NIEUWSBRIEF
Maart 2015
Geachte relatie, Wat zijn interessante nieuwe gezichtspunten voor ondernemers met betrekking tot een aantal maatschappelijke ontwikkelingen? In deze nieuwsbrief bespreken we er een aantal. Crowdfunding is een fenomeen dat zich begint te nestelen in de Nederlandse industrie. Met name het mkb kan hiervan gebruik gaan maken. De energiesector heeft een aantal spelers die ‘de boot wellicht gaan missen’. Verzet tegen nieuwe marktconcepten heeft geen zin meer, want burgers en bedrijven creëren hun eigen markt. Het roer moet nu echt om. En dat geldt voor vele andere sectoren. Zo krijgen bijvoorbeeld installateurs steeds meer de rol van adviseur en delen adviseurs ook steeds meer in het risico dat verbonden is aan de invoering van hun advies etc. Kortom, stel de samenwerking met uw opdrachtgever centraal en doe dat bij alle partijen die bij de opdracht betrokken zijn. Ook de spoorvervoer sector kenmerkt zich door grote traagheid in de besluitvorming. Het spanningsveld tussen politiek en staatsbedrijf wordt goed beschreven aan de hand van de ontsporing op tien wissels in het boek ‘De Ontsporing’. Een dergelijke ontsporing staat niet op zichzelf en is van alle tijden zoals blijkt uit het boek ‘Onbehagen in de polder’. Als de grotere bedrijven en instellingen geen betere en snellere resultaten kunnen leveren dan misschien het mkb en ZZP’ers? Volgens Henk Volberda scoort Nederland hoog op het onderdeel competiviteit, maar dat komt niet door ZZP’ers. Enkele opvallende politieke ontwikkelingen. D66 wil speciale faciliteiten voor startende ondernemers. De PvdA wil de uitwassen bij investeerders aanpakken. En de EU maakt zich nu sterk voor betere financieringsmogelijkheden voor het mkb! Voor het voortbestaan van bedrijven is het belangrijker om te investeren in strategische wendbaarheid dan in het bedenken van Uber-achtige disruptieve innovaties. Die wendbaarheid is te bereiken door het oude los te laten. Nogal wat bedrijven verkeren in moeilijkheden. Een van de manieren om dan toch verder te gaan bespreken we verderop in deze nieuwsbrief. De praktijk worstelt namelijk met de Pre-pack. Welke eisen worden gesteld aan de beoogd curator? Welke rol heeft hij en hoe verkoop je een bedrijf in stilte? In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de concept-praktijkregels van de Vereniging Insolventierecht Advocaten. Meer in het bijzonder wordt ingegaan op de verkoop van de onderneming. Activa-passiva transacties zijn lastig, vooral bij de overname van personeel is voorzichtigheid op z’n plaats. Tenslotte, ook de markt voor bedrijfsovernames ontkomt niet aan de globalisering en wordt steeds internationaler. Naar aanleiding van bovenstaande inleiding, hebben we de volgende artikelen voor u op een rijtje gezet: • Bedrijfsprofielen van te koop aangeboden bedrijven & gevraagde bedrijven • Dit worden de crowdfunding trends van 2015 • Wie wil crowdfunden, moet nu toeslaan • Utilities sector ontkomt niet aan radicale keuzes • De Ontsporing: reconstructie van het fiasco Fyra • Onbehagen in de polder; Nederland in conflict sinds 1795 • Welvaart nekt ondernemerschap, ZZP’ers dragen niet bij aan groei en innovaties • D66 wil aparte rechtsvorm voor start-ups • Tem de roofdieren van de financiële sector • EU zet eerste stap naar kapitaalmarktunie • Strategische wendbaarheid wint het van disruptieve innovatie • Wendbaarheid in organisaties = wendbaarheid in je hoofd! • Samenwerking tussen verkoopbemiddelaar en curator bij Pre-pack 1
NIEUWSBRIEF • •
Maart 2015
Overgang van onderneming of toch niet? Internationale bedrijfsovername steeds interessanter
Heeft u vragen over bovenstaande onderwerpen of suggesties voor onze nieuwsbrief, of wilt u zich aanmelden? Laat het ons weten via
[email protected] of bel naar 078 69 909 75. Met vriendelijke groet,
Kees Boodt
Bedrijfsprofielen van te koop aangeboden bedrijven & gevraagde bedrijven Te koop aangeboden bedrijven: · Beleggingsobject op A-locatie · Diverse machinefabrieken · Handels- en servicebedrijven, meetinstrumenten, warmtewisselaars en mengers · Prefab betonwapeningsbedrijf · Productie- en onderhoud procesbesturingssystemen · Productiebedrijf componenten en installaties voor de basisgrondstoffen van productiebedrijven · Schildersbedrijf Gezochte bedrijven: · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
Aannemer bouw Aannemer bouw met projectenportefeuille Aannemer kleinschalige baggerwerkzaamheden Activa transactie in metaalindustrie Advies- en trainingsbureau Bedrijf in verpakkingsmachines Bedrijf in lasmachines en toebehoren Beveiligings- en bewakingsdiensten Constructiebedrijf Groeier in gezondheidszorg Handelsbedrijf E-instrumentatie & installatiebedrijf Handelsbedrijf flenzen en fittingen Handelsbedrijf hand- en elektrische gereedschappen Handelsbedrijf lasmachines en toebehoren Handelsbedrijf RVS profielen en plaatstaal Handelsbedrijf werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen Handelsvertegenwoordiging technische materialen en instrumenten t.b.v. industrie Handels- en distributiebedrijf promotieartikelen Handels- en of productiebedrijf bedrijf food Handels- en of productiebedrijf bedrijf metalen producten Handel en/of productie waterzuiveringen Handel en/of productie-apparaten olieindustrie Handel en/of verhuurbedrijven B-2-B HVAC-installateur West- of Oost-Nederland
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · 2
Installatiebedrijf duurzaam Installatiebedrijf electrotechniek Installatiebedrijf werktuigbouw Installatiebedrijf procescontrol en besturing Installatiebedrijf Oost-Nederland Installatiebedrijf regio Amsterdam Koel technisch bedrijf food Kraanbouwer Lasbedrijf Loonwerkersbedrijf met baggertechnische ervaring Logistiek dienstverlener (exceptioneel vervoer) Machinale werkplaats Naar Azië verplaatsbare productieactiviteiten of bedrijfje Olie- of gasgerelateerde bedrijven Onderhoudsbedrijven metaal/electro/bouw Onderhoudsbedrijf pompen Producent plaatwerk Producent kunststofproducten (spuitgieten) Producent metaal en kunsstoffen Productie en servicebedrijf Productiebedrijf RVS meubilair Scheepsbouw Spreaders voor containers Tandwiel(kasten) producent Toeleverancier scheepsbouw, baggerindustrie en offshore industrie Transportbedrijf (bijzonder) Uitzendbureau / detacheringsbedrijf Verfproducent
NIEUWSBRIEF · · · · · ·
ICT-bedrijven, zoals hardware- en automatiseringsbedrijven Ingenieursbureau bouw Ingenieursbureau machinebouw Ingenieursbureau mechatronica Ingenieursbureau systemen Installatiebedrijf beveiligingsinstallaties
Maart 2015 · · · · · ·
Verhuisbedrijf Verhuurbedrijf aannemersmaterieel Verkoop, verhuur, service vorkheftrucks Waterbehandelingsbedrijf Werving & Selectie en detachering techniek Zakelijke dienstverlener bouwkosten beheersing.
