4 magazine financiële studievereniging
Jaargang 16, juni 2012
Amsterdam
investment SPECIAL Single Malt: Double Digits Investeren in whisky Je eigen hedge fund oprichten Generating alpha “an Old Master of $100,000 in 1960 is now worth $4.5 million” – Roman KrÄUssl
Beyond stocks and bonds by:
Patrick Verwijmeren Roman Kräussl Fred Hendriks Hans van Ierland Ludovic Phallipou
Een baan waarin je elk miljard moet omdraaien
Startende financials voor de Rijksoverheid Het gaat om veel geld. En het gaat om belangrijk geld. Geld dat van ons allemaal is. En dat besteed wordt aan zaken met een grote maatschappelijke impact. Zaken als milieu, veiligheid, onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur.
En die kunnen weer tot nieuwe beslissingen leiden. Dat maakt dit werk dynamisch, interessant en vooral uitdagend. Kun jij die verantwoordelijkheid aan?
We zoeken frisse, financiële professionals met een afgeronde studie Het is jouw taak om het financieringsbeleid voor te bereiden. Om te economie, econometrie of bedrijfskunde, een flinke dosis enthousiasme en affiniteit met maatschappelijke issues. zorgen dat een departement een correcte begrotings- en controlecyclus volgt. Of om de staatsschuld te beheren en geld te lenen op de kapitaalmarkt. Iedere beslissing vraagt om nieuwe berekeningen. Meer weten? Kijk op www.financials.werkenvoornederland.nl
www.werkenvoornederland.nl
Voorwoord Inhoud FSA Magazine Jaargang 16 Editie 4 Colofon Redactie Kasper Faas (hoofdredacteur), Annisa Marconi, Claire Nooij, Maxime Schmitt, Sjoerd van Wagtendonk. Met dank aan Willem Bierens de Haan, Debby Broos, Henriëtte Drukker, Sander Elting, Hans Faas, Anneloes van Golstein Brouwers, Wendela Huber, Sjoerd Keilman, Yorrick Koomen, Rogier Kouwenhoven, Paul Nap, Sabine Pleiter, Kate Snow, Michel en Roby Sweerts, Carlo de Vriend, Femke de Vries, Maud Wijsman, Bas Ypes, Daniël Zwier Vormgeving Kemp Design, Amsterdam Opmaak Kate Snow Design, Utrecht Druk Grafiplan, Enkhuizen Website www.fsa.nl Contact
[email protected] Advertenties FSA Magazine verschijnt vier keer per jaar. Voor advertenties kan contact opgenomen worden met de Financiële Studievereniging Amsterdam (
[email protected]) Oplage 2700 © 2012 FSA Hoewel de uiterste zorg is nagestreefd in deze uitgave kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever in deze geen aansprakelijkheid. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Closing books Alweer het laatste FSA Magazine van dit academisch jaar en daarmee mijn laatste editorial. Dus geen filosofische verhalen of rare adviezen meer als je het blad openslaat, want nu wordt het de taak aan mijn opvolger om je van tafel te blazen. Het was een prachtig FSA jaar met vele zeer geslaagde projecten, waaronder het nieuwe project "The Acquisition". We werden gelukkig weer overspoeld met CV's. Daarvoor willen wij, als bestuur 2011/2012, jullie, onze enthousiaste leden, bedanken. We hebben ons best gedaan om de FSA straks weer iets verder ontwikkeld over te dragen aan het volgende bestuur. Er is van alles opgeruimd, verbeterd, aangepast en weggegooid, niet noodzakelijk in die volgorde. Eén van de hoogtepunten was ons recente congres "Europe in distress" in het Concertgebouw. Vooraanstaande sprekers hebben de huidige economische problemen toegelicht en in perspectief geplaatst. Het kabinet was al over deze problematiek gevallen en dat toont toch maar weer aan wat een boeiend vakgebied we hebben. Het akkoord over de miljardenbezuinigingen van 26 april kostte ons overigens wel wat van onze welverdiende publiciteit! Gelukkig loop je dan drie dagen later op Koninginnedag door de stad en is er bij 25 graden letterlijk en dus misschien ook wel figuurlijk geen wolkje aan de lucht. Er wordt als elk jaar gefeest, gedronken en gevaren. Er is even niets veranderd. Natuurlijk zullen we nog wel het nodige gaan merken van deze crisis, aan allerlei dingen. Een derde van de Nederlanders schijnt deze zomer niet op vakantie te gaan. Alle werkzoekenden vissen in een stuk kleiner pooltje met banen en door de bezuinigingen en maatregelen op het onderwijs moeten zelfs de studenten een schijntje realisme onder ogen zien. Waar wil ik nou heen met mijn verhaal? Dat we ergens zelf kunnen bepalen hoe erg het ons leven beïnvloedt (of in welke mate). Je hebt de bekende ‘circle of concern’ en de ‘circle of influence’ waarvan de eerste een stuk groter is dan de tweede. Ik zie veel concern en weinig influence. Soms denk ik dat het een leukere en nuttiger tijdsbesteding is om je "circle of influence" te vergroten dan om je zorgen te maken over iets waar je zo weinig aan kunt veranderen. In deze geest wens ik jullie allemaal een fantastische en zorgeloze zomer! Het was een eer om voor jullie te mogen schrijven.
Femke de Vries Voorzitter 2011-2012
magazine
3
Inhoud
INHOUD
40
Op de bank bij ANNISA Beroependagen London Banking Tour The Acquisition
18 19 20
COLUMN
36
Paul Nap
15
investment special De oprichting van je eigen hedge fund Whisky investments
6 24
FSA MEETS NIBC Optiver
48
30
4
magazine
11 47
FSA MAGAZINE JAARGANG 16 / juni 2012 interview willem bierens de haan
40
Article
Reportage Amsterdam Investment Cruise Access Accountancy The Acquisition Drugssmokkel National Investment Competition Congres
16 22 28 30 32 48
Verder in deze editie Festivalagenda alumni aan het woord Wish list UItgaan Nieuws uit de Pijlers Carrière FSA In Beeld
24
54 58 66 68
Fred Hendriks Roman Kräussl Hans van Ierland Patrick Verwijmeren
ColumN 5 12 21 43 35 36 44
73
DSF Expert Column
58
magazine
54
5
F I N A N C I ËLE S T U D I EV EREN I G I NG F I N A N C I ËLE Amsterdam S T U D I EV EREN I G I NG Amsterdam
‘THE IMPROVE ‘THE URGE URGE TO TO IMPROVE IS THE DIFFERENCE’ DIFFERENCE’ IS WHAT WHAT MAKES MAKES THE
Festivalagenda Omdat de vakantie inmiddels zo’n beetje is aangebroken en de gemiddelde student de studie en studiegerelateerde activiteiten zo langzamerhand wel weer beu is, moeten we met teleurstelling mededelen dat er deze laatste editie van het academisch jaar geen normale agenda is. Wel is er naast de uitgaan agenda extra moeite gedaan om de leukste festivals in een pagina bijeen te brengen en, tenzij je vroeg bent begonnen met lezen, heb je de eerste alweer gemist! Gemist: Sonar
Mid Juni is het Sonar festival in Barcelona. Vroeg op de festivalkalender komen er vele topartiesten op de zonnige stad af om er drie dagen lang een groot dance feest van te maken. Zet hem voor volgend jaar vast in de agenda!
Open’er Wanneer: 4-7 juli Waar: Gdynia, Polen Prijs: 4 dagen met camping voor 410 zloty (€98)
Dit zeer aantrekkelijk geprijsde feest vindt plaats op een voormalig militair vliegveld, Kosakowo Airport. Hier valt vier dagen lang van een relatief klein maar gevarieerd aanbod artiesten te genieten.
Exit Wanneer: 12-15 juli Waar: Novi Sad, Servië Prijs: 4 dagen toegang voor €119
Exit wordt gehuisvest in Petrovaradin Fortress, een enorm fort aan de Donau. Zo wordt de Dance Arena, omgeven door imposante kasteelmuren, door vele DJ’s genoemd als een van de mooiste podia waar ze ooit hebben opgetreden.
kaZantip Wanneer: 31 juli-15 augustus Waar: Popovka, Oekraïne Prijs: ongeveer €160 voor een ‘viza’
Tijdens deze paar weken ontstaat er op het strand nabij Popovka een uniek republiek. Het republiek trekt jaarlijks meer dan 100.000 elektronische muziek fans over meerdere weken en zal gegarandeerd weer een spektakel worden
Dance Valley Wanneer: 4 augustus Waar: Spaarnwoude, Nederland Prijs: €55
“The Woodstock of Dance”, een half uurtje van Amsterdam. De beste DJ’s van de wereld komen een dag op Spaarnwoude af en zullen op elf podia het festival onveilig maken.
Sziget Wanneer: 6-13 augustus Waar: Boedapest, Hongarije Prijs: 7 dagen met camping voor €190 (early bird)
Op vijftien minuten afstand van de Hongaarse hoofdstad is wellicht het meest bekende festival onder Nederlanders te vinden. Een hele week lang los gaan met een reusachtige line-up artiesten van vele verschillende genres.
Melt! Wanneer: 13-15 juli Waar: Gräfenhainichen, Duitsland Prijs: 3 dagen toegang voor €115
Een van de beter bereikbare buitenlandse festivals. Melt! wordt door de organisatoren beschreven als Electronic meets Rock. De line-up en locatie bevestigen dat. Kortom: moet je meemaken!
Burning Man Wanneer: 27 augustus-3 september Waar: “Black Rock City”, VS Prijs: Verschilt per verkoopdatum, rond $300
Een keer per jaar komen er vele duizenden mensen de Black Rock Desert in voor dit speciale festival, en vieren zij gemeenschap, kunst, zelfexpressie, en zelfredzaamheid. Een week later vertrekken ze weer zonder sporen achter te laten.
magazine
7
De oprichting van je eigen hedge fund
Inside story of a hedge fund manager Dennis van Wees is een oud FSA-bestuurslid (1996/1997) en was passioneel deelnemer van het (voormalige) Amsterdam Mutual Fund (AMF). Hij belegt al in aandelen en opties sinds de middelbare school en heeft altijd een fascinatie voor en interesse in de financiële markten gehad. Tegenwoodig is hij hedge fund manager bij Farringdon Capital Management.
8
magazine
door Dennis van Wees
"Het is echt topsport, je kunt je niet verschuilen in de achterlinies"
De weg naar Farringdon Capital Management Na mijn studie economie aan de VU, mede door de London Banking Tour, ben ik gaan solliciteren in London voor een investment banking positie. In 2000 ben ik begonnen als Mergers and Acquisitions Analyst voor Schroder Salomon Smith Barney in New York en daarna in Londen. Na een geweldige tijd, met grote ups en downs en werkweken van meer dan 100 uur, wilde ik meer op dagelijkse basis met financiële markten bezig zijn en daarom hoefde ik niet te twijfelen toen ik in 2002 de kans kreeg om voor Merrill Lynch in Londen aandelenanalist te worden. Na vijf jaar in het buitenland te hebben gewoond wilde ik weer terug naar Nederland en gelukkig kon ik al snel na mijn terugkeer in 2005 aan de slag als Senior Portfolio Manager bij AEGON Asset Management. Toen AEGON vervolgens besloot dat ze haar aandelenportefeuille wilde opsplitsen in een actief en een passief deel heb ik twee oud-collega’s van Merrill Lynch benaderd, die op dat moment bezig waren Farringdon Capital Management op te zetten, om te proberen een groot gedeelte van deze actieve AEGON portefeuille samen te gaan beheren. Dit is helaas niet gelukt, maar AEGON is uiteindelijk wel een belangrijke initiële investeerder van Farringdon geweest. Je eigen hedge fund, waarom? De reden waarom wij een eigen hedge fund zijn begonnen is omdat je de vrijheid wenst te hebben om, zowel voor het team als je klanten, een (aandelen)portefeuille optimaal te beheren. De concurrentie met andere fondsen wil je het liefst aangaan met mensen waar jij veel vertrouwen in hebt, met mensen die ook dezelfde werkethiek en beleggingsfilosofie hebben, in een
omgeving waarin je optimaal kunt werken en presteren, met zo min mogelijk afleiding, zodat je op dagelijkse basis voornamelijk kunt doen waar je het liefst mee bezig wilt zijn. In een kleine organisatie zijn de beslissingslijnen erg kort en is het werk erg divers, want uiteindelijk moet je wel alles zelf regelen en organiseren. De concurrentie is bovendien erg hevig om een hedge fund te beginnen: kapitaal is schaars en tevens zijn er al veel bestaande fondsen waar je het tegen op moet nemen. Het is dan ook echt topsport naar mijn mening, waarbij je je niet kunt verschuilen in de achterlinies, want elke dag wordt je afgerekend op je resultaten en in ons geval schrijven we maandelijks een nieuwsbrief aan klanten met wat goed, maar vooral ook wat er die maand fout is gegaan. Een goed team, met goede track records, integere mensen, een solide business plan, een ijzersterke en bewezen investment filosofie zijn daarbij onontbeerlijk. Maar essentieel is tevens of je de funding bij elkaar kan krijgen om ook echt serieus en op eigen benen van start te kunnen gaan.
De service providers Naast een business plan, een gedegen investeringsbeleid en startkapitaal, zul je partners moeten vinden met wie je gaat samenwerken om het fonds optimaal te kunnen en mogen laten functioneren. De belangrijkste service providers die je moet selecteren in het oprichtingsproces van een hedge fund zijn:
Startkapitaal Een van de belangrijkste drempels om een hedge fund te beginnen is startkapitaal. Startkapitaal om een fonds op te richten (prospectus maken, kantoor huren, mensen aannemen, juridische structuur optuigen, BV’s oprichten, etc.), maar ook vooral om startkapitaal te hebben waarmee je kunt gaan beleggen. Want zonder investeerders, geen inkomsten. Deze initiële investeerder(s) bestaan daarom vaak uit 1) de managers zelf en goede bekenden van de fondsmanager zoals familie, vrienden, oud-collega’s, etc.; 2) investeerders die reeds goede ervaringen met de hedge fund manager uit het verleden hebben; (3) een nieuwe
1 Prime Broker, vaak een global investment bank zoals UBS, CSFB, Goldman Sachs of Morgan Stanley. De prime broker stelt je in staat “short” te kunnen gaan, helpt bij het aantrekken van nieuwe investeerders, heeft een gecentraliseerde clearing faciliteit en zorgt ervoor dat je onderpand kunt krijgen op je posities om “leverage” te krijgen; 2 Legal Counsel, een advocaat die bekend is met het opzetten van een hedge fund, compliance, de regulator etc., en een andere advocaat of specialist op het gebied van belastingen (niet onbelangrijk!) gezien de complexiteit en fees die met een hedge fund gemoeid zijn;
magazine
investeerder die onder de indruk is van de ‘sales pitch’ op basis van de historische rendementen en de beleggingsfilosofie van de manager; (4) of de zogenaamde ‘seed investor’ die bereid is bij de start van het fonds een aanzienlijke investering te doen van vele miljoenen en eventueel ook werkkapitaal wil verschaffen om zo de hedge fund te kunnen laten starten, maar daarvoor wil deze investeerder vaak ook meteen een belang in de management company en/of zeggenschap in de algemene bedrijfsvoering. Wij hadden het geluk dat we van start konden met enkele tientallen miljoenen op basis van de eerste drie categorieën investeerders.
9
De oprichting van je eigen hedge fund
3 Fund Administrator, helpt onder andere bij de dagelijkse onafhankelijke Net Asset Value berekeningen, antimoney laundring compliance, registratie van de in- en outflow van fonds en bereidt de jaarrekening voor; 4 Accountant, helpt bij het opstellen en goedkeuren van de jaarrekening. Elke partij heeft zijn voor- en nadelen, zowel op persoonlijk vlak, kosten technisch en qua ervaring, maar ook qua beschikbaarheid en toewijzing van resources. Hier moet je goed over nadenken en kost vaak meer tijd dan je denkt. De locatie en overige administratieve zaken Sommige hedge funds beginnen vanuit huis om de kosten zo laag te houden en sommige zijn op die manier heel succesvol geworden zoals Citadel (USD10bn+ aan assets under management). Vergelijkbaar met Apple die ooit vanuit een garage is opgericht. Maar ideaal is anders in
10
de meeste gevallen. Bij ons dagelijkse werk voor het analyseren van bedrijven zijn we voor een groot deel afhankelijk van het ontmoeten van management teams van beursgenoteerde bedrijven en analisten van grootbanken. Het komt toch iets minder professioneel over als je je baby boven hoort huilen met een CFO beneden aan de keukentafel: “Heeft u een momentje, mijn vrouw is net even een boodschap doen”. Er zal dus ook het nodige aan kapitaal geïnvesteerd moeten worden in kantoorruimte (zo hebben wij voornamelijk om persoonlijke redenen een kantoor in Genève en Amsterdam waaruit wij werken), maar ook in Bloomberg/Reuters terminals, eventueel ook in personeel in de vorm van een persoonlijke assistent, een extra aandelen analist, een legal/compliance officer of een back office medewerker. Hoe groter de organisatie, hoe groter het benodigde kapitaal om deze kosten te kunnen dekken.
magazine
Genereren van goede en interessante beleggingsideeën is de core Er moet aan alle randvoorwaarden worden voldaan om een fonds te beginnen, maar om uiteindelijk succesvol te worden en te blijven, zul je performance moeten genereren door middel van goede beleggingsideeën. Op basis van je consistente lange termijn track record, zul je vervolgens weer in staat zijn om meer geld aan te trekken en met meer geld kun je weer meer investeren in infrastructuur en mensen en zo zal je hopelijk op lange termijn een goed en succesvol bedrijf kunnen managen. Het leek me dan ook leuk om een investment case te presenteren die we recent hebben geschreven over Whole Food Market. Wij zijn recent short gegaan in dit bedrijf, wat betekent dat wij verwachten dat de prijs van dit aandeel momenteel volgens ons hoger is dan de werkelijk waarde en ergo dat de koers op 3/5 jaars basis zal dalen of in ieder geval achter blijft bij de rest van onze portefeuille en de marktbeweging.
Door Dennis van Wees
Investment Case Farringdon Alpha One Whole Foods is the largest natural food supermarket chain in the United States. The company focuses on organic and natural food. With prices well above average and products very nicely displayed, the company appeals to the higher income segment of the population. Whole Foods operated 311 shops at the end of FY11, and expects to grow the stores base by about 25-30 stores per annum, with a long term goal to reach a 1,000 stores. Same store sales growth has been on average 4% during the last five years. If this continues we should expect the company to grow 10% on account of store roll outs in addition to the 4% same store sales growth, making for a total annual revenue growth of 14%. Recent same store sales growth has been closer to 8%, which explains much of the excitement about the stock. We think it is unrealistic that the company can sustainably grow this rapidly, and would think that the 5 year average is a better guide going forward than just the last 2 years. The business has been successful and is likely to continue to be successful. Both the return and growth profile are attractive, which maybe explains why the stock has more than doubled in the last two year, and is now trading at 36X FY 12 earnings.
