar met de functie van de hersenen voor bewustzijn heeft een computer een faciliterende functie: bij gebruikmaking van de juiste en specifieke toegangscodes maakt een computer het mogelijk ruim één miljard verschillende websites te ontvangen. De computer produceert geen internet, net zomin als de hersenen bewustzijn produceren. De computer maakt het mogelijk informatie aan het internet toe te voegen zoals de hersenen in staat zijn informatie van ons lichaam en van onze zintuigen toe te voegen aan het bewustzijn. De hersenen functioneren, net als een computer, als zend-ontvanger.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
17
Kort verslag van een BDE tijdens een meditatie: Ik zie een deur voor me en terwijl ik op de deur af loop, zwaait hij rustig open. Daarachter bevindt zich een rustgevend licht, zachtroze, perzikkleurig licht. Ik ga door de deuropening en zie in de verte een poort. Het volgende moment sta ik bij die poort en ben compleet in vervoering gebracht door de schoonheid ervan. Zoiets prachtigs heb ik nog nooit gezien. Het materiaal waaruit de poort is gemaakt is me onbekend en er staan tekens in of versieringen. Ineens weet ik met onvoorstelbare zekerheid dat deze poort is gemaakt van gematerialiseerde liefde. Ik wil graag door de poort naar het land wat erachter ligt, maar ik weet dat er dan geen weg terug meer is. Voor deze ene keer mag ik bij hoge uitzondering door de poort, omdat ik een belangrijke vraag heb. Als ik door de poort ben sta ik versteld: er is helemaal niks, maar tegelijkertijd is er alles, je hoeft er alleen maar aan te denken! Het is er heerlijk. Het licht is van een onbeschrijflijke schoonheid en een diep gevoel van geluk en vrede stroomt door me heen. Ik word opgewacht door drie gedaanten en we denken: ‘laten we gaan picknicken’. Meteen zijn daar grazige weiden en zachte heuvels onder een koesterend zonnetje. De picknickmand (die er ook plotseling is) gaat open en er zit een soort van boekrol in. De gedaanten halen de boekrol uit de mand en rollen hem uit op het gras. Hierin staat het antwoord op mijn vraag. Op de boekrol speelt zich als in een film de ene scène achter de andere af. Als ik het antwoord heb begrepen is alles weer weg: de boekrol, de gedaanten, de picknickmand en de grazige weiden. Er komt een lichtwezen op mij af. Ik kan geen gelaatstrekken of ledematen onderscheiden, het licht is te helder. Ik moet mijn handen uitstrekken en het lichtwezen plaatst voorzichtig een prachtige lichtbol in mijn handen en laat me mijn opdracht weten. Nu moet ik weer gaan. Met enige dwang (want ik wil helemaal niet meer terug!) word ik weer door de poort gestuurd. Ik kom weer terug in de ‘normale’ wereld, nog helemaal gedesoriënteerd en ik vraag me af of ik echt een engel heb ontmoet. Op de radio speelt op dat moment ‘Angels’ van Robbie Williams…. Ik heb nog vaak geprobeerd weer bij die poort te komen, het is me nooit meer gelukt. Marja van Wezel
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
18
mediumschap en kwantumfysica Als je de computer uitschakelt, heb je geen toegang meer tot al die miljard websites op internet. De websites zijn nog steeds overal en wereldwijd bijna gelijktijdig te ontvangen, zowel in Australië, Afrika, Amerika en Azië als in Europa. Zo is het ook met het bewustzijn. Het is altijd aanwezig. Tijdens ons leven kunnen we aspecten van het bewustzijn in ons lichaam ervaren als ons waakbewustzijn. Leven maakt de overgang van de non-lokale ruimte naar onze fysieke wereld, de tijdruimte, mogelijk. De non-lokale verstrengeling of verbondenheid van het bewustzijn lijkt wetenschappelijk bewezen te zijn door onderzoek dat is verricht door telkens twee proefpersonen in twee gescheiden kooien van Faraday1 te plaatsen, wat elke elektromagnetische informatieoverdracht onmogelijk maakt. Deze twee proefpersonen moesten zich wel op een of andere manier met elkaar verbonden voelen door bijvoorbeeld een goede ouder-kindrelatie of een voorafgaande jarenlange gezamenlijke meditatie. In de ene geïsoleerde ruimte van Faraday veroorzaken computergestuurde lichtflitsen visueel uitgelokte elektrische activiteit (‘evoked potentials’) in de EEGregistratie van de gestimuleerde persoon, en deze activiteit wordt op datzelfde ogenblik ontvangen door de andere, niet gestimuleerde persoon in de andere kooi van Faraday. Herinner je je nog het verhaal over non-lokaliteit, geen tijd, geen afstand? Dat betekent dat de geregistreerde patronen in het EEG van de niet-gestimuleerde persoon veranderen op precies hetzelfde moment dat in de andere kooi van Faraday lichtflitsen optreden. Deze overgedragen elektrische activiteit, dus de opgetreden coherentie of onderlinge samenhang van beide EEG’s kan alleen worden verklaard op basis van non-lokale beïnvloeding. Vooral vanwege het feit dat de proefopstelling elektromagnetische informatieoverdracht uitsluit kan deze correlatie niet met klassiek-wetenschappelijke modellen verklaard worden.
Allesomvattend De kwantumfysica heeft inmiddels heel wat teweeg gebracht. Nu weten we dat alles energie is en dat onze hersenen toch heel wat minder belangrijk zijn als het op bewustzijn aankomt dan we dachten. Het is belangrijk om ons te realiseren dat het bewustzijn elk levend wezen inhoud en vorm geeft. Als je geest gelijk stelt aan bewustzijn, dan is geest energie en dat zetelt in elke cel van ons lichaam, in ons DNA en is als zodanig verantwoordelijk voor alle informatie en voor alle processen, zowel fysiek als mentaal. Maar ons bewustzijn is evengoed buiten ons lichaam en stelt ons in staat afstand en tijd te laten vervagen.
Kooi van Faraday, genoemd naar Michael Faraday, is de benaming voor een kooivormige constructie van elektrisch geleidend materiaal zoals koper of ijzer die er voor zorgt dat statische elektrische velden niet tot binnen de kooi kunnen doordringen. De kooi is wel doordringbaar voor statische magnetische velden zoals het aardmagnetisch veld. De kooi biedt bescherming tegen statische ontladingen zoals bliksem. In de praktijk wordt de term “kooi van Faraday” tegenwoordig hoofdzakelijk gebruikt voor ruimtes die elektromagnetische straling buitensluiten: elektromagnetisch dode ruimtes. Ontvangst van radiosignalen is in een kooi van Faraday niet mogelijk. Het uitzenden van radiosignalen door een zender met antenne in een kooi van Faraday is ook niet mogelijk. Allerlei stoorvelden, zoals van bliksem, hebben in een kooi van Faraday geen invloed; vandaar dat kritische natuurkundige experimenten vaak in een dergelijke kooi gedaan worden. (uit: Wikipedia)
1
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
19
overwegingen
U
it de nieuwe natuurkunde vloeit al vanzelf voort dat de geest (energie) en het lichaam (materie) verbonden zijn, hoewel de westerse wetenschappers gedurende honderden jaren dapper heeft geprobeerd ze te scheiden. Al sinds Descartes had geponeerd dat de geest op zichzelf en los van het lichaam stond, hadden alle ‘degelijke’ wetenschappelijke disciplines scherp onderscheid gemaakt tussen geest en stof. De opvatting van Descartes was dat het fysieke lichaam uit materie bestond en dat de geest bestond uit niet-geïdentificeerde maar duidelijk immateriële substantie. Omdat hij de aard van de geest niet kon vaststellen, liet Descartes een onoplosbaar filosofisch raadsel achter: als alleen materie invloed kan hebben op materie, hoe kan dan een immateriële geest ‘verbonden’ zijn met een materieel lichaam? De experimenten die met het kwantumprincipe werden gedaan leken te suggereren dat de scheiding van lichaam en geest eenvoudigweg niet bestaat. De werkelijkheid van een kwantumuniversum verbindt weer wat Descartes scheidde. Inderdaad komt de geest (energie) voort uit het fysieke lichaam, precies zoals hij dacht. Maar ons nieuwe inzicht in de mechanismen van het universum laat ons zien hoe het fysieke lichaam door de immateriële geest kan worden beïnvloed. Gedachten – de energie van de geest – beïnvloeden rechtstreeks hoe de fysieke hersenen de fysiologie van het lichaam besturen.