Op onze website www.boodt.com vindt u gedetailleerde bedrijfsprofielen van zowel te koop aangeboden als gevraagde bedrijven.
Dit worden de crowdfunding trends van 2015 Slimme ondernemers die op zoek zijn naar extra financieringsruimte weten steeds vaker de weg te vinden naar crowdfunding. Nederland kent inmiddels al tientallen platforms, waarop ook bedrijven in allerlei sectoren investeerders persoonlijk kunnen bij hun zaak betrekken. De opbrengst van 2013 wordt dit jaar verdubbeld. Wat betekent dit voor 2015? Zeker 60 miljoen in 2014 De recente ontwikkelingen worden op de voet gevolgd door Simon Douw van crowdfunding adviesbureau Douw & Koren, dat ondernemers begeleidt in deze vorm van financieren. "Officiële cijfers over 2014 hebben we nog niet, maar we verwachten dat het totaalbedrag aan crowdfunding dit jaar zeker de 60 miljoen euro overschrijdt. En komend jaar stijgt dat verder door naar zo'n 100 miljoen. De reden daarvoor is dat deze manier van financiering steeds meer bekendheid krijgt. Meer ondernemers zien dat dit een oplossing is die werkt. De kennis neemt toe en er zijn genoeg manieren om er praktisch mee aan de slag te gaan." Ook lokale ondernemers Het beeld dat alleen hippe, snelle en online georiënteerde ondernemers iets aan crowdfunding hebben, is onterecht, meent Douw. "We zien steeds meer verschillende soorten ondernemers participeren. Dat zijn niet alleen de hippe online startups, maar net zo goed traditionele bedrijven. Steeds vaker zien we ook lokale ondernemers, die het vaak lastig vinden om werkkapitaal te verzamelen. Denk bijvoorbeeld aan een accountantskantoor dat krediet zoekt voor een nieuw te openen vestiging of echte B2B-bedrijven die producten maken." Om verschillende redenen komt crowdfunding steeds vaker ook bij deze ondernemers in het vizier. "Voorheen ging het vooral om de kleine financieringsaanvraag waarin de bank niet geïnteresseerd was. Je ziet dat de horeca bij de banken vaak voor een dichte deur staat. Crowdfunding levert echter zoveel meer op. Het is namelijk veel leuker om direct met mensen zaken te doen en hen te betrekken bij je bedrijfsvoering. De belangrijkste reden van crowdfunding is echter dat een bedrijf het zinvol vindt om ambassadeurs te creëren, niet per se omdat er direct geld nodig is, maar gewoon om de participatie te bevorderen. Dat maakt crowdfunding tot een uiterst goede marketingtool." Stapelfinanciering Wat gaat er in 2015 veranderen? "Het nieuwe toverwoord is stapelfinanciering. Vroeger was crowdfunding een vreemde eend in de bijt, maar tegenwoordig wordt het steeds vaker als normaal gezien om financiering bij verschillende bronnen te zoeken: men start met crowdfunding en gaat pas daarna voor een lening naar de bank en private equity. Die trend zet door. Tot nu toe zien we vooral start-ups crowdfunden, maar bestaande bedrijven sluiten steeds meer aan. Komend jaar is die verhouding ongeveer 50/50." Soorten crowdfunding In Nederland heeft crowdfunding flink de wind in de zeilen. "Bij ons gaat het erg goed, zeker vergeleken met België. Maar ook in Duitsland en Groot-Brittannië loopt het aardig. Nederland blinkt daarbij uit in de verscheidenheid aan soorten van crowdfunding. Pre-sale bijvoorbeeld (waarbij iedereen die meedoet een eindproduct krijgt), maar ook diverse leningen, crowdfunding met aandelen en met converteerbare leningen. Voor het komend jaar verwachten we dat op alle fronten de groei flink doorzet. Waarom? 3
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
Crowdfunding past bij onze Nederlandse volksaard: wij starten graag een project op samen met anderen. En participeren kan vaak al voor twintig euro." Bron: De Zaak
Wie wil crowdfunden, moet nu toeslaan Als je plannen hebt om je onderneming te crowdfunden, moet je nu toeslaan, stelt groeistrateeg Annegien Blokpoel. 'Binnen een jaar zal de teleurstelling komen, als mensen niet meer kunnen terugbetalen. Als je geld wilt ophalen op die manier, moet je het daarom nu doen, voordat de hype zijn hoogtepunt bereikt.' Annegien Blokpoel, strategisch adviseur met haar bureau Perspexo, sprak tijdens het Sprout-event over de financiële trends van 2015. Ze geeft toe dat het enorme succes van crowdfunding haar aanvankelijk had verrast. Voordat ze 12 jaar geleden voor zichzelf begon, werkte ze voor 'de grote jongens' uit de financiële wereld. Nu adviseert ze zowel grote bedrijven als ondernemers bij succesvolle groei. 'Je snapt wel dat ik met mijn achtergrond in het begin nogal sceptisch was over crowdfunding. Maar inmiddels zijn er 85 platforms en zijn partijen als Geldvoorelkaar gigantisch gegroeid. Symbid heeft zelfs een beursnotering in de VS.' Goed nieuws? Jazeker. Ondernemers met ambitie hoeven dankzij crowdfunding niet langer uitsluitend hun toevlucht te zoeken bij een bank voor financiering. De nieuwste trend wordt dit jaar: een banklening combineren met crowdfunding, geld van informals of strategische partijen zoals grote branchegenoten als Google of Randstad, die ook investeren in innovatieve start-ups. 'Zorg dus dat je een strategische keuze maakt: welke partijen gaan je helpen bij jouw groei?' Dat 'stapelen' van financiering vergt wel dat je een consistente 'corporate story' klaar hebt, zegt strateeg Blokpoel. 'De werelden van je klanten en financiers lopen tegenwoordig dwars door elkaar heen: iemand die op het ene moment via crowdfunding in je investeert, gaat zich ervoor interesseren en gaat je bedrijf in feite verkopen, misschien helpt die je wel aan een partij uit de kapitaalmarkt. Je doelgroepen zijn dus niet meer gescheiden. Je verhaal over hoe je gaat groeien, hoe je geld gaat verdienen en wat je waarde propositie is moet dus consistent zijn.' Zo te horen wordt 2015 wel het jaar om aan crowdfunding te gaan doen. 'Crowdfunding groeit ontzettend hard, en net zoals bij de beurs moet je erbij zijn voordat de hype op zijn hoogtepunt is, anders ben je te laat.' Want dat investeerders die vroeg of laat hun geld niet terugkrijgen, teleurgesteld raken, is bijna onvermijdelijk. 'Waarschijnlijk zullen binnen nu en een jaar de eerste mensen niet meer kunnen terugbetalen. Als je crowdfunding wil ophalen moet je het daarom nu doen.' Bron: Sprout
Utilities-sector ontkomt niet aan radicale keuzes De van oudsher traditioneel georganiseerde utilities-sector ontkomt er niet aan om het roer drastisch om te gooien. Wereldwijde megatrends hebben diepgaande implicaties voor hun strategie en toekomst. Door besparingen en reorganisaties hebben de bedrijven de rigoureuze koerswijzigingen lang kunnen uitstellen. Maar de combinatie van doorbraaktechnologie, veranderend consumentengedrag, versnelde urbanisatie, klimaatverandering en grondstof schaarste noopt de industrie tot radicale keuzes, zo stelt een nieuw rapport van PwC en Strategy&. ‘De tijd dringt’, zegt Jeroen van Hoof, voorzitter van de Europese Energiegroep van PwC en medeauteur van het rapport ‘The road ahead – gaining momentum from energy transformation’. ‘De Ubers van de energiesector staan klaar om met hun innovatieve producten en diensten de gevestigde orde te passeren. Lang tijd was onduidelijk welk weg traditionele utilities moesten inslaan. Daarom zijn we samen met Strategy& oplossingsrichtingen gaan uitwerken, zowel voor traditionele als voor nieuwe spelers.’ 4
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
Remmende voorsprong Volgens het rapport zetten megatrends de huidige energiemarkt op de kop. Zo haalt de opkomst van lokale (duurzame) elektriciteitsopwekking een grote hap uit de markt van traditionele geïntegreerde energieleveranciers. Grote spelers worden gemarginaliseerd tot leverancier van goedkope back-up capaciteit. Ze lopen bovendien aan de klantenkant het risico links en rechts te worden ingehaald door nieuwe toetreders uit de wereld van online data en digitale technologie. En de opkomst van de ‘prosumer’ (de producerende consument) zet netwerkbedrijven voor het blok: als zij zich niet snel aanpassen vormen ze eerder een belemmering dan een stimulans voor de marktadoptie van doorbraaktechnologie en schone en innovatieve producten en diensten. Volgens het rapport is het dan ook niet de vraag óf de utilities-bedrijven hun verdienmodellen ingrijpend veranderen maar in welke tempo. Volgens Van Hoof zijn landen die hun energiesysteem nog aan het opbouwen zijn daarbij in het voordeel. ‘Zij hebben niet die erfenis. Zij slaan gewoon een paar stappen over en kunnen eenvoudiger nieuwe marktmodellen en schone technieken implementeren. Denk aan micronetwerken in combinatie met lokale opwek.’ Scenario’s Het rapport analyseert langs vier marktscenario’s welke verdienmodellen opportuun zijn en onder welke voorwaarden ze succesvol kunnen worden. De marktscenario’s worden bepaald door variabelen als politiek, regulering, huidige infrastructuur en geografie. Zo zal in China en in delen van Zuid Amerika en het Midden-Oosten de overheid zelf aan het stuur gaan staan om zo hernieuwbare energie en de adoptie van schone technologie af te dwingen. Terwijl op Europees niveau men nog driftig discussieert over het integreren van de energiemarkt tot één Europese energiemarkt. ‘Dat is het speelveld’, zegt Van Hoof. ‘Utilities zullen moeten bepalen hoe hun toekomstige markt eruit ziet en wat dat betekent voor hun strategie en toekomst.’ Volgens Van Hoof zullen utilities-bedrijven radicaal moeten kiezen tussen een ‘asset’-focus, een faciliterende focus of een focus op klant, data en waard creatie. ‘Een en/en strategie is niet verstandig. Je zult je kaarten op één verdienmodel moeten zetten. Eon heeft recent een duidelijk signaal afgegeven in die richting. Voor de bestaande spelers geldt steeds; kan er een Uber opstaan die zo’n business model opzet in de energiemarkt, wellicht zelfs zonder de assets te bezitten? Als het antwoord ja is, begin dan met hem zelf op te zetten.’ Verdienmodellen PwC en Strategy& hebben een negental mogelijke verdienmodellen gedefinieerd. Zo richt een model zich op het opereren en onderhouden van de gezamenlijke lokale opwek en consumptie van klanten (virtual utility). Een ander model richt zich uitsluitend op een positie in de groothandelsmarkt met gebruik van eigen grootschalige opwek (pure play merchant). De diverse verdienmodellen maken volop gebruik van innovaties, zoals het opslaan van tijdelijk overtollige windenergie die via elektrolyse wordt omgezet in gas (Power to Gas). Ook zijn er energieaanbieders die zich met technische energie-efficiëntere oplossingen toespitsen op het gebruikersprofiel, waardoor de rekening omlaag gaat en het verschil met de klant wordt gedeeld. Bron: Energiebusiness.nl
De Ontsporing: reconstructie van het fiasco Fyra De hogesnelheidslijn had nooit openbaar aanbesteed hoeven te worden. Maar omdat NS weigerde een voorstel in te dienen dat voldeed aan de eisen van minister Tineke Netelenbos, koos het kabinet Kok-II voor een aanbesteding. Dat zou veel meer geld opleveren, dachten de ministers. Maar uiteindelijk is juist daardoor de Nederlandse reiziger en belastingbetaler onnodig benadeeld. Die conclusie trekken Marcel van Silfhout en Andries van den Berg in hun boek De Ontsporing, het fiasco Fyra. In het boek wordt op basis van tal van vertrouwelijke gesprekken en geheime documenten een uitgebreide reconstructie gemaakt van het Fyra-debacle. “De hoofdfout is geweest dat we dit openbaar hebben aanbesteed en niet gewoon aan NS hebben gegund. Dat heeft het proces onnodig bemoeilijkt en 5
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
complex gemaakt, met als uiteindelijk resultaat een brakke Italiaanse trein die niet functioneerde", concludeert Marcel van Silfhout in Nieuwsuur. Geen Europese richtlijnen De ministers Netelenbos en haar voorganger Jorritsma van Verkeer en Waterstaat hebben de Tweede Kamer daarna ten onrechte voorgehouden dat Europees aanbesteden verplicht was, stellen de auteurs op basis van vertrouwelijke correspondentie. Zo schrijft de projectleider van de HSL in een brief aan de betrokken ministeries: “Er zijn geen geldende Europese richtlijnen of verordeningen die verplichten tot openbare aanbesteding van het vervoer per spoor." Aanbesteden mag, maar hoeft niet Oud-minister Ben Bot, destijds ambassadeur in Brussel, kwam ook met een duidelijke boodschap. Aanbesteden mag, maar hoeft niet. Hij baseert zich onder andere op een gesprek met de Europese Commissaris voor mededinging Karel van Miert. Bot bevestigt dit tegenover Nieuwsuur. In het programma stelt ook hoogleraar Europees bestuursrecht Elies Steyger dat de lijn niet verplicht openbaar aanbesteed had hoeven worden. Tracé Een andere basisfout wordt volgens de auteurs in 1996 gemaakt, het moment dat Nederland en België een verdrag sluiten over het HSL-tracé. Maar afspraken over het vervoer over de lijn worden niet met de Franse en Belgische spoorbedrijven gemaakt. Intercity Max NS haalt de woede van minister Netelenbos in 1999 op de hals als het spoorbedrijf met een heel ander voorstel komt dan ze had gevraagd. De minister wilde een plan voor de route Amsterdam - Rotterdam Breda voor 15 jaar, maar NS komt met een integraal plan voor het hele spoorwegnet voor 30 jaar. Het zogenoemde Intercity Max plan, inclusief internationaal vervoer. Geneuzel in de marge Uit een uitgebreide samenvatting van OV-Magazine blijkt dat Netelenbos vervolgens nog wel heeft geprobeerd met de NS-top tot overeenstemming te komen. Maar de NS-delegatie is zo boos dat Netelenbos het Intercity Max plan naar de prullenbak verwijst, dat ze het voorstel van Netelenbos nog geen eens willen lezen. Als het kabinet besluit de lijn aan te besteden vindt NS President-commissaris Jan Timmer dat het spoorbedrijf er alles aan moet doen om de HSL binnen te halen. Het bod komt uit op maar liefst 178 miljoen euro. Timmer vindt het bedrag maar "geneuzel in de marge". De overheid is tenslotte grootaandeelhouder van NS. “Het is hun geld, dus waar hebben we het over.” Beperkt budget NS wint de aanbesteding, maar heeft door het enorme bod slechts 20 maar beperkt budget om treinen te bestellen: tot zo'n 20 miljoen euro per treinstel. Ter vergelijking een ICE of TGV kost 30 tot 40 miljoen euro per treinstel. Alstom heeft dubbeldeks intercitytreinen in de aanbieding met een locomotief die 220 kilometer per uur kan. Maar de TGV-fabrikant verkeert op dat moment in problemen. Siemens biedt ook dubbeldekkers aan, maar de locomotieven van de Duitse fabrikant zijn te zwaar en de treinen te duur. De Fyra van AnsaldoBreda blijft over. Fyra De Fyra had in 2007 in de reizigersdienst moeten komen, maar door allerlei problemen gaan de eerste Fyra's pas in december 2012 rijden tussen Amsterdam en Brussel. Vlak voor de start wordt er intern nog gewaarschuwd dat veel treinen uit zullen vallen en de dienstregeling niet gehaald zal gaan worden. Maar de introductie van de Fyra wordt ondanks de bekende kinderziektes doorgezet. Als op 17 januari een bodemplaat losschiet worden de Fyra’s aan de kant gezet. Als vervolgens de Belgen de order van de treinstellen willen annuleren, kan Nederland weinig anders doen dan volgen. Bron: Treinreiziger.nl, maandag 1 december 2014
6
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
Onbehagen in de polder; Nederland in conflict sinds 1795 Het boek schetst vier manieren waarop in Nederland met conflicten is omgegaan. Te weten: de kop indrukken, de grens opzoeken, om de hete brij heen draaien en in goede banen leiden. Aan de hand van een aantal historische onderzoeken wordt de veelzijdige omgang met conflicten geschetst. Consensus was er bijna nooit, ook een compromis vonden de strijdende partijen maar zelden, en als ze er al een vonden, werd vaak lang niet iedereen daar beter van. Omgang met onbehagen De vraag: welke manieren van omgang met onbehagen op verschillende momenten geaccepteerd zijn, verdient meer aandacht. Op basis van welke argumenten speelt de overheid een rol bij conflicten en wanneer kiest zij er voor repressief op te treden? Maar ook: welke compromissen worden als acceptabel beschouwd, en welke verworpen als halfbakken of zelfs gevaarlijk? Wie profiteren van de gekozen strategie van conflictbeheersing? Welke argumenten hanteren de betrokkenen om hun keuzes te legitimeren? Bron: Onbehagen in de polder: Nederland in conflict sinds 1795, Peter van Dam e.a., ISBN 9789089647009, AUP BV
Welvaart nekt ondernemerschap, ZZP’ers dragen niet bij aan groei en innovaties Spijkerharde conclusies over onze economie. Onze hoge welvaart nekt ondernemerschap. Liever een vaste baan dan risico. De vele ZZP'ers in Nederland dragen niet bij aan groei en innovatie. Het World Economic Forum (WEF) heeft het rapport Leveraging Entrepreneurial Ambition and Innovation: A Global Perspective on Entrepreneurship 2015 gepubliceerd. In dit rapport wordt de relatie tussen ondernemerschap en de competitiviteit van economieën nader onderzocht. Ondanks het gevonden verband tussen een hoge competitieve economie en een hoog ambitieniveau bij beginnende ondernemers, blijft Nederland wederom achter bij andere (omliggende) landen. Met een percentage van 9% van de Nederlandse beroepsbevolking, moet Nederland het afleggen tegen landen als Frankrijk, Portugal en Noorwegen, die op hun beurt hun ondernemende groeicapaciteiten beter weten te benutten. “Nederland scoort wel hoog als competitieve economie, maar dit geeft zeker nog geen garantie voor een sterk ondernemersklimaat” stelt onderzoeksleider professor Henk Volberda van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). Hij onderstreept dat de meest competitieve economieën vaak niet de economieën zijn met het grootste aantal nieuwe business creators, maar dat zij sterk voordeel behalen uit een kleinere concentratie van hoogontwikkelde ondernemers. De voornaamste bevindingen van het rapport zijn: · Sterke concurrentiepositie en welvaart in Nederland nodigt medewerkers onvoldoende uit tot ondernemerschap Ondanks de sterke concurrentiepositie van Nederland en het hoge welvaartsniveau, blijft Nederland achter op het gebied van ondernemerschap. Culturele en politieke factoren spelen hier een belangrijke rol. De hoge risico aversie en focus op baanzekerheid leiden tot een voorkeur voor een stabiele carrière en een lage prioriteit voor ondernemerschap. · Grote bedrijven weten medewerkers onvoldoende te inspireren tot ondernemerschap Het percentage van de beroepsbevolking die start met ondernemerschapsactiviteiten (early-stage entrepreneurship) is met 8% relatief laag in Nederland. Volgens Volberda is dit in zeer concurrerende economieën geen onbekend verschijnsel, maar is het wel opvallend dat Nederland ook laag scoort op ‘intrapreneurship’. Een lage score op intrapreneurship wordt gekenmerkt door weinig ondernemende activiteiten georganiseerd door vaste medewerkers binnen grote bedrijven. Dit kan erop wijzen dat grote bedrijven onvoldoende ruimte geven aan individuen om te ondernemen en te kort schieten in het inspireren van innovatie.
7
NIEUWSBRIEF ·
·
·
Maart 2015
Groeipotentie van Nederlandse ondernemers blijft achter ten opzichte van omringende landen In vergelijking met landen als Duitsland, Ierland en Denemarken blijft de groeipotentie van de Nederlandse ondernemers achter. Ondanks dat Nederland net als deze landen laag scoort op early-stage entrepreneurial activities, scoren deze landen aanzienlijk hoger als het gaat om groeipotentie en creatie van nieuwe werkgelegenheid door ondernemers. Nederland wordt daarom door het World Economic Forum ingedeeld in de categorie ‘Neutral Economy’, waarbij landen in deze categorie op bijna alle aspecten lager scoren dan het onderzochte gemiddelde. Ondernemers moeten met meer nieuwe producten en diensten komen Innovatief ondernemerschap wordt gekenmerkt door ondernemers die nieuwe producten of dienst introduceren in de markt. Op dit gebied blijft Nederland achter bij hoog scorende landen, zoals Chili, Zuid-Afrika en Columbia, maar ook omliggende landen als Denemarken en Frankrijk. Nederland staat hier als 18e op de ranglijst. Kabinet moet specifiekere doelen stellen betreffende ondernemerschapsstimulering: meer groei en innovatie en minder ZZP-ers. Het huidige kabinet stimuleert ondernemerschap in de vorm van educatie, subsidies en fiscale compensaties. De uitkomsten van dit onderzoek geven volgens Volberda duidelijk aan dat generieke stimulering van ondernemerschap minder effectief is. In plaats van meer ondernemers die nauwelijks groei en innovaties creëren zou het kabinet maximaal moeten inzetten op highgrowth entrepreneurs (ondernemers die snel groeien in omzet en personeelsbestand) en knowledge-intensive entrepreneurs die in staat zijn innovatieve producten en diensten op de markt te zetten. De snelle groei van ZZP-rs of individuele ondernemers heeft wel geleid tot een betere score op early-stage entrepreneurship, maar niet tot een betere score op ambitieus en innovatief ondernemerschap. Gezien het feit dat Nederland behoort tot de top-10 van geavanceerde competitieve economieën zal een verdere toename van meer ZZP-rs (early-satge entrepreneurship) niet bijdragen aan additionele groei en innovatie. Juist ambitieuze en innovatieve ondernemers kunnen economische groei en werkgelegenheid realiseren.
Bron: Rotterdam School of Management, Erasmus University
D66 wil aparte rechtsvorm voor start-ups D66 wil dat er een aparte rechtsvorm komt voor jonge, innovatieve bedrijven, zodat zogeheten start-ups zich in de eerste twee jaar volop kunnen concentreren op innoveren en zo weinig mogelijk hinder ondervinden van regels. „Juist in de eerste twee jaar telt elke cent en hebben deze innovatieve jonge bedrijven ondersteuning nodig”, zegt Tweede Kamerlid Kees Verhoeven. Hij wijst erop dat start-ups steeds belangrijker zijn voor economische groei en werkgelegenheid in Nederland. Verhoeven denkt aan een start-up-bv, waarmee jonge innovatieve bedrijven hun loonkosten, investeringskosten en winstbelasting twee jaar kunnen verlagen. Ook voor tijdelijke arbeidscontracten moeten ze meer flexibiliteit krijgen. Nederland zou het eerste land ter wereld zijn met een aparte rechtsvorm voor start-ups, zegt Verhoeven. Bron: ANP
Tem de roofdieren van de financiële sector Nederland kan van Duitsland leren hoe misbruik door investeringsmaatschappijen ten koste van bedrijven en de fiscus kan worden tegengegaan. De Partij van de Arbeid wil de excessen van private equity, het opkopen van aandelen van bedrijven door investeringsmaatschappijen om op korte termijn maximaal rendement te halen, uitbannen. Natuurlijk, durfkapitaal blijft nodig. Maar we hebben te veel voorbeelden gezien die met echte investeringen en innovatie weinig te maken hebben en des te meer met financiële en fiscale acrobatiek. 8
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
Zelfs een oer-Hollands bedrijf als de HEMA zucht onder de schuldenlast die het kreeg opgedrongen. Met de belangen van medewerkers, de belastingbetaler en de consument wordt door deze partijen op geen enkele wijze rekening gehouden. Betere bescherming van het eigen vermogen van ondernemingen, aanscherping van bestuurdersaansprakelijkheid en fiscale maatregelen moeten dit gedrag onmogelijk maken. Private equity is nuttig als het echt gaat om durfkapitaal gericht op groei op lange termijn. Start-ups zijn er vaak afhankelijk van om hun onderneming uit te bouwen. Ook voor het MKB of voor familiebedrijven zonder opvolger kan private equity een uitkomst zijn die banken niet kunnen bieden. Helaas zijn er ook excessen. Die doen zich typisch voor bij gevestigde bedrijven die betrekkelijk veel eigen vermogen hebben, maar die toch goedkoop zijn omdat hun winstgevendheid onder druk staat. Met name Angelsaksische private-equity partijen zijn bedreven in het leegtrekken van deze bedrijven met ingenieuze juridische en fiscale constructies. De voorbeelden van de afgelopen jaren zijn bekend: NRC Media, kinderopvanginstelling Estro, HEMA, Van Gansewinkel. Deze week bleek dat ook V&D vecht voor zijn voortbestaan. Hoezo 'durfkapitaal'? In 2007 is een begin gemaakt met het bestrijden van de kwalijke kant van private equity. Een welkome stap, maar deze blijkt helaas nog niet voldoende. Hoewel iedere casus verschilt, valt er een lijn te ontdekken in de handelwijze van deze roofdieren van de financiële sector. Het overgenomen bedrijf wordt volgeladen met schulden, waardoor het bedrijf effectief zijn eigen overname betaalt. De investeerder kan volstaan met een zeer kleine eigen bijdrage in het eigen vermogen van de overgenomen partij. Hoezo 'durfkapitaal'? Bijkomend en soms doorslaggevend voordeel voor de 'investeerder' is dat de belastingbetaler meebetaalt. De rente is immers aftrekbaar, eigen vermogen is dat niet. Ondanks een onderliggende winst van 119 miljoen euro in 2013 rapporteerde HEMA bijvoorbeeld in dat jaar een verlies aan de fiscus. Het leegzuigen van de bedrijfsreserves kan verschillende vormen aannemen. Na de overname van NRC Media door Egeria en Derk Sauer kenden de nieuwe aandeelhouders zichzelf een superdividend van 12,5 miljoen euro toe, een veelvoud van de winst over dat jaar. Dividend uit geleend geld dus. Een andere truc is het verpatsen van vastgoed en de opbrengst uitkeren aan aandeelhouders. Dat ditzelfde vastgoed duur moet worden terug gehuurd, is dan van latere zorg. Deze week werd bekend dat V&D de overeengekomen huur van zijn winkelpanden niet meer wil betalen. Dezelfde panden waren verkocht toen V&D nog eigendom van KKR, een Amerikaans private-equityfonds dat goed verdiende aan de transactie. In 2007 is een begin gemaakt met het bestrijden van de kwalijke kant van private equity. Een welkome stap, maar deze blijkt helaas nog niet voldoende. De fiscale maatregelen die destijds zijn genomen, hebben niet kunnen voorkomen dat HEMA, NRC Media en Van Gansewinkel blijven kampen met grote schulden. Daarom moet het kunstmatig volpompen met schulden effectiever worden ontmoedigd. Het uitkeren van superdividenden is onverantwoord en vermindert de investeringskracht en het vermogen om moeilijke tijden te doorstaan. Hetzelfde geldt voor het aantrekken van leningen om dividenden te financieren. Deze vormen van financiële kamikaze moeten wettelijk aan banden worden gelegd. Duitsland als voorbeeld Bestuurders en aandeelhouders moeten harder worden aangepakt. De Duitse wetgeving kan hierbij als voorbeeld dienen. In Duitsland geldt een strenge earnings stripping-bepaling. De aftrek van de rente is beperkt tot 30 procent van de EBITDA, de winst voordat deze is gecorrigeerd voor belastingen, renteaftrek en afschrijvingen. Hierdoor is het onaantrekkelijk om een bedrijf vol te pompen met schulden om de belasting te ontwijken. Door aan te sluiten bij de EBITDA kan bovendien worden voorkomen dat de winst wordt gemanipuleerd door bijvoorbeeld afschrijvingen uit te stellen of naar voren te halen. Daarnaast heeft deze Duitse regeling als voordeel dat zij zeer eenvoudig is. Ten tweede zijn in Duitsland bepaalde dividenduitkeringen aan private-equity-aandeelhouders gelimiteerd in de eerste twee jaren na aankoop van een vennootschap. Ook mogen door private equity aangekochte 9
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
bedrijven maar beperkt eigen aandelen inkopen. Dat ontmoedigt op korte termijn gerichte roofkapitalisten. Daarnaast moeten bestuurders en aandeelhouders harder worden aangepakt. Een bestuurder die een overdadig superdividend uitkeert, is een slecht bestuurder. In de praktijk worden dit soort bestuurders vrijwel nooit aansprakelijk gesteld. Dat moet anders. Bestuurders moeten het voelen als zij een onderneming op onverantwoorde wijze in de problemen brengen. De PvdA wil op deze manier het kaf van het koren scheiden. Zodat de goeden niet hebben te lijden onder de kwaden. Voor het MKB blijft private equity van groot belang voor de financiering van groei. Maar we kunnen niet accepteren dat bedrijven te gronde worden gericht door de winsthonger van een enkeling. Bron: Volkskrant
EU zet eerste stap naar kapitaalmarktunie Ondernemingen, klein en groot, zouden makkelijker geld moeten kunnen ophalen op aandelen- en obligatiemarkten en niet meer zo afhankelijk zijn van banken voor financiering. Daarom wil Brussel een echte Europese kapitaalmarktunie. ,,De kapitaalmarktunie heeft als doel om de barrières die investeringen over de grens in Europa belemmeren, neer te halen en om te voorkomen dat bedrijven geen toegang kunnen krijgen tot financiering'', aldus Brussel. ,,Het steunen op banken maakt de Europese economie zwak'', aldus EU-commissaris Jonathan Hill (Financiële markten). Dit plan draait om ,,extra keuzemogelijkheden voor mensen die geld nodig hebben, niet ter vervanging van banken'', onderstreepte Hill. Volgens Brussel zou 90 miljard euro beschikbaar zijn als Europa, net als de Verenigde Staten, meer gebruikmaakt van financiering via kapitaalmarkten. De Europese Commissie gaf onlangs het startschot voor een drie maanden durende consultatieronde. Alle betrokkenen krijgen zo de kans om te reageren en aan te geven wat er nodig is om een 'echte' interne markt voor kapitaal te maken, aldus Brussel. Het is de bedoeling dat die opmerkingen leiden tot concrete voorstellen. ,,Ik wil praktische voorbeelden van welke barrières er zijn en hoe we die kunnen wegnemen'', aldus Hill. Brussel denkt bijvoorbeeld dat het makkelijker moet worden voor investeerders om informatie te krijgen over kleine bedrijven die op zoek zijn naar geld. Maar Brussel wil ook kijken naar de eisen voor prospectussen, de verplichte juridische documenten die nodig zijn bij het uitschrijven van bijvoorbeeld een lening. Bron: RTL Z
Strategische wendbaarheid wint het van disruptieve innovatie Hoe komt het dat er zoveel bedrijven van naam failliet gaan of een kwijnend bestaan hebben? Een van de belangrijkste redenen is dat de strategische wendbaarheid en het verandervermogen van veel organisaties onvoldoende is, zeker gezien de steeds sneller veranderende omstandigheden. Bedrijven moeten sneller reageren op gewijzigde omstandigheden en zijn daar vaak, om tal van redenen, niet toe in staat. Een andere belangrijke reden is dat er simpelweg te veel dezelfde capaciteit in de markt gezet wordt. Organisaties moeten zich continue aanpassen aan veranderende omstandigheden en dat betekent continue verbeteren en vernieuwen. Bedrijven die dat nalaten krijgen het 10
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
moeilijk. Denk aan Nokia, Digital, Saab en Kodak. Kortom, staar je niet blind op het bedenken van disruptieve innovaties zoals bijvoorbeeld met Uber, maar investeer in de strategische wendbaarheid en het verandervermogen van de organisatie. Bron: Kees Boodt
Wendbaarheid in organisaties = wendbaarheid in je hoofd! “We moeten nog sneller reageren op de veranderingen om ons heen’ hoor ik menig manager verzuchten. ‘Veranderen is een constante, maar hoe krijg ik iedereen daar in mee?’ De economie zwabbert, de overheid zoekt antwoorden en klanten en burgers vergen sneller oplossingen. Hoe word ik als organisatie wendbaarder? Het eenvoudige antwoord; loslaten van het oude, openstaan voor het nieuwe. Kortom; wendbaarheid in het hoofd… Waarom zijn we nu niet wendbaar (genoeg)? In de Lean werkwijze probeer je de grondoorzaak van een probleem te herleiden, voordat je te snel in oplossingen begint te denken. Daarbij zijn er 5 x ‘Waarom’ vragen die helpen: 1. Waarom zijn we niet wendbaar (genoeg) en laten ons verrassen door veranderingen? Omdat we ze in onze ‘controlekamers’ niet aan zagen komen! 2. Waarom zagen we ze niet? We zagen ze wel, we hoorden ook wel geluiden van de werkvloer, maar we wilden ze nog niet zien… 3. Waarom wilden we ze nog niet zien? Omdat we net bijkwamen van de vorige wijziging of reorganisatie, die al genoeg energie kostte en nog veel pijn achterliet. 4. Waarom kostte die verandering zoveel energie? Omdat het lang duurde voordat alle neuzen dezelfde kant op stonden tussen management, staf en werkvloer. 5. Waarom kostte het zoveel tijd op 1 lijn te komen? Omdat we allemaal iets anders zagen, nut & noodzaak niet deelden, andere woorden gebruikten etc. Kortom veel onbegrip en emoties bij elkaar opriepen. Wendbaarheid door versnellen feedback & verhogen participatie Veel organisatie hebben verstopte communicatie-kanalen. Horizontaal en verticaal. Specialisten, managers, medewerkers en teams in een keten kijken met andere brillen naar dezelfde werkelijkheid. Wat zeer verrijkend is! Maar niet meer als meningen en belangen niet regelmatig helder op tafel komen. Als die meningen (met feiten graag!) niet getoetst worden aan het klantbelang. Lean organisaties investeren intensief in participatie met de klant. Maar ook intern zijn er veel dialoogvormen die de feedbackcycli verhogen. Juist om die lastige mening van de werkvloer te horen of die pijnlijke cijfers en fouten onder ogen te zien. Continu verbeteren vraagt continue uitwisseling van beelden. En er voor open staan… Dat maakt organisaties wendbaar! Wendbaarheid vergt mentali-tijd Is dat zo makkelijk als het hier staat? Nee, elke verandering vraagt tijd. Deze ook: mentali-tijd. Het vraagt wendbaarheid in onze hoofden! Dat in ALLE lagen van de organisatie bereidheid is om mening bij te stellen! Omdat de wereld wijzigt. Dus zullen we oude dogma’s, regels en psychologische houvast (status, ego) soms moeten loslaten. Niet 1 keer buigen om je baan te behouden. Maar elke keer bereid te zijn je open op te stellen. Te luisteren. Kwetsbaar durven zijn over wat niet goed gaat. En vooral dat is even wennen… Naast individuele openheid, vraagt wendbaarheid (en Lean werken) nog iets. Veel organisaties zijn gebaseerd op ‘denken bovenin de organisatie, doen onderin de organisatie’. Zonder gebruik te maken van de kracht van de werkvloer. Daarmee gooien we veel klant-signalen en kansen op proces-verbetering weg. Ook die mentale instelling in het omgaan met de werkvloer blokkeert een geleidelijke, continue organisatie ontwikkeling. Omdat denkers niet alles weten, en doeners niet alles goed doen. Lean werken zet veel dingen, en eigenlijk de organisatie op zijn kop. Meer regelruimte en flexibiliteit op de werkvloer. Omdat het ‘beste weten’ van vandaag, morgen al weer ingeruild kan worden door een betere. 11
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
Omdat de standaard van vandaag, morgen al weer een stukje beter kan. En omdat de klant van vandaag, morgen al weer stukje kritischer is. Bron: HR Praktijk H. van Westing
Samenwerking tussen verkoopbemiddelaar en curator bij Pre-pack Voorafgaand aan faillissement wordt tegenwoordig soms al een curator ingeschakeld teneinde de voortzetting van de betreffende onderneming zo goed mogelijk te waarborgen. Deze zogenaamde Pre-pack is in ontwikkeling en niet geheel onomstreden. Onderstaand enkel relevante punten in het Pre-pack proces waarbij het vinden van nieuwe aandeelhouders dan vaak een cruciale precaire activiteit is waarbij inschakeling van ervaren specialisten het succes kan betekenen. De concept praktijkregels omvatten artikelen over: 1. Achtergronden (de praktijkregels beogen richting te geven, hebben uitdrukkelijk geen dwingend karakter en kunnen/zullen van tijd tot tijd worden aangepast, bijvoorbeeld als de WCO (Wet betreffende Continuïteit Ondernemingen) I van kracht wordt); 2. de grondbeginselen (de beoogd curator is onafhankelijk en integer/objectief in zijn oordeelsvorming en vervult zijn rol zorgvuldig, vakkundig en doelmatig); 3. de rol van de beoogd curator (hij is geen adviseur van de schuldenaar, bekleedt geen formele functie, informeert zich en laat zich informeren met het oog op een eventueel toekomstige rol als curator, laat zich leiden door de belangen van de gezamenlijke crediteuren, houdt rekening met maatschappelijke belangen zoals werkgelegenheid, geeft zo nodig met het oog op die belangen aanwijzingen aan de schuldenaar omtrent een te verrichten handeling of een gedragslijn, handelt alleen met instemming van de schuldenaar, bewaart zijn onafhankelijkheid en kan zijn functie neerleggen als de schuldenaar geen gevolg geeft aan diens aanwijzingen); 4. voortzetting van de onderneming; 5. doorstart; 6. beoordeling pre-faillissementstransacties; 7. transparantie en het betrekken van belangrijke stakeholders; 8. neerleggen functie; en 9. verslaglegging. Bij een verkoop vanuit faillissement die wordt voorafgegaan door een voorbereiding in de “stille fase” blijven bovenstaande praktijkregels uiteraard gelden. Het is tenslotte de curator die vanuit faillissement verkoopt. Niettemin zullen extra waarborgen in het verkoopproces moeten worden ingebouwd nu het verkoopproces bij de Pre-pack zich noodgedwongen in stilte afspeelt. Een breed samengestelde werkgroep is er eens goed voor gaan zitten en stelt in artikel 5 onder het kopje doorstart een zevental best practice regels voor: 1. de beoogd curator beoordeelt of; i) de schuldenaar voldoende inspanning heeft gepleegd om de hoogst mogelijke opbrengst te realiseren; ii) er een behoorlijke marktverkenning is uitgevoerd en voldoende inspanning is gepleegd om potentiële gegadigden te bereiken. De beoogd curator vergewist zich ervan; iii) dat de schuldenaar streeft naar concurrentie in het kader van een deugdelijk biedproces waarbij gegadigden voldoende tijd en gelegenheid krijgen om onderzoek te doen naar de over te nemen onderdelen en een bod uit te brengen. Daar wordt aan toegevoegd dat; iv) waar de schuldenaar dat wenst de beoogd curator kan assisteren; 2. marktverkenning en een deugdelijk biedproces kunnen op grond van bijzondere omstandigheden achterwege blijven als buiten twijfel staat dat de voorliggende bieding substantieel hoger is dan andere potentiële biedingen of dit de waarde van de onderneming ernstig zou aantasten en tot een substantieel lagere opbrengst zou leiden; 3. de beoogd curator waakt voor concurrentievervalsing en werkt niet mee aan een doorstart tegen liquidatiewaarde; 4. bij verkoop aan een gelieerde partij is de beoogd curator extra terughoudend om marktwerking en een biedproces achterwege te laten; 12
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
5. bij een voorgenomen verkoop aan een gerelateerde partij vergewist de toekomstig curator zich ervan dat concurrenten en andere partijen die eventueel belangstelling kunnen hebben voldoende gelegenheid hebben om onderzoek te doen en een bod uit te brengen; 6. de beoogd curator verleent voor faillissement geen medewerking aan een doorstart als er geen reële mogelijkheid meer bestaat om een doorstart voor te bereiden met in acht name van de in artikel 5 genoemde regels; en 7. de beoogd curator waakt ervoor dat de bevoegdheid om aangifte te doen wordt misbruikt om af te komen van verplichtingen tegenover werknemers. De concept praktijkregels maken duidelijk dat een Pre-pack goed moet worden voorbereid en het bepaald niet de bedoeling is dat de beoogd curator “tekent bij het kruisje”. Het verkoopproces Ik zou menen dat de beoogd curator, uitzonderingen daargelaten, vooral behoefte heeft aan onafhankelijk advies. Het is en blijft een wankele basis om alleen af te gaan op uitlatingen van het bestuur. Verder kan niet worden aangenomen dat de beoogd curator in alle gevallen beschikt over voldoende specifieke marktkennis. Welke serieuze gegadigden zijn er allemaal in de markt? Het zal afhangen van de branche waarin de schuldenaar actief is, maar inschakeling van corporate finance adviseurs die ook in de Merger & Acquisitions praktijk actief zijn en/of worden geraadpleegd door de bijzondere beheerafdelingen van banken ligt voor de hand. Zij beschikken veelal over een netwerk van mogelijke gegadigden en/of beschikken over specifieke marktkennis. Ik voorzie dat (beoogd) curatoren in de toekomst nauwer met deze partijen zullen samenwerken. En (beoogd) curatoren zullen ook zelf in de toekomst databases van mogelijke gegadigden meer nadrukkelijk gaan beheren. Niet alleen kennis van bepaalde rechtsgebieden, maar specifieke branchekennis wordt ook steeds belangrijker. Voor het selecteren van potentiële gegadigden “onder de radar” kan worden gedacht aan concurrenten, leveranciers, afnemers en investeerders in binnen en buitenland. In de tweede plaats kan gedacht worden aan openbare marketingactiviteiten zoals het te koop aanbieden van de onderneming met een anoniem profiel in advertenties en/of verkoopdatabases. Er valt echter niet aan te ontkomen dat naarmate de onderneming meer unieke kenmerken heeft, de advertentie navenant algemener moet worden teneinde herkenning te voorkomen. In dit kader is dit een belangrijk verschil met de Pre-pack praktijk in Engeland waarbij aan toelating van de regeling minder hoge eisen worden gesteld. Het stil te koop aanbieden van een horecagelegenheid is eenvoudiger dan een ziekenhuis of een landelijk opererend kinderdagverblijf-keten. Gezien het feit dat de Pre-pack in Nederland zich lijkt te beperken tot de meer bijzondere gevallen, betekent dat slechts in een beperkt aantal gevallen van deze mogelijkheid gebruik kan worden gemaakt. Bron: De Pre-pack: Verkoop en voortzetting in stilte, verantwoording in het openbaar. Een bespreking van de concept praktijkregels van Insolad
Overgang van onderneming of toch niet? Is er bij een activa/passiva-transactie al dan niet sprake van overgang van onderneming? Deze kwestie is regelmatig onderwerp van discussie in gerechtelijke procedures. Daar is alle reden voor nu dergelijke transacties soms tot doel hebben van boventallig personeel af te komen. Maar de variant die onlangs ter beoordeling werd voorgelegd aan het Haagse Gerechtshof (en eerder aan de kantonrechter Rotterdam) is nogal ongebruikelijk. Wat speelde er? Casus Art & Finish Creative Services B.V. (hierna Art & Finish) kocht op 21 februari 2013 de activa en passiva van partij X. Als overdrachtsdatum werd 1 januari 2013 overeengekomen. In het kader van deze overname bood Art & Finish een werknemer van X een nieuw contract aan waarbij zij wilde bedingen dat o.a. diens dienstjaren bij X zouden vervallen. De werknemer weigerde echter dat contract te tekenen. 13
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
Vervolgens besloot Art & Finish de overnameovereenkomst te vernietigen en subsidiair te ontbinden. X werd per 14 mei 2013 in staat van faillissement verklaard. Uitspraak kort geding kantonrechter Rotterdam Daarop begon de werknemer een procedure tegen Art & Finish met als insteek dat hij als gevolg van overgang van onderneming van rechtswege in dienst was gekomen van Art & Finish. De vernietiging/ontbinding van de overnameovereenkomst zou dat niet anders maken. De kantonrechter volgde dit standpunt en wees de vordering toe. Uitspraak hoger beroep gerechtshof Den Haag Het hof (ECLI:NL:GHDHA:2015:42) stelt allereerst dat in eerste instantie de vraag moet worden beantwoord (vaste rechtspraak) of de identiteit van de onderneming met de overgang behouden is gebleven. Het behoud van de identiteit dient met name te blijken uit het daadwerkelijk voortzetten of voortzetten van dezelfde of soortgelijke activiteiten door de nieuwe ondernemer. Ten tweede geldt als tijdstip van overdracht van onderneming (opnieuw vaste rechtspraak) het moment waarop de hoedanigheid van ondernemer die de entiteit exploiteert, overgaat aan vervreemder of verkrijger. Op dat tijdstip gaan ook de arbeidsovereenkomsten over. Dat laatste wordt beoordeeld los van de regeling die partijen bij de overgang zijn overeengekomen. Het hof concludeert op basis van deze uitgangspunten dat de onderneming nooit op Art & Finish is overgegaan. Het sluiten van de overnameovereenkomst, of dat nu 21 februari of 1 januari 2013 moet zijn, is niet bepalend voor de overgang. Wel bepalend daardoor is het feit dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat Art & Finish de onderneming van X überhaupt heeft voortgezet. Ook de omstandigheden dat Art & Finish een verzekering van de onderneming heeft opgezegd en een betaling van een enkele klant heeft ontvangen maken dat niet anders. Aan de bedoelde samenvoeging door Art & Finish van de aangekochte activiteiten met de eigen activiteiten was ook niet aantoonbaar een gevolg gegeven, zodat ook op die grond geen overgang van onderneming kon worden vastgesteld. Ten slotte stelt het hof vast dat de onderneming van X uiteindelijk, blijkens faillissementsverslagen, door haar curator aan een derde is verkocht. De werknemer is uiteindelijk bij die derde in dienst getreden en doet daar het werk dat hij voorheen voor X deed. Conclusie Het hof kon op basis van de uit de uitspraak op te maken feiten en omstandigheden ook niet anders dan tot zijn uiteindelijke oordeel komen. Vermoedelijk heeft het enkele tijdsverloop de werknemer ook parten gespeeld. Het feit dat de curator de onderneming aan een derde heeft verkocht en de werknemer bij die derde in dienst is getreden, zijn omstandigheden die de zaak voor de werknemer ongunstig hebben gekleurd. Bron: GMW Advocaten, René Willemse
Internationale bedrijfsovername steeds interessanter Internationale bedrijfsovername wordt steeds interessanter. Mede door de internationalisering kijken Nederlandse ondernemers voor bedrijfsovernames steeds vaker over de grens. Overnameadviseurs spelen daar op in door zich aan te sluiten bij internationale netwerken. ‘De meeste kopers zijn investeerders’. Internationale adviezen over bedrijfsovernames De internationale oriëntatie en interesse in internationale bedrijfsovername van veel bedrijven zorgt ervoor dat overnameadviseurs werken aan een internationaal netwerk waarbij zij er voor waken de onafhankelijkheid niet te verliezen. Het voordeel van een internationaal netwerk Een internationaal netwerk is niet alleen interessant vanwege de contacten met andere adviseurs over bedrijfsovername maar ook belangrijk om de lokale cultuur te ervaren. 14
NIEUWSBRIEF
Maart 2015
Internationale overname vooral uit Noord-Europa Hoewel er duidelijk sprake is van een toename in de internationale bedrijfsovername, loopt het nog zeker niet storm. Bedrijven met een omzet onder de 10 miljoen euro worden vrijwel alleen in eigen land of zelfs eigen regio overgenomen. Ook strategische overnames komen op internationaal niveau niet zo vaak voor als gedacht, evenals management buy-ins. ‘De meeste kopers zijn investeerders’, er is vooral interesse in Noord-Europa. Transport, industrie en groothandel zijn de branches waar de focus het meest ligt op internationale bedrijfsovernames. De bouw is de grote afwezige. Verschillen bij internationale bedrijfsovername Internationale bedrijfsovernames verschillen qua aanpak niet veel van bedrijfsovernames binnen de landsgrenzen. Cultuurverschillen blijken het grootste verschil te maken. ‘Nederlanders kunnen mensen al gauw op de tenen trappen’. ‘Bij kennismaking stellen wij Nederlanders al meteen directe vragen met betrekking tot overname. Daar gaat b.v. in België vaak een ontmoeting of twee en een uitgebreide lunch overheen.’ Bij een internationale bedrijfsovername is de kennis van de lokale markt essentieel. Wie zijn de afnemers, de leveranciers? En welke andere stakeholders zijn er? Welke verschillen zijn er in het recht m.b.t. overeenkomsten? Transacties zijn ook in het buitenland een persoonlijke zaak, gebaseerd op vertrouwen. Gelukkig staat ons land wel bekend als betrouwbaar. Overnames door Chinese bedrijven Of er op korte termijn een Europese markt ontstaat, is nog niet te zeggen. Om tot een internationale bedrijfsovername markt te komen, moet de matchmaking zich nog sterk ontwikkelen. Bovendien is het niet zozeer Europa waar de belangrijkste fusie en overnameactiviteiten zich afspelen. Overnames voor de inkoop van kennis door Chinese bedrijven is ook zeker denkbaar. Die ontwikkeling moet echter nog op gang komen. Tot die tijd staat vooral kennisdeling centraal. Internationale bedrijfsovername in de toekomst Veel bedrijven oriënteren zich steeds verder over de grens. Internationale bedrijfsovername wordt daardoor steeds interessanter voor bedrijven. De verwachting is daarom dat markt voor internationale bedrijfsovernames in de toekomst ook groter wordt. Bedrijven en overnameadviseurs dienen zich daar op te prepareren. Boodt Management Deelneming BV is er klaar voor. Bron: Brookz
15