DE EUROPESE UNIE IN HET KORT
Maritieme zaken en visserij
Een gezonde toekomst voor onze zeeën en nieuwe welvaart Al s het o m het b eheer van o nze zee ën en o c eanen gaat , m o et en we s l im zi jn, zel f s s l im m er d an o o it .
2
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
INHOUD Een slimme maritieme economie is een duurzame maritieme economie . . . . . . . . . . . . . . 3 Hoe gaat de EU te werk? . . . . . . . . . . 4
DE EUROPESE UNIE IN HET KORT Deze publicatie maakt deel uit van een reeks brochures waarin wordt uitgelegd wat de EU doet op verschillende beleidsterreinen, waarom de EU daar een rol speelt, en wat de resultaten zijn.
Wat doet de EU? . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Een nieuwe stap . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Meer informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
U vindt deze brochures op de volgende website:
http://europa.eu/pol/index_nl.htm http://europa.eu/!Pr64nF
Hoe werkt de Europese Unie? Europa in 12 lessen Europa 2020: Europa’s groeistrategie De grondleggers van de EU Bankwezen en financiën Begroting Belastingen Buitenlands en veiligheidsbeleid Concurrentie Consumenten Cultuur en audiovisuele media De Economische en Monetaire Unie (EMU) en de euro Digitale agenda Douane Energie Fraudebestrijding Grenzen en veiligheid Handel Humanitaire hulp en civiele bescherming Internationale samenwerking en ontwikkeling Interne markt Justitie, grondrechten en gelijkheid Klimaatbescherming Landbouw Maritieme zaken en visserij Migratie en asiel Milieu Ondernemingen Onderwijs, opleiding, jeugd en sport Onderzoek en innovatie Regionaal beleid Uitbreiding Vervoer Voedselveiligheid Volksgezondheid Werkgelegenheid en sociale zaken
De Europese Unie in het kort: Maritieme zaken en visserij Europese Commissie Directoraat‑generaal Communicatie Publieksvoorlichting 1049 Brussel BELGIË Manuscript voltooid in november 2014 Foto’s op de omslag en bladzijde 2: © Europese Unie 12 blz. — 21 × 29,7 cm ISBN 978-92-79-42252-2 doi:10.2775/64263 Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2014 © Europese Unie, 2014 Reproductie toegestaan. Voor overname of reproductie van afzonderlijke foto’s hebt u toestemming van de rechthebbenden nodig.
M A R I T I E M E
Z A K E N
E N
3
V I S S E R I J
Een slimme maritieme economie is een duurzame maritieme economie Zeeën en oceanen zijn van essentieel belang voor het menselijk leven en wel in meer dan één opzicht. Zij regelen ons klimaat en door de eeuwen heen hebben ze ons voedsel, vervoer en recreatie verschaft. Nu geven ze ons, dankzij de technologische vooruitgang, ook far‑ maceutische producten, mineralen en misschien wel onuitputtelijke energiebronnen, zolang we maar verant‑ woord, veilig, voorzichtig en eerlijk te werk gaan. Al even belangrijk is de economische waarde van de zee voor onze samenleving. Tegenwoordig is 3 tot 5 % van het bruto binnenlands product (bbp) van de EU afkom‑ stig uit de maritieme sector. Ongeveer 90 % van de bui‑ tenlandse handel en 43 % van de handel binnen de Europese Unie (EU) vinden plaats over zee. De Europese scheepsbouw is goed voor 10 % van de wereldproductie en is wereldleider als het gaat om de productiewaarde. Er worden in Europa bijna 100 000 vaartuigen ingezet in de visserij en de aquacultuur. Naast deze traditionele sectoren ontwikkelen zich snel nieuwe activiteiten, zoals grondstoffenwinning en windmolenparken.
