Masterplan Grote of Sint Michaëlskerk Zwolle November 2013
KAAder kerkadvies
Masterplan Grote of Sint Michaëlskerk Zwolle November 2013
Grafsteen zuidbeuk
Voor u ligt het Masterplan voor de Grote of Sint Michaëlskerk van Zwolle. Dit Masterplan is opgesteld door KAAder kerkadvies in opdracht van de Stichting Beheer en Exploitatie Grote of Sint Michaëlskerk. Voor de totstandkoming van dit Masterplan is gewerkt binnen de ‘Werkgroep Masterplan’. Naast ondergetekende hadden vanuit de Protestantse Gemeente van Zwolle hierin Tanja Bergman, Aalt Riezebos en Bart Schouten zitting. ‘Onbekend maakt onbemind’ zegt het spreekwoord. Bij aanvang van het proces om te komen tot dit Masterplan gold dit in zekere mate ook voor ons. Het omgekeerde bleek ook waar: ‘hoe meer bekend, hoe meer bemind’. Hoe meer wij het gebouw leerden kennen, hoe meer wij er van zijn gaan houden. Wij hopen dat dat ook voor u geldt. Wij wensen u veel leesplezier en de bestuurders veel wijsheid bij de besluiten die gevraagd worden. Wij danken alle vrijwilligers, bestuurders, passanten en externen die wij in de loop van het proces hebben gesproken voor hun veelal openhartige reacties en hun vertrouwen.
Namens de Werkgroep Masterplan Grote Kerk, Alwin Kaashoek Delft, november 2013
Voorwoord
Het verhaal gaat..................
1 2 3
..........over de Grote Kerk
Voorwoord Inhoudsopgave Inleiding en leeswijzer Voorgeschiedenis en kader Essay
5 6 8 9 12
Analyse
Visie en ontwerp
4.1 4.2 4.3 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 6.1 6.2 7 8.1 8.2 9 10 11
12.1 12.2 12.3 12.4 13. 13.1 13.2 13.3 14 14.1 14.2 14.3 14.4 15 16 16.1 16.2 16.3 16.4
Algemeen gebruik Kerkelijk gebruik Stadskerk Overig kerkelijk gebruik Toekomstige functies Ruimtelijk-architectonische uitgangspunten Gebruiksmogelijkheden ruimten Keuzes en uitgangspunten ruimten en functies Ruimtelijke modellen Model 0: Toekomstvast Model 1: Toekomstvast en stadskerk Model 2: Stadskerk en wijkgemeente(n) Model 3: Uitgebreid model, inclusief Hoofdwacht Organisatie (toekomst) Financiën (toekomst) Investeringsraming Exploitatieprognose Financiën (aanbevelingen) Financiën en erfgoed
62 68 69 70 72 74 77 82 89 90 94 98 102 106 110 111 114 116 118
17 18
Conclusies en aanbevelingen Hoe verder?
120 121
Historie Zwolle 15 Historie Grote Kerk (exterieur) 16 Historie Grote Kerk (interieur) 19 Omgeving 21 Exterieur (zwaktes) 25 Exterieur (sterktes) 27 Interieur (zwaktes) 29 Interieur (sterktes) 33 Huidige ruimten 39 Huidige staat nevenruimten 44 Huidige organisatie 46 Huidige exploitatie (wijkkerken) 48 Huidige exploitatie (Grote Kerk) 49 Workshops 52 ‘Merk’ Grote Kerk (huidige situatie) 56 SWOT-analyse 58
Inhoudsopgave
1. Inleiding en leeswijzer
Inleiding
Leeswijzer
Het bestuur van de Stichting Beheer en Exploitatie Grote of Sint Michaëlskerk had behoefte aan een integrale visie op (de toekomst van) het kerkgebouw. Aanleiding hiervoor was het toenemende tekort op de lopende exploitatie. De primaire vraag was: ‘welke bouwkundige ingrepen moeten wij doen om het gebouw èn als kerk te blijven gebruiken èn geschikt te maken voor breder gebruik?’
Het Masterplan is opgebouwd uit drie delen: de eerste twee hoofdstukken zijn inleidend en kaderstellend van aard.
Naast de vraag naar een eenduidige visie bestond er behoefte aan een advies over de organisatie, de exploitatie en het kerkelijk gebruik. Dit laatste punt is gedurende het proces sterker in beeld gekomen vanwege het voorgenomen vertrek van de Grote Kerkgemeente uit het kerkgebouw. Dit heeft geleid tot een visie op mogelijke gemeentevormen die passen in de Grote of Sint Michaëlskerk. Nadrukkelijk is één van de randvoorwaarden voor het tot stand komen van het Masterplan dat er concrete voorstellen voor ingrepen en maatregelen in worden gegeven. Op basis van deze voorstellen moet er op eenvoudige wijze een besluit door de PGZ kunnen worden genomen. De vraag naar een visie (‘waar willen we heen met de Grote of Sint Michaëlskerk?’) blijkt niet te beantwoorden binnen een ééndimensionale denkwijze. Het is als een bloem met meerdere blaadjes. In dit geval zijn dat: kerkzijn, ruimte, sterktes en zwaktes, financiën en organisatie. Soms lopen deze lijnen wat door elkaar, maar uiteindelijk zijn dit de lijnen die houvast bieden binnen dit Masterplan. De onderlinge confrontatie van deze lijnen komt aan de orde bij de conclusies.
Hoofdstuk 3 bevat een essay, getiteld: ‘St. Michaëlskerk 2015’. Hoofdstuk 4 tot en met 11 bevatten de analyse. Als eerste komen aan de orde: de historische ontwikkeling van het kerkgebouw, analyse van de omgeving, het exterieur en het interieur van de kerk. Daarna volgen de analyse van de huidige organisatie en de financiële structuur. De analyse sluit af met een verslag van de gehouden workshops, het ‘merk’ Grote Kerk en een SWOT-analyse. Hoofdstuk 12 tot en met 16 bevatten de visie en het ontwerp. In deze hoofdstukken komen de functies, het gebruik en de ruimten aan de orde. Hoofdstuk 14 bevat een viertal modellen voor de toekomst van de Grote Kerk. Deze modellen zijn in de hoofdstukken 15 en 16 organisatorisch en financieel onderbouwd. Hoofdstuk 17 bevat de aanbevelingen en conclusies en hoofdstuk 18 stelt de vraag: hoe verder? De bijlagen waar in de hoofdtekst naar wordt verwezen zijn opgenomen in een separaat document. Dit laatste geldt ook voor het later tijdens dit proces uitgevoerde onderzoek naar de mogelijke vervreemding van het eigendom van de Grote Kerk.
Rapport Commissie Toekomst Grote Kerk en Refter Het vertrekpunt voor dit Masterplan ligt bij het rapport ‘De deuren gaan open’, eindrapport van de Commissie Toekomst Grote Kerk en Refter, Versie 1.0, Zwolle, september 2010. Dit rapport is bekender geworden als ‘het rapport van de Cie Berends’, vernoemd naar de voorzitter van de commissie. Deze commissie kreeg van de Algemene Kerkenraad (AK) van de Protestantse Gemeente van Zwolle (PGZ) de opdracht om te onderzoeken hoe de Grote Kerk (en het Refter) breder geëxploiteerd zouden kunnen worden. Voor een volledige weergave van de inhoud verwijzen wij naar het rapport zelf. Hier volstaan we met de belangrijkste conclusies en aanbevelingen: C1. Schep een helder beeld over het gebouw, dat voor heel Zwolle geldt (merk). Benadruk hierin de sterkte van het gebouw, het orgel en de historie. Betrek het begrip duurzaamheid hier ook in. C2. Maak voor de korte termijn (1-3 jaar) een activiteitenplan waarin onder meer contacten worden gelegd, voorzieningen worden aangepast, en de openstelling wordt verbreed.
Bij deze hoofdpunten hoort een aantal concrete aanbevelingen. De voornaamste zijn: A1. Doe het niet alleen, maar betrek gemeente en andere belanghebbenden. A2. Zorg voor draagvlak binnen en buiten de PGZ. A3. Werk eerst de korte termijn uit en daarna de lange termijn (verwachtingenmanagement). A4. Start zo snel als mogelijk om nog dit jaar een beeldmerk te hebben. Het heldere profiel, het gezicht, kent volgens de commissie de volgende karakteristiek: De Grote Kerk wordt naast het huidige kerkelijke gebruik een hoogwaardige culturele voorziening, waarin (kerk-)muziek, tentoonstellingen, historie en de bezoekersfunctie worden gefaciliteerd. De Kerk schaart zich in de rij van Spiegel, Fundatie en HCO en doet dat met uitingen die dicht bij de wortels van het gebouw liggen.
C3. Schep een beheervorm waarin ruimte is voor professionele begeleiding, die zowel de coördinatie verzorgt tussen de vrijwilligers als de spil vormt bij het uitbaten van het beeldmerk (het beleid gestalte geeft).
Besluiten Algemene Kerkenraad
C4. Werk naar de lange termijn duurzaamheid uit. Doe dit door een kleine werkgroep in te stellen die op een periode van 3-5 jaar aangeeft wat mogelijk is op het gebied van het toepassen van duurzaam bouwen, in aansluiting op de visie voor verder gebruik.
- de visie op de Grote Kerk zoals in hoofdlijn door de commissie geschetst wordt ondersteund - uitwerking van deze visie (beeldmerk) op korte termijn - de PGZ blijft eigenaar van de Grote Kerk
Naar aanleiding van het rapport ‘De deuren gaan open’ heeft de AK op 8 november 2010 het volgende besloten / aanbevolen:
2. Voorgeschiedenis en kader
- de noodzaak tot bredere exploitatie wordt onderschreven - stel zo snel mogeljk een activiteitenplan hiervoor op, inclusief een begroting - ontwikkel zo snel mogelijk een voorstel voor een meer professionele organisatiestructuur voor het beheer en de exploitatie van de kerk
‘Inspirerend ontmoeten’
Vervolgens, na ‘Berends’
De visie gaat uit van een stralende Grote Kerk, midden in de stad, met een kerkelijke functie maar ook een breed-culturele functie. De kwaliteit van tegenstellingen op velerlei terrein vormen een belangrijke peiler onder deze visie. Dit leidt tot een ‘inspirerende ontmoeting’.
Naar aanleiding van deze besluiten is er in juli 2011 een overeenkomst gesloten met een externe exploitant. Na ruim een jaar is deze overeenkomst met wederzijds goedvinden beëindigd. Ondanks intensieve inzet is het geen succes geworden.
10
De Activiteitencommissie Grote Kerk komt in november 2012 naar aanleiding van het vertrek van de exploitant met de volgende analyse. Zij ziet het vertrek van de exploitant niet als een incident, maar als een resultaat. Zij ziet als oorzaken van het mislukken van de samenwerking: 1. gebrek aan een gedeelde visie op de toekomst van de Grote Kerk bij diverse gebruikersgroepen 2. gebrek aan het realiseren van (bouwkundige) randvoorwaarden 3. gebrek aan mandaat voor de coördinator De Activiteitencommissie doet de volgende aanbevelingen: 1. zorg voor een gedeelde en gedragen visie 2. pak snel de (bouwkundige) randvoorwaarden op 3. benoem een coördinator met mandaat 4. stroomlijn de overlegvormen van de Grote Kerk
De eerste aanbeveling van de Activiteitencommissie is concreet uitgewerkt in de visie ‘Inspirerend Ontmoeten’ (1e concept, juni 2012: zie Bijlage 1). Deze visie is ontwikkeld door Bart Schouten en vormt ook een uitwerking van één van de aanbevelingen uit het rapport van de commissie Berends.
Merkwaarden hierbij zijn: - Inspiratie en bezieling - anders en non-conformistisch - waardig en respectvol - tijdloos en duurzaam - harmonie en rust Tot vaststelling of een verdere gedetailleerde uitwerking van de conceptvisie is het niet gekomen. De visie sluit af met de vraag: Hoe kunnen we ‘Inspirerend Ontmoeten’ praktisch vertalen naar een programma van activiteiten dat qua inhoud, organisatie en financiën een bloeiende Grote Kerk oplevert? In feite vraagt de visie met bovenstaande om een concretisering van de aanbevelingen uit het rapport van de commissie Berends en de Activiteitencommissie.
Vervolgens, naar het Masterplan In januari 2013 is besloten om - in het kader van de organisatorische aanbevelingen - een locatiemanager Grote Kerk aan te stellen. Deze locatiemanager heeft de rol van een professioneel coördinator. In het kader van de overige aanbevelingen (bouwkundige maatregelen en uitwerking organisatie en financiën) en de uitwerking van de visie ‘Inspirerend Ontmoeten’ is in januari 2013 ook de opdracht verstrekt om dit Masterplan voor de Grote Kerk op te stellen.
11
Detail preekstoel
3. Essay Sint Michaëlskerk 2015 ‘Wij zien een Grote Kerk, in het hart van Zwolle. Deze kerk wordt zowel kerkelijk als algemeen-cultureel intensief en breed gebruikt. De Grote Kerk is een levend en aantrekkelijk monument midden in de stad en de samenleving. Zij wordt gedragen door een actieve gemeenschap. Zij is eigentijds èn geworteld in een eeuwenoude traditie van Evangelie en architectuur. Vanaf de doorstart van de Grote Kerk is er door vele betrokkenen hard gewerkt om zowel het kerkelijke als algemeen-culturele gebruik nieuw leven in te blazen. 12
Er is niet alleen een stadskerk in het gebouw te vinden, maar ook één of meerdere wijkgemeenten maken intensief gebruik van de kerk. Het gebouw biedt hiervoor uitstekende mogelijkheden. De financiële basis van de kerk is solide. De werkzaamheden zijn op professioneel niveau georganiseerd. Er wordt nauw samengewerkt met allerlei enthousiaste partners uit de stad. Naast al het moois dat er al is gerealiseerd zijn er nog plannen en mogelijkheden voor de toekomst. Zullen we onze Inspirerende Ontmoeting voortzetten onder het genot van een goede kop koffie in de Hoofdwacht, op de grens van stad en kerk?’
Analyse
13
14
Zwolle is ontstaan op een hoger gelegen zandrug tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht aan het riviertje de Aa. Deze zandrug lag temidden van het verder moerassige landschap. Het riviertje de Aa lag ter plaatse van de huidige Melkmarkt, Grote Markt, Oude Vismarkt en Gasthuisplein. De zandrug werd ook wel ‘suol’ genoemd. Het huidige ‘Zwolle’ is hiervan afgeleid. Deze hoger gelegen zandrug was door haar hoogte droger en daarmee vormde zij een bewoonbare plek. De zandrug is door de hoogteverschillen nog altijd zichtbaar in de stad. Dit is het beste voelbaar in de passage tussen de Melkmarkt en de Voorstraat. Op (en later rond) de ‘suol’ ontstond in de Middeleeuwen een levendige handelsplaats die uitgroeide tot het Zwolle van 2013. De Grote Kerk is gebouwd op deze zandrug, op de plaats waar de verschillende handelswegen uit de omtrek bij elkaar kwamen.
Luchtfoto ZwolleCovens en Mortier, 1725 Stadsplattegrond
4.1 Historie Zwolle
Luchtfoto Zwolle
15
4.2 Historie Grote Kerk (exterieur) Hierna volgt een kort beeld van de ontstaansgeschiedenis, voorzover deze direct van kaderscheppend en contextueel belang is voor dit Masterplan en voorzover dit voor de bezoekers nog ervaarbaar is. Voor een uitgebreidere geschiedenisbeschrijving is voldoende externe literatuur beschikbaar. De Grote of Sint Michaëlskerk kent een lange ontstaansgeschiedenis. In de 8e eeuw na Christus heeft er waarschijnlijk al een houten kerkje gestaan, ongeveer op de plek van het huidige hoogkoor. Zoals de huidige naam van de kerk al doet vemoeden werd dit kerkje gewijd aan de aartsengel Michaël. Lange tijd was dit de enige parochiekerk van Zwolle.
16
In 1040 bevindt zich op de plaats van het huidige Hoogkoor een stenen kerkje in Romaanse stijl. De fundamenten en graftombes van deze kerk bevinden zich nog deels onder het huidige Hoogkoor. Vanaf ongeveer 1400 wordt er gebouwd aan de huidige driebeukige hallenkerk in Gotische stijl. Een kleine vijftig jaar later is deze gereed. Ondertussen was men ook begonnen met het bouwen van een stenen toren. De toren werd uiteindelijk ca. 115 meter hoog (de hoogste kerktoren van Nederland, tot op de dag van vandaag). Deze toren was geen gelukkig en lang leven beschoren: in 1548 wordt deze deels verwoest na een blikseminslag. In 1606 gebeurt hetzelfde met de vernieuwde en herbouwde toren uit 1548. In 1669 is er opnieuw blikseminslag en wordt de spits verwoest. Deze wordt niet herbouwd. In 1682 stort de gehele toren in en neemt het achterste deel van de kerk in haar val mee. Gedurende haar geschiedenis is de Grote Kerk omringd geweest met vele aanbouwen. Alleen de Hoofdwacht en de kamers zijn hier nog van overgebleven.
17
18
Johannes van Cuijlenburch, interieur Grote Kerk, midden 17e eeuw
Terwijl er buiten rondom de val van de toren nogal wat gebeurt, verandert er binnen in de Gotische hallenkerk ook het een en ander. Met de beeldenstorm van 1580 gaat het grootste deel van het oorspronkelijke interieur verloren. In 1597 wordt dit grotendeels hersteld, zij het op protestantse wijze. De stijl van de interieurelementen uit die tijd is die van de Renaissance. Een voorbeeld hiervan is de huidige koorafsluiting (1597). Na de instorting van de toren (1682) en de twee westelijke beuken van de kerk wordt aan deze zijde van de kerk de huidige consistorie gebouwd (1688). Deze consistorie heeft een heel andere stijl dan de Gotische kerk. Verder is in de ontwikkeling van het interieur belangrijk om de bouw van het orgel te benoemen. Het huidige orgel is in 1721 gebouwd naar ontwerp van de gebroeders Schnitger. 19
Na de Reformatie veranderde het interieur. Daarnaast werd in 1804 het begraven in de kerk verboden. Voor die tijd was de kerk in gebruik als begraafplaats voor de rijkeren. Alleen de adel maakte gebruik van banken: het overgrote deel van de banken in het middenschip is geplaatst aan het einde van de 19e eeuw. De gehele kerk is toen door de architecten Koch en Cuypers gerestaureerd.
4.3 Historie Grote Kerk (interieur)
20
De Grote of St. Michaëlskerk staat in het hart van Zwolle. Zij staat direct aan het meest drukke plein van de stad (Grote Markt). Vanuit iedere straat die vanaf de rand van de binnenstad naar het centrum leidt, kom je met de kerk in aanraking. De pleinen en de directe omgeving voldoen aan iedere eis die op het gebied van aantrekkelijkheid gesteld kan worden: veel mensen, terrassen, horeca, beslotenheid, historie, winkels, zon en schaduw en autovrij. Toch is vanaf iets meer afstand de Onze Lieve Vrouwe basiliek meer beeldbepalend dan de Grote Kerk. Dit komt vooral door haar toren (in combinatie met het carrillion). De Grote Kerk heeft helaas haar toren verloren. Daarmee heeft zij in het kader van het stadsgezicht een ‘geamputeerd’ karakter gekregen. In het centrum van de stad is de ligging van de Grote Kerk veel prominenter. De Onze Lieve Vrouwe basiliek ligt meer achteraf dan de Grote Kerk die midden op het centrale plein van de stad staat. Ook geschiedkundig neemt de Grote Kerk in de stad een belangrijke positie in: haar ontstaan is direct verbonden met o.a. de Moderne Devotie en andere maatschappelijke, religieuze en onderwijskundige ontwikkelingen die in dit deel van de stad plaatshadden. Ondanks dat er figuurlijk gezien niet aan het gebouw te ontkomen is, speelt het gebouw eenmaal dichtbij gekomen toch geen rol van betekenis. Het gebouw staat gevoelsmatig met haar achterkant naar de omgeving gekeerd en komt erg gesloten over. De Grote Kerk heeft vanuit de omringende straten geen ‘focuspunt’: zij vormt een min of meer ‘dode’ wand van het plein of aan het einde van de straat. Het kerkgebouw is vergelijkbaar met een oester: de buitenzijde is ruw, hard, donker en afstotend, de binnenzijde aantrekkelijk, licht, zacht en kostbaar.
5.1 Omgeving
21
22
Zicht op de Grote Kerk vanuit Museum De Fundatie
Vanuit de ruimte van de stad beschouwd staat de Grote Kerk midden op één groot plein (zie afbeelding: ‘0’). De bebouwing (de winkels) eromheen staan met hun ‘gezicht’ naar de kerk gericht. Samen vormen deze winkelfronten een gesloten pleinwand die alleen wordt onderbroken door een aantal relatief smalle straten. Door het formaat van de Grote Kerk en haar ten opzichte van dit denkbeeldige plein gedraaide positie wordt dit plein niet zo ervaren. De Grote Kerk zorgt er voor dat het ene grote plein in drieën wordt verdeeld. De Grote Markt (1), het Grote Kerkplein (2) en het verlengde van de Luttekestraat (3) vormen drie zelfstandige pleinen. Het ene plein is vanaf het andere niet zichtbaar; de visuele verbinding wordt door de Grote Kerk verbroken. De wanden van de Grote Kerk vormen hierbij de wanden van de pleinen, zonder dat zij daar op een positieve manier aan bijdragen.
0
23
1 3 2
24
Een rondgang langs het kerkgebouw anno 2013 leert al gauw dat het gebouw - naast een indrukwekkende geschiedenis en statuur - ook vele zwaktes kent. Deze zwaktes worden zowel door intern betrokkenen als door externen benoemd en erkend. De hier naast weergegeven beelden spreken voor zich. De zwaktes laten zich als volgt samenvatten: 1. Het gebouw komt gesloten over: plint zonder ramen of openingen, hekwerken, tralies, dichte, matig onderhouden deuren of is letterlijk dicht (in de winter alleen op zondag open). 2. Het gebouw is somber: gesloten plint, grote delen van het gebouw altijd in de schaduw, staat van onderhoud. 3. Het gebouw is vies: veel algengroei, graffiti 25 etc.. 4. Het gebouw wordt gebruikt als achterkant van de stad: plaszuil, trafokasten, fietsen, prullenbakken (letterlijk voor de ingang).
5.2 Exterieur (zwaktes)
26
De Grote Kerk heeft qua exterieur en positie in de stad zeker haar sterktes. Samengevat zijn deze als volgt: 1. Het gebouw staat in het (culturele en winkel-) hart van de stad. 2. Haar entree bevindt zich aan het drukste plein: de Grote Markt. 3. Het is het eerste, grootste en belangrijkste rijksmonument van Zwolle. 4. Het ligt nabij verschillende overheidscentra en musea. Versterking van de kwaliteit van het exterieur van het gebouw is niet eenvoudig. In Bijlage 2 vindt u een aantal kleinere zaken die er toe zouden kunnen bijdragen om de Grote Kerk letterlijk en figuurlijk meer uit te lichten.
5.3 Exterieur (sterktes) 27
28
Het interieur van de St. Michaëlskerk kent ondanks haar statuur en rijkdom ook zwaktes. Deze zwaktes zijn samenvattend als volgt te karakteriseren: 1. Het vormt één grote berging: overal staat iets. 2. Veel kleine of grotere ingrepen tonen weinig respect voor de monumentale waarde van het gebouw (installaties, gebruik) 3. Er is sprake van functionele armoede: het dagelijks functionele overheerst sterk ten opzichte van de monumentale of kerkelijke functie. 4. Het grote verhaal en de vele kleine verhalen van de Grote Kerk worden ‘niet verteld’. Wel letterlijk, maar zij zijn niet tastbaar en voelbaar aanwezig in de kerk.
1
2
Deze zwaktes hebben deels met eigentijdse functionaliteit te maken, maar worden voor een groot deel veroorzaakt door de afwezigheid van zorgvuldig, artistiek, stilistisch verantwoord beheer.
5.4 Interieur (zwaktes)
3
4
29
30
31
Deze foto geeft een goed beeld van de onzorgvuldigheid in beleid, gebruik en beheer. Uiterst historische elementen worden gebruikt en kunnen gebruikt worden als opslagplaats en ‘bargelegenheid’.
22
23
Interieur (sterktes)
20
21
16
19
18
13
17
32
3
1
11 12
2
6
10
7 14
8 9 5
15
4
Legenda: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
3-beukige Hallenkerk Koorhek uit 1597 Consistorie Leprozenkapel Grafkapel Hoogkoor Fesco’s hoogkoor Romaanse graftombes in Hoogkoor Beeld St. Michaël Preekstoel Schnitgerorgel Orgelpijpengalerij Tussen gewelven en kap Grafstenen (gehele kerk) Middeleeuws (restant van) beeld Latijnse bank Beeldengroep Van der Capellen (nog te plaatsen) Michaelsklokje Grafsteen Gerard ter Borch Doopkamer Herenkamer Kamer boven Noorderportaal Balkon op Noorderportaal (uitzicht over Grote Markt)
Het interieur van de kerk is prachtig. Het interieur van de 3-beukige hallenkerk is rijk en groots. Zij bestaat uit drie beuken met ieder een eigen karakter en een eigen koor. Tegelijkertijd vormen de drie beuken samen een overweldigende ruimte. In het interieur zijn verschillende bijzondere elementen te vinden. In de tekening hiernaast zijn deze benoemd. De oudste elementen zijn van voor de Beeldenstorm (1566), de overige dateren van na de Reformatie (1572). Bij ieder element hoort een geschiedenis, een verhaal. Voor een deel worden deze verhalen verteld, voor een deel zijn zij nog onontdekt. Voor de meeste elementen geldt dat uitlichting (‘letterlijk’) nodig is om de schoonheid ervan te kunnen zien. Voor een (uitgebreide) beschrijving van de verschillende interieur- elementen verwijzen wij u naar elders.
33
5.5 Interieur (sterktes)
34
Zicht op de hallenkerk en koorafsluiting van het Hoogkoor
Interieur (sterktes) 35
Koorafsluiting van het Hoogkoor
Herenkamer
36
37
Detail preeksstoel
Interieur (sterktes)
38
Detail orgel
Inscriptie op achterwand orgel
Interieur (sterktes)
Consistorie
Grafsteen
39
6.1 Huidige ruimten | begane grond
5
4
6
7
8
40
3
1
2 9
10
In de afbeelding hiernaast is te zien welke ruimten er op dit moment in de Grote Kerk zijn. De nummers in de plattegrond corresponderen met de nummers in de legenda. De kerkzaal is weergegeven in lichtgeel. De rode ruimten zijn verblijfsruimten en de blauwe ruimte bevatten entrees en trappenhuizen. De ruimtes van de Hoofdwacht zijn op dit moment niet in bezit bij of in gebruik door de PGZ. De Hoofdwacht is echter door de gemeente Zwolle te huur of te koop aangeboden. Binnen dit Masterplan wordt derhalve ook gekeken naar de (extra) mogelijkheden die dit pand eventueel biedt voor het gebruik van de Grote Kerk. Het huidige gebouw blijkt meer bruikbare ruimten te kennen dan de meeste betrokkenen verwachten. De belangrijkste ruimten (op de begane grond) zijn natuurlijk de kerkzaal en het Hoogkoor, maar ook het grote Noorderportaal en de consistorie (deze ligt eigenlijk een niveau hoger dan de begane grond). De kerk kent twee bijzondere kapellen: de Grafkapel, aan de oostzijde (tussen het Pieterskoor en het Hoogkoor) en de Leprozenkapel aan de zuidzijde. In de strook tussen de kerkzaal en de Grote Markt bevindt zich een aantal ruimten / panden die voor meerdere doeleinden gebruikt kunnen worden. Hier bevinden zich op de begane grond twee kamers met een separate ontsluiting vanaf de Grote Markt. Ook de Hoofdwacht maakt deel uit van genoemde strook. Op de begane grond bevindt zich hier een tweetal ruimten.
6.1 Huidige ruimten | begane grond Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
Kerkzaal Hoogkoor Consistorie Herenkamer Doopkamer
6. 7. 8. 9. 10.
entreeportaal noord Hoofdwacht 1 (*) Hoofdwacht 2 (*) Grafkapel Leprozenkapel
(*) = optie (te huur / te koop)
41
De verschillende ruimten op de verdiepingen en in de kelders zijn in de huidige situatie niet of nauwelijks in gebruik. De bereikbaarheid ervan is matig tot slecht. De ruimten boven de Herenkamer en de Doopkamer bevinden zich onder de kap en hebben prachtig uitzicht over de Grote Markt. Dit laatste geldt ook voor de ruimte boven het Noorderportaal. Deze via een stenen spiltrap bereikbare ruimte is (in potentie) een prachtige ruimte. In de huidige situatie bevindt zich hier de CV-installatie. De ruimten boven de Hoofdwacht hebben een karakter dat vergelijkbaar is met de ruimten boven de kamers. De kelders onder de kamers zijn bereikbaar via een stenen trap vanuit het Noorderportaal. Deze ruimte zijn in de huidige situatie in gebruik als rommelhok / berging.
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
kostersruimte keuken toiletten onder Herenkamer onder Doopkamer tussenverdieping Hoofdwacht (*) orgel (balgen) boven Herenkamer boven Doopkamer boven entreeportaal noord boven Hoofdwacht 1(*) boven Hoofdwacht 2 (*)
(*) = optie (te huur / te koop)
42
6.1 Huidige ruimten | verdiepingen
Hoofdwacht begane grond
Uitzicht verdiepingen
Boven Noorderportaal
Boven Heren- en Doopkamer
6.1 Huidige ruimten | verdiepingen
17 19
+1 | orgelverdieping
18
20
21
22
+1 | boven kamers | noorderportaal | Hoofdwacht 43
16 13
12
15
14
11
BG | onder consistorie
-1 | kelders onder kamers
+ 0,5 | tussenverdieping Hoofdwacht
6.2 Huidige staat van de nevenruimten
+2
30 m2 (+35)
+1
65 m2
25 m2
25 m2
25 m2 (+20)
8 m2
BG
40 m2 (+25)
30 m2
35 m2
45 m2
40 m2
15 m2
20 m2
15 m2
-1
20 m2
40 m2
44 Consistorie
kamers 1 en 2
35 m2
bouwkundige ingrepen noodzakelijk + installaties
45 m2
ingrepen noodzakelijk (vnl. interieur)
15 m2
direct bruikbaar (evt. kwaliteitsslag + opruimen)
15 m2
(nog) niet in eigendom / nog geen gebruiksovereenkomst
Noorderportaal
(Hoofdwacht)
De staat van de huidige ruimten verschilt sterk. In het schema hiernaast is dit voor de belangrijkste nevenruimten weergegeven. Het blijkt dat slechts een beperkt aantal ruimten in de huidige staat prima te gebruiken is (bijv. de consistorie). Deze zijn weergegeven in groen. Deze ruimten dienen wel te worden opgeruimd en eventueel een hoogwaardiger afwerkings- en inrichtingsniveau te krijgen. Dit staat echter het gebruik van de ruimten in eerste instantie niet in de weg. Dit geldt ook voor de begane grond en tussenverdieping van de Hoofdwacht. De in geel weergegeven ruimten dienen te worden opgeknapt, alvorens zij echt gebruikt kunnen worden. De oorspronkelijke allure van deze ruimten dient te worden teruggebracht en tegelijkertijd te worden aangepast aan de eisen van deze tijd. Bijvoorbeeld (bij de kamers) door het aanleggen van een nieuwe vloer, het aanbrengen / uitbreiden / vernieuwen van voorzieningen (elektra, data, verlichting, verwarming, zonwering etc.). De overige ruimten dienen echt bouwkundig te worden aangepakt (weergegeven in rood). Deze ruimten zijn in de huidige staat voor geen ander gebruik geschikt dan voor opslag of installatie. Het betreft hier onder andere de ruimten onder de kap (ook van de Hoofdwacht) en in de kelders. Naast de verschillende aan te brengen voorzieningen (als bij de ‘gele’ ruimten) zijn hier isolatie, wandafwerking, nieuwe vloeren en wanden etc. noodzakelijk. De ruimten op de begane grond onder de consistorie (keuken, toiletten, kosterskamer) zijn weergegeven in rood. Dit is om aan te geven dat – als zij geschikt moeten worden gemaakt voor nieuw gebruik en een andere functie – hier een ingrijpende verbouwing noodzakelijk is. Bij voorzetting van het huidige gebruik in de toekomst is hier vanzelfsprekend een verbouwing niet noodzakelijk, maar zijn wel aanpassingen gewenst (geel).
45
Interieur Doopkamer
7. Huidige organisatie De Grote Kerk is eigendom van de PGZ. Het beheer en de exploitatie is ondergebracht bij een interne stichting, de Stichting Beheer en Exploitatie Grote of St. Michaëlskerk Zwolle (de Stichting). Het bestuur van deze stichting bestaat uit de leden van het dagelijks bestuur (DB) van het College van Kerkrentmeesters (CvK). Naast de formeel-juridische lijn is er ook een kerkelijke lijn: deze verantwoordelijkheid loopt via de Algemene Kerkenraad (AK) van de PGZ. In de huidige situatie is het - mede door de dubbele rol van het DB - niet voor iedereen duidelijk wie van de drie groepen welke verantwoordelijkheid draagt.
46
Naast de formeel-juridische en kerkelijke organisatievorm bestaat de huidige organisatie rondom de Grote Kerk uit zeer veel groepen en commissies. Zonder compleet te kunnen zijn, gaat het in ieder geval om de Commissie Stiltecentrum, Commissie Openstelling Grote Kerk, Commissie Grote Kerk, Stichting Schnitgerorgel, Commissie Kerk & Muziek, de Grote Kerkgemeente (wijk 2), Michaëlscantorij, Commissie Middagpauzezang, Activiteitencommissie en de Werkgroep ‘overleg kerkelijke gebruikers’. Naast deze groepen speelt de organist als professional een belangrijke rol in het geheel. De vrijwilligersgroepen hebben allemaal een bepaalde taak in de Grote Kerk. Het ontbreekt in de huidige situatie aan een helder overzicht van welke groepen er zijn en van de meeste groepen is het niet zomaar duidelijk wat de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn. Daarnaast kan het volgende worden opgemerkt (in willekeurige volgorde): -de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de vrijwilligers (voor de eigen commisie) is groot - er is veel inhoudelijke overlap tussen de verschillende groepen (zo zijn er bijvoorbeeld vier of vijf groepen die zich met muziek bezig houden)
- er is weinig tot geen overleg tussen de verschillende groepen onder- ling (inmiddels is de Werkgroep ‘Overleg gebruikers’ gestart, maar ook hiervan is het onduidelijk wat de status is) - er is weinig tot geen overleg tussen deze groepen en de AK, het CvK of de Stichting - de begrippen ‘werkgroep’, ‘commissie’, ‘overleg’ buitelen over elkaar heen. Hierdoor is het bijvoorbeeld onduidelijk of er in een bepaalde groep ‘beleid wordt gemaakt’ of dat er ‘gestuurd’, ‘gewerkt’ of ‘uitgevoerd’ wordt. Daarnaast is het van de meeste groepen onduidelijk of zij tijdelijk of permanent van aard zijn. - er is veel overlap in de personen die zitting hebben in de verschillende groepen. Dit zorgt voor onduidelijkheid naar buiten: ‘wie is waarvan?’. - er is geen sprake van opleiding of screening van de vrijwilligers: iedereen die wil kan een bepaalde rol vervullen. Dit zorgt voor veel ‘goedbedoeld amateurisme’. - de meeste betrokken vrijwilligers zetten zich sterk en betrokken in voor de eigen ‘parochie’. Het grote belang (op de schaal van de gehele Grote Kerk / PGZ) wordt echter niet gediend / gezien. - er is geen duidelijke verantwoordelijkheidsstructuur - er is geen duidelijkheid over de financiële stromen Het feit dat er sprake is van een vrijwilligersorganisatie draagt niet in positieve zin bij aan de organisatiestructuur. Op bestuurlijk vlak betekent dit dat verantwoordelijke personen eens per 4-8 jaar wisselen. Hiermee gaat telkens een stuk continuïteit, kennis en aandacht verloren. Daarnaast vindt het werk in de groepen plaats door vrijwilligers die dit naast allerlei ander betaald of onbetaald werk verrichten. (Dagelijkse) continuïteit, overzicht en beslissingsbevoegdheid ontbreken hierdoor. Er wordt afstand ervaren tussen de bestuurders en de uitvoerende groepen. Er wordt door de vrijwilligers geen betrokkenheid ervaren van de bestuurders. Verankering in de professionele personele en beleidsmatige sfeer is noodzakelijk.
Recente ontwikkelingen: Er zijn in de loop van de tijd verschillende soorten van coördinatie in de Grote Kerk geweest. Coördinatie werkt echter alleen als er sprake is van heldere taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en een zekere vorm van ‘gelijkbevoegdheid’. In dit geval is daar geen sprake van en zal alleen coördinatie de organisatie niet op de rails helpen. In 2011 / 2012 is er sprake geweest van een externe exploitant. Dit heeft niet geleid tot het verwachte en gewenste resulataat. Van 1 februari 2013 tot 1 januari 2014 is er vanuit de PGZ een betaalde locatiemanager aangesteld. Het is op dit moment nog te vroeg om de effecten hiervan te zien en daar conclusies aan te verbinden. Gevolg: De geschetste organisatorische situatie heeft onder andere de volgende zaken tot gevolg: - er is geen of nauwelijks hiërarchie (op bestuurlijk en uitvoerend vlak, onderling, richting AK, CvK of de Stichting) - er vindt geen of onduidelijke besluitvorming plaats - er is sprake van onduidelijke communicatie, zowel in- en extern - ondanks het opereren in één organisatie en één gebouw is er veel wederzijds onbegrip - er is veel ‘goedbedoeld amateurisme’, zowel op inhoudelijk vlak als in de vormgeving - er is geen duidelijke, samenhangende ‘branding’ / visie op het doel en het gebruik van de Grote Kerk - potentiële externe huurders/gebruikers of instanties hebben geen duidelijk aanspreekpunt - aansturing is nagenoeg onmogelijk - er is regelmatig sprake van conflicten in de tijd en / of de ruimte
47
Conclusie: Samenvattend kan worden gesteld dat het ontbreekt aan duidelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende groepen die werkzaam zijn in de Grote Kerk. Daarnaast is er geen of nauwelijks sprake van beleid, coördinatie of sturing: op inhoudelijk, organisatorisch en praktisch vlak ‘dobbert het schip van de Grote Kerk voort’.
8.1 Huidige exploitatie (wijkkerken) Dit hoofdstuk concentreert zich op de financiële kant van de Grote Kerk. Vooraf zij vermeld dat er rondom de Grote Kerk natuurlijk niet alleen materiële maar ook immateriële waarden een belangrijke rol spelen. Eén belangrijke draad waaraan het voorbestaan van de Grote Kerk hangt is die van de financiën. Het is daarom van belang om deze ook expliciet in beeld te brengen. In dit hoofdstuk wordt soms gesproken over de exploitatie van de PGZ, soms over de exploitatie van de Stichting. Deze worden wel onderscheiden, maar door de huidige nauwe bestuurlijke en inhoudelijke verwevenheid zijn deze nauwelijks van elkaar te scheiden.
48
Om de exploitatie van de Grote Kerk te kunnen vergelijken met de exploitatie van de wijkgebouwen, zal worden gestart met een korte analyse van de wijkkerken.
Exploitatie Wijkkerken Het in Bijlage 3 weergegeven overzicht is gebaseerd op de gegevens die verkregen zijn via het Kerkelijk Bureau van de PGZ (medio april 2013). De baten en lasten die in het overzicht zijn verwerkt betreffen alleen de baten en lasten die effect sorteren op de exploitatierekening van de PGZ. In sommige wijkkerken is er namelijk sprake van baten en lasten die voor rekening komen van de wijkgemeente zelf of van derden. Dit deel is dus buiten beschouwing gelaten. De baten van de wijkkerken bestaan voornamelijk uit niet-kerkelijke verhuur van de kerk of het wijkcentrum en buffetopbrengsten. De lasten bestaan uit onderhoud, beheer, energie en overige lasten. Wat opvalt is dat een groot deel van de lasten in de wijkkerken (gemiddeld ca. 50%) bestaat uit beheerskosten. Deze beheerskosten liggen aanzienlijk hoger dan de beheerskosten van de Grote Kerk. Dit is mede te verklaren door het feit dat er in de Grote Kerk sprake is van een substantiële inzet door vrijwilligers. Het blijkt dat het gemiddelde individuele exploitatieresultaat van de wijkkerken (Emmaüskerk, Jeruzalemkerkcomplex, Stinskerk, Sionskerk en Oosterkerk, exclusief Open Kring en Adventskerk) ca. € 47.000 per jaar negatief bedraagt. Dit betekent in feite dat de kosten voor het kerkelijk gebruik per gebouw blijkbaar ongeveer het genoemde bedrag op jaarbasis bedragen. Bij de weergegeven gemiddelden zijn de resultaten van de Open Kring en de Adventskerk buiten beschouwing gelaten, vanwege hun sterk afwijkende organisatorische en financiële situatie ten opzichte van de overige wijkkerken.
Het in Bijlage 4 weergegeven overzicht is gebaseerd op de jaarrekeningen 2007 tot en met 2012 van de Stichting Beheer en Exploitatie Grote of Sint Michaëlskerk Zwolle (verder te noemen ‘de Stichting’). Baten Aan de zijde van de baten zien we dat de verhuur van de kerk, de offerkist, de boekenverkoop en de rente op het vermogen de belangrijkste inkomstenfactoren zijn.
8.2 Huidige exploitatie (Grote Kerk)
De totale verhuurbaten bedragen gemiddeld ruim € 50.000 per jaar. De verhuurinkomsten bestaan voor een deel uit interne, kerkelijke verhuur. Het aandeel externe verhuur is, zeker ten opzichte van bijvoorbeeld de Jeruzalemkerk, klein te noemen (in de Grote Kerk slechts ca. 30 % van de totale verhuur). De verhuurbaten vanwege externe verhuur lagen in 2011in de Grote Kerk substantieel hoger dan gemiddeld. Dit is mogelijk te verklaren door de inbreng van Niek van der Sprong Culturele Producties. De externe verhuur heeft in dat jaar meer aandacht gekregen. Daarnaast was er in 2011 een eenmalige verhuur aan ‘EO, Nederland zingt’, hetgeen voor een substantiële huuropbrengst heeft gezorgd. De Grote Kerkgemeente heeft recent aangegeven dat zij haar diensten gaat verplaatsen naar de Jeruzalemkerk. Dit betekent voor de Grote Kerk een directe inkomstenderving van ca. € 17.000 per jaar. Het aandeel van de interne en de externe verhuur komen hiermee op een vergelijkbaar niveau te liggen. Zowel de offerkist als de boekenverkoop leveren een substantiële bijdrage aan de positieve baten. De opbrengst van de offerkist is vrij constant: gemiddeld bijna € 8.500 per jaar. Door meer aandacht, uitstraling en een betere positionering kan deze opbrengst naar verwachting nog verder worden verhoogd.
49
De boekenverkoop heeft een gemiddelde, langzaam stijgende opbrengst van ca. € 12.500 gemiddeld per jaar tot 2012. Vanaf 2012 lopen de opbrengsten behoorlijk op: richting de € 20.000 gemiddeld. Subsidies De hoogte en frequentie van de versterkte subsidies verschilt sterk. Het gemiddelde bedrag aan ontvangen subsidies is vanaf 2007 ca. € 12 / 13.000. Voor de exacte weergave van de subsidies en de bijbehorende voorwaarden verwijzen wij naar de verschillende stukken die beschikbaar zijn via het Kerkelijk Bureau. De totale baten bedragen (incl. subsidies) gemiddeld ca € 113.000 per jaar.
Resultaat Het blijkt dat het gemiddelde exploitatieresultaat (baten -/- kosten) op basis van de jaarrekeningen ruim € 7.000 negatief is geweest. In dit exploitatieresultaat is een jaarlijkse bijdrage van ruim € 9.000 (als baten) voor het onderhoud verwerkt. Deze bijdrage wordt door het College van Kerkrentmeesters van de PGZ gedaan. Dit is tevens de enige directe (financiële) relatie tussen de exploitatie van de PGZ en die van de Stichting. Conclusie Het exploitatieresultaat van de Grote Kerk is –zeker ten opzichte van de wijkkerken (zie vorige paragraaf)– niet negatief te duiden. De feitelijke exploitatiecijfers van de Grote Kerk lijken daarmee gunstiger dan de beeldvorming hieromtrent!
Lasten 50
De lasten bestaan voornamelijk uit energie, onderhoud en beheer. De energielasten zijn de afgelopen jaren sterk gestegen. Deels is dat te verklaren door de algemene stijging van de energieprijzen. Daarnaast zit er een tot op heden niet verklaarde sprong voor de kosten voor energie in 2011(verdubbeling ten opzichte van 2010). De ontwikkeling en oorsprong van de energielasten zijn niet echt duidelijk in beeld. De beheerslasten zijn relatief beperkt: er werd tot 2010 gewerkt met vrijwilligers. In 2011 werd er een regeling getroffen met Niek van der Sprong Culturele Producties. Vanaf 2013 is er sprake van de komst van een locatiemanager. De personele kosten voor het beheer zullen hiermee stijgen. Het onderhoud bedroeg gemiddeld ca. € 45.000 per jaar. De overige lasten bestaan uit verschillende posten, zoals onder andere P.R. en Commissie Openstelling. De totale lasten bedragen ca. € 120.000 per jaar.
Ten opzichte van de Grote Kerk bedraagt het exploitatieresultaat van de wijkkerken een verzesvoudiging (negatief). Nu mogen deze resultaten natuurlijk niet zomaar één op één worden vergeleken. Allereerst dient rekening te worden gehouden met de genoemde bijdrage van het CvK aan het onderhoud van de Grote Kerk. Daarnaast zijn er verschillende posten waarvan de kerkelijke en niet-kerkelijke financiele stromen nog onduidelijk zijn. Dit betekent dat het geschetste resulaat (bij volledige ontvlechting van de financiën van de PGZ en de Grote Kerk) anders zullen uitpakken. De verwachting is dat het resultaat in dat geval vergelijkbaar zal zijn met het resultaat van de wijkkerken. Daartegenover staat dat geen enkele wijkkerk als gebouw een omvang heeft die vergelijkbaar is met de Grote Kerk. Dit zou een negatiever resultaat (o.a. vanwege onderhoud) voor de Grote Kerk deels kunnen rechtvaardigen. Desondanks is dit niet het geval: de lasten, maar ook de baten liggen beduidend hoger.
Daarnaast is de vermogenspositie van de Stichting ook niet ongunstig te noemen. Hierdoor zijn sprongen in de exploitatie op te vangen, is er sprake van rentebaten en is er de mogelijkheid om de Grote Kerk voor te bereiden op haar toekomst, door noodzakelijke ingrepen te doen. Er is wel sprake van een zekere onvoorspelbaarheid van de exploitatieresultaten: de bedragen fluctueren sterk per jaar. Daarnaast voelen de mogelijke toekomstige onderhouds-en restauratiekosten – mede doordat zij niet inzichtelijk zijn gemaakt - gevoelsmatig als een zwaard van Damocles voor de Grote Kerk.
51
9. Workshops Om er achter te komen wat de interne beeldvorming rondom de Grote Kerk is en wat er precies leeft aan wensen, ideeën en angsten heeft de werkgroep Masterplan een drietal interne workshops georganiseerd. Voor de eerste twee workshops waren alle intern betrokken vrijwilligers uitgenodigd. De derde workshop was bestemd voor de bestuurders van de PGZ (AK, CvK, de Stichting). Om te weten te komen wat de beeldvorming buiten de Grote Kerk is, wat voor ideeën daar leven en welke kansen er liggen zijn er ook workshops georganiseerd voor verschillende externe partijen. Zo zijn er workshops georganiseerd voor commerciële partijen, culturele instellingen en overige (potentieel) betrokken partijen.
52
De input die verkregen is uit deze workshops vormt een belangrijke peiler onder dit Masterplan. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de resultaten van en conclusies op grond van de workshops.
1. Interne gebruikersgroepen (1) Uit de eerste workshop komen de volgende zaken naar voren: 1. Bij deze workshop was een grote betrokkenheid en enorm enthousiasme merkbaar. 2. In hoofdlijnen kan een ieder zich vinden in de presentatie ‘Inspirerend Ontmoeten’ (zie bijlage 1). 3. De noodzaak om extra inkomsten te genereren door bijvoorbeeld ‘verhuur’ wordt door de meesten onderschreven. 4. De visie op de manier waarop deze (aanvullende) geldstromen tot stand moeten komen, verschilt sterk. De meesten benoemen het belang van een passende relatie tussen de aard van de activiteit en de Grote Kerk als kerk.
5. Het belang van een kerkdienst in de Grote Kerk (op zondag) wordt door eenieder onderschreven: juist dit maakt het gebouw tot een kerk. 6. Een vorm van Citypastoraat vormt de grote droom van deze groep. De precieze betekenis en invulling van dit begrip ontbreekt nog. 7. De belangrijkste zorg die wordt geuit is ‘dat de Grote Kerk geen kerk meer is / er geen diensten meer worden gehouden’. 8. Lastig in de achterliggende tijd wordt gevonden de kwaliteit en transparantie van het gevoerde beleid, de slechte communi catie tussen gebruikers onderling en het ontbreken van een toekomstvisie. 9. Positief worden geduid: de middagdiensten en het feit dat er een wil is om de Grote Kerk te behouden als kerk. 10. De belangrijkste gewenste aanpassing aan het interieur is het verwijderen van de (armen)banken. Dit geeft meer ruimte en flexibiliteit. 11. Bij alle genoemde geldgenererende activiteiten wordt door een (behoorlijk) deel van de groep aangegeven dat de kerk er niet primair is om geld te verdienen en dat het bredere gebruik niet storend mag zijn voor het kerkelijk gebruik.
2. Interne gebruikersgroepen (2) De tweede workshop met de interne gebruikersgroepen was bedoeld als een uitwerking en concretisering van de eerste workshop. De uitwerking vond plaats in verschillende groepjes. Ieder groepje hield zich bezig met een ander onderwerp. De onderwerpen waarop is doorgevraagd en gedacht betroffen het kerkelijk gebruik, het
53
verhuur(beleid), de organisatie en communicatie en een aantal praktische punten. De belangrijkste hoofdlijn uit deze workshop is dat het kerkzijn in de stad bovenaan staat. De rest is hieraan ondergeschikt. Voor wat betreft de organisatie wordt integraal geroepen om helderheid, mandaat en professionalisering. Verder blijkt er ook veel behoefte aan vaste en losse tentoonstellingen en aan ruimte voor een winkel (boeken en kathedraalshop) en een koffiecorner.
3. Bestuurders Onder de bestuurders leeft ook sterk de wens om de Grote Kerk als kerk te behouden. Zij verbinden er echter wel enkele voorwaarden aan. Het mag geen financiële molensteen zijn en niet ten koste gaan van het overige (pastorale) werk in de wijken. 54
Als mogelijke oplossing wordt een vergaande loskoppeling van de financiën van de PGZ en de Grote Kerk gesuggereerd. Ook wordt afstoting van het eigendom van de Grote Kerk door de PGZ aan derden genoemd. Aan deze vervreemding zou dan wel de garantie moeten worden verbonden dat het kerkzijn in de Grote Kerk te allen tijde kan blijven plaatsvinden. Naar aanleiding van deze vragen en opmerkingen is nader onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen voor het kerkelijk gebruik in relatie tot de eigendoms- en beheer- en exploitatievorm (zie Bijlage 0). Mede naar aanleiding van het vertrek van de Grote Kerkgemeente werd gevraagd om een nieuwe visie op het kerkzijn in de stad (in het kader van het Masterplan). Overige zaken die naar voren kwamen waren: 1. Lastig wordt gevonden: organisatie, leiding, besluitvorming en
communicatie: de kerk lijkt hier niet centraal te staan. 2. Er is veel verwachting van het Masterplan: hopelijk zorgt dit voor nieuw leven in de Grote Kerk. 3. De gewenste aanpassingen aan het interieur, de kansen, de ideeën voor geldgenererende activiteiten, verhuurrichtingen etc. zijn vergelijkbaar met die van de interne gebruikers.
4. Externe commerciële partijen Voor deze workshop hadden we diverse commerciële partners uit de stad uitgenodigd. Onder andere: Kamer van Koophandel, Rabobank Zwolle, Hogeschool Windesheim, Gemeente Zwolle (economie) en Cibap.
Onder deze partijen overheerst het beeld van een zware, gesloten kolos die veel meer moois en bijzonders in zich blijkt te hebben dan de meesten weten of in eerste instantie zichtbaar en ervaarbaar is. Daarnaast is er groot enthousiasme en betrokkenheid op het kerkgebouw. Uit deze workshop komt het volgende naar voren: 1. Het kerkgebouw ligt centraal in de stad. Dit is een kans! 2. Op dit moment is het gebouw (nog) niet aantrekkelijk genoeg. 3. Met betrekking tot het interieur: poets het op: verstop niet al het moois! 4. Flexibiliseer het interieur ten behoeve van een breder en intensiver gebruik. 5. Het gebruik als kerk beperkt wellicht wel de mogelijkheden in tijd en ruimte, maar vormt tegelijkertijd dè ‘merk- en meerwaarde’ 6. Kies een duidelijk profiel in aanbod en activiteiten: kies en stel een duidelijk profiel op. 5. Externe culturele partijen Voor deze workshop hebben we onder andere uitgenodigd: Stedelijk Museum Zwolle, Museum De Fundatie, Historisch Centrum Overijssel, Odeon-De Spiegel en Gemeente Zwolle (cultuur en monumenten). Bij deze betrokkenen overheerst enthousiasme en de wil om samen te werken. Uit de workshop komt onder andere het volgende naar voren: 1. Cultuur & kerk is een prima combinatie. 2. Behoud als kerk je onderscheidend profiel (dit kan ook actief kerkelijk zijn). 3. Er is grote bereidheid tot samenwerken. Dit is in beider belang: de Grote Kerk kan als geen ander ‘traffic’ genereren: dit is commercieel noodzakelijk voor zowel de kerk als de culturele partijen. 4. Breng de allure van de kerk / het interieur terug! Ruim de kerk op, open de entree, laat de architectuur weer spreken.
5. Flexibiliseer het interieur ten behoeve van meer en breder gebruik. 6. Maak een vaste tentoonstelling over de ontwikkeling van de Grote Kerk en de ontwikkeling van de stad Zwolle. 7. Organiseer (samen met ons) tijdelijke tentoonstellingen of maak gebruik van teasers. 8. De Grote Kerk is zowel door haar locatie als statuur het Startpunt van Zwolle! Hier komen de toeristen in Zwolle aan en moeten zij verder worden geholpen. 6. Overige externe partijen / horeca Voor deze workshop hebben we een grote groep ondernemers rondom de Grote Kerk uitgenodigd. Gesproken hebben we onder andere met Zwolle Marketing Oost, Zwolle Marketing, Gemeente Zwolle (evenementen), Coffee Unlimited, Restaurant Taiwan en Mac Donalds. Het beeld dat uit deze workshop naar voren komt is vergelijkbaar met dat van de andere twee externe workshops: 1. Er is een breed enthousiasme om samen te werken. 2. Er bestaat grote behoefte aan ‘traffic’: dit is voor alle partijen goed. 3. Het beeld van het huidige exterieur is dat het gebouw vies, somber en gesloten is. 4. Het beeld van het huidig interieur is: somber en rommelig, maar ook: wat een potentie: vertel het verhaal! 5. Het beeld van (en de ervaring met) de organisatie van de voor liggende jaren is negatief. Er is geen aanspreekpunt, geen sprake van communicatie en geen sprake van een ‘relatie’. 6. Zorg voor een duidelijke visie op het gebruik en de PR van het kerk gebouw: laat daarbij gerust zien dat je kerk bent. 7. Er bestaat behoefte aan kleinere ruimten voor externe verhuur / vergadering. 8. De Grote Kerk is het Startpunt van Zwolle!
55
10. ‘Merk’ Grote Kerk (huidige situatie) De wijze waarop tegen de Grote Kerk wordt aangekeken verschilt sterk. De visie op het gebouw eveneens. Er is geen sprake van een ‘officiële’, vastgestelde visie of denkrichting. Navolgend hoofdstuk geeft een beeld van het ‘merk’ Grote Kerk. Als slogan kan voor de huidige situatie worden gebruikt: ‘Gesloten deuren van een verdeeld huis.’ Kerkelijk (intern)
56
De Grote Kerk kent veel soorten kerkelijke gebruikers. Deze zijn allemaal verantwoordelijk voor een onderdeel van de huidige invulling. Het betreft gemotiveerde mensen die het beste voor hebben met de kerk. Met heel veel passie wordt er veel tijd en energie gestoken in de kerk. Voor sommigen is het (onderdeel van) hun werk. Voor anderen is het een vorm van vrijwilligerswerk. De gebruikers hebben allen een eigen visie op de kerk. Er zijn verschillende meningen over belangrijke onderwerpen. a. Geloofsbeleving vertegenwoordigt de breedte van de PGZ. Dat heeft ook zijn weerslag in het gewenste gebruik. Het varieert van traditionele, sobere kerkdiensten tot diverse soorten (hoogliturgische) vieringen en tot een stiltecentrum. b. De rol van de kerk voor de stad: is de kerk er alleen voor de eigen leden of heeft zij ook betekenis voor de stad of de regio en welke dan? c. De status van het gebouw. Voor sommigen is het een sacrale ruimte die ‘ontwijd’ kan worden door verschillende vormen van (niet-) kerkelijk gebruik. Voor anderen is het simpelweg een ruimte die buiten de erediensten overal voor gebruikt kan worden. d. De historie wordt verschillend beleefd. Voor sommigen is het
e. f.
de continuerende lijn van de kerk der eeuwen die we moeten gebruiken: een christelijk icoon, dat we als levende kerk moeten overbrengen aan onze kinderen. Voor anderen is het een lastig gebouw, met veel organisatorische en financiële nadelen. Het ‘eigenaarschap’ (taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden) is door de vele gebruikers onduidelijk. Wie bepaalt wat er mag en kan? Wie neemt besluiten waarover? Wat is de hiërarchie in kerkelijk gebruik? Het kwaliteitsniveau van georganiseerde diensten en vieringen, maar ook over de inrichting en faciliteiten van de kerk. Voor de een is alles goed, als het maar met een goede intentie gebeurt. Voor de ander moet het van een hoog, professioneel niveau zijn.
