Materieelgezien Nummer 2 | maart 2013
Tweede leven voor Cheetah 4 kopstukken over DMO-cultuur IV paraat voor Patriots op Inçirlik
2
Materieelgezien nummer 2 | maart 2013
Inhoud
Column
3
6. DMO denken en doen
Waartoe is de DMO op aarde? DMO-kopstukken buigen zich over die vraag om betere producten en diensten te kunnen leveren, hand in hand met een goed klimaat voor werknemers.
10. Technische situational awareness
6
IV-specialisten van DMO zorgen ervoor dat het voor het Patriotdetachement in Turkije verbindingsgewijs op rolletjes loopt. De Joint CIS Groep helpt 101 CIS bataljon en creëert situational awareness op afstand.
Toekomst visie
12.Luchtdoelkat vindt onderdak
Zestig pantserrupsvoertuigen tegen luchtdoelen, de PRTL’s, zijn verkocht aan Jordanië. Hoe brengen DMO’ers zo’n deal tot stand? En hoe prepareren ze op Vriezenveen de Cheetahs voor hun tweede operationele baasje?
En verder
10
In ’t kort Werkplekgezien Jong DMO Op locatie
Defensie werkt aan de toekomstvisie voor de krijgsmacht. In uw dagelijkse werk merkt u daar waarschijnlijk nu nog niet zo veel van, maar ook voor de DMO is de visie op de ontwikkeling van de krijgsmacht uiteindelijk zeer belangrijk. De visie zal keuzes bevatten met betrekking tot de nationale en internationale taken van de krijgsmacht. Daarbij wordt aangegeven welke capaciteiten de krijgsmacht nodig heeft om die taken uit te voeren en of die capaciteiten betaalbaar zijn binnen het budget. De minister heeft in haar brief aan het parlement aangegeven dat de visie voor het einde van dit jaar zal zijn afgerond. De financiële onderbouwing van de toekomstvisie is een belangrijk element van de studies die momenteel worden uitgevoerd. Daartoe is het noodzakelijk om te beschikken over financieel inzicht in de kosten van wapensystemen, zowel investeringen als exploitatie. De vervanging van de F-16 maakt daar integraal onderdeel van uit. De DMO levert daarvoor belangrijke informatie.
12 Cover: Systeemspecialisten halen op Vriezenveen hun bijna ambachtelijke kennis op om afgestoten Cheetahs of pantserrupsvoertuigen tegen luchtdoelen in tiptop conditie af te leveren bij de nieuwe eigenaar. Foto: Robert Koelewijn, AVDD
De totstandkoming van de visie wordt gecoördineerd door een hoog ambtelijke commissie en een ministeriële commissie, waarin verschillende ministeries zijn vertegenwoordigd. Voordat de visie door de minister aan het parlement wordt aangeboden, zal eerst nog een (finan ciële) validatieslag door de Algemene Rekenkamer plaatsvinden. Om grip te krijgen en te houden op de ontwikkeling van de visie zijn dertien bouwstenen geformuleerd. Die bouwstenen variëren van een analyse van de internationale veiligheidssituatie, via nationale en internationale samenwerking en capaciteiten, naar personeel, materieel en bedrijfsvoering. Aparte bouwstenen hebben betrekking op de vervanging van de F-16 en de financiële onderbouwing van de visie als geheel.
Als u deze bouwstenen beziet dan begrijpt u dat de visie op de toekomst van de krijgsmacht tevens van belang is voor de toekomst van de DMO. Daarom vind ik het belangrijk dat de DMO in een aantal bouwstenen participeert, zoals in materieel, bedrijfsvoering en vervanging F-16. Ook leveren wij een bijdrage aan bouwsteen 13: de financiële onderbouwing van de visie. De DMO maakt roerige tijden door. De DMO wordt nu omgevormd tot een dienstencentrum op het gebied van materieellogistiek en informatievoorziening. Net als het CDC voorzien wij de Defensieonderdelen van de middelen die zij nodig hebben om hun taken uit te voeren. Door de verwantschap met het CDC ligt het voor de hand dat in het visietraject DMO en CDC nauw samenwerken aan de verdere ontwikkeling van de dienstverlening en dat gebeurt dus ook. De huidige reorganisatie vraagt veel van uw inzet en flexibiliteit. Door het vertragen van de reorganisatie duurt de onzekerheid over uw toekomst langer dan was voorzien, maar het reorganisatieproces komt gelukkig nu weer op gang. Ik vind het belangrijk dat we eerst de huidige reorganisatie afronden voordat we – wellicht – aan iets nieuws beginnen. Wat de visie op de toekomst van de krijgsmacht voor de DMO gaat betekenen, is nu nog niet bekend. Dat wordt duidelijker in de komende periode. Zodra er meer zicht is op de ontwikkelingen en vooral ook wat dat betekent voor de DMO, zal ik u nader informeren.
Lex Hendrichs Directeur DMO
Materieelgezien nummer 2 | maart 2013
4
5
In ’t kort Punt achter MAG en .50
Kansen voor ‘knelpuntcollega’
Tweede Nederlandse F-35 verlaat fabriek
DMO’ers lopen zich warm
De krijgsmacht krijgt nieuwe mitrailleurs. De middelzware mitrailleur MAG 7,62 mm en de zware mitrailleur Browning .50 plus bijbehorende nachtkijkers en snelrichtmiddelen worden vervangen.
Met werkervaringsplaatsen wil de bemiddelingsorganisatie Banen4Defenie DMO’ers in zogeheten knelpuntcategorieën helpen bij het vinden van een baan buiten de krijgsmacht.
De tweede Nederlandse F-35 Lightning II is begin maart volledig geassembleerd van de productielijn gerold in het Texaanse Fort Worth.
Maar liefst 112 DMO’ers liepen 10 maart mee met de City-Pier-City loop in Den Haag. Met de ijzige wind en zelfs een sneeuwbuitje was dit een editie voor de echte bikkels.
Een aantal bedrijven heeft in samenwerking met Defensie het initiatief genomen om Defensiemedewerkers een kijkje in hun keuken te gunnen. Via Banen4Defensie kan de medewerker - met behoud van het huidige salaris – een werkervaringsplaats van zes tot maximaal twaalf maanden krijgen bij verschillende bedrijven.
Het tweede testtoestel, de AN-2, ondergaat nu eerst een groot aantal tests bij producent Lockheed Martin. Die zal alle systemen die nodig zijn om te vliegen zowel op de grond als vliegend beproeven. Zo moet blijken of bijvoorbeeld het brandstofsysteem goed functioneert. Als het toestel daarna van een speciale coating is voorzien, is het helemaal klaar. Naar verwachting zal dat deze zomer het geval zijn.
In totaal renden veertien DMO-teams mee in de businessloop, met afstanden van 10 en 21 kilometer. Het beste DMO-team eindigde op de 10 kilometer op de vijfde plaats. Luitenant-kolonel Dick van der Kaaij was over die afstand met een tijd van 36.22 minuten de snelste DMO’er. Kolonel Mietta Groeneveld finishte als eerste DMO-dame in 55.41.
De huidige wapens dateren uit de jaren ‘50 en ’60. Ze hebben het einde van hun technische en economische levensduur bereikt, met name door toenemend onderhoud en bijbehorende kosten. In totaal zal Defensie 2940 mitrailleurs, 1203 snelrichtmiddelen en 855 nachtkijkers aanschaffen. In 2017 moeten alles zijn geleverd. Het project kost tussen de 50 en 100 miljoen euro. De eisen voor de nieuwe wapens zijn overigens gelijk aan die van de huidige systemen. Dat betekent dat middelzware wapens tot 600 meter effectief moeten zijn en de zware wapens tot 1.200 meter. Het is nog niet bekend welke wapens de oude gaan opvolgen.
Het gaat dan vooral om hoog technische bedrijven als Imtech, Damen, Thales, Navtrain, IHC Merwede, Shell en Tata-steel. De medewerker gaat op proefbasis in detacheringsvorm aan de slag met behoud van alle bestaande arbeidsvoorwaarden en SBK-rechten. De medewerker bepaalt zelf of hij later de definitieve overstap wil maken.
Volgens de huidige plannen wordt de F-35 daarna overgebracht naar Eglin Airforce Base in Florida waar de Nederlandse luchtmacht het toestel gaat gebruiken voor operationele tests en het opleiden van vliegers en onderhoudspersoneel. Foto: Imco.com
Als u zich wilt oriënteren op zo’n werkervaringsplaats, neemt u dan contact op met Banen4Defensie:
[email protected], nicovandam@ banen4defensie.nl of via www.banen4defensie.nl of 070 3765855.
Hulp bij schrijven Programma van Eisen Gaat u een Programma van Eisen schrijven? Bent u projectmanager of contractmanager? Een nieuwe intranetsite biedt hulp.
Beter solliciteren kun je leren Defensiemedewerkers die zich willen oriënteren op toekomstige sollicitaties, kunnen bij de voorbereidingen gebruik maken van de sollicitatiewijzer van de directie P&O. Informatie, tips, aanknopingspunten voor verbetering van bij voorbeeld het curriculum vitae of de sollicitatiebrief en het sollicitatiegesprek zijn te vinden op intranet via Bestuursstaf > Organisatie > Eenheden / Directies > DP&O
Het schrijven van een Programma van Eisen kan complex zijn. Het belang om dit nauwkeurig te doen is groot. In het PvE staat namelijk omschreven waar Defensie specifiek behoefte aan heeft. Het doel van het programma is immers het op eenduidige wijze vastleggen van alle eisen die de DMO stelt aan te leveren materieel of diensten. Een kwalitatief goed Programma van Eisen kan een hoop ‘gedoe’ schelen tijdens de aankoop of ontwikkeling van materieel of diensten. Maar hoe schrijft u nu een goed Programma van Eisen? Waaraan moet een PvE voldoen? Wat moet of mag er wel in staan en wat niet? Waar vindt u hulp? De PvE-website geeft antwoorden op deze vragen. U kunt met uw concept programma langs de PvE-commissie gaan. Zij behandelen het programma en geven collegiale adviezen om het te kunnen verbeteren. Op deze intranetsite vindt u ook informatie over de werkwijze en de samenstelling van deze commissie. Kijk op: DMO > Ressort Projecten > Bedrijfsvoering > Kennisbank
Hr. Ms. Johan de Witt weer operationeel slimmer CAMS Force Vision leverde onlangs een verbeterde versie van het Guardion Combat Management Systeem op voor Hr. Ms. Johan de Witt. Het amfibisch transportschip kan door deze opwaardering van haar ‘operationele brein’ gebruik maken van de vernieuwde Variant radar. Ook is het AISscheepsidentificatiesysteem in het CMS geïntegreerd en zijn diverse andere commandofuncties verder uitgebreid. Hr. Ms. Johan de Witt neemt in de tweede helft van dit jaar deel aan de anti-piraterij missie bij Somalië.
Integriteitgezien Niets nieuws onder de zon Integriteit is niet nieuw. Uitspraken over dat wat deugt en niet deugt, over goed en kwaad, zijn al zo oud als de weg naar Rome. Het is lood om oud ijzer, oude wijn in nieuwe zakken. Er is immers niets nieuws onder de zon. Is het ons niet met de paplepel ingegoten, dat je niet mag jokken en als je dat toch doet, dat er dan een kruisje op je voorhoofd komt, of dat je neus gaat groeien? Eerlijk duurt het langst, want, al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel. ‘Kind, zei mijn oma, al ligt de waarheid in het graf, al wat er op drukt moet eraf.’ Wat dacht u van ‘goed voorbeeld doet goed volgen’ en ‘belofte maakt schuld’? Daar staat tegenover, dat ‘veel beloven en weinig geven, doet een gek in vreugde leven.’ En ook ‘slecht voorbeeld doet slecht volgen’, want ‘zo heer, zo knecht…’
Op de 21 kilometer liep het beste DMO-team naar plaats zestien. Eerste luitenant Lennard Izelaar deed zijn rang aan en finishte als eerste DMO’er in 1.33.46. Marieke van Loon bleek op deze afstand de rapste DMO-vrouw, met een eindtijd van 1.52.28.
Ook al heel lang weten we dat het niet iedereen altijd te vertrouwen is. Immers, ‘zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten’ en ‘eens een dief, altijd een dief’ en we kennen allemaal wel iemand die ‘voor galg en rad’ is opgegroeid. Er zullen altijd mensen zijn die voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten, het onderste uit de kan willen hebben, de krenten uit de pap willen halen en een graantje mee willen pikken. Tja, pecunia non olet (geld stinkt niet). Maar neem het ons eens kwalijk, immers wie appelen vaart, die appelen eet. Er is nu eenmaal geen koe zo zwart of er zit wel een vlekje aan. En dat is een waarheid als een koe! Ook buiten onze landsgrenzen zijn legio voorbeelden te noemen, zoals: practice what you preach. En al sinds mensenheugenis krijgen we de preach: Gij zult niet stelen. Immers, gestolen goed gedijt niet. En dat we de kat niet op het spek moeten binden en dat de gelegenheid de dief maakt, dat is ook niet van vandaag of gisteren. Ook al heeft een brutaal mens de halve wereld, met de hoed in de hand komt men
door het ganse land. En wie goed doet, goed ontmoet, want wat u niet wilt dat u geschiedt, dat doet u ook een ander niet. Over goed gesproken: ’t Goed verloren , Niets verloren Moed verloren, Veel verloren Eer verloren, Meer verloren Ziel verloren, Al verloren Allemaal uitspraken die de tand des tijds hebben doorstaan, beproefd zijn en dagelijks bewaarheid worden. Wat kunnen wij u nog over integriteit vertellen? We weten het allemaal al heel lang, er is immers niets nieuws onder de zon. Joke van Bodegom Coördinator Vertrouwenspersonen DMO
vindingrijkheid
creativiteit
6
Reorganisatie
Kopstukken over cultuurverandering
assertiviteit realisme toetsen bijsturen
dialoog
helderheid vakkennis
professionaliteit openheid omgevingsgericht resultaatgericht toekomst informatievoorziening materieellogistiek bestaansreden kernwaarden samensmelten dienstverlener klanten spiegelen schakels processen loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten loskomen concreet samenwerken voorbeeldgedrag bottom-up respectvol transparant committeren positief-kritisch trots samenwerking
7
initiatief meerwaarde vindingrijkheid creativiteit assertiviteit realisme toetsen bijsturen dialoog helderheid vakkennis trots samenwerking professionaliteit openheid omgevingsgericht resultaatgericht toekomst informatievoorziening materieellogistiek bestaansreden kernwaarden samensmelten dienstverlener klanten spiegelen schakels processen loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten loskomen concreet samenwerken voorbeeldgedrag bottom-up respectvol transparant committeren positief-kritisch constructief zelflerend haalbaar initiatief meerwaarde vindingrijkheid creativiteit assertiviteit realisme toetsen bijsturen dialoog helderheid vakkennis trotssamenwerking professionaliteit openheid omgevingsgericht resultaatgericht toekomst informatievoorziening materieellogistiek bestaansreden kernwaarden samensmelten dienstverlener klanten spiegelen schakels processen loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten loskomen concreet samenwerken voorbeeldgedrag bottom-up respectvol transparant committeren positief-kritisch constructief zelflerend haalbaar initiatief meerwaarde vindingrijkheid creativiteit assertiviteit realisme toetsen bijsturen dialoog helderheid vakkennis trots samenwerking professionaliteit openheid omgevingsgericht resultaatgericht toekomst informatievoorziening materieellogistiek bestaansreden kernwaarden samensmelten dienstverlener klanten spiegelen schakels processen loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten loskomen concreet zelflerend samenwerken voorbeeldgedrag respectvol transparant trots
constructief zelflerend
haalbaar
Op zoek naar de DMO-ziel
1.
Waarom is het nodig om de kernwaarden en gedrag van de DMO’er te herijken?
Lex Hendrichs: ‘Bij de DMO is nogal wat gewijzigd. De systeemlogistieke bedrijven zijn weg, IVENT is erbij gekomen en we krijgen een forse reductie te verwerken. Verschillende culturen smelten samen in één bedrijf en de werklast per medewerker neemt toe. Het landschap is veranderd, dat stelt andere eisen aan ons.’ Peter Dohmen: ‘DMO was beleidsverantwoordelijke. Nu zijn we echt een uitvoerende dienstverlener. We worden beoordeeld op onze producten en prestaties.’
De DMO verandert. Onderhoudsbedrijven zijn afgestoten, IVENT is toegetreden tot de DMO-familie, budgetten verder geslonken. De nieuwe DMO voorziet de krijgsmacht van het materieel en de informatievoorziening die ze nodig heeft om de haar opgedragen taken uit te voeren. Een nieuwe missie, een nieuwe bedrijfscultuur. Daarin staan de kernwaarden samenwerking, professionaliteit, openheid, omgevings gerichtheid en resultaatgerichtheid, kortweg SPOOR, centraal. Hoe denken vier DMO-kopstukken die cultuur verandering tot stand te brengen?
4 kopstukken Lex Hendrichs, Directeur DMO Adriaan Blankenstein, Commandant IVENT Generaal-majoor Peter Dohmen, Directeur Projecten & Verwerving Brigadegeneraal Theo Ent, Transitiemanager DMO
Theo Ent: ‘De operationele commando’s, onze klanten, waren niet altijd tevreden. In het oog van de klant was de DMO te bureaucratisch, te procedureel. Daarop hebben we niet goed gereageerd. We staan nu voor de uitdaging om een beter product te maken met minder mensen. Veranderen betekent voor de DMO meer dan alleen het tekenen van “harkjes”, nieuwe organisatiestructuren.’ Adriaan Blankenstein: ‘We zijn nog altijd een tent in rouw. De DMO is veel kwijt geraakt, dat doet pijn. Tegelijk is met IVENT een energiek onderdeel met elan toegetreden tot de DMO. Van die twee partijen moeten we één club maken. En dat kan. We hebben verstand van zaken: materieellogistiek, verwerven en informatievoorziening. We weten hoe het werkt op oefening, op missie en in de markt. Vanuit die kracht moeten we meeveranderen naar de toekomst.’
2.
Hoe ervaart u als lid van de DMO-raad het filosoferen over die nieuwe DMO-cultuur?
Adriaan Blankenstein: ‘We zijn vier verschillende karakters, maar ook vier mensen die elkaar volstrekt respecteren en waarderen. Dat is een perfecte uitgangspositie: voldoende overlap om samen te werken én we vullen elkaar goed aan. We zitten echt niet vrijblijvend te leuteren, dat is niet onze aard als ingenieurs.’ Peter Dohmen: ‘Cultuur is de som van alle gedrag in een organisatie. Het gaat niet zozeer over wat we doen, maar veel meer over hoe we dingen doen. Die ongeschreven regels maken we met elkaar. Die “zachte kant” van de DMO moet je niet onderschatten. Onze medewerkers zijn immers ons belangrijkste productiekapitaal. Kern van de zaak is dan ook: verander de wereld, begin bij jezelf. Als DMO-raad sponsoren en geven we leiding aan het geheel, maar wij houden onszelf eveneens een spiegel voor.’ Theo Ent: ‘Wat, voor wie en hoe moeten we leveren? Dat zijn de puzzelstukjes waarover we discussiëren. Elk lid van de DMO-raad legt daarin zijn eigen accenten, maar over de grote lijn zijn we het eens.’ Lex Hendrichs: ‘Het lijkt misschien een filosofische discussie. Wat is onze bestaansreden? Welke kernwaarden en kerncompetenties horen daarbij? Toch is het goed om even los te komen van de dagelijkse agenda. Hoe hebben we onze processen ingericht? Zijn er niet teveel schakels? Schrijven we wel helder? Kijk, dan steek je een begrip als cultuurverandering praktisch in.’
loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten loskomen samenwerken voorbeeldgedrag bottom-up respectvol klanten transparant positief-kritisch constructief zelflerend haalbaar initiatief meerwaarde vindingrijkheid creativiteit assertiviteit realisme toetsen bijsturen dialoog helderheid vakkennis 8 trots samenwerking professionaliteit openheid omgevingsgericht resultaatgericht toekomst nformatievoorziening materieellogistiek bestaansreden kernwaarden samensmelten dienstverlener nten spiegelen schakels processen loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten loskomen ncreet samenwerken voorbeeldgedrag bottom-up respectvol transparant committeren positief-kritisch structief zelflerend haalbaar initiatief meerwaarde vindingrijkheid creativiteit assertiviteit realisme toetsen ren dialoog helderheid vakkennis trots samenwerking professionaliteit openheid omgevingsgericht aatgericht toekomst informatievoorziening materieellogistiek bestaansreden kernwaarden samensmelten nstverlener klanten spiegelen schakels processen loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten men concreet samenwerken voorbeeldgedrag bottom-up respectvol transparant committeren tief-kritisch constructief zelflerend haalbaar initiatief meerwaarde vindingrijkheid creativiteit assertiviteit alisme toetsen bijsturen dialoog helderheid vakkennis trotssamenwerking professionaliteit openheid mgevingsgericht resultaatgericht toekomst informatievoorziening materieellogistiek bestaansreden kernwaarden samensmelten dienstverlener klanten spiegelen schakels processen loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten loskomen concreet samenwerken voorbeeldgedrag bottom-up respectvol transparant committeren positief-kritisch constructief zelflerend haalbaar initiatief meerwaarde vindingrijkheid creativiteit assertiviteit realisme toetsen bijsturen dialoog helderheid vakkennis trots samenwerking professionaliteit openheid omgevingsgericht resultaatgericht toekomst informatievoorziening materieellogistiek bestaansreden kernwaarden samensmelten dienstverlener klanten spiegelen schakels processen loskomen reflecteren coaching druppelwerking capaciteiten loskomen concreet zelflerend samenwerken voorbeeldgedrag respectvol transparant trots processen
concreet committeren
3.
Hoe denkt u zo’n cultuurverandering te verwezenlijken binnen uw eigen DMO-directie? Welke rol speelt u daar persoonlijk in? Theo Ent: ‘Deze intellectuele exercitie vertalen we ook naar concreet gedrag. Ik geloof heilig dat een cultuur verandering vooral iets is dat je moet doen. Iets dat je bovendien samen moet doen. Voorbeeldgedrag van leidinggevenden is daarin heel belangrijk. DMO’ers moeten het merken in hun dagelijkse aansturing. Daarom laten wij ons daarin ook coachen na de eerdere sessies met de Werkgroep Cultuur. Ook andere leidinggevenden kunnen daarin advies krijgen.’ Peter Dohmen: ‘Cultuur zit in de haarvaten van je organisatie. Dat veranderen, doe je niet alleen topdown. De bottom-upbenadering is net zo belangrijk. Leidinggevenden en hun medewerkers moeten samen identificeren wat goed werkt en wat verbetering behoeft. En je moet je beseffen dat een cultuurverandering in kleine stapjes gaat. Er is geen Big Bang. Dit is echt iets van de lange adem.’ Lex Hendrichs: ‘Wanneer je als DMO-raad kernwaarden als samenwerking, professionaliteit, openheid, omgevingsgerichtheid en resultaatgerichtheid definieert, dan moeten wij onszelf natuurlijk ook afvragen hoe ons gedrag zich daartoe verhoudt. Alleen dan ontstaat de druppelwerking van de hoogste leiding, via afdelingshoofden naar de individuele DMO’er.’ Adriaan Blankenstein: ‘Voorbeeldgedrag staat dus echt aan de basis van onze cultuurverandering. We moeten elkaar respectvol en open aanspreken op het gedrag als dat nodig is. Als DMO werken we niet in een cocon, we doen het voor onze collega’s, de gebruikers bij de operationele commando’s. Bovenop die omgevingsgerichtheid zullen we ook minder bevreesd moeten zijn om open te communiceren. Feiten zijn feiten, die vallen niet in twijfel te trekken. Het gaat om het geld van de burger, dat betekent dat je echt transparant moet zijn.’
Materieelgezien nummer 2 | maart 2013
9
‘Elke DMO’er realiseert zelf zijn of haar toekomst’ - Adriaan Blankenstein
‘Veranderen betekent meer dan het tekenen van andere “harkjes”’ - Theo Ent
‘Het veranderde landschap stelt andere eisen aan ons’ - Lex Hendrichs
‘Onze medewerkers zijn ons belangrijkste productiekapitaal’ - Peter Dohmen
4.
Welke rol ziet u voor de DMO-medewerker zelf in dit proces?
Peter Dohmen: ‘De cultuurverandering is zeker niet iets van de leiding alleen. Ik verwacht dat alle medewerkers zich committeren aan de nieuwe situatie. Het is belangrijk dat we samen een positief-kritische blik op de organisatie hebben en houden. We moeten haalbare doelen stellen en gezamenlijk een constructieve bijdrage leveren aan onze producten en cultuur. Dit is mijns inziens randvoorwaardelijk voor een zelflerende organisatie. daarbij moeten we haalbare doelen stellen en gezamenlijk een constructieve bijdrage leveren aan onze cultuur. Dat betekent onder andere nog kritischer naar onze productiviteit kijken, op elk niveau. Dat is niet alleen een feestje van de leiding.’ Lex Hendrichs: ‘Ik hoor graag van de werkvloer hoe ze daar de kernwaarden beleven en ook hoe ze daar praktisch handen en voeten aan geven. In elk geval reken ik op een positief-kritische grondhouding van de medewerkers. Daar kan hopelijk iedereen de meerwaarde van inzien.’ Adriaan Blankenstein: ‘Iedereen moet zelf werken aan zijn of haar SPOOR-waarden. Neem daarin het initiatief en wacht niet af tot je chef het aankaart. Jong of oud, het is aan ieder van ons om ervoor te zoeken dat je voor dit bedrijf van toegevoegde waarde bent én blijft. Elke DMO’er realiseert zelf zijn of haar toekomst. En ook de nieuwe DMO is een fantastische plek om te werken.’ Theo Ent: ‘DMO’ers moeten deze verandering serieus een kans geven. De personeelsreductie is een gegeven. We gaan met elkaar anders werken. Toch zijn er wel degelijk kansen om het werk aantrekkelijk en leuk te maken. Ik zie bij onze mensen in elk geval voldoende vindingrijkheid. De DMO is een omgeving waar je heel veel creativiteit in kwijt kunt.’
5.
Wat gaan de klanten van deze cultuur verandering binnen de DMO merken?
Lex Hendrichs: ‘Het contact met de klant of gebruiker zal intensiever worden. De nieuwe kernwaarden zullen we ook continu moeten toetsen en bijsturen. Intern houden we de dialoog gaande. Onze resultaatgerichtheid betekent ondermeer dat we kritischer zullen zijn in wat we onze opdrachtgevers en gebruikers beloven. Maar tegelijkertijd moeten we hen dat helder en open uitleggen.’ Peter Dohmen: ‘We zullen ons assertiever opstellen naar onze opdrachtgevers. Als DMO zullen we kritischer kijken of we het redden met de ons beschikbare mensen en middelen. Dat betekent keuzes maken. En ook dat we vaker nee gaan verkopen. Maar doordat we het proces meer aan de voorkant beheersen, krijg je meer realisme in de uitvoering. Dat betekent dan ook: afspraak is afspraak.’ Adriaan Blankenstein: ‘De dialoog staat centraal. De collega’s aan wie we wapensystemen of IV-diensten leveren, kunnen ervan op aan dat we kennis van zaken hebben en dat we leveren. En ze kunnen ons ook aanspreken wat en hoe we leveren. Niet het proces, maar het resultaat telt immers. En goed werk afleveren, daarvoor doen we het, dat maakt ons trots.’
Theo Ent: ‘Vreemd genoeg kijkt niemand meer op van de uitloop van een project. Dat verandert. Als we een afspraak maken, dan doen we dat ook in het volle bewustzijn dat de DMO het ook kan waarmaken. Een klant die bij ons aanklopt met een probleem mag er vanuit gaan dat we het probleem dan binnen de afgesproken termijn ook echt opgelost hebben. Ook dat is resultaatgericht werken.’
Meer over SPOOR is te lezen in ‘Vijf kernwaarden voor optimale DMO-cultuur’, in: Materieelgezien 4, mei 2012.
Foto's: John van Helvert, Sjoerd Hilckmann, Eva Klijn, Maurits van Hout, AVDD
Materieelgezien nummer 2 | maart 2013
10
11
Actueel Ook zij waren erbij
Ook functioneel beheerders van IVENT uit Nieuw Milligen ondersteunden de deployment van de Patriots. De DMO’ers zetten ondermeer zogeheten radiofrequentie identificatie (RFID)-systemen uit op Vredepeel, de Eemshaven, de haven in het Turkse Iskenderun en de eindbestemming Inçirlik. Ook ondersteunden ze het deployment-peloton van 230 Clustercompagnie in het gebruik van de diverse systemen. Het transport van de met RFIDtags voorziene voertuigen en containers verliep zodoende beheerd en beheerst.
Patriot-missie
Twee Nederlandse Patriot-batterijen verdedigen samen met Duitse en Amerikaanse batterijen drie grote steden in Zuid-Turkije tegen aanvallen van buurland Syrië. Ongeveer 300 Nederlandse militairen beschermen de miljoenenstad Adana. Hun missie duurt in principe een jaar. Vanaf de luchtmachtbasis Inçirlik is duidelijk zichtbaar welk doel de Patriots dienen: de bescherming van de miljoenenstad Adana.
DMO’ers ondersteunen Patriot-missie Turkije
Smoel
op het terrein
De Joint CIS Groep – onderdeel van IVENT – levert technisch advies aan de operationele gebruikers, in binnen- en buitenland. En dus ook in het missiegebied. Sergeant-majoor Antoon Degen en adjudant Ton de Jong ondersteunen de Patriot-missie vanaf de Turkse luchtmachtbasis Inçirlik. Tekst: Jaap Wolting Foto’s: Rob van Eerden, AVDD
Ton de Jong (links) en Antoon Degen: ‘Terug in Nederland weten we letterlijk hoe op Inçirlik de lijntjes lopen’
Wat doen twee DMO’ers in Turkije? Antoon en Ton ondersteunen de netwerkbeheerders van 101 CIS Bataljon bij het opbouwen van het Defensienetwerk TITAAN. De (NLD) Ballistic Missile Defence Task Force vertrouwt op dit complexe communicatie- en informatiesysteem, van de logistiekeling tot de arts. Daarnaast hebben de Patriot-luchtverdedigingssystemen hun eigen specifieke netwerkverbindingen. Dat beheer ligt in handen van de Patriot-eenheid zelf. Waarom kan 101 CISbat dat niet alleen af ? 101 CISbat levert de beheerders van het TITAAN-netwerk. Zij verzorgen het dagelijkse netwerkbeheer en onderhoud. Stuiten de beheerders in het missiegebied op problemen waar ze niet uitkomen, dan bellen ze hun hulplijn: de OPS room van het JCG in Stroe. Die biedt 24 uur per dag, 7 dagen per week ondersteuning op hardware- en softwaregebied. De problemen zijn heel divers en lopen uiteen van het unlocken van accounts tot het oplossen van problemen met radio- en satellietcommunicatie. Komt de OPS room er niet uit, dan schakelen ze de specialisten uit de kennispool van het JCG in.
Bij wat voor probleem roepen ze de hulp van het JCG in? ‘Bepaalde materialen ontbraken bijvoorbeeld in het begin’, zegt Ton. ‘Zoals verbindingsstukken om het Amerikaanse single-mode netwerk om te kunnen zetten naar multi-mode, waar TITAAN mee werkt. Antoon heeft de verwerver toen uitgelegd aan welke technische specificaties die converters moeten voldoen, zodat hij ze met hoge prioriteit kon bestellen.’ Begrijpen JCG en 101 CISBat elkaar? ‘Van een harde scheiding is geen sprake’, zegt Ton. ‘Integendeel. Aan het eind van de rit zijn we allemaal CIS. En dat wij nu al in de beginfase van een uitzending invliegen is ideaal. Antoon knikt instemmend: ‘Als wij straks terug zijn in Nederland hebben we situational awareness. Wij weten letterlijk hoe op Inçirlik de lijntjes – de kabels – lopen.’ Antoon: ‘Of je nu bij 101 CISBat of JCG hoort: je spreekt dezelfde taal, je gebruikt elkaars kennis. Omdat wij het complete plaatje in ons hoofd hebben, kunnen we de collega’s van 101 snel en effectief helpen. Elk telefoontje of mailtje richting de OPS room koppelen we doelgericht aan de juiste mensen.’
12
Materieelgezien nummer 2 | maart 2013
13
Wij DMO
5
Netwerken met Jong DMO
‘DMO kan van ons leren’
Lunches, borrels, deelname aan de Race of the Classicszeilwedstrijd, een kleine greep uit de agenda van Jong DMO. Met informele activiteiten en informatieve bijeenkomsten over actuele thema’s (zie kader) leren de DMO’ers elkaar én de krijgsmacht beter kennen. Het nuttige met het aangename verenigd, vertelt voorzitter Albertine van der Werf. ‘Vaak ben je als jongere een eenling tussen oudere, ervaren collega’s. Nieuwe ideeën komen dan niet zo makkelijk boven tafel. Samen sta je sterk en spreek je met een luidere stem. Als Jong DMO doen we voorstellen om de hele organisatie te verbeteren.’
Defensiefamilie Maar dat betekent niet dat Jong DMO altijd zijn zin krijgt. Martijn vindt dat de DMO meer oog mag hebben voor de jongere collega’s, ook tijdens de reorganisatie. ‘Door de spelregels in de reorganisatie komt de jongere medewerker er bekaaid vanaf’, zegt hij. ‘Ook zou de mobiliteit van burgermedewerkers vergroot moeten worden: maximaal vijf jaar op een functie en dan zou je gestimuleerd moeten worden om door te schuiven naar een andere functie, ongeacht je totale aantal dienstjaren. Naar mijn mening is dat beter voor de medewerkers en voor de organisatie.’
Dat is precies een van de grondgedachten van waaruit Jong DMO een paar jaar terug is ontstaan, vertelt Albertine. ‘De DMO-raad zocht een klankbord binnen de eigen organisatie. Een denktank van jonge DMO’ers die inhoudelijk wilden meedenken met de leidinggevenden.’ Daarbij is ‘jong’ een relatief begrip, nuanceert ze. ‘We staan open voor alle DMO’ers: mensen die net nieuw binnenkomen, maar ook collega’s met al wat meer dienstjaren, zowel burgers als militairen. Laten we zeggen: DMO’ers met een frisse blik op de organisatie.’
Toch ziet de Jong DMO-bestuurder kansen voor hemzelf en jongere collega’s. ‘Ik werk hier nog steeds’, zegt hij lachend. ‘Ik ben geen baan tegengekomen die zo leuk is als wat ik nu doe. Als systeemmanager Lichte Wielvoertuigen houd ik me zowel bezig met de techniek als de financiën en sta ik veel in contact met de gebruiker. Ik denk niet dat je snel zulk interessant werk in de burgermaatschappij vindt.’
Binnenkomer ‘Informaliteit is de rode draad van Jong DMO. Maar daarnaast hebben we een belangrijke signaleringsfunctie’, merkt penningmeester Roeland Bolt op. ‘Wij kunnen de DMO-leiding vertellen wat in een specifieke doelgroep speelt. Via ons kunnen ze dus in een grote vijver aan informatie vissen.’ Een voorbeeld hiervan is het werkbelevingsonderzoek dat Jong DMO jaarlijks houdt onder haar achterban. ‘De organisatie kan ook van ons leren’, verklaart Roeland. ‘Zowel van de negatieve, als van de positieve dingen. Als Jong DMO verwoorden we het geluid van de jonge DMO’ers naar boven.’
Jong DMO biedt een kritische blik, een luisterend oor en een helpende hand. Het netwerk voor ‘frisse’ medewerkers in de DMO gaat zijn vijfde jaar in. Mooie gelegenheid om eens te praten met de drie bestuursleden Albertine van der Werf, Martijn Visker en Roeland Bolt.
Een stem die ook gehoord wordt, maakt Albertine duidelijk. ‘Jong DMO heeft direct contact met de directeuren. We kunnen allerlei onderwerpen aan de kaak stellen die leven onder de jonge werknemers. Daarvoor maken we verbeterplannen die we dan bespreken met de relevante directie(s).’
Tekst: Ingmar Kooman Foto: Sjoerd Hilckmann, AVDD
Van links naar rechts: Martijn, Albertine en Roeland
Zo maakte Jong DMO als eerste werk van de introductie van nieuwe medewerkers. Verse collega’s moesten zelf hun weg zien te vinden binnen de DMO. ‘Daar hebben wij wat aan gedaan’ zegt secretaris Martijn Visker. ‘Na overleg met alle directies beschikken we nu over een draaiboek om nieuwe collega’s wegwijs te maken. Een directeur komt een praatje met hen maken, ze gaan bij een van de DMO-bedrijven kijken. Zo krijg je beeld bij je werk en voel je je ook welkom.’
‘De diversiteit van het werk maakt het ontzettend interessant, zeker als je in technische zaken geïnteresseerd bent’, beaamt Roeland. ‘Als marineofficier heb ik kennis gemaakt met de operationele kant van Defensie. Nu zit ik in een projectmatige omgeving en werk ik mee aan de patrouilleschepen en het Joint Support Ship, de Karel Doorman.’ ‘De DMO is een ontzettend diverse organisatie’, concludeert Albertine. ‘Wij ondersteunen de operationele commando’s en dragen bij om hun inzet te verbeteren. Je maakt onderdeel uit van de grote Defensiefamilie. En Jong DMO helpt je om je hier helemaal thuis te voelen.’
Activiteiten Jong DMO
Medio april: Themabijeenkomst Leiderschap Juni: Themabijeenkomst Het Nieuwe Werken September: Barbecue Oktober: Race of the Classics YP December: Eindejaarsborrel Jong DMO vind je op intranet: DMO > Service > Verenigingen > JongDMO Aanmelden voor de nieuwsbrief kan via
[email protected]
14
Inzicht
Tweede leven voor Cheetahs in Jordanië
Kat vindt baasje Jordanië koopt zestig Nederlandse Cheetahs, de pantserrupsvoertuigen tegen luchtdoelen die de operationele dienst in 2006 verlieten. Voordat het 35 millimeter luchtdoelgeschut Arabische woestijnduinen bedwingt, ontfermt het Projectteam Afstoting Grondgebonden Systemen zich erover. Wat doet het team precies? Tekst: Jaap Wolting Foto’s: Robert Koelewijn, AVDD
Materieelgezien nummer 2 | maart 2013
15
Materieelgezien nummer 2 | maart 2013
16
17
Inzicht Als Defensie materieel afstoot, zijn er vier opties: schenken, in bruikleen geven, vernietigen of verkopen. In het geval van de Cheetahs koos de krijgsmacht voor het laatste en zodoende reden de voertuigen zeven jaar geleden de Defensie-etalage in. Het complete wapensysteem inclusief uitrustingspakketten, specifieke gereedschappen, meetuitrusting, technische documentatie en onderwijs-leermiddelen kwam toen in handen van het Projectteam Afstoting Grondgebonden Systemen (PAGS) van de DMO. Luchtvochtigheid Dat team verplaatste de pantserrupsvoertuigen tegen luchtdoelen, de PRTL’s, naar Bedrijvenpark Twente. Daar, op het DMO afstotingscomplex, sleutelt de Uitvoerings organisatie Vriezenveen (UOV) aan de Cheetahs. UOV en PAGS vormen samen de projectorganisatie. ‘Het materieel dat hier over de weg of per trein arriveert, wordt zo snel mogelijk opgeslagen’, vertelt Gerrie Meijerink, hoofd UOV. ‘We gebruiken daar speciale loodsen voor, waarin we de luchtvochtigheid reguleren. Te nat is namelijk slecht voor de elektronische componenten, terwijl droogte schadelijk is voor banden, draden en slangen. Om waardevermindering te voorkomen, houden we de luchtvochtigheid altijd tussen de 55 en 60 procent.’
Vanwege de kosten doen de UOV-medewerkers na opslag alleen minimaal onderhoud. Pas als een afnemer is gevonden, gaat een volgend proces in werking, vertelt Gerrie. ‘Een tientonner moet vracht kunnen vervoeren, een tank moet kunnen schieten. Klanten willen hun spullen graag operationeel gereed ontvangen.’ Snelvuurkanonnen Maar dan moet zich wel een koper aandienen. Marketing & Sales van DMO doet daarom de marktverkenning en heeft het benodigde netwerk met geïnteresseerde landen. Hoe lang het duurt voor de onderhandelingen tot een succes leiden, is afhankelijk van vele factoren, vertelt Rob Zijderveld, projectleider Afstoting Grondgebonden Systemen. ‘Uiteraard speelt de prijs een belangrijke rol, maar je moet ook niet vergeten dat elk land een andere onderhandelingscultuur heeft en eigen wensen en eisen met betrekking tot de staat waarin het materieel wordt afgeleverd.’ Hij geeft aan dat het belangrijk is dat klanten feeling krijgen met de koopwaar. Op dus naar het oefenterrein Todendorf om daar samen met de Jordaniërs de Duitse versie van de ‘pruttel’ te zien vuren. Rob: ‘Enthousiast dat ze waren. Je kunt alles wel vertellen, maar wat natuurlijk meer indruk maakt, zijn vlammende Oerlikon 35 millimeter snelvuur-
'De Cheetah is nog steeds geen katje om zonder handschoenen aan te pakken'
kanonnen! De Cheetah is nog steeds geen katje om zonder handschoenen aan te pakken.’ Gerrie let ook op de details. Zo wappert bij een eerste bezoek in Vriezenveen steevast de nationale vlag van een buitenlandse klant gebroederlijk naast de Nederlandse driekleur. Gerrie: ‘Toen de Jordaniërs hier kwamen kijken, parkeerde hun bus bij de vlaggenmast. Een generaal wilde daar meteen mee op de kiek.’ Balans Klantgerichtheid blijkt het toverwoord bij de projectorganisatie. Tegen betaling is veel mogelijk. Wil een klant dat zijn tank een ander kleurtje krijgt? Prima, dan wordt hij overgespoten.
Foto links: Gerard Breukers en Albert Vrijborg halen een powerpack uit een PRTL om deze te controleren Foto midden: Gerard lost een storing op in het startsysteem Foto rechts: Adjudant Kim Feijt vervangt de olie van een Cheetah
Opleiden in eigen land
Opleiding en training op het gebied van gebruik en onderhoud is eveneens onderdeel van het verkoopcontract. Op drie opleidingscentra (Amersfoort, Soesterberg en Vredepeel) zal een select gezelschap Jordaniërs worden opgeleid volgens het principe train the trainer. Als ze de training succesvol afsluiten, zijn ze vervolgens zelf in staat om hun collega’s in eigen land op te leiden.
Gerrie: ‘De klant heeft geld, wij het materieel. Alle olie en filters vervangen? Geen probleem. Dat is bijvoorbeeld gebeurd met wielvoertuigen die zijn verkocht aan Rwanda. We passen ook wel eens antennesteunen aan of monteren radiodraagtafels.’ Rob vervolgt: ‘Continu zoeken we naar de juiste balans tussen kosten en opbrengsten.’ Dat evenwicht vinden, is een uitdaging. Toewijding De technische hoogstandjes op het gebied van radar en vuurleiding in de toren van de Cheetah vereisen periodiek onderhoud. Daarvoor zijn ervaringsdeskundigen nodig. Volgens Rob is het een hele toer om die te vinden. De Cheetah is immers al wat ouder en de kennis van dit wapensysteem vloeit langzaamaan weg. Daarbij is het een kunst om toegewijde specialisten aan het project te binden. ‘Je kunt immers niet zomaar iemand uit zijn werkomgeving trekken’, legt Rob uit. ‘Incidenteel doen we een beroep op kenners binnen of buiten de organisatie. Zo hebben we voor de vuurleiding iemand binnengehaald die al met functioneel leeftijdsontslag is. Hij sleutelt nu gewoon enthousiast mee.’ Iedere Cheetah levert ongeveer 600 uur werk op. Zijn de pantserrupsvoertuigen gereed, dan gaan vanuit de Eemshaven per schip naar Jordanië. Gerrie: ‘In de woestijn krijgt ons overtollige materieel een tweede leven. Aan ons zal het niet liggen. Alles gaat hier tiptop de deur uit.’
Materieelgezien nummer 2 | maart 2013
18
19
Werkplekgezien Voor de rubriek Werkplekgezien neemt de redactie iedere maand een kijkje bij een werkplek van een DMO-collega. Heeft u ook een markante werkplek en wilt u die ‘delen’ met uw collega’s? Mail dan naar
[email protected]. Foto: Robert Koelewijn, AVDD
3 1
7
6 4
5
2 Naam: Richard van Toor Leeftijd: 48 Functie: Hoofd stafgroep directie Financiën & Control Van soldaat-telefonist naar de rechterhand van een stafgroep: Richard heeft aardig carrière weten te maken sinds zijn diensttijd. 27 jaar werkt hij nu bij Defensie. Bij de directie F&C in Den Haag is hij verant-
woordelijk voor de persoonlijke, administratieve en secretariële ondersteuning aan de directeur F&C, de afdelingshoofden en sectiehoofden. Daarnaast is hij voor de gehele directie een klankbord, vraagbaak en aanspreekpunt op het gebied van personeelszaken, facilitaire zaken, automatisering en huisvesting. Ook het voorbereiden en bijwonen van het MT behoren tot zijn brede takenpakket.
1 Het embleem van het Nationaal Commando. Hier werkte Richard 20 jaar met veel plezier. ‘Ik was de laatste directiesecretaris van het NatCo. We vormden op de Prins Willem-Alexanderkazerne in Gouda een kleine, maar hechte club. Ik kende echt iedereen. Een waanzinnig leuke tijd.’ | 2 Richard verdeelt de dagelijkse inkomende post over de postbakjes van de F&C-collega’s. | 3 ‘Mail is mijn broodwinning’, zegt Richard. ‘De directie vraagt mij allerlei dingen uit te zoeken of uit te zetten. Je moet de organisatie dan dus ook goed kennen, weten wie wat in zijn takenpakket heeft.’ | 4 ‘Een kaart van Peschiera del Garda, al jaren onze vaste vakantiebestemming aan het Gardameer. Vroeger ging ik daar met mijn ouders jaar in, jaar uit naartoe. En ik, nu jaren later, ook weer met mijn vrouw en onze twee dochters.’ | 5 In deze map zitten alle stukken en naslagwerken die de leden van het F&C managementteam nodig hebben voor hun vergaderingen en de voorbereidende stukken voor de DMO Raad. | 6 ‘Die radio heb ik al sinds mijn diensttijd. Verschrikkelijk old skool, maar hij doet het nog steeds.’ | 7 ‘Feyenoord is voor mij alles’, vertelt de geboren en getogen Rotterdammer. ‘Elke thuiswedstrijd zit ik in De Kuip – tot verdriet van mijn vrouw, haha. Toen deze kast na de laatste reorganisatie leeg kwam te staan, zag ik mijn kans schoon en bracht hier een deel van mijn Feyenoord-verzameling onder. Vroeger gaf dat bij niet-Feyenoorders soms wat scheve ogen. Maar inmiddels wordt ‘ie wel gedoogd hoor.’
Op locatie
Levien Geense werkt als senior technicus bij Bureau Technische Ondersteuning West van de afdeling Telematica van de Joint CIS Groep. Antennepark Ouddorp is zijn standplaats. ‘Samen met mijn collega Rodney Nortan werk ik op antennepark Ouddorp, voorheen Marine Zendstation Goeree. Met zijn tweeën onderhouden en repareren we de dertig zenders hier. Onze buitenpost verzorgt onder andere hoog frequente (HF) verbindingen met marineschepen overal ter wereld. De JCG OPS-room in Den Helder stuurt dat geheel aan.
Buiten het station doen we onderhoud en reparatie aan UHF- en VHF-apparatuur van de kustwacht en de bijbehorende verbindingen met het Kustwacht Centrum in Den Helder. Ook zijn we in onze regio verantwoordelijk voor de technische instandhouding van diverse gerubriceerde netwerken op verschillende kazernes en gebouwen van Defensie in West- en Zuidwest-Nederland
Ook doen we de technische instandhouding van de kortegolfzenders voor het zogeheten Ship Shore Ship Buffer-systeem. Onze collega’s in Nieuw Milligen onderhouden daarmee tactische datalinks met schepen, vliegtuigen en waleenheden. Na de sluiting van antennepark Scheveningen gaan we in de loop van dit jaar ook de middengolf-, HF- en NAVTEX-berichten van de kustwacht uitzenden. Die maritieme veiligheidsberichten zijn bestemd voor zowel de civiele als de militaire scheepvaart.
De combinatie van oude en nieuwe techniek maakt mijn werk best veelzijdig. Zo werk ik met heel moderne zenders, maar ook met oude zendtechnieken. Buizen, spoelen en condensatoren, zoals ik het veertig jaar geleden nog op school heb geleerd. Het is groot en grofstoffelijk, maar ook erg robuust en dus betrouwbaar.’
Foto: Eva Klijn, AVDD
Colofon - Jaargang 10, nummer 2, maart 2013 Materieelgezien is een uitgave van de Defensie Materieel Organisatie, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie: Hans Kuijper Eindredactie: Ingmar Kooman Vormgeving: Grafische Dienst | AVDD Den Haag Druk: OBT BV, Den Haag Oplage: 5.500
Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) DMO/sectie Communicatie Postbus 90822 MPC 58A 2509 LV Den Haag E-mail:
[email protected]
Redactieraad: Arvid Staarink (Staf ), Marc Bijsterbosch (DMunB), Regina van Bree-Van Rijn (IVENT), majoor Erik de Brouwer (DP&V), Marjolein Hof-Kok (DBB), Henny Kooi (KPU-bedrijf ), majoor Patrick Jurcka (DP&V), majoor Jan Mensink (DWS) en Manfred de Wit (IVENT).
Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van Materieelgezien weerspiegelt niet noodzakelijkerwijs de mening van het ministerie van Defensie.