Valuation The company is targeting to grow its store base by 3X. If the profitability per store stays the same it would be possible to triple earnings, which would bring the multiple down from 36X to 12X. Even tripling its earnings would not make Whole Foods look particularly cheap, with most mature supermarkets trading at 10X. We believe there will be two opposite effects as the company continues to grow. On the one hand greater scale may drive up profitability per shop. However, given the focus on the high-end consumer we would imagine that the incremental returns on new shop openings will be coming down more and more as markets are being targeted, where average income levels are likely to be lower. This should lower returns. Interestingly, Whole Foods’ closest peer The Fresh Market believes their long term potential is 500 stores. It is difficult to quantify these two opposing forces and predict what will happen to returns. However, food retailing is very competitive and we already see copycat strategies. We would think the rational expectation is that the returns will be driven towards the cost of capital and not continue to rise from the current after tax return of 16%. Even if we do not question the feasibility of having 1000 sto-
res and assume the returns stay stable, we still have the issue of how much time it will take and how much money it will cost. Growing at a rate of 30 stores per year means that the company will need more than 20 years to complete its roll-out, and with an average of USD7mn of capital tied up per store, an extra >USD4bn is needed to complete the roll-out program. This means that on this long road to tripling earnings, the cash generated to pay investors will be well below their desired rate of return. The combination of a high earnings multiple and the substantial capex requirements puts the stock on a FCF yield of currently 2.5%. With an operating capital requirement per store of USD7mn and the market currently putting a USD48mn value per store on the company, it is quite easy to see that the downside could be substantial if the company struggles to grow at the same speed or sees its returns eroding. The biggest risk we see in our short thesis is whether the company is able to grow returns in the short term on account of greater scale and possibly some efficiency initiatives. In the longer term we would expect the average returns to come down as a result of more marginal store openings and general competitive pressures.
wat is de track record van Farringdon Capital Management? In het matige beursklimaat waarbij de afgelopen vijf jaar nauwelijks tot zeer weinig rendement is behaald, hebben wij ongeveer +50% rendement weten te generen voor onze klanten, wat neer komt op ongeveer +7/8% netto rendement per jaar na aftrek van alle kosten voor onze klanten, wat bovendien behaald is met een aanzienlijk lager risico profiel dan de aandelenbeurs als geheel. Hiermee behoren we momenteel tot een van de beter presterende long/short fondsen in Europa. Nu is het zaak om de komende jaren soortgelijke of zelfs nog betere voor risico gecorrigeerde rendementen te behalen. Dan zal ons fonds bestaansrecht behouden in deze competatieve markt en kunnen onze klanten, denk ik, tevreden zijn met onze prestaties. Over vijf jaar gaan we weer eens kijken hoe we het hebben gedaan. Want in dit vak ben je zo goed, als je laatste trade. Track record Farringdon Alpha One since inception Perf (%)
Jan
Feb
Mrt
Apr
May
Jun
Jul
Aug
Sep
Oct
Nov
Dec
YTD
2007
-0.17
+2.09
+2.00
+1.24
+2.21
+2.85
+2.45
-5.16
-4.56
+4.34
+1.9 8
+5.88
+15.59
2008
-1.47
+3.92
+2.58
+3.43
+1.44
-0.92
-3.98
+4.17
-3.24
-12.9
+10.35
+3.28
+4.88
2009
+4.90
+0.54
+2.22
+4.19
+7.66
+1.33
+0.51
+3.55
+1.55
+1.59
-2.15
-1.18
+27.22
2010
-0.41
-0.49
+2.83
-1.70
-1.22
-2.80
+1.45
-3.32
+0.75
+2.10
-2.19
+5.94
+0.56
2011
+1.74
-0.11
+0.57
0.86
-1.89
+0.80
-4.83
-8.03
+3.00
-2.97
-1.36
+1.06
-12.63
2012
+8.39
+2.38
+2.44
-4.81
+8.20
magazine
11
At NIBC, entrepreneurial bankers start at the deep end As a trainee banker at NIBC, you also have a daily job. Your assignments and responsibilities start from day one. And you’ll have the chance to specialise, in for example mergers and acquisitions. You and your fellow analysts will follow our incompany training programme at the Amsterdam Institute of Finance, led by professors from international business schools. A flying start at the bank that thinks and acts like entrepreneurs. For more information, visit www.careeratnibc.com.
FSA meets: NIBC BedrijfsprofieL NIBC
Profiel Interviewee Wijnand Botman
Aantal landen gevestigd 5
Leeftijd 29 jaar
Aantal medewerkers NL & Wereldwijd +/- 700
Opleiding Msc. in Business Economics aan de UvA
Aantal medewerkers NL 39 jaar
Nevenactiviteiten tijdens opleiding Research project Shell in Brazil, Committee FSA Conference 2004, Committee Controlling Cycle, Chairman committee UvA Intro weekend 2005, participant various business courses, part-time werkzaam bij ABN Amro bank.
Sector Financiële dienstverlening in 7 sectoren
Aantal jaren actief bij NIBC 5 jaar
Hoe ben je bij NIBC terechtgekomen? Ik kwam er tijdens mijn studie vrij snel achter dat ik bij een bank wilde gaan werken. Als econoom maak en beheer je bij een bank zelf het financiële product waar je buiten de financiële sector vaak naast de zijlijn van het product staat. Hierdoor beïnvloed je zelf het resultaat zonder er slechts over te rapporteren. Ik heb een goed beeld kunnen krijgen van het aanbod van de verschillende banken op basis van ervaringen tijdens FSA-events, bijbanen en deelname aan business courses en masterclasses. NIBC onderscheidt zich positief dankzij het professionele karakter van een gespecialiseerde zakenbank. Als relatief kleine speler in het bankenlandschap krijg je binnen NIBC snel veel verantwoordelijkheid en bewandel je een steile leercurve. Hoe onderscheidt het aanbod van NIBC aan pas afgestudeerden zich van de concurrentie? Het werken voor een relatief kleine bank kent voor- en nadelen. Het grootste voordeel is de eerder genoemde verantwoordelijkheid en de leercurve die hierbij hoort. Op dag 1 word je betrokken in dealteams en meegenomen naar de onderhandeltafel bij de tegenpartij. Er zijn niet veel ‘lagen’ binnen de teams en je kunt net zoveel verantwoordelijkheid krijgen als je zelf aangeeft. Het nadeel van werken bij een kleine bank is dat je niet altijd dezelfde slagkracht hebt als een grote bank, wat echter de uitdaging biedt om juist slimmer te zijn dan de rest. Verder biedt het NIBC Analyst Program (traineeship) een sterk inhoudelijk platform voor persoonlijke ontwikkeling en netwerken en onderscheidt zich op een aantal punten positief van de concurrentie. De uitstekende externe professoren in dit programma, die allen van internationale business schools komen, en bijvoorbeeld de participatie van ervaren NIBC collega’s in de opzet en uitvoering van het programma. In hoeverre sluit NIBC aan bij jouw persoonlijke eigenschappen en wensen? Ondanks de negatieve publiciteit rondom banken en de fi-
nanciële sector in het algemeen biedt een carrière binnen een gespecialiseerde zakenbank nog altijd interessante uitdagingen. Persoonlijk hecht ik in deze beginfase van mijn carrière de meeste waarde aan een hoogst mogelijke leercurve en het bouwen van een zakelijk netwerk, beide aspecten worden bij NIBC uitgebreid geboden. Verder hecht ik veel waarde aan een gezonde balans tussen collegialiteit en competitiviteit. Het enthousiasme en de drive bij collega’s als er een lead is voor een nieuwe transactie is een erg aanstekelijke energiebron. Aan after-work drinks en events is er overigens geen gebrek, mede vanuit onze interne jongerenvereniging ‘Young NIBC’. Wat zijn je persoonlijke hoogtepunten bij NIBC? –E en van mijn eerste NIBC projecten was een nieuw investeringsfonds, waarbij we een kans zagen om rendement te behalen uit mispriced vastgoedobligaties als gevolg van de stress in de markt door de (subprime)crisis. Met ons team deden we de marketing, investeringen en portfolio management en van het fonds van ruim € 64 miljoen en realiseerden een rendement dat ruim boven het target van 15% per jaar lag. – Iedere individuele transactie die uiteindelijk tot een closing komt is een moment dat we vieren. Naast het eerder genoemde fonds heb ik nu aan zo’n € 400 miljoen aan investeringen gewerkt. Vaak wordt rondom een afgeronde transactie een deal closing-event georganiseerd. Kennelijk iets wat bij de sector hoort, maar het is erg leuk om na perioden van onderhandelingen en het wegnemen van bijbehorende drempels samen met je team en de klant een succes te vieren. –M isschien niet zodanig op te noemen als 1 ‘hoogtepunt’, maar het werken in een internationale omgeving met een grote diversiteit aan klanten is iets wat ik hier zeker wil noemen. Soms onderhandel je op het scherpst van de snede met een institutionele investeerder over een laatste basispunt aan management fee, terwijl je op een ander moment praat met een familiebedrijf waar traditie boven rendement gaat. Deze mix in combinatie met het internationaal zakendoen ervaar ik als een van de hoogtepunten.
magazine
13
Alumni aan het woord
V.b.n.b en v.l.n.r.: Pieter van Diepen, Richard Groothuis, Yvan van Dam, Maaike van Loenhout, Marvin Siepman, Harmjan Oldenbeuving.
Pieter van Diepen, Portfolio Manager Equities APG
14
magazine
Door Pieter van Diepen
FSA:
Investing in the future Pieter van Diepen is FSA bestuurslid geweest in 2006-2007. Na zijn bestuursjaar heeft hij de FSA niet losgelaten, want sinds 2008 is hij lid van de Raad van Commissarissen. Hij liep vlak voor de nationalisatie stage bij Fortis en tegenwoordig werkt hij bij APG. Eerst als trainee en nu als Portfolio Manager. Zijn drukke baan leidt in dit geval tot een Q&A. Je hebt de FSA na je bestuursjaar nog niet losgelaten, je zit namelijk al sinds 2008 in de Raad van Commissarissen. Waarom heb je hiervoor gekozen? Op surfvakantie in Marokko, net terug van een heerlijke surfsessie en voorbereidend op het werkende leventje, trof ik een mail in mijn inbox van Wiebe Willig. Of ik wellicht interesse had om de RvC te versterken. De keuze was vrij snel gemaakt. Naast dat ik veel aan de FSA te danken heb en graag iets terug wilde doen voor de vereniging, vond ik het ook een mooi vooruitzicht om elk jaar weer een nieuwe lichting ambitieuze studenten te ontmoeten waarmee je samen iets opbouwt. Hoe heb je je bestuursjaar beleefd? Te passief! Gedurende het jaar ben je ontzettend druk met het draaiende houden van de vereniging en het organiseren van projecten. Uiteraard genoot ik met volle teugen van het bestuursjaar: we werkten hard en het was vaak erg gezellig op de kamer en op de borrels. Maar pas na afloop van het bestuur reflecteer je op hoe waardevol een bestuursjaar is voor je professionele capaciteiten en de vriend-
schappen die je overhoudt aan een bestuursjaar. Ik pluk hier nog steeds dagelijks de vruchten van. Wat zijn je mooiste herinneringen aan het bestuursjaar? Er zijn zoveel mooie herinnering op te ratelen, maar in het algemeen heb ik fantastische herinneringen aan mijn rol als Bedrijfscontacten. Het leuke aan deze functie is dat je samen de FSA ‘verkoopt’ aan de bedrijven waar de FSA mee samenwerkt. Naast dat het vanaf dag 1 enorm goed klikte met mijn partner-in-crime Harmjan, waarmee ik uiteindelijk zelfs een huis deelde, biedt het ook een unieke kans om in contact te treden met potentiële werkgevers. Welk project vond je het leukst om te coördineren? Zonder twijfel de LBT: het internationale topproject op het gebied van banking. De LBT is al jaren de leverancier van bankiers in London City en staat dan ook in de spotlight van zowel de deelnemende banken, studenten en de FSA. Het leuke aan het project is dat je slechts met zijn tweeën, bijna een jaar lang volledig dedicated aan het werk bent om er een succesvolle week van te maken. En dat is gelukt! De LBT is de ultieme
magazine
mogelijkheid om eens te proeven van het bankiersleventje: keihard werken, goed clubben, weinig slapen. Je leert de meest ambitieuze studenten in deze sector kennen en met veel van hen heb ik dan ook nog regelmatig contact. Heb je gemerkt dat je ervaring bij de FSA je hielp bij het vinden van een stage? De ervaring bij FSA heeft me absoluut geholpen om een stage te vinden! De FSA maakt studenten echt ‘streetwise’: de verhalen die je hoort van alumni, het werken met ambitieuze medestudenten, de contacten met professionals en de continue focus op professionele ontwikkeling zorgen dat je na je FSA-periode veel makkelijker de stap maakt van collegezaal naar kantoorbureau. Daarnaast ontdek je ook veel gerichter wat voor soort werk bij je past, na de LBT had ik mijn twijfels of M&A in Londen iets voor mij zou zijn, daarop heb ik drie maanden stage gelopen bij Fortis CFCM als soort second career opinion. Ik heb het enorm naar mijn zin gehad in het team en enorm veel geleerd. Ik zat al in het proces om daar fulltime als analyst te beginnen, toen APG op mijn pad kwam. De rest lees je later in het verhaal…
15
Alumni aan het woord
Wat heb je geleerd tijdens je stage bij Fortis? In de basis was de stage niet heel veel anders dan mijn tijd als bestuurslid. Hard werken in teamverband met strakke deadlines. Het enige verschil is dat je van bestuurslid opeens naar stagiair wordt ‘gepromoveerd’, iets wat je denk ik altijd moet nastreven bij de start van je carrière: je leert met name van de mensen met meer ervaring en kennis dan jezelf hebt. Dus naast het modelleren in Excel en het opmaken in PowerPoint leer je het meest van de interactie met collega’s. Het allerbelangrijkste wat ik daar geleerd heb: koop nooit aandelen in je eigen werkgever! Hoe heb je de val van Fortis beleefd? Ik begon mijn stage op 1 juli 2008, toen de aandelenprijs van Fortis op EUR 10 stond en Fortis druk bezig was met de integratie van ABN AMRO. Het team had de ambitie, en naar mijn mening ook de potentie, om een M&A powerhouse in Nederland te worden met internationale activiteiten. De sfeer op het kantoor was goed en de agenda zat nog vrij vol met op groei gefocuste
fusie- en overname pitches. Een collega had net zijn baan opgezegd om bij het gerenommeerde Lehman Brothers aan de slag te gaan. Dagelijks stond de voorpagina vol met nieuws over Fortis: de financiering van de overname verloopt moeizaam, er wordt aandelenkapitaal opgehaald, Ping An wordt grootaandeelhouder, en in de top van het bedrijf rommelt het. Op de vloer zelf blijft het opvallend rustig, op enkele collega’s na die besluiten om bij elke daling van het aandeel hun belang te vergroten om zodoende de gemiddelde aankoopkoers te verlagen. De macroeconomische data verslechteren gedurende de zomer en de stress neemt toe, ook in Nederland lijkt het steeds moeilijker om de pitches te vertalen naar deals. Als klap op de vuurpijl valt Lehman en de kredietcrisis bereikt haar hoogtepunt. Op de vloer valt nog weinig angst te bespeuren wat betreft Fortis en de overname van ABN AMRO. De ex-collega die naar Lehman vertrekt krijgt een vriendelijk telefoontje dat ‘de koffie nog steeds warm’ is. Business as usual. Op vrijdag 26 september is mijn laatste dag bij Fortis, de koers staat inmiddels net boven de EUR 5 en nog steeds zijn er personen die hun aankoopkoers proberen te middelen. Aan het eind van de dag neem ik afscheid van het team, samen met medestagiair Robin schud ik iedereen de hand en we zetten het op een drinken om deze leerzame periode af te sluiten. Over het weekend wordt Fortis genationaliseerd en groeit het besef dat de toekomst van het team er toch iets anders uit zal zien dan vooraf verwacht. Hoe ben je daarna bij APG terechtgekomen? Door nog een maand lang M&A-uren te draaien kon ik in de maand oktober mijn masterscriptie afronden. De gesprekken met Fortis liepen nog, maar de onzekerheid over de toekomst van het bedrijf gaf een onbehaaglijk gevoel. Ik werd gebeld door een klein recruitmentbureau ‘of ik interesse had om bij APG trainee te worden’. Mijn eerste reactie was twijfelachtig: net alle flitsen-
16
magazine
de investment banks van binnen gezien en dan bij een pensioenfonds gaan werken? Ach, praten kan geen kwaad. Tijdens de selectiedag kregen we een vragenlijst van 40 vragen voorgeschoteld: ‘waar is goud gesloten gister?’, ‘wat is de stand van de FTSE100?’, ‘wat doet de Bund yield?’. Inhoudelijk zit het hier dus wel goed, was mijn gedachte. Daarna de gesprekken: zelden mensen gesproken met zoveel passie en kennis over hun vakgebied. Toen er daadwerkelijk een aanbieding lag om in februari te starten als Asset Management Trainee begon het echte onderzoekswerk pas en na verscheidene belletjes met FSA-alumni heb ik getekend bij APG. Absoluut geen slechte keuze achteraf. Wat is het mooiste aan je baan? Mijn eerste opdracht was aan de trading desk, waar ik hielp bij het modelleren en handelen van valuta- en renteswaps. De tweede opdracht was in ons Europese government bonds Team, de ‘risk-free assets’ zoals je leert op de universiteit. Daarna ben ik naar het aandelenteam gegaan, waar ik startte met het bouwen van DCF-models voor alle sector portefeuillemanagers, maar gaandeweg raakte ik steeds meer betrokken bij de Europese Financials portefeuille. Ik kan geen uitdagendere sector bedenken in deze economische en politieke cyclus dan Europese banken en verzekeraars. Het aanbod om uiteindelijk als PM Financials te beginnen behoefte dan ook weinig bedenktijd. APG behoort tot de grootste beleggers ter wereld, maar het beleggen gebeurt in relatief kleine teams. Hierdoor krijg je al snel maximale verantwoordelijkheid, zo sprak ik vanaf dag één met de captains of industry: CEO’s, analysten, economen, collega’s en politici. Het maken van een investment case op een Europese bank in deze macro omgeving is mijns inzien de meest analytische uitdaging die er bestaat. En naar model van het adagio ‘Put your money where your mouth is’: waar een investment banker of strategy consultant na het analytische werk de bal bij zijn cliënt legt, begint de mentale spanning (behavioural finance!) hier pas als je daadwerkelijk een positie inneemt: klopt je analyse en weet je de markt te verslaan?
