PROJECTPLAN Permanente digitale expositie Grote Sint Laurens Kerk
KUNST EN GESCHIEDENIS VAN GROTE SINT LAURENSKERK TOEGANKELIJK MAKEN
De Grote Sint Laurenskerk viert in 2018 haar 500-jarig bestaan. Deze middeleeuwse stadskerk is de grootste kerk boven het Noordzeekanaal en is het grootste en drukst bezochte monument van Alkmaar. De kerk is in de zomer en gedurende een groot aantal weekenden gratis toegankelijk. Jaarlijks bezoeken meer dan 85.000 mensen de kerk om de twee belangrijke historische orgels, het zestiende eeuwse koorhek en de belangrijkste en grootste laatmiddeleeuwse gewelfschildering van Nederland te bezichtigen. De culturele en commerciële activiteiten zorgen voor nog eens 75.000 bezoekers. Jaarlijks ervaren dus meer dan 160.000 bezoekers de schoonheid van de kerk. De huidige informatie nodigt veel bezoekers onvoldoende uit hier langer bij stil te staan. Ze gaan de kerk weer uit voordat ze van de schoonheid en de geschiedenis een goed beeld hebben gekregen. We moeten die dus toegankelijker presenteren. Daarom is een belangrijk onderdeel van het Masterplan Grote Sint Laurenskerk het inrichten van een permanente digitale tentoonstelling, die de schoonheid en geschiedenis wel ontsluiten. Het Masterplan brengt de kerk voor bezoekers en gebruikers bij de tijd. Veel is inmiddels uitgevoerd. Met een digitaal gestuurde Infraroodverwarming is het binnenklimaat aangenaam voor bezoekers, maar niet schadelijk voor de orgels. Horeca, toiletgroepen en personeelsverblijven zijn vanuit één duidelijk concept gemoderniseerd. Daarmee is van het totale benodigde bedrag van € 1,57 miljoen nu € 1,1 miljoen besteed. De overige € 470.000 is nodig voor de digitale tentoonstelling.
Dat er genoeg te zien is in de kerk is duidelijk. Uit de katholieke tijd zijn de enorme gewelfschildering ‘Het Laatste Oordeel’ van Jacob van Oostsanen, het van Covelensorgel, de koorbanken, het doophek en het koorhek gaaf bewaard. Een dergelijk kunstschat van vòòr de reformatie is zeldzaam in Nederland. Uit de protestantse tijd stammen het internationaal befaamde HagerbeerSchnitgerorgel, met luiken beschilderd door Caesar van Everdingen, de preekstoel met dooptuin en de herenbanken. De kerk zelf staat bekend om zijn unieke lichtinval door de hoogste transeptramen in een Nederlandse gotische kerk. Om die kunstschatten en ook de geschiedenis van de kerk toegankelijker te maken heeft Bureau Opera te Amsterdam een digitale tentoonstelling ingericht. Beelden en tekst op losse en vaste schermen in de kerk nodigen bezoekers uit kennis te nemen van het interieur, de geschiedenis en de kunst van de kerk. Losse schermen, bij een kunstwerk of deel van het interieur, zijn zo ontworpen dat zij voldoende opvallen zonder het zicht op het nog steeds strenge protestantse interieur te schaden. Omdat er bergruimte nodig is voor stoelen, podia, tentoonstellingswanden en apparatuur zijn bijzondere scheidingswanden ontworpen, die de opslag aan het zicht van de bezoeker onttrekken. Juist die scheidingswanden, geplaatst voor de doopkapel, de uitvaartkapel en het noordtransept, vormen de tentoonstellingswanden met vaste digitale schermen, die bezoekers alles vertellen over die kapellen en de geschiedenis van de kerk. Voor dit plan is een onherroepelijke monumentenvergunning verkregen. De kosten bedragen: Tentoonstellingswand met de geschiedenis van de kerk ___________ 90.000 Tentoonstellingswanden doopkapel en uitvaartkapel______________ 50.000 Digitale informatiezuilen met de content _________________________ 110.000 Projectoren en geluiddouches __________________________________ 110.000 Flexibele tentoonstellingswanden _______________________________ 80.000 Onvoorzien __________________________________________________ 30.000 Totaal ______________________________________________________ 470.000
Project dat draagvlak heeft Bewoners, ondernemers, gemeente, verenigingen en deskundigen vormen een stevig draagvlak voor het Masterplan. Bij het opstellen hebben bijgedragen: • Stichting tot Behoud van Monumentale Kerken in Alkmaar • Stichting Vrienden Grote Sint Laurenskerk • Historische Vereniging Alkmaar • Regionaal Archief Alkmaar • Organisten Grote Sint Laurenskerk • Stedelijk Museum Alkmaar • Ondernemers • Externe deskundigen uit de restauratiewereld en van de universiteit De gemeenteraad heeft het Masterplan vastgesteld en voor een flink deel van de middelen gezorgd.