BELANGRIJKSTE PRODUCENTEN IN DE WERELD (2011) (volume in tonnen levend gewicht en als percentage van het totaal) Totaal China Indonesië India Peru EU-28 Verenigde Staten Vietnam (*) Filipijnen Japan (*) Chili Rusland Myanmar Noorwegen Zuid-Korea Bangladesh Thailand
177 632 194
100 %
65 903 381 13 601 723 8 879 499 8 346 461 6 143 294 5 559 838 5 555 000 4 971 799 4 755 093 4 436 484 4 391 154 4 150 091 3 572 608 3 260 930 3 124 677 2 868 436
37,1 % 7,7 % 5,0 % 4,7 % 3,5 % 3,1 % 3,1 % 2,8 % 2,7 % 2,5 % 2,5 % 2,3 % 2,0 % 1,8 % 1,8 % 1,6 %
(*) FAO-raming. Bron: Eurostat en Eumofa voor de EU-28; de FAO voor de andere landen.
In de EU wordt het meest gevangen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee.
Omdat dat niet allemaal even duurzaam gebeurt, dreigt het wankele evenwicht van mariene ecosystemen te worden verstoord. Bovendien wordt de concurrentie om het gebruik van de zee steeds feller. Milieuschade en een verlies aan biodiversiteit zijn nadelig voor de natuur, maar ook voor bepaalde sectoren die van de zee afhankelijk zijn. De Europese Commissie wil het rijke maritieme erfgoed van Europa beschermen en ontwikkelen, en er tegelijk voor zorgen dat we de natuurlijke rijkdommen op duur‑ zame wijze kunnen blijven exploiteren. Voorwaarde daarvoor is wel dat milieubescherming en economische groei samengaan en dus niet met elkaar in strijd zijn. Ons herziene gemeenschappelijk visserijbeleid blijft onmisbaar om onze visserij rationeel en duurzaam te houden, maar met onze geïntegreerde benadering van de zee als „systeem” willen we coherent inspelen op de talrijke actuele problemen in en rond de Europese wate‑ ren zoals vervuiling, overbevissing, verstedelijking, kust erosie en veiligheid. Zo laten we alle maritieme actoren uit verschillende sectoren en landen makkelijker samen‑ werken aan een milieuvriendelijke Europese maritieme economie. We passen het beheersbeleid voor elk zee gebied aan. En we verschaffen de EU‑landen zoveel mogelijk gemeenschappelijke hulpmiddelen om hun eigen, moderne nationale strategie toe te passen.
4
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Hoe gaat de EU te werk?
We hebben er onze prioriteit van gemaakt om niet alleen de visstand te bestuderen (wat nodig is voor het visserijbeheer), maar ook de zee in het algemeen: diepte, levende organismen, sedimenten, stromingen enz. We stellen alle toezichthouders in staat om gege‑ vens in realtime te delen, wat de reddingsoperaties en misdaadbestrijding ten goede komt. En wij hebben een wettelijk kader geschapen voor de EU‑landen om hun gebruik van de zee of gedeeld gebruik van dezelfde ruimte te plannen.
© iStockphoto/Ivan Bajic
De zee is een complex systeem dat nog ingewikkelder wordt gemaakt door de talrijke menselijke activiteiten in, op en rond het water. Daarom is de Commissie op verschillende fronten tegelijk actief. Zij heeft haar gemeenschappelijk visserijbeleid aangepast: de vangst wordt verlaagd tot het niveau dat wetenschappers aan‑ bevelen, door langetermijnplannen krijgen verzwakte visbestanden de kans om zich te herstellen, en terug‑ gooi wordt afgebouwd door beleidsmaatregelen en technische oplossingen. Elk zeegebied en elke regio krij‑ gen een beleid op maat. Buiten de EU vissen we alleen binnen wetenschappelijk veilige grenzen en alleen nadat de plaatselijke bevolking al in haar eigen behoefte aan visserijproducten heeft voorzien.
De EU promoot duurzame visserij.
Internationaal en in bilaterale betrekkingen promoot de EU duurzame visserij, bescherming van de biodiversiteit en goed bestuur, om die beginselen wereldwijd te ver‑ spreiden. Ze is de drijvende kracht achter het herstel van de blauwvintonijn en de wereldwijde strijd tegen illegale visserij. Vooral tegen illegale visserij gooit de EU niet alleen haar politieke gewicht, maar ook haar han‑ delspositie in de strijd, door als grote markt de invoer van producten die niet aan de internationale regels vol‑ doen, te weigeren. De overgang naar duurzame visserij en een slimme blauwe economie vergt uiteraard investeringen, en de Commissie subsidieert die actief. Tussen 2014 en 2020 gaat er zo’n 6,5 miljard € naar projecten op allerlei maritieme gebieden, en worden diversificatie, innovatie en duurzame groei gestimuleerd (zie ook „Een nieuwe stap”).