Column
Die verrotte non-bonuscultuur door PAUL NAP
Voor de vierde en laatste maal trek ik ten strijde tegen de tirannie van de blanco pagina, de pen machtiger dan het zwaard. (Hoe had Alexander III van Macedonië ooit de Gordiaanse knoop gekliefd met een pen?) Het kabinet. Men stelt dat Geert ‘H2O2’ Wilders een bom plaatste onder de formatie. Zeven weken Catshuis en ze gaan door het ijs. Dit was een van de consideraties om Nederland een negatieve outlook te geven, aldus Moody’s. Beste mensen van Moody’s, wel een kabinet, geen kabinet. Bij ons maakt dat allemaal niet uit, er gebeurt hier namelijk überhaupt weinig. Die paar bezuinigingen. Even, ook wij als student zijn object van bezuinigingen. Vervelend. Kenniseconomie, et cetera. Maar we hebben het nog steeds extreem goed. Wij schrijven ons op onze 18de in bij een woningcorporatie, op onze 23ste hebben we leuke credits opgebouwd, trekken we huurtoeslag en zitten we voor een paar honderd aan de gracht, de overheid past de rest bij. Daarna vinden we een baan, verdienen we goed, maar blijven we gewoon zitten. De academische fees liggen wat lager in Zweden en België, touché. Maar als je niet van verveling omkomt lig je daar krom voor wat je hier met een beetje handigheid qua woning kunt regelen. Ga liever op je achterste poten staan met leuzen dat het niveau van het onderwijs hier omhoog moet. Dat is pas gênant. UvA BSc Finance studenten, gooi dat Berk&Demarzo boek nog niet weg. Tijdens je master ga je dit voor de vierde keer coveren. Ik wil het toch ook nog even hebben over de LIBOR-scam. Ik ben dit in weinig media tegengekomen en ik vind het toch wel een moment aandacht waard. De London Interbank Offered Rate, een interest rate waarop banken onderling lenen, opgesteld door grote banken. Salesjongens hebben sovereign figuren overtuigd tegen henzelf te speculeren op de richting van deze rates. De mensen die deze rates voor de respectievelijke bank opstelden hebben hier en daar kennelijk wat salesjongens toegang gegeven tot de input van deze rates. The house always wins. Pure fraude. Maar ik vind ook dat de ambtenarij een lesje mag leren over incentives. Doe je huiswerk. Ook die jongens van ruimtelijke planning, die tekenen voor de aanbouw van nog een kantorenpand. Wat moeten we zodirect met al die ruimte? Weten zij veel. Zeven hectare aan commercial real estate staat leeg.
Nedetroit. Men schreeuwt moord en brand over bonuscultuur, maar deze planners dragen dus 0 downside of upside in dit soort incompetentie. Ik zou haast mijn utility curves er weer bijpakken en laten zien dat dit nooit ideaal is. Laat die erfpacht of verkoopprijs van grond, die een gemeente aan een dergelijk kantorenpand verdient, opgehangen worden aan de waarde van het pand waartoe zij bouwvergunning verlenen. Incompetentie wordt zo beboet, zoals het hoort. De gemeente krijgt een aandeel in een (fictieve) huurprijs, van de eigenaar van het pand, naast een vaste erfpacht. Kopen van grond van de gemeente moet er maar helemaal uit. De ambtenaar die tekent heeft dan op zijn beurt een stake in die erfpacht. Als een gebouw leeg staat, zijn er geen huren, lopen inkomsten van de gemeente terug en verliest ook de incapabele ambtenaar koopkracht. Doet de ambtenaar zijn huiswerk, dan is commercieel vastgoed een goede inflatiehedge en is het lucratief. Kan dit de economie choken in tijden van expansie? Ik denk dat als ruimte schaars wordt, het alleen de beste ondernemingen nog toegestaan wordt te bouwen, met voor de gemeente de beste risk/return. Het schermt af voor oververhitting en houdt commerciële ruimte in balans. Nou ja. Het is maar een gedachte. Er zijn vele manieren om incentieven beter uit te lijnen. Het is nu in ieder geval een grote puinhoop en er rollen geen koppen. P.S. Ontwikkel geen commodity personality. Ik zie zoveel professionals die convergeren naar een industrie-stereotiepe drone. Dit is een ziekte. Vitaminen voor je immunosysteem zijn een boeiend leven. Let’s go, son.
"For them to perceive the advantage of defeating the enemy, they must also have their rewards." – Sun Tzu magazine
17
Projectreportage: Amsterdam Investment Cruise
Amsterdam
Investment Cruise? De Amsterdam Investment Cruise (AIC) is een serie in-housedagen bij 4 financiële instellingen, gevolgd door een afsluitende borrel met medewerkers op een rondvaartboot door de grachten van Amsterdam. We gaan terug naar de zomer van 2011. Tijdens een kop koffie met Henriëtte (coördinator vanuit het bestuur) werd met een strenge blik beoordeeld of wij capabel waren om de AIC 2012 te organiseren. Gelukkig werden we goedgekeurd, weer een zorg minder voor ons. De AIC leek ons een mooie gelegenheid om in contact te komen met verschillende interessante bedrijven en daarnaast een leuk project om organisatorische vaardigheden op te doen. Achteraf gezien bleek dit een goede zet, zelf hebben we namelijk
18
aan elke in-housedag kunnen deelnemen. Door het gevarieerde programma hebben we een goed beeld gekregen van de verschillende richtingen binnen investments. Ook voor studenten bleek deze opzet een schot in de roos: na een stressvolle promotieperiode en diverse collegepraatjes stroomden de aanmeldingen binnen. Kick-off: M&A bij Holland Corporate Finance Na een aantal broodjes zalm en caprese, een glas jus d’orange en een goed
magazine
gesprek met enkele medewerkers waren we klaar voor een bedrijfspresentatie op het Amsterdamse kantoor van HCF. We kregen een kijkje in een goedgevulde agenda, en kwamen we erachter dat er ook gewoon tijd werd gemaakt voor bijvoorbeeld een wintersportreis naar Gerlos. Vervolgens kon de strijd beginnen: in groepen van 4 werden we geacht een klant te adviseren over het al dan niet acquireren van een reisorganisatie. De concurrentie bleek hevig, tijdens onze presentaties werd door andere groepjes uit het pu-
Door Debby Broos en Yorrick Koomen
“Uiteindelijk voerde het mannelijk geslacht de boventoon” bliek gefrustreerd commentaar gefluisterd zoals ‘dat verzinnen ze ter plekke’. Uiteindelijk werden de winnaars door HCF beloond met een fles champagne, inclusief de enige niet-drinker uit het gezelschap. Na een zo goed als droge overtocht naar de rondvaartboot smaakten de eerste biertjes goed, en de tussenstop voor bitterballen bleek ook geen overbodige luxe. Al met al een erg geslaagde eerste dag en start van de Amsterdam Investment Cruise! Dag 2: Hersenkrakers bij Optiver Eén dag later, net bijgekomen van de intensieve dag bij HCF, stonden we donderdag 12 april paraat bij Optiver. In een futuristische kantine werden we voorzien van een uitgebreid buffet, en na een goede bodem en een aantal gesprekken met medewerkers kon de eerste presentatie van start gaan. Nadat we alle ins en outs over wholesaleen screentrading hadden gekregen, had Optiver een verrassing voor ons in petto. Dit onverwachte element was de wiskundige test die alle wholesale- en screentraders tijdens hun sollicitatie moeten afleggen. Dit was een unieke gelegenheid om te testen in hoeverre studenten nu al klaar zijn voor een carrière als trader. Na een tweede ronde van presentaties en een overspoeling aan beeldschermen tijdens een tour over de trading floor, liet de trading card game onze hersenen kraken. Erg pijnlijk echter om te zien hoe je zelf in staat bent binnen een paar seconden verlies te maken. Gelukkig werden we op de boot wederom getroost met een lekker biertje en een grote schaal bitterballen. Dag 3: Hevige strijd bij APG Op dinsdag 17 april heeft de in-housedag bij APG, Nederlands grootste pensioenbeheerder, plaatsgevonden. Ondanks regen en wind arriveerden bijna alle studenten tijdig op de plaats van bestemming: het Symphony-gebouw aan de Zuidas. Pieter van Diepen, tevens FSA Alumnus, beet met zijn pre-
sentatie het spits af. De nadruk lag op de traineeships die APG aanbiedt, het Corporate Traineeship en het Traineeship Asset Management. De werkdag van een Investment Manager werd uitgelicht door Pieter's collega Jacks, die aan iedereen een A4-tje uitdeelde met wat krabbeltjes erop. Aan de hand van zijn (enigszins onleesbare) agenda vertelde hij uitgebreid en enthousiast over zijn vorige werkdag bij APG, met een flinke dosis humor. Na de lunch werden we verblijd met een rondleiding over verschillende afdelingen van APG. ’s Middags namen twee trainees van APG ons mee door de wereld van asset allocation en portfolio management. Uiteindelijk voerde het mannelijk geslacht de boventoon: een groepje van vijf heren had de beste risk-return portfolio samengesteld. Deze overwinning werd op de rondvaartboot gevierd met de twee trainees, Pieter en een aantal andere enthousiaste collega's van APG. Al met al een zeer geslaagde in-housedag bij de grootste pensioenbeheerder van Nederland. Een sector die op het eerste gezicht misschien wat stoffig lijkt, maar een zeer uitdagende en interessante werkgever blijkt te zijn.
lunch. Na een zeer smakelijke onderbreking en een tweede kop koffie verder mochten we ons verdiepen in een securities case. Aandeelwaarderingen, verwachte short- en long-term koersverlopen, het voorbereiden van een pitch, niets werd ons gespaard. Zelfs Bernie Madoff bleek in staat langs te komen om onze adviezen aan te horen. Enigszins opmerkelijk was dat zich in het winnende team een stagiaire van Kempen & Co bevond (van insider information bleek achteraf geen sprake). Het rondje met de boot door de Rivierenbuurt, langs het Amstel Hotel en het aanleggen bij het NH Hotel in de binnenstad voor een portie bitterballen kenden we inmiddels wel: de biertjes smaakten er echter niet minder om. Na een goed gesprek met diverse werknemers en het uitwisselen van enige contactgegevens was de Amsterdam Investment Cruise officieel ten einde. Conclusie Het was een tocht langs vier zeer verschillende bedrijven, die stuk voor stuk wat moois te bieden hebben. Dit maakt de AIC een project dat we iedereen die ook maar enige affiniteit met investments heeft kunnen aanraden!
Dag 4: Van Securities tot Stages bij Kempen & Co Donderdag 19 april vond ons laatste bezoek aan de Zuid-as plaats, ditmaal op kantoor bij Kempen & Co. Na een kop koffie en een korte kennismaking mochten we, ruim 20 man sterk, plaatsnemen aan de vergadertafel voor een presentatie. De diversiteit aan werkzaamheden binnen Kempen werden uitgelicht en van begin tot eind bleven we geboeid. De afdelingen Asset Management, Corporate Finance, Securities, Investments en diverse traineeships werden besproken. Bij het horen van onder andere “afstudeerstage Corporate Finance” en “Junior functie Private-Equity afdeling” werden diverse oren gespitst en ontstond er een overvloed aan gespreksstof voor de
magazine
19
Op de bank bij Annisa Carlo de Vriend Leeftijd 23 Geboorteplaats Purmerend Universiteit Vrije Universiteit Amsterdam Studierichting BSc Economie – Finance Anneloes van Golstein Brouwers Leeftijd 23 Geboorteplaats Asten Universiteit Vrije Universiteit Amsterdam Studierichting MSc Business Administration – Financial Management Sabine Pleiter Leeftijd 22 Geboorteplaats Utrecht Universiteit Vrije Universiteit Amsterdam Studierichting BSc Bedrijfskunde – Consultancy
Waarom hebben jullie ervoor gekozen om de Beroependagen te organiseren? Carlo “Ik heb er goede verhalen over gehoord. Met name van Jan-Paul, hij heeft vorig jaar zelf de Beroependagen georganiseerd. Later kwam ik erachter dat Cas ook de Beroependagen heeft georganiseerd. Na deze enthousiaste verhalen kon ik het niet laten om ook te solliciteren.” Anneloes “Ik wilde zelf sowieso iets bij de FSA doen. Het ambitieuze en intensief samenwerken trokken mij vooral. Ook de professionaliteit van de vereniging sprak mij aan. En de reden dat ik de Beroependagen wilde organiseren is het feit dat het een groot evenement in Hotel The Grand is waar de grootste bedrijven komen.” Sabine “Bovendien komen er heel veel derdejaars of oudere studenten af op dit evenement. En het evenement is heel breed. Alle takken binnen finance worden gecovered en daarom is dit evenement ook zo gewild.” Jullie zijn nu al een tijdje bezig. Wat hebben jullie tot nu meegemaakt of gemerkt? Sabine “De acquisitie neemt toch heel veel tijd in beslag. Nadat je het eerste
20
Carlo, Anneloes, & Sabine telefoontje hebt gepleegd, moet je nog best veel dingen doen. Je stuurt een email, daarna nog de profiler van de Beroependagen, daarna communiceer je veel over de verschillende mogelijkheden voor de bedrijven en ga zo maar door. Er gaat stiekem dus erg veel tijd inzitten.” Anneloes “Ik vind het leuk om met zo’n grote groep samen te werken. Met de VSAE’ers (red: andere studievereniging) erbij, bestaat de commissie uit 7 personen en nog twee coördinatoren vanuit de besturen. Van deze samenwerking leer ik echt veel. Bovendien vind ik het leuk dat ik verantwoordelijk ben voor acquisitie en promotie. Op deze manier maak je echt het hele project mee.” Carlo “Op dit moment zijn alle taken verschillend, maar je ziet wel dat we uiteindelijk met hetzelfde bezig zijn en de verschillen uiteindelijk minder worden. Je wordt ook echt steeds meer een team. De samenwerking met de VSAE’ers verloopt ook lekker.” Hoe vinden jullie de samenwerking met de VSAE? Merk je veel verschil tussen hun werkwijze en die van ons? Carlo “Dat valt best mee.” Anneloes “Ze zijn heel leuk en gezellig. We gaan vaak samen eten en doen graag andere leuke dingen met z’n allen.” Sabine “In het begin zag je wel enig verschil, maar dat wordt steeds minder voor mijn gevoel. Anneloes, Carlo en ik waren al best vroeg bij elkaar. Veel eerder dan de VSAE’ers. Hierdoor wisten wij al vrij
magazine
snel wat we van het project konden verwachten, van elkaar en wat de persoonlijke doelstellingen zijn. Op het moment dat de VSAE erbij kwam, moesten we daar alleen wel even aan wennen.” Hebben jullie bewust gekozen voor zo’n grote commissie? Carlo “Ik persoonlijk wel. Ik wilde graag in een grote en brede commissie om de FSA beter te leren kennen.” Anneloes “Ik heb niet bewust voor een grote commissie gekozen. Ik vind het wel leuk, maar soms vind ik het best lastig om in zo’n grote commissie te zitten. Het afspreken gaat bijvoorbeeld altijd erg lastig. We vergaderen bijna nooit compleet. Omdat we alles netjes notuleren en elkaar bijhouden, mist niemand eigenlijk iets.” Wordt het gewoon doorwerken in de vakantie? Sabine “We hebben in principe afgesproken om in juli vakantie te nemen en om in augustus weer in Nederland te zijn.” Anneloes “In september beginnen de colleges natuurlijk allemaal en daarom moeten we ervoor zorgen dat we direct met de promotie kunnen beginnen.” Carlo “En hopelijk overtreffen we de zeer succesvolle Beroependagen van vorig jaar!"
"We hebben afgesproken om in augustus in Nederland te blijven"
Sander Elting Leeftijd 22 Geboorteplaats Odoornerveen Universiteit Universiteit van Amsterdam Studierichting BSc Wiskunde en BSc Economie en Bedrijfskunde
Vorig jaar heb je het Congres georganiseerd en dit jaar organiseer je de London Banking Tour. Waarom wilde je opnieuw een project bij de FSA organiseren? Sander “In eerste instantie omdat ik het erg leuk vind bij de FSA. De vereniging gaat op een professionele manier te werk, maar iedereen houdt altijd tijd over voor de, minstens net zo belangrijke, sociale activiteiten. Bovendien is het niet zo dat ik twee soortgelijke projecten doe. De twee projecten zijn niet met elkaar te vergelijken. Het Congres is erg academisch. Er worden bijvoorbeeld geen cases gemaakt of bedrijfspresentaties gehouden. Tijdens de de acquisitie wordt er niet alleen op de acquisitie van sponsoren gefocust, maar ook op sprekers. Bovendien werk je een heel jaar lang naar die ene dag in het Concertgebouw. De London Banking Tour daarentegen staat natuurlijk helemaal in het teken van de investment banks. Dan maak je elke dag een case en soms twee. Dan maak je anderhalve week mee hoe het is om een investment banker te zijn in Londen. Inclusief het ‘sociale leven’ dat ze leiden!” Wat vond je de grootste uitdaging tot nu toe? Sander “Tijdens het Congres was dat echt het gesprek aangaan met nationale en internationaal bekende sprekers. Vooral de gesprekken met Jan de Ruiter en Douglas Shaw waren voor mij persoonlijke hoogtepunten. Uiteindelijk hebben we een zeer geslaagde dag gehand in het Concertgebouw met een goede combinatie tussen inhoud en prestige. Met hoogtepunten zoals de presentatie van Jan Kees de Jager, de panel discussie met Douglas Shaw, Ya-
"De London Banking Tour staat helemaal in het teken van de investment banks" Sander sushi Shiina en Sweder van Wijnbergen en nog vele meer. Hiernaast studeer en werk je nog. Wat doe je voor werk en is het niet heel erg druk allemaal? Sander “Ik werk als Fixed Income broker bij Wallich & Matthes. Wallich is een intermediair op de geld en kapitaalmarkt voor grote institutionele partijen. Mijn dagelijkse werk bestaat uit het zoeken van financiering voor (semi) publieke sector entiteiten zoals gemeentes, woningbouw coöperaties en ziekenhuizen. Het is voor mij een ideale combinatie; de praktijk van de geld- en kapitaalmarkt bij Wallich en de theoretische onderbouwing bij Economie en Wiskunde. “Bij Economie en Wiskunde leer ik hoe het allemaal hoort te gaan en bij Wallich leer ik hoe het daadwerkelijk gaat, haha” “Om eerlijk te zijn ben ik er niet zo mee bezig hoe “druk” ik het heb. Ik vind zowel mijn studies als mijn werk ontzettend leuk en zie het daardoor ook niet als verplichting. Daarnaast lukt het me ook niet altijd om alles te combineren. Ik merk vooral dat Wiskunde moeilijker wordt omdat ik door mijn werk heel weinig naar colleges kan.”
magazine
Wat wil je na je studie gaan doen? Sander “Dat weet ik nog niet goed. De komende jaren ben ik nog wel aan het studeren. Daarnaast heb ik het ontzettend naar mijn zin bij Wallich & Matthes en ben ik daar nog lang niet uitgeleerd. Uiteindelijk denk ik wel dat ik nog een keer naar London, New York of Hong Kong wil om voor een investment bank of Hedge Fund te werken en mijn horizon te verbreden. Ik ben wel echt verslaafd geraakt aan de financiële sector, de snelheid, de cultuur en de mensen spreken mij ontzettend aan.” “Work hard, play hard”? Sander "Ik vind het een vreselijke uitspraak maar het is inderdaad wel toepasselijk." Wat staat er allemaal op de planning voor de London Banking Tour? Sander “We gaan binnenkort starten met de promotie. Studenten uit het hele land mogen meedoen, dus wij gaan het hele land door om te promoten. Daarna uiteraard de selectie van de studenten. Dat gebeurt allemaal voor de zomer. In de zomer de laatste puntjes op de i en in september gaan we anderhalve week lang knallen in Londen!”