Tijd en ruimte Eén van de meest onwrikbare begrippen in ons besef van onszelf en de wereld is dat van tijd en ruimte. Wij zien het leven als een lineaire progressie die we met klokken, kalenders en de belangrijke mijlpalen in ons leven kunnen meten. We worden geboren, groeien op, trouwen en krijgen kinderen. En al doende vergaren we bezit: een huis, meubelen, een auto, katten en honden. Al die tijd worden we onvermijdelijk ouder en komen steeds dichter bij onze dood. Veroudering is zelfs het meest tastbare bewijs van het voortschrijden van de tijd en onze leeftijd. Als bewustzijn op het niveau van kwantumfrequenties functioneert, moet het van nature buiten tijd en ruimte bestaan, het individuele bewustzijn sterft niet en leeft voort na onze dood. Bij zorgvuldig gecontroleerde experimenten die bewust of onbewust bedrog uitsloten, bleken mediums gemiddeld meer dan tachtig stukjes informatie over overleden verwanten van hun cliënten te noemen, vanaf hun naam en persoonlijke eigenaardigheden tot een feitelijke en gedetailleerde beschrijving van hun overlijden. Door de bank genomen sloegen mediums 83 procent van het aantal keren de spijker op de kop en was er zelfs een bij die tot 93 procent juiste uitspraken kwam. Daarentegen had een controlegroep van niet-mediums het slechts gemiddeld 36 procent van het aantal keren bij het rechte eind. ‘De meest terughoudende verklaring is dat deze mediums rechtstreeks met de overledenen communiceren.’ Of zoals één van de wetenschappers het zei: als we sterven, ervaren we een ontkoppeling van onze vibraties en de materie van onze cellen. Wellicht is de dood gewoon een kwestie van naar huis terugkeren of, juister gezegd, van achterblijven: een terugkeer naar het nulpuntenergieveld. Diezelfde wetenschappers hebben met onderzoeken geprobeerd uit te vinden waar de mens allemaal toe in staat is op bewustzijnsniveau. Uiteindelijk ontdekten ze iets dat oneindig diepzinnig was. In het verleden hadden mensen er bij toeval blijk van gegeven over een bepaald vermogen te beschikken – voorgevoelens, herinneringen aan een ‘vroeger leven’, het vermogen tot genezen, helderziendheid.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
20
overwegingen Zulke vermogens werden meestal haastig afgedaan als een speling van de natuur of charlatanerie. Uit het werk van deze onderzoekers blijkt dat zulke vermogens helemaal niet abnormaal of zeldzaam zijn, maar latent aanwezig in het innerlijk van ieder van ons. Hun werk bewijst het bestaan van menselijke vermogens die verdergaan dan wat wij ooit in onze dromen voor mogelijk hadden gehouden. Wij zijn veel meer dan we ons realiseren. Als wij dit menselijk potentieel wetenschappelijk kunnen doorgronden, dan kunnen we misschien ook leren het systematisch te gebruiken. Het concept van transpersoonlijk bewustzijn is verder uitgewerkt door de ‘holistische’ filosoof en auteur Ken Wilber. In zijn boek ‘Zonder grenzen’ beschrijft hij het grenzeloze bewustzijn, dat hij ook eenheidsbewustzijn of eeuwig bewustzijn noemt. Hij beschrijft dit als het transpersoonlijke zelf of ‘de getuige’ die als één wordt ervaren met alles waarvan het getuige is. Maar wat je ervaart ben je niet. Ik heb mijn lichaam, maar ik ben mijn lichaam niet. Alles wat dan overblijft is een zuivere kern van bewustzijn. Dit bewustzijn stijgt uit boven het individuele en verbindt de mens met een wereld buiten tijd en ruimte. Dit eenheidsbewustzijn verschilt van alle andere niveaus van bewustzijn omdat het alle niveaus of aspecten van deelbewustzijn omvat. Wilber noemt dit grenzeloze, eindeloze bewustzijn het spirituele aspect van elk mens, en in dit bewustzijn is op elk moment het heden (‘nu’) aanwezig. Hier bestaat geen verleden of toekomst. Hier bestaat geen begin of einde. Hier bestaat geen grens tussen zelf en niet-zelf. Alles is met elkaar verbonden. Hier is een grenzeloze eenheid. Het ‘eeuwige nu’ of het ‘tijdloze moment’ is bewustzijn. Zijn ideeën tonen een opvallende overeenkomst met het idee van non-lokaal bewustzijn. Volgens Wilber is het erg moeilijk woorden te vinden voor de onuitsprekelijke ervaring van dit eenheidsbewustzijn, omdat het eindeloze bewustzijn niet te begrenzen is door woorden en gedachten. Ook Plato heeft tweeduizend jaar geleden al geschreven dat onze taal te beperkt is om de essentie van dingen te beschrijven. Er zijn nog steeds meer vragen dan antwoorden, maar op basis van alle gemelde bewustzijnservaringen tijdens een BDE zouden we toch serieus de mogelijkheid moeten overwegen dat de dood, net als geboorte, slechts een overgang kan zijn naar een andere staat van bewustzijn.
Wat is dood? Wat gebeurt er op het moment van de dood? Dat is een lastig te beantwoorden vraag. In principe is het niet mogelijk een specifiek moment van de dood aan te wijzen, zelfs niet bij een plotseling ongeluk. Wat de vraag voor velen echt betekent is: wat gebeurt er als ik fysiek niet meer in leven ben? Wat voel ik? Ben ik nog steeds mijzelf? Zullen de emoties die mij stuurden in mijn leven dat nog steeds doen? Is er een hemel of een hel? Zal ik begroet worden door engelen of demonen, vijanden of geliefden? De vraag betekent vooral: Als ik dood ben, ben ik dan nog steeds wie ik nu ben en zal ik me degenen die mij dierbaar zijn kunnen herinneren? Voordat deze vraag beantwoord wordt zijn er enkele overwegingen betreffende leven en dood die behandeld moeten worden. Zo is er geen afzonderlijk, onzichtbaar, specifiek moment van de dood. Leven is een staat van ontwikkeling en de dood is een onderdeel van deze ontwikkeling. Je bent je nu sprankelend bewust van het leven, te midden van de puinhopen van dode en stervende cellen; levend terwijl de atomen en moleculen van je lichaam sterven en herboren worden. Je bent dus levend te midden van de kleine dood; gedeelten van jouw lichaam brokkelen ieder moment af en
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
21
overwegingen worden weer vervangen en je bent het je nauwelijks bewust. Dus eigenlijk ben je in leven en stervende tegelijk. Levend ondanks, en misschien wel dankzij, het onafgebroken sterven en herboren worden van je lichaam in fysieke termen. Je bewustzijn is te vergelijken met bijvoorbeeld een vuurvliegje. Want hoewel je denkt dat je bewustzijn continu aanwezig is, is dat niet zo. Het knippert (pulseert) als het ware aan en uit, hoewel het nooit helemaal ‘uit’ is. Je zou kunnen zeggen dat je leeft te midden van je eigen kleine sterfmomenten, dus eigenlijk ben je regelmatig ‘dood’, zelfs terwijl je bewustzijn bruist van levenslust. Overal zijn ritmes of frequenties, en binnen die ritmes bestaan oneindige variaties. Wat wij de dood noemen is simpelweg een langer ‘moment’ binnen dat ritme waar je je niet bewust van bent, een lange pauze in die andere dimensie dus. De dood van het fysieke weefsel is gewoon een onderdeel van het proces van het leven zoals wij dat kennen in ons systeem, een onderdeel van de ontwikkeling. En uit die weefsels ontstaat uiteindelijk weer nieuw leven. In de huidige situatie ben je afhankelijk van je fysieke beeld, je identificeert jezelf met je lichaam. Zoals eerder gezegd sterven gedeelten van je lichaam gedurende je gehele leven, en het lichaam dat je nu hebt is een geheel ander lichaam dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. Het lichaam dat je tien jaar geleden had is dood. Het is duidelijk dat je er geen erg in hebt dat het ‘dood’ is, want je bent prima in staat deze tekst te lezen met ogen die geheel uit nieuwe materie zijn opgebouwd. De pupillen die je nu hebt, bestonden tien jaar geleden niet en toch zit er geen gat in je gezichtsvermogen. Je snapt al dat dit proces zo gladjes verloopt dat je er niks van merkt. Het knipperen (pulseren) waar zoëven aan werd gerefereerd, gaat zo snel dat je bewustzijn daar vrolijk overheen stapt, hoewel je fysieke lichaam het niet kan overbruggen als het ritme te langzaam wordt. En dit is het moment dat wij sterven noemen, het sterven van het fysieke lichaam. De energie van de geest leeft gewoon voort…..
