16e jaargang nummer 2
MCC NIEUWSbrief MAART 2015
REDACTIONEEL De tweede nieuwsbrief van dit jaar ligt voor u. Veranderingen in de zorg houden veel collega’s bezig. Maar er zijn ook nog gewoon inhoudelijk actieve werkgroepen. Naar aanleiding van het KNMG symposium “Be-SCHOUW-ing” in november vorig jaar heeft een werkgroep een regionale samenwerkingsafspraak over Lijkschouwing gemaakt. Het blijft een soms lastig onderwerp en de werkgroep hoopt dat de werkafspraak in de praktijk een houvast biedt. De al jaren actieve werkgroep Kwetsbare ouderen organiseert dit jaar weer een klinische les en wel: “Potpourri rond Dementie”, over samenwerking rond dementie. De werkgroep heeft daarover ook een werkafspraak gemaakt. Tijdens de les wordt de werkafspraak gepresenteerd. U kunt er nu alvast kennis van nemen.. Uiteraard mag u de beide werkgroepen voorzien van commentaar. Omdat het verschijnsel “eerstelijns verblijf” voor veel huisartsen onduidelijk was, in deze nieuwsbrief compacte informatie over huisartsenbed en eerstelijns verblijf. Mogelijk zijn afspraken nodig over het eerstelijnsverblijf (wie zorgt voor de patiënt: de huisarts of de specialist ouderengeneeskunde?). Enige tijd geleden zijn enkele huisartsen betrokken geweest bij de ontwikkeling van “BlijvendinBalans” (een programma voor gezond gewicht en gezonde leefstijl). Dit programma is nu gestart. Informatie over dit programma vindt u in deze nieuwsbrief. Het thema en inhoud van de Oldehovecursus krijgt vorm. Noteer de data in de agenda! En op korte termijn belangrijk: 9 april is er een avond over het ‘Meekijkconsult’, bestemd voor huisartsen én specialisten. In Maastricht is ervaring opgedaan met het gezamenlijk consult en met het meekijkconsult. Over de ervaringen met beide, vertellen collega’s uit Maastricht. MCC zaken Te ontwikkelen werkafspraken: “Afspraken bij retinale vaatocclusie” (nav de klinische les oogheelkunde), “Beleid rond blaaskatheters” en “Bijzondere resistente micro-organismen”. Werkgroepleden voor deze onderwerpen zijn zeer welkom!
INHOUD Lijkschouwing: werkschema………………….………………….. 2 - achtergrondinformatie …………………………………………….. 3 Transmurale agenda/Mutaties ………………………………….. 5 Samenwerking rond Dementie werkschema … ………………. 6 - Achtergrondinformatie …………………………………………… 7 Meekijkconsult: uitnodiging ………………………….………..… 8 Huisartsenbedden en eerstelijnsbedden ……………………... 9 BlijvendinBalans ………………………………………................ 10 Mededelingen ……………………………………………………… 11 ZorgDomein ………………………………………………………… 11 Klinische les huisartsassistenten/poh ………………………... 11 Oldehovecursus 2015 …..………………………………………… 12
Colofon MCC Leeuwarden Nieuwsbrief De nieuwsbrief van het MCC Leeuwarden wordt regelmatig toegestuurd aan alle huisartsen in het werkgebied van het Medisch Centrum Leeuwarden en alle specialisten, werkzaam in het MCL. Het Medisch Coördinerend Centrum Leeuwarden heeft als doel de samenwerking tussen huisartsen en specialisten te bevorderen. Redactieadres: MCC Leeuwarden, Postbus 888, 8901 BR Leeuwarden, tel (058) 286 60 51 e-mail:
[email protected]. Kopy graag sturen aan het redactieadres, zo mogelijk per e-mail.