21
Op de bank bij Annisa
Daniël Zwier Leeftijd 23 Geboorteplaats Hoorn Universiteit Universiteit van Amsterdam Studierichting LLB Rechten en BSc Economie en Bedrijfskunde
Daniel Hoe vind het je om bij dit nieuwe FSA project betrokken te zijn? Daniël “Hartstikke leuk. Met mijn studieachtergrond is dit het ideale project om te organiseren en om aan mee te doen. Ik doe namelijk een bachelor in Rechten en Economie & Bedrijfskunde. Tijdens mijn sollicitatie had ik al aangegeven dat ik het leuk zou vinden om een project neer te zetten waarin we finance en rechten samenvoegen. Dit is dus een perfecte combinatie waarbij ik mijn kennis goed kan gebruiken.” Wat is jouw rol in deze commissie? Daniël “Vanaf het begin van het project, dus nog voordat ik aangenomen was, was Rogier al bezig met het M&A project en had hij veel contact gehad met Credit Suisse. Ik heb me voornamelijk gericht op het uitvoerende werk voor het opzetten van het evenement. Hieronder valt bijvoorbeeld de promotie en het zoeken van een geschikt hotel.” Hoe ziet het project er precies uit? Daniël “We proberen de financiële en de juridische kanten van M&A in één evenement te belichten. Om deze reden werken we samen met de JFAS, juridische faculteitsvereniging aan de UvA (red.). De deelnemersgroep zal uit 12 financiële en 12 juridische studenten bestaan. Het doel is om de juridische studenten met de studenten met een financieeleconomische achtergrond gedurende twee dagen te laten samenwerken. Op dag één bezoeken we de kantoren en
22
wordt er uitgelegd wat M&A betekent in de dagelijkse werkzaamheden bij Credit Suisse en Allen & Overy. Ook zal de case worden toegelicht. Op dag twee wordt er verder gewerkt aan de case met de bedrijven erbij en wordt het winnende team bekendgemaakt.” En wat heb jij tot nu toe geleerd in deze commissie? Daniël “Wat ik heb gemerkt is dat het toch wel pittig is om in een volle collegezaal de aandacht van de studenten te trekken en het project te presenteren. Ik heb ook gemerkt dat promotie erg belangrijk is, vooral omdat The Acquisition natuurlijk een nieuw project is.”
Uiteraard weet ik het een en ander over M&A, maar wat het nu specifiek inhoudt en wat je dan op een dagelijkse basis doet, is voor mij nog onbekend. Bovendien kan ik tijdens het evenement ook de juridische en de financiële kant van een deal meemaken. Om deze reden denk ik dat ik de vraag pas na het project kan beantwoorden, maar ik vind het zeker interessant. Als ik zou moeten kiezen of ik aan de finance of aan de juridische kant zou willen zitten, dan ga ik toch voor de financiële kant. Daar heb ik toch meer affiniteit mee.”
Hoe is het om in een eenmanscommissie te zitten? Daniël “Ik vind niet dat het voelt alsof ik in m’n eentje de commissie draag met een coördinator. Rogier en ik werken veel en intensief samen. We overleggen veel en maken veel beslissingen samen. Ik vind het eigenlijk wel fijn werken als je het vergelijkt met een commissie dat bestaat uit vijf personen. Hierbij is het bijvoorbeeld al lastig om met z’n allen af te spreken.” Zie jij jezelf al bij een investment bank of bij de afdeling fusies en overnames van een advocatenkantoor? Daniël “Dat vind ik nu heel erg moeilijk om te zeggen. Ik denk dat deze dagen voor mij ook heel leerzaam zullen zijn.
magazine
"Het doel is om de juridische studenten met finance studenten te laten samenwerken"
Wish list
Ray-Ban Wayfarer
Ferrari F12 berlinetta
Rare Prints "Blocks"
€250.000
$160
Net op tijd voor de zomer is ook de nieuwe Ferrari de stal uit. Echter, het duurt nog even voordat je er zelf mee pad kan. De wachtlijst is zodanig lang dat het kleine aantal Nederlanders dat hem al heeft besteld tot 2013 zal moeten wachten om de 740pk’s in ontvangst te nemen. Eenmaal in bezit, dan mag je toch echt wel concluderen dat je een parel hebt binnengesleept. Op Ferraris eigen testcircuit, Fiorano, is de tijd van de Enzo inmiddels met twee seconden is verslagen.
The Intelligent Investor €15,99 Dit is een echte must read voor toekomstig beleggers. Deze klassieker van Benjamin Graham wordt al lange tijd ‘the best book on investing ever written’ genoemd door Warren Buffett, dus nu wordt het ook voor jou tijd om de bladzijdes te verslinden. Het boek behandelt de basis van value investing. Oftewel, dit is het waarderen van een bedrijf gebaseerd op een intrinsieke waarde. De nieuwste editie is herzien met commentaar van Jason Zweig.
StockTouch SAS Survival Guide €4,99 De zomer is in aantocht, dat betekent vakantie! Om de diepe reizen door het oerwoud en hoge bergbeklimmingen te overleven mag de SAS Survival Guide app van Trellisys niet ontbreken. Compleet met Morse Code apparaat en zon kompas zal je ook deze keer weer terugkeren naar de lage landen. Verkrijgbaar voor de iPad, iPhone, iPod Touch en Android.
magazine
€4,99 Voor de actieve belegger en/of speculant is er recent een nieuwe app op de markt gebracht. StockTouch geeft informatie over de top 100 bedrijven in 9 sectoren, met zowel actuele fundamentele cijfers als het laatste nieuws. Om het wat interessanter te maken is de interface toegankelijk en kleurrijk, waardoor zeer vriendelijk voor het oog. De app is verkrijgbaar voor iPad, iPhone en iPod Touch.
23
Projectreportage: Access Accountancy
What’s your code of conduct? Dinsdagochtend stipt om 9 uur, net uit bed gerold en de winterse kou getrotseerd, zitten we klaar in de meest sfeervolle vergaderkamer die je maar kunt bedenken. Nog met wazige ogen wordt er een blik geworpen op de agenda voor de aankomende week. Headline: Afspraken met de bedrijven. Toen kon het echt beginnen. Met twee diehard accountancy studenten in deze commissie, waarbij de enige jongen in het gezelschap Yatin (penningmeester) het over niets anders kan hebben dan warm eten en waarbij Carlijn (secretaris) eigenlijk vals speelt omdat zij ondertussen al een contract heeft getekend bij Deloitte, zullen wij Access Accountancy dit jaar wederom tot een nog groter succes maken dan het al is. We hebben getracht Access Accountancy een andere opzet te geven, maar uiteindelijk is gebleken dat dit format als een huis staat: 8 Accountancy bedrijven, 5 volle inhousedagen in 3 achtereenvolgende weken in April. De deelnemende partijen zijn PwC, Ernst & Young, KPMG, Deloitte en de middelgrote kantoren RSM Niehe Lancée Kooij, Grant Thornton, Mazars en BDO die samen één inhousedag organiseren. Tijdens deze vijf dagen zal het werk van een accountant kort worden toegelicht waarbij de sfeer, de borrel, de accountants en het diner de meest belangrijke rollen zullen vertolken.
bedrijven toe maar het scheelt je daarbij ook werk en tijd! Nadat we naar alle bedrijfsafspraken zijn geweest, die we overigens allemaal in een week hadden gepland (is niet aan te raden), konden we ons focussen op de promotie. Met fel goudkleurige opvallende posters en flyers met de briljante tekst: ‘What is your code of conduct’ (denk daar maar eens over na!) zijn wij begonnen aan de propaganda strijd op de VU en UvA. Aangezien er in de-
Om het communicatie technisch eenvoudiger te maken hebben wij de bedrijven onder elkaar verdeeld zodat er altijd één persoon fungeert als aanspreekpunt. Dit staat niet alleen netjes naar de
24
magazine
zelfde promotieperiode nog vijf andere projecten van de FSA werden gepromoot, hebben we stiekem toch gestreden om onze poster het beste plekje te geven. Twee volle weken werden van onze promotieperiode afgesnoept door herkansingen en tentamens. Om het aantal inschrijvingen te maximaliseren waren we met een goede oplossing gekomen waardoor we voor elk bedrijf een mooi aantal studenten hadden. Onze inzet heeft zijn vruchten afgeworpen. Alle bedrijven hebben
Door Wendela Huber
Winnaars case bij Ernst & Young
hun inschrijvingsrecord verbroken. Accountancy is populair en in trek zowel bij tweedejaars studenten als bij derdejaars en Master studenten.
tergas terras in Amsterdam. Deloitte nam de studenten mee naar de Telegraaf en KPMG ging aan de slag met vele tablets.
Op dinsdag 5 April, randje Zuid-As, ging het avontuur van Access Accountancy echt van start. De geselecteerde studenten die je een week eerder telefonisch mocht feliciteren stonden nu allemaal netjes in pak te wachten op het welkomstwoord van Ernst & Young. De interactieve casus was nog niet eens afgerond of de borrel stond al klaar waarna we met een drankje op richting het restaurant liepen om deze dag weer succesvol af te sluiten. De andere vier dagen verliepen op dezelfde wijze, waarbij elk bedrijf een net iets andere invulling had. PwC nam de student mee naar een klant, namelijk het indrukwekkende Warchild waar ook de borrel plaatsvond. De middelgrote kantoren organiseerden met elkaar een leuke en inspirerende casus in Pand020 en de dag werd afgesloten op een zonnige namiddag op het Wes-
Toekomstige studenten hebben de kans gekregen om het bedrijf, de accountant en de cultuur van elk bedrijf beter te leren kennen. Studenten hebben de kans gegrepen voor een toekomstige scriptiestage of werkplek waarbij de visitekaartjes al dan niet door de lucht vlogen. Geslaagd? Wat ons betreft wel! Vijf dagen en drie weken later is het gehele project voorbij. Mijn visie op wat een accountant doet is in de afgelopen weken flink bijgeschaafd. Verscheidene partners hebben het woord genomen tijdens deze dagen en mij geïnspireerd met het feit dat voor dat je jaarrekeningen kan controleren eerst het bedrijf moet leren kennen. Je moet weten wie ze zijn, wat zij doen, wat ze willen bereiken en hoe ze dit willen bereiken. Je zult meer dan de
helft van het jaar bij je klant zitten om deze vragen uit te zoeken en te kunnen beantwoorden. Deze kennis helpt de accountant de jaarrekening optimaal te berekenen en te controleren binnen een periode van 3 à 4 maanden. Als accountant ga je naar meerdere klanten, met verschillende expertises, met verschillende vraagstukken en kort door de bocht gezegd, je werkt maar 3 maanden echt in de boeken! Access Accountancy is een project dat ik niet had willen missen. Onze inzet werd dubbel en dwars terugverdiend door de gezelligheid van de Inhousedagen waar we al die maanden naar toe hadden geleefd. Ik wil graag namens mijn commissie alle deelnemende bedrijven bedanken voor het waarmaken van de interessante en leuke dagen. Alle deelnemende studenten wil ik bedanken voor hun inzet en natuurlijk niet te vergeten mijn commissieleden Annisa, Yatin en Carlijn, waarmee we dit project weer tot een succes hebben gemaakt.
"Alle bedrijven hebben hun inschrijvingsrecord verbroken" magazine
25
Whisky Investments
Single Malt: Double Digits Hoge rendementen behalen door het beheren van je eigen whiskyportefeuille? Door een tekort aan voorraad en snel groeiende consumerende landen als Japan, Rusland en China is de interesse van investeerders gewekt. Het lijkt een aansprekend concept voor de liefhebber van Liquid gold, maar hoe kun je het beste investeren in de op houten vaten gerijpte drank? Het is belangrijk om op te merken dat lang niet alle whisky’s op de markt interessant zijn om aan te kopen als investering. Whisky Investments rekende ons voor dat slechts 0.2% van alle whisky’s op de markt investeringspotentieel hebben. Het Nederlandse bedrijf belegt hierom ook enkel in Schotse Single Malt Whisky. Dit is de meest authentieke drank die er is waarbij de smaakontwikkeling uitsluitend plaats vindt tijdens de rijping op eikenhouten vaten. Single Malt Whisky rijpt doorgaans 10 jaar of langer en is vrijwel on-
26
beperkt houdbaar. Via dit bedrijf kun je investeren in whiskyportefeuilles bestaande uit flessen en/of vaten. Vanaf €5000,- doet u mee. Naast het opbouwen van een whiskyportefeuille kun je ook zelfstandig flessen verhandelen op de beurs. Uiteraard gaat hier een keuringsproces aan vooraf, niet elke fles komt in aanmerking voor de index, authenticiteit is een vereiste. The World Whisky Index is een beurs voor handel in speciale whisky. Door de introductie van de in
magazine
2007 gelanceerde index is het handelen in whisky bijna even eenvoudig geworden als het handelen in aandelen. Wanneer je er in slaagt om een goede whisky te vinden die de markt de komende jaren zal gaan omarmen kun je serieuze rendementen behalen. Een exclusieve fles Black Bowmore 1964 tikt inmiddels een jaarlijks rendement van 140% aan. Hebben we uw aandacht? Wij namen hieronder vijf whisky’s met investeringspotentieel onder de loep.
Door Kasper Faas en Maxime Schmitt
7,4
Aberlour (10 years) Prijs per fles (0,70 L): 35€ Aberlour Single Malt is een Speyside single malt Scotch whisky geproduceerd in de Aberlour Distillery. De Aberlour Distillery biedt 10,12,16 en 18-jaar oude whisky’s aan, alsmede een Cask Strength whisky, die de Gaelische naam A'bunadh draagt. De 10 jaar oude Aberlour is gerijpt in een combinatie van oude bourbon-vaten en oude sherry-vaten. Deze single malt heeft de droge frisse geur van appels en peren, geoogst in het begin van de herfst, met subtiele vleugjes vanille en munt toffee. In het gehemelte is hij buitengewoon zacht en romig, met de smaak van fris herfstfruit gecombineerd met zoet-pittige nootmuskaat en honing.
Ardberg (10 years)
7
Prijs per fles (0,70 L): 49€ De Ardberg Distillery, gelegen in een plaatsje aan de zuidkust van het Schotse eiland Islay, produceert eveneens single malt Scotch whisky. Naast een 10-jaar oude whisky, produceert Ardberg een aantal ‘specials.’ De huidige range specials bestaat uit de Supernova, de Corryvreckan, de Uigeadail en de Blasda. De Ardberg 10 Years Old, wordt in Jim Murray’s ‘Whisky Bible 2008’ geprezen als de World Whisky of the Year 2008 en Scotch Single Malt of the Year 2008. Volgens de Ardberg distilleerderij is het Aroma van de 10 Years Old te omschrijven als een explosie waarbij intens gerookt fruit in de atmosfeer ontsnapt, waarbij de geur van turf doordrenkt met pittige citroen en limoen, verpakt in wasachtige donkere chocolade ontstaat. Zware mint en zwarte peper snijden hierbij door de rook die met de uitbarsting gepaard gaat, gevolgd door de aroma’s van teerachtige touwen en grafiet. En alsof zo’n aanval van geuren nog niet genoeg is wordt je nog eens overdonderd met de geur van gerookte vis, krokante bacon, verweven met groene paprika, gebakken ananas en perensap, wanneer je nog iets steviger door je neus inhaleert. Het vereist een zeer geoefende neus die al deze aroma’s kan onderscheiden, of wellicht een zeer fantasierijke geest die ze zo weet te beschrijven. En dan hebben we het nog niet eens over de smaak of afdronk gehad, dat laten we aan u over.
magazine
27
Whisky Investments
7,3 Macallan (18 Years Sherry Oak) Prijs per fles (0,70 L): 255€
Macallan Whisky, mede bekend door de uitzonderlijk hoge veilingopbrengsten per fles en extreem hoge waardebepalingen op de World Whisky Index, produceert los van de verscheidene ‘special editions,’ twee soorten single malt whisky: Sherry Oak en Fine Oak. Naast het buitengewoon interessante investeringspotentieel van Macallan, is deze Whisky bijzonder omdat deze wordt gerijpt op Spaanse vaten. Zowel de Sherry Oak als de Fine Oak vaten zijn afkomstig van eiken uit de wouden van Galicia, Cantabria en Asturias in Noord-Spanje. Het hout wordt eerst gedroogd in noord Spanje en vervolgens in Zuid-Spanje. In Jerez, zuid Spanje, wordt het hout middels handmatig vakmanschap omgevormd tot de uiteindelijke vaten. Voordat de vaten zuidelijk Spanje verruilen voor Speyside, noord Schotland, wordt er eerst een aantal maanden ‘mosto,’ lichte wijn uit verse oogst, in gerijpt. Vervolgens worden ze geleegd en worden er nog eens 18 maanden lang Oloroso sherries in gerijpt. Uiteindelijk worden de vaten geleegd en verscheept naar de Macallan Distillery in Schotland, waar de vaten gebruikt worden om de ‘new make’ spirit in te rijpen. Althans, dit is het verhaal achter de Sherry Oak. De Fine Oak, krijgt naast de rijping in de Spaanse vaten ook nog even rust in Amerikaanse eiken Bourbon-vaten. Uiteraard levert dit weer unieke smaaksensaties op, die zich lenen voor fantasierijke verhalen over aroma’s. Wij proefden de 18 Years Old Sherry Oak en raakten niet uitgepraat.
Glenmorangie (Madeira Wood finish) Prijs per fles (0,70 L): 81,94€ De naam “Glenmorangie” stamt van het Gaelische ‘Glen mor na sith’, wat vrij vertaald ‘Glen of Tranquility’ of in het Nederlands ‘Vallei van kalmte’ betekent. Volgens de distilleerderij zelf weerspiegelt deze naam de rust en vrede die gepaard gaat met de smaakbeleving van zijn whisky’s. De Glenmorangie Distillery komt uit Tain, Ross-shire gelegen in de Schotse hooglanden en is bekend vanwege het gebruik van de hoogste ketels van Schotland bij het distilleerproces. Glenmorangie produceert een hele range single malt’s, waaronder een 18-jaar oude, een 25-jaar oude en een reeks ‘special editions’, die een extra periode worden gerijpt en daardoor een speciale ‘finish’ krijgen. Deze ‘special finish’ whisky’s worden eerst een tijd gerijpt in ex-Bourbon vaten van Amerikaans witte eikenhout. Vervolgens wordt de whisky overgegoten in vaten waar eerder een andere drank in heeft gerijpt. De vier verschillende ‘finishing’ vaten zijn; Sherry Butt, Madeira Drum, Port Pipe en Burgundy Fût. Het resultaat van deze tweede rijping is een diepere en verrijkte single malt. De Glenmorangie Madeira Wood Finish, die wij probeerden, is koel in het gehemelte en toch enigszins pittig op de tong. Volgens Glenmorangie bevat deze finish een distinctieve ‘Christmas cake’ aroma, wat betekent dat Schotse kerstcake van een heel andere orde is dan de traditionele Nederlandse kerstcake.