Energie Het nulpuntenergieveld is voor de spirituele zoeker of mysticus de wetenschap die de echtheid van het wonderbaarlijke aantoont. Een veld is, eenvoudig gezegd, een invloedssfeer. Het concept ‘nulpuntenergieveld’ zou weleens tot een wetenschappelijke verklaring kunnen leiden voor tal van metafysische ideeën, zoals het Chinese of Indiase geloof in het bestaan van een levenskracht (chi of prana). Zo werd chi in een oud geschrift al beschreven als iets dat veel weg heeft van een energieveld. Het zou zelfs ‘licht kunnen werpen’ op het verslag in het Oude Testament waarin God beveelt: ‘Er zij licht’ – licht waaruit de materie werd geschapen. Het betekent ook dat wij en alle materie in het universum letterlijk tot in de verste uithoeken van de kosmos door middel van de golven van het grootst mogelijke nulpuntenergieveld met elkaar verbonden zijn. Een van de belangrijkste aspecten van golven is dat ze informatie coderen en dragen. Als twee golven in fase zijn en elkaar overlappen – hetgeen in het jargon ‘interferentie’ wordt genoemd – is de gecombineerde amplitude van deze golven groter dan hun individuele amplitude. Met andere woorden, het signaal wordt sterker. Dit komt neer op het imprinten of uitwisselen van informatie, een proces dat ‘constructieve interferentie’ wordt genoemd. Wanneer ze éénmaal op elkaar zijn gestuit, bevat iedere golf informatie – in de vorm van energiecodering – over de andere golf, met inbegrip van alle informatie die de golf zelf al meedraagt.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
22
overwegingen Een interferentiepatroon komt neer op het constant opstapelen van informatie, en golven hebben een nagenoeg onuitputtelijke capaciteit om informatie op te slaan. Als alle subatomaire materie van de wereld een constante wisselwerking met dit alomtegenwoordige fundamentele energieveld onderhoudt, zullen de subatomaire golven van het nulpuntenergieveld constant een registratie van de vorm van alles imprinten. Het nulpuntenergieveld is, als de boodschapper en ‘imprinter’ van alle golflengten en frequenties, een soort schaduwuniversum voor alle tijden – een soort spiegelbeeld en kroniek van alles wat ooit heeft bestaan. In die zin is het vacuüm het begin en het einde van alles in het universum. Elk idee over de functie van straling bij cellulaire communicatie in het midden van de 20e eeuw werd van tafel geveegd door de ontdekking van hormonen en de geboorte van de biochemie, waardoor men begon te denken dat alles aan de hand van hormonen of chemische reacties kon worden verklaard. Inmiddels hebben wetenschappers ontdekt dat alle levende organismen – vanaf de primitiefste planten tot menselijke wezens in heel hun verbluffende complexiteit – continu een stroom van fotonen (lichtdeeltjes) uitstralen, variërend van een paar tot enkele honderden. Het uitgezonden aantal fotonen leek verband te houden met de positie van het organisme op de evolutionaire schaal: naarmate een organisme complexer was, werden er minder fotonen uitgezonden. Als je levende cellen met licht bestraalt, absorberen de cellen dit licht en beginnen ze na een tijdje intens te schijnen, een proces dat ‘vertraagde luminescentie’ wordt genoemd. Men kwam op de gedachte dat dit weleens een corrigerende maatregel zou kunnen zijn. Een levend systeem moet een delicaat lichtevenwicht in standhouden. Als het met te veel licht wordt gebombardeerd, zou het teveel uitgestraald worden. De conclusie is dat elke molecule in het universum een unieke frequentie bezit en dat de resonerende golf de taal is door middel waarvan het met de wereld communiceert. Een Franse onderzoeker had de moeite genomen om deze minuscule frequenties te beluisteren – en zo had hij de symfonie van het universum gehoord. Iedere molecule van ons lichaam speelt een bepaalde noot die overal ter wereld wordt gehoord. Leven is een kwantumproces. Alle lichamelijke processen, de communicatie tussen de cellen inbegrepen, worden uitgelokt door kwantumfluctuaties, en ook alle hogere hersenfuncties en het bewustzijn lijken op kwantumniveau te werken. Het geheugen, zowel voor de korte als de lange termijn, zetelt helemaal niet in de hersenen, maar is opgeslagen in het nulpuntenergieveld. Bewustzijn is een globaal verschijnsel dat zich overal in het lichaam voordoet en beslist niet beperkt is tot de hersenen. Op het meest fundamentele niveau is bewustzijn coherent licht. De menselijke capaciteit voor kennis en communicatie is veel dieper en uitgebreider dan men tot nu toe heeft doorgrond. Ook maakt het de grenzen tussen individuen vager, ons gevoel een afzonderlijk individu te zijn. Als een levend organisme in principe een geheel van geladen deeltjes is dat met een verborgen en alom tegenwoordige nulpuntenergieveld communiceert om kwantuminformatie uit te zenden of te ontvangen, kunnen we ons afvragen waar wij eindigen en de rest van de wereld begint. Waar bevindt zich het bewustzijn, zetelt het in ons lichaam of wordt het gedragen door het nulpuntenergieveld? Het komt erop neer dat er geen ‘uiterlijke wereld’ is, als wij en de rest van de wereld zo intrinsiek met elkaar verweven zijn. De implicaties hiervan zijn veel te overweldigend om ze te kunnen negeren. Het idee van een systeem van uitgewisselde, tot patronen gestructureerde energie, met een
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
23
overwegingen geheugen in het nulpuntenergieveld en het vermogen om daaruit herinneringen te putten, verwijst naar talloze mogelijkheden voor mensen en hun relatie met de rest van de wereld. De moderne fysici hadden de klok voor de mensheid tientallen jaren teruggezet door het effect van het nulpuntenergieveld te negeren. Zij hadden de mogelijkheid van de intrinsieke samenhang van alles met alles geëlimineerd en de weg naar een wetenschappelijke verklaring voor talloze wonderen effectief geblokkeerd. Wat zij bij het ‘hernormaliseren’ van hun vergelijkingen hadden gedaan, kwam enigszins overeen met het schrappen van God.
Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Wat is de oorsprong van mijn leven? Wanneer en hoe komt er een eind aan mijn leven? En wat betekent de dood voor mij? Gaat mijn ‘leven’ dan nog door? Geboorte en dood zijn een realiteit die zich elke seconde in ons leven afspeelt omdat ons lichaam voortdurend een proces van afsterven en vernieuwing ondergaat.
Bewust zijn of bewust hebben? Sommige wetenschappers geloven niet in vragen die nooit opgelost kunnen worden maar wel in vragen die verkeerd zijn gesteld. In 2005 verscheen er een speciale jubileumuitgave van het tijdschrift ‘Science’ met 125 vragen waar wetenschappers nog steeds geen antwoord op hebben. Na de belangrijkste nog te beantwoorden vraag: Waaruit bestaat het universum? was de tweede vraag: wat is de biologische basis van bewustzijn? Is er wel een biologische basis voor bewustzijn? Kunnen we spreken over een begin van ons bewustzijn en komt er ooit een eind aan ons bewustzijn? Echte wetenschap beperkt zich niet tot materialistische en dus beperkende aannames, maar staat open voor nieuwe en aanvankelijk soms onverklaarbare bevindingen en ziet het als een uitdaging om hier verklarende theorieën voor te vinden. Elk lichaam functioneert biochemisch en fysiologisch hetzelfde, maar elk mens verschilt. Wat veroorzaakt dit verschil? Niet alleen het uiterlijk aspect van het lichaam bepaalt dit verschil. Mensen verschillen van karakter, gevoelens, stemmingen, intelligentie, belangstelling, ideeën en behoeften. Het bewustzijn speelt een belangrijke rol bij dit verschil. En de vraag is dus: is de mens zijn lichaam, of heeft de mens een lichaam? De dood is niets anders dan een veranderde bestaanswijze met een verhoogd en verruimd bewustzijn dat overal tegelijk aanwezig is doordat het niet langer aan een lichaam gebonden is.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
24
conclusie
W
at is het lastig om precies de strekking van de kwantumfysica te bevatten. Jarenlang hebben we geleerd dat atomen de kleinste deeltjes zijn en ineens moeten we dat hele denkpatroon loslaten als de kwantumfysica ons leert dat er op subatomisch niveau helemaal geen materie is, maar alleen energie. En als je daar een poosje mee gespeeld hebt, opent dit weer hele nieuwe perspectieven. Het verklaart de radio- en televisiegolven, die we al jarenlang als gegeven hebben aangenomen. En het feit dat je er op af kunt stemmen, was in de vorige eeuw compleet geaccepteerd. Een radiostation moest je opzoeken en erop afstemmen en toen later de televisie zijn intrede deed met de antenne op het dak, wilde het wel eens voorkomen dat je de antenne goed moest richten voordat je beeld kreeg. Niemand zette daar vraagtekens bij, maar wie begreep het echt? Het gaat nog veel verder dan dat. Altijd en overal heeft de mens zich tot hogere, onzichtbare machten gewend voor steun en gezondheid door bijvoorbeeld te bidden. Als dat nooit iets op zou leveren, zou dat ongetwijfeld al lang opgegeven zijn. Gedachten en woorden zijn even goed ‘radio’-golven die de ether in gestuurd worden en als er helemaal niets of niemand op afgestemd is, komt er ook nooit een reactie. Inmiddels is het hele concept dat telecommunicatie zich voor het overgrote deel draadloos en door middel van golven door de lucht en de ruimte verplaatst, en dat het te ontvangen is voor wie maar wil ‘horen’. Golven van energie, energie met een eigen trillingsfrequentie. Alles is energie, alles heeft zijn eigen frequentie. Energie kan in materie vormen aannemen en ook weer loslaten, maar energie blijft altijd bestaan. Deze wetenschap is algemeen geaccepteerd en er wordt nog druk mee verder geëxperimenteerd. Fysici blijven zich verbazen over de subatomische wereld en nieuwe ontdekkingen worden in snel tempo omgezet in wonderen van technologie. De ontwikkelingen gaan razendsnel. De computer die je net hebt gekocht is morgen al weer verouderd. Apparatuur kan steeds meer en wordt steeds kleiner en verfijnder. Dat houdt ook in dat het opvangen van signalen in de vorm van energie/golven/trillingen/frequenties steeds nauwkeuriger wordt. Aan de hand van deze opgevangen gegevens kan een beeld worden geschetst van zonnestelsels die miljoen jaren geleden al zijn vergaan. Aan de hand van dergelijke gegevens komen geleerden achter steeds meer raadsels van de kosmos en speculeren over het ontstaan van het heelal hoeft straks niet meer, daar hebben we dan gewoon een foto van. Alles kan en we kunnen haast niet anders dan accepteren dat wij een deel zijn van de kwantumwereld. De stoffelijke wereld die wij meemaken, ervaren, kunnen voelen of die een invloed op ons heeft, is in werkelijkheid een van de vele realiteiten. Realiteiten lopen bovendien door elkaar heen. De situatie lijkt een beetje op die van tv, radio en mobiele telefonie: alle signalen gaan kriskras door dezelfde ruimte en zijn toch netjes gescheiden door verschil van golflengte. Het leven dat wij kennen is in feite een illusie en het leven is bedoeld als mogelijkheid om te leren en te ervaren. Alles wat wij waarnemen op stoffelijk gebied wordt waargenomen met stoffelijke ogen. Dat wil zeggen dat de waarneming direct gekoppeld is aan de frequentie waarin de vorm zich voordoet. Met andere woorden: je ziet een stoffelijk voorwerp en je kunt het ook aanraken. Dat betekent dat het zichtbare heelal voor ons dus ook een deel is van de stoffelijke beleving en waarneming. Het betekent ook dat onze zichtbare omgeving op aarde en de spullen waarmee we werken ook gekoppeld zijn aan die stoffelijke ervaring. Het stoffelijke zien is gekoppeld aan het stoffelijke voelen met het stoffelijke lichaam, maar dat betekent niet dat het echt is. Het leven vindt plaats op stoffelijk niveau en op verschillende andere niveaus die de meeste mensen geestelijk noemen. In feite zijn dat andere realiteiten; de naam doet er niet zoveel toe. Het belangrijkste is dat deze werelden om ons heen zijn en met ons verbonden zijn. Het is als het ware een groter energieveld waarin wij permanent verkeren en waarin wij continu met alles in verbinding zijn.