management
De toekomst van energie special in samenwerking met NUON
oktober 2011
mark van den brink
Daarom hebben wij Nicolette.
colofon
Inhoud
Shootmedia
U wilt kosten besparen én duurzamer ondernemen.
06
08
verbruik van uw organisatie. Vervolgens worden alle besparingsmaatregelen voor u in kaart gebracht, waarbij niet alleen gekeken wordt naar kosten, maar
Aad Goudappel
besparingsexperts geeft zij u inzicht in het energie-
voorwoord
06
de toekomst van energie
08 maak duurzaamheid hip Drie jonge, creatieve denkers gaan in discussie over de kansen en mogelijkheden om de energievoorziening in de toekomst veilig te stellen. 13
Nicolette is expert op het gebied van energie besparen en duurzaamheid. Samen met een team van
05
14
14
17
ook naar CO 2-uitstoot. En onze experts ondersteunen u graag bij het uitvoeren van de door u gekozen maatregelen. Wilt u ook besparen en duurzaam ondernemen? Mail naar
[email protected] of kick smeets
kijk op nuon.nl/energiebesparing
17
Lex Draijer
18
lik op de toekomst b Trendwatcher Marcel Bullinga: ‘We laden straks met wandelen ons mobieltje op.’ esparen door samenwerking b De tijd van solisme op de energiemarkt is voorbij. lik op de toekomst b Architect Francine Houben: ‘Zelfvoorziening spreekt mij enorm aan.’
18
i nterview John Brands, directeur Coca-Cola: ‘Wie het merk Coca-Cola mag verkopen, schept verwachtingen.’
22
lik op de toekomst b Futuroloog Wim de Ridder: ‘Na 2020 daalt de energieprijs spectaculair.’
oktober 2011
MANAGEMENT SCOPE A meeting of minds, is een uitgave van Scope Business Media, Kerkstraat 54, 1191 JD Ouderkerk aan de Amstel. DIRECTEUR/UITGEVER Walter Vesters HOOFDREDACTIE Quinty Danko EINDREDACTIE Nicole Gommers, Jacqueline Hoefnagels REDACTIECOÖRDINATIE Chantal Doezie ARTDIRECTION Marian Konings VORMGEVING Thielenpeters BEELD COVER Aad Goudappel ADMINISTRATIE Lilian Koenders MEDEWERKERS Miloe van Beek, Mark van den Brink, Lex Draijer, Aad Goudappel, Paul Groothengel, Robert Minnaard (Shoot Media), Irene Schoemakers, Kick Smeets. ADMINISTRATIE EN REDACTIE Postbus 23, 1190 AA Ouderkerk aan de Amstel, T 020 311 37 99, F 020 696 48 74 (c) 2011 Niets in deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
U wilt lage energiekosten.
voor woord
Slim investeren in de toekomst Daarom hebben wij Daan.
De wereldbevolking groeit en het welvaartsniveau neemt wereldwijd zienderogen toe. De economische groei in ondermeer Azië draagt hiertoe bij en verandert het speelveld van de gevestigde economische orde.
Daan is expert op het gebied van energie-inkoop. Samen met een team van inkoopexperts houdt hij de ontwikkelingen op de energiemarkt scherp in de gaten. Daardoor kunnen zij u als grootzakelijke klant voorzien van de meest actuele marktinformatie. En u attent maken op gunstige inkoopmomenten. Als u wilt, ondersteunen ze u ook graag persoonlijk bij het bepalen van uw inkoopstrategie. Zo profiteert u optimaal van de kansen op de energiemarkt. Wilt u ook lage energiekosten? Mail naar
[email protected] of kijk op nuon.nl/energie-inkoop
Z
o wist China in 2009 de Verenigde Staten als grootste automarkt ter wereld in te halen. In dat jaar werden er in China 13,6 miljoen auto’s verkocht, zo kopten de kranten. Dit record is inmiddels ruim achterhaald. De toenemende welvaart in de wereld maakt dat de vraag naar consumptiegoederen stijgt. Niet alleen in China, maar ook in de rest van de wereld. En daarmee stijgt ook de vraag naar energie, zo laten we in deze special zien. Het feit dat de wereld verstedelijkt draagt nog eens bij aan de complexiteit van deze toenemende vraag naar energie. Sinds 2010 wonen er op onze aardbol voor het eerst meer mensen in steden dan op het platteland. En al deze mensen willen op het juiste moment over de juiste hoeveelheid energie beschikken. De zogenaamde ‘smart grids’, ofwel intelligente energienetwerken, moeten er mede voor zorgen dat dit alles mogelijk wordt, zo kunt u verderop in dit nummer lezen. Maar daarmee zijn we er niet. Willen we als wereld ook in de toekomst over voldoende energiebronnen kunnen beschikken, die zo min mogelijk belastend zijn voor het milieu, dan zullen we eenvoudigweg zuiniger moeten omspringen met energie. De inzet van slimme meters en energiezuinige kantoren zijn voorbeelden van hoe het
04 . manage m e nt
scope
slimmer kan. Samen met haar klanten zoekt Nuon op dit gebied voortdurend naar nieuwe oplossingen om energie en kosten te blijven besparen. Veel bedrijven maken stappen om hun kernactiviteiten te verduurzamen. Coca-Cola doet dat bijvoorbeeld onder andere door de introductie van de PlantBottle. Deze fles, die binnenkort alle petflessen van dit bedrijf moet vervangen, bestaat voor 22,5 procent uit plantaardig materiaal, zo vertelt de Nederlandse Coca-Cola topman John Brands in deze special. Het afkicken van de ‘olieverslaving’ is weer een heel andere manier om het dreigend tekort aan fossiele brandstoffen te lijf te gaan. Toch gaat dit gebeuren, zo voorspelt trendwatcher en futuroloog Marcel Bullinga. Op het gebied van omgaan met energie valt er kortom nog veel winst voor de maatschappij te behalen. Drie jonge denkers vertellen tijdens een rondetafelgesprek in dit nummer wat hún ideeën hierover zijn. De elektrische auto is wat hen betreft inmiddels niet langer een een innovatie, maar een geaccepteerde technologie. De wereld kan hier niet meer omheen. Gelukkig zijn in Peking de eerste oplaadpalen al gesignaleerd. Marc Heijnis directeur Nuon Sales Operations B2B Nuon special / oktober 2011 . 05
De toekomst van energie
Bronnen: International Energy Outlook 2011 van US Energy Information Administration ; Planbureau voor de leefomgeving en Energieonderzoek Centrum Nederland ; Shell, The mini rough guide to energy and our planet ; Ernst & Young. | Infographic: Shootmedia
De wereldbevolking groeit en het welvaartsniveau stijgt. Hierdoor neemt ook de behoefte aan energie wereldwijd toe. De energieconsumptie zal in de wereld naar schatting met vijftig procent toenemen tot 2035. In 2050 alles duurzaam
Nederland blijft achter
In 2050 kan alle energie wereldwijd volledig afkomstig zijn uit duurzame energiebronnen, zo wordt aangetoond in The Energy Report van het Wereld Natuur Fonds en Ecofys. Dit kan door fossiele brandstoffen geleidelijk te vervangen door duurzame energiebronnen zoals wind- en zonne-energie, aardwarmte, waterkracht en energie uit biomassa.