Het bovenstaande gebrek aan een inspirerende, gedragen en gedeelde visie heeft grote gevolgen. Veel gebruikers gaan hun eigen weg en werken vanuit het eigen perspectief. Het leidt tot een onsamenhangend geheel, waarbij het zowel binnen als buiten de kerk volstrekt onduidelijk is wat de branding van de Grote Kerk is. Kortom, de optelsom van de individuele visies leidt niet tot een gemeenschappelijke visie met meerwaarde. Niet-kerkelijk (extern) Bovenstaande interne situatie heeft ook gevolgen voor het beeld buiten de kerk. Gesprekken met allerlei soorten groepen leveren een ‘mooi’ beeld over de kerk in de ogen van buitenstaanders. a. Bij mensen en organisaties buiten de kerk heeft de Grote Kerk geen profiel, zowel qua visie op de inhoud van de kerk als op de visie voor de stad. Het hangt er van af met wie men contact heeft gehad of wat men heeft gezien. b. De Grote Kerk staat voor velen niet op de kaart. Menig
c. d. e. f. g.
Zwollenaar heeft de kerk nog nooit van binnen gezien en heeft zelfs moeite om de kerk in letterlijke zin te kunnen aanwijzen. Het is een groot gebouw waar je omheen rijdt of loopt, zonder er aandacht aan te schenken. De kerk heeft een ongastvrij beeld. Het is een gesloten kolos. De ingangen liggen verstopt en komen door hekwerken, zware dichte deuren, donkere portalen niet als uitnodigend over. De buitenkant van de kerk als geheel is saai en niet uitnodigend. De kerk komt van binnen in eerste instantie triest en somber over. Het is donker en grauw. Als mensen uitleg en een rondleiding krijgen zien ze hoeveel moois er is en hoeveel (historische) verhalen er zijn. We hebben echter ‘al het moois verstopt’. De kerk is rommelig en gedateerd ingericht. De presentatie heeft een amateuristische uitstraling. Het mooie wordt hierdoor negatief beïnvloed. Met name door (potentiële) partners wordt de ruimte inflexibel gevonden. De huidige banken zijn daarbij veel genoemd als hinderlijk.
57
De kerk is voor velen onbekend en daardoor onbemind. Er komen zeker al veel toeristen in de kerk, maar de kerk heeft veel meer potentie dan wordt gerealiseerd. Als mensen kennismaken met de kerk is er veel enthousiasme. Zwolle heeft iets om trots op te zijn. Als kerk hebben we het echter wel goed verstopt. Conclusie: Om de potenties van de Grote Kerk veel meer te benutten is het noodzakelijk dat er een gedragen en gedeelde visie komt op (het gebruik van) het gebouw. Het gebrek aan deze visie doet ernstig afbreuk aan de kerkelijke en culturele statuur van de kerk.
SWOT staat voor Strengths (sterktes), Weaknesses (zwaktes), Opportunities (kansen) en Threats (bedreigingen). Een SWOT-analyse confronteert externe kansen en bedreigingen met de interne sterkten en zwakten op de manier zoals die hieronder is afgebeeld. Het doel van een SWOT-analyse is: het inzichtelijk maken van de huidige situatie met als doel een strategie voor de toekomst.
Groslijst
Beide doelen zijn van belang geweest bij de keuze om een SWOT-analyse voor de Grote Kerk uit te voeren. Het bijzondere aan de SWOT is dat alle aspecten (organisatie, ruimte, financiën) aan bod komen en dat degene die het meest van invloed blijken vanzelf komen boven drijven. De onderlinge confrontatie is verwerkt in de conclusies.
SWOT-matrix
Allereerst zijn door de werkgroep Masterplan de belangrijkste sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen in beeld gebracht in een groslijst (zie Bijlage 5).
Om enig overzicht te behouden in de SWOT-analyse is het aantal sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen uit de groslijst per onderdeel tot vijf beperkt. Het overzicht hiervan is weergegeven in de SWOT-matrix op de volgende pagina. Deze twintig overblijvende aspecten zijn met elkaar geconfronteerd. Mede hierdoor wordt duidelijk wat de belangrijkste issues zijn. De resultaten ervan staan weergegeven in de conclusies.
58
11. SWOT-analyse
Detail preekstoel
Conclusies 3. Er liggen zeer veel reële kansen voor de Grote Kerk. Deze kansen hebben zowel betrekking op het kerkelijk gebruik als op het algemeen / cultureel gebruik. Deze twee kunnen elkaar ook versterken als bijvoorbeeld de aspecten 2 tot en met 4 met elkaar in verband worden gebracht. Ook is het van belang om samen te werken met externe partners. 4. De bedreigingen zijn beperkt. De grootste bedreiging is de aanvangsinvestering: mocht deze te hoog zijn dan bestaat het risico dat de Grote Kerk niet meer op een hoger niveau kan worden getild. In onderhavig Masterplan zal hier nadrukkelijk rekening mee worden gehouden. Vooralsnog zijn we dus niet in ‘het defensief’ gedrukt.
Op basis van de SWOT-matrix en de onderlinge confrontatie kunnen de volgende conclusies worden getrokken met betrekking tot de Grote Kerk: 1. De Grote Kerk kent veel sterktes: zij liggen bijna voor het oprapen. Als deze benut worden (‘het offensief’), kan de kerk zowel kerkelijk als breder een belangrijke rol vervullen. 2. Het aantal zwaktes is beperkt. De meeste zwakten zijn relatief een voudig om te zetten in een sterkte door een beperkte ingreep / inzet (‘schoon schip maken’). Eén zwakte vormt echter de achillishiel van de Grote Kerk: de interne verdeeldheid in visie en aansturing. Dit heeft te maken met ‘cultuur’. Indien deze zwakte niet wordt weggenomen of omgezet in een sterkte, zal alle energie en moeite die wordt gedaan om de Grote Kerk vleugels te geven, voor niets blijken te zijn.
59
SWOT Belangrijkste sterkten organisatie
1
Groot, centraal in de stad en regio gelegen gebouw
Historische kerk, met mooi orgel, 2 preekstoel, koorhek, consistorie, beeldengroep
Belangrijkste zwakten organisatie
Belangrijkste marktkansen
Belangrijkste marktbedreigingen
Behoefte aan traffic naar de (binnen)stad 1 vanuit ondernemers, cultuur, horeca en gemeente
Te hoge kosten om voor de kerk op 1 korte termijjn de noodzakelijke investeringen te doen
2 Somber interieur door rommel in de kerk
2 Behoefte aan toeristisch startpunt in Zwolle
2
Kosten van de kerk te hoog om de kerk te kunnen handhaven
3
Behoefte om geschiedenis van de kerk en de stad in de kerk in beeld te brengen
3
Onvoldoende toestemming om kerk aan te mogen passen
4
Behoefte aan zingeving en spiritualiteit en authenticiteit en rust
Te strakke scheiding tussen kerk en 4 staat waardoor samenwerking niet optimaal is
1
Veel verdeeldheid binnen PGZ, in visie en in (continuiteit van) aansturing
3
Gebouw en ingang liggen aan het drukste plein van de stad
Saaie, gesloten uitstraling van exterieur 3 (wordt gebruikt als afvalbak van de pleinen)
4
Mooie verhalen: toren, Capellen, Cele, Devotie
4
5
Levend monument met kerkelijke functie. Dat is je identiteit
5 Inflexibel interieur(banken)
Schatten in de kerk in de kerk zijn verstopt en worden niet verteld
Behoefte aan onderscheidende horeca en 5 combinatie horeca en cultuur op Grote Markt/Grote Kerkplein (Mogelijke koop- of
5
Ontbreken van een sterke relatie met de economische en culturele omgeving
60