14e jaargang nummer 1
MCC NIEUWSbrief FEBRUARI 2013
REDACTIONEEL De eerste MCC nieuwsbrief in 2013 ligt voor u. Dit keer geen concept werkafspraak. De geplande werkafspraak “Preventieve maatregelen bij (verdenking op) besmettelijke ziekten” is er niet gekomen. De werkgroep vond het onmogelijk over dit onderwerp een goede, allesomvattende werkafspraak te maken. De beschreven casus illustreert het belang van alertheid op besmettelijke ziekten en een goede communicatie bij aanvullend onderzoek en overdracht. Een jaar na de publicatie van de herziene werkafspraak “Osteoporose en fractuurpreventie” is de screening van vrouwen ouder dan 50 jaar die met een fractuur de SEH bezochten geëvalueerd. Het verslag daarvan en nog eens uitleg over de werkwijze kunt u lezen in deze nieuwsbrief. Verder is er aandacht voor de - al in de nieuwsbrief in november 2012 kort aangekondigde veranderde organisatievorm van het MCC. Speciale aandacht ook voor huisarts Frederik van Gemert en zijn ‘FRESH AIR UGANDA’ project waarmee hij de beste abstract prijs van de CAHAG heeft gekregen. Het is weer compagnonscursus jaar. Data en onderwerpen van deze Oldehovecursus 2013 zijn bekend. Beide vindt u op de laatste bladzijde. MCC zaken Op de voorgrond staan de voorbereiding van klinische lessen en de Oldehovecursus. Twee werkafspraken zullen worden herzien: “DVT” met uitbreiding longembolie en “Nierfunctiestoornissen” (afstemming met de LTA “Chronische nierschade). De werkgroep Kwetsbare ouderen maakt een werkafspraak “Crisisopname”. Suggesties voor werkafspraken kunt u kenbaar maken aan het MCC. Aanmelding voor deelname aan een werkgroep kan eveneens bij het MCC.
INHOUD MCC Leeuwarden: nieuwe organisatiestructuur…………………….… Verwijzing bij abortus provocatus (APLA)……………………………… Agenda Transmurale activiteiten……………………………………....... Evaluatie werkafspraak Ostioporose en fractuurpreventie…………... Stand van zaken MDL vakgroep……………………………………….… Mededelingen …………………………………………………………….… ZorgDomein………………………………………………………..………… Preventieve maatregelen bij (verdenking op) besmettelijke ziekten. Mutaties………………………………………………………………………. Cahag Beste Abstract prijs voor ‘Fresh Air Uganda”project ……… Oldehovecursus ……………………………………………………….……
2 3 3 4 4 5 5 6 6 7 8
Colofon MCC Leeuwarden Nieuwsbrief De nieuwsbrief van het MCC Leeuwarden wordt regelmatig toegestuurd aan alle huisartsen in het werkgebied van het Medisch Centrum Leeuwarden en alle specialisten, werkzaam in het MCL. Het Medisch Coördinerend Centrum Leeuwarden heeft als doel de samenwerking tussen huisartsen en specialisten te bevorderen. Redactieadres: MCC Leeuwarden, Postbus 888, 8901 BR Leeuwarden, tel (058) 286 60 51 e-mail:
[email protected]. Kopy graag sturen aan het redactieadres, zo mogelijk per e-mail.
WWW.MCCLEEUWARDEN.NL
1
Nieuwe organisatiestructuur MCC LEEUWARDEN Zoals in de vorige nieuwsbrief is aangekondigd aangekondigd is de stichting MCC Leeuwarden opgeheven. De vanaf de oprichting van het MCC samenwerkende partijen: huisartsen, specialisten en MCL, hebben in een samenwerkingsovereenkomst de intentie vastgelegd het MCC Leeuwarden te doen voortbestaan. Het MCL draagt zorg voor adequate financiering. Om de neutraliteit van het MCC te garanderen blijft het oude bestuur, “de Koepelgroep”, als inhoudelijk platform bestaan. De Koepelgroep bestaat uit zes bestuursleden (drie huisartsen, twee specialisten, één directielid MCL) en drie adviseurs (een specialist ouderengeneeskunde, een klinisch chemicus en een beleidsmedewerker van zorgverzekeraar De Friesland); zie foto onder. (foto links: Michiel Eggink is als afgevaardigde van LHV Huisartsenkring Friesland, afd. Noord aanwezig). Op 19 december 2012 is in een extra vergadering van de Koepelgroep de stichting opgeheven en is de samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Elske van Zanden is vanaf de start van het MCC inspirerend lid geweest van de Koepelgroep, de laatste jaren als voorzitter. Tijdens de bijeenkomst op 19 december heeft Elske haar lidmaatschap van de Koepelgroep beëindigd en de voorzittershamer ingeleverd. De Koepelgroep is in januari al weer bijeen geweest, met een nieuwe voorzitter, Lieke Reuchlin.
