FACULTEIT DER LETTEREN
RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING
Masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen specialisaties 1
Communicatie en Beïnvloeding (CB) International Business Communication (IBC) Nieuwe Media, Taal en Communicatie
2014-2015
1
Voor informatie over het curriculum van de specialisatie Journalistiek en Organisatie, waarmee studenten voor het laatst konden beginnen in het studiejaar 2012-2013, zie de Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013.
Onderwijs- en Examenregeling
Deel 1: Algemeen Par. 1 – Algemeen Artikel 1 - Toepasselijkheid van de regeling 1.
Deze onderwijs- en examenregeling is van toepassing op de initiële opleidingen die in de faculteit zijn ingesteld en beschrijft de geldende procedures, rechten en plichten met betrekking tot het onderwijs, de tentamens en de examens. Deel 1 van de regeling omvat bepalingen die van toepassing zijn op alle opleidingen; in Deel 2 zijn aanvullende specifieke bepalingen per opleiding opgenomen.
2.
De onderwijs- en examenregeling wordt vastgesteld of gewijzigd door de decaan nadat de opleidingscommissies daarover hebben geadviseerd en de FGV daarmee heeft ingestemd.
Artikel 2 - Begripsbepalingen 1.
De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Structuurregeling van de Radboud Universiteit Nijmegen, verder te noemen de Structuurregeling, of in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, verder te noemen de WHW, de betekenis die de Structuurregeling respectievelijk de WHW daaraan geeft.
2.
In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, afgekort tot WHW; b. de opleiding: de masteropleiding als bedoeld in de wet; c. student: hij of zij 2 die is ingeschreven aan de Radboud Universiteit Nijmegen voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; d. (master)specialisatie: afstudeerrichting binnen een masteropleiding; e. (examen)onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; f. praktische oefening: een praktische oefening als bedoeld in art. 7.13 lid 2 onder d van de wet, in één van de volgende vormen: - het maken van een scriptie; - het verrichten van een literatuurstudie; - het deelnemen aan veldwerk of een excursie; - het maken van een werkstuk; - het verrichten van een stage; - het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; - de door de docent voorgeschreven opdrachten ter voorbereiding op een werkcollege. g. examencommissie: de examencommissie van de Faculteit der Letteren. Zie ook Structuurregeling Radboud Universiteit Nijmegen; h. deelexamencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 2.1 van het Reglement Examencommissie Faculteit der Letteren RU i. examinator: degene die door de examencommissie wordt aangewezen ten behoeve van het afnemen van tentamens; j. tentamen: het onderzoek naar en de beoordeling van kennis, vaardigheden en inzicht van de student met betrekking tot een bepaalde onderwijseenheid, ongeacht de vorm waarin dit onderzoek plaatsvindt, door ten minste één daartoe door de examencommissie aangewezen examinator; k. deeltentamen: een tentamen van een examenonderdeel dat in gedeelten wordt afgelegd. Tenzij anders vermeld wordt in het vervolg van deze onderwijs- en examenregeling met een tentamen ook een deeltentamen bedoeld. De geldigheidsduur van een deeltentamen wordt door de opleiding bepaald;
2
In deze tekst worden met de termen student/hij/hem/enz. zowel mannelijke als vrouwelijke studenten bedoeld
1
Onderwijs- en Examenregeling
l.
examen: toetsing waarbij door de examencommissie wordt vastgesteld of alle tentamens van de tot de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek naar de kennis, inzicht en vaardigheden van de examinandus alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek; m. studiepunt (afgekort: ec): studiebelastingseenheid conform het European Credit Transfer System (ECTS), waarbij één studiepunt gelijk is aan 28 uren studie; n. werkdag: maandag t/m vrijdag met uitzondering van de erkende feestdagen en door het College van Bestuur vastgestelde verplichte vrije dagen; o. studiegids: de gids voor de opleiding, bevattende de specifieke informatie voor de opleiding; p. instelling: Radboud Universiteit Nijmegen; q. fraude: het handelen van een student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden of die van andere studenten geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken; r. plagiaat: het bij het maken van werkstukken, scripties en andere schriftelijke toetsen geheel of gedeeltelijk overnemen of parafraseren van teksten van andere auteurs zonder adequate bronvermelding en zonder dat duidelijk het begin en einde van citaten op adequate wijze is aangegeven.
Artikel 3 – De opleidingen 1.
In de faculteit zijn de volgende bacheloropleidingen met een studielast van 180 ec. ingesteld: a. Algemene Cultuurwetenschappen b. Communicatie- en Informatiewetenschappen c. Duitse Taal en Cultuur d. Engelse Taal en Cultuur e. Geschiedenis f. Griekse en Latijnse Taal en Cultuur g. Kunstgeschiedenis h. Nederlandse Taal en Cultuur i. Romaanse Talen en Culturen j. Taal- en Cultuurstudies 3 k. Taalwetenschap
2.
De bacheloropleidingen omvatten een propedeutische fase van 60 ec.
3.
In de faculteit zijn de volgende masteropleidingen met een studielast van 60 ec ingesteld: a. Communicatie- en Informatiewetenschappen b. Geschiedenis c. Kunst- en Cultuurwetenschappen d. Letterkunde e. Noord Amerika Studies f. Oudheidstudies g. Taalwetenschappen
4.