Van de 27 landen staat Nederland op de 18e plaats als het gaat om investeringen in duurzame energie. Vorig jaar was dat nog de 16e plaats, zo blijkt uit de jaarlijks terugkerende wereldranglijst van Ernst & Young. Dat Nederland twee plaatsen zakt is volgens het rapport het gevolg van het intrekken van overheidssubsidies en het afschaffen van stimulerende maatregelen. China staat nog steeds met afstand op de eerste plaats.
1
18
China
Nederland
Top 5 landen met de meeste investeringen in duurzame energie:
20
35
Energieverbruik in de wereld per regio, 1990-2035 Niet-OESO Azië Midden-Oosten Latijns Amerika Afrika Niet-OESO Europa OESO
19
1
China
2
Verenigde Staten
3
Duitsland
4
India
5
Verenigd Koninkrijk
90 De aarde warmt op 2100 + 6,4 °C
+ 2,4 °C
Groei van het aantal miljoenensteden in de wereld, 1750-2150
2000 + 0,74 °C
2150: 9.746 miljoen
1900
2025
2000
2050: 8.909 miljoen
2008: 6.650 miljoen
In de afgelopen eeuw is de temperatuur op aarde met 0,74 graden Celsius gestegen. Tegen het eind van deze eeuw zal de temperatuur op aarde naar schatting zijn gestegen tussen de 2,4 en 6,4 graden. Wanneer we de broeikasgassen wereldwijd kunnen reduceren met zestig procent, dan hebben we een goede kans dat we twee graden temperatuurstijging kunnen voorkomen.
Elektrisch
1999: 5.978 miljoen
Elektrisch rijden heeft de toekomst. En het kan – bij een elektriciteitsproductie op basis van vernieuwbare bronnen en schoon fossiel – op lange termijn de CO2emissie van personenauto’s en andere lichte voertuigen met 80 à 90% terugbrengen.
1950: 2.521 miljoen 1900: 1.650 miljoen 1850: 1.262 miljoen 1800: 978 miljoen 1750: 791 miljoen
De wereld verstedelijkt Sinds 2010 woonden er op de wereld voor het eerst meer mensen in steden dan op het platte land. Vooral Azië en Afrika zijn in snel tempo aan het verstedelijken. In 2050 kent de wereld naar schatting bijna een miljard miljoenensteden. De verstedelijking biedt uitdagingen op het gebied van energievoorziening - denk aan infrastructuur - maar ook kansen. Bijvoorbeeld op het gebied van lokale opwekking.
20
07
15
20 06 . manage m e nt
scope
Nuon special / oktober 2011 . 07
ronde tafel
Interviewer Floske Kusse Tekst Paul Groothengel Fotografie Mark van den Brink
Maak duurzaam hip en sexy Hoe gaan we in de toekomst om met energie? En op welke manieren krijgen we de mensen zover dat ze duurzamer consumeren? Drie jonge, creatieve denkers over de kansen en mogelijkheden.
msterdam ligt er rustig bij, op deze doordeweekse zomerdag. Dat geldt niet voor Artis, waar de parkeerplaats voor elven al afgeladen is. Binnen, in de Tijgerzaal, treffen we Gaya Branderhorst, Lucas Simons en Stijn Otten. Jonge denkers, die een grote bevlogenheid voor duurzaamheid delen. Tijdens het gesprek hebben we zicht op een immens, dramatisch schilderij van Charles Verrat, waarop een buffel wreed besprongen wordt door een tijger. Op de achtergrond klinkt bijpassend gekrijs. Komt het van de dieren of van de nu nog onbezorgde generatie-na-ons, aan wie we de aarde niet al te uitgewoond willen achterlaten? Gaya Branderhorst (30) werkte na haar studie econometrie als financieel analist en zette later StoereVrouwen op, een in legerkleding gehuld front van jonge vrouwen die bewust en duurzaam consumeren en dat via aller08 . manage m e nt
scope
ronde tafel
Gaya Branderhorst is beleidsmedewerker bij De Nederlandsche Bank.
‘In mijn ideale wereld wekt iedereen zijn eigen energie op, technisch kan het’ 10 . manage m e nt
scope
lei ludieke acties uitdragen. Nu is ze beleidsmedewerker bij De Nederlandsche Bank (haar uitspraken zijn op persoonlijke titel). Ondernemer Lucas Simons (39) leidt sinds drie jaar de duurzame adviesbureaus NewForesight & ForeFinance. Eerder was hij directeur van Utz Certified, keurmerk voor duurzame koffie. Het World Economic Forum riep hem dit jaar uit tot ‘Young Global Leader’, vanwege zijn verdiensten op het gebied van duurzame handel. Stijn Otten (27) was lid van de jongerendelegatie die deelnam aan de Klimaatconferentie in Kopenhagen. Nu is hij voorzitter van de Nederlandse tak van de Young Club of Rome en werkt hij voor The New Motion, een bedrijf dat zich richt op (de doorbraak van) elektrisch rijden. Gespreksleider Floske Kusse, Issue Manager bij Nuon, vraagt het trio naar hun betrokkenheid bij duurzaamheid. Lucas Simons: ‘Sinds een jaar of tien werk ik actief aan verduurzaming. In 2002 stond ik aan de wieg van keurmerk Utz Certified, inmiddels is 45 procent van de wereldwijde koffiemarkt gecertificeerd. Nu werk ik met NewForesight aan duurzame markttransformatie in voedsel- en grondstoffenketens, denk aan cacao, suiker, koffie, thee, soja en bloemen. We focussen niet op individuele producten of leveranciers maar op het veranderen van de spelregels in een markt of sector. De voorlopers halen we bij elkaar, en op hun initiatieven richten we dan de spotlights, in de hoop dat de rest volgt. Met ForeFinance proberen we een ratingsysteem
op te zetten dat de kredietwaardigheid van coöperaties van boeren in kaart brengt. Die transparantie moet ervoor zorgen dat banken eerder over de brug komen met kredieten.’ Branderhorst: ‘Sinds 2007 leid ik StoereVrouwen, een groep jonge vrouwen die zich richt tot bedrijven en consumenten met bewust consumeren als boodschap. Veel mensen weten niet hoe ze dat moeten doen, ze zijn apathisch geworden van alle wereldproblemen. Maar je consumeert iedere dag, en met de keuzes die je maakt, kun je al een goed begin maken. We wijzen niet met het vingertje, maar zijn uitsluitend positief bezig; we laten via allerlei acties zien wat mensen goed doen of wat ze beter zouden kunnen doen. Zo hebben we met Oxfam Novib gewerkt aan de lancering van de Groene Sint, zodat er vanaf volgend jaar alleen nog maar eerlijke en duurzame chocoladeletters te koop zijn. Nu werk ik als beleidsmedewerker bij DNB, en ook daar probeer ik van binnenuit te werken aan duurzaamheid.’ Otten: ‘Een belangrijk moment voor mij was de klimaattop in Kopenhagen, eind 2009. De uitkomsten daarvan waren zeer teleurstellend. We liepen daar als jongeren rond in T-shirts met de tekst ‘How old will you be in 2050?’ Dat gaf direct discussie, want wat die beslissers daar deden, of juist nalieten, heeft direct invloed op onze generatie en de generaties na ons. Ik had vorige maand de kans om naar Spitsbergen te gaan, en daar heb ik de les geleerd dat het de planeet niet uitmaakt of wij alles opbranden; de planeet overleeft het wel, maar wij maken het, als we niet duurzamer gaan leven, heel oncomfortabel voor onszelf en de generaties na ons. Ik werk nu bij The New Motion aan de doorbraak van elektrisch vervoer. Onder andere door het uit de sfeer van geitenwollen sokken te halen. We proberen het rijden in elektrische auto’s leuk en hip te maken. We zetten dan bijvoorbeeld een elektrische sportauto neer die je in kunt pluggen in een nieuwe laadpaal. En daaromheen bouwen we een feestje. Auto’s zijn emotie, we trekken er een zeer divers publiek mee. Van wereldverbeteraars tot snelle MTV-types.’