Koepelgroep: Vlnr staand: Elske van Zanden, huisarts (Transmurale Cie); Anna Lucia Stel, uroloog (Medische Staf MCL); Lieke Reuchlin-Vroklage, huisarts (Transmurale Cie); Michiel Eggink, huisarts (LHV huisartsenkring Friesland); Barbera van Harten, neuroloog (Medische Staf MCL); Gerda Vermeer, coördinator MCC; zittend: Huib Storm, KCL (adviseur); Grace Fukur, directiesecretaris (directie MCL); Jannette de Haan, huisarts (LHV Huisartsen-kring Friesland) ; op de foto ontbreken: Feikje Kooistra (specialist ouderengeneeskunde) en Titia vd Ploeg (DFZ)
2
Bericht van de maatschap gynaecologie en Stimezo:
Vrouwen die een abortus provocatus (APLA) willen: hoe en waarheen verwijzen? Vrouwen die een zwangerschap willen afbreken op psychosociale indicatie kunnen in Nederland terecht bij abortusklinieken en in ziekenhuizen. Verwijzen naar een abortuskliniek heeft de voorkeur. Een abortuskliniek is laagdrempelig toegankelijk, anoniem en de behandeling is meestal gratis. Daarnaast zijn de medewerkers getraind in counseling en kan anticonceptie en SOA screening geregeld worden. Gezien de uitgebreide ervaring is ook het complicatierisico in deze klinieken het laagst. Voor de vrouwen wonend in ons adherentiegebied hebben het Centrum voor Seksuele Gezondheid Noord Nederland/Stimezo te Groningen (hierna: Stimezo) en de maatschap gynaecologie van het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) afspraken gemaakt. Doel van deze afspraken is een helder verwijsbeleid waardoor de vrouw met een verzoek tot een APLA op korte termijn op de juiste plek terecht komt. Ook in onze regio heeft het de voorkeur vrouwen te verwijzen naar Stimezo in Groningen. Vaak is het mogelijk een intake bij de GGD in Leeuwarden te krijgen. De behandeling (via zuigcurettage of “abortuspil”) zal in Groningen plaatsvinden. Bij een verzoek tot een behandeling onder narcose kan dit via Stimezo in Groningen met de kliniek in Zwolle geregeld worden. Af en toe kan er een situatie zijn waarbij het beter lijkt te verwijzen naar het MCL. In het MCL wordt het eigen protocol zwangerschapsafbreking gehanteerd wat o.a. een afspraak met een maatschappelijk werker/psycholoog zal inhouden waardoor het doorlopen van de procedure meer tijd kan kosten. Hieronder ziet u de verwijsmogelijkheden bij een verzoek tot een APLA: • De vrouw zelf kan contact opnemen met Stimezo in Groningen. De intake/counseling kan in Leeuwarden plaatsvinden. De behandeling in Groningen. • De huisarts kan: 1. Counselen over een APLA. Wanneer het besluit is genomen kan de vrouw verwezen worden naar Stimezo in Groningen voor een behandeling. Zij kan dan direct worden ingepland voor de behandeling waarbij vooraf, op dezelfde dag, nog een gesprek plaatsvindt. 2. De vrouw voor intake/counseling verwijzen naar Stimezo. De intake/counseling kan vaak in Leeuwarden plaatsvinden, de behandeling in Groningen. 3. Telefonisch overleggen met de dienstdoende gynaecoloog in het MCL over een eventuele verwijzing naar het MCL. NB: Na het eerste contact met de huisarts kan direct een afspraak gemaakt worden bij Stimezo. De verplichte 5 dagen bedenktijd zal worden ingecalculeerd door Stimezo. Contactinformatie: • SGNN Stimezo Groningen: 050-3132250 (ook voor het inplannen van een intake in Leeuwarden)
[email protected], www.csgnn.nl • Dienstdoende gynaecoloog MCL: 058-2863201
AGENDA TRANSMURALE ACTIVITEITEN Februari 14 Klinische les: Plastische chirurgie 17.30-20.00 uur; Auditorium Maart 14 Klinische les: Eetstoornissen & Vitamine B12 17.30-20.00 uur; Auditorium
19 Transmurale Commissie April 24 Koepelgroep 25 Klinische les: Kwetsbare ouderen 17.30-20.00 uur; Auditorium
3