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
25
conclusie Er zijn slechts manieren om ons de ervaringen te geven die nodig zijn. De mensen hebben te maken met de aarde van dit moment. Elke bezieling en nieuwe incarnatie stelt ons in staat om nieuwe ervaringen op te doen. Deze zielsenergie zet de stof in beweging, want elk leven is opgebouwd uit de dood. Elke cel in ons lichaam is opgebouwd uit moleculen die op hun beurt weer zijn opgebouwd uit atomen die al miljarden jaren oud zijn. In het leven ontstaat iets nieuws door iets te bezielen, niet door het te creëren, want alles is er al. Zo werkt dat op deze planeet. En op elke andere planeet. Elke stof: voedsel of water of de lucht die wij inademen, is er altijd al geweest. Er wordt niets aan toegevoegd en niets van afgenomen. Wel wordt er stof getransformeerd tot gassen, vloeistoffen of vaste stoffen en uiteindelijk tot een levend lichaam dat ook weer sterft. Alles wat dood gaat, lost zich weer in de aarde op om later hieruit weer in het leven terug te komen. Leven is niets anders dan het transformeren van dode stof tot levende stof. Materie is een uiting van energie, energie die ondeelbaar is en alles met elkaar verbindt. Dat is de strekking van de kwantumfysica. Als medium oefenen wij ons in het verhogen van onze frequenties, zodat het mogelijk wordt de hogere frequenties van de geest op te vangen. Wij stemmen ons af op het nulpuntenergieveld, fungeren als antenne of zender-ontvanger en zijn op die manier in staat te communiceren met al diegenen die voor ons niet (meer) zichtbaar zijn, maar nog steeds springlevend zijn.
“De mooiste en diepste emotie die we kunnen ervaren is de gewaarwording van het mystieke. Het is de kracht van alle ware wetenschap.” Albert Einstein.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
26
literatuurlijst geraadpleegde bronnen In willekeurige volgorde: Het Veld - de zoektocht naar de geheime kracht van het universum Lynne MacTaggart Eindeloos bewustzijn - een wetenschappelijke visie op de bijna-doodervaring Pim van Lommel De biologie van de overtuiging - hoe je gedachten je leven bepalen Dr. Bruce Lipton Decoding the human body-field - the new science of Information as medicine Peter Fraser & Harry Massey Seth speaks - the eternal validity of the soul Robert F. Butts Eindtijd of overgang? - visioenen over de verandering die aarde en mensheid te wachten staan Jaap Hiddinga Op de grens van het ongrijpbare Arthur Findlay Transformator Margareth Liew-On No boundary - eastern and western approaches to personal growth Ken Wilber www.spiriwiki.com What the bleep do we know? - discovering the endless possibilities for altering your everyday reality Betsy Chasse, William Arntz & Mark Vicente
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
27
bijlage 1 Klassieke en Kwantum fysica Fysica kan verdeeld worden in twee hoofd theorieën. Klassieke theorie is gebaseerd op de wetten van Newton en richt zich op de macroscopische wereld, onze alledaagse wereld en de kosmos in z’n geheel. Kwantum theorie houdt zich bezig met de sub-atomische wereld en ook met hoe materie zich gedraagt bij extreem hoge snelheden (bijna de snelheid van het licht, dus de theorie raakt ook de kosmologie). Het is echter correcter te spreken over kwantumtheorieën, want er zijn er ongeveer zes die elkaar bestrijden als het gaat over de regelrechte bizarheid van de kwantumwereld. De meest geaccepteerde theorie heet het Standaard Model van kwantummechanica, met z’n meer dan vierhonderd kwantumdeeltjes (fysici spreken dan over de ‘Deeltjes Zoo’). In essentie is het Standaard Model een kwantumtheorie dat de fundamentele deeltjes en hun interacties verklaart, terwijl deze ook de meer klassieke theorieën ondersteunt, zoals Einstein’s relativiteitstheorie. Zoals dat gaat bij elke theorie kan het beschouwd worden als een interpretatie van een massa experimentele gegevens, wiskundige kennis en theoretische speculaties. Fysici blijven zoeken naar betere interpretaties van kwantumfeiten omdat er nog steeds raadsels zijn. Enkele van de alternatieve theorieën omvatten ook de alternatieve werelden. Dit is de theorie die er vanuit gaat dat iedere mogelijke actie, en alle mogelijke gevolgen daarvan, echt gebeurt. Alle mogelijkheden worden uitgespeeld, maar deze individuele realiteiten spelen zich af in parallelle werelden of dimensies, waar we geen toegang toe hebben. Dus kom je nooit jouw ontelbare andere evenbeelden tegen die de consequenties beleven van iedere mogelijke uitkomst van iedere mogelijke keuze. Dit is slechts een van de vele theorieën binnen de kwantumfysica, die is gebaseerd op de Kopenhagen Interpretatie en het Onzekerheidsprincipe van Heisenberg.
De bizarre kwantumwereld De kwantumwereld speelt zich af in het subatomische gebied, dus nog kleiner dan atomen. Het is een niet-levende wereld die geregeerd wordt door regels die heel verschillend zijn van die van de macrowereld. In feite noemen de meeste fysici het een ‘schaduwwereld’ omdat die geheel abstract en wiskundig is. Zij poneren dat hoewel alles in onze wereld afhankelijk is van de kwantum-natuur van het universum, dat niet de echte wereld is. Op de nietige kwantumschaal is de natuur regelrecht vreemd. Zo heeft ieder deeltje een anti-deeltje, ook wel een virtueel deeltje genoemd. Deze spookachtige deeltjes verschijnen gedurende fracties van een seconde uit het niets doordat ze energie lenen van echte deeltjes of van de kolkende energieën van het nulpuntenergieveld. Dit veld wordt beschouwd als de basis van het materiële universum en het bevat de laagste vorm van energie en dat is de trillende energie van de deeltjes als ze in en uit de realiteit schieten. De echte wereld bestaat alleen omdat de interacties tussen deze virtuele en echte deeltjes in een fractie van tijd uit het niets ontstaan en weer terugkeren naar het niets. En toch, onze wereld blijft gewoon bestaan. We kunnen de onderwerpen van het kwantumrijk niet observeren; we kunnen alleen maar indirect onderzoeken wat daar gebeurt. Wat wij daar aantreffen is een wereld zo tegen-intuïtief, zo vol met paradoxen, dat zelfs fysici hun hoofden vol verbazing en ongeloof schudden. Niels Bohr, een van de grondleggers van kwantummechanica, zei ooit eens dat ‘hij die niet geschokt is door kwantumfysica er niets van heeft begrepen’. Andere fysici zoals Richard Feynman beweren zelfs dat de feiten van de kwantumtheorie niet begrepen kunnen worden, ze zijn simpelweg te onlogisch, dus moeten we ze maar gewoon accepteren. Met andere woorden, het heeft geen zin je af te vragen waarom de natuur zo is, het is gewoon zo. Wat is er dan zo schokkend aan het kwantumrijk? Om te beginnen al de
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
28
onmogelijkheid om een deeltje te meten, of dat nou een foton of een electron is, omdat het meteen verandert zo gauw het geobserveerd wordt. We zullen nooit alles weten wat er te weten valt over kwantummaterie, en dat is de essentie van de Onzekerheidstheorie van Heisenberg. Er zijn fundamentele grenzen aan wat wij weten over een kwantumdeeltje op een bepaald moment en dat is wel iets heel anders dan hoe de wetenschap in onze klassieke macrowereld werkt. Als je een tennisbal gooit, dan kun je volgens de klassieke regels precies uitrekenen hoe snel de bal gaat en waar hij zich op ieder moment tijdens het traject bevindt. Met een kwantum tennisbal is het zo dat hoe meer je van de snelheid van de bal weet, hoe minder je kunt weten over de locatie. Er zijn grenzen aan hoe accuraat je tegelijkertijd diverse parameters van een object kunt bepalen binnen de kwantumwereld. Stel dat je een kwantumauto bestuurt. Als je naar de snelheidsmeter kijkt dan kun je plotseling niet meer bepalen waar je bent! De Onzekerheidstheorie van Heisenberg zegt dat door van één aspect van een kwantumdeeltje of –systeem informatie te meten, je de kennis over de andere aspecten opoffert. Het is niet alleen zo dat het kwantumsysteem te complex is om te begrijpen of dat er geen gereedschappen zijn die het object nauwkeurig kunnen onderzoeken, maar het is fundamenteel onmogelijk om op kwantumniveau alles tegelijkertijd te weten wat er met een deeltje gaande is. Eén van de redenen dat het kwantumrijk een onzekere wereld is, is omdat deeltjes geen afzonderlijke, individuele objecten zijn. Vergeet de fysica die je hebt geleerd op school: atomen zijn helemaal geen kleine zonnestelseltjes met electrons om de kern draaiend als planeten om de zon. Deeltjes zijn namelijk ook golven! En dat is waar de Kopenhagen interpretatie over gaat, die is genoemd naar Niels Bohr. Deze interpretatie stelt dat materie eigenlijk twee aanvullende aspecten heeft: materie is tegelijkertijd deeltje en golf. Alleen, als we het gaan bekijken, kunnen we maar één aspect zien, deeltje of golf. Als het deeltje niet langer geobserveerd wordt valt het weer terug in een staat waarin het zowel deeltje als golf is.
Kwantumvreemdheid Deze merkwaardige blik op de realiteit begon met licht. Iedereen zou meteen zeggen dat licht een golf is. Het zonlicht stroomt tenslotte naar de aarde, een straal licht valt uiteen in zeven kleuren als het door een prima schijnt en een zaklantaarn produceert een straal van licht. Einstein beweerde in 1905 al dat licht ook een deeltjes-natuur heeft. Max Planck beweest dat hij gelijk had en noemde deze deeltjes ‘quanta’, het woord dat kwantumfysica zijn naam gaf. Het lichtdeeltje werd een foton genoemd. Wat is er zo alarmerend aan de vreemde nieuwe eigenschap van licht als je probeerde te zien hoe het eruit zag, een deeltje of een golf? Het antwoord dat je krijgt is puur afhankelijk van het experiment dat je uitvoert. Eén van de meest bekende experimenten in de kwantumfysica is het Dubbele spleet-experiment, dat bewees dat licht scheen te ‘weten’ wat de onderzoekers aan het doen waren! Als ze zochten naar de gedragingen van licht als golf, dan gedroeg het licht zich zo, maar als ze deeltjes probeerden te onderzoeken, dan gedroeg het licht zich als een deeltje. De enige logische interpretatie van dit experiment is dat licht zowel een golf als een deeltje is. Fysici kwamen na diverse variaties op het Dubbele spleet-experiment tot de verbijsterende conclusie dat de fundamentele eigenschappen van licht niet vast te stellen is (het is nooit alleen maar golf of alleen maar deeltje) tenzij het op de één of andere manier wordt beperkt, zoals de manier waarop we het bestuderen. Kwantumdeeltjes bevinden zich in een zogenaamde superpositie, als ze niet op de één of andere manier worden geobserveerd, dan bevinden ze zich in alle mogelijke hoedanigheden tegelijk. Laten we het Dubbele spleet-experiment eens nader bekijken, want het is een experiment dat veel van de zekerheden binnen de klassieke wetenschap heeft vermorzeld en voor het eerst de vreemdheid van de kwantumwereld heeft onthuld. Dit experiment heeft niet alleen het golf-deelftjes aspect onthuld, maar suggereerde ook dat het observeren of het meten zelf de staat van de kwantumwereld beïnvloedt. Moderne visies van het originele experiment blijven intrigeren en verbazen zelfs wetenschappers omdat ze een bizar fenomeen genoemd non-lokaliteit hebben onthuld. Dit fenomeen wordt ook wel verstrengeling en beïnvloeding of afstand genoemd. Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
29
In het klassieke Dubbele spleet-experiment sturen wetenschappers een stroom fotonen vanuit een enkele bron door hun apparatuur, en dwingen de fotonen door een of twee smalle spleten te gaan voordat ze op een detector aankomen. Laten we de spleten A en B noemen en laten we aannemen dat voor het eerste experiment de wetenschappers spleet A sluiten en spleet B open laten. Vervolgens sturen ze de stroom fotonen er op af. Zoals verwacht mag worden passeren de meeste fotonen door spleet B voor ze op de detector terecht komen. Daar verzamelen ze zich als puntje over een gedeelte van de detector, waaruit afgeleid mag worden dat de fotonen afzonderlijke deeltjes zijn. Vergelijk het maar met het schieten met een geweer op een doel ergens in het veld. Er zal zich een willekeurig patroon (afhankelijk van hoe je richt) aftekenen rondom het doel als de individuele kogels inslaan. De wetenschappers doen vervolgens een tweede experiment, waarbij ze beide spleten open laten. Ze vuren weer een stroom van fotonen af. Je zou denken dat er evenveel fotonen door spleet A als door spleet B gaan en dat je dan twee ‘kogelpatronen’ op de detector krijgt. Fout! In plaats daarvan tekent zich na verloop van tijd een afwijkend patroon af, een patroon van afwisselend donkere en lichte strepen. Dit streeppatroon is een klassiek interferentiepatroon en wordt alleen maar gecreëerd door golven. De fotonen laten zich dus van hun golf-kant zien. Maar waarom zouden ze? Het enige verschil in het experiment was dat er twee spleten open waren in plaats van één. Dit is waar de kwantum vreemdheid het overneemt. Zoals gezegd, het is net alsof de fotonen weten welk experiment volgt. Als er één spleet open is, en er dus maar één pad is dat de fotonen kunnen nemen, dan gedragen ze zich als deeltjes. Maar als beide spleten open zijn, en dat betekent dus dat er meer dan één pad is dat de fotonen kunnen nemen, dan spreiden ze zich uit als een golf en nemen alle mogelijke paden. Denk maar aan water dat door een op meerdere plaatsen doorgebroken dijk stroomt. Het water stroomt erdoor waar het maar kan. Met twee geopende spleten zijn fotonen net als het water, ze nemen ieder beschikbaar pad. Ze tonen hun golf-natuur. Het echt vreemde ding is dat zelfs al je beide spleten open laat maar de stroom fotonen afremt, zodat je kun verifiëren dat er maar één foton tegelijk door een bepaalde spleet gaat, dan nog krijg je een golf interferentie patroon. Dit resultaat slaat nergens op, omdat je individuele fotonen hebt gevolgd, als kogels, terwijl ze door de ene of andere spleet gingen. Maar wat dit experiment aantoont is dat wanneer er meer dan één pad is, een enkele foton door beide spleten tegelijk gaat, zodat het patroon op de detector na verloop van tijd een interferentiepatroon wordt, hetgeen een golf-fenomeen is. Hoe kan een enkele foton door twee spleten tegelijk gaan? Dat kan niet als het zich als een deeltje gedraagt, maar het kan wel als het zich uitspreidt en zich als een golf gedraagt. Het lijkt wel of de fotonen ‘weten’ wat de status van een experiment is. Eén spleet open: deeltjesgedrag. Twee spleten open: golf-gedrag. De manier waarop een kwantumdeeltje zich aan ons presenteert wordt bepaald door het experiment en dat, op z’n minst filosofisch gezegd, suggereert dat de subatomische wereld op de één of andere manier en op zeer diep niveau verbonden is met levende, bewuste observeerders. Eén consequentie van het golf-deeltjes dualiteit is dat wanneer je niet naar een deeltje kijkt, je niet kunt zeggen waar het zich precies bevindt. Totdat je het meet (observeert), kan het deeltje zich overal bevinden. Je moet wel aannemen dat het overal tegelijk is. Een deeltje dat niet geobserveerd wordt is geen vaststaand dink, maar het lijkt meer op een wolk, uitgesmeerd, een mist van mogelijkheden die je niet kunt aanwijzen als je het niet observeert. De daad van het meten of observeren laat de golffunctie instorten en verandert een mogelijkheid in een feit. Het maakte niet uit waar ze keken, de wetenschappers troffen overal even vreemde eigenschappen van materie aan. Ze ontdekten dat niet allen fotonen een golf-deeltjes eigenschap hadden, maar dat de meeste andere deeltjes dat ook hadden. In feite, destijds in de vroege twintiger jaren van de vorige eeuw beschreef Louis de Broglie (die toevallig ook nog een echte prins was) in zijn proefschrift dat er dingen waren als ‘materiegolven’. Eigenlijk, zo zei hij, bezit alle materie deze eigenschap, niet alleen de subatomische deeltjes. Het was een radicaal idee en men overwoog dat het misschien wel té radicaal was om hem op zijn proefschrift te laten
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
30
promoveren. Na rijp beraad werd zijn thesis geaccepteerd en in 1927 werd hun inzicht beloond toen de theorie van De Broglie werd bevestigd. Hij kreeg de Nobel-prijs in 1929 voor deze theorie. Hij bewees dat wat voor licht geldt (zowel golf als deeltje), dat voor alle materie geldt. De golf-deeltjes paradox is minutieus onderzocht in vele variaties op het originele dubbele spleet-experiment en in nog veel andere experimenten in de jaren erna en één interpretatie van de resultaten is een theorie over kwantumfysica die stelt dat bewustzijn de aard van de realiteit beïnvloedt. Als iets alleen maar bestaat als het wordt geobserveerd, dan is een logische conclusie zoals sommige geleerden inderdaad hebben getrokken, dat niks met enige zekerheid bestaat tenzij we het observeren. Want het menselijke bewustzijn is de ultieme observator. Als gevolg dat moderne kwantumfysica van vorm is veranderd in metafysica. Echter, de meeste geleerden prefereren deze filosofische implicaties simpelweg te negeren. De dubbele spleet-experimenten en de praktische en filosofische implicaties hebben de fysici flink door elkaar geschud in die vroege dagen van de nieuwe wetenschap. Richard Feynman heeft wel eens verklaard dat het dubbele spleet-experiment het diepste mysterie van de kwantum wetenschap is. Later heeft de studie van de kwantumfysica zich ontwikkeld in diverse aparte disciplines. Bijvoorbeeld, kwantummechanica is de studie van de deeltjes en hun gedragingen, terwijl kwantum elektodynamica de studie is naar de interactie tussen materie en licht, en houdt zich in het algemeen bezig met de golf (of veld) aspecten van de natuur. Kwantum electrodynamica demonstreert dat alles met elkaar is verbonden. De wereld is een uitgebreid web van relaties, waar alles beïnvloed wordt door alles. Theoretisch omdat de golf (of veld) aard van de kwantumwereld en het fenomeen van verstrengeling, ervoor zorgen dat een deeltje in het lichaam ‘weet’ wat er gaande is met alle andere deeltjes in het universum. Ieder deeltje is gecorreleerd met, of kan zelfs oorzakelijk andere deeltjes in het uitgebreide ruimte-tijdweefsel beïnvloeden.