°
Waar gaat het naartoe met de wijze waarop we omgaan met energie? Branderhorst: ‘Ik vind het perspectief dat energie en schone lucht een schaars goed worden, nogal afschrikwekkend. Dat kan onze afhankelijkheid van olierijke landen alleen maar verder vergroten, en dat is geen afhankelijkheid waar ik vrolijk van word. Daar tegenover zie ik een ideale wereld waarin iedereen zijn eigen energie opwekt. De mogelijkheden zijn er. Wetenschappers hebben berekend dat de zon per uur achttien keer meer energie
‘Op grote bedrijven hoef je niet te rekenen, we moeten het hebben van innovatieve bedrijfjes en creatieve individuen’
naar de aarde zendt dan we met z’n allen per jaar verbruiken. En dat door één procent van het ongebruikte landoppervlakte op aarde aan te wenden voor de productie van zonne-energie, we meer dan drie keer ons totale jaarlijkse energiegebruik kunnen produceren.’ Otten: ‘Zolang er olie is en we dat tegen een redelijke prijs uit de grond kunnen halen, zullen we olie blijven gebruiken. Sowieso voor medicijnen en plastics, waarvoor je echt olie nodig hebt. Op het noordelijk halfrond is onze hele infrastructuur ingericht op olie. Grofweg zou je kunnen stellen dat het zuidelijk halfrond die infrastructuur ontbeert. Daardoor kun je nu meteen grote stappen maken. Zet zonnepanelen neer in Afrikaanse dorpen en ze hebben energie. Dat zie ik wel gebeuren. In Nederland houden we voorlopig wel last van onze verslaving aan aardgas. Die smoort iedere vorm van technologische vernieuwing op gebied van nieuwe energievormen. Onze uitstoot van CO2 steeg vorig jaar met zeven procent, domweg omdat we in Nederland vrijwel geen gebruikmaken van duurzame, hernieuwbare energie.’
°
Van wie moet het initiatief uitgaan om tot een meer duurzame energievoorziening te komen? Otten: ‘Ik denk van onderaf. Van de politici hoeven we in ieder geval niets te verwachten. Ik geloof in de kracht van de individuele consument, die iets doet omdat-ie er beter van wordt. Consumenten kopen nu al samen goedkope stroom in via veilingen, ze kunnen coöperaties opzetten om windmolens of zonnepanelen in te kopen, ze zullen in de toekomst vaker samen optrekken.’ Branderhorst: ‘Ik ben met je eens dat de Nederlandse overheid nu geen enkele prikkel geeft. Ze zwalken in hun subsidiebeleid ten aanzien van duurzame initiatieven: dan weer wel, dan weer niet. Dat is niet goed voor ondernemers, die weten niet meer waar ze aan toe zijn.’ Otten: ‘Je moet als ondernemer in ieder geval niet uit gaan van welke subsidie dan ook. Als wij bij The New Motion scenario’s doorrekenen, kijken we zo realistisch mogelijk naar overheidssubsidies. Dan kan het alleen maar meevallen.’ Simons: ‘Ik denk helemaal niet dat het van onderaf moet komen. Bij Fairtrade is dat ook niet gelukt, na 25 jaar heeft Fairtrade een marktaandeel van welgeteld drie procent. Het overgrote deel van de consumenten reageert alleen maar op primaire prikkels. Wat vinden mijn vrienden ervan? Welk tv-programma moet ik kijken zodat ik morgen kan meepraten? Ze hebben noch de energie, noch het denkvermogen om verder te denken dan de dage-
lijkse beslommeringen. Dat vind ik heel triest, maar het is niet anders. Als de tonijn met uitsterven wordt bedreigd, moet je niet hopen dat consumenten die tonijn niet meer kopen of een goedbedoelde Viswijzer lanceren. Nee, dan moet je die tonijn gewoon niet meer aanbieden in de winkels.’
Lucas Simons is directeur van adviesbureaus NewForesight en ForeFinance.
°
Zijn jullie roependen in de woestijn of voelen de mensen in jullie omgeving ook de urgentie om te komen tot een duurzamer samenleving? Simons: ‘Ik zie zeker bij jongeren wel een bepaald gevoel van urgentie.’ Branderhorst: ‘Ik ook, maar tegelijk gaat het veel mensen niet aan het hart. Zodra ze er wat voor moeten opgeven, vinden ze al snel dat het buiten hun gezichtsveld ligt. Je moet slim inspelen op gevoelens van mensen. Zorg dat iets hip wordt, dat mensen graag deel willen zijn van de oplossing.’ Otten: ‘Mensen hebben verschillende rollen. Als burger vinden ze duurzaamheid al snel belangrijk. Maar als consument gaan ze gewoon naar de kiloknaller. Je moet dus een context creëren voor mensen waarin je het comfortabel voor hen maakt om duurzame keuzes te maken. Een duurzaam product moet vooral niet duurder zijn, maar inderdaad hip en aantrekkelijk. En als het dan ook nog duurzaam is, vinden mensen dat mooi meegenomen. Ik heb dat zelf ook, ik wil best duurzame kleren kopen, maar alleen als ze mooi zijn en redelijk geprijsd. Zeker niet ten koste van alles. Zo gaan mensen ook om Nuon special / oktober 2011 . 11
Blik op de toe komst
ronde tafel
Stijn Otten is werkzaam bij The New Motion.
met groene stroom: prima keuze, zolang ze er maar niet meer voor hoeven te betalen.’