28
magazine
7,6
Door Kasper Faas en Maxime Schmitt
8
Bowmore (12 Year Old) Prijs per fles (0,70 L): 77€ De Bowmore Distillery komt net als Ardberg van het eiland Islay. Bowmore single malt’s zijn bijzonder interessante whisky’s om op te nemen in je World Whisky Index portfolio. Zo is de gemiddelde output per jaar van Bowmore 30 jaar liefst 41% en de Black Bowmore 1964 zelfs 140%. Daarnaast is de op één na duurste whisky van de wereld afkomstig van de Bowmore Distillery, namelijk de Bowmore 1850 met een prijs van €43.500,-. Omdat deze fles net niet binnen ons budget paste, gingen we voor het 12 jaar oude alternatief. Deze single malt heeft verscheidene prijzen in de wacht gesleept waaronder een gouden medaille op de International Spirits Challenge. De geur bevat subtiele vleugen citroen en honing alsmede een naar het schijnt voor Bowdistinctieve Bowmore rokerigheid. Op het gehemelte voeren donkere chocolade en rokerige turf de boventoon. Bowmore raadt aan om deze whisky buiten in de frisse lucht te nuttigen. Bovendien zou hij perfect samen gaan met gerookte zalm op Schotse oatcakes, afgeserveerd met citroen en verse zwarte peper.
Op basis van onze tests zouden wij u aanbevelen om de Glenmorangie, Bowmore en Aberlour in uw portefeuille op te nemen. Uiteraard zal dit advies door u op waarde geschat worden (lees: een schot uit de heup). Het resultaat van een gedegen globale marktanalyse is wellicht waardevoller, echter zoveel mogelijkheden krijgen wij bij de redactie niet om ongegeneerd vijf whisky weg te tikken. Trouwe lezer, onze dank is groot. Wij proosten op het betere leven vol hoge rendementen.
magazine
29
Projectreportage:The Acquisition
Merging
Law & Finance Donderdag 10 en vrijdag 11 mei vond de eerste editie van The Acquisition plaats waarbij 24 studenten van zowel een financeals een rechtenachtergrond kennis konden maken met de wereld van Fusies & Overnames. The Acquisition is het afgelopen jaar opgezet in samenwerking met de JFAS, de studievereniging voor rechtenstudenten, waarbij samengewerkt werd met Credit Suisse en Allen & Overy, 2 absolute topbedrijven in hun expertisegebied. De coördinatie van het project werd verzorgd door een commissie van zowel de FSA als de JFAS. De aandacht heeft de afgelopen maanden gelegen op het uitwerken van alle ideeën voor het tweedaagse evenement om een leuk en uitdagend programma aan te bieden aan de 24 geselecteerde studenten. Wat begon met een idee, ontstaan na meerdere gesprekken met geïnteresseerden in investment banking en mensen uit de business, leidde uiteindelijk tot een kans voor studenten om, in korte tijd, alles te weten te komen over een echte overname en daarnaast ook nog eens zelf aan de slag te gaan met het waarderen van een bank en het analyseren van de risico’s die hiermee gepaard gaan.
slissing kan nemen om een overnamekandidaat al dan niet te kopen. Daarnaast zouden gedegen argumenten om de aandeelhouders te overtuigen van de overname ook een essentieel onderdeel van de opdracht zijn. Op de eerste dag van The Acquisition werden de studenten verwelkomd op het hoofdkantoor van Allen & Overy op de Apollolaan. Dit statige gebouw is meer dan een jaar in onbruik geweest in verband met een grondige verbouwing die er niet alleen voor zorgde dat de juristen van Allen & Overy een jaar lang in een alternatief gebouw aan de Zuidas hebben moeten werken, maar
De combinatie van rechtenstudenten en financieel georiënteerde studenten zou ervoor moeten zorgen dat niet alleen vele pagina’s aan officiële stukken doorgenomen konden worden, maar ook dat deze werden omgezet tot een sluitend financieel plaatje op basis waarvan een Raad van Bestuur zijn be-
30
magazine
ook dat een aantal deelnemers tijdens een rondleiding later op de dag niet veel anders kon doen dan hun bewondering uitspreken over de geweldige uitstraling van dit kantoor. Vanaf 9 uur kwamen de eerste studenten binnen en werden zij verwelkomd met een goede kop koffie waarbij zij de tijd hadden om bij te komen van de zeer natte fiets/ov-tocht. Na de korte kennismaking verzorgde Chiel Ruiter, Managing Director bij Credit Suisse en hoofd van de Nederlandse vestiging, de kick-off met een boeiende presentatie over Credit Suisse waarin hij zowel het bedrijf als het
Door Rogier Kouwenhoven
carrièrepad binnen de bank wist toe te lichten. Daarna was het de beurt aan 2 bankiers die respectievelijk 1 en 4 jaar bij Credit Suisse werkten en daardoor goed konden uitleggen hoe zij het leven als investment banker ervaren en waarom zij ervoor hadden gekozen om bij Credit Suisse aan de slag te gaan. Leuk detail: beiden zijn bij Credit Suisse terecht gekomen via een FSA project: de één via de International Banking Cycle en de ander via de London Banking Tour. De Duisenberg School of Finance (DSF) had zich bereid verklaard om ervoor te zorgen dat de groepen een mooie overname zouden kunnen doen door middel van een uitgebreide case. Voor de lunch kwam een van de professoren van de DSF en tevens oudadvocaat een presentatie geven over een bekende overname welke de studenten zouden moeten bestuderen tot zij alle ins en outs in de vingers hadden voor de presentatie aan het einde van de laatste dag. Deze case was op het laatste moment toch aangepast om zo de studenten beter de kans te geven om de vele hoeveelheid informatie te verwerken en samen te werken om zo beide kanten van een overname te zien. Na de lunch kreeg de groep een rondleiding en presenteerde Allen & Overy hun kant van de overname en kregen de studenten alle tijd om tijdens een presentatie van een Corporate Litigation advocaat al hun vragen te stellen over een dag in het leven van de juristen bij een overname. Na de presentatie kregen de studenten kort de tijd om zich in te lezen in de (meer dan 800 pagina’s tellende) case en werd er uiteraard nog even geborreld waarbij er meer jonge medewerkers aansloten. Niet alleen werd hier genoten van een hapje en een drankje, maar ook werd er alvast de bestelling van het eten op-
genomen voor in het hotel die avond want, zo was voor sommigen de verrassing, iedereen zou die avond nog ruim de tijd krijgen om met zijn team eens goed aan de slag te gaan. Na een avond waarbij tot half 2 ’s nachts de deelnemers nog met hun neus in de boeken en later meer met een biertje in de hand met elkaar aan het discussiëren waren werd iedereen de volgende dag weer op tijd bij het ontbijt verwacht om naar de DSF te vertrekken. De tweede dag bestond uit meer uitleg over de case en vervolgens het finaliseren van de opdrachten die vervolgens, in het bijzijn van een jury bestaande uit een DSF student (en toekomstig Allen & Overy advocaat) en de bankiers van Credit Suisse gepresenteerd worden om zo de prestigieuze titel winnaar The
magazine
Acquisition 2012 te verdienen. Of de winnaars elkaar nog zullen zien is de vraag, maar zij hebben met hun prijs zeker de kans gekregen om samen nog een keer naar Holland Casino te gaan en daar hun geluk te beproeven met hun hard verdiende Try out pakketten. Zoals altijd met eerste keren waren er uiteraard ook punten die volgend jaar veranderd of verbeterd zullen worden, maar al met al kunnen we terugkijken op een geslaagde eerste editie van dit veelbelovende project en zijn er al vele ideeën om het volgend jaar nog beter en mooier neer te zetten! Lijkt het jou leuk om komend jaar aan de slag te gaan als commissie voor dit evenement? Neem dan contact op met
[email protected] en geef je nu al op als commissielid voor volgend jaar!
31
Drugssmokkel
Drugssmokkel:
een goede trade-off? De zomer komt er weer aan, dus er is reden genoeg voor het plannen van tropische zonbestemmingen zoals Zuid-Amerika en Azië. Echter, vaak kosten deze –maar al te relaxte- vakanties toch meer dan ons lief is. Waarom zouden we geld uitgeven als we ook terug kunnen keren op Schiphol met een zak geld en, een onvoorkombaar detail, een paar kilo extra baggage. Straks ben je afgestudeerd en weet je alles over investeren, dus ook de risico’s en rendementen die daar bij komen kijken. Een lesje over de risk en returns van drugssmokkel mag dan natuurlijk niet ontbreken. Hier zetten we de know-how van drugssmokkel voor je op een rijtje. Een paar extra euro’s om het nieuwe studiejaar in te gaan is altijd mooi meegenomen. Voor de jackpot moet je naar landen zoals Venezuela, Colombia, Peru of Thailand. Zo’n reis naar bijvoorbeeld Peru levert je namelijk al gauw 6500 Euro op. Omdat de pakkans op Schiphol rond de 10% tot 20% ligt lijkt dat een goede trade-off, maar de pakkans op het buitenlandse vliegveld is vaak wel hoger. Een creatieve smokkelmanier is dus essentieel. Het smokkelen van drugs, hoe moet dat eigenlijk? Hieronder zet ik een aantal traditionele en creatieve smokkelmanieren voor je uiteen. Impregneren en oplossen Ben je een scheikundig wonder? Dan is deze methode de perfecte keus. Drugs worden steeds vaker verwerkt. Op deze manier kun je het bijvoorbeeld oplos-
32
sen in drank of impregneren in kleding. Eenmaal in Nederland hoef je het alleen nog maar in de oorspronkelijke vorm terug te halen. Deze manier is niet te zien door scanners en de politie heeft er een zware taak aan om te ontdekken. Dat is dus makkelijk verdienen. Bolletjes slikken Jaren geleden was dit een ware trend onder smokkelaars. Deze manier wordt echter steeds minder populair. Niet alleen kan je er makkelijk dood aan gaan door een overdosis, maar na de invoering van de zogeheten bodyscans, wordt je zo gepakt. Dit is dus een totale no-go. Dubbele bodem Dit is een gouwe ouwe. Helaas is de pakkans hierbij groter dan bijvoorbeeld impregnatie/oplossing, maar zeker makkelijker in de uitvoering. Deze manier blijft populair.
magazine
Nepfruit Bij deze manier wordt fruit, vaak bananen, in plastic nagemaakt. In de binnenkant worden dan de drugs verstopt waardoor het lijkt op al het andere echte fruit. Op deze manier kan het zo mee met een lading echte bananen; heel simpel en makkelijk dus. Naast deze vaak voorkomende manieren zijn er nog vele andere manieren gevonden om drugs te smokkelen. In 2006 was er bijvoorbeeld een vrouw die cocaïne had verstopt in haar hairextensions. Vervolgens stopte hij dit in een bus Pringles om zo 168 gram cocaine te smokkelen. Er is ook nog het verhaal van een heldhaftige priester die zogenaamd heilig zand in zijn gewaad had zitten. Na controle bleek hij toch niet zo heilig en het zand evenmin. Dan neem je uiteindelijk toch het risico en wordt je gepakt. Geen paniek, je krijgt
Door Claire Nooij
01 Domincaanse Republiek
02 thailand
03 Suriname 04 peru
zelfs subsidie uit Nederland. Maandelijks kan je 30 Euro verwachten om de nodige tandpasta en dergelijken te kopen. Uiteraard is het niet alleen maar positief. Wat kan je verwachten? Een aantal zogeheten risicogebieden worden hieronder uitgelicht. 01 Domincaanse Republiek
Nadat je bent opgepakt staat je eerst een reeks van verhoren te wachten. Tijdens deze verhoren sta je er alleen voor, geen advocaat is hierbij aanwezig. Gedurende de tijd van de verhoren zit je in een cel met officieel maximaal 75 arrestanten. In de praktijk zijn dit er doorgaans 500. Officieel zit je hier maximal 72 uur, maar ook hier gelden andere regels in de praktijk. Een Nederlandse gedetineerde heeft hier weleens 45 dagen moeten aftellen. Als er eenmaal een straf is vastgesteld kan je fluiten naar je studententijd en de mogelijkheid tot een carrière, want de minimale straf is 5 jaar en kan oplopen tot 30 jaar. 02 Thailand In Thailand gelden zeer extreme straffen voor drugshandel. Het is niet ongewoon om een levenslange vrijheidsstraf te krijgen. Ook wordt de doodstraf, in tegenstelling tot landen in Zuid Amerika, hier nog steeds uitgevoerd. Er is echter wel een lichtpunt: na 8 jaar kom je in aanmerking tot overplaatsing naar Nederland, waar de gevangenissen ook wel hotels worden genoemd. 03 Suriname Als je drugs smokkelt uit Suriname kan je het maar beter meteen goed doen, want hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs. Ook zijn de straffen er relatief mild in vergelij-
king tot de andere paradijzen. Je kunt er maximal 8 jaar celstraf krijgen, maar in de praktijk wordt deze straf zelden opgelegd. Vorig jaar kreeg een 23-jarige jongen een luttele 12 maanden en een kleine geldboete voor het smokkelen van 2,5 kilo cocaine. Dat is dus een relatief goede trade-off. Ga je binnenkort stage lopen in Suriname? Zorg er dan voor dat je geen onbekende flesjes of pakketjes op de terugweg meeneemt. Bazen willen nog weleens wat in je baggage doen zonder dat je het weet. 04 Peru Peru is een vaak gebruikte smokkelroute voor Nederlanders. Op dit moment zitten ongeveer 115 Nederlanders vast in de gevreesde gevangenis van Lima: Callao. Alleen Spanje heeft meer gevangenen in Callao. Over het algemeen zit 83% van de Nederlandse gevangenen in het buitenland vast voor drugshandel. In Zuid-Amerika is dit bijna 100 procent waarbij Peru de koploper is. Mocht je dus gepakt worden, dan kun je je heil in ieder geval vinden bij de andere Nederlanders. Net zoals de Domincaanse Republiek zijn de gevangenissen overvol. Blokken waar bijvoorbeeld officieel 80 gevangenen mogen verblijven tellen er vaak meer dan 250. Je kan hier echter wel voor enige luxe zorgen door een eigen cel te huren. Je mag dan hopen op een gespekte spaarrekening of een gulle familie, want een cel kost hier 1500 dollar per maand. Het alternatief is een matrasje op de gang.
je hier minder gevaar om gearresteerd te worden en je verdiensten kwijt te raken. Creativiteit bij de manier van smokkelen is niet alleen essentieel, maar de route naar huis is ook een belangrijk aspect van de smokkel. Kortom, wanneer je deze zomer een keer wilt terugkomen met een positief rendement en een mooie exotische vakantieherinnering dan biedt drugssmokkel zeker perspectief. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade en/of kosten die voortvloeien uit onvolledige en/of foutieve informatie in dit artikel.
Ook de smokkelroute speelt een rol. Sinds enige jaren komt het steeds vaker voor dat drugs eerst langs Afrika worden gesmokkeld voordat ze Europa binnenkomen. Over het algemeen loop
magazine
33
Projectreportage: National Investment Competition
Hoe beleg jij
€ 100,000,- ? De National Investment Competition (NIC) is een online beleggingsspel dat studenten de mogelijkheid biedt om in aanraking te komen met beleggen in aandelen en opties. De deelnemers beleggen met een virtueel bedrag van €100,000,- en strijden voor de titel Beste Studentenbelegger van Nederland! De NIC wordt georganiseerd in samenwerking met de andere financiële studieverenigingen in Nederland (de FAN). Na het selectieproces in de zomer konden we als NIC commissie aan de slag. Wij hebben allebei affiniteit met beleggen dus de NIC is een perfect project voor ons om te organiseren. De NIC is een online beleggingsspel en de commissie en de FSA zelf hebben niet de technische expertise om dit via het internet te kunnen runnen. Daarom wordt de NIC georganiseerd in samenwerking met IEX die de software voor het project levert. Na veel brainstormen stond er een eerste afspraak met IEX op het programma. Toch wel spannend, het is namelijk de eerste keer dat het concreet werd. Tijdens deze meeting werd de evaluatie doorgenomen van vorig jaar (zeker niet vergeten de evaluatie met je voorgangers door te nemen!). Beide partijen, IEX en de commissie, legden onze punten op tafel over hoe wij de NIC voor ogen hadden en wat er beter moest. Eén van de dingen die vorig jaar niet helemaal soepel verliep was de acquisitie,
34
aangezien IEX goede contacten heeft binnen de financiële wereld werd besloten deze samen te doen. IEX zou het eerste contact leggen en het was aan ons als commissie om de geïnteresseerde partijen over de streep te trekken. Met dit plan op tafel was de volgende stap een overtuigend promotieplan te schrijven om potentiële sponsoren te overtuigen. We waren al eerder tot de conclusie gekomen dat de beste manier om potentiële deelnemers te bereiken en te recruteren via social media zou zijn. Na vele uren van brainstormen en discussies stond er eindelijk een sterk promotieplan op papier waarmee we potentiële sponsoren konden benaderen. Dit was gelijk ook het moeilijkste gedeelte, de coördinatie met IEX was niet altijd ideaal en zorgde voor een mooie uitdaging. Een van de gevolgen was dat het project in april werd uitgevoerd, terwijl dat in eerste instantie in februari
magazine
zou zijn. Uiteindelijk bleek IMC financial markets & asset management de meest concrete geïnteresseerde partij en werden we uitgenodigd op gesprek. Voor commissieleden is dit het leukste aan een project organiseren. Intensief vergaderen en voorbereiden voor deze belangrijke afspraak, ontmoeten we elkaar op de FSA-kamer. Allemaal strak in pak en ready to go. Eenmaal aangekomen op de Zuid-as lag er een enorme laag sneeuw die alleen maar dikker werd door de maar aanhoudende neervallende sneeuwvlokken. Zoals een goede commissie betaamt waren we veel te vroeg gearriveerd zodat we nog tijd hadden om een kopje koffie en een lekkere hapje naar binnen te werken. Na deze rustgevende injectie van cafeïne begaf de commissie zich naar het kantoor van IMC financial markets & asset management. We werden zeer vriendelijk ontvangen door de recruiters van het bedrijf. Om IMC te overtuigen hadden we een presentatie voorbe-
Door Sebastian Bong
Powered by:
reid. Door ‘efforts’ van alle FAN-steden konden we IMC overtuigen met harde cijfers en feiten hoe we waardevolle deelnemers voor het project konden aantrekken. Een belangrijk doel van de NIC-commissie vanaf het begin was het organiseren van een inhouse-dag. De NIC is voornamelijk een online project en de inhouse-dag leek voor ons als commissie ideaal om de studenten betrokken te houden bij het project en leuk voor onszelf om de deelnemers persoonlijk te kunnen ontmoeten. Gelukkig werd dit idee positief ontvangen door alle betrokken partijen. Nadat alles officieel was en IMC sponsor zou worden van de NIC 2012 werden snel alle promotiematerialen op orde gebracht, dat schema werd alleen wat in de war gebracht door de FSA-wintersport, maar kwam uiteindelijk helemaal goed. Voor de start van het project had IMC aangegeven graag studenten met een bèta-studie als deelnemers te zien. Dus besloten we als commissie om een roadtrip door het land te maken. Met z’n allen gezellig in de auto langs Delft, Eindhoven en Utrecht werd er keihard gepromoot en hadden we een echte topdag als commissie! En dan was het moment eindelijk daar: de NIC ging van start. Met ongeveer 1000 geregistreerde portfolio’s begon het beleggen. Deelnemers waren super enthousiast en het is erg spannend om te zien als commissie hoe actief studenten zijn om hoge re-
Competition: April 9th – 6th of May
Or win one of the many other great prizes!
www.investmentcompetition.nl
turns te realiseren. Uiteraard waren er mooie prijzen te winnen voor de besten! Tijdens het project was het voor ons als commissie de uitdaging vooral studenten actief te houden (het project duurt immers 4 weken) en door wekelijkse nieuwsbrieven, beleggingstips en social media zijn wij hier in geslaagd. Aan het einde van de competitie bleek één van ons zelfs een getalenteerde belegger te zijn!
brengen en deze dan zelf op te lossen. Verder kom je in contact met veel bedrijven en leer je tijdens de organisatie van je project erg veel over de financiële sector. Bovenal is het super gezellig om met een team een project van de grond te krijgen en ben je trots als het eenmaal gelukt is!