Evaluatie werkafspraak ‘Osteoporose en fractuurpreventie’ Aan het begin van de weg van osteoporosedetectie die in de werkafspraak “Osteoporose en fractuurpreventie” wordt beschreven staan de werkzaamheden van de verpleegkundig specialist Reumatologie. Margreet Bekius, verpleegkundig specialist, over de werkwijze en cijfers over 2012: Werkwijze: De secretaresse van de poli reumatologie draait de lijst van de SEH uit en selecteert daaruit de vrouwen ouder dan 50 jaar met een fractuur. Naar deze groep en een groep, die onder andere door de traumatoloog rechtstreeks naar de verpleegkundig specialist is verwezen, stuurt de secretaresse de vragenlijst met begeleidende brief. Aan de hand van de geretourneerde vragenlijsten beoordeelt de verpleegkundig specialist of deze vrouwen in aanmerking komen voor verder labonderzoek en DEXA óf voor verwijzing naar de valpoli. De secretaresse van de poli benadert de geselecteerde groep om een afspraak te maken voor labonderzoek, DEXA en een afspraak op de poli. Als patiënten hierop geen prijs stellen wordt de huisarts bericht. De patiënten bij wie onderzoek is verricht komen voor het bespreken van de uitslag op de poli bij de verpleegkundig specialist. Zo nodig wordt op de poli gestart met bifosfonaat-therapie. De huisarts krijgt daarover een brief en het verzoek om patiënt volgens de NHG-Standaard “Fractuurpreventie” verder te behandelen. Cijfers: In 2012 hebben 128 patiënten de vragenlijst teruggestuurd (het is niet bekend hoeveel vragenlijsten zijn verstuurd). Daarvan zijn 68 patiënten na DEXA en labonderzoek voor een screening op de poli gekomen. 43 patiënten wilden geen onderzoek of er waren andere redenen zoals overlijden, uitslag al gekregen, werden al behandeld. 9 patiënten werden verwezen naar de valpoli. In het kader van haar opleiding tot verpleegkundig specialist heeft Margreet Bekius met een groep op bovenstaande wijze opgespoorde en behandelde patiënten na een jaar contact gehad. Aan de hand van een vragenlijst en gegevens van de apotheek bleek dat deze groep een grotere therapietrouw vertoonde dan het landelijk gemiddelde (landelijk gemiddelde uit gepubliceerd onderzoek van professor Netelenbos et al.)
Stand van zaken MDL-vakgroep Door middel van dit bericht willen we u op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken in onze MDL-vakgroep. Zoals u weet is dr. Jebbink door ziekte langdurig afwezig geweest. Met ingang van medio januari zal hij geleidelijk zijn werkzaamheden weer hervatten. Momenteel is helaas dr. Rasch door ziekte uitgevallen. Daarnaast heeft dr. ter Steege, die afgelopen april de vakgroep is komen versterken (opvolger van dr. Spoelstra), besloten terug te keren naar Groningen. Hij zal per 1 mei aanstaande de vakgroep verlaten. In september van het vorige jaar is collega de Vree vertrokken. Landelijk is tot op heden een tekort aan MDL-artsen. Dit heeft er toe geleid dat we onze openstaande vacatures voorlopig nog niet kunnen invullen. We hebben gelukkig waarneming gevonden in de vorm van een aantal ervaren (bijna) gepensioneerde MDL-ers: dr. Spoelstra, dr. Bergmann (voorheen Martini Ziekenhuis Groningen) en dr. Westerveld (voorheen Isala klinieken Zwolle). Ook wordt een deel van de naar de MDL verwezen patiënten als nieuwe patiënt gezien op de poli interne geneeskunde. Door bovenstaande maatregelen hopen we de MDL-zorg zo goed mogelijk te waarborgen. We vragen uw begrip voor het feit dat uw patiënt mogelijk door een waarnemer of internist wordt gezien en wellicht langer moet wachten voor/zijn of haar afspraak Vakgroep Maag-darm-leverartsen Medisch Centrum Leeuwarden
4
Vanuit het OCL overleg: Bij een palpabele afwijking in de borst of afwijkend BOB wordt geadviseerd te verwijzen nar de mammapoli.
Werkafspraak Hepatitis B en C Deze staat op de website: www.mccleeuwarden.nl
Klinische les De power point presentaties van de klinische lessen zijn te vinden in het besloten deel van de MCC-website (inloggen is noodzakelijk)
ZorgDomein Sneldiagnostiek verdenking bronchuscarcinoom (longgeneeskunde -> verdenking malignitiet/hemoptoë -> verdenking bronchuscarcinoom) Enige tijd geleden is bij ‘voorbereiding door huisarts’ toegevoegd: huisarts bepaalt bloedbeeld en nierfuncties ivm op korte termijn petscan en het daarbij horende hydratieprotocol. Het door de huisarts aangevraagde labonderzoek bleek echter niet uitgebreid genoeg voor de longarts. Daarom is afgesproken dat het labonderzoek niet meer door de huisarts wordt aangevraagd, maar door de poli longgeneeskunde. De longconsulent geeft aan waar patiënt zich kan melden voor labonderzoek. Het is belangrijk dat dit zo spoedig mogelijk gebeurt. De huisarts wordt gevraagd bij de patiënt te benadrukken dat het labonderzoek z.s.m. wordt gedaan. In de verwijsafspraak is toegevoegd de patiënteninformatiefolder. Verwijzing naar Centrum voor Psychosomatiek uit ZorgDomein verwijderd Sinds 2013 ligt het focus van het centrum voor psychosomatiek in het MCL bij ziekenhuispsychiatrie en het centrum voor chronische pijn. De huisarts kan niét verwijzen naar de ziekenhuispsychiatrie. De huisarts kan wél verwijzen naar het centrum voor chronische pijn. (psychiatrie -> verwijsreden niet gespecificeerd -> chronische pijn)
Verwijzingen Dermatologie Vanuit de poli Dermatologie worden enige onduidelijkheden opgemerkt rond de multidisciplinaire verwijsafspraken. Het betreft de volgende combinatieafspraken: Varices: staat zowel bij Dermatologie (->Varices -> Varicesspreekuur) als bij Heelkunde (-> veneuze aandoeningen -> varicesspreekuur). De verwijsbrief gaat in beide gevallen naar de poli Heelkunde. Als de huisarts een patiënt met varices alléén naar de dermatoloog wil verwijzen dan is een reguliere verwijzing Dermatologie mogelijk. Borrelia Kenniscentrum” (Dermatologie -> verwijsreden niet gespecificeerd -> Borrelia Kenniscentrum) staat ook bij Neurologie, Interne en Reumatologie. De intake wordt gedaan op de poli Dermatologie. Vulvapoli (Dermatologie -> verwijsreden niet gespecificeerd -> Vulvapoli) staat zowel bij Dermatologie als onder gynaecologie
Voor vragen/informatie over Zorgdomein: Joke Kuperus (coördinator) T: 7395; E:
[email protected] of Gerda Vermeer T: 6051; E
[email protected]
5
Preventieve maatregelen bij (verdenking op) besmettelijke ziekten Naar aanleiding van een aantal bij het MCC gemelde incidenten is in de Transmurale commissie van de huisartsen voorgesteld een werkafspraak te maken over preventieve maatregelen bij (verdenking op) besmettelijke ziekten. In de gemelde incidenten ging het om het ontbreken van preventieve maatregelen bij mogelijke tbc en bij een met Clostridium difficile besmette patiënt. De werkgroep, die zich over een werkafspraak heeft gebogen bestond uit 2 huisartsen, een medisch microbioloog, een medewerker van de afdeling Hygiëne en infectiepreventie, een SEH-arts, een medewerker van de dokterswacht en een arts infectieziekten bestrijding van de GGD. Ter illustratie het verhaal van de patiënt met tbc. Een uit Eritrea afkomstige man, die ruim een jaar in Nederland verblijft, wordt in verband met langdurig hoesten door de huisarts naar de radiologie verwezen. In de verwijzing wordt verdenking tbc niet genoemd. Preventieve maatregelen (mondkapje) zijn er niet. De thoraxfoto laat zien dat de patiënt mogelijk tbc heeft, hetgeen later wordt bevestigd. Later blijkt dat door dit contact één van de radiologie laboranten besmet is geraakt met een multiresistente tbc bacterie. Voor de betreffende laborant heeft deze zaak heel vervelende medisch (en psychisch) vervolg gekregen. De medewerkers van de radiologie vragen zich af hoe deze besmetting voorkomen had kunnen worden. De werkgroep heeft een aantal conclusies geformuleerd. • Met essentiële basishygiëne is besmetting te voorkomen • Het ontbreekt bij de werkers in de gezondheidszorg aan bewustwording en kennis • De basis van preventie is goede anamnese en communicatie bij de overdracht van patiënten: 1. Denk aan een besmettelijke ziekte (b.v. uitdroging bij gastro-enteritis) 2. Meldt een (mogelijke) besmettelijke aandoening bij insturen 3. Meldt een speciale setting (bv epidemie in verzorgingshuis). • Werkers in de gezondheidszorg moeten zelf alert zijn en maatregelen nemen. De werkgroep achtte het niet mogelijk om over het onderwerp een goede werkafspraak te maken. Wel zijn er een aantal actiepunten voorgesteld. • Organisatie van snelle relevante informatie aan de huisartsen en/of informatiepunt • Organisatie van scholing voor een betere bewustwording en meer kennis over besmettelijke ziekten
MUTATIES Huisartsen Nieuw:
Januari
Dhr. J. van Duijvenvoorde, HZCL, Leeuwarden Dhr. A. Daroga, HZCL, Leeuwarden Dhr. H.J. Dekens, HZCL, Leeuwarden Dhr. B. Vangronsvelt, HZCL, Leeuwarden Dhr. J.P. Lettinga, waarnemer, huisartsenpraktijk Diephuis, Hurdegaryp Dhr. T. Gerlings, waarnemer, huisartsenpraktijk De Bjirmen, Sexbierum (tm 01-05-13)
Specialisten MCL/MCL Harlingen Vertrokken: Januari Dhr. Dr. W.H.J. Kok, orthopedisch chirurg Nieuw: Januari Mw. G.J.A.M. Thielen, klinisch psycholoog Mw. F.H.M. van Vollenhoven, longarts Dhr. I.H. Brinkman, ziekenhuisapotheker
De huisartsen worden dringend verzocht waarnemers in de praktijk te melden bij het MCC
6
CAHAG BESTE ABSTRACT PRIJS voor ‘‘FRESH AIR UGANDA’’ project van Frederik van Gemert De eerste CAHAG (COPD en Astma Huisartsen Advies Groep) beste abstract prijs is uitgereikt aan Frederik van Gemert, huisarts in Harlingen voor zijn project ‘Fresh Air Uganda’. Reden om Frederik op te zoeken en te horen wat het project ‘Fresh Air Uganda’ is. ‘Fresh Air Uganda’ is een studie, uitgevoerd door een internationale projectgroep. Frederik heeft in een afgelegen gebied in Uganda met intensieve en enthousiaste begeleiding van een locaal onderzoeksteam een schat aan gegevens verzameld bij een grote groep mannen en vrouwen. Frederik is enkele jaren geleden enthousiast lid geweest van de werkgroep Astma/COPD. Nu is hij werkzaam als kaderhuisarts in Friesland. Vanwaar de belangstelling voor longgeneeskunde? Het co-schap longgeneeskunde en het beoefenen van bergsport hebben zijn interesse in longen gewekt. Ongeveer 5 jaar geleden heeft Frederik de kaderopleiding Astma/COPD gevolgd. Zijn belangstelling voor onderzoek in Afrika ontstond toen hij een jaar of drie geleden voor de zesde keer kleine dorpen in Uganda bezocht en de bevolking hem trots hun huizen lieten zien. In de hutten zonder ventilatie wordt gekookt op hout. Frederik zag veel hoestende mannen en vrouwen. Hij “wilde daar iets mee”. Hij startte met zoeken naar wat er in de literatuur bekend was over Astma en COPD in sub-Saharisch Afrika. In 150 publicaties werd wel Astma genoemd, maar geen COPD. Veel onderzoeken over koken binnenshuis en effecten op de gezondheid kwamen uit Azië (China en Nepal), Zuid Amerika en enkele studies uit Zuid-Afrika. Gegevens over het voorkomen van COPD in sub-Saharisch Afrika zijn er nauwelijks. WHO cijfers zeggen wel dat er wereldwijd 210 miljoen patiënten met COPD zijn. Op dit moment is COPD de vierde doodsoorzaak. Als er niets veranderd zal COPD in Afrika binnen 10 jaar derde doodsoorzaak