°
Welke oplossingen voor het energievraagstuk zien jullie voor de korte termijn? Otten: ‘Ik geloof sterk in decentralisatie. Dat past in een samenleving waarin netwerken steeds belangrijker worden, waarin bestaande structuren afbrokkelen. Terwijl we voorlopig de fossiele brandstoffen nodig blijven hebben om in onze totale energiebehoefte te kunnen blijven voorzien, zijn er geniale oplossingen. Neem de BlueGen, dat is een kleine energiecentrale die je gewoon thuis op zolder kunt zetten. Werkt op basis van brandstofcellen, is zo groot als een wasmachine. Dit apparaat kan met biogas energie nog efficiënter opwekken dan de modernste energiecentrales. En je realiseert er ook nog eens een flinke CO2-reductie mee.’ Simons: ‘Voor structurele oplossingen moet je kijken op systeemniveau. Er moet eerst een gedeelde visie komen op de energiemix die je als land wilt hebben in de toekomst. Bedrijven moeten een innovatiepijplijn creëren van nieuwe concepten op het gebied van decentraal opwekken, van getijdenstroom, etcetera. En dan mag je blij zijn als een paar van die ideeën blijken te werken. Ik weet als ondernemer: op de grote bedrijven hoef je niet te rekenen. Ook niet op de universiteiten en de grote onderzoeksinstellingen. We moeten het hebben van 12 . manage m e nt
scope
de kleine, innovatieve bedrijfjes en van creatieve individuen. Minister Verhagen mag dan vijfhonderd miljoen euro hebben gereserveerd voor een Innovatiefonds, maar dat is oude economie. Ik zie daar in mijn wereld niets van terug.’ Branderhorst: ‘Aanbieders, en dat geldt ook voor energiebedrijven, moeten uit gaan van winwinoplossingen. Je moet er als consument direct wat aan hebben, anders haak je af. Ik denk dat het echt een illusie is om het te spelen via het geweten van de consument. Daarmee bereik je hooguit een paar procent van de consumenten. Ga dus altijd uit van de massa, je kunt beter een grote groep consumenten hebben die een beetje duurzaam consumeert, dan een kleine groep die alles goed doet.’ Simons: ‘Wil je komen tot innovatieve energieoplossingen, dan helpt het als er meer erkenning komt voor concrete vormen van sociale, duurzame innovatie. Innoveren is een eenzame bezigheid. Erkenning is interessant, want dan kan een onderwerp sexy worden.’ Otten: ‘De cijfers geven aan dat we in Nederland steeds minder geld uitgeven aan innovatie. Dat vind ik een somber beeld.’ Simons: ‘Ik kom nergens mensen van ons Innovatieplatform tegen. Wel individuen die met slimme plannen komen. Laatst sprak ik iemand die de verwoestijning tegen wil gaan door via Google Maps de ontbossing te volgen, en dan op de juiste plaatsen geulen te graven zodat de woestijn niet verder kan oprukken. Een briljant en goedkoop plan. We zouden dergelijke innovatieve mensen meer erkenning moeten geven.’ Otten: ‘Bij innovatie moeten we niet alleen denken aan productie, maar ook aan distributie. Zijn Led-lampen duur? Dan bedenk je een constructie om ze te leasen, zoals nu gebeurt. Plak die enorme wand langs de A2 bij Utrecht helemaal vol met zonnepanelen, verhuur ze aan consumenten die in hun auto vervolgens langs hun eigen ‘zonnecentrale’ kunnen rijden. Dat spreekt veel mensen echt wel aan. Kortom, duurzame innovatie kan veel effectiever, als je met elkaar creatief gebruikmaakt van bestaande middelen.’
Floske Kusse is Issue Manager bij Nuon.
‘We laden straks met wandelen ons mobieltje op’ Trendwatcher Marcel Bullinga voorziet een wereld zonder olieverslaving.
‘Futuristische energiebronnen, daar geloof ik totaal niet in. Denk aan energie van Mars, overgebeamd uit de ruimte, kernfusie, zonneparken in de Sahara. Ze zijn gigantisch, onbetaalbaar en het duurt te lang. In de toekomst gaan we terug naar de menselijke maat en naar meer zelfvoorziening, en dat geldt ook voor onze energievoorziening. Mijn motto is dan ook: terug naar de jaren vijftig! ‘Ik voorzie een toekomst waarin de wereld is afgekickt van haar olieverslaving. Gebouwen, woningen, auto’s, ze voorzien straks zelf in hun energie. De mens maakt met name gebruik van lokale energiebronnen, vooral de zon. Dat betekent wereldwijd een geweldige besparing op de transportkosten van energie, die zijn nu immers enorm. De infrastructuur van onze energievoorziening wordt veel en veel efficiënter. Bestaande energiebronnen zullen niet helemaal verdwijnen, hun rendement wordt wel flink opgeschroefd. ‘De meeste landen zullen stoppen met consumentensubsidies voor energie-installaties. In plaats daarvan gebruiken ze het geld om goedkope en kwalitatief hoogwaardige energiealternatieven te ontwikkelen. Ze stoppen ook met CO2-belasting en CO2-opslag, en focussen op het ontwikkelen van manieren om CO2 om te zetten in brandstof. Landen krijgen steeds meer beschikking over lokale, groene energiebronnen van miniformaat. Een mix van hernieuwbare energiebronnen en schone fossiele brandstoffen, van bio-energie en lichaamsenergie. Daardoor daalt hun geopolitieke afhankelijkheid en stimuleren ze hun economie. ‘We gaan in de toekomst steeds meer gebruikmaken van persoonlijke (bewegings)energie. Als we wandelen, produceren we en passant energie voor ons mobieltje. Ook ons huis produceert energie, bijvoorbeeld via de zon. Overtollige energie delen we met onze buren. Al deze ontwikkelingen leiden tot meer welvaart en herstel van onze natuur.’• Nuon special / oktober 2011 . 13
Tekst Paul Groothengel Fotografie Kick Smeets
‘Ik geloof in de kracht van de consument die iets doet omdat hij er beter van wordt’
analyse
Energie besparen kan, Als we samen nadenken Energiesystemen moeten slimmer worden en alle partijen moeten vaker samenwerken. Dat zijn de twee belangrijke voorwaarden voor het efficiënt omgaan met de schaarse energiebronnen. Tekst Lars Falch Illustratie Aad Goudappel
e zullen de komende jaren efficiënter omgaan met energie. Niet alleen omdat energiebronnen eindig zijn, maar ook omdat we hiertoe in staat zijn. De technologie is er en wordt steeds verder ontwikkeld. De kunst is deze zo goed mogelijk toe te passen. Een van de ontwikkelingen die we zullen zien, is dat het distributienet voor energie efficiënter wordt ingericht door netbeheerders zodat ‘tweewegverkeer’ mogelijk wordt. Dat betekent dat er niet alleen energie wordt ‘afgegeven’ maar dat bijvoorbeeld lokale partijen de energie die zij niet zelf gebruiken, ook weer af kunnen geven aan het net. Consumenten en bedrij14 . manage m e nt
scope
ven voorzien in de toekomst immers steeds vaker in hun eigen energiebehoefte met behulp van technologieën als zonnecellen, windturbines en warmtepompen. Tijdelijke overschotten aan energie als gevolg van bijvoorbeeld langdurige zonnige of windrijke periodes, kunnen op die manier weer worden teruggegeven aan het net, zodat anderen van deze energie gebruik kunnen maken. Smart grids
De zogenoemde ‘smart grids’, ofwel intelligente energienetwerken, moeten dit mogelijk maken. Een smart grid is een net met een ingebouwd meet- en
regelsysteem, dat vraag en aanbod van energie optimaal op elkaar afstemt. De smart grids zorgen er kortom voor dat opgewekte energie niet of zo weinig mogelijk verloren gaat, en dat deze bovendien zo efficiënt mogelijk wordt aangewend op de tijdstippen dat er geconsumeerd wordt. Met smart grids kan Europa op jaarbasis maar liefst 52 miljard euro besparen op energiekosten, zo becijferde de Smart Energy Demand Coalition. De echte verandering op de energiemarkt vindt echter plaats vanuit de kant van de dienstverleners. De netbeheerders zorgen ervoor dat de hardware in orde is, de dienstverleners
komen met interessante applicaties: de software. Net als in de computerindustrie is het vooral de software en niet de hardware die tot grote innovaties en veranderingen zal leiden. Deze dienstverleners komen in vele soorten en maten. Dat kunnen bedrijven zijn, maar dat kunnen ook particuliere aanbieders zijn die door henzelf opgewekte energie aan hun buurman leveren. Het onderscheid tussen ‘netwerken’ en ‘levering van energie’ wordt in de toekomst dus alleen maar groter. Van importeur naar exporteur
Naast de hierboven genoemde technische ontwikkeling, zal er een tweede
De tijd van solisme en nationalisme op de energiemarkt is voorbij Nuon special / oktober 2011 . 15
Blik op de toe komst
analyse
Hoeveel energie we in de toekomst zullen gebruiken en waar deze energie vandaan komt, is op dit moment vooral een kwestie van voorspellen. We hanteren hiervoor een vijftal zogenoemde ‘drivers’ die van invloed zijn op het energieverbruik binnen Europa tot 2020. Eén uitkomst hebben deze drivers met elkaar gemeen: we worden zuiniger met energie. Driver 1: De toegankelijkheid van energie Europa wil het liefst zo onafhankelijk mogelijk zijn als het gaat om het verkrijgen van grondstoffen voor energie. Driver 2: De concurrentiekracht van Europa De energierekening is voor bedrijven een forse kostenpost. In Europa is die zelfs twee keer zo hoog als in China. Dit verschil in kosten maakt dat Chinese bedrijven een concurrentievoordeel hebben op Europese bedrijven. Driver 3: De gevolgen van CO2 We weten inmiddels dat teveel CO2-uitstoot opwarming van de aarde tot gevolg heeft met alle gevolgen voor de natuur en het milieu van dien. Driver 4: Voortschrijdende technologie Technologische ontwikkelingen, zoals meetsystemen en lokale en alternatieve vormen van energieopwekking, maken het mogelijk om efficiënter met energie om te gaan. Driver 5: Het publieke sentiment Energie is een basisvoorziening waarbij veel partijen belang hebben. De publieke opinie is dan ook een belangrijke drijfveer voor de manier waarop energie wordt ingezet.
16 . manage m e nt
scope
belangrijke ontwikkeling plaatsvinden die van invloed is op de wijze waarop we omgaan met energie in de toekomst. Meer en meer zal er sprake zijn van samenwerking tussen partijen. Om de opwekking en levering van energie beter op elkaar te kunnen afstemmen is het onvermijdelijk dat landen meer en vaker gaan samenwerken. Zo was Nederland in het verleden vooral een land dat energie importeerde. Inmiddels koerst Nederland af op een positie als exportland. De vraag naar stroom zal de komende tien jaar maar bescheiden stijgen, denkt Energieonderzoek Centrum Nederland. Uit het rapport ‘Referentieraming en emissies 2010-2020’ van ECN blijkt dat het centrum rekening houdt met een groei van minder dan een procent per jaar. Hierdoor ontstaat op termijn een capaciteitsoverschot op de Nederlandse markt met als gevolg dat Nederland op termijn een exporteur van elektriciteit wordt. Ook bij andere landen treden onherroepelijk verschuivingen op en de kunst is om vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen zodat alle vormen van energie-opwekking zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Dat kan alleen middels goede samenwerking tussen landen.
drukke knooppunten voor aanvoer en afname van energie waar tal van partijen bij betrokken zijn. Om dit alles zo goed mogelijk te stroomlijnen, is samenwerking onontbeerlijk. Het is niet voor niets dat steeds meer verschillende partijen – denk aan gemeenten, bouwbedrijven, energiebedrijven, accountants – de handen ineen slaan om complexe energievraagstukken gezamenlijk op te lossen. Het programma GEN (Gebieden Energie Neutraal), geïnitieerd door de overheid, is hier een illustratie van. Het idee van dit programma is dat koplopers uit diverse sectoren, denk aan energiebedrijven, aannemers, domoticaexperts, maar ook aan juristen, hun expertise bundelen en in natura in GEN investeren. Bundeling van dit soort expertise is essentieel om de uitdagingen die de toekomst van energie met zich meebrengt, het hoofd te kunnen bieden. Energiesystemen worden complexer, het spel van vraag en aanbod wordt diverser en de markt voor energie wordt drukker en drukker. Daarmee is de tijd van solisme en nationalisme op de energiemarkt voorbij.
Verstedelijking
Ook de toenemende verstedelijking versterkt de noodzaak tot samenwerking. Urbanisatie is een van de belangrijkste macrotrends van deze tijd. Sinds 2010 wonen er op de wereld voor het eerst meer mensen in steden dan op het platteland. En die verstedelijking zet door. Elke dag verhuizen bijna 180.000 mensen naar een stad, wat neerkomt op ongeveer zestig miljoen nieuwe stadsbewoners per jaar. In 2050 telt de wereldwijde stedelijke populatie naar verwachting 6,3 miljard mensen, oftewel zeventig procent van de totale wereldbevolking op dat moment, zo becijferden de Verenigde Naties. Het zo efficiënt mogelijk leveren van energie aan grote groepen mensen in kleine gebieden, is complex. Steden vormen
Lars Falch is manager Program Development Sustainable Cities bij Nuon/Vattenfall.
‘Zelfvoorziening spreekt mij enorm aan’ Francine Houben is oprichter en directeur van Mecanoo architecten. Ze ontwierp wereldwijd woningen, wijken, kantoren, musea, hotels en pleinen. Van het Philips Business Innovation Center FiftyTwoDegrees in Nijmegen tot het Paleis van Justitie in het Spaanse Córdoba.
‘De energiediscussie vind ik verwarrend: de een gelooft fanatiek in energiebron A, de ander noemt goede argumenten voor energiebron B. Als architect weet ik dat er meerdere waarheden en mogelijkheden zijn. Zet in op de ontwikkeling van meerdere energiebronnen tegelijk, pin je niet vast op hetzij zonne-energie, hetzij windenergie. Duurzaam en energiebewust bouwen is inmiddels gemeengoed, maar het varieert wel sterk per land of regio. In Engeland gaan ze daar heel bureaucratisch mee om, in Rusland is het helaas geen issue, want het land beschikt over meer dan voldoende fossiele brandstoffen. En Nederland? Wij behoren internationaal gezien tot de koplopers. Maar in Duitsland is de overheid veel meer bezig om groene energie te stimuleren bij consumenten. Zij lopen voorop in het gebruik van zonnepanelen en windenergie. Die zelfvoorziening spreekt mij enorm aan. Bovendien worden we dan minder afhankelijk van olieproducerende landen, wat heel wat oorlogen zal schelen. Voor de consument zie ik de belangrijkste rol weggelegd als het gaat om energiebewust bouwen en leven. Mijn kinderen studeren nu, wonen op zichzelf, en krijgen opeens een energierekening te zien. En dat is dan schrikken. Daardoor hebben ze hun gedrag aangepast: licht en de verwarming gaan nu tijdig uit. Eigenlijk is het raar dat we ons energieverbruik niet zien: in ieder huis is de meterkast altijd vakkundig weggestopt. Maar het is toch juist goed om te zie wat je verbruikt? Er zijn wel energieverbruikapparaatjes te koop maar daar zouden ze nou ‘ns een goede App voor moeten ontwikkelen.’ • Nuon special / oktober 2011 . 17
Tekst Paul Groothengel Fotografie Kick Smeets
Wat bepaalt ons energieverbruik in de toekomst?
Inter view
Men verwacht dat Coca-Cola duurzaam werkt Als eerste frisdrankfabrikant heeft Coca-Cola een gedeelte van het plastic voor haar petflessen uit suikerriet weten te halen. En dat is nadrukkelijk géén greenwashing. ‘Consumenten zijn niet gek. Als we niet aan duurzaamheid zouden werken, zou de verkoop dalen.’ Interview Rard Rijcken Tekst Miloe van Beek Fotografie Lex Draijer
E
John Brands (42)
Opleiding Mechanical Engineering, TU Eindhoven Carrière April 2010- Directeur van Coca-Cola Nederland 2001-2010 Terug bij Procter & Gamble, laatste functie sales director 2000-2001 Senior consultant The Boston Consulting Group 1993-2000 Verschillende sales- en marketingfuncties bij Procter & Gamble Hobby’s Hardlopen, schaatsen, theater, muziek, literatuur Thuis Getrouwd, twee kinderen 18 . manage m e nt
scope
en kartonnen nekhanger om de halve liters Coca-Cola, Fanta en Sprite moet de consument duidelijk maken dat dit niet zomaar petflessen zijn. De nieuwe PlantBottle bestaat namelijk voor 22,5% uit plantaardig materiaal dat wordt gewonnen uit suikerriet. Het frisdrankbedrijf wil dat in 2020 alle petflessen zijn vervangen door PlantBottles. CocaCola noemt het ‘een grote stap in de richting van een kleinere ecologische voetafdruk’, maar bracht het tot nu toe maar mondjesmaat onder de aandacht. ‘Het staat niet groot op het etiket nee, en we hebben het er ook niet over in onze tv-commercials’, zegt John Brands, directeur van Coca-Cola Enterprises Nederland. De PlantBottle is voor Coca-Cola namelijk geen nieuwe marketingstrategie. Duurzaamheid is prima voor het imago, maar het zorgt niet voor een stijgende verkoop. ‘Dat hoeft ook niet, jonge mensen willen dat wij een leidende rol spelen op het gebied van duurzaamheid. Als zij een flesje Coca-Cola kopen, verwachten ze dat dit op een verantwoorde manier is
geproduceerd. Dat is een impliciet contract tussen ons en de consument, waar we niet steeds expliciet over hoeven te communiceren.’ Door zo duurzaam mogelijk te werk te gaan, wordt er dus niet meer Coca-Cola verkocht, andersom denkt Brands wel dat de verkoop zou dalen als ze niets aan duurzaamheid zouden doen. ‘Duurzaamheid is geen bevlieging, het wordt alleen maar belangrijker.’
°
Het lijkt me toch de moeite waard om te communiceren over een innovatief product als de PlantBottle. ‘Tot voor kort waren we redelijk bang voor verdenking van greenwashing. Door teveel met dit soort initiatieven te koop te lopen, zouden consumenten kunnen gaan denken dat we overdrijven. Dus communiceerden we beperkt over alle goede initiatieven en energiebesparende maatregelen die we namen. Met de introductie van de PlantBottle begint dat wel te veranderen. We hebben bijvoorbeeld proactief de media opgezocht en vinden het leuk als erover wordt geschreven. Het merk Coca-Cola maakt veel reacties los,
de binding met consumenten is hoog. Dat hebben we ook gemerkt aan de vele reacties op de site www.traceyourcoke.nl die we hebben gemaakt bij de introductie van de PlantBottle. Consumenten kunnen daar zien waar hun drankje vandaan komt en wat de consequenties zijn voor het milieu. Ook kunnen ze meten hoe groot de impact van hun eigen acties op het milieu is. Op die manier gaan we met onze consumenten in gesprek over duurzaamheid.’
°
Duurzaamheid zit in ons DNA, lees ik in het maatschappelijk jaarverslag. Wat wordt daarmee bedoeld? ‘Bij Coca-Cola Enterprises zijn de doelstellingen en activiteiten op het gebied van corporate responsability and sustainability (CRS) in de business mee ontworpen. Het is dus niet zo dat we aan het einde van onze plannen nog een hoofdstukje CRS toevoegen of alleen een brochure maken over dit onderwerp. Tijdens mijn eerste internationale businessvergadering, ik werk sinds april 2010 bij Coca-Cola, ging het meteen anderhalf uur lang over CRS. Op een businessupNuon special / oktober 2011 . 19
date zo lang over duurzaamheid praten, vond ik opvallend. Een paar weken later begon mijn on boarding-programma en daar ontdekte ik dat duurzaamheid in de genen van Coca-Cola zit. Het is geen incident, maar een structureel onderdeel van het bedrijf. We organiseren jaarlijks een CRS-week voor alle medewerkers, iedereen op kantoor weet waar die term voor staat. Alle medewerkers met een leaseauto hebben een eco driving-cursus gedaan en een deel van de directie gaat, als eerste in Nederland, de Opel Ampera zakelijk rijden.’