Waarom een commissie doen? Je leert als commissie echt zelf dingen in de praktijk te brengen in plaats van langs de lijn te staan. Het is enorm leerzaam voor real-life problemen te staan die jouw project in gevaar
magazine
35
‘Stel je voor… jouw inbreng
is belangrijk voor het vermogen van 4,5 miljoen mensen’ Alejandra Lopez Rodriguez, risk controller bij APG Asset Management in Amsterdam
PG beheert pensioenvermogen miljoenen APG Asset ‘A het van Management zoekt ambitieuze ben risk en bewaak dat Investment Professionals. mensen. Ik hier controller beleggingsspecialisten verantwoordelijk omgaan met hun beleggingsportefeuille. Ik toets of de risico’s diezijnemen, passen binnen deafgesproken beheert zo’n 299 euro pensioenvermogen. APG miljard grenzen. Wat mijn werk boeiend maakt, is de Wij hebben kantoren in Heerlen, Amsterdam,
25.1541.12.2
dynamiek van de financiële markten. Ik sta altijd klaar om snel te reageren en met afdelingen te overleggen over maatregelen. Als het nodig is, kom ik direct in actie.’
CERTIFIED BY THE CRF INSTITUTE
Hong Kong en New York.Wil je meer weten? Stel je voor… www.werkenbijapg.nl
Nieuws uit de Pijlers Consultancy
ACCOUNTANCY
BANKING
Logica gaat een ‘world class’ patentbeheersysteem ontwikkelen en implementeren bij het Europees Patentbureau. Het nieuwe ICT systeem moet leiden tot een jaarlijkse kostenbesparing van enkele tientallen miljoenen euro's. Volgens planning zullen de 38 nationale patentenbureaus van Europa in 2015 gebruik maken van het nieuwe systeem. Logica is hoofdaannemer en gaat samenwerken met IT consulting specialisten EMC en Sword en softwarehuis Be Informed. De totale opdrachtwaarde is niet bekendgemaakt, naar verluidt ontvangt het adviesbureau tientallen miljoenen euro’s voor het project.
Fiscalisten en accountants verdienden afgelopen jaar 5,3% meer dan in 2010. De loonstijging het jaar daarvoor bedroeg 4,6%. Dat blijkt uit onderzoek van Rousch, een specialist in het bemiddelen van arbeid in de accountancy sector. In provincie Noord Brabant vond de grootste stijging plaats.
De European Patent Office (EPO) heeft bijna 7,000 medewerkers verspreid over vestigingen in Nederland, Duitsland, België en Oostenrijk. Het bedrijf, dat werkt in opdracht van 38 Europese landen, verwerkt jaarlijks zo'n 2,5 miljoen transacties en ontvangt 250.000 patentaanvragen.
Volgens Rousch blijft overstappen de beste manier om je salaris positie te verbeteren. De gemiddelde loonstijging van een overstapper bedroeg volgens het onderzoek 7,9%, waar diegene die trouw aan zijn werkgever bleef een stijging van 3,9% kon verwachten.
De andere FSA (die aan de overkant van het water, de Financial Services Authority) heeft een decision notice gestuurd naar Ian Hannam, voorzitter kapitaal markten bij J P Morgan Cazenove, en zal waarschijnlijk een boete van £450.000 in rekening brengen vanwege marktmisbruik. Hannam heeft een beroep gedaan op de beslissing van de FSA en zal de zaak voor het bovenste tribunaal in Engeland bevechten. De FSA stelt dat Hannam in september en oktober 2008 voorkennis heeft gelekt via twee emails naar een eventuele klant. De regulateur zegt dat de emails geheime informatie bevatte omtrent Heritage Oil plc, een klant van J P Morgan voor wie Hannam hoofdadviseur was. De FSA erkent dat Hannam niet bedoelde marktmisbruik te plegen maar beschouwt zijn tekortkomingen ernstig gezien zijn ervaring en leidinggevende functie bij J P Morgan. FSA directeur handhaving en financiële criminaliteit Tracey McDermott stelt dat voorkennis van extreme waarde is en dat er streng mee omgegaan moet worden om ervan zeker te zijn dat passende waarborgen in acht worden genomen.
Salarissen stegen het hardst in Noord Brabant, met 5,9%. In Gelderland en Zuid Holland bedroeg de stijging beiden 5,4%. Achterblijvers waren Zeeland en Limburg, met respectievelijk 1,8 en 2,1%. Onder respondenten was het opleidingsniveau 28% WO, 55% HBO en 17% MBO.
Investments Hedge funds richten zich steeds meer op relatieve waarde. Naar mate het moeilijker wordt voor alternatieve portfolio managers om absoluut rendement te behalen, proberen zij de aandacht van hun investeerders naar hun relatieve prestatie te trekken. Dit is een fundamentele verandering voor de sector. Hedge funds worden van een hoop din-
gen beschuldigd, waaronder transparantie en eerlijkheid niet te vinden zijn. Na een zware periode wat betreft het behalen van enig rendement komt hier echter verandering in. Hedge funds voelen zich steeds meer geforceerd om hun investeerders te verzoenen met meer informatie over hoe het geld binnen stroomt dan voorheen normaal was in de sector.
Het stereotype van de zelf verzekerde fund manager die met flair en intuïtie investeert leek zeldzaam zo gebrekkig. Slinkende prestaties zijn de laatste tijd eerder regel dan uitzondering als resultaat van zowel geopolitieke- en marktvolatiliteit, wat ervoor heeft gezorgd dat absoluut rendement ver te zoeken is geweest.
Henry Hub Gulf Coast Natural Gas Spot Price (Dollars/Mil. BTUs) Year
Jan
Feb
Mar
Apr
May
Jun
Jul
Aug
Sep
Oct
Nov
Dec
2004
6.139
5.369
5.394
5.709
6.334
6.270
5.931
5.406
5.145
6.353
6.165
6.577
2005
6.150
6.138
6.960
7.159
6.472
7.183
7.629
9.533
11.745
13.422
10.304
13.049
2006
8.686
7.536
6.888
7.164
6.245
6.210
6.168
7.135
4.896
5.847
7.405
6.734
2007
6.552
8.002
7.108
7.601
7.637
7.346
6.219
6.218
6.079
6.743
7.102
7.105
2008
7.9 85
8.544
9.413
10.181
11.269
12.685
11.089
8.257
7.674
6.737
6.684
5.815
2009
5.241
4.515
3.960
3.495
3.833
3.800
3.384
3.141
2.987
4.008
3.663
5.348
2010
5.832
5.320
4.291
4.034
4.140
4.801
4.627
4.315
3.894
3.434
3.714
4.249
2011
4.494
4.093
3.974
4.235
4.311
4.537
4.424
4.055
3.896
3.566
3.239
3.170
2012
2.671
2.505
2.172
1.945
magazine
37
Carrière
Jouw gebruiksaanwijzing 38
magazine
Door Maxime Schmitt
Kennis van je eigen gebruiksaanwijzing en die van je medewerkers is de belangrijkste succesfactor in je carrière, stelt Hans Faas, auteur van het boek ‘De gebruiksaanwijzing van uw medewerker.’ Het kennen van je eigen gebruiksaanwijzing en die van anderen heeft meerdere toepassingsgebieden. In eerste instantie voor managers voor het aansturen van medewerkers. Maar ook voor verkopers om te zorgen dat het klikt met klanten en teamwork voor samenwerkingstrajecten. In dit interview vertelt Hans Faas hoe studenten het kunnen gebruiken tijdens de sollicitatieprocedure. Mensenkennis je belangrijkste succesfactor Vakinhoudelijke kennis is één van de kritische succesfactoren in je carrière, maar in mijn beleving is mensenkennis velen malen belangrijker. Wanneer ik dit aan studenten vertel zijn er een heleboel die daaraan twijfelen, als ik dat aan managers vertel die langer dan vijf jaar werken is iedereen het met me eens. Bij veel studenten ligt nu de focus op vakinhoudelijke kennis en dat is helemaal niet erg. Maar wanneer zij uiteindelijk toetreden tot het economisch proces van de arbeidsmarkt zullen ze merken dat hun sociale vaardigheden, want dat is een onderdeel van mensenkennis, eigenlijk veel belangrijker zijn. Leiderschap is 10% techniek en 90% mensenkennis. De vier gebruiksaanwijzingen zijn slechts hoofdgroepen. Ieder mens is natuurlijk uniek, laat dat helder zijn. Ik maak vaak gebruik van de metafoor van haarkleur: Je kunt mensen indelen in vier haarkleuren, ik val daar met mijn grijze haar even buiten, maar verder heb je blond, zwart, rood en bruin haar. Toch is er niemand met exact dezelfde haarkleur als iemand anders, het is een mengvorm en dat geldt voor de vier gebruiksaanwijzingen ook. Maar iedereen is te kenschetsen in een hoofdgebruiksaanwijzing. Uiteraard is het complexer dan ik hier wil laten zien, maar het kenschetsen van de hoofdge-
bruiksaanwijzing is voldoende. Dat is ook de kracht, want als ik al die bijzonderheden zou toevoegen aan het boek, zou het boek twee keer zo dik zijn en dan kan je er niks meer mee. Solliciteren met mensenkennis Hoe kan het lezen van de gebruiksaanwijzingen worden toegepast op de sollicitatieprocedure? Veel grote organisaties proberen het rekruteringsproces te rationaliseren. Die processen moeten allemaal in ratio zijn gebaseerd en allemaal op spreadsheets passen. Het is mijn inziens een uitermate nuttige en waardevolle zaak dat het op die manier gebeurt, maar je ziet toch dat er emoties in het proces sluipen. Je kan hoog en laag springen, maar sommige zaken zijn niet te rationaliseren. Net zoals het inkoopproces niet te rationaliseren is. Elke inkoper maakt enorme spreadsheets en neemt dan uiteindelijk op gevoel een beslissing. Datzelfde geldt voor een sollicitatieproces. Natuurlijk moet je eerst allerlei assessments afleggen en je cv moet aan honderd voorwaarden voldoen, maar uiteindelijk gaan er toch een aantal gesprekken plaatsvinden
met recruiters of de potentiële baas. Met name tijdens die gesprekken speelt emotie een hele grote rol. Mensen zijn altijd op zoek naar soortgenoten en lotgenoten. Als ik jou benader zoals past bij jouw gebruiksaanwijzing dan herken jij in mij een soortgenoot en dat geeft een veilig gevoel waardoor je je op je gemak voelt en dat zal zorgen dat je mij sympathieker vind. En op het moment dat een recruiter je sympathieker vindt, krijg je net even een streepje meer. Ingewikkelder dan dat is het niet. In het eerste gedeelte van het boek leer je heel snel hoe je de gebruiksaanwijzing van iemand kunt lezen. Je bent in staat om op basis van een aantal elementen die gebruiksaanwijzing van je gesprekspartner vast te stellen. Op het moment dat het je is gelukt om tijdens een sollicitatiegesprek de gebruiksaanwijzing vast te stellen, moet je je op een paar puntjes even aanpassen, denk bijvoorbeeld aan spreeksnelheid. Vaak vertelt een recruiter aan het begin van het sollicitatiegesprek een uitgebreid verhaal waarin hij/zij vertelt over het bedrijf en de functie. Dat is meestal
"Leiderschap is 10% techniek en 90% mensenkennis" magazine
39
Carrière
"Als je intelligent over wilt komen moet je geen intelligente dingen zeggen, maar intelligente vragen stellen”
al genoeg om erachter te komen wat zijn/haar gebruiksaanwijzing is. Wanneer dat niet zo is dan stel je een voorbereide open vraag waar de recruiter wat langer op in moet gaan. Een extravert persoon is waarschijnlijk in staat om in gesprek met een introvert persoon gas terug te nemen. Is een introvert persoon in staat om extraverter over te komen dan hij/zij daadwerkelijk is? Dit is zeer moeilijk en dit is eigenlijk het enige wat niet echt werkt, een zeer introvert persoon heeft daar buitengewoon veel moeite mee. Maar hij kan de gevolgen wel bestrijden. Dus hij kan wel als hij heel detailgericht is, want dat is een kenmerk van een introvert persoon, proberen het over de grote lijnen te hebben. Als je intelligent over wilt komen moet je geen intelligente dingen zeggen, maar intelligente vragen stellen. Dat is absoluut een truc die altijd werkt. Dus wat hij bijvoorbeeld wel zou kunnen doen, is vragen stellen over de
40
grote lijnen. Op het moment dat de man aan de overkant van de grote lijnen is, denkt hij dat jij daar ook van houdt en voelt hij een soortgenootschap. Ik vind echter wel dat je dicht bij jezelf moet blijven. Als ik me compleet anders voor ga doen dan dat ik in werkelijkheid ben zal het niet werken. Het enige wat je moet doen is je enigszins aanpassen. Mensen vragen vaak of je je helemaal moet aanpassen en of je helemaal buiten jezelf moet treden. Het antwoord is nee. De volgende vergelijking gebruik ik vaak om dit uit te leggen: Als jij een Engelsman tegenkomt ga je Engels met hem praten, het heeft geen zin om steeds harder Nederlands te praten. Dat wil helemaal niet zeggen dat je je persoonlijkheid inlevert. Op het moment dat jij weet dat ik met een heel laag tempo spreek en je past je tempo aan, dan communiceer je gewoon beter, niet meer en niet minder. Wordt de taakverdeling in een team anders wanneer de samenstelling van de verschillende gebruiksaanwijzingen duidelijk is? Dat is zeker mogelijk. Een omgedraaide situatie betreffende teamwork is de vraag wat een ideaal team is. Dit beschrijf ik ook in het boek. Er staan 20 managementtechnieken en best practices in het boek, waarvan er één teamwork is. Het ultieme team bestaat uit vier verschillende gebruiksaanwijzingen. De één is enorm detailgericht, die ziet vier cijfers achter de komma, en dat heb je nodig in een team. Maar diezelfde persoon is niet de goeie om de grote lijn vast te houden. Zo’n persoon is vaak nooit klaar. Die heeft iemand nodig die de knoop doorhakt. Je hebt taakgerichte mensen en je hebt mensgerichte mensen en die zijn allemaal belangrijk en nodig in zo’n team. Want elk teamlid heeft dan een andere insteek wat zorgt voor een optimum. Een team waarin slechts drie gebruiks-
magazine
aanwijzingen vertegenwoordigd zijn komt bepaalde aspecten tekort. Dan moet er onderling overlegd worden wie die rol binnen het team gaat oppakken. U stelt dat mensen met eenzelfde gebruiksaanwijzing beter communiceren met elkaar, omdat ze elkaar zien als soortgenoten. Is het risico op conflicten binnen een team met vier verschillende gebruiksaanwijzingen niet te groot? Ik train veel managementteams hiermee en dan zie je vaak dat er al vervelende zaken zijn ingesleten. Pietje kan niet zo goed met Jantje overweg en die vangen elkaar vliegen af wat een contraproductieve situatie creëert. Op het moment dat je dat inzichtelijk maakt en de teamleden elkaars gebruiksaanwijzing begrijpen en beheersen, houden ze daar rekening mee. Op zo’n moment ontstaan er hele bijzondere dingen. Wanneer je in een team optimale resultaten wilt bereiken zal er frictie moeten zijn, zonder wrijving geen glans. Wat vaak voorkomt in het bedrijfsleven is dat een bepaald individu wordt aangewezen om een nieuw projectteam samen te stellen. Dit individu heeft een bepaalde gebruiksaanwijzing en zoekt daar vriendjes bij die per definitie dezelfde gebruiksaanwijzing hebben. Het resultaat is dat je enorme stukken mist binnen het team. Alle teamleden zijn het namelijk direct met elkaar eens en het is hartstikke gezellig, maar men vult elkaar geenszins aan. Verschillen de gebruiksaanwijzingen in hun geschiktheid voor bepaalde beroepen of functies? De verschillende gebruiksaanwijzingen zijn gebaseerd op het DISC systeem, waar onderzoek naar is gedaan in Amerika, waar het onwaarschijnlijk populair is. Veel grote ondernemingen gebruiken het ook als assessment instrument. Die onderzoeken hebben geen verband gevonden tussen
Door Maxime Schmitt
bepaalde typen gebruiksaanwijzingen en maatschappelijk succes. Dus er zijn topmanagers van iedere gebruiksaanwijzing, het is niet zo dat de één beter is dan de andere. Het is wel zo dat de verschillende gebruiksaanwijzingen op andere manieren leiding geven. Dus afhankelijk van de situatie is de ene gebruiksaanwijzing meer geschikt dan de andere. Zo zou ik bijvoorbeeld liever een hersenoperatie ondergaan bij een wat ingetogen, op details gerichte chirurg dan bij een zelfvertrouwen blakende dominante arts die alleen oog heeft voor de grote lijnen. Die tweede is waarschijnlijk wel de beste keus als crisisarts in een oorlogssituatie.
De vier gebruiksaanwijzingen
D:
Direct en Dominant
De Doener Voorbeeld: Louis van Gaal
Ik ben snel geïrriteerd maar ben het ook weer snel vergeten. Zaken interesseren me meer dan mensen. Ik ga voor de hoofdlijnen, verzand a.u.b. niet in oeverloze details. Als je aanbod of verhaal goed is beslis ik snel. Ik ben behoorlijk assertief en direct. Ik ben niet snel onder de indruk van mensen. Ik raak gemotiveerd door uitdagingen, ik ga problemen niet uit de weg. Ik ben soms bang om de controle te verliezen dus probeer mij niet te overheersen.