Professioneel ontwerp Zes landelijk bekende bureaus voor exposeren en monumenten leverden een offerte voor het maken van een schetsontwerp. Op basis van prijs en vooral kwaliteit is Bureau Opera uit Amsterdam geselecteerd. Zij hebben landelijk en ook zeker internationaal veel ervaring met het inrichten van monumenten en exposities. Alle projectdeelnemers werkten met Bureau Opera samen aan de uitwerking met als resultaat een gedragen ontwerp dat de goedkeuring kreeg van de monumenten -en welstandcommissie, zodat de monumentenvergunning inmiddels definitief en onherroepelijk is.
Professionele organisatie Sinds 1995 heeft de Grote Sint Laurenskerk geen religieuze functie meer en in eigendom van de Stichting Behoud Monumentale Kerken in Alkmaar. Sinds 2011 is de exploitatie van de kerk in handen van de huidige Stichting Theater De Vest en Grote Sint Laurenskerk. Naast deze twee stichtingen is er de Stichting Vrienden van de Grote Sint Laurenskerk. Bijzonder is de steun van 60 vrijwilligers die zorgen dat de kerk vaak en gratis open is, de horeca goed loopt, boeken en cd’s worden verkocht en er vaak rondleidingen zijn in veel talen. Een projectorganisatie voert het Masterplan uit, met vertegenwoordigers van Bureau Opera, gebruikers en Monumentenzorg. Speciale aandacht gaat uit naar de projectcommunicatie. De doorlooptijd is 9 maanden met 3 maanden voor de vertaling van het Masterplan naar het definitieve ontwerp en zes maanden voor de uitvoering, inclusief de ontwikkeling van de software voor de digitale panelen. De startdatum hangt af van de fondsenwerving, maar het is duidelijk dat het project voor 2018 klaar is.
INHOUD TENTOONSTELLING
Katholiek De bezoeker krijgt een goede indruk van de geschiedenis van de kerk via teksten en digitale schermen op de wand in het noordtransept. Tot in de jaren zestig en zeventig van de zestiende eeuw was Alkmaar katholiek. De kerk is ook gebouwd als een katholieke kerk. Dat is ook de reden dat de ligging ten opzichte van de belangrijke winkelstraat ‘de Langestraat‘ nog steeds bijzonder aandoet; de hoofdingang ligt aan de verkeerde kant van het centrum, omdat in de katholieke liturgie het hoogaltaar meestal aan de oostzijde van de kerk staat en de ingang aan de westzijde.
Opstand Vanaf 1566 is het oorlog in Nederland. Willem van Oranje voert een opstand aan tegen landsheer Filips II, die ook koning van Spanje was. In 1572 kiest een aantal steden partij voor de opstand, waaronder Haarlem en Alkmaar. Alva’s zoon Frederik krijgt de taak de opstandige steden neer te slaan. Hij heeft succes bij Haarlem. Veel burgers worden na de nederlaag gruwelijk gedood. Nu is Alkmaar aan de beurt. Het beleg begint op 21 augustus 1573 nadat het stadsbestuur een geuzenleger binnenlaat. Alkmaar is al snel omsingeld, zodat er geen eten meer binnenkomt. Daarom wordt begin september stadstimmerman Van der Mey door de vijandelijke linies gestuurd met brieven met verzoeken om hulp door de sluizen open te zetten en de dijken door te steken, zodat de Spanjaarden het beleg moeten staken.
Alkmaar ontzet Op 18 september 1573 vallen de Spanjaarden Alkmaar aan op de zwakste punten. De Alkmaarders verweren zich met alle middelen. Ook burgers, waaronder kinderen en vrouwen streden mee. Uiteindelijk druipen de Spanjaarden af met achterlating van 500 doden. Op 8 oktober 1573 geven de Spanjaarden op.
Protestant In dezelfde tijd brengen Maarten Luther uit Duitsland en Calvijn uit Zwitserland nieuwe ideeën Nederland binnen over godsdienst. Ze vinden de katholieke kerk te machtig met geld en goederen en ook dat priesters, pastoors en paters het verkeerde voorbeeld geven. Ze willen een godsdienst waarin de bijbel belangrijk is, er een persoonlijke band tussen gelovige en god is zonder tussenkomst van anderen en waarin heiligenbeelden en bonte schilderingen niet meer in de kerk voorkomen. Ook in Alkmaar vindt een aantal mensen die nieuwe godsdienst beter en noemen zich protestant. Na 1573 is de protestantse godsdienst de staatskerk de katholieke kerk verboden. De gemeente neemt kerken, kloosters en boerderijen van de kerk af stelt ze beschikbaar voor de nieuwe godsdienst. Zo dus ook de Grote Sint Laurenskerk.
Kunstschatten In Alkmaar verloopt verandering geleidelijk. Het nieuwe geloof beschouwt zich, net als de katholieke kerk daarvoor, als een algemene kerk en open voor iedereen. Privileges van gilden en families blijven bestaan en daarmee ook hun altaren en kapellen. Beelden worden verwijderd, maar schilderingen van verhalen uit de bijbel verdwijnen pas bij een volgende schilderbeurt. De gekleurde ramen worden pas door vensterglas vervangen als ze versleten zijn. Zweden koopt het imposante drieluik achter het hoofdaltaar en het Rijkmuseum koopt het belangrijke werk ‘De zeven werken van barmhartigheid’ pas in de twintigste eeuw omdat de kerk in geldnood zit. Ook het imposante koorhek bleef staan, net als het doophek en de koorbanken. Ook de gewelfschildering het Laatste Oordeel van Jacob van Oostsanen is nog steeds te bewonderen, net als het Van Covelensorgel uit 1511, het oudste bespeelbare orgel in Nederland. In een oude gevangeniscel is al 150 jaar een Herenkamer voor het kerkbestuur. De kamer is net gerestaureerd en heeft nu weer de oude luister terug. Een project aan het plafond vertoont op twee wanden de geschiedenis van de heren van de kerk, van pastoor tot kerkrentmeester. In de kamer zijn alle voorzieningen ingebouwd om hem ook als kleedkamer te gebruiken.
Altijd restauraties Tot 1795 zorgt de gemeente voor het onderhoud van de kerk, omdat het protestantse geloof de staatsgodsdienst is. In de Franse tijd wordt de scheiding tussen kerk en staat ingevoerd, waardoor de kerken zelf hun gebouwen moeten onderhouden. De altijd van omvang bescheiden gebleven protestantse gemeente is onvoldoende in staat dat goed te doen, waardoor de kwaliteit van de kerk sterk achteruit gaat. Een echte totale restauratie komt pas in 1920 op gang en wordt tijdens de Tweede wereldoorlog, en in opdracht van de bezetter, uitgevoerd. Een tweede restauratie volgt in 1995, waarna de kerk in eigendom komt van de Stichting tot Behoud van Monumentale kerken in Alkmaar en nog wat later de Stichting Theater De Vest en Grote Sint Laurenskerk hem exploiteert.
De Uitvaartkapel
De Doopkapel De doopkapel met doophek en waterreservoir uit de katholieke tijd is goed bewaard gebleven en uitgevoerd met doophek met gotische briefpanelen aan de onderzijde en een lijst in renaissancestijl aan de bovenzijde. Uniek is hierbij de kenmerkende overgang van de gotiek naar de renaissance, zoals ook bij de gewelfschildering ‘Het Laatste Oordeel’. Op de lijst van het doophek staat: ‘Dat rijck gods is nu come, beke[e]rt u en gelooft de evangelio’.
De wand van de uitvaartkapel vertelt alles over uitvaarten in de katholieke en protestantse tijd. Van Requiemmis tot uitvaartdienst. Mooi om via geluidsdouches de bijbehorende muziek te kunnen beluisteren. Speciale aandacht voor de vele zerken in de kerk. Van vrijwel elke zerk is bekend wie er onder is begraven en vaak nog waar die persoon woonde en het beroep. Samen het met ROC Horizon College ontwikkelen we een speciale app om die zerken met je eigen Smart Phone te vinden.
In een oude gevangeniscel is al 150 jaar een Herenkamer voor het kerkbestuur. De kamer is net gerestaureerd en heeft nu weer de oude luister terug. Een project aan het plafond vertoont op twee wanden de geschiedenis van de heren van de kerk, van pastoor tot kerkrentmeester. In de kamer zijn alle voorzieningen ingebouwd om hem ook als kleedkamer te gebruiken.
Van Covelensorgel Het oudst bespeelbare orgel van Nederland uit 1511 is vrijwel perfect bewaard gebleven. Zo klinken orgels uit de late middeleeuwen. Voor de reformatie hing recht tegenover nog zo’n orgel, maar dat is hergebruikt voor het hoofdorgel van Hagerbeer-Schnitger. Het digitale scherm geeft de bezoeker inzicht in de unieke geschiedenis van het orgel en de huidige gebruiksmogelijkheden. Met geluidsdouches.
Koorhek Het koorhek staat er al sinds de katholieke tijd, alleen de indeling is voor de protestantse eredienst iets gewijzigd. En digitaal paneel licht de geschiedenis, de functie en de stijl van gotiek naar renaissance toe.
Gewelfschildering ‘Het Laatste Oordeel’ Ook uit de bouwtijd van de kerk in de late middeleeuwen stamt ‘Het Laatste Oordeel’ van Jacob Cornelisz van Oostsanen boven het hoogkoor. Het heeft zowel gotische als renaissance kenmerken. De stijl van de overgang van middeleeuwen naar renaissance. Het is door de eeuwen heen goed bewaard. P.J.H. Cuypers verwerft het eind negentiende eeuw voor het Rijkmuseum, die het pas in de jaren dertig teruggeeft. Weer later, tijdens de Twee Wereldoorlog, is er genoeg geld om het terug te plaatsen. Recent, op 8 oktober 2011, onthult toenmalige koningin Beatrix het opnieuw, na een zes jaar durende restauratie door Haakma Wagenaar en Van den Brink. Er is hierover zoveel te vertellen dat er drie apart te bedienen schermen in één meubel zijn geplaatst. Dit is het enige onderdeel van de tentoonstelling dat al in gebruik is.