°
Waarom is Coca-Cola zo fanatiek met duurzaamheid aan de slag gegaan? ‘Het merk Coca-Cola staat dicht bij de mensen en dat betekent dat we goed voor de mens en zijn omgeving moeten willen zorgen. Een goed corporate citizen zijn is voor ons een must: wie het merk Coca-Cola mag verkopen, schept verwachtingen. Live positively, de slogan van ons duurzaamheidsplatform past goed bij de merkuitstraling van Coca-Cola. Positief en goed leven, dat hoort bij de manier waarop we zaken willen doen.’
°
Toch associeer ik duurzaamheid niet direct met een frisdrankmerk. ‘Als frisdranksector doen we het heel aardig vergeleken met andere sectoren. De productie is meestal lokaal, dus hebben we een directe link met onze omgeving. De branche heeft met de overheid afgesproken de komende jaren acht procent efficiënter te gaan produceren. ’
‘Wie het merk Coca-Cola mag verkopen, schept verwachtingen’ 20 . manage m e nt
scope
°
Kan duurzaamheid de verkoop ook beperken doordat de gebruiksvriendelijkheid afneemt? ‘We maken wel eens afwegingen die op de korte termijn minder goed zijn voor de business. Een deur voor een koeling kan bijvoorbeeld tijdelijk zorgen voor een dalend aantal impulsaankopen. Consumenten die bij de kiosk een krant kopen en ineens bedenken dat ze ook wat willen drinken, zullen net iets minder snel een deur open trekken voor een gekoeld flesje Coca-Cola. Zij kiezen ervoor om snel een drankje uit een open unit te pakken. Toch hebben we besloten om voor al onze open units deuren te zetten. Onze vaste klanten blijken dat prima te vinden, er is niet één kritische vraag gekomen. De consument is niet gek. Mensen denken na over het milieu en kunnen zich verplaatsen in onze afwegingen. Een heel klein offer, het openmaken van een deur om een flesje te pakken, kost hen geen moeite. Er is best veel mogelijk op duurzaamheidgebied zonder dat de consument grote gedragsveranderingen hoeft te ondergaan. We schakelen bijvoorbeeld bij sommige automaten in parkeergarages ’s nachts de koeling uit. Als iemand om half vijf ’s ochtends een colaatje wil, is zijn flesje een paar graden warmer. Ook dat kunnen we prima uitleggen. Met 85.000 koelapparaten bij onze klanten, valt daar veel te halen.’
°
De productie van Coca-Cola kost energie: jullie gebruiken veel water, vervoer en koeling. Op welke manier proberen jullie het energieverbruik terug te dringen? ‘Onze fabriek in Dongen is de laatste vijf jaar per geproduceerde eenheid 43 procent minder energie gaan gebruiken. We sturen nadrukkelijk aan op CO2-reductie. In 2020 willen we vijftien procent minder uitstoten dan in 2007, terwijl ons bedrijf in die tijd fors gegroeid is. Dat betekent dat onze CO2-impact per consumenteneenheid sterk daalt. We zijn de doelstelling voor 2020 trouwens nu al aan het herbekijken en zullen hem vrijwel zeker in positieve zin bijstellen, zo hard gaat het.’
tle-verpakkingen, wordt besloten op het hoofdkantoor en vervolgens worden ze over de hele wereld uitgerold. Zo wordt nu centraal bekeken hoe de hoeveelheid water die nodig is voor een liter frisdrank, kan worden teruggedrongen.’
°
Werkt Coca-Cola hier veel samen met de overheid? ‘De tijd dat het bedrijfsleven door de overheid werd gedwongen om aan duurzaamheid te doen is voorbij. Het is nu zelfs omgekeerd, de overheid kan ons bijna niet meer bijhouden. Het zou een ontzettende versneller zijn als we konden rekenen op een consistente lijn vanuit de politiek, maar die is tegenwoordig ver te zoeken. Dat maakt het uitstippelen van langetermijnbeleid lastig.’
°
°
Hoe werkt het internationaal? Heeft Coca-Cola Nederland veel vrijheid om eigen initiatieven te ontplooien? ‘The Coca-Cola Company heeft in 2009 in zeventien Europese vestigingen de mogelijkheden om energie te besparen onderzocht. Dat onderzoek heeft ons handvatten gegeven om het energieverbruik verder te verlagen. Elk land krijgt vanuit het hoofdkantoor niet alleen een budget in euro’s, maar ook een maximaal te verbruiken hoeveelheid CO2. We kunnen lokaal kijken hoe we het beste aan CO2-reductie kunnen doen. De verschillende vestigingen wisselen vervolgens onderling ervaringen uit. In onze fabriek in Dongen bepalen we veel zelf. We kijken bijvoorbeeld samen met de lokale overheden hoe we de natuurlijke waterbron zo duurzaam mogelijk kunnen gebruiken. Nederland doet het enorm goed, Dongen is internationaal gezien een pareltje. Alleen onze overleg- en uitruilcultuur vinden ze in andere landen erg vreemd. Ik moet regelmatig uitleggen waarom ik een convenant met een overheid heb gesloten. Over de grotere initiatieven, zoals nu met de PlantBot-
Gaan jullie partners gemakkelijk mee in de duurzaamheidseisen? Zij moeten soms hoge investeringen doen om mee te kunnen komen. ‘Bij duurzaamheid gaat het om de hele keten, iedereen moet zijn eigen rol begrijpen, dat is een randvoorwaarde om dit tot een succes te maken. Transport is bijvoorbeeld een belangrijke partij voor ons, zij zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de CO2-uitstoot. We hebben met onze transporteurs afspraken gemaakt om lange, zware vrachtwagens (LZV’s) aan te schaffen, die 36 pallets frisdrank kunnen vervoeren, tien meer dan een gemiddelde vrachtwagen. Daardoor hoeven er minder vrachtwagens ingezet te worden en vermindert het aantal grammen CO2-pallet met twintig procent. We zijn vorig jaar gestart met vier LZV’s, volgend jaar zijn dat er twaalf. Onze partners weten ook dat duurzaamheidsinvesteringen een kwestie zijn van short time pain, long time gain. Duurzaamheid is namelijk geen bevlieging, het wordt alleen maar belangrijker. Voor de snackbar op de hoek en andere kleine ondernemers is het anders. Zij zullen niet het initiatief nemen om een duurzame koeling aan te schaffen maar verwachten dat wij de expert zijn.’