I:
Veel bedrijven met een specifieke bedrijfscultuur hebben een disproportionele verdeling van de gebruiksaanwijzingen. Je ziet het bij bedrijven die een hele dominante directie hebben. Die verzamelen allemaal soortgelijke types om zich heen en dan krijg je een heel dominant bedrijf. Het is aan de HR functionaris om hier tegenwicht aan te geven" bij de selectieprocedure.
Hoe kun je je eigen gebruiksaanwijzing vaststellen? Je eigen gebruiksaanwijzing kun je bepalen door een vragenlijstje in het boek in te vullen. Er is geen goede of slechte uitslag. Op het moment dat je het zelf-onderzoekje doet, rollen er een aantal sterke en een aantal minder sterke punten uit. Het is uitermate nuttig voor je zelfontwikkeling om maximaal gebruik te maken van je sterke punten. Als ik bijvoorbeeld schildpad zou zijn zou ik niet trainen voor de marathon want dat gaat toch nooit werken. Overigens zal de kennis uit dit boek je niet alleen verder helpen in je carrière. Je kansen bij dat prachtige blonde stuk (m/v) zullen er ook dramatisch door toenemen. www.jouwgebruiksaanwijzing.nl
Inspirerend en Invloedrijk
De Prater Voorbeeld: Mark Rutte
Ik ben een enthousiast en optimistisch mens. Ik praat snel en veel en heb de neiging af en toe wat te overdrijven. Ik ben extravert en vind mensen en plezier meestal belangrijker dan taken. Ik ben altijd in voor nieuwe dingen en veranderingen. Ik wil graag met respect worden behandeld, als je dat niet doet sta je weer snel buiten. Het is voor mij belangrijk aardig gevonden te worden.
S:
Sociaal en Stabiel
De waarnemer Voorbeeld: Job Cohen
Ik ben een bescheiden mens. Ik vind relaties en familie belangrijker dan mijn werk. Als je mij om hulp vraagt zal ik je altijd helpen. Ik heb moeite met veranderingen en onzekerheden. Ik probeer altijd de harmonie te bewaren. Ik vind het prettig als mensen mij waarderen. Als mensen zich ten opzichte van mij dominant gedragen kruip ik in m'n schulp en word dan wat wrokkig.
C:
Consciëntieus en Correct De Denker Voorbeeld: Piet Hein Donner
Ik ben een georganiseerd mens, met oog voor detail. Ik neem nooit lichtvaardige besluiten en maak dan ook zelden fouten. Ik ben wat gesloten en mensen vinden mij soms wat pietluttig en somber. Ik vind taken uiteraard belangrijker dan mensen. Ik heb niet veel op met blabla figuren. Ik kan slecht tegen kritiek op mijn werk en probeer risico's zo veel mogelijk te vermijden.
magazine
41
Interview:Willem Bierens de Haan
Heineken:
Open your world Exact honderd dagen voor de opening van Holland Heineken House 2012 in Londen spraken we met voormalig UvA student Willem Bierens de Haan. Willem is nu bijna drie jaar werkzaam bij HEINEKEN en in zijn huidige functie onder andere financieel verantwoordelijk voor het Holland Heineken House.
Wat is je studieachtergrond en waarom heb je voor HEINEKEN gekozen? Ik ben begonnen met mijn studie Economics & Business aan de Universiteit van Amsterdam, destijds een nieuwe Engelstalige studie. Hier heb ik me gespecialiseerd in Finance en Industrial Organizations. Nadat ik mijn studie had afgerond, besloot ik een jaar stage te lopen omdat ik even niet meer wist wat ik wilde gaan doen. Na deze stage ben ik weer gaan studeren aan de UvA en ik heb ik mijn master Business Economics voltooid. Ik ben tijdens mijn master ook in contact gekomen met de FSA, om me goed te kunnen oriënteren op de arbeidsmarkt.
42
Ik wilde graag iets gaan doen met Finance maar kwam er snel achter dat investment banking mij niet lag. Ik zocht meer naar interactie met mensen en concreetheid van producten, zo ben ik ook bij HEINEKEN uitgekomen. Je werkt hier veel met cijfers maar misschien nog veel meer met mensen. Je opdracht is om cijfers te vertalen naar management informatie, zodat de juiste beslissingen genomen worden. De concreetheid van producten uit zich in het feit dat ik wekelijks een business case maak van een nieuw product of een nieuw flesje, hierdoor is de output heel direct en meetbaar.
magazine
Kun je iets vertellen over je carrière bij HEINEKEN tot nu toe? Mijn allereerste contact met HEINEKEN was in 2004 toen ik me aanmeldde als vrijwilliger voor het Holland Heineken House. Na de sollicitatieprocedure werd ik medewerker Logistiek en heb ik een geweldige maand in Athene meegemaakt. Ik heb naast mijn studie ook altijd twee dagen in de week gewerkt als rondleider in de HEINEKEN Experience, waar ik Willem-Alexander en Maxima, de selectie van FC Volendam en vele toeristen heb mogen rondleiden. Via deze bijbaan ben ik ook aan een stage bij HEINEKEN gekomen in New Caledonia. Hier heb ik twee opdrachten
Door Kasper Faas
gedaan en kunnen ervaren of ik de finance kant of de project management mij meer lag. Het weer (28-30 °C) en de locatie (appartement aan het strand) waren een aardige bijkomstigheid. Na mijn master ben ik gaan solliciteren bij HEINEKEN en ben ik begonnen als Finance Management Trainee. Voor mijn eerste opdracht binnen het Finance Management Traineeship werkte ik als assistent controller van het Holland Heineken House in Vancouver. Heel uniek was dat ik echt met mijn voeten in de modder kon gaan staan. Ik had letterlijk het geld in handen dat afgeroomd moest gaan worden. Compleet anders dan resultaten op papier zien. Voor mijn tweede opdracht werkte ik mee op de logistieke afdeling waar ik een model moest bouwen gevuld met nieuwe data om onze fustenstroom nu en in de toekomst beter te volgen. De uitdaging zat o.a. in het opzetten van een informatiestroom zonder de operatie in de weg te zitten. Van lijnoperator, heftruckchauffeur tot douane beambte, met alle mensen van de logistieke afdeling heb ik meegelopen om deze data verzameling op de juiste plaats neer te zetten en te borgen voor de toekomst. Nu 1,5 jaar na dato wordt er nog steeds mee gemeten.
Momenteel werk ik als business controller voor de marketing en retail divisies. Wat zijn de werkzaamheden en uitdagingen in je huidige functie? Binnen mijn huidige functie als business controller marketing/retail ben ik eigenlijk een soort sparringspartner van de business. Ik heb hier te maken met enerzijds de commerciële collega’s zoals marketeers en accountmanagers, en aan de andere kant de meer specialistische collega’s zoals de corporate financials, business analisten, de administratie en de fiscalisten. Het kan hier gaan om kleine dingen of over compleet nieuwe productinnovaties. Als business controller is het mijn rol om de financiën van de afdelingen te bewaken. Hierdoor is het van groot belang dat ik veel samenwerk met de business en ook veel met hen in discussie ga. Dit is een van de leuke uitdagingen van deze baan. Ook al werk je hier het merendeel van de dag samen met de marketeers en account managers en probeer je hen te helpen met hun werk, uiteindelijk ben jij wel degene die verantwoording aflegt over de cijfers. Tijdens mijn traineeship heb ik geleerd dat je echt met een goed verhaal moet komen om de mensen van de produc-
magazine
tieafdelingen, waar efficiëntie cruciaal is, te overtuigen van je plannen. Dit kan best een uitdaging zijn, maar dit is ook logisch omdat je deze mensen hierdoor in veel gevallen meer werk bezorgt. Het is erg mooi om te zien als je plan er doorheen komt en het zijn vruchten afwerpt. Daarnaast moet je als finance jonkie ook sterk in je schoenen staan. Je werkt met mensen die bijvoorbeeld al jarenlang ervaring hebben met evenementen. Ik moet toch altijd weer vanuit mijn functie terugkomen op de kosten. Het financiële belang botst soms met de commerciële of operationele belangen. Deze zomer opent het Holland Heineken House in Londen tijdens de Olympische Spelen. Hoe is jouw functie gerelateerd aan het HHH? Ik ben nu anderhalf jaar bezig met het Holland Heineken House, waar ik me bezig houd met de budgetcontrole, het opzetten van een betaalsysteem, het opzetten van een fiscale entiteit en de bestellingen van het bier. De financiële operatie ter plaatse is mijn directe verantwoordelijkheid, maar door het opzetten van de fiscale entiteit houd ik me ook bezig met fiscale aspecten. Ik weet nu goed hoe het werkt met de VAT in Londen en hoe we deze kunnen gaan
43
Interview:Willem Bierens de Haan
terugvorderen. Daarnaast houd ik me ook bezig met vraagstukken over waar we het bier vandaan gaan halen, doen we dit bijvoorbeeld vanuit Nederland of Engeland? Dit alles maakt het werk heel afwisselend. In 1992 (Barcelona) zijn we begonnen met het Holland Heineken House en dat is nu uitgegroeid tot iets heel groots. Hoe verklaar jij het succes van het Holland Heineken House? Ik heb het nu twee keer meegemaakt en ik denk dat het succes te verklaren is door drie factoren. Allereerst de medaillehuldiging; het draait in de eerste plaats om de sport. Wij helpen met het creëren van een podium voor de sporter om hem/haar te eren voor een prestatie, waarvoor zij al die jaren alles voor op hebben gegeven. Je krijgt elke keer weer kippenvel als je een sporter op het podium ziet die de eer krijgt die hem of haar toekomt. Er komt heel veel mooie emotie bij kijken. Het tweede is het oranjegevoel dat er heerst. Meer dan 80% in het huis is Nederlander en de mensen die er komen zijn echte sportfans, die de hele wereld over gaan om onze sporters te volgen. Tenslotte treden er ook iedere
44
"Je opdracht is om cijfers te vertalen naar management informatie" keer weer topartiesten op die mensen enthousiasmeren. Naast de huldiging kan je eten in één van onze restaurants, merchandisewinkels bezoeken, activiteiten doen (zoals tafeltennissen), relevante sporten kijken op schermen of op het terras zitten dat uitkijkt over Londen.
al heel lang. Maar het wordt steeds drukker en dat merk je in de hele organisatie. De media berichten er ook veel over. De douane, logistiek, inkoop, fiscalisten, administratie, commerciële mensen, marketeers en account managers. Allemaal zijn ze er in grote of mindere mate bij betrokken.
De Crew speelt daarnaast ook een hele belangrijke rol. Het enthousiasme van de 280 vrijwilligers maakt het evenement. Dit enthousiasme werkt ook door bij de gasten. Niet alleen bij de Nederlanders overigens. In Vancouver bijvoorbeeld stonden ook rijen met Canadezen die naar binnen wilde en over het hek klommen om naar binnen te kunnen.
Het leeft steeds meer, je ziet dat mensen nu zelfs meer bezig zijn met de Olympische Spelen dan bijvoorbeeld het EK. Het is een project dat bij veel mensen niet in hun dagelijkse werkzaamheden zit, maar ze willen er allemaal graag tijd voor vrij maken. Ik ben zelf al een keer in Londen geweest en zit er deze zomer van half juli tot half augustus weer. Voor mij is het een geslaagd evenement als de financiële operatie goed verloopt en het management goed geïnformeerd wordt. Daarnaast hoop ik op veel tevreden gasten en succes van onze sporters!
Op welke manier leeft het Holland Heineken House bij jou en de organisatie? Ik ben natuurlijk al anderhalf jaar bezig met het project, dus bij mij leeft het
magazine
Uitgaan
Nederland te zien, starring Huub Stapel. Waar: DeLaMar Theater Wanneer: 10 Juli
Wat: Openluchttheater Vanuit honderden zit- en staplaatsen kan er genoten worden van de aangeboden concerten en optredens. Ook is er een bijzonder horecapaviljoen, ontworpen door Piet Hein Eek, waar traiteur Peperwortel tapas, sandwiches en drankjes serveert. Waar: Vondelpark Wanneer: Juni-26 Augustus
Wat: Sting In het kader van zijn 25 jarige solocarriere komt Sting's 'Back to bass tour' naar Europa. Sting speelt in deze tournee back to bass alle hits, in basic versies, zoals hij ze in geen jaren meer heeft gespeeld. Waar: Ziggo Dome Wanneer: 3 Juli Wat: M annen komen van Mars, vrouwen van Venus Een zelfhulpboek als theatervoorstelling? Jazeker! 'Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus', de wereldwijde bestseller van relatietherapeut John Gray, trok als toneelstuk volle zalen in Frankrijk, Zwitserland, België en Canada. Nu is deze komische onemanshow in
MUST SEE
Dark Knight Rises (Actie) Acht jaar nadat Batman de schuld heeft gekregen voor de misdaden van Fwo Face, duikt er een nieuwe terrorist op.
Wat: Gay Pride Parade De Canal Parade Amsterdam vormt hét hoogtepunt van de Gay Pride. De botenparade trekt jaarlijks meer dan 300.000 bezoekers en is inmiddels wereldberoemd. Met meer dan 70 deelnemende boten duurt de Canal Parade een paar uur. Op de boten en langs de kant is het een groot feest. Waar: Centrum Wanneer: 4 Augustus Wat: World Cinema Amsterdam Land in focus dit jaar is India. Met Soul of India richt het festival de schijnwerpers op de onafhankelijke cinema van India. Het festival heeft daarnaast een competitieprogramma en een openluchtevenement op het Marie Heinekenplein. Het festival opent met de Nederlandse première van de in Berlijn bekroonde Iraanse film A Separation. Waar: Amsterdamse bioscopen Wanneer: 10-21 Augustus Wat: Preken voor eigen parochie Cabaretiers. Politici. Wetenschappers. Auteurs. Allemaal houden ze vijf weken lang hun zater- en zondagen vrij om te preken voor eigen parochie. Alles mag, zolang de mening maar niet onder preekstoelen of kerkbanken gestoken wordt. Maar daar zal vaste voorganger Lebbis op toezien. Waar: De Kleine Komedie Wanneer: September
magazine
Seeking a Friend for the End of the World (Komedie/Drama/Romantiek) De film volgt een man tijdens de laatste paar weken van de aarde doordat er een asteroïde nadert.
The Avengers (Actie/Sci-Fi) Nick Fury van S.H.I.E.L.D. stelt een team helden samen om de Avengers te vormen en de wereld te verdedigen tegen Loki.
45
FSA in beeld 01
02
03
04
05
01 Toekomstige traders aan het werk bij Optiver tijdens de AIC. 02 Veel publiek tijdens het 16e FSA Congres. 03 De afsluitende rondvaart tijdens de Amsterdam Investment Cruise. 04 FSA'ers op de borrel in de Sluyswacht. 05 Een presentatie van studenten tijdens Access Accountancy.
46
magazine
06
07
08
09
10
06 Het FSA Congres werd vanaf het balkon gefilmd.
07 Stijlvol abseilen van de Euromast te Rotterdam.
08 Zichtbare opluchting in de “Kwibus” na abseilen van de Euromast.
09 Een student neemt ruim de tijd voor het stellen van zijn vraag aan één van de sprekers. 10 Lachende gezichten op de maandelijkse borrel.
magazine
47
IF YOU CAN READ CODED 20 5 24 20 AS FAST AS 14 15 18 13 1 12 TEXT YOU MIGHT 2 5 THE ONE. WE ARE SCOUTING FOR BRILLIANT MINDS ONLY START YOUR CAREER IN TRADING
APPLY AT WWW.OPTIVER.COM
FSA meets: Optiver BedrijfsprofieL OPTIVER
Interviewee SVEN HUBENS
Aantal landen gevestigd 3 Aantal medewerkers WERELDWIJD: 600 NL: 300 Gemiddelde leeftijd onder personeel 31 Sector Trading
Optiver is een internationaal en innovatief handelshuis. Onze core business is electronische market making en arbitrage in financiële producten, zoals derivaten, aandelen en fixed income. We handelen voor eigen rekening, op eigen risico en we hebben geen klanten. Met kantoren in Amsterdam, Sydney en Chicago, 600 medewerkers en 30 verschillende nationaliteiten, wordt er wereldwijd 24 uur per dag gehandeld. Sven Hubens (24) is sinds maart 2011 werkzaam als Trader bij Optiver. Alhoewel hij zich tijdens zijn Master Technology Management met uitdagende innovatie vraagstukken bezighield, startte hij zijn carrière toch in de financiële sector. Waarom heeft hij hier voor gekozen? Wat houdt zijn functie bij Optiver precies in? En hoe ervaart hij zijn baan als starter in de financiële sector? Waarom heb je gekozen voor Optiver? Op jonge leeftijd was ik al erg geïnteresseerd in de beurs en belegde ik al in aandelen. Ik heb altijd de drive gehad om ooit eens op de beurs te mogen handelen. Tijdens het laatste jaar van mijn studie ben ik me gaan oriënteren op mogelijke banen gerelateerd aan de beurshandel. Ik wist van mezelf dat ik goed ben met cijfers en ik houd van het werken met geld. In mijn zoektocht kwam ik al snel uit bij Optiver. Ik ben toen naar een presentatie gegaan en het werd me al snel duidelijk dat Optiver een erg dynamisch bedrijf is waarin resultaat telt en werknemers snel kunnen groeien. Ik was erg onder de indruk van de verantwoordelijkheden die je als trader krijgt en wist vanaf dat moment dat ik bij Optiver wilde solliciteren. Wat is je functie binnen Optiver? In mijn functie prijs en handel ik opties. Met behulp van computermodellen en marktinformatie geef ik prijzen af waarop de markt een bepaalde optie kan kopen of verkopen. Op deze manier verschaffen we liquiditeit in de markt. Daarnaast probeer je als handelaar ook op andermans prijzen te handelen indien die winstgevend blijken te zijn of van belang kunnen zijn voor je handelspositie. Naast het handelen an sich, is het erg belangrijk om in staat te zijn de posities die je zelf hebt te kunnen managen en je risico limieten te beperken. Ik maak deel uit van het CODEC team. In dit team handelen we vooral
in fixed income en currencies. Hierbij kun je denken aan het handelen in opties op bijvoorbeeld de Duitse staatslening, de EUR/Dollar, et cetera. Hoe heb je de eerste maanden ervaren bij Optiver? De trainee periode duurt twee maanden. De eerste maand is theoretisch erg intensief. De totale optieleer word je bijgebracht en tijdens deze interactieve periode word ook je inzicht getest. Het meteen toepassen van nieuwe kennis of ideeën is wat Optiver zo uitdagend maakt. De maand erna staat in het teken van simulatiehandel. Hierbij leer je gevoel te krijgen hoe de handel in elkaar steekt. Na twee maanden maak je echt deel uit van een team op de handelsvloer. De leercurve is steil; je krijgt binnen korte tijd veel verantwoordelijkheid op je eigen ‘spot’. Hoe onderscheidt het aanbod van Optiver aan pas afgestudeerden zich van de concurrentie? Optiver is een bedrijf met veel jonge mensen van veel verschillende nationaliteiten. Daarnaast hebben werknemers allerlei verschillende studieachtergronden; velen hebben echter wel een economische of een abstracte studie gevolgd. Er heerst een innovatieve, open en informele cultuur die mij erg aanspreekt. Verder ben je hier als trader het overgrote deel van je tijd bezig met je passie: handelen. Optiver is een uitstekend bedrijf als je wilt werken in een dynamische omgeving waarin je snel veel verantwoordelijkheid kan krijgen en resultaatgericht kan werken. Daarnaast biedt Optiver een unieke combinatie van wholesale traders en screen traders op de handelsvloer en handelen we een enorm breed spectrum aan allerlei financiële producten. Do you have what it takes? Voor afgestudeerden die gedreven en competitief zijn hebben we verrassende carrièremogelijkheden. Heb jij affiniteit met financiële markten, ben je analytisch sterk, in het bezit van een winnaarsmentaliteit en ben je in staat om onder druk snelle beslissingen te maken? Misschien ben jij de versterking die Optiver zoekt: we accepteren het hele jaar door sollicitaties voor de positie van Screen Trader en Wholesale Trader. Kijk op www.optiver.com voor meer informatie of neem contact op met Kim Ruijer (Recruiter Trading) via 020 708 70 00.
magazine
49
Projectreportage: Congres
Een groot succes in
het Concertgebouw Donderdag 26 april 2012 was het dan zover, na maandenlange voorbereidingen kon het FSA Congres, het congres waar heel studerend Amsterdam en stiekem ook Nederland het gehele jaar naar had uitgekeken, eindelijk van start gaan. Het zou een dag worden die wij als commissie nog lang zullen herinneren. In de volgende reportage zal er beschreven worden hoe de gehele dag tot stand is gekomen en hoe deze is verlopen. De eerste voorbereidingen voor het congres werden in september vorig jaar genomen. De Europese schuldencrisis was op één van zijn vele hoogtepunten en het was de vraag of deze eind april ook nog actief zou zijn. Achteraf is het makkelijk praten, maar als commissie hadden we allemaal sterk het gevoel dat de crisis nog wel even zou aanhouden en daarom werd besloten dit als thema te kiezen. Het kostte ons nog veel brainstormsessies en slapeloze nachten voordat wij uiteindelijk met de titel “Europe in distress – Managing risks during and after the sovereign debt crisis” kwamen. De eerste stap was gezet.