Hagerbeer-Schnitgerorgel Vader en zon Hagerbeer bouwen dit enorme orgel in 1636-1646. Niemand minder dan Jacob van Campen ontwerpt de kast en Caesar van Everdingen beschildert de orgelluiken. Zij decoreren de kas met putti, een bundel van zeven pijlen als afbeelding van de Zeven provinciën en het wapen van Alkmaar. Van Everdingen schildert op de luiken Mozes met de Tien Geboden en de triomf van koning Saul na de overwinning van David op Goliath. Je ziet dat Koning Saul met een rode mantel triomferend op een wit paard binnenrijdt en David in een dierenhuid met het zwaard waarmee hij Goliath heeft gedood aan de toeschouwer toont. Het hoofd van Goliath zit nog op het zwaard. Het is niet willekeurig dat voor een scène uit het leven van David is gekozen. Je kunt David zien als de Nederlandse opstand en Goliath als de Spaanse macht. Frans Caspar Schnitger moderniseert het orgel in 1722.
Tombe Floris V Alleen de ingewanden van Floris V zijn in de kerk begraven, de rest ligt elders in Nederland. In de middeleeuwen kent men de gewoonte het lichaam, het hart en de ingewanden van een vorst op uiteenlopende plaatsen te bewaren. Edelen vermoorden Floris V in 1296, waarna men hem in de toen nog Romaanse kerk in Alkmaar opbaart. Voor zijn begrafenis in Rijnsburg verwijdert men in Alkmaar zijn ingewanden en begraaft ze hier. Ter herinnering daaraan maken de Alkmaarders in de vijftiende eeuw een laatgotische zerk gemaakt, met het opschrift dat hieronder de ingewanden van Floris V zijn begraven. Later is de datum 28 juni 1296 toegevoegd. Pas in de zestiende eeuw neemt men die zerk weer op in een tombe in de stijl van de renaissance, waarop verf marmer- en natuursteen suggereert.
Scheepje Michiel de Ruyter Volgens de overlevering verwijst de naam ‘De Ruyter is mijn naam’ naar de zegetocht van Michiel de Ruyter naar Chatham, waar hij op 22 juni 1667 de ketting doorvaart om grote schade aan te richten bij de Engelse vloot. Helemaal waar is dit niet, omdat Caesar van Everdingen al in 1617-1618 het scheepje beschildert. Die schilderingen zijn heel bijzonder. Opvallend is het panorama van Alkmaar met Grote Sint Laurenskerk, stadhuis, Hof van Sonoy en Friesepoort. Het meest bijzonder zijn de vier topless damesportretten in de ramen van de officiersverblijven aan de achterzijde. Een mogelijke verklaring voor deze bijzondere uitmonstering in een protestantse omgeving is misschien dat ze de vier vormen van onkuisheid weergeven, waaraan scheepsvolk zich niet mag overgeven. Op een zeil staat een gedicht over de slag bij Chatham.
Preekstoel In een protestantse kerk is de preekstoel het belangrijkste meubel. Daarom krijgt die alle aandacht. De huidige zeskantige preekstoel komt uit 1665 en is versierd met festoenen van bladeren en vruchten met aan de voorzijde druiven, als symbool voor Christus, die heeft gezegd dat hij de Ware Wijnstok is. De console van zandsteen geeft het wapen van Alkmaar weer en de wapenen van de kerkmeesters.
Herenbanken Herenbanken zijn zodanig hoog en aan de rand geplaatst, dat de heren van daaruit over de andere gelovigen heen kijken. De beste plek, tegenover de preekstoel, is voor de burgemeester. De twee herenbanken naast de dooptuin komen uit 1651. De herenbanken daar tegenover zijn uit 1655 en doen met hun barokke festoenen moderner aan dan de renaissance banken naast de dooptuin.
Koorbanken Kanunniken of andere koorheren gebruiken de laat-gotische koorbanken al even na 1500. Ze zijn opklapbaar zodat de kanunnik tijdens de mis kan staan en dan leunt op een miserecorde, een plankje onder de zitting. Stonden ze eerst haaks op het hoogaltaar, de protestanten plaatsen ze in een halve cirkel voor de Avondmaalsviering.