°
Zijn er voor Coca-Cola nog veel stappen te zetten? ‘We zijn eigenlijk net begonnen, de meeste wetenschappers gaan er vanuit dat we nog steeds op het steile stuk van de innovatiecurve zitten. Er is dus nog veel te halen. De fabriek in Dongen is bijvoorbeeld gevestigd naast een glasfabriek. Zij hebben veel warmte over, we zijn aan het onderzoeken of we daar iets mee kunnen doen. Op het terrein kunnen ook windmolens worden geplaatst. De groene energie die we nu gebruiken is namelijk niet het eindplaatje, het is niet zo dat die geen impact heeft op het milieu. We willen daarom op beide assen tegelijk acteren: het energieverbruik minimaliseren en zo groen mogelijk maken.’
°
Hoe gaan jullie om met de stelling dat plantaardige energie ten koste gaat van de voedselproductie? ‘We werken wereldwijd samen met het Wereld Natuur Fonds (WNF) om te zorgen dat we de goede gebieden uitkiezen. Het suikerriet dat we gebruiken voor de PlantBottles is afkomstig van duurzaam beheerde plantages in Brazilië die niet aan de voedselproductie worden onttrokken. We hebben met het WNF ook samengewerkt om onze water footprint in kaart te brengen. In de suikerproductie wordt veel water gebruikt, we proberen samen met de suikerindustrie te kijken hoe we dat kunnen verminderen. Gemiddeld gebruiken we in onze fabriek nu nog anderhalve liter water per product, maar deze hoeveelheid daalt elk jaar. We onderzoeken verder of we behalve van suikerriet, ook verpakkingen kunnen maken van boomschors, sinaasappelschillen en andere plantaardige materialen. Als dat lukt wordt er een nieuwe wereld met oneindige mogelijkheden geopend.’
Frisse cijfers
• In 2010 dronken Nederlanders 2.915,2 miljoen liter niet-alcoholische dranken. Ruim 21 procent daarvan werd verkocht door Coca-Cola. • Behalve Coca-Cola maakt het bedrijf nog zestien merken frisdrank en water, onder andere Chaudfontaine, Schweppes en Aquarius. • In 2010 ontving Coca-Cola de Lean and Green Award van Connekt, een samenwerkingsverband tussen 125 bedrijven, overheden en kennisinstellingen met als doel bedrijven te stimuleren hun logistieke proces te verduurzamen. • In 2011 zullen er meer dan 37 miljoen PlantBottle-verpakkingen in Nederland worden verkocht. • Frisdranken leveren gemiddeld 67 kcal per dag. Dit is 3,4 procent van de dagelijkse voedingsrichtlijn van 2000 kcal. • Het aantal verkochte suikervrije dranken groeide in 2010 met ruim 35 procent.
met meerdere spelers in te zetten op dit soort technologie. Als wij die prikkel kunnen geven, doen we dat graag. Het grotere doel van CO2-reductie bereiken we het snelste als iedereen de beste en de eerste wil zijn.’
°
Was de aandacht voor duurzaamheid een reden voor u om bij Coca-Cola te gaan werken? ‘Nee, toen ik deze baan kon krijgen was het niet een van de hoofdargumenten, maar het is heel snel een bijzonder plezierige bijkomstigheid geworden. Ik had het eigenlijk niet verwacht en vind het heel positief. Privé was ik altijd al veel bezig met duurzaamheid, dat combineert nu mooi met mijn werk. We merken wel dat de jonge generatie op de arbeidsmarkt veel belang hecht aan duurzaamheid. Het speelt echt steeds meer een rol bij de keuze voor een bedrijf.’
°
Deelt Coca-Cola de kennis rondom de PlantBottle met anderen? Pepsi claimt bijvoorbeeld bezig te zijn met een honderd procent afbreekbare fles. ‘Competition improves the breed. Feit is dat de meeste technologische ontwikkelingen vanuit competitie worden geboren. Het hoeft dus niet verkeerd te zijn om
Rard Rijcken is binnen Nuon-Vattenfall verantwoordelijk voor alle energiegerelateerde diensten. Nuon special / oktober 2011 . 21
Blik op de toe komst
Nuon EnergieConsultancy
‘Na 2020 daalt de energieprijs spectaculair’
22 . manage m e nt
scope
‘De verhalen dat olie en gas ooit opraken, daar geloof ik niet in. Het gaat om de vraag: hoe komen we tot de goedkoopste vorm van energie? Nederland loopt bepaald niet voorop als het gaat om innovatieve oplossingen via de inzet van niet-fossiele brandstoffen. Een interessante proeftuin rond osmose-energie op de Afsluitdijk, waarbij energie wordt opgewekt bij de overgang van zout naar zoet water, is onlangs door de regering vakkundig de nek omgedraaid. Zonde, want daarin was een vooruitstrevende membraantechnologie ontwikkeld. ‘In een aantal landen wordt verwacht dat in 2015 elektriciteit afkomstig uit alternatieve energiebronnen zoals wind, zon en biomassa even duur zal zijn als stroom van fossiele brandstoffen. Met name van zonneenergie mogen we veel verwachten: dankzij nanotechnologie verbetert de efficiency en prijs-prestatieverhouding van zonnepanelen snel. De hoeveelheid geproduceerde zonneenergie verdubbelt iedere twee jaar, vooral dankzij grootafnemers als China. Tegen die tijd kunnen we in onze totale energiebehoefte voorzien via zonne-energie. ‘Of consumenten dan massaal via zonnecollectoren hun eigen energie gaan opwekken? Dat zie je nu al in Duitsland, maar het is veel efficiënter als mensen in woonwijken dat samen oppakken. Je moet dan denken aan zo’n vijfhonderd woningen die collectief zonne-energie opwekken, warmte opslaan en biomassa verwerken om deze energie in de wijk te distribueren. ‘De energieprijzen zullen tot 2020 doorstijgen, daarna volgt een spectaculaire daling. Vooral omdat het aanbod van zonnecellen en andere duurzame energiebronnen exponentieel blijft stijgen, en de kostprijs blijft dalen.’ •
De volgende stap in energiebesparing en CO2-reductie.
Kijk op www.nuon.nl/ energieconsultancy
Tekst Paul Groothengel Fotografie Kick Smeets
Futuroloog Wim de Ridder is hoogleraar Toekomstverkenning en Toekomstonderzoek aan de Universiteit Twente. Hij ontwikkelde de scenariomethode Futures Fit, die centraal staat in zijn boek De wereld breekt open. Hierin breekt De Ridder een lans voor duurzame energie.
Nuon special / oktober 2011 . 23
SAY ‘NO’ TO BOTTLED WATER Hello, we are jointhepipe.org, a community of tap water drinkers. Become more sustainable and invite all the people in your company to drink tap water only. With the proceeds of our bottles and tap stations you support our dream to bring drinkable water to those without. Join us now! Call 020 7942294 or email
[email protected]