© iStockphoto/Sava Alexandru
Er zijn bijna 100 000 vissersvaartuigen actief in Europa.
M A R I T I E M E
Z A K E N
E N
5
V I S S E R I J
TOTALE VANGST PER LIDSTAAT (2011) (volume in tonnen levend gewicht en als percentage van het totaal) Spanje Denemarken Verenigd Koninkrijk Frankrijk Nederland Duitsland Portugal Italië Ierland Zweden Polen Letland Litouwen Finland Estland Kroatië Griekenland België Bulgarije Hongarije (*) Tsjechië (*) Roemenië Malta Slowakije (*) Cyprus Slovenië Oostenrijk (*) Totaal EU-28
860 030 738 846 599 523 443 549 364 964 224 592 214 779 212 730 206 177 179 836 169 593 156 130 137 063 119 686 77 942 70 534 62 847 22 191 8 956 6 216 3 990 3 254 1 920 1 608 1 163 719 350
17,59 % 15,11 % 12,26 % 9,07 % 7,46 % 4,59 % 4,39 % 4,35 % 4,22 % 3,68 % 3,47 % 3,19 % 2,80 % 2,45 % 1,59 % 1,44 % 1,29 % 0,45 % 0,18 % 0,13 % 0,08 % 0,07 % 0,04 % 0,03 % 0,02 % 0,01 % 0,01 %
4 889 188
100 %
(*) Gegevens voor 2010. NB: Niet relevant voor LU. Bron: Eurostat.
TOTALE VANGSTEN VAN ’S WERELDS GROOTSTE PRODUCENTEN (2011) (volume in tonnen levend gewicht en als percentage van het totaal) China
16 046 114
17,02 %
Peru
8 254 261
8,75 %
Indonesië
5 713 101
6,06 %
Verenigde Staten
5 162 997
5,47 %
EU-28
4 889 188
5,18 %
India
4 301 534
4,56 %
Rusland
4 261 503
4,52 %
Japan (*)
3 848 955
4,08 %
Chili
3 466 945
3,68 %
Myanmar
3 332 979
3,53 %
Vietnam
2 502 500
2,65 %
Noorwegen
2 433 811
2,58 %
Filipijnen
2 363 679
2,51 %
Thailand
1 862 151
1,97 %
Zuid-Korea
1 761 785
1,87 %
Bangladesh
1 600 918
1,70 %
Mexico
1 571 437
1,67 %
Maleisië
1 378 799
1,46 %
IJsland
1 154 199
1,22 %
Marokko
964 704
1,02 %
Taiwan
903 892
0,96 %
(*) FAO-raming. Bron: Eurostat voor de EU-28; de FAO voor de andere landen.
Vier landen zijn samen goed voor bijna de helft van de totale vangst.
6
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Wat doet de EU? Overschakelen op duurzaam: hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid Sinds 1 januari 2014 is er een nieuw gemeenschappe lijk visserijbeleid van kracht. Het doel is de visserij duur‑ zaam te maken vanuit ecologisch, economisch en sociaal oogpunt. Het nieuwe beleid wil visbestanden de tijd geven om zich te herstellen, een eind maken aan verspilling, de sector meer inspraak geven, en de aqua‑ cultuur stimuleren. Duurzaam vissen betekent dat vissen de tijd moeten krijgen om zich voort te planten. Op termijn zorgen gezonde visbestanden voor een hogere opbrengst, en daardoor spaart de visserij tijd, moeite en brandstof uit! In plaats van wanhopig op slinkende visbestanden te blijven vissen, kunnen we, als we het slim aanpakken, op rijke visbestanden vissen. Dat zal de visserijsector nieuwe welvaart brengen en minder kwetsbaar maken voor externe factoren. Hij zal ook niet meer zo afhanke‑ lijk zijn van overheidssubsidies. De burgers kunnen op hun beurt rekenen op een stabiel aanbod van gezonde eiwitten, zonder zich zorgen te maken over de herkomst. Naast duurzaamheid is het belangrijk om de teruggooi af te bouwen, want er wordt na de vangst nog veel te veel ongewenste vis weggegooid. Per visserijtak en
DE AQUACULTUURPRODUCTIE IN DE EU PER PRODUCTSOORT (2011) (percentage van het totale volume) Zeevis (inclusief zalm en forel gekweekt in zeewater) Week-en schaaldieren
27 % 50 % 23 %
Zoetwatervis (inclusief forel en palingen gekweekt in zoet water) Bron: Eurostat en Eumofa.
De aquacultuur is goed voor ongeveer 20 % van de totale visserijproductie in de EU.
zeegebied is een tijdschema bepaald, te beginnen vanaf 2015 voor vis in de bovenste waterlagen, en uiteindelijk voor alle vis vanaf 2020. Om het beheer te vereenvou‑ digen en aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen, mogen de EU‑landen, binnen de grenzen van de EU‑wetgeving, zelf kiezen welke instandhoudingsmaat‑ regelen ze nemen. Zo kunnen we rekening houden met de knowhow in de sector en met de fundamentele rol die vissers spelen voor het goed beheer van de zee. De marktgerichte aanpak kan visserijorganisaties aan een betere marktpositie en betere prijzen helpen. In elk geval maken herstelplannen die enkele jaren lopen, het op lange termijn makkelijker om de marktontwikkeling te voorspellen, en dus ook om te investeren en te plannen. De onderliggende strategie is intussen om de inkomsten te diversifiëren, kleine bedrijven te helpen, en de viskwe‑ kerij als hoogwaardige aanvulling op de visserij te sti‑ muleren. EU‑vissers die buiten onze wateren vissen, moeten dezelfde regels voor duurzaam vissen in acht nemen als hier in de EU: ze moeten altijd binnen weten‑ schappelijke grenzen vissen, zonder de lokale vissers te benadelen. Omdat betrouwbare en volledige informatie over de mariene rijkdommen essentieel is voor een goede besluitvorming, moeten de EU‑landen voortaan ook wetenschappelijke gegevens over visbestanden en de gevolgen van de visserij voor hun visgronden verzame‑ len en uitwisselen. Gezondere visbestanden en een meer gevarieerde eco‑ nomie in de kustgebieden zijn gunstig voor de economi‑ sche prestaties, inclusieve groei en versterkte cohesie in de kustgebieden. Op die manier wordt dus ook bijgedra‑ gen tot de Europa 2020-strategie voor economische groei. Wilt u meer weten? Ga dan naar de website over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (http://ec.europa.eu/fisheries/reform/index_nl.htm).
M A R I T I E M E
Z A K E N
E N
Blauwe groei: duurzame groei voor de zee en de maritieme sector Om door de crisis te raken moeten alle sectoren van de Europese economie hun steentje bijdragen. De zee en de maritieme sectoren, de „blauwe economie”, spelen daarbij een belangrijke rol. Het gaat immers om zo’n 5,6 miljoen banen met een bruto toegevoegde waarde (BrTW) van 495 miljard € per jaar. Maar zij kunnen veel meer banen opleveren als we op het juiste moment in de juiste activiteiten investeren. En dat is precies wat de Commissie met haar strategie voor „blauwe groei” beoogt. Wij hebben de meest veel‑ belovende sectoren en de meest lonende investeringen geselecteerd. Dat zijn de kansen die Europa moet grij‑ pen, voordat iemand anders het doet. Sectoren met potentieel, ook voor de werkgelegenheid, zijn gevestigde waarden zoals het kusttoerisme (183 miljard € BrTW per jaar) en aquacultuur, maar ook sectoren in opkomst zoals mariene biotechnologie (jaarlijkse BrTW van 14,1 miljard €) en toekomstige sectoren zoals diepzeemijn‑ bouw of oceaanenergie. Het toerisme heeft een verwachte gemiddelde groei van 2 à 3 % per jaar. (In de cruisesector is het zelfs 60 % over tien jaar met ongeveer 100 000 nieuwe banen.) De sector van de hernieuwbare energie op zee kan nog vóór 2020 vertienvoudigen (in de windenergie op zee kan het aantal banen sterk stijgen, van 35 000 in 2010 tot mogelijk 170 000 tegen 2020) en de omzet in de ontginning van de zeebodem zou de komende tien jaar exponentieel kunnen groeien. Daarom helpen wij de regeringen van de EU‑landen met richtsnoeren en wettelijke kaders voor slimme groei om
zoveel mogelijk te profiteren van alle voordelen, maar zonder het milieu te schaden. Blauwe groei kan een concreet, positief verschil maken voor de economie, en dus voor alle burgers van Europa. Hieronder worden enkele instrumenten beschreven die we de EU‑landen ter beschikking stellen voor een betere toekomst.
Geslaagde governance: zeegebiedstrategieën Wie vanuit de ruimte naar de aarde kijkt, ziet geen natio nale of regionale grenzen, maar alleen land en water. Het is begrijpelijk dat mensen die rond dezelfde zee wonen, veel met elkaar gemeen hebben. Ons maritiem beleid is toegespitst op zeegebieden. Door de partners bij elkaar te brengen kan een zeegebiedstrategie snel en nauwkeurig inspelen op de behoeften van bedrijven en mensen in de praktijk. Zij bundelen geld uit de lidsta‑ ten en verschillende bronnen voor overeengekomen doelstellingen. Zij werken gestaag aan sociale doelstel‑ lingen zoals werkgelegenheid, toegankelijkheid en levenskwaliteit, zoals een van de meer geavanceerde zeegebiedstrategieën, die voor de Oostzee, laat zien. Bij een zeegebiedstrategie zijn de Europese, nationale en lokale overheden, vissers, verwerkende bedrijven, handelaren en ngo’s gelijkwaardige partners die samen‑ hangende resultaten moeten bereiken in het belang van de bevolking en het milieu. Dat kost niets extra’s: het is gewoon een mechanisme om ervoor te zorgen dat de bestaande fondsen consistent en met een langetermijn‑ visie worden besteed, wat leidt tot betere resultaten. Het is, met andere woorden, gewoon een vorm van goed bestuur.
© iStockphoto/Gary Stokes
De EU is lid van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan.
7
V I S S E R I J
8
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
© European Union/Catrin Owen
Het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij zal bijdragen aan de levenskwaliteit in de Europese kustregio’s.
Ruimte op zee net zo nuttig gebruiken als aan land: maritieme ruimtelijke ordening
Het scheepvaartverkeer net zo controleren als het vliegverkeer: geïntegreerd maritiem toezicht
De globalisering stimuleert de scheepvaart, de havens en de scheepsbouw, maar tegelijkertijd ontstaan er nieuwe activiteiten op zee, zoals windparken, viskweke‑ rijen en delfstoffenwinning. Dat neemt allemaal ruimte in beslag en kan het milieu schaden. Zonder coördinatie kunnen tegenstrijdige beleidslijnen projecten vertragen, investeringen in gevaar brengen en juridische kosten veroorzaken. Maar de bouw van een grensoverschrij‑ dend windmolenpark kan efficiënter en milieuvriendelij‑ ker zijn dan twee afzonderlijke parken op meer kwetsbare plekken. Scheepvaartroutes omleiden bij beschermde gebieden vermindert het risico op natuurrampen. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden.
Compartimentering leidt vaak tot dubbel werk. De instanties die de koopvaardij in goede banen leiden, staan los van de instanties die smokkelaars opsporen. Maar in dit digitale tijdperk is er geen reden waarom zij geen informatie zouden uitwisselen. Met steun van de EU zijn technische oplossingen getest waardoor mari‑ tieme instanties beter informatie kunnen uitwisselen, zonder te veel informatie op straat te gooien. Zo kan de overheid criminaliteit beter bestrijden en handelssche‑ pen en vissersboten tegen bedreigingen beschermen. Zij kunnen ook hun krachten bundelen voor politieactivitei‑ ten en reddingsoperaties. Die integratie zorgt bovendien voor een betere besteding van overheidsgeld.