worden, boven aids/HIV. In september 2011verscheen het eerste artikel van Frederik in het Primary Care Respiratory Journal: “the impact of asthma in COPD in sub-Saharan Afrika”. Behalve roken van sigaretten is het koken met biomassa brandstof (in Afrika vooral hout) waarschijnlijk een belangrijke oorzaak voor COPD en longontstekingen bij kinderen. Na de publicatie van het artikel besloot Frederik in samenwerking met de International Primary Care Respiratory Group (IPCRG), UMCG, LUMC en University of Makerere in Uganda onderzoek te gaan doen. Eerst een kwalitatief onderzoek om te zien hoe mensen op het platteland omgaan met longklachten. In het Masindi district in noordwest Uganda werden 10 dorpen gekozen en daarin groepen mannen, vrouwen en jongeren geïnterviewd (focus-group discussions). Mensen met longklachten zoals hoesten, werden vaak gestigmatiseerd. Men was bang dat deze personen besmettelijk waren. Zij woonden apart en hadden apart kookgereedschap. Van de 44 (met spirometer op zonenergie) onderzochte inwoners - kokers en rokers – hadden 12 personen COPD. Ruim 90% van de huishoudens op het platteland zijn afhankelijk van hout voor koken en warmte. In Uganda wordt ook veel gerookt: 35% van de mannen rookt.
7
Na dit eerste, kwalitatieve onderzoek voerde Frederik vervolgens een prevalentie onderzoek uit. Bij 600 inwoners -300 mannen en 300 vrouwen ouder dan 30 jaar- werden twee gevalideerde vragenlijsten (screening en biomassa brandstof gebruik) afgenomen en werd spirometrie verricht. Belangrijk voor het resultaat van dit onderzoek was, dat het werd uitgevoerd door lokale gezondheidswerkers die naar de mensen toegingen. Zij kenden de verschillende dorpen en spraken de dialecten. De lokale gezondheidswerkers werden getraind in het uitvoeren van spirometrie en het afnemen van de vragenlijsten. De CCQ (kwaliteit van leven vragenlijst) werd vertaald in de twee dominante talen: Swahili en Lunyoro. Dagelijks werden de gegevens ingevoerd in een database. Na vier maanden was het onderzoek afgerond. Er waren 578 betrouwbare spirometriën. Daaruit bleek dat 16,2% van de bevolking boven de 30 jaar COPD had. 50% van de vrouwen met COPD en 37% van de mannen met COPD waren tussen de 30 en 39 jaar. Het doel van cijfermatig inzichtelijk maken van het voorkomen van COPD is de overheid het probleem te laten zien zodat de overheid er wat aan kan gaan doen. Ook het beschikbaar zijn van medicatie (nu niet verkrijgbaar) zal via de overheid moeten gebeuren. Interventieprogramma’s, zoals het bouwen van eenvoudige schoorstenen door lokale mensen, kunnen dan worden gestart. Hoe nu verder? Verder met case finding: in de gezondheidscentra kunnen de verpleegkundigen met handspirometers een obstructie vaststellen en verwijzen naar het ziekenhuis of “healthcentre IV”, waar nu een spirometer aanwezig is (geschonken door ‘FRESH AIR UGANDA’). De hoop is dat men op dorpsniveau begrijpt dat mensen die hoesten en kortademig zijn niet besmettelijk zijn. En dat gezondheidswerkers begrijpen waarom zo veel mensen klachten hebben. En natuurlijk dat de bevolking bewust wordt van de relatie COPD-koken in niet geventileerde huizen. De ingang hierbij zijn de kinderen en hun toekomst. Frederik is nu bezig met een promotieonderzoek. Meer gegevens over zijn ‘FRESH AIR UGANDA’ project zijn te lezen op www.theipcrg.org Kijkt hij nu anders naar zijn patiënten? Nee, zijn patiënten kijken wel anders naar hem. Zeker nu in de wachtkamer de wanden zijn behangen met een serie foto’s van het onderzoek in Uganda.
Vooraankondiging:
OLDEHOVECURSUS 2013 AMELAND week 1:
2-3-4 oktober
week 2:
9-10-11 oktober
Thema’s:
Grenzen aan de zorg & Voeding en gezondheid
8