In de faculteit zijn de volgende masteropleidingen met een studielast van 120 ec ingesteld: a. Europese Studies b. Taalwetenschappen (research), specialisatie Language and Communication c. Geschiedenis (research), specialisatie Historische Wetenschappen: Ideologie, Mentaliteit en
3
Instroom in de opleiding Taal- en Cultuurstudies is vanaf 1 september 2011 niet meer mogelijk. De opleiding kan nog worden afgerond tot en met 31 augustus 2015.
2
Onderwijs- en Examenregeling
d. e.
Maatschappelijke Praktijk Kunst- en Cultuurwetenschappen (research), specialisatie Kunst en Visuele Cultuur in Historisch Perspectief Letterkunde (research), specialisatie Letterkunde en Literatuurwetenschap: Nieuwe Filologie
Artikel 4 – Algemene eindtermen van de opleidingen 1.
De opleidingen beogen de studenten: a kennis, inzicht en vaardigheden op het desbetreffende gebied bij te brengen; b academisch te vormen, en c voor te bereiden op een verdere (studie-)loopbaan.
2.
Studenten aan wie voor één van de bacheloropleidingen genoemd in artikel 3.1 een graad als bedoeld in artikel 7.10a, eerste lid van de WHW is verleend, worden onvoorwaardelijk toegelaten tot ten minste één van de masteropleidingen van de universiteit.
Artikel 5 – Vorm van de opleiding Alle opleidingen worden uitsluitend voltijds verzorgd.
Par. 2 – vooropleidingseisen Artikel 6 – Toelatingseisen Degene die voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde vooropleidingseisen wordt toegelaten tot de daarvoor in aanmerking komende opleidingen.
Artikel 7 – vervangende eisen voor toelating tot een opleiding met deficiënte vooropleiding Niet van toepassing
Par. 3 – Tentamens en examens Artikel 8 – Het examen De masteropleidingen worden afgesloten met het masterexamen.
Artikel 9 – Vorm van tentamens 1.
Tentamens worden in beginsel schriftelijk of mondeling afgelegd.
2.
De examencommissie kan bepalen dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd.
3.
Mondelinge tentamens zijn in beginsel niet openbaar waarbij in beginsel niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd wordt.
4.
Het mondeling afnemen van tentamens geschiedt zo mogelijk in aanwezigheid van een tweede examinator of een door de examencommissie aangewezen waarnemer. In bijzondere gevallen kan de examencommissie bepalen dat een bandopname wordt gemaakt van het tentamen.
5.
Aan studenten met een functiebeperking wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun beperking aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig
3
Onderwijs- en Examenregeling
advies in alvorens te beslissen. 6.
Ten aanzien van een tentamen dat betrekking heeft op een vak dat niet in de opleiding wordt onderwezen, geldt wat daarover in de voor dat onderdeel geldende onderwijs- en examenregeling is bepaald.
Artikel 10 – Tijdvakken en frequentie van tentamens 1.
Tot het afleggen van de tentamens wordt tweemaal gelegenheid gegeven in het studiejaar waarin het betreffende onderwijs wordt gegeven. De datum van de eerste tentamengelegenheid dient aan het begin van het semester waarin het bij het betreffende onderdeel behorende onderwijs van start gaat, bekend te zijn. De datum van de herkansing dient bekend te zijn voordat de eerste tentamengelegenheid heeft plaatsgevonden.
2.
In een studiejaar waarin het onderwijs van een bepaald onderdeel voor het eerst niet wordt gegeven, wordt ten minste nog eenmaal gelegenheid gegeven het tentamen van het betreffende onderdeel af te leggen.
3.
Werkstukken waarvoor door de opleiding of de docent(en) geen vaste inleverdata zijn vastgesteld, dienen uiterlijk 12 maanden na afloop van het onderdeel waarop ze betrekking hebben, te worden ingediend. Overigens dienen werkstukken altijd ten minste 30 dagen voor de dag waarop het examen wordt aangevraagd te worden aangeboden aan de examinator.
4.
Een met goed gevolg afgelegd tentamen mag zonder de expliciete toestemming van de desbetreffende examencommissie niet herkanst worden. Indien deze toestemming wordt verleend, geldt het laatst behaalde cijfer.
5.
Wanneer een tentamen dat niet met goed gevolg is afgelegd wordt herkanst, is het laatst behaalde cijfer bepalend voor het behaalde resultaat.
6.
Studenten die zich via Osiris inschrijven voor cursussen zijn tevens aangemeld voor de eerste tentamengelegenheid in het desbetreffende studiejaar. Indien een student niet wenst deel te nemen aan het tentamen dient hij zich tijdig, uiterlijk zeven dagen voor de tentamendatum af te melden via Osiris.
7.
Studenten dienen zich uiterlijk zeven dagen voor de datum van de tweede tentamengelegenheid in te schrijven. Voor de tweede gelegenheid van periode 4 kunnen studenten zich op zijn laatst op 3 juli 2015 inschrijven. Studenten die zich niet of niet tijdig hebben ingeschreven, lopen het risico dat zij niet aan het tentamen kunnen deelnemen.