WWW.MCCLEEUWARDEN.NL
1
2 < 18 jaar: NODO procedure
bij twijfel komt GGD
T
< 18 jaar NODO melding
overleg met GGD
huisarts schakelt GGD in
niet-natuurlijk overlijden
lijkvinding: onbekende datum overlijden en/of onbekende plaats
De dienstdoende forensisch arts van de GGD is altijd bereikbaar via telefoonnummer 088-2299229 Alle niet natuurlijke overlijdens (zie pag. 2) moeten worden gemeld bij de GGD. Bij iedere overledene bij wie de huisarts overleg met de GGD overweegt, doet de huisarts wat nodig is en rapporteert wat er is gedaan aan de GGD-arts.
huisarts meldt overlijden bij GGD (NODO melding)
normale procedure
huisarts overlegt met GGD
niet verdacht en verklaard
terminale patiënt, <18 jaar verwacht overlijden geen niet-pluisgevoel
EP
huisarts inventariseert situatie, kijkt naar - pupillen - aanwezigheid petechiën - lijkvlekken - lijkstijfheid - maakt zo mogelijk foto (smartphone; om situatie bij vinden vast te leggen)
verdacht:
huisarts breidt -naar eigen inschatting- basisschouw uit met checklist: - klopt verhaal met bevindingen - letsels/petechiën in ogen - inschatting tijd sinds overlijden (verloop lijkstijfheid, wel/niet wegdrukbare lijkvlekken)
huisarts verricht -naar eigen inschatting- beperkt onderzoek: - pols - pupillen - hoofd-hals (petechiën, blauwe plekken)
huisarts volgt gebruikelijke procedure
patiënt was ziek maar overlijden is onverwacht
terminale patiënt, >18 jaar verwacht overlijden geen niet-pluisgevoel
onverwacht en onverklaard overlijden geen voorafgaande ziekte
Huisarts komt bij overledene
N C
O
C
LIJKSCHOUWING
LIJKSCHOUWING Naar aanleiding van het KNMG symposium “Be-SCHOUW-ing” (november 2014) was er van huisartsenzijde de behoefte aan een handzame “werkinstructie” voor lijkschouw. Doel van de werkafspraak: met behulp van een overzichtelijk werkschema en achtergrondinformatie de huisarts een handvat bieden wat te doen als hij/zij in consult wordt geroepen bij een overledene. Dat gebeurt veelal in de diensten, waarbij de huisarts de overledene en de familie niet kent. Iedereen mag de dood constateren. Alleen bevoegde artsen mogen een verklaring van overlijden opstellen.
T
Een lijkschouw is een persoonlijk onderzoek door een bevoegd arts (behandelend arts, waarnemend arts, gemeentelijke lijkschouwer) waarbij deze door uitwendige onderzoek van het gehele lichaam van een overledene vaststelt - of de dood is ingetreden en zo ja - of er sprake is van een natuurlijke of een niet-natuurlijke doodsoorzaak - of er twijfel is omtrent de doodsoorzaak
EP
Voor het uitvoeren van een lijkschouw is bevoegd: - de behandelend arts: de arts die aan de overledene als laatste medische zorg heeft verleend en die in staat is geweest tijdens leven door middel van onderzoek tot een diagnose heeft kunnen komen (in dienstsituaties collega-huisartsen/specialisten) - gemeentelijke lijkschouwer/forensisch arts
N C
Bij een lijkschouw - vind onderzoek van het lijk plaats - vind onderzoek plaats naar de omstandigheden waaronder de dood intrad - vind onderzoek plaats van de medische voorgeschiedenis - wordt de doodsoorzaak vastgesteld (minimaal differentiatie tussen natuurlijk/niet natuurlijk overlijden/twijfel aan natuurlijk overlijden) - wordt een overlijdensverklaring afgegeven Natuurlijke dood = ieder overlijden dat het gevolg is van uitsluitend een spontane ziekte, ouderdom of overlijden ten gevolge van complicaties van medisch juist geïndiceerde en technisch juist uitgevoerde handelingen. Niet-natuurlijke dood = ieder overlijden dat (mede) het gevolg is van een uitwendig (fysisch of chemisch) geweld, ook wanneer dit niet door menselijk toedoen is veroorzaakt, alsmede overlijden waarbij sprake is van opzet of schuld (van de overledene of anderen).
O
Niet natuurlijke dood is: moord, doodslag, mishandeling de dood ten gevolge hebbende, ongeval, suïcide, euthanasie/hulp bij zelfdoding, overlijden door (apert) onjuist geïndiceerd, onjuist gedoseerd of technisch onjuist toegepaste medisch-, paramedisch- of verpleegkundig handelen Tot niet-natuurlijke dood hoort ook overlijden in herstelfase na geweld. De termijn speelt daarbij geen rol. Er kan ook sprake zijn van niet natuurlijke dood bij predisponerende factoren.