Daarom hebben we een kader voor ruimtelijke ordening op zee en langs de kust ontwikkeld dat de EU‑landen helpt bij het plannen van hun soms meervoudige gebruik van de ruimte. Doordat alle betrokken partijen daarvoor transparant moeten samenwerken, biedt het EU‑kader voor maritieme ruimtelijke ordening stabiele en eerlijke regels om alle activiteiten op zee tot ontwik‑ keling te laten komen. Het is aangetoond dat dat inves‑ teringen aantrekt en de juridische en administratieve kosten voor de bedrijven verlaagt.
M A R I T I E M E
Z A K E N
E N
9
V I S S E R I J
© iStockphoto/swetta
De „blauwe economie” is goed voor meer dan vijf miljoen banen in Europa.
Mariene kennis 2020 Er wordt wel eens gezegd dat wij meer weten over de maan dan over de diepzee. Dat klopt: er zijn grote hia‑ ten in onze kennis van de zee, en de kennis die we heb‑ ben, is verspreid over een groot aantal incompatibele en onvolledige bronnen. Mariene kennis 2020 bundelt goede en samenhangende mariene gegevens en maakt die voor iedereen gratis toegankelijk. Er is al een digitale kaart van onze
© iStockphoto/Guenther Dr. Hollaender
De Oostzeestrategie is een Europees succesverhaal van internationale samenwerking op basis van gemeenschappelijke doelstellingen.
zeegebieden gemaakt en Europese wetenschappers en ingenieurs verzamelen nu alle beschikbare gegevens om zo nog meer inzicht te krijgen in de zeeën en oceanen. Die informatie is trouwens ook onmisbaar voor onder‑ nemers die hun zaak willen uitbouwen en hun concur‑ rentievermogen willen vergroten. Meer openheid is niet alleen van belang voor professionals. Ook de gewone burger heeft recht op informatie over de zee. Zo kan hij worden betrokken bij besluiten over kust en zee.
Steun voor werkgelegenheid in andere sectoren De maritieme sector vindt tegenwoordig niet genoeg mensen met de juiste kwalificaties, vaardigheden en ervaring. Een groeiend tekort aan personeel belemmert de groei van de maritieme industrie in Europa; juist in deze tijden van hoge werkloosheid is dat onaanvaard‑ baar. Ons maritiem beleid probeert wat te doen aan al te specialistische opleidingen (bijvoorbeeld alleen voor de visserij), onduidelijkheid over de kans op werk elders, en onzekerheid over de werkgelegenheid in de toekomst. Om het werk in de sector aantrekkelijker te maken, moet het makkelijker worden om in een andere domein of in het buitenland te gaan werken. Ook moeten we zorgen dat de mensen de vaardigheden kunnen leren die in de maritieme sector van de toekomst nodig zijn.
10
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Een nieuwe stap Een modern en aangepast financieel instrument Naast de hervorming van het gemeenschappelijk visse‑ rijbeleid is een nieuw EU‑fonds voor de periode 20142020 voorgesteld: het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, goed voor 6,5 miljard €. Dat nieuwe fonds komt in de plaats van het bestaande Europese Visserijfonds (EVF) en van een aantal andere instrumen‑ ten. De bureaucratie is verminderd zodat subsidies toe‑ gankelijker zijn geworden.
© istockphoto/vm
Het fonds zal bijdragen aan de ambitieuze doelstellin‑ gen van de visserijhervorming. Omdat we de druk op de visbestanden verminderen en hun de tijd laten om zich te herstellen, zullen de van de visserij afhankelijke gemeenschappen steun nodig hebben om zich aan te passen en aanvullende inkomsten te zoeken. Het fonds helpt visserijbedrijven om hun manier van vissen te moderniseren, een toegevoegde waarde te geven aan hun vangsten, en alternatieven voor de visserij te vin‑ den. Zij kunnen bijvoorbeeld hun visnetten selectiever maken om de bijvangst te verminderen, of nieuwe tech‑ nologieën ontwikkelen om de impact van de aquacul‑ tuur op het milieu te beperken.
Met andere woorden, projecten die de innovatie en economische diversificatie stimuleren, nieuwe banen scheppen en de levenskwaliteit verbeteren, komen voor steun in aanmerking. In het verleden hebben lokale initia tieven in bijvoorbeeld visverwerking, catering of toeris me uitstekende resultaten opgeleverd, zodat deze nu sterk worden aangemoedigd. En jonge, kleinschalige en lokale vissers krijgen bijzondere aandacht en intensievere steun. Het fonds streeft ook naar duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur. Innovatie en nieuwe bedrijfs‑ takken, zoals non‑foodaquacultuur, worden beloond. Betere gegevensverzameling en controleprogramma’s behoren ook tot de doelstellingen, omdat het zo mak‑ kelijker wordt om de regels voor een verantwoorde en duurzame visserij te handhaven. Maar het fonds is niet alleen een katalysator voor duur‑ zaamheid en goede economische prestaties. Het dient ook de sociale agenda van de Commissie. De partners spelen bijvoorbeeld vaak een fundamentele rol in familiale visserijbedrijven. Voortaan kunnen die ook steun krijgen voor opleiding of voor andere economi‑ sche activiteiten op visserijgebied. Producentenorgani‑ saties krijgen hulp bij de productieplanning en de marketing om beter in te spelen op de verwachtingen van een steeds kritischer publiek.
De vraag naar schaal- en schelpdieren blijft toenemen.
Z A K E N
E N
V I S S E R I J
© istockphoto/Ekaterina Krasnikova
M A R I T I E M E
11
In de EU werken ongeveer 65 000 mensen in de aquacultuur.
Naast visserijprojecten komen ook wetenschappelijke projecten in aanmerking, zoals het maken van een uiterst gedetailleerde kaart van de Europese zeebodem of het verzamelen van mariene gegevens voor onder nemingen en onderzoekers in heel Europa. Projecten zoals maritieme ruimtelijke ordening, geïntegreerd maritiem toezicht en mariene kennis, die overlap kunnen voor komen en de kosten kunnen verlagen dankzij samenwer‑ king en coördinatie tussen de sectoren, krijgen maximale aandacht.
DE 15 MEEST GEVANGEN SOORTEN IN DE EU (2011) (volume in tonnen levend gewicht en als percentage van het totaal) Haring
509 951
10,46 %
Sprot
413 415
8,48 %
Makreel
376 333
7,72 %
Zandspiering
335 023
6,87 %
Sardine
307 963
6,31 %
Horsmakreel
159 756
3,28 %
Kabeljauw
146 634
3,01 %
Horsmakreel n.e.g.
133 531
2,74 %
Ansjovis
126 115
2,59 %
Madeira sardine
123 600
2,53 %
Gestreepte tonijn
121 056
2,48 %
Geelvintonijn
102 132
2,09 %
Witpunthaai
100 270
2,06 %
Heek
85 256
1,75 %
Schol
82 668
1,70 %
Bron: Eurostat.
De Atlantische haring en de Europese sprot worden het meest gevangen in de EU.
Het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij wordt gebruikt voor de cofinanciering van projecten met de lidstaten volgens het beginsel van „gedeeld beheer”. Elke nationale regering stelt een operationeel program‑ ma voor de betrokken periode vast, waarin wordt aan‑ gegeven hoe de toegewezen middelen zullen worden aangewend. Zodra het programma is goedgekeurd door de Commissie, selecteert het land zelf de projecten die financiering ontvangen. Zowel de subsidiabiliteit van projecten als de uitvoering van het programma worden gecontroleerd door de lidstaten en door de Commissie.
D E
E U R O P E S E
U N I E
I N
H E T
K O R T
Meer informatie XX Hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid: http://ec.europa.eu/fisheries/reform/index_nl.htm XX Geïntegreerd maritiem beleid: http://ec.europa.eu/maritimeaffairs/policy/index_nl.htm XX Zeeatlas: http://ec.europa.eu/maritimeaffairs/atlas/index_nl.htm
ISBN 978-92-79-42252-2 doi:10.2775/64263
NA-06-14-044-NL-C
12