50
Het mooie van deze congrescommissie was dat er maar twee van de zes commissieleden ooit naar een FSA Congres waren geweest. Dit zorgde af en toe voor onduidelijkheden over hoe iets moest, maar juist vaak ook voor een frisse blik. Vanaf oktober werd er elke week een aantal uur vergaderd en werden de taken bijgehouden en verdeeld. Wanneer er onduidelijkheden waren konden wij gelukkig altijd terecht bij de vorige congrescommissies of bij andere mensen met een mening over het congres en dat zijn er meer dan genoeg! De opzet van het congres zou dit jaar een fractie anders zijn dan de voor-
magazine
gaande jaren. We wilden het programma ruimer opzetten, zodat sprekers meer tijd voor hun presentatie zouden hebben en om eventuele uitloop te voorkomen. Verder wilden we twee in plaats van drie paneldiscussies om zo meer diepgang in discussie te creëren. Zo gezegd, zo bepaald, zo gedaan. Er werd er een lijst gemaakt met potentiële sprekers, zodat vanuit elke invalshoek het thema kon worden belicht. Met de Europese schuldencrisis als thema kon de acquisitie van bedrijven en sprekers gaan beginnen. Een echte strijd tussen de acquisitie bedrijven en acquisitie sprekers is er nooit geweest. Hoewel, toen Eva op de Actieve Leden Dag Jan Willem en Hendrik er op wees dat zij nog niet veel sprekers hadden binnengehaald, terwijl de sponsoren al bijna rond waren, voelden zij zich toch een beetje op de teentjes getrapt. Met de toezegging van Klaas Knot en de hulp van professor Van Wijnbergen begon het aantal toezeggingen van sprekers snel toe te nemen en begon de lijst met sprekers er steeds indrukwekkender uit te zien. De dagvoorzitter van de afgelopen edities, Herman Mulder, had ondertussen ook aangegeven graag weer de dag te willen leiden. Je begint in september, maar voordat je het weet is het februari en moet de promotie toch op poten worden gezet. Het congres zou dit jaar geheel in het Engels worden gehouden, dus alle promotiematerialen moesten ook in het Engels geschreven worden en naast
Door Bas Ypes
" de lijst met sprekers begon er steeds indrukwekkender uit te zien" een Nederlands webadres moest er ook een Engels webadres komen om onze Engelse studenten beter te bereiken. Er werden waterflesjes, koffiebekers en spaarvarkentjes besteld om zo iedereen er van bewust te maken dat het congres er weer aan zou komen! Na een lange periode van promotie en een paar hectische voorbereidende dagen was het dan eindelijk half 9 ‘s ochtends donderdag 26 april en begonnen de eerste studenten binnen te druppelen. Met een lekker croissantje en een verse bak koffie of thee werden de gasten ontvangen. Het weer buiten was niet te mooi en niet te slecht, waardoor bij de openingsspeech van professor Hoogduin de zaal goed gevuld was. Met interessante presentaties van achtereenvolgend de heer Lindeijer (PGGM), de heer Bruinshoofd (Rabobank) en de heer Bos (ABN AMRO) kende het congres een sterke start. Een mooi moment was er toen de heer Bruinshoofd een vraag kreeg en professor Hoogduin uiteindelijk de microfoon kreeg om het antwoord op de vraag toe te lichten. Mooi om te zien dat de sprekers elkaar graag hielpen om het beste antwoord te geven. Na de pauze, waarin een Santini
scooter was verloot, kwam een van onze meest besproken sprekers van de dag, mevrouw Carlson (Moody’s). Met dank aan het gevallen kabinet en het persbericht dat Moody’s daaropvolgend had uitgebracht, wilde RTL-Z haar presentatie live opnemen. Iedereen wilde weten of Nederland haar Aaa-rating zou behouden. Na de paneldiscussie waarin professor Van Wijnbergen en de heer Verwey discussieerden met mevrouw Carlson, stond er een heerlijke lunch klaar en konden geselecteerde studenten lunchen met bedrijven als ABN AMRO, DNB, ING en Rabobank. Na de lunch wisten de heren Fishwick (BlackRock) en Connelly (ING) het publiek te boeien. Na de korte break hadden wij nog een spetterend blok met de heer Knot (DNB), de paneldiscussie met professor Boot, de heer Verwey, de heer Fishwick en de heer Kockelkoren (AFM) waar er werd ingegaan op het financiële systeem. Als klap op de vuurpijl kwam de heer Claessens helemaal vanuit Washington gevlogen om het congres afsluiten. De afsluitende borrel na het bedankwoord van onze voorzitster Femke smaakte goed, maar de biertjes die later op de avond volgende smaakten nog veel beter.
magazine
Direct na het congres is het altijd moeilijk om te beoordelen hoe de dag is verlopen. Gedachten slepen je van het ene moment naar de andere gebeurtenis en vaak wordt er te lang stilgestaan bij wat er beter had gemoeten. Na een aantal dagen afstand te hebben gedaan van het congres, onstaat er echter een gevoel van voldoening. Ik zal de telefoontjes ‘s ochtends om 09:00 missen als kiespijn, maar de ellenlange en soms inproductieve vergaderingen zal ik wel gaan missen. We hebben als commissie keihard aan de organisatie gewerkt en ik ben trots op het resultaat dat wij hebben weten neer te zetten.
51
Ontdek de wereld van Rabobank als trainee. Bijna klaar met je studie? Dan sta je voor een belangrijke beslissing: waar start je je carrière? Een goede start geeft immers meteen een voorsprong. Zeker als je start bij Rabobank. Daar waar fatsoenlijk en succesvol zakendoen één en hetzelfde zijn. We zijn niet alleen de meest innovatieve en ondernemende bank van en voor Nederland, maar hebben ook een wereldwijd netwerk, met ruim 600 vestigingen en 140 kantoren in meer dan 45 landen. Bovendien is Rabobank wederom verkozen tot de nummer 1 werkgever van Nederland. Kortom, pak die voorsprong en ontdek de wereld van Rabobank als trainee. Uniek loopbaanpad Rabobank biedt uitdagende traineeships binnen een breed speelveld. Van lokaal tot internationaal, van commercieel tot productgericht, van particulier tot zakelijk bankieren en van bancaire tot ICT-processen. Binnen elk traineeship krijg je alle ruimte, voor professionele én persoonlijke ontwikkeling. We blijven continu in jou investeren. Zo word je niet opgeleid voor een baan, maar voor een loopbaan. Dit loopbaanpad is afgestemd op jouw unieke persoonlijkheid en ambitie. Wereldniveau Zit jij boordevol ideeën? Durf jij verantwoordelijkheid te nemen? En overtuigend je visie uit te dragen? We zoeken studenten met een aansprekende persoonlijkheid, met lef en de gave om anderen te inspireren. Ambitieuze jonge mensen die willen doorgroeien en in de toekomst op alle niveaus het verschil maken voor de Rabobank. Reikt jouw ambitie zo ver? Kom ontdekken Ben jij net zo ondernemend en onderscheidend als Rabobank? Ontdek of onze wereld ook jouw wereld wordt. Kom snel kennismaken, kijk voor de recruitmentkalender en alle informatie over onze traineeships op rabobank.nl/werken.
Word jij de Rabobank als trainee? Rabobank. Een bank met ideeën.
www.rabobank.nl/werken
financiËle studievereniging
Amsterdam
Beyond stocks and bonds. What else is there to invest in?
Stunning art Outstanding performances
Frisky equities Creative investments
Word jij onze nieuwe collega?
RSM Niehe Lancée Kooij Accountants & Belastingadviseurs richt zich vooral op middelgrote en grote ondernemingen, en op organisaties in de nonprofitsector. Dankzij de strategische samenwerking met de administratieconsultants van Brouwer & Oudhof zijn we bovendien in staat onze klanten te adviseren en ondersteunen met een breed pakket aan zakelijke diensten. Een geïntegreerde aanpak die volledig voldoet aan de wensen en behoeften van de markt. RSM Niehe Lancée Kooij heeft vestigingen in Alkmaar, Amsterdam, Haarlem en Utrecht. Spreekt onze organisatie je aan en denk je op je plaats te zijn in een dynamische en uitdagende werkomgeving waar collegialiteit en ruimte voor individuele ontplooiing belangrijke begrippen zijn, neem dan contact op met Nienke Mud, afdeling personeelszaken, telefoon 023-5300400 of mail naar
[email protected]. We praten graag verder over jouw carrièremogelijkheden bij ons kantoor. RSM Niehe Lancée Kooij Postbus 5037 2000 CA Haarlem
RSM Niehe Lancée Kooij is aangesloten bij RSM International, dat met ruim 32.000 werknemers in meer dan 80 landen het 6de netwerk van de wereld is. Daarnaast is RSM Niehe Lancée Kooij aangesloten bij RSM Nederland, een samenwerkingsverband met RSM Wehrens, Mennen & de Vries met kantoren in Eindhoven, Heerlen, Maastricht, Roermond en Venlo en RSM Tempelman te Rotterdam.
preface
Beyond stocks and bonds. The financial markets are currently perceived as very unpredictable, every newsflash potentially leads to a substantial price movement. Currently we see an unexpectedly strong downward market trend in Europe, illustrated by the AEX Index that fell below 300 points and the 6-month low. Although stocks are considered very cheap, prices fail to rise. Stock markets are roaring and there’s consensus among analysts that the future seldom has been so unpredictable. Moreover, high-grade bond yields hit record lows. Currently, both stocks and bonds appear not ideal investments, this naturally raises the question: what else is there to invest in?
Non-traditional investments are becoming increasingly popular among individual investors because these investments can offer attractive returns and help to diversify the sources of risk in their portfolio. In search of the right mix, investors add private equity funds, hedge funds and commodities, which have a low correlation with equities and bonds, to their portfolio. Alternative investment strategies are not confined to private equity or hedge funds. Investments can also be made in the global art, wine, or whisky market. These products have very different market characteristics than equities and bonds, but can yield, if managed well, very high returns. This edition gives an overview of non-traditional investment strategies. In his contribution, Patrick Verwijmeren explains how short selling strategies of hedge funds can provide opportunities for firms to attract financing. Roman Kräussl gives an overview of the recent developments in the global art market and elaborates on the financial performance of the Old Masters’ artworks. Fred Hendriks explains in his article what conditions have to be met for a Rembrandt to be a good investment, while Hans van Ierland illustrates how the private equity landscape has changed in the US, Europe and Asia. Finally, Ludovic Phallipou of the Duisenberg School of Finance answers this edition’s themed questions. As with all good things, our roles as editors of FSA Magazine has come to an end. The compliments we received from active members, advertisers, alumni, contributing authors, the board and all other readers have convinced me that we have succeeded in creating an interesting and appealing magazine. Hereby, we thank all authors, advertisers and partners for making this possible. Now, it’s time to pass on the torch!
Kasper Faas Chief editor FSA Magazine Maxime Schmitt Editor FSA Magazine
Claire Nooij Editor Fiducie
Sjoerd van Wagtendonk Editor FSA Magazine
Annisa Marconi Coordinator FSA Magazine
Article Fred Hendriks
Does the search for Alternative
Investment Strategies
end at Rembrandt? The search for profitable Alternative Investment Strategies is as old as the road to Rome. Fierce competition is continuously producing new chapters. Though sometimes these chapters differ little from what has been written earlier. Until the middle of the sixties, institutional investors’ portfolios were for the most part made up of fixed income securities. Stocks and real estate were only included in portfolios to a limited degree. Had the term Alternative Investment Strategies existed at that time, stocks and even real estate would have – with some exaggeration – belonged to this category. In the Netherlands, only stakes in venture capital enterprises that were emerging in the United States were seen as real Alternative investments in those days. The seventies were characterised chiefly by sharp wage rises, limited increases in productivity and so also by price increases. The latter were amplified by the first oil crisis. A crisis that led to a small number of oil-partnerships with various Dutch institutional investors. Inflation was rising throughout the world, particularly in the United Kingdom. Not coincidentally, art was seen by many Britons as the ideal inflation hedge. The British Railway Pension Fund was the first investor in works of art. And also the last for the time being. In the eighties inflation was – practically worldwide – declining. Interest rates dropped spectacularly from a high in 1981. Policy makers and trade unions
alike realised that corporate investment, having decreased dramatically in the preceding decade, could only increase on improved profitability. That mild climate was the ideal scenario for equities as well as bonds and the like. Inflation and interest rates headed down and profits headed up. Times could not be better. In the eighties there was thus sufficient return in the traditional investment sectors to deem unnecessary the search for alternatives. The most important trend was a substantial increase in the size of equity portfolios. Initially through appreciation of stock prices and, subsequently, also an increase in net purchases. Furthermore, within portfolios – even in real estate – increasing internationalisation was taking place. In the sixties most stock portfolios comprised only Dutch and American stocks. That changed. European stocks, especially German ones, became gradually more important. Later on, so did those of Japan. There were specialisations more or less parallel to this. For instance, investment in small cap and emerging markets. In a strict sense, here we cannot speak of alternative investments. But it is clear that in those days, these were outliers. The unambiguous alternative investments in the eighties were the American
LBO funds (private equity). The first investors realised solid total returns. The term leveraged buyout left little doubt as to the financing methods. Nor could misunderstandings arise over the risks of the paper with which LBOs were financed: junk bonds. The ingenuity of the financiers knew no bounds. Even for these junk bonds, funds were created to profit from diversification and ‘reduced risk’. Fast growth must always come to an end, and LBOs were no exception in this case. On the topic of junk bonds, it makes sense to add to this something about the recent developments on the American covered bond market. Evermore frequently, packages of mortgages were assigned certain ratings en then traded. One mortgage could be cut into various risk clusters. The ‘tranche’ with the lowest risk would be paid back first with the proceeds from the real estate sale. In the case that there was something left over, group two would be paid, and so forth. Fortunately, in the Netherlands, development of such securities has been modest. However, Dutch institutions have bought such American securities. Given their experience with (near-) bankruptcies of three major Dutch mortgage banks in 1981, it is remarkable that risk managers of banks and insurers (and a few pension funds) were
by Fred Hendriks
“
The worldwide deleveraging will make it essential to invent new alternative investment strategies
not able to adequately estimate the risk of, for example, Alt A mortgages. The Dutch state did this in 2008 – with their backs against the wall – doing so faster and better. The most important financial innovation of the nineties was, without a doubt, the hedge fund. The invention led to its first bankruptcy in 1998: Long-Term Capital Management (LTCM). The fund was leveraged to such extent that a 4% decrease in the value of its assets led to its bankruptcy. One should conclude that the risk of participating in such a fund is equal to that of a call option. Not slight by any measure. Hedge funds must have a superior vision, which translates to concentrated positions and possibly some coverage in case this ‘superior’ vision fails. The existence of large positions is not severe if both parties – buyer and seller - have sufficient knowledge to judge the risks competently. For private investors that is generally a bridge too far. Take the following case in point. A note issued by XYZ bank has a coupon of 6%, the interest rate on savings accounts as well as government bonds are 2%. The condition for repayment is that between now and 24 months from now, the S&P 500 index has not reached a level 40% below the current on a single day. If that is yet the case, the holder of the note receives 100% minus the largest price decrease that occurred during the period. Which private investor would think of such a thing? What investor would want 4% (6-2) per year extra at the risk of losing more than half his invested wealth? Precisely: no one. But the issuing bank invented it, and occasionally
even stranger products. In the accompanying prospectuses there is little to criticise. Everything is in there. Except for how the constructions came about. Which puts, which calls and which futures were necessary for this monster. Indication of the various derivatives included would give investors the opportunity to get a clearer picture of what it is they are about to get into.
”
Some hedge funds, such as LTCM referred to earlier, entail a lot of risk due to their enormous leverage. A long-term position in such a fund can easily lead to a loss of the entire investment. Others that more or less adhere to a market neutral policy are less risky under normal circumstances than those with a long only policy. But as a result of wrong decisions, losses can mount quickly on both the long and short sides. The danger is in the thick tails of the probability distribution. A hedge fund hedges itself, not the portfolios of its owners. Hence we cannot speak of a limitation of risks and therefore the interests of pension funds should be restricted to what one could irreverently call Spielerei. Additionally, it should not be forgotten that the better investment talents can be found employed at hedge funds more frequently than themselves financing these funds. That is the other side of the matter.
Investors need to also be wary of a longer investment horizon of the firm. Firms should become less dependent on the (nowadays) ever-myopic investor. Optimising the stock price: yes, but not tomorrow and not next week either. The GDP does not rise as a result, nor does the investor become wealthier in the long run.
The worldwide deleveraging will make it essential to invent new alternative investment strategies. It is expected that companies will require more equity to compensate for a retracting banking world. Perhaps the future will see a return to the now largely disused variants thereof such as preferred stock.
At last, we return to the inflation hedge. The three recognised investment sectors all offer some protection against inflation. Indeed, even fixed income securities, as long as the maturity is not excessive. But hedges are unreliable in the short term. De inventors of the inflation hedge products reminded pension funds
and insurers of uncovered inflation risks. Many pension funds had orