PROVINCIE
FLEVOLAND
Mededeling
Onderwerp
Spitsmijden A27
Registrotienummer 1809846 Datum
Kern mededeling:
Uw Staten te Informeren over het besluit van Gedeputeerde Staten om het plan van aanpak spitsmijden MRA te ondertekenen en een financiële bijdrage van maximaal € 213.000,-- te leveren aan het project spitsmijden A27.
17 november
2015
Auteur drs. A. Liemburg Afdelins/Bureau RE
Mededeling:
Op 6 mei 2014 is, mede namens Flevoland de bereikbaarheidsverklaring Vervolgprogramma Beter Benutten voor de MRA ondertekend met als doel de bereikbaarheid over de weg te bevorderen. In het Platform Bereikbaarheid van de MRA is op 23 september 2015 besloten het project spitsmijden MRA uit te voeren met als één van de onderdelen spitsmijden A27. Voor de reaUsatie is een plan van aanpak opgesteld, waarin ook de financiële bijdrage van de provincie Flevoland is vastgelegd. Gedeputeerde Staten hebben ingestemd met het ondertekenen van het plan van aanpak. Op basis van een initiatief van Flevoland, in samenwerking met gewest Gooi en Vechtstreek, Noord-Holland en de provincie Utrecht heeft RWS in het kader van Beter Benutten 2 een spitsmijdingsproject ontwikkeld voor de A27 tussen knooppunt Eemnes en de aansluiting van de Waterlandseweg. Dit project is onderdeel van een MRA brede aanpak spitsmijden, waarvan ook de A9 onderdeel uitmaakt. Het project loopt van 2015 tot en met 2017. Door samenvoeging in één project zijn de kosten lager, o.a. In verband met schaalvoordelen en kan kennis en ervaring worden gedeeld. De A27 is zwaar belast en komt al jaren prominent in de file-top 50 voor. Het hoge verkeersaanbod, in combinatie met de beperkte capaciteit op het (onderUggend) wegennet zorgen met name in de ochtend- en avondspits voor hoge maatschappelijke kosten In voor de regionale en nationale economie zeer belangrijke gebieden. Er wordt gewerkt aan uitbreiding van de infrastructuur voor de A27, zoals een breder profiel tussen de knooppunten Rijnsweerd en Eemnes. Na oplevering van het verbrede tracé zal naar verwachting de vertraging op de A27 ten noorden van knooppunt Eemnes verder toenemen. Dit deel van de A27 wordt voorlopig niet verbreed, ondanks dat zich nu al knelpunten voordoen. Deze problematiek neemt naar verwachting na 2018 verder toe. Deels door autonome groei, maar ook doordat de verwachte toename van het verkeersaanbod op de verbrede A27 ook op het noordeUjk deel van de snelweg voor meer auto- en vrachtverkeer zal zorgen. Het project heeft als doel automobiUsten, en dan met name het woonwerkverkeer, te verleiden om regelmatig of incidenteel de spits te mijden. Hiervoor ontvangen zij dan elke keer een beperkte financiële vergoeding. Behalve op de A27 is er ook een positief effect op de doorstroming op het onderUggende wegennet, waaronder de Waterlandseweg. De provincie geeft met haar cofinancieringsbijdrage aan hoe belangrijk zij een korte termijn aanpak vindt. Flevoland pleit al jarenlang voor verbreden van de A27 ten noorden van knooppunt Eemnes. Dit traject scoort echter op korte termijn onvoldoende hoog in de afweging van nationale prioriteiten. Spitsmijden biedt een oplossing voor de korte termijn.
Openbaarheid Passief openbaar Portefeuillehouder Lodders, J . T e r kennisname aan PS en burgerleden
PROVINCIE
Mededeling
FLEVOLAND
Bladnummer
2 Registratienummer 1809846
Voor de lange termijn bUjft verbreden noodzakeUjk. Door deelname aan het spltsmijdenproject A27 onderstreept de provincie het belang van een gezamenlijke aanpak met oog voor effecten op elkaars wegennet, die ook voor de lange termijn aanpak vruchten kan afwerpen.
Bijlagen Naam bijlage:
eDocs
Openbaar in de zin
nummer:
van de WOB (ja/nee aangeven)
Plan van aanpak spitsmijden MRA
1812943
ja
Ter inzage in de leeskamer eDocs
Openbaar in de zin
nummer:
van de WOB (ja/nee aangeven)
Plan van Aanpak voor Startbeslissing maatregel Beter Benutten Naam Maatregel:
S p i t s m i j d e n MRA
Naam Regio:
Metropoolregio A m s t e r d a m
MRA-BBV-201
Dit plan van aanpak omvat het project spitsmijden MRA-BBV-201 Spitsmijden
A27, A9 Wijkertunnel
op drie
trajecten:
en A9 Zuid
Algemene gegevens: Uitvoerende organisatie:
Rijkswaterstaat, dienst West Nederland Noord
Ve ra ntwoord el i j ke bestu u rd e r/d i recteu r:
Drs. A.P. Delpeut
Verantwoordelijke projectmanager:
Marjolijn Kaandorp
[email protected], 05 - 504 19424
Betrokken andere organisaties:
Stadsregio Amsterdam, Provincie NoordHolland, RWS Midden Nederland, provincie Flevoland.
Datum / versie:
21 oktober 2015, definitief
Samenvatting Kern van het
probleem
De rijkswegen A9 en A27 zijn zwaar belast. Beide komen dan ook al jaren prominent in de File-top 50 voor. Het hoge verkeersaanbod, in combinatie met de beperkte capaciteit op het (onderliggend) wegennet zorgen met name in de ochtend- en avondspits voor veel sterk vertraagde ritten en dus voor hoge maatschappelijke kosten in voor de regionale en nationale economie zeer belangrijke gebieden. Om de knelpunten aan te pakken wordt zowel op de A9 als de A27 de komende jaren voortvarend gewerkt aan uitbreidingen van de infrastructuur. Zo worden grote delen van de A9 verbreed tot minimaal 2x3 profiel en wordt de weg ter hoogte van Badhoevedorp omgelegd. Ook de A27 krijgt lokaal een breder profiel, zoals tussen de knooppunten Rijnsweerd en Eemnes. Naar verwachting gaan deze aanpassingen de verkeershinder op de lange termijn flink terugdringen. Tijdens de werkzaamheden echter, nemen de bestaande knelpunten alleen nog maar verder toe en moeten de weggebruikers het stellen met een sterk beperkte capaciteit. Dit valt ook nog eens samen met de renovatie van de Velsertunnel, waardoor deze vanaf 2016 voor lange tijd dicht is en reizigers om moeten gaan rijden via de Wijkertunnel. Hier wordt wel een extra rijstrook gemaakt, maar dit zal niet voldoende blijken zijn om al het extra verkeer zonder problemen af te wikkelen. Daarnaast voorziet de regio ook na oplevering van het verbrede tracé vertraging op de A27. Dit heeft met name betrekking op het noordelijke traject tussen Eemnes en Almere. Die weg wordt vooriopig niet verbreed, ondanks dat de regio hier nu al knelpunten waarneemt. Deze problematiek neemt naar verwachting na 2018 verder toe. Deels door autonome groei, maar ook doordat de verwachte toename van het verkeeraanbod op de verbrede A27 ook op het noordelijke deel van de snelweg voor meer auto- en vrachtverkeer zal zorgen.
Beschrijving
en doelstelling
maatregelen
•.
In de Corridorbenaderingen A9 (MRA-BBV-900) en A27 (MRA-BBV-200) zijn voor het vervolg Programma Beter Benutten een samenhangend maatregelenpakketten uitgewerkt om het aantal sterk vertraagde ritten op de A9 en 27-corridor terug te dringen. Specifiek voor pendelaars over de A9 en A27 zet de regio hiervoor in op Spitsmijden. Dit project heeft als doel automobilisten, en dan met name het woon-werkverkeer, te verieiden om regelmatig of incidenteel de spits te mijden. Hiervoor ontvangen zij dan elke keer een beperkte financiële vergoeding. De regio wil daarmee een gedragsverandering bereiken, omdat automobilisten worden gemotiveerd om een andere manier te vinden om hun werkdag en/of verplaatsing in te delen. Bijvoorbeeld door vroeger of later te beginnen, (een deel van de dag) thuis te werken, te carpoolen of bijvoorbeeld met het OV of de fiets te reizen. Uit de probleemanalyse en verkeersanalyse volgt dat spitsmijden op een aantal trajecten een effectieve maatregel is om de doorstroming te verbeteren. Voor al deze trajecten wordt een zelfde benadering
gebruikt.
Zes
maanden
financiële
beloning,
vervolgens
met
andere
incentives
stimuleren om de gedragswijziging behouden. De trajecten zijn gebundeld in dit plan van aanpak met de bedoeling dat dit als één project wordt opgepakt en door één projectteam
wordt
uitgevoerd. Hoogstwaarschijnlijk zal ook bundeling met nog twee spitsmijdprojecten die door Rijkswaterstaat
worden uitgevoerd
plaatsvinden. Er ontstaat dan een programmateam
voor
spitsmijdenprojecten binnen Beter Benutten. Zo wordt de uitvoering efficiënter en kan opgedane kennis, ervaring en leerpunten meteen worden geïmplementeerd bij de andere trajecten. Wanneer dit niet van de grond komt, zal een regionaal projectteam worden samengesteld voor de trajecten uit dit plan van aanpak. Effecten Het kader waarbinnen de maatregelen worden uitgewerkt is toegelicht in het overkoepelende plan met de Corridoraanpak voor de A9 en A27. Om de effecten van de maatregelen op voorhand in te kunnen schatten, is een effectiviteitberekening uitgevoerd. Op deze berekening is conform de programmaspelregels dooreen onafhankelijk bureau een second opinion uitgevoerd. Hierbij zijn een aantal kanttekeningen bij de in de berekening gehanteerde aannamen geplaatst; op basis hiervan heeft Goudappel Coffeng een herberekening uitgevoerd (addendum juni 2015; zie tabel "bijgevoegde beslisdocumenten"). Op basis van de uitgevoerde berekeningen is de verwachting is dat met de in dit plan van aanpak beschreven maatregelen op de A9 circa 479 sterk vertraagde ritten per werkdagetmaal worden verminderd en 385 spitsmijdingen per spitsuur worden gerealiseerd. Voor de A27 is de verwachting ca. 117 sterk vertraagde ritten per werkdagetmaal worden verminderd; de realisatie aan spitsmijdingen op dit traject is 77 spitsmijdingen per spitsuur in de ochtendspits en 39 spitsmijdingen per spitsuur in de avondspits. In totaal leiden de in vooriiggend plan van aanpak beschreven projecten dus naar verwachting tot een vermindering v a n 596 sterk vertraagde ritten w e r k d a g e t m a a l .
Bijgevoegde (beslls)documenten Naam d o c u m e n t
Kenmerk
Datum
Probleemanalyse
MRA-BBV
Medio 2014
Corridorbenadering A9
MRA-BBV-900
Maart 2015
Corridorbenadering A27
MRA-BBV-200
Maart 2015
Fachtsheet kengetallen Vervolg Beter Benutten, Ecorys Knelpunten en maatregelen A27 huidige situatie (knooppunt Eemnes-Waterlandseweg)
April 2014 337483
September 2014
Plan van Aanpak IMMA
Juni 2015
Toets op kosteneffectiviteit
Ecorys
April 2015
Addendum kosteneffectiviteit
Goudappel
Juni 2015
1.
Beschrijving van de problematiek
De A9- en A27-corridors zijn belangrijk herkomst- en bestemmingsgebied van sterk vertraagde ritten in de MRA, met alle gevolgen zoals hoge maatschappelijke kosten van dien. De corridorbenaderingen A9 en A27stellen daarom een pakket van maatregelen voor om de vertraagde
ritten
in het gebied aan te pakken. Met een samenhangende aanpak van uiteenlopende maatregelen wordt met het vervolg Programma Beter Benutten gewerkt aan het behalen van de in de bereikbaarheidsverklaring beschreven doelen. In de plannen met de corridorbenadering de sterk vertraagde
uitgebreid
A9 en A27 is de problematiek
beschreven.
Hier zijn ook de verkeerskundige
terug te vinden, alsmede de relatie met en tussen de diverse
2.
Beschrijving van de
2.1
Toelichting
die ten grondslag en
ligt aan
gedragsanalyses
stakeholders.
maatregel/oplossing
aanpak
De maatregel heeft als doel automobilisten (met name woon-werkverkeer) uit de spits te halen door middel van 'spitsmijden'. Bij spitsmijden worden weggebruikers 'verieid' om niet meer in de spits te reizen. Dit door (meestal) een financiële beloning voor een gemeden spits. Automobilisten worden gemotiveerd om andere manier te vinden om hun werkdag in te delen. Bijvoorbeeld door iets vroeger of later te vertrekken, (een deel van de dag) thuis of elders te werken, te carpoolen of door bijvoorbeeld met het OV, de fiets of scooter te reizen. In het kader van het vervolg Programma Beter Benutten is het de bedoeling om spitsmijden in te zetten bij structurele knelpunten. Tot op heden is spitsmijden met name toegepast ten tijde van werkzaamheden van realisatieprojecten. Spitsmijden om een structurele gedragsverandering te initiëren en corridorgericht toepassen is nieuw. Daarnaast willen we aan de markt uitvragen op welke (innovatieve) wijze we een structureel effect kunnen bewerkstelligen, door middel van blijvende (niet-financiële) incentives.
Opzet Voor spitsmijden wordt aan de hand van een nulmeting bepaald welke weggebruikers structureel in de spits rijden. Deze weggebruikers krijgen een uitnodiging om mee te doen met het project. Zij krijgen een financiële beloning wanneer ze een rit die zij anders in de spits zouden maken dan niet
maken. De financiële beloning wordt na verloop van tijd afgebouwd of stopgezet. Vervolgens wordt andere wijze blijvend gestimuleerd om de file te mijden
Niet-tinancielc incentives
Financiële beloning
Werven
Gedragsveranderin behouden
Figuur 1:
Opzet spitsmijden vervolg Programma Beter Benutten.
Uit onderzoek bij meerdere spitsmijden-projecten blijkt dat een aanzienlijk deel van de spitsmijders na verioop van tijd het gedrag heeft "geïnternaliseerd". Daardoor blijven zij ook zonder beloning de spits mijden. Andere voordelen voor deelnemers (zekerheid over reistijd, geen reistijdverlies) zijn de reden om de spits te blijven mijden. Door contact te houden met deelnemers na de eerste zes maanden kan dit verder worden gestimuleerd zodat meer weggebruikers het gewijzigde gedrag vasthouden. Aanvullende gedragsveranderingstechnieken
kunnen
het spitsmijdingsgedrag
van
deelnemers verder stimuleren. Ook kunnen psychologische 'vangnetten' worden aangebracht om het gedrag te verduurzamen. Voor de uitvoering van het spitsmijden zal gebruik gemaakt worden van IMMA, wat kort is voor Integrated Mobility Management Architecture'. Deze technische functionaliteit wordt binnen het ITS spoor
van
het
vervolg
Programma
Beter
Benutten
uitgewerkt.
IMMA
faciliteert
hiermee
spitsmijdenprojecten. Het is een standaard functionaliteit die in bestaande apps kan worden toegepast.
Onder
andere
de
werving
en
het
deelnemer-management
worden
via
deze
functionaliteit uitgevoerd. De 'service' voor spitsmijden wordt uitgevraagd bij informatiediensten. De informatiedienst wordt gevraagd om zorg te dragen voor: •
De nulmeting;
•
De werving;
•
Het vastleggen van het werkelijke reisgedrag;
•
Het (financieel) belonen van gewenst reisgedrag;
•
De communicatie met deelnemers gedurende het project;
•
Het optimaliseren van deelnemer performance (gedragsincentives).
Daarnaast maakt de informatiedienst rapportages over de resultaten, zorgt voor fraude preventie detectie en afhandeling.
De verdere uitwerking van de service die aan de informatiediensten wordt uitgevraagd, zal opgenomen worden in het projectplan. Deze zal na ondertekening van het Plan van Aanpak worden opgesteld. Ook de organisatie en planning zal hier nog verder worden uitgedetailleerd. De mijdingen bij informatiediensten worden ingekocht als een dienst met resultaatverplichting (meteen bonus/malus op over/onder-performance). Informatiediensten dienen zich te kwalificeren op basis van de IMMA functionaliteit en minimum niveau met betrekking tot kennis over de processen die gepaard gaan met gedragsverandering. Voor uitgebreide uitleg IMMA, zie Plan van Aanpak IMMA. Deze werkwijze zal toegepast worden bij de verschillende trajecten. Door dit door hetzelfde projectteam te laten uitvoeren zal dit efficiënter gaan. Kennis wordt behouden voor de andere trajecten, kosten voorontwikkeling kunnen worden bespaard. Deelnemer
\
AL. Informatiedienst
Projectteam
Deelnemers communicatie Beloningcnproces
Persoonlijke vei plaatsingsdata Werving
Figuur 2:
Werkwijze Integrated Mobility Management Architecture (IMMA).
A9: A l k m a a r - H a a r l e m - A m s t e r d a m / A m s t e l v e e n / S c h i p h o l Vanuit de probleemanalyse en een verkeersanalyse volgt dat de A9 corridor een aantal gebieden met veel vertraagde
ritten
verbindt. Spitsmijden op de A9 kan naar verwachting het aantal
vertraagde ritten aanzienlijk verminderen. Voor de analyse voor toepassing van spitsmijden op de A9 zijn vervolgens de herkomst - bestemmingsrelaties op de A9 bekeken. In onderstaande figuur zien we de herkomst van de weggebruikers van de Wijker- en Velsertunnel, het grootste gedeelte komt vanuit de regio IJmond, Het overige komt met name vanuit Castricum/Alkmaar. Een meetpunt iets zuidelijker op de A9, vlak voor KNP Raasdorp, laat dat de
samenstelling daar een verdeling is van het verkeer van boven het Noordzeekanaal (42%) en uit de regio Haariem en 4 3 % . De verkeersstroom kan als het ware in twee delen worden opgesplitst: •
Alkmaar - Haarlem;
•
Haariem - Amsterdam/Amstelveen/Schiphol.
Er is daarom voor gekozen om ook op twee trajecten op de A9 in te zetten op spitsmijden
iiiilll ?j;merL>rd
ISVijkaSiSB
liillKSffië:
lêWiciSfis |SaStpsïfflNlsSï8;
Amf;:ei"uni
iillilllaliiliilis^
iililii^aisiis^^^lplg
isini
N«6
I
ir>-ti
Cr Pi-iS
issipSffiipgtji
SiRf|cSg|Z!iiili ^Baigigjjgillli B cenen
43%
ifaifistfï
th 23%
T r a j e c t 1.1
A l k m a a r - Haarlem
In de looptijd van Beter Benutten vervolg zal de Velsertunnel worden gerenoveerd. Gedurende de renovatie van de Velsertunnel, zal meer verkeer gebruik maken van de Wijkertunnel. Naast het reguliere verkeer zal ook verkeer dat normaalgesproken gebruik maakt van de Velsertunnel van de Wijkertunnel gebruik maken. In de Wijkertunnel wordt een extra strook gerealiseerd ten tijde van de renovatie. Daarnaast is er een maatregelenpakket 'IJmond bereikbaar' dat veel verkeer uit de spits moet halen. Vanuit dit bereikbaarheidsplan worden al alleriei maatregelen ingezet om niet met de auto te reizen (extra shuttle bussen naar werklocaties en beloningen om te fietsen.) Om de hinder voor het verkeer dat gebruik maakt van de Wijkertunnel ten tijde van de renovatie te beperken, en dus vertraagde ritten te verminderen, kan een financiële beloning worden ingezet om woon-werkverkeer te verleiden om buiten de spits te reizen zodat het verkeer beter over de dag verdeeld wordt. Voor het regionale verkeer kan spitsmijden nog een extra duwtje in de rug zijn om
ook de overstap te maken naar fiets, thuiswerken of op ander tijdstip te reizen / gebruik te maken van
de
maatregelen
van
Ijmond
bereikbaar.
Deze
maatregel
komt
dus
bovenop
het
bereikbaarheidsplan dat met de regio is opgesteld voor tijdens de renovatie van de Velsertunnel. Weggebruikers die structureel gebruik maken van de Wijker- of Velsertunnel in de spits, worden uitgenodigd om mee te doen aan spitsmijden. Zij krijgen een financiële vergoeding voor elke gemeden spits. De maatregel is actief in 2016. Er wordt zes maanden financiële beloning ingezet vanaf de start van de renovatie. Daarna wordt op andere wijze gestimuleerd om gedragswijziging (ook na de renovatie) te behouden. Welke gedragsincentives hier zullen worden gegeven is nog niet vooraf vastgelegd, hier wordt ook ruimte aan de markt gelaten om dit in te vullen. Alternatieven voor het reizen in de spits zijn voor dit traject slim werken, flexibele werktijden, thuiswerken reizen buiten de spits of gebruik maken van een andere modaliteit. T r a j e c t 1.2
Haarlem - A m s t e r d a m / A m s t e l v e e n / S c h i p h o l
Vanuit Haariem komt er een grote nieuwe verkeersstroom op de A9. In de richting van Amsterdam bevindt zich op de A9 in de richting van Amsterdam een flessenhals. De spits begint vroeg, deze loopt van ongeveer 6u-10u en de snelheid gaat op dit traject flink omlaag. Deze flessenhals is alleen aan de 'ochtendspitszijde'. Op dit traject zal dus alleen in de ochtendspits worden ingezet op spitsmijden. De maatregel is actief na het spitsmijden bij de Wijkertunnel, zodat leerervaringen van dit eerste traject kunnen worden meegenomen in dit traject. Ook hier wordt ingezet op zes maanden financiële beloning. Daarna wordt op andere wijze gestimuleerd om gedragswijziging (ook na de renovatie) te behouden. Welke gedragsincentives hier zullen worden gegeven is nog niet vooraf vastgelegd, hier wordt ook ruimte aan de markt gelaten om dit in te vullen. Alternatieven voor het reizen in de spits zijn voor dit traject slim werken, flexibele werktijden, thuiswerken reizen buiten de spits of gebruik maken van een andere modaliteit. Naar aanleiding van opgedane ervaring in eerdere spitsmijdtrajecten, zal mogelijk de precieze wijze van beloning worden aangepast. De omlegging van de A9 wordt in 2018 opengesteld, tot die tijd kan met spitsmijden de filedruk worden verminderd. Traject 2
Almere - Utrecht: A 2 7 / A 1
Het traject Almere-Utrecht en visa versa staat al jaren in de File top 50. Binnenkort wordt gestart met de verbreding van het A27 traject Utrecht - KNP Eemnes. De wegcapaciteit zal tijdens de werkzaamheden dalen waardoor de vertraging alleen nog maar zal toenemen. De uitvoeringsperiode
is 2016/2018.
Het traject ten noorden van het traject dat verbreed gaat
worden
(knooppunt Eemnes-knooppunt Almere) wordt niet in capaciteit uitgebreid. Maar ook hier worden in de huidige situatie al knelpunten waargenomen. In de probleemanalyse van beter benutten vervolg is bijvoorbeeld te zien dat er vertraging ontstaat bij de aansluiting Almere haven (A27 N305). Na de wegwerkzaamheden aan de A27 Eemnes-Utrecht zullen naar verwachting deze knelpunten toenemen in ernst, omdat een verbrede traject A27 Eemnes-Utrecht meer verkeer kan verwerken waardoor meer verkeer via de A27 zal rijden, en dus ook over het noordelijke deel. Het
structurele effect van de spitsmijden maatregel van Beter Benutten zal deze potentiële effecten deels kunnen veriichten. De herkomst-bestemmingsrelaties op dit traject staan hieronder aangegeven.
iBii
«iii
< i.
if--!
Naast de beschreven situatie op het hoofdwegennet, bevinden zich ook knelpunten op het onderiiggend wegennet bij deze drie trajecten. Het effect op het onderliggend wegennet is ook onderzocht. De memo met beschrijving en resultaten hiervan is als bijlage aan dit plan van aanpak toegevoegd.
2.2
Toelichting
kosteneffectiviteit
Het kader waarbinnen de maatregelen worden uitgewerkt is toegelicht in het overkoepelende plan met de Corridoraanpak voor de A9 en A27. Kort samengevat worden
meerdere
projecten
uitgevoerd die allen het autogebruik moeten terugdringen. Effectbepaling Voor het bepalen van de effectiviteit van de maatregel is de watervalmethode gehanteerd. Daarbij wordt de totale doelgroep door middel van analyses en inschattingen steeds 'afgepeld', totdat er een relevante doelgroep en de verwachte effecten overblijven. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen drie doelgroepen: automobilisten op de A9 en op de A27.De ervaring met
eerdere
Spitsmijden-projecten leert dat een groot aantal mensen bereid is om de spits te mijden en dat ook daadwerkelijk doet zodra een project van de grond komt. Op basis van de evaluatie van het Spitsvrij-project in de driehoek Amersfoort-Utrecht-Hilversum wordt gesteld dat tien procent van de doelgroep, ofwel de forensen die nu in de ochtendspits vanuit (de richting) Almere naar of in de richting van Utrecht rijden, te interesseren is voor spitsmijden. Om de omvang van de doelgroep te bepalen is gerekend met de etmaalintensiteit op de rijkswegen, die is teruggerekend naar de druk in de spits en vervolgens naar de spitsrichting. Dit
heeft geleid tot
een berekende
kosteneffectiviteit.
Op deze
berekening
is conform
de
programmaspelregels door een onafhankelijk bureau een second opinion uitgevoerd. Hierbij zijn een aantal kanttekeningen bij de in de berekening gehanteerde aannamen geplaatst; op basis hiervan heeft Goudappel Coffeng een
herberekening uitgevoerd (addendum juni 2015; zie tabel
"bijgevoegde beslisdocumenten"). Op basis van de uitgevoerde berekeningen is de verwachting is dat met de in dit plan van aanpak beschreven maatregelen op de A9 circa 479 sterk vertraagde ritten per werkdagetmaal worden verminderd en 385 spitsmijdingen per spitsuur worden gerealiseerd. Voor de A27 is de verwachting ca. 117 sterk vertraagde ritten per werkdagetmaal worden verminderd; de realisatie aan spitsmijdingen op dit traject is 77 spitsmijdingen per spitsuur in de ochtendspits en 39 spitsmijdingen per spitsuur in de avondspits. In totaal leiden de in vooriiggend plan van aanpak beschreven projecten dus naar verwachting tot een vermindering v a n 596 sterk vertraagde ritten w e r k d a g e t m a a l . Voor het uitgebreide overzicht van de kosteneffectiviteitsbepaling en de second opinion, verwijs ik u naar het Addendum kosteneffectiviteit.
10
3.
Aanpak
3.1
en planning
van de
maatregel
Planning/Mijlpalen
Onderstaande tabel toont de planning van het spitsmijden op hoofdlijnen, vervolgens worden de mijlpalen weergegeven.
2015
Ql jan
feb
apr
Q4
Q3
Q2 mrt
mei j u n
ju!
aug
s e p okt
nov d e c
^^^^^
Uitwerken Plan van Aanpak Besluitvorming Uitwerking Projectplan Contract opstellen
& 2016
Ql jan
feb
mrt
Q4 Q3 Q2 apr mei j u n j u ! a u g s e p okt nov dec
Uitvraag naar informatiediensten Contract getekend Voorbereiding door informatiediensten (ID) Nulmeting Financieel belonen traject 1.1 Aanpassen voor traject 1.2 Aanpassen voor traject 2 Financieel belonen traject 1.2
S
2017 jan Financieel belonen Stimuleren gedrag Financieel belonen Stimuleren gedrag
Ql
Q2
feb ' mrt apr
mei
Q3 jun jul
aug sep
okt
S
*
»
'
Q4 nov d e c
traject 1.1 behouden 1.1 traject 2 behouden 2
Financieel belonen traject 1.2 Stimuleren gedrag behouden 1.2
Tabel 1:
Planning op hoofdlijnen.
In vergelijking met eerdere spitsmijdprojecten en in overieg met leden werkgroep IMMA blijkt dit een haalbare planning. De doorlooptijd tussen gunning en start spitsmijden is realistisch, hetzelfde geldt voor de termijn tussen O-meting en spitsmijden. Met IMMA kan dit sneller doordat niet via kentekenregistraties iedereen hoeft te worden aangeschreven. De fasering is zo ingezet dat het op een logisch moment ten opzicht van projecten in uitvoering valt. En zodat leerervaringen kunnen worden opgebouwd en toegepast in een volgend traject. Eerst wordt door middel van financiële beloning een gedragsverandering ingezet, vervolgens wordt op andere wijze gestimuleerd om de gedragsverandering te behouden. Met deze faseringen loopt het spltsmijdenproject tot het einde van de periode van Beter Benutten vervolg. Mogelijk wordt in het verioop van de tijd de planning iets aangepast om spitsmijden te laten, aansluiten bij de actuele en verwachte verkeersdrukte.
Mijlpalen
Wanneer
Go/NoGo start aanbesteding kentekenregistraties
Q4 2015
Go/NoGo adhv actuele knelpunt voor de trajecten
Q l 2016
Start spitsmijden met financiële beloning 1.1
Q3 2016
Start spitsmijden met financiële beloning 1.2
Q4 2016
Start spitsmijden met financiële beloning 2
Q l 2017
Start stimuleringsmaatregelen 1.1
Q l 2017
Start stimuleringsmaatregelen 1.2
Q2 2017
Start stimuleringsmaatregelen 2
Q3 2017
Spitsmijden stimuleren binnen dit project afgerond
Q4 2017
Monitoring en Evaluatie Tabel 2:
3.2
2016- 2018
Mijlpalen
Risico's
Er zijn diverse risico's gedurende het project. Door middel van bijsturing moeten deze voorkomen of beperkt worden. Deze wijze waarop er wordt bijgestuurd moet bij het uitwerken van het project vastgelegd worden.
Mogelijke gevolgen Nr.
1
Belangrijkste
Kans van
risico's
optreden
IMMA is te laat
20%
Effect Middel
Geld in
Tijd 3mnd
Beheersmaatregelen
ke 70
Aangehaakt blijven bij IMMA
gereed
werkgroep, achter de hand
(of kwaliteit
houden optie om op 'oude'
onvoldoende)
wijze spitsmijden project uitvoeren
2
3
O-meting en
20%
Groot
3mnd
150
Uitvraag/optie voor
fraudecontrole
kentekenregistratie via
nog onvoldoende
camera's achter de hand
via IMMA
houden
Onvoldoende
40%
Middel
2mnd
15
deelnemers
Opdrachtnemer verantwoordelijk, werving door laten lopen Evt. mogelijkheid verkennen om nog een extra informatiedienst aanbesteden.
4
Minder animo
10%
Middel
0
0
Inzetten op duidelijke
en/of imago-
communicatie, reguliere
schade door
afstemming met de andere
samenloop van
projectorganisaties
maatregelen in zelfde gebied
Tabel 3:
Risicoanalyse
maatregelenpakket.
12
3.3
Kosten
In overieg met Rob Mouris is onderstaande raming op activiteitenniveau opgesteld. Kosten Kosten ON Specifieke ontwikkeling voor 3 trajecten Nulmeting / analyseren data Werving Deelnemermanagement Reisdata vastleggen Rapportages en verificaties Financiële vergoedingen mijdingen Vasthouden gedragsverandering
m k€ 60 30 60 250 30 50 800 300
projectmanagement door serviceproviders
85
Kosten OG Communicatie Facilitair (bijeenkomsten, zaalhuur etc) Gedragswetenschapper/marketeer Contractmanager Monitoring en evaluatie BB ( 1 % ) Monitoring en evaluatie Technisch manager Juridisch advies
15 30 50 85 2 25 85 10
Onvoorzien Risicoreservering
250
Onvoorzien 1 0 %
200
Totaal (incl. B T W )
2417
Opmerkingen: 1.
In deze raming is uitgegaan van gebruik IMMA
2.
De benodigde capaciteit die niet in de raming is opgenomen, wordt
binnen de organisatie
geregeld
Dit project maakt gebruik van IMMA, dit is een ontwikkeling binnen het landelijke spoor ITS. In deze regio is afgesproken dat de gevraagde regionale bijdrage a €103.289 excl. BTW via een projectbijdrage zal worden gefinancierd. Deze kostenpost wordt opgenomen in de uitgewerkte raming die in het projectplan wordt opgenomen.
13
Bijdrage van
Budget in kC Rijksbijdrage Regiobijdrage incl. BTW incl. BTW
Rijksbijdrage
1200
500
700
213
200
13
493,5
243,5
250
243,5
250
1187
1213
Provincie Flevoland Provincie Noord Holland Stadsregio Amsterdam
493,5
Totaal
1200
Financieringsopbouw
Prognose Kasritme (incl. BTW) 2015 2016 2017
1200
maatregelenpakket
Om de administratieve lasten zo veel mogelijk te beperken, stelt de programmadirectie Beter Benutten van het ministerie van Infrastructuur en Milieu het totale benodigde budget ter beschikking aan Rijkswaterstaat WNN. De programmadirectie verrekent de in bovenstaande tabel opgenomen regionale cofinanciering met de door haar in het kader van het programma Beter Benutten aan de Provincie Flevoland, Provincie Noord-Holland en de Stadsregio Amsterdam uit te keren totale rijksbijdrage. 3.4
Uitvoeringsorganisatie
De uitvoering van de maatregelen gebeurt onder leiding van projectmanager Marjolijn Kaandorp, die als projectleider werkzaam is bij de Rijkswaterstaat dienst West-Nederiand Noord. Zij werkt onder de auspiciën van Drs. A.P. Delpeut die als hoofdingenieur-directeur leiding geeft aan dezelfde organisatie. Bij de uitvoering en het beheer van de maatregelen worden verder nog de provincies Noord-Holland en Flevoland betrokken, indirect ook in hun rol als vervoersautoriteit en concessiehouder, alsmede Rijkswaterstaat Midden-Nederiand. Verder is het bedrijf (of bedrijven) dat de daadwerkelijke uitvoering van het spitsmijden-project voor zijn rekening zal nemen, en dus zal zorgen voor de benadering van de doelgroep, de promotie en het beheersysteem, een belangrijke projectpartner. Concreet zal een IPM projectteam gevormd. Voor de invulling van dit team wordt ook samenwerking gezocht met andere regio's waar spitsmijdprojecten lopen. Ondersteuning voor gebruik van IMMA is in plan van Aanpak IMMA geborgd. Op dit moment wordt de invulling van capaciteit bekeken. In dit kader is ook overieg met ZN en MN om mogelijk samen te werken voor de verschillende spitsmijdprojecten. Dit zal verder worden uitgewerkt in het projectplan.
overi
r,/ir. -s
14
3.5
Monitoring
en
evaluatie
Het doel van de monitoring en evaluatie van projecten die in het kader van BBv worden uitgevoerd is drieledig, namelijk: •
toetsen en aanscherpen van producten en diensten door van tevoren en tussentijds de dialoog aan te gaan met de potentiële gebruikers;
•
voortgang monitoren en waar mogelijk tussentijds bijsturen om de slagingskans van het programma te vergroten;
•
bereikte effecten verantwoorden richting bestuurders (Rijk en regio) en lessen trekken uit de effectiviteit van (typen) maatregelen.
Een goede monitoring en evaluatie stelt in staat om tijdig de voorgestelde aanpak aan te scherpen en eventueel te wijzigen. De evaluatie is gericht op kwaliteitsverbetering en leren van de aanpak en de specifieke programmaonderdelen. Tegelijkertijd moet de evaluatie eenvoudig in uitvoer zijn.
In het kader van de Monitoring en Evaluatie (M&E) van het Programma Beter Benutten levert de verantwoordelijk projectmanager tijdig de benodigde gegevens aan de programmamanager Beter Benutten MRA. Met betrekking tot de inhoud van deze informatie en de wijze van aanlevering (proces) worden nadere afspraken gemaakt. Namens de programmamanager Beter Benutten MRA is de M&E-coördinator van het Beter Benutten programma hiervoor het aanspreekpunt. In ieder geval zal de aan te leveren informatie betrekking hebben op: 1.
het één maal per jaar aanleveren van de informatie over de beoogde resultaten/effecten;
2.
het één maal per jaar aanleveren van informatie over de financiële voortgang;
3.
het tweemaal per jaar aanleveren van informatie over de voortgang van de in dit plan van aanpak beschreven aanpak.
De uitkomsten van de monitoring en evaluatie worden periodiek besproken in het Trio-overieg. Op basis van hiervan wordt vervolgens bezien of de aanpak mogelijke verbeteringen behoeft. Specifiek voor wat betreft de informatie met betrekking de resultaten/effecten (ad. 11: Om de resultaten van de maatregelen te monitoren is de gedachte om een deel van de informatie te herieiden uit landelijke analyses. Vanuit het rijk wordt HERE-data aangeleverd over de doorstroming op de corridor. Hieruit worden verbeteringen in de doorstroming op de A9 en A27 geïdentificeerd, alsmede het aantal vertraagde ritten. Om het succes van de maatregel spitsmijden te meten worden ook de resultaten van de individuele maatregelen bijgehouden. In de uitvraag voor mijdingen aan informatiediensten, wordt deze diensten ook gevraagd om het reisgedrag, mijdingen en effecten bij te houden. Hier wordt gedurende het project door de informatiedienst op gerapporteerd. Hiermee wordt toetsen en aanscherpen van de maatregelen door tussentijdse rapportages van de informatiediensten; in de aansturing naar informatiediensten en door de informatiediensten zelf. Daarnaast zal ook worden geëvalueerd aan de hand van verkeerscijfers of er een blijvend effect is op de corridor, 1 en 2 jaar na het spitsmijden.
15
Bovenstaande lijn en denkwijze met betrekking tot het meten van de met de maatregelen behaalde effecten zullen nader worden besproken tussen de verantwoordelijk projectmanager en de M&Ecoördinator van het Beter Benutten programma. Op basis van dit onderling overleg wordt de definitieve set met de voor de effectberekening te hanteren indicatoren bepaald. Voor elke maatregel is daarbij de uitsplitsing in de reductie van het aantal vertraagde ritten het uitgangspunt; dit conform de bij de kosteneffectiviteitbepaling gehanteerde systematiek (de zogenaamde "watervaT'-methodiek). Op deze wijze kan inzichtelijk worden gemaakt of de aan doelstelling voor het reduceren van het aantal vertraagde ritten wordt voldaan. De vertaalslag naar de meest vertraagde ritten zal m.,et ondersteuning door de M8tE-coördinator van Beter Benutten worden gemaakt. Als de wijze van monitoring en effectbepaling tussen projectmanager en M&Ecoördinator is vastgelegd, wordt dit als integraal onderdeel van de afspraken toegevoegd aan voorliggend plan van aanpak. 3.5 Contracteringsstrategle Het project wordt uitgevoerd met IMMA. Hoe dit precies zal gaan werken wordt nog uitgewerkt. Waarschijnlijk zal voor gebruik van IMMA een raamcontract worden afgesloten door het ministerie Infrastructuur en Milieu (lenM). Regio's kunnen dan hun volmacht aan lenM hiervoor geven en vervolgens
via
een
mini-competitie
een
uitbesteding
van
spitsmijdingen
doen
aan
informatiediensten. Verdere uitwerking van de contracteringsstrategie volgt in het projectplan.
Vaststelling / ondertekening Functie
Naam
Ministerie Infrastructuur
Marjolein Sonnema
Handtekening
Datum
en Milieu, Plv. DG Bereikbaarheid Directeur
Nanou Beekman
Netwerkontwikkeling Rijkswaterstaat West Nederland Noord Sectormanager Verkeer
Peter Paul Horck
en Vervoer Provincie Noord Holland Secretaris
Anne Joustra
Stadsregio Amsterdam hoofd afd. Ruimte en
Ada van Oorschot
Economie Provincie Flevoland
16