Non-lokaliteit Experimenten binnen een specifiek gebied van de kwantumfysica, kwantum verstrengeling genaamd, zorgden voor verrassende resultaten die lang heersende overtuigingen overhoop hebben gegooid. Verstrengeling is een merkwaardige eigenschap van sommige deeltjes die ze voor altijd aan elkaar verbinden. Als twee deeltjes, of atomen of moleculen, verstrengeld zijn, kun je ze niet langer als afzonderlijke entiteiten beschouwen, maar meer als een holistisch systeem. Ze worden als een enkel object, zelfs als de twee individuele deeltjes van elkaar gescheiden zijn door grote afstanden. Waar het op neer komt is dat experimenten hebben aangetoond dat als twee deeltjes ooit verbonden waren, samen gecreëerd werden, met elkaar hebben samengewerkt tijdens hun bestaand of intrinsieke eigenschappen delen, ze voor eeuwig verstrengeld zijn. Als de eigenschappen van het ene deeltje worden geobserveerd, dan weet je meteen specifieke zaken over het andere deeltje, zelfs als dat andere deeltje lichtjaren ver weg is. Verstrengeling bewijst hoe het kwantum rijk is ebaseerd op nonlokaliteit, en dat betekent eigenlijk dat lokale oorzaken zelfs op grote afstanden gevolgen hebben, zelfs als er op geen enkele manier een signaal of kracht tussen de twee deeltjes kan reizen dat snel genoeg is om een oorzaak-gevolg effect te veroorzaken. Stel je een stel deeltjes voor, A en B. We willen een kwantumeigenschap genaamd spin (draaiing) meten. Een spin doet zich voor in twee verschillende vormen, en om de zaken eenvoudig te houden noemen we ze spin omhoog en spin omlaag noemen. Ieder kwantumdeeltje bevindt zich in een superpositie, dus heeft het zowel spin omhoog als spin omlaag tegelijk, totdat het wordt geobserveerd en het ‘kiest’voor het één of het ander. Dat gebeurt dus echt. Op het moment van observeren zal deeltje A dat gekozen heeft voor spin omhoog, deeltje B dwingen spin omlaag te kiezen. Sterker nog, deeltje B blijft verbonden aan deeltje A of het wil of niet en hoe ver die twee deeltjes zich ook van elkaar bevinden. Stel je voor dat wetenschappers deelje B voordat ze deeltje A meten naar de andere kant van de Melkweg sturen, dan weten ze ogenblikkelijk de eigenschappen van deeltje B. want het heeft de tegengestelde spin van deeltje A. Dat wat er gebeurt met het ene deeltje heeft Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
31
ogenblikkelijk effect op het andere deeltje. Hoe kan dat? Deeltje B bevindt zich aan de andere kant van de Melkweg. De tijd die informatie nodig heeft om ogenblikkelijk deeltje B te bereiken zou de wet dat niks sneller kan reizen dan het licht geweld aan doen. In feite is er geen oorzakelijke verklaring voor verstrengeling, en in het verlengde daarvan voor non-lokaliteit, binnen het Standaard Model, maar het fenomeen bestaat wel degelijk. Het bestaan ervan is bevestigd middels experimenten, en er zijn geen twijfels over.
Waar Kwantum- en klassieke fysica samenkomen Wetenschappers hebben altijd aangenomen dat er grenzen zijn tot waar de kwantumregels van toepassing zijn en waar de klassieke regels van onze dagelijkse wereld verder gaan en dat het Onzekerheids principe van Heisenberg en de Kopenhagen interpretatie over de meetproblemen niet van toepassing zijn in de macrowereld. Onze normale, alledaagse wereld luistert naar de klassieke regels, die materie wordt als we er naar kijken. Als je tijdens een trektocht je teen stoot tegen een steen, terwijl je om je heen keek naar de schoonheid van de natuur, is die steen akelig massief ook al zag je hem niet. Wetenschappers waren ervan overtuigd dat ergens, op een bepaald niveau, er een duidelijke grens was die de kwantumwereld scheidde van de klassieke. De verschuiving over die hypothetische grens vertegenwoordigt de grootste fase-verandering, maar tot onlangs was niemand in staat geweest aan te wijzen waar en hoe het gebeurt. Het blijkt dat er geen duidelijke grens is. In 2003 hebben Markus Arndt en Anton Zeilinger van het Institute for Experimental Physics in Oostenrijk, met behulp van een experiment aangetoond dat molecules (een gigantisch object in de subatomische wereld) een golf-aspect hebben. De wetenschap heeft ons altijd verteld dat molecules in de macrowereld duidelijk de eigenschappen van deeltjes vertonen, en dus, volgens het Standaard Model, kunnen ze geen enkele kwantum golfachtige eigenschappen hebben. Maar dat hebben ze wel. In feite hebben de molecules van Markus en Anton het wereldrecord van de meest massieve enkele deeltjes die kwantum interferentie vertonen verbroken (en zoals je je herinnert: interferentie is een golf-fenomeen). Deze experimenten zijn een van de eerste die aantonen dat er geen duidelijke scheiding is tussen de kwantum en de klassieke wereld. Dergelijke golf-afhankelijke theorieën krijgen steeds meer bijval naarmate het duidelijker wordt dat zij de vele paradoxen en mysteriën in het kwantum Standaard Model verklaren, zoals golf-deeltjes dualiteit, non-lokaliteit en verstrengeling. In feite heeft een experiment door fysicist Shahriar Afshar aangetoond dat Wolff en Cramer gelijk hebben. Dit experiment heeft de wereld van de fysica op z’n grondvesten doen schudden en heeft geresulteerd in een controverse.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
32
bijlage 2 De grondbeginselen van de kwantummechanica Auteur: Femke Gelderblom De theorie van de kwantummechanica wordt unaniem beschouwd als te moeilijk. Echt te begrijpen is het gewoon niet. Toch is er geen natuurkunde gerelateerde opleiding waar het onderwerp niet aan bod komt. Dit artikel heeft als doel om je een idee te geven wat de ideeën van de kwantummechanica zijn en waar deze ideeën vandaan komen. Een aantal belangrijke ontwikkelingen in de kwantummechanica worden op chronologische volgorde behandeld.
De wet van Planck Roodgloeiende kooltjes uit het vuur zijn erg warm, een blauwe vlam uit een gasbrander is nog veel heter. Verhitte objecten stralen elektromagnetische golven uit, en een gedeelte van deze golven is in het spectrum van zichtbaar licht. Dit is exact het principe waar de eeuwenoude gloeilamp op gebaseerd is. In 1894 waren er veel bedrijven die wilden weten hoe er zo veel mogelijk licht uit een gloeilamp gehaald kon worden met behulp van een minimale hoeveelheid energie. De briljante Duitse fysicus Max Planck werd gevraagd om dit voor elkaar te krijgen. Er zijn twee factoren die de intensiteit van uitgestraald licht bepalen: de golflengte (oftewel de kleur) van het uitgestraalde licht en de temperatuur van het gloeiende voorwerp. De kleur van een object hangt echter niet alleen af van wat voor elektromagnetische golven het uitstraalt: objecten reflecteren ook licht dat van buiten af komt. Vandaar dat Max Planck om zijn theorie te ontwikkelen gebruik maakte van een theoretisch voorwerp dat Gustav Kirchoff in 1860 had bedacht. Namelijk het “zwarte lichaam” dat al het licht volledig absorbeert. Een dergelijk voorwerp bestaat in werkelijkheid niet, maar een mat zwart voorwerp komt het dichts in de buurt van het model. Daarom wordt een mat zwart voorwerp dat in de zon ligt warmer dan objecten van een andere kleur en warmer dan objecten die glimmend (reflecterend) zijn. Experimenten lieten het volgende zien over wat een zwart lichaam uitstraalt:
In de grafieken is te zien dat een zwart lichaam elektromagnetische golven van verschillende golflengtes uitstraalt. Iedere temperatuur heeft zijn eigen piek: de golflengte waarop met de grootste intensiteit wordt uitgestraald. Als het zwarte lichaam bijvoorbeeld een temperatuur van 7000 Kelvin heeft, dan zal het object er blauw Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
33
uitzien, maar er wordt ook rood licht uitgezonden. Door te stoeien met variabelen en constanten vond Max Planck een formule die hetzelfde resultaat gaf als de experimenten. De wet van Planck:
Daarna wilde Planck natuurlijk weten waarom deze formule gold. Het opbouwen van zijn wet met behulp van reeds bekende natuurkundige wetten bleek onmogelijk. De volgende formule ontbrak:
Waar h een experimenteel bepaalde constante is (“Planck’s Constante” ) en f voor frequentie staat. Deze formule heeft een veel grotere impact gehad op de natuurkunde, dan de wet van Planck zelf. Deze formule zegt namelijk dat energie niet continue, maar discreet is. Als energie continue was dan zouden er tussen twee energiewaarden altijd oneindig veel andere energie waarden mogelijk zijn. Dit is blijkbaar niet zo: als je maar hard genoeg doorzoekt zul je op een zeker moment twee waarden hebben waar geen mogelijke waarde tussen zit. Het minimale verschil tussen twee waarden is namelijk h.f . Deze ontdekking wordt achteraf beschouwd als de geboorte van de kwantummechanica.
Het foto-elektrisch effect en Einstein Einstein las over Planck’s gekwantiseerde energie en bedacht dat licht wel eens een stroom van kleine deeltjes kon zijn in plaats van een golf. Deze deeltjes, die hij fotons noemde, zouden de discrete energie waarden kunnen verklaren. Om te testen of licht inderdaad in kleine pakketjes kwam bedacht Einstein een experiment.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
34
Wanneer licht op een metalen plaat valt worden elektronen uitgezonden door deze plaat. Dit fenomeen wordt het foto-elektrisch effect genoemd. In bovenstaande opstelling wordt gebruik gemaakt van dit verschijnsel. Op een metalen plaat (links in de figuur) valt licht, waardoor er elektronen uitgezonden worden richting een elektrode. De elektrode en de metalen plaat bevinden zich in een vacuüm. Normaal gesproken zou er geen stroom kunnen lopen in dit circuit. Echter, omdat de door het licht losgemaakte elektronen het vacuüm tussen de elektrode en de metalen plaat overbruggen, zal de stroommeter toch uitslaan. Of licht nou uit deeltjes bestaat of een elektromagnetische golf is: er zal hoe dan ook een stroompje gaan lopen door het circuit. Een elektromagnetische golf veroorzaakt een elektromagnetisch veld dat kracht op een elektron uitoefent. Een foton kan een elektron los maken door bij een botsing energie over te brengen. Het systeem zal alleen wel anders reageren op veranderingen: Effect als licht een Elektromagnetische golf is
Effect als licht uit fotons bestaat
Intensiteit van invallend licht wordt verhoogd
Een sterker elektrisch veld veroorzaakt dat er meer elektronen met een grotere maximale kinetische energie uitgezonden worden
Meer fotonen vallen op de metalen plaat dus meer elektronen zullen uitgezonden worden. De energie van elke foton is niet veranderd, dus de maximale kinetische energie van de elektronen verandert ook niet.
Frequentie van invallend licht wordt verhoogd
De frequentie verandert niets aan de kinetische energie van de elektronen
De maximale kinetische energie van de elektronen is afhankelijk van de frequentie: K max = h.f - W o Waar W o de minimale benodigde energie is om een elektron los te maken van metaal. (Deze waarde is dus afhankelijk van wat voor metaal gebruikt wordt.)
De frequentie is lager dan f o waar W o = h.f o
Dit maakt niet uit
Geen elektronen zullen loskomen, en dus zal er geen stroom gaan lopen. Ook niet als de intensiteit van invallend licht heel hoog is.
In 1913-1914 bewees Millikan Einstein’s foton theorie, omdat zijn experimenten de eigenschappen van de rechter kolom hadden.
Rutherford en Bohr In 1909 werd er in het laboratorium van Ernest Rutherford een experiment gedaan dat de ideeën over atomen drastisch veranderde. In die tijd dacht men dat een atoom bestond uit een positief geheel waar negatieve elektronen in zaten.
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
35
Wanneer alfa deeltjes (He 2+ deeltjes) op een dun laagje goud afgevuurd worden dan zal het grootste gedeelte door het goud heen gaan en slecht een beetje van richting veranderen. Één op de 8000 alfa deeltjes komt echter terug. Rutherford concludeerde dat dit enkel kon als atomen een kleine massieve kern van positieve lading bevatte. Klein omdat maar een klein gedeelte van de alfa deeltjes terug kwam. Positief omdat het de positieve alfa deeltjes afstootte. Bohr borduurde hier op voort en maakte ook gebruik van het werk van Planck en Einstein’s foto-elektrische effect. Hij bedacht dat elektronen om de kern heen draaiden en dat iedere baan waarin een elektron zat voor een bepaalde energie stond. Wanneer een elektron van een hogere baan naar een baan van mindere energie valt, zal de overige energie gebruikt worden om licht uit te stralen. Vanwege de foton theorie zal het energie verschil gelijk moeten zijn aan een geheel getal maal h.f .
Dit model kon het emissiespectrum van waterstof verklaren. Er bleken dus verschijnselen te zijn die niet verklaard konden worden door de klassieke wetten van de natuurkunde. Een nieuwe theorie was nodig: de kwantumtheorie. Bij deze theorie staat de Schrödingervergelijking centraal.
De Schrödingervergelijking Stel je hebt een deeltje met massa m waar een kracht F op staat. Vervolgens kun je met behulp van de wetten van de klassieke mechanica (bijvoorbeeld) bepalen waar het deeltje zal zijn op ieder toekomstig tijdstip. Vervolgens weet je ook de snelheid, het momentum en de kinetische energie van het deeltje. Kwantum mechanica kan ditzelfde probleem oplossen. In plaats van dat de variabele x(t) (de plaats van het deeltje op tijdstip t ) centraal staat, draait alles om (x,t) , de golffunctie (op plaats x en tijdstip t ). De golffunctie kan gevonden worden door de Schrödingervergelijking op te lossen.
In deze formule staat i voor de wortel van -1 en h met een streepje erboven is Planck’s constante gedeeld door 2Π. De Schrödingervergelijking speelt in de kwantummechanica een rol vergelijkbaar aan de rol van F = m.a in de klassieke mechanica. Dus als je de golffunctie weet op een bepaald moment dan kun je met behulp van de Schrödingervergelijking de golffunctie op toekomstige tijdstippen bepalen. De naam golffunctie wekt de suggestie dat het deeltje zoals een golf uitgespreid is in de ruimte (op heel veel plekken tegelijk is). Dit is niet zo: een deeltje heeft maar één bepaalde plaats in de ruimte. De golf geeft aan waar het deeltje zou kunnen zijn. Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
36
Om precies te zijn:| (x,t)|2 zegt wat de kans is dat een deeltje zich op een bepaalde plaats x bevindt, op tijdstip t .
De Kopenhagen interpretatie Een groot verschil tussen kwantummechanica en klassieke mechanica is dat | |2 een kans voorstelt. Dus ook al weet je wat de golffunctie op een bepaald tijdstip is, je weet nooit zeker wat hij op een later tijdstip is. Je weet alleen wat de golffunctie dan zou kunnen zijn en hoe groot de kans is dat hij dat is. Dit is totaal anders dan wanneer je met behulp van de klassieke wetten uitrekent wat de positie van een bal zal zijn, nadat iemand er een schop tegen heeft gegeven. De bal zal altijd op dezelfde plek belanden. Deze “onbepaaldheid” van positie zorgt er voor dat veel natuurkundigen twijfelen over de theorie. Stel je meet de positie van een deeltje, en het bevindt zich op punt A. Waar was het deeltje net (oneindig kort) voor dat de meting gedaan werd? Hierop zijn verschillende antwoorden: •
Een realist zegt: Het deeltje moet al op C geweest zijn. Dit klinkt logisch, een deeltje zou toch nooit zomaar op een plek kunnen verschijnen? Dit houdt in dat de kwantummechanica dan een onvolledige theorie is. Het deeltje was op plek C, maar dat kon niet uit de formule gehaald worden. • Een Orthodox zegt: Het deeltje was helemaal nergens. Pas toen het gemeten werd, nam het deeltje een bepaalde plaats in. De meting observeert niet de huidige toestand, maar veroorzaakt deze. Dit is de zogenaamde Kopenhagen interpretatie. Het ingewikkelde van Kwantum mechanica zit hem in het feit dat de Kopenhagen interpretatie bewezen is. Dus: is de maan er wel, als niemand kijkt? Schrödingers kat
Schrödinger vond de Kopenhagen interpretatie maar niks. Hij bedacht een beroemd gedachte-experiment. Een levende kat wordt in een stalen box gedaan, samen met een fles dodelijk gas. De fles is gesloten, maar kan kapot geslagen worden door een hamertje. In de doos zit ook nog een radioactief goedje van een paar atomen. De vervaltijd van deze atomen is zo dat binnen een uur er een kans van 50% is dat er minstens 1 atoom vervalt. Dit hamertje zal de fles kapot slaan wanneer een atoom vervalt. Als de opstelling een uur gestaan heeft zijn er twee mogelijkheden: De kat leeft: er is geen atoom vervallen. De kat is dood: er is een atoom vervallen en dus is het gas vrijgekomen. Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
37
De golffunctie van de kat bestaat dan uit twee gelijke gedeeltes van een levende en een dode kat. De kat leeft niet en is niet dood, totdat iemand de doos open doet om te kijken. Stel dat de kat dood blijkt te zijn, dan is dat niet gebeurd op het moment dat het gas vrij kwam, maar op het moment dat er gekeken werd. Dit klinkt als nonsens en daarom probeerde Schrödinger met dit gedachten experiment mensen er van te overtuigen dat de statistische interpretatie van zijn formule nergens op sloeg. Tegenwoordig wordt dit gedachte-experiment juist gebruikt om studenten een gevoel te geven over wat de theorie nou eigenlijk zeggen wil. Er wordt vaak gesuggereerd dat het mechanisme dat detecteert wanneer een atoom vervalt (bijvoorbeeld een Geiger Müller teller) al de meting doet die over het lot van de kat beslist. Dan hoeven we ons geen zorgen te maken over het feit dat blikken werkelijk zouden kunnen doden.
Golf of deeltje? Een eerste aanzet tot de ontwikkeling van de theorie werd gegeven door Max Planck. Hij ontdekte dat de energie van elektromagnetische golven (waar bijvoorbeeld het zichtbare licht een vorm van is) niet continu is, maar discreet. Dit betekent dat die energie niet elke willekeurige waarde kan aannemen, zoals de uurwijzer op je horloge, maar dat ze zich stapsgewijs gedraagt, zoals de meeste secondewijzers: ze is altijd een veelvoud van een vaste hoeveelheid. Deze vaste hoeveelheid energie noemde Planck ‘kwantum’ naar het Latijnse woord voor ‘hoeveel’. Albert Einstein haakte hier op in en stelde dat je die kwanta als deeltjes kunt beschouwen. Deze deeltjes noemen we nu fotonen. Bijna twintig jaar later merkte Louis de Broglie op dat deeltjes soms golfeigenschappen hebben. Dit verschijnsel, dat deeltjes en golven soms erg veel van elkaar weg hebben, wordt de golf-deeltje-dualiteit genoemd en kan gezien worden als één van de peilers van de kwantummechanica.
Golffunctie We weten nu dus dat een massa soms eigenschappen van een golf heeft. Maar wat golft er dan precies? Hier komt het begrip golffunctie om de hoek kijken. Deze abstracte grootheid heeft zelf geen fysische betekenis, maar het kwadraat ervan is evenredig aan de waarschijnlijkheid om een deeltje op een bepaalde plaats en tijd aan te treffen. Nu is het voor een natuurkundige nog vrij gemakkelijk om een golffunctie te bedenken voor een vrij bewegend deeltje, maar voor iets complexere situaties zit hij of zij al gauw met de handen in het haar. Een voorbeeld van zo’n situatie is de beweging van een elektron rond een atoomkern. Natuurkundigen waren erg nieuwsgierig naar hoe dit in zijn werk ging, aangezien de klassieke natuurkunde dit niet kon verklaren. Wat men nodig had was een vergelijking waarin men allerlei beperkingen kwijt kon (zoals het elektrische veld van de atoomkern uit het voorbeeld) en waarmee men dan een golffunctie kon uitrekenen. In 1926 kwam Erwin Schrödinger na lang worstelen met zo’n vergelijking, die sindsdien bekend staat als de Schrödingervergelijking. Met deze vergelijking kunnen natuurkundigen berekenen hoe de golffunctie van een deeltje door de tijd verandert, gegeven een bepaalde situatie. De vergelijking van Schrödinger lijkt daarom qua functie wel wat op Tweede Wet van Newton uit de klassieke mechanica.
Ineenstorting van de golffunctie Met deze golffunctie is nog wel iets vreemds aan de hand. De functie geeft je zoals gezegd de kans om een bepaald deeltje op een bepaalde plaats (en tijd) aan te treffen. Stel nu: we hebben een deeltje en twee posities A en B waar het zich zou kunnen bevinden. Stel verder dat de golffunctie van het deeltje ons vertelt dat we een kans van 60% hebben om het deeltje op plaats A aan te treffen, en dat we hem anders op B aantreffen. We nemen een kijkje en zien dat het deeltje zich op plaats A bevindt. Tot zover alles mooi en aardig, maar wat nou als we vrijwel direct nog een keer Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
38
meten? Dan verwachten we het deeltje uiteraard weer op positie A te vinden. Als de golffunctie echter intussen niet veranderd is (en waarom zou hij) zouden we nog steeds 40% kans hebben om het deeltje op plaats B aan te treffen. Aangezien dit onzin is (en dat kun je bevestigen door te meten – het deeltje zal zich bij de tweede meting altijd nog op dezelfde plek bevinden) heeft men de zogenaamde ‘ineenstorting van de golffunctie’ geïntroduceerd: na de eerste meting moet de golffunctie veranderd zijn, en wel zodanig dat de kans om het deeltje op plaats A aan te treffen 100% is.
Mysterieuze meting Nu zou je de volgende interessante vraag kunnen stellen: wat gebeurt er dan eigenlijk als je meet? Er is immers duidelijk iets eigenaardigs aan de hand: nadat we gemeten hebben, is de kans om het deeltje op plaats A aan te treffen plotseling 100% geworden, terwijl die kans gewoon 60% was gebleven als we niet hadden gemeten. Er zijn in deze kwestie drie belangrijke standpunten te onderscheiden: 1. Het “realistische” standpunt: het deeltje was voor de meting ook al op plaats A. Dit klinkt op het eerste gezicht erg logisch, maar het zou betekenen dat de kwantummechanica een incomplete theorie was: het deeltje zou op plaats A zijn geweest terwijl de theorie dat niet exact kon voorspellen. 2. Het “orthodoxe” standpunt: het deeltje was nergens en de meting dwong hem als het ware een beslissing te nemen. Dit standpunt is ook wel bekend als de Kopenhageninterpretatie. 3. Het “agnostische” standpunt: dat is niet te zeggen. Een meting vertelt je im mers slechts waar het deeltje zich op het moment van meten bevindt, maar kan nooit iets zeggen over waar het deeltje zich ervoor bevond.
Verborgen variabelen Een van de voorstanders van het realistische standpunt was Albert Einstein. Hij stelde met enkele collega’s dat er naast de golffunctie nog één of meer ‘verborgen variabelen’ moesten zijn die een belangrijke rol spelen in het meetproces en dat de kwantumtheorie pas compleet was als deze variabelen erin zouden zijn opgenomen. In 1964 toonde John Bell echter aan dat een ‘verborgen variabele’ nooit een oplossing kon bieden voor de problemen die Einstein en de zijnen met de kwantumtheorie hadden. De kwantummechanica was óf compleet fout (iets wat ook Einstein niet wilde beweren; hij was immers één van de ‘oprichters’), óf juist, maar dan zonder Einsteins verborgen variabelen. Het zag er naar uit dat het realistische standpunt niet langer houdbaar was. Ook wist Bell het agnostische standpunt te verwerpen. Hij toonde namelijk aan dat het wel degelijk invloed op het resultaat van een meting heeft of het deeltje vóór die meting wel of niet een precieze positie heeft. Dit terwijl agnosten juist stellen dat je hier niets over kunt zeggen. Sindsdien hangen de meeste natuurkundigen de Kopenhageninterpretatie aan, hoewel er in de loop van de tijd nog weer nieuwe interpretaties bedacht zijn. Nog altijd is er geen eenduidig antwoord op de vraag hoe de kwantummechanica geïnterpreteerd moet worden, en wat voor consequenties de theorie heeft voor onze macroscopische wereld. bron: Universiteit Utrecht
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
39
Mediumschap en Kwantumfysica - Gewoon een kwestie van afstemmen
40