Artikel 11 – Geldigheidsduur 1.
De geldigheidsduur van tot een eenjarige masteropleiding behorende examenonderdelen bedraagt 24 maanden.
2.
De geldigheidsduur van tot een tweejarige masteropleiding behorende examenonderdelen bedraagt 36 maanden.
3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid kan de examencommissie met betrekking tot een onderdeel waarvan de geldigheidsduur is verstreken, op inhoudelijke gronden besluiten om de geldigheidsduur te verlengen.
Artikel 12 – Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1.
De examinator stelt binnen 10 werkdagen na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en verschaft het secretariaat van de opleiding de nodige bewijsstukken ten behoeve van de uitreiking van een schriftelijke verklaring van de uitslag aan de student.
2.
De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 15 werkdagen na de dag waarop het
4
Onderwijs- en Examenregeling
is afgelegd en verschaft het secretariaat van de opleiding de nodige bewijsstukken ten behoeve van de uitreiking van een schriftelijke verklaring van de uitslag aan de student. 3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid stelt de examinator de uitslag van de tentamens van periode 4 vast binnen vijf werkdagen na afloop van de betreffende tentamenperiode.
4.
De begeleider van de masterscriptie stelt het eindcijfer van dit onderdeel vast binnen de in lid 2 genoemde termijn.
5.
Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie c.q. de examinator tevoren binnen welke termijn en op welke wijze de student een schriftelijke verklaring van de uitslag zal ontvangen.
6.
Op de schriftelijke verklaring van de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht (zie ook art. 13) alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens, bedoeld in art. 7.61 van de wet.
7.
Eindresultaten van examenonderdelen worden uitgedrukt in hele of halve cijfers waarbij 6,0 als laagste voldoende geldt. Daarbij gelden de volgende afrondingsregels: - Tot ..,25 wordt naar beneden afgerond op ..,0 - Van ..,25 tot ..,75 wordt afgerond op ..,5 - Vanaf ..,75 wordt naar boven afgerond op ..,0 Bij afronding worden cijfers na de tweede decimaal genegeerd.
8.
In afwijking van het bepaalde in lid 7 wordt een einduitslag niet vastgesteld op 5,5. Een gemiddelde van 5,5 tot en met 5,9 wordt afgerond naar 6,0. Een gemiddelde van 5,1 tot en met 5,4 wordt afgerond naar 5,0. Bij afronding worden cijfers na de eerste decimaal genegeerd.
9.
Resultaten van deeltentamens mogen wel worden uitgedrukt in cijfers met één decimaal. Bij afronding worden cijfers na de eerste decimaal genegeerd.
Artikel 13 – Inzagerecht en nabespreking 1.
Na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen vindt een nabespreking plaats tussen de examinator en de student, waarbij de gegeven uitslag nader wordt toegelicht.
2.
Binnen een termijn van vier weken na de bekendmaking van de uitslag van een anders dan mondeling afgelegd tentamen kan de student op zijn verzoek inzage verkrijgen in zijn beoordeeld werk en aan de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip.
3.
De examinator kan bepalen dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op ten minste twee vaste tijdstippen. Indien de student aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het tweede lid genoemde termijn.
4.
In verband met de beperkte tijd tussen tentamenperiode 4 en herkansingsperiode 4 vindt inzage van een tentamen uit deze periodes plaats op de dag van bekendmaking van de betreffende resultaten.
5.
Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student een verzoek als bedoeld in lid 2 pas indienen, wanneer hij bij de collectieve nabespreking aanwezig is geweest en zijn verzoek motiveert, of indien hij door overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn.
6.
Het bepaalde in het vijfde lid is ook van toepassing wanneer de examencommissie dan wel de examinator aan de student de gelegenheid biedt om zijn uitwerking te vergelijken met modelantwoorden.
7.
Gedurende de in het tweede lid genoemde termijn kan elke belanghebbende kennis nemen van vragen en opdrachten van het tentamen en zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft
5
Onderwijs- en Examenregeling
plaatsgevonden.
Artikel 14 - Vrijstelling van tentamens 1.
De examencommissie kan de student op diens verzoek vrijstelling verlenen van het afleggen van een tentamen (met inachtneming van hetgeen hieronder in lid 3 is vermeld), indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b. hetzij aantoont door relevante werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken met betrekking tot het desbetreffende onderdeel.
2.
Om in aanmerking te komen voor een masterdiploma kan een student voor maximaal de helft van het aantal studiepunten van een examen vrijgesteld worden.
3.
Voor de masterscriptie wordt in geen geval vrijstelling verleend.
Artikel 15 - Fraude en plagiaat 1.
Wanneer een docent of surveillant tijdens een tentamen of bij het nakijken van een tentamen of een werkstuk fraude, plagiaat of andere onregelmatigheden constateert of vermoedt, deelt hij dit schriftelijk mede aan de examencommissie van de betrokken opleiding en aan de betrokken student.
2.
De examencommissie beslist vervolgens binnen 10 werkdagen over de eventueel te nemen maatregelen. De examencommissie beslist niet dan nadat de student die het betreft door haar is gehoord, of althans daartoe in de gelegenheid is gesteld. Van het horen wordt een schriftelijk verslag gemaakt.
3.
In geval van fraude tijdens het tentamen wordt de student uitgesloten van (verdere) deelname aan het tentamen. Uitsluiting heeft tot gevolg dat van het betreffende tentamen geen uitslag wordt vastgesteld.
4.
Conform WHW art. 7.12b lid 2 kunnen de door de examencommissie in geval van fraude of plagiaat te nemen maatregelen inhouden dat de student gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste 12 maanden het recht wordt ontnomen één of meer aan te wijzen tentamens en/of examens aan de instelling af te leggen.
5.
In aansluiting op de in lid 3 genoemde maatregelen kan een examencommissie in geval van plagiaat de student de verplichting opleggen een nieuw werkstuk te schrijven over een door de voor het examenonderdeel verantwoordelijke docent vast te stellen onderwerp.
Artikel 16 - Bewaartermijnen De examinator bewaart de tentamens en andere onderdelen die meetellen bij de bepaling van de uitslag zoals werkstukken, opdrachten en dergelijke, ten minste twee jaar nadat het tentamen heeft plaatsgevonden. Masterscripties dienen gedurende ten minste zeven jaar bewaard te blijven.
Artikel 17 - Uitslag examen 1.
De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, nadat de student de vereiste bewijzen heeft overgelegd van de door hem behaalde tentamens van de onderdelen van de opleiding.
2.
Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding.
6
Onderwijs- en Examenregeling
Artikel 18 – Judicium 1.
Indien de student blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan de examencommissie aan de uitslag van het masterexamen een judicium verbinden. Dit wordt op het getuigschrift vermeld.
2.
Aan het behaalde examen kan een van de volgende judicia worden verbonden: Bene meritum: het gemiddelde van alle masteronderdelen is hoger dan of gelijk aan 7,5. Cum laude: het gemiddelde van alle masteronderdelen is hoger dan of gelijk aan 8,0; de masterscriptie is beoordeeld met een 8,5 of hoger en voor geen enkel onderdeel werd een cijfer lager dan 6,5 behaald. Summa cum laude: het gemiddelde van alle masteronderdelen is hoger dan of gelijk aan 9,0: de masterscriptie is beoordeeld met een 9,0 of hoger en voor geen enkel onderdeel werd een cijfer lager dan 7,0 behaald.
3.
De examencommissie stelt de weegfactoren vast die worden toegekend aan de behaalde onderdelen voor de bepaling van de gemiddelde uitslag van alle onderdelen
4.
Niet in aanmerking voor een judicium komen studenten die in het kader van hun masterexamen voor meer dan 30 ec werden vrijgesteld van het afleggen van tentamens
5.
Evenmin in aanmerking voor een judicium komen studenten waarbij een tentamen meer dan eenmaal is herkanst, dan wel waarbij de cursus meer dan eenmaal is gevolgd.
6.
Indien van een student door de examencommissie is vastgesteld en in het fraudedossier is vastgelegd dat hij heeft gefraudeerd in de zin van art. 15, wordt een judicium niet toegekend.
7.
Alleen indien de examencommissie daartoe met algemene stemmen besluit, kan zij afwijken van hetgeen in de voorgaande leden van dit artikel ten aanzien van judicia is bepaald.
Artikel 19 – Volgorde onderwijs en tentamens 1.
Studenten die het bachelordiploma nog niet hebben behaald, kunnen desalniettemin door de examencommissie worden toegelaten tot het onderwijs van een aansluitende doorstroommasteropleiding als bedoeld in artikel 7.30a van de WHW. Deze toegang geldt voor een termijn van maximaal 12 maanden.
2.
Studenten bedoeld in het eerste lid mogen pas deelnemen aan tentamens van de masteropleiding indien de bacheloropleiding is afgerond.
3.
Studenten die gebruik maken van de flexibele instroomregeling dienen zich te houden aan de in de onderwijs- en examenregeling vastgelegde volgtijdelijkheid van de vakken.
4.
Studenten mogen pas beginnen aan de masterscriptie wanneer ze voor de masteropleiding staan ingeschreven.
5.
Studenten die krachtens dit artikel toegang hebben verkregen tot het onderwijs van de opleiding, hebben niet het recht het afsluitend examen van de opleiding af te leggen zolang zij niet in de master zijn ingeschreven.
Artikel 20 – Graad 1.
Aan degene die het masterexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Master of Arts” (MA) verleend.
7
Onderwijs- en Examenregeling
2.
De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.
Artikel 21 – Regels en richtlijnen examencommissie 1.
De examencommissie heeft in het bijzonder tot taak het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens.
2.
De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen.
3.
De examencommissie kan aan de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen geven met betrekking tot de beoordeling van degene die het tentamen aflegt en met betrekking tot de vaststelling van de uitslag van het tentamen.
Par. 4 – Studievoortgang, studiebegeleiding en studieadvies Artikel 22 – Studievoortgang en studiebegeleiding 1.
De decaan draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat aan elke student desgevraagd binnen een redelijke termijn een overzicht kan worden verschaft van de op dat moment in het systeem vastgelegde behaalde resultaten.
2.
De decaan draagt zorg voor een adequate studiebegeleiding
Par. 5 – Overgangs- en slotbepalingen Artikel 23 – Honours Programma en Honours academy Excellente masterstudenten van de letterenfaculteit kunnen deelnemen aan het Honours Programma voor masterstudenten van de Radboud Honours Academy.
Artikel 24 - Bekendmaking De onderwijsdirecteur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling en van wijzigingen hierin.
Artikel 25 - Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2014. Aldus vastgesteld bij besluit van de decaan van de Faculteit der Letteren op 1 juli 2014.
8
Onderwijs- en Examenregeling
Deel 2: opleidingsspecifiek Par. 6 - Algemene bepalingen Artikel 26 – Bepalingen algemeen deel Op deze masteropleiding is het bepaalde in het Algemeen Deel van dit reglement van toepassing voor zover daarvan in de navolgende bepalingen niet wordt afgeweken.
Artikel 27 - Doel van de opleiding Conform het bepaalde in artikel 4 beoogt de opleiding de student een verdieping van kennis, vaardigheden en inzicht bij te brengen op het gebied van de Communicatie- en Informatiewetenschappen, zodat deze na voltooiing van de opleiding beschikt over een adequate academische vorming, voorbereid is op een maatschappelijke functie in het verlengde van de opleiding en/of op een wetenschappelijke loopbaan binnen de discipline van de opleiding.
Artikel 28 - Taal van de opleiding 1.
Het onderwijs binnen de specialisatie Communicatie en Beïnvloeding en de specialisatie Nieuwe Media, Taal en Communicatie wordt verzorgd in het Nederlands en de tentamens en examens worden in beginsel afgenomen in de Nederlandse taal. 4
2. Het onderwijs binnen de specialisatie International Business Communication wordt gegeven in het Engels, de tentamens en het examen binnen deze specialisatie worden afgenomen in het Engels. 3. Voor deelname aan het onderwijs en de tentamens van de onderdelen genoemd binnen de specialisatie Communicatie en Beïnvloeding en de specialisatie Nieuwe Media, Taal en Communicatie is een voldoende beheersing van het Nederlands vereist. 5 Aan deze eis is voldaan indien de student ofwel: a. b. c. d.
in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, behaald aan een Nederlandstalige instelling van voortgezet onderwijs binnen of buiten Nederland, ofwel in het bezit is van een diploma hoger beroepsonderwijs van een dergelijke instelling, ofwel in het bezit is van een toelatingsverklaring tot het wetenschappelijk onderwijs in Nederland, ofwel aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal heeft voldaan door het behalen van het diploma Staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II. Vrijstelling van deze toets is mogelijk conform de 'Regeling vrijstelling toets Nederlands' (besluit van het College van Bestuur, geactualiseerde versie d.d. 1 april 1999).
4. Voor deelname aan het onderwijs en tentamens van de onderdelen van de specialisatie International Business Communication is een voldoende beheersing van het Engels vereist. Aan deze eis is in ieder geval voldaan wanneer de student: a.
b.
c.
toegelaten is tot deze specialisatie op basis van de bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen met als vreemde taal Engels aan de Radboud Universiteit Nijmegen, ofwel toegelaten is tot deze specialisatie op basis van de bacheloropleiding Engelse taal en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen in combinatie met het brugprogramma CIW (premaster), ofwel toegelaten is tot deze specialisatie op basis van een als verwant te beschouwen hbobacheloropleiding in combinatie met een schakelprogramma CIW (premaster) met als vreemde taal Engels, ofwel
4
De bepaling in dit lid geldt ook voor de Journalistiek en Organisatie-specialisatie, waarmee studenten voor het laatst konden beginnen in het studiejaar 2012-2013. 5 De bepaling in dit lid geldt ook voor de Journalistiek en Organisatie-specialisatie, waarmee studenten voor het laatst konden beginnen in het studiejaar 2012-2013.
9
Onderwijs- en Examenregeling
-
een van de onderstaande toetsen met de vermelde score heeft afgelegd: de Test of English as a Foreign Language (TOEFL) met een score van 580 punten of hoger (paper based), 237 punten of hoger (computer based) of 92 punten of hoger (internet based); e. de International English Language Testing System (IELTS - academic module) met een score (overall band) van 580 of hoger en een score voor writing van 6.5 of hoger, f. de Cambridge Certificate of Advanced English (CAE) test met een van de scores A of B, ofwel g. de Certificate of Proficiency in English (CPE) test met een van de scores A, B of C, ofwel h. tijdens de toelatingsprocedure voor deze specialisatie blijk heeft gegeven van voldoende beheersing van het Engels.
d.
Par. 7 - Samenstelling van de opleiding Artikel 29 – samenstelling 1.
6
De opleiding omvat (onderscheiden naar specialisaties) de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in ec: Communicatie en Beïnvloeding - Communicatie, Identiteit en Reputatie - Dataverzameling en –analyse - Onderzoek naar Communicatie en Beïnvloeding: Fundamenteel Onderzoek - Communicatie in context: Onderzoek in de praktijk 7 - Communicatie, Gedrag en Beïnvloeding - Keuzevak - Scriptie
5 5 10 10 5 5 20
International Business Communication - Corporate Strategy - Data collection and analysis in intercultural contexts - Global Corporate Communication - Research Seminar: IBC research - Stakeholder Management - Keuzevak - Scriptie
6 5 6 10 8 5 20
Nieuwe Media, Taal en Communicatie - Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie - Nieuwe media, nieuwe genres - Nieuwe media, nieuwe methoden - Nieuwe Media en Samenleving - Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie in de praktijk - Keuzevak - Scriptie
10 5 5 5 10 5 20
2 a. Voor alle hieronder vermelde werkcolleges geldt een aanwezigheidsplicht: Communicatie en Beïnvloeding - Communicatie, Identiteit en Reputatie - Onderzoek naar Communicatie en Beïnvloeding: Fundamenteel Onderzoek - Communicatie in context: Onderzoek in de praktijk 8 - Communicatie, Gedrag en Beïnvloeding Voor het keuzevak geldt voor de aanwezigheidsplicht hetgeen hierover is vastgelegd in de Onderwijs- en 6
Voor informatie over het curriculum van de Journalistiek en Organisatie-specialisatie, waarmee studenten voor het laatst konden beginnen in het studiejaar 2012-2013, zie de Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013. 7 Voor de masterstudenten Communicatie en Beïnvloeding die in februari 2015 instromen wordt dit vak vervangen door een nieuw vak “Stage en Communicatieadvies”, eveneens voor 10 ECTS. 8 Voor het nieuwe vak “Stage en Communicatieadvies” (zie voetnoot 7) geldt een 100% aanwezigheidsplicht; actieve deelname aan de communicatie-interventies en de stage gelden namelijk als toets.
10
Onderwijs- en Examenregeling
Examenregeling van de opleiding die het onderwijs verzorgt. International Business Communication - Data collection and analysis in intercultural contexts - Global Corporate Communication - Research Seminar: IBC research - Stakeholder Management Voor de cursus Corporate Strategy en het keuzevak geldt voor de aanwezigheidsplicht hetgeen hierover is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding die het onderwijs verzorgt. Nieuwe media, taal en communicatie - Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie - bijeenkomst - Nieuwe media, nieuwe methoden - Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie in de praktijk Voor het keuzevak geldt voor de aanwezigheidsplicht hetgeen hierover is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding die het onderwijs verzorgt. b. Wanneer een student bij minder dan 80% maar bij tenminste 50% van de colleges van een onderdeel aanwezig is geweest, wordt hij uitgesloten van de tweede gelegenheid tot het afleggen van het tentamen dan wel de praktische oefening van het betreffende onderdeel c. Wanneer een student bij minder dan 50% van de colleges van een onderdeel aanwezig is geweest, wordt hij uitgesloten van de beide gelegenheden tot het afleggen van het tentamen dan wel de praktische oefening van het betreffende onderdeel. Daarmee kan het onderdeel in het betreffende collegejaar niet worden afgerond 3. Binnen elk van de drie specialisaties mag onder goedkeuring van de coördinator van de specialisatie van de masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen als keuzevak dienen een cursus met een studielast van ten minste 5 stp die onderdeel uitmaakt van een andere masteropleiding. Voor toegang tot het onderwijs en het tentamen van het keuzevak dient de student toestemming te hebben gekregen van de examencommissie van de opleiding die het onderwijs verzorgt. 4. Binnen de specialisatie Communicatie en Beïnvloeding mag als keuzevak dienen een van de volgende cursussen: - Lifelong Learning in de communicatiepraktijk: professionele competenties - Intelligent information tools - Global Corporate Communication (van de specialisatie International Business Communication) - Nieuwe Media en Samenleving (van de specialisatie Nieuwe Media, Taal en Communicatie) 5. Binnen de specialisatie International Business Communication mag als keuzevak een van de volgende cursussen dienen: - Lifelong Learning in communication: professional competencies - Intelligent information tools - Communicatie, Gedrag en Beïnvloeding (van de specialisatie Communicatie en Beïnvloeding) - Nieuwe Media en Samenleving (van de specialisatie Nieuwe Media, Taal en Communicatie) 6. Binnen de Nieuwe Media, Taal en Communicatie-specialisatie mag als keuzevak dienen een van de volgende cursussen: - Intelligent information tools - Communicatie, Gedrag en Beïnvloeding (van de specialisatie Communicatie en Beïnvloeding) - Lifelong Learning in de communicatiepraktijk: professionele competenties (van de specialisatie Communicatie en Beïnvloeding) - Global Corporate Communication (van de specialisatie International Business Communication) 7. Van de cursus Corporate Strategy, die in lid 1 genoemd wordt, wordt het onderwijs door de masteropleiding Bedrijfskunde verzorgd. Met betrekking tot de aanwezigheidsplicht, praktische oefeningen, tijdvakken, frequentie en mogelijke vormen van tentaminering, fraude en plagiaat, de vaststelling en bekendmaking van de tentamenuitslag, het inzagerecht en vrijstelling geldt voor deze cursus hetgeen bepaald is door de
11
Onderwijs- en Examenregeling
examencommissie van de opleiding die het onderwijs verzorgt.
Artikel 30 - Praktische oefeningen in de opleiding 1.
De volgende onderdelen van de opleiding als genoemd in art. 34, omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoor-, werk- of instructiecolleges, praktische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: Communicatie en Beïnvloeding - Communicatie, Identiteit en Reputatie (werkwijze: schriftelijke opdrachten, presentaties) - Dataverzameling en -analyse (werkwijze: onderzoeksopdrachten) - Onderzoek naar Communicatie en beïnvloeding: Fundamenteel Onderzoek (werkwijze: onderzoeksopdrachten, onderzoeksplan, onderzoeksverslag) - Communicatie in context: Onderzoek in de praktijk (werkwijze: onderzoeksopdrachten, adviesrapport) 9 - Communicatie, Gedrag en Beïnvloeding (werkwijze: schriftelijke opdrachten, presentaties, casusopdracht) - Scriptie (werkwijze: doelstellingen, onderzoeksvoorstel, onderzoeksopdrachten, onderzoeksartikel) International Business Communication - Data collection and analysis in intercultural contexts (werkwijze: onderzoeksopdrachten) - Global Corporate Communication (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten, presentaties) - Research Seminar: IBC research (werkwijze: onderzoeksopdrachten, onderzoeksverslag) - Stakeholder Management (werkwijze: mondelinge en schriftelijke opdrachten, presentaties, case studies, adviesrapport, stakeholder analyse) - Scriptie (werkwijze: doelstellingen, onderzoeksvoorstel, onderzoeksopdrachten, onderzoeksartikel) Voor de volgende cursus geldt voor de praktische oefeningen hetgeen hierover is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling van de masteropleiding Bedrijfskunde aan de Faculteit der Managementwetenschappen: - Corporate Strategy Nieuwe media, taal en communicatie - Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie (werkwijze: onderzoeksopdrachten, onderzoeksplan, onderzoeksverslag) - Nieuwe media, nieuwe genres (werkwijze: onderzoeksopdrachten, analyseopdrachten) - Nieuwe media, nieuwe methoden (werkwijze: onderzoeksopdrachten, groepsopdrachten) - Nieuwe Media en Samenleving (werkwijze: schriftelijke opdrachten, presentaties, casusopdrachten) - Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie in de praktijk (werkwijze: onderzoeksopdrachten, onderzoeksverslag, adviesrapport, reflectieverslag) Communicatie en Beïnvloeding, International Business Communication, en Nieuwe media, taal en communicatie Voor het keuzevak binnen elk van de masterspecialisaties, geldt voor de praktische oefeningen hetgeen hierover is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding die het onderwijs verzorgt.
2. Het tentamen van een onderdeel genoemd in het eerste lid van dit artikel kan niet worden afgelegd dan nadat de desbetreffende praktische oefeningen met voldoende resultaat zijn gevolgd. 3.
Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de desbetreffende praktische oefening zoals vermeld als het behalen van het tentamen:
-
Communicatie en Beïnvloeding Onderzoek naar Communicatie en beïnvloeding: Fundamenteel Onderzoek Scriptie International Business Communication
9
Het nieuwe vak “Stage en Communicatieadvies” (zie voetnoot 7) kent als wekwijzen: stage, stageplan, interventiebijeenkomsten, stageverslag inclusief reflectie en adviesrapport,
12
Onderwijs- en Examenregeling
-
Research Seminar: IBC research Stakeholder Management Scriptie
Voor de volgende cursus is in de Onderwijs- en Examenregeling van de masteropleiding Bedrijfskunde aan de Faculteit der Managementwetenschappen vastgelegd in hoeverre het met voldoende resultaat deelnemen aan de praktische oefeningen geldt als het behalen van het desbetreffende tentamen: - Corporate Strategy Nieuwe media, taal en communicatie - Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie - Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie in de praktijk - Scriptie Communicatie en Beïnvloeding, International Business Communication, en Nieuwe media, taal en communicatie Voor het keuzevak binnen elk van de masterspecialisaties, is in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding die het onderwijs verzorgt, vastgelegd in hoeverre het met voldoende resultaat deelnemen aan de praktische oefeningen geldt als het behalen van het desbetreffende tentamen.
Par. 8 - Tentamens en examens van de opleiding Artikel 31 – Volgorde van de tentamens (‘volgtijdelijkheid’) 1.
Aan de tentamens en de daarbij behorende praktische oefeningen van de hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald: Voor alle drie de masterspecialisaties geldt dat het masterscriptietraject kan niet worden vervolgd indien geen voldoende is behaald voor het onderzoeksplan van het vak Onderzoek naar Communicatie en Beïnvloeding: Fundamenteel Onderzoek (bij Communicatie en Beïvloeding), Research Seminar: IBC research (bij International Business Communication) respectievelijk Onderzoek naar Nieuwe media, taal en communicatie (bij Nieuwe Media, Taal en Communicatie).
Artikel 32 - Beperking geldigheidsduur behaalde studieresultaten In afwijking van het bepaalde in artikel 11 gelden voor behaalde studieresultaten de hierna te noemen beperkingen: 1. Als een tentamen in de vorm van deeltentamens wordt afgelegd, vervallen de resultaten voor deze deeltentamens als het betreffende examenonderdeel niet behaald is na de herkansing van alle deeltentamens.
Artikel 33 – Weging Bij het toekennen van een judicium stelt de opleiding voor de onderdelen van de opleiding de volgende weegfactoren vast: - nvt
Par. 9 – Toelatingsvoorwaarden opleiding Artikel 34 - Toelating tot de opleiding 1.
Deze opleiding vormt de aansluitende masteropleiding als bedoeld in artikel 7.30a WHW voor de volgende bacheloropleidingen: a. Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen of een andere Nederlandse universiteit
13
Onderwijs- en Examenregeling
b. Nederlandse taal en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen c. Taal- en Cultuurstudies aan de Radboud Universiteit Nijmegen waarbinnen de op de masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen voorbereidende specialisatie ('mastertraject Bedrijfscommunicatie' of 'mastertraject Nederlands - Taalbeheersing') is geabsolveerd. 2.
Met inachtneming van het bepaalde in lid 1 worden studenten die een bachelorgraad voor een opleiding genoemd in het eerste lid hebben behaald, onvoorwaardelijk toegelaten tot de Communicatie en Beïnvloeding-specialisatie van deze masteropleiding.
Artikel 35 – Overige vooropleidingen 1. Tot de Communicatie en Beïnvloeding-specialisatie van de opleiding wordt toegelaten degene die het afsluitend examen van een van de volgende bacheloropleidingen aan de Radboud Universiteit Nijmegen met goed gevolg heeft afgelegd in combinatie met het brugprogramma CIW (premaster), bestaande uit onderdelen van de bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen: a. Algemene Cultuurwetenschappen b. Duitse taal en cultuur c. Engelse taal en cultuur d. Geschiedenis e. Griekse en Latijnse taal en cultuur f. Kunstgeschiedenis g. Romaanse talen en culturen h. Taalwetenschap i. Communicatiewetenschap j. Bedrijfskunde k. Psychologie 2. Voor een bewijs van toelating tot de Communicatie en Beïnvloeding-specialisatie komt in aanmerking degene die: a. het afsluitend examen van een door de examencommissie als verwant te beschouwen hbo-opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, en een schakelprogramma CIW (premaster), bestaande uit onderdelen van de bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen met een gezamenlijke omvang van 60 studiepunten, waaronder het bachelorwerkstuk van 10 studiepunten, heeft geabsolveerd; b. in het bezit is van een getuigschrift van een opleiding die naar het oordeel van de examencommissie ten minste gelijkwaardig is aan een van de opleidingen als bedoeld in artikel 33, lid 1 of artikel 34, lid 1; c. of anderszins naar het oordeel van de examencommissie blijk heeft gegeven van geschiktheid voor het volgen van de opleiding. 3.
a. b.
c. d. e. 4.
In afwijking van het bepaalde in artikel 33 en artikel 34, lid 1 en 2 geldt voor instroom in de specialisatie Nieuwe Media, Taal en Communicatie op grond van een andere opleiding dan de bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen de volgende toelatingsprocedure: de toelatingsprocedure zal plaatsvinden voorafgaand aan het studiejaar waarin de student met de opleiding wenst te beginnen: ca. mei/juni; de student stelt een portfolio beschikbaar bestaande uit een overzicht van alle aan de vooropleiding gevolgde vakken, een overzicht van de voor deze masterspecialisatie relevante vakken, een cijferlijst, een gewaarmerkte kopie van het getuigschrift of een Bewijs te Behalen Diploma van de bacheloropleiding en eventuele premaster, of, een Verklaring Afronding Studie; op grond van het portfolio kan de toelatingscommissie besluiten een gesprek met de student te voeren; de toelatingscommissie beoordeelt de persoonlijke motivatie, interesse en werkniveau van de betreffende student en brengt op grond hiervan een advies uit aan de examencommissie; de examencommissie beslist over toelating van de student.
In afwijking van het bepaalde in artikel 33 en artikel 34, lid 1 en 2 geldt voor instroom in de specialisatie International Business Communication de volgende toelatingsprocedure: a. de toelatingsprocedure zal plaatsvinden voorafgaand aan het studiejaar waarin de student met de opleiding wenst te beginnen: ca. mei/juni; b. de student stelt een portfolio beschikbaar bestaande uit een in het Engels geschreven motivational letter, bachelorwerkstuk of een ander recent individueel werkstuk en de volledige lijst van behaalde vakken, studiepunten, niveau en beoordelingen van de vooropleiding; c. de student die niet een in artikel 28, lid 4a t/m 4c genoemde opleiding heeft gevolgd, voegt aan het
14
Onderwijs- en Examenregeling
portfolio toe een in artikel 28, lid 4d t/m 4g genoemd bewijs van voldoende beheersing van het Engels; d. op grond van het portfolio kan de toelatingscommissie besluiten een gesprek met de student te voeren; indien dit besloten wordt, zal dit gesprek in het Engels gevoerd worden; e. de toelatingscommissie beoordeelt de persoonlijke motivatie, interesse, werkniveau en beheersing van het Engels van de betreffende student en brengt op grond hiervan een advies uit aan de examencommissie; f. de examencommissie beslist over toelating van de student.
15