C
Bij een niet natuurlijk overlijden of bij twijfel aan natuurlijk overlijden moet de gemeentelijke lijkschouwer/forensisch geneeskundige direct de officier van justitie inlichten. Bij overlijden van een minderjarige moet worden overlegd met de gemeentelijke lijkschouwer/ forensisch geneeskundige (NODO = Nader Onderzoek DoodsOorzaak minderjarige) Lijkvinding: Als plaats en/of datum van overlijden met onvoldoende zekerheid zijn vast te stellen dan moet gemeentelijke lijkschouwer/forensisch geneeskundige en/of politie worden ingeschakeld. Lijkschouw door forensisch geneeskundige gebeurt bij: - lijkvinding - lijkschouw in kader van onderzoek bij (mogelijk) niet-natuurlijk overlijden: misdrijf, suïcide, ongeval, euthanasie, overlijden na medische fout - bij natuurlijk overlijden waarbij betrokkene geen huisarts of behandelend arts heeft
3
T
Post mortale verschijnselen: zeer vroege: seconden-uren post mortem: ogen, huid, spieren vroeg: tot 12 uren post mortem.: afkoeling (algor mortis), lijkvlekken (livor mortis), lijkstijfheid (rigor mortis) Lijkstijfheid begint 1-2 uur post mortem, is maximaal na 6-12 uur en is opgeheven na ongeveer 3 dagen Lijkvlekken zijn uitzakkingen van bloed in laagst gelegen lichaamsdelen. Intravasculair zijn ze wegdrukbaar (12-24 uur post mortem), extravasculair zijn ze niet meer wegdrukbaar en niet meer mobiel. Helderrode lijkvlekken zijn zichtbaar bij intoxicaties, koolmonoxide, cyanide en bij koude. latere verschijnselen Postmortale verschijnselen kunnen in presentatie verschillen door omgevingsfactoren. Bij hogere temperatuur is er een snellere voortschrijding van veranderingen. Bij lagere temperatuur zal het proces van ontbinding minder snel gaan.
EP
Inschakelen forensisch geneeskundige: Als de huisarts twijfels heeft bij een lijkschouw en de forensisch arts van de GGD inschakelt, dan kan de forensisch geneeskundige in bepaalde situaties alléén komen. In het algemeen zal de forensisch arts samen met politie en forensische opsporing komen. De huisarts dient de familie hierover te informeren. PM: bij overleg/inschakelen van forensisch arts maakt de huisarts melding van bij onderzoek veroorzaakte veranderingen aan lijk en/of omgeving. Zo mogelijk beginsituatie documenteren met een foto.
N C
Als na overleg van de huisarts met de forensisch arts geconcludeerd wordt dat het een natuurlijk overlijden betreft, dan maakt de huisarts de overlijdensverklaring op (A- en B-verklaring). De huisarts maakt van dit overleg een aantekening in het dossier. Een aantekening van het overleg in de overlijdensverklaring is alleen nodig bij overlijdens < 18 jaar. De forensisch geneeskundige meldt een lijkschouw bij de huisarts/dokterswacht. Gevraagd kan worden in de acute situatie aandacht te schenken aan de omgeving of nazorg door de huisarts aan de nabestaanden.
O
Obductieaanvraag door de huisarts Bij een obductie wordt gezocht naar de oorzaak van overlijden. Bij jonge mensen (< 50 jaar) die plotseling overlijden kan een obductie belangrijk zijn vanwege de consequenties voor kinderen en familie, om antwoorden te kunnen geven op vragen die later komen en voor de nazorg. De huisarts kan een obductie voorstellen (zie de werkafspraak “Obductieaanvraag door de huisarts”).
C
ICPC Codering A96 Dood/overlijden A96.01 Natuurlijke dood A96.02 Onnatuurlijke dood
Samenstelling werkgroep: dhr. R. Boorsma, patholoog Pathologie Friesland; dhr. E.A.E. Graff, huisarts; mw. J.A. Klatter, huisarts; dhr. P. Tan, forensisch geneeskundige GGD Friesland; mw G.J. Vermeer, medisch coördinator MCC Leeuwarden Maart 2015
4
AGENDA TRANSMURALE ACTIVITEITEN
Mei
April 7 8 8 9
19 Transmurale commissie
Medische publieksacademie: Bekkenbodem Vergadering regiodokters en Friese MCC’s Nascholing huisartsassistenten (Harlingen) ‘Het Friese meekijkconsult’
20.00 - 22.00 uur; Vlietkamer
26 Medische publieksacademie: Huidkanker 28 Klinische les: Reumatologie 17.30 - 20.00 uur; Auditorium
17.30 - 21.00 uur; de Tjongerschans Heerenveen
23 Klinische les: Revalidatie
Juni
17.30 - 20.00 uur; Auditorium
25 Klinische les: Seksuologie 17.30 - 20.00 uur; Auditorium
MUTATIES Huisartsen Vertrokken: Januari April
Dhr. M.E. Wiersma (De Westereen) heeft zijn praktijk overgedragen (blijft nog werkzaam) Mw. M.A.J. Diephuis (Hardegarijp) heeft haar praktijk overgedragen Dhr. J. Begeman (GC Camminghaburen) heeft zijn praktijk overgedragen
Nieuw: Januari April
Dhr. A. Al Suhairy, opvolger huisarts Wiersma Mw. S. Mebus-Koopman en mw. J. Tjerkstra, opvolgers huisarts Diephuis Mw. S. van der Schaaf, opvolger huisarts Begeman
Specialisten MCL/MCL Harlingen Vertrokken: Januari Februari Maart April
Mw. Dr. J.R. Bottema, anesthesioloog Dhr. J. Uitentuis, kinderarts Mw. S. van der Singel, GZ-psycholoog Dhr. J. Apers, bariatrisch chirurg Mw. S Visser, GZ-psycholoog
Nieuw: Februari
Dhr. U.S. Wiersma, MDL-arts
5
SAMENWERKING rond DEMENTIE Patiënt met geheugenproblemen
alarmsignalen bij derden (buren, familie, politie, buurtwinkel etc.)
alarmsignalen bij familie
Alarmsignalen bij partner
sociale wijkteam
Huisarts huisarts heeft regie
T
wijkverpleegkundige
>70 jaar geen twijfel over dementie profiel passend bij M. Alzheimer geleidelijk beloop geen medicamenteuze behandeling van dementie gewenst.
O
N C
< 70 jaar diagnostische onzekerheid verdenking onderliggende behandelbare oorzaak o.b.v. bevindingen bij onderzoek knik in cognitief functioneren snelle progressie cognitieve stoornissen cognitief profiel niet passend bij M. Alzheimer evt. medicamenteuze behandeling dementie gewenst (wens tot) second opinion
EP
Diagnostiek: - ernst en oorzaak diagnostiek - zorg-diagnostiek
C
huisarts verwijst altijd naar geheugenpoli voor diagnostiek
e
huisarts kiest voor 1 lijns route: - (Hetero)anamnese, algemeen lichamelijk onderzoek, neurologisch en psychiatrisch onderzoek, cognitieve screeningstesten en lab onderzoek (altijd Hb, BSE/CRP, glucose, TSH, kreatinine; op indicatie B1, B6, B12, foliumzuur, Na, K, Ca) - Bespreking van patiënt in MDO van huisarts, poh kwetsbare ouderen en specialist ouderengeneeskunde - Verdere diagnostiek door so en/of psycholoog e
Of 2 lijns route: voor diagnostiek geheugenpoli klinische geriatrie Altijd de minimale set uit de CBO en NHG: anamnese, heteroanamnese, LO en lab Geen diagnostiek bij gevorderde dementie, hoge leeftijd, ernstige co-morbiditeit
Na afronding ernst- en oorzaakdiagnostiek en opstarten zorgdiagnostiek biedt huisarts, klinisch geriater of specialist ouderengeneeskunde verdere zorgdiagnostiek en begeleiding door wijkverpleegkundige of TinZ aan
Casemanager TinZ neemt bij aanmelding contact op met de huisarts en onderhoudt contact met huisarts. Organisatie MDO is mogelijk. huisarts houdt regie/eindverantwoordelijkheid Casemanager TinZ onderhoudt contact met verpleegkundig consulent van de geheugenpoli, telefonisch, per mail of bij aangesloten patiënten via geheugenpoli-online
6
T
Samenwerking met TinZ TinZ leidt toe naar zorg, kan ondersteuning bieden, maar géén crisisinterventie. Gang van zaken: De klinisch geriater meldt in brief naar de huisarts dat patiënt is aangemeld bij TinZ. De patiënt geeft met een ondertekende verklaring toestemming aan TinZ voor het vastleggen van gegevens en uitwisseling van gegevens met andere hulpverleners. Bij aanmelding neemt de casemanager van TinZ contact op met de huisarts voor aanvullende informatie en overleg. De casemanager van TinZ onderhoudt regulier contact met de huisarts (en andere betrokkenen) en e bericht de huisarts na het 1 bezoek, bij veranderingen en bij overbelasting van de mantelzorg. TinZ streeft naar een koppeling van een casemanager met een vaste groep huisartsen. In spoedsituaties is er telefonisch contact tussen huisarts en casemanager TinZ De huisarts kan een patiënt aanmelden bij TinZ met behulp van het aanmeldingsformulier op de website van TinZ (www.tinz.nl). Het ingevulde formulier kan naar TinZ worden gefaxt of gemaild. Als er weinig problemen zijn dan treedt TinZ naar de achtergrond.
EP
Samenwerking met specialisten ouderengeneeskunde Er zijn samenwerkingsverbanden van huisarts met specialist ouderengeneeskunde. Er zijn MDO’s van huisarts, praktijkondersteuner kwetsbare ouderen, wijkverpleegkundige en specialist ouderengeneeskunde waarin kwetsbare ouderen worden besproken. Eerste diagnostiek bij beginnend dementeren kan worden verricht in de thuissituatie door de specialist ouderengeneeskunde en/of psycholoog. Indien verdere klinische diagnostiek nodig is, vindt verwijzing plaats naar de klinische geriatrie.
N C
Samenwerking met klinische geriatrie Als de diagnose dementie is gesteld op de geheugenpoli dan wordt de patiënt gevolgd via het verpleegkundig spreekuur geriatrie. Dit ter evaluatie van eventuele medicatie voor dementie, progressie van de dementie en ontwikkeling van neuro-psychiatrische symptomen bij dementie. De verpleegkundig consulent geriatrie heeft contact met TinZ, telefonisch, per mail of via Geheugenpolionline. Geheugenpoli online is een digitale service van de geheugenpoli klinische geriatrie van het MCL. Het bestaat uit een persoonlijk online dagboek, opgebouwd uit een medicatiedossier, voortgangsrapportage, vragenlijsten, e-consult (voor vragen aan de poli) en een kennisbank. Aangesloten (contactpersonen van) patiënten kunnen via Geheugenpoli-online op snelle en gemakkelijke wijze contact onderhouden met de verpleegkundig consulenten, verpleegkundig specialisten en klinisch geriaters van de geheugenpoli en soms ook met de casemanager van TinZ. Patiënten > 70 jaar bij wie de in het schema onder < 70 jaar genoemde criteria gelden kunnen worden verwezen naar de klinisch geriater
O
Als een patiënt met dementie intercurrente somatiek ontwikkelt, dan kan laagdrempelig overlegd worden met de klinisch geriater, zeker als de vraag rijst of opname in het ziekenhuis gewenst is. Ook indien er een verdenking is op een delier en bij screenend onderzoek door de huisarts wordt geen focus vastgesteld en/ of patiënt is ziek, kan laagdrempelig contact gezocht worden met de klinisch geriater.
C
Samenwerking met GGZ-ouderen Ambulante begeleiding bij een combinatie van dementie en psychiatrische co-morbiditeit hoort thuis bij de GGZ-ouderen. ICPC Codering P70 Seniele dementie/Alzheimer P70.01 Ziekte van Alzheimer P70.02 Multi-infarct dementie Literatuur: NHG-Standaard Dementie, 2012 CBO richtlijn dementie, 2014 Verwijsprotocol TinZ Samenstelling werkgroep: mw. M.S.J. Blaauw, klinisch geriater; dhr. C.G. Iest, huisarts; mw. M.J. van Leeuwen, huisarts; mw. M.J.T. Tijkotte, specialist ouderengeneeskunde; mw. E. Schraa, manager TinZ; mw. S. Vossenberg-Postma, specialist ouderengeneeskunde; mw. G.J. Vermeer. Medisch coördinator MCC Leeuwarden februari 2015
7
Uitnodiging:
Het Friese meekijkconsult
Datum: 9 april van 17:30 tot 21:00 Plaats: Heerenveen, Ziekenhuis de Tjongerschans In verschillende regio’s van Friesland hebben specialisten en huisartsen plannen voor het opzetten van meekijkconsulten. In de praktijk blijkt dat er onder huisartsen en specialisten veel vragen zijn over het nut en de concrete uitwerking en mogelijkheden van het meekijkconsult. Huisartsen en specialisten in Maastricht zijn al een paar jaar bezig met de ontwikkelingen rondom het meekijkconsult. Daar is inmiddels veel ervaring opgedaan met meekijkconsulten en is er ook onderzoek naar gedaan. Welke ‘lessons learned’ kunnen wij meenemen in de opzet van het meekijkconsult in Friesland? Wij zijn erg blij dat we op korte termijn een aantal sprekers uit Maastricht bereid hebben gevonden hun kennis en ervaringen met ons te delen. Het eerste plenaire deel van de avond staat in het teken van kennisoverdracht vanuit Maastricht. In het tweede deel van de avond willen we per regio met de huisartsen en specialisten in gesprek over de invulling van het Friese meekijkconsult.
De avond wordt georganiseerd door Dokterszorg Friesland, hieraan zijn geen kosten verbonden.
Programma 17:30 - 18.00 uur 18:00 - 18.15 uur 18:15 - 18.40 uur
18:40 - 19.00 uur
19:00 - 19.20 uur 19:20 -19.45 uur 19.45 -20.45 uur
20:45 uur
inloop, broodjes en een warme snack Welkom en aanleiding van deze avond Karin Groeneveld, huisarts Algemene inleiding over de noodzaak om een gezamenlijke visie te hebben op duurzame inrichting van de zorg Guy Schulpen, directeur ZIO Evaluatie van de pilot anderhalvelijns zorg en uitdagingen en inrichting van het onderzoek Stadspoli Sofie van Hoof (PDH) en Marieke Spreeuwenberg (professor assistent HSR) Succesfactoren voor realisatie Stadspoli Maastricht Ronald Meerlo, projectmanager/adviseur ZIO Pauze Workshop per regio Welke voordelen van de regio kunnen we benutten, welke vragen leven er, welke hindernissen worden er gezien, wat moet er terug komen in het plan? Afronden en borrel
U kunt zich aanmelden via e-mail:
[email protected] vóór 2 april 2015
8
Huisartsenbedden en eerstelijnsbedden Per 1 januari is er naast de mogelijkheid van het “huisartsenbed” ook de mogelijkheid van een kortdurend eerstelijnsverblijf. Bij een huisartsenbed (in een verpleeghuis) vraagt de huisarts opname aan (belt klant-adviescentrum van betreffende organisatie). De huisarts heeft de (medische) zorg voor de patiënt. In de praktijk wordt de zorg in AWN overgenomen door de specialist ouderengeneeskunde. De huisarts kan de specialist ouderengeneeskunde in consult vragen en de huisarts kan de so ook vragen de behandeling over te nemen. Verblijf in een huisartsenbed kan maximaal 3 weken.
Eerstelijns verblijf (eveneens in een verpleeghuis) is mogelijk als er behoefte is aan geneeskundige zorg zoals die door de huisarts wordt geboden en deze zorg thuis niet verantwoord kan worden geleverd. Er zijn 3 varianten eerstelijnsbedden: - eerstelijnsverblijf basis (overeenkomend met vroegere ZZP 3) - eerstelijnsverblijf intensief (overeenkomend met ZZP 6) - palliatief terminale zorg Een eerstelijnsverblijf is maximaal 3 maanden mogelijk (uitgezonderd de palliatieve variant). De huisarts kan de medische zorg overdragen aan de specialist ouderengeneeskunde. Als specialistische zorg nodig is of als terugkeer naar de eigen omgeving op korte termijn niet mogelijk is, dan is een eerstelijns verblijf niet aangewezen. Beschikbare opties: zie schema spoedopname van kwetsbare oudere (www.mccleeuwarden → Transmurale Map → Kwetsbare ouderen → spoedopname)
Indicatiecriteria voor een eerstelijns verblijf: -
De aanvraag voor eerstelijnsverblijf basis: hulp nodig bij binnenshuis verplaatsen en transfers en bij tenminste wassen, kleden en toiletgang. eerstelijns verblijf intensief: naast de indicaties zoals bij de basis vorm, heeft cliënt ernstige beperkingen en is de problematiek zo complex dat coördinatie, regie en supervisie van een multidisciplinair team nodig is. De specialist ouderengeneeskunde is betrokken.
een eerstelijns verblijf moet worden ingediend bij het CIZ (tot 2016) Aanvrager kan zijn: de huisarts of transferpunt.
Procedure bij aanvraag eerstelijns verblijf door de huisarts Doel van de opname moet duidelijk zijn: - Is doel aansterken: dan kortdurend eerstelijns verblijf in de variant “basis” of “intensief” (bij intensief is er een behandelcomponent) Randvoorwaarde is dat het wijkteam/de wijkverpleegkundige aangeeft dat het niet meer gaat thuis (dus signaal vanuit familie is onvoldoende) - Is doel revalideren: dan GRZ (geriatrische revalidatiezorg). Dit zullen uitzonderingen zijn. Indien de huisarts een patiënt wil insturen voor kortdurend eerstelijns verblijf: - Huisarts stemt af met de patiënt. - Als de patiënt akkoord gaat, dan geeft de huisarts de contactgegevens door aan het betreffende klantcontact/adviescentrum van de aanbieder mét diagnose op basis waarvan het eerstelijns verblijf geïndiceerd is. - De aanbieder neemt contact op met de patiënt en maakt de benodigde administratie in orde samen met de patiënt volgens een vast format “subsidieregeling” voor CIZ (aanwezig bij klantcontactcentrum van de aanbieder) en de handtekening van de patiënt onder de aanvraag - Opname volgt. De regelgeving staat overdracht van huisarts naar specialist ouderengeneeskunde toe. Er zijn huisartsen die een Portero account hebben (zeldzaam). Zij kunnen zelf de aanvraag verzorgen.
9
Als het Transferpunt het eerstelijns verblijf regelt, dan bericht de verpleegafdeling de huisarts. De huisarts kan dan ofwel zelf de zorg op zich nemen ofwel de huisarts vraagt de SO de zorg over te nemen. Aanbieders eerstelijns verblijf Friese Wouden;
[email protected] Noorderbreedte;
[email protected] Palet;
[email protected] Pasana;
[email protected] Interzorg;
[email protected] Zuid-West;
[email protected] Plantein;
[email protected] Voor LHV-leden is de ‘Praktijkkaart Ouderenzorg’ te downloaden via: lhv.nl/ouderenzorg
BlijvendinBalans Eind vorig jaar is BlijvendinBalans van start gegaan. Een nieuw programma voor een gezonde leefstijl en een gezond gewicht. Overgewicht speelt bij veel aandoeningen een rol. BlijvendinBalans zou dan een aanvulling kunnen zijn op de al bestaande behandeling. BlijvendinBalans is ontwikkeld door Stichting LIMIS, een in het Medisch Centrum Leeuwarden gevestigde onafhankelijke stichting. Van oorsprong is LIMIS een landelijk opleidingsinstituut voor minimaal invasieve chirurgie , maar inmiddels is het een instituut dat zich bezighoudt met innovaties in de zorg (www.limis.org). Wat is BlijvendinBalans? Zie ook www.blijvendinbalans.nl BlijvendinBalans is een volledig online zelfhulp programma, gebaseerd op een combinatie van eet- en beweegadviezen en psychologische begeleiding ( GLI: gecombineerde leefstijl interventie). Mensen kunnen met het programma, in hun eigen omgeving zelf kiezen hoe ze hun leven inrichten om een gezond gewicht te bereiken en te behouden. Het programma geeft adviezen, gebaseerd op de persoonlijke situatie en het gedrag van de deelnemer. Interactie vindt volledig plaats via de website en deelnemers kunnen contact hebben met andere deelnemers om elkaar te ondersteunen en ervaringen uit te wisselen. Ook zitten er in het programma een aantal educatieve games. Via de website www.blijvendinbalans.nl kunnen geïnteresseerden zich oriënteren en aanmelden. In de aanmeldprocedure is ook sprake van een medische vragenlijst. In bepaalde gevallen wordt mensen geadviseerd om eerst contact met hun arts op te nemen, voordat met het programma gestart kan worden. Het kan dus zijn dat uw patiënten zich bij u melden om te overleggen op welke wijze ze aan BlijvendinBalans mee kunnen doen. Deelname kan via het nemen van een abonnement, voor minimaal 3 maanden. De kosten zijn dan 15 euro per maand. Voor een langere periode wordt korting aangeboden. Verzekeraars vergoeden het programma nog niet. Maar met De Friesland Zorgverzekeraar is er wel een afspraak dat verzekerden BlijvendinBalans 3 maanden gratis krijgen aangeboden via het ‘Fan van Fit’ programma. Interesse? Wanneer u meer informatie wilt ontvangen over het programma of vragen heeft, kunt u contact opnemen met Kris Bulder (
[email protected]). Het is ook mogelijk om patiënten folders aan te vragen die u mee kunt geven aan geïnteresseerden of om in de wachtkamer te leggen.
10
Formulier Bericht van overlijden van huisarts aan het ziekenhuis Naar aanleiding van het bericht in de vorige nieuwsbrief ter aanvulling: Bij de patiëntenadministratie wordt alleen gekeken of er openstaande poli-afspraken staan en wordt de assistente gevraagd deze te verwijderen. Als er op het bericht van overlijden opmerkingen staan (bv bij welke specialisten patiënt bekend was) dan wordt het overlijden doorgegeven aan de betreffende poli-assistentes. De specialist wordt dus niet automatisch geïnformeerd. Als de specialist zou bellen met de huisarts en het dossier bij de hand heeft, dan ziet de specialist in het dossier dat patiënt is overleden. Advies: Als de huisarts wil dat de specialist geïnformeerd wordt, dan is de meest directe oplossing dat de huisartsassistente de assistente van de specialist telefonisch bericht.
ZorgDomein
Incidenten na spoedverwijzing zonder ZD-verwijzing Bij een spoedverwijzing wordt vaak geen ZorgDomein-verwijzing (na)gestuurd. Daardoor kan essentiële informatie in het ziekenhuis niet beschikbaar zijn. Soms leidt dit tot incidenten. Een mogelijkheid om deze, voor betrokkene vervelende, incidenten te voorkomen, is dat in het telefonisch contact van huisarts met specialist de specialist de huisarts vraagt ook een ZD-verwijzing te maken. In de dienst kan de huisarts het verslag van het consult nasturen. Dit laatste in afwachting van de mogelijkheid om via ZD van HAP naar SEH te verwijzen.
Voor vragen/informatie over Zorgdomein: Joke Kuperus (coördinator) T: 7395; E:
[email protected] of Gerda Vermeer T: 6051; E
[email protected]
Klinische les Longkanker
Speciaal voor doktersassistentes en praktijkondersteuners
Datum
Woensdag 8 april 2015
Tijd
19.15 – 21.00 uur
Plaats
Patio MCL Harlingen
Doelgroep
Doktersassistentes, praktijkondersteuners en verpleegkundig specialisten van huisartsen
Longarts
Dr. B.J.W. Venmans
Achlumerdijk 2
Aanmelding (vóór 6 april) en/of vragen: E:
[email protected]/T: 0517-499881 Deelnemers ontvangen een verklaring van deelname aan deze klinische les
11
Oldehovecursus 2015
week 1: 30 sept-1-2 oktober week 2: 7-8-9 oktober
‘Lijntje snuiven’ Thema’s: Donderdag: Anderhalvelijnszorg Vrijdag:
Verslaving en psychiatrie
Organisatiecommissie 2015 dhr. R.P. Boontje, kinderarts dhr. K. Hermsen, huisarts dhr. S. Koopal, chirurg dhr. J.R. Lievense, huisarts mw. S.A. Menkveld-Patist, SEH-arts mw. dr. D.A.M. Perquin, gynaecoloog
dhr. J.K. Riedé, huisarts mw. T. Schuur, klinisch geriater dhr. F. Venema, huisarts dhr. P.J. ten Wolde, huisarts mw. G.J. Vermeer, medisch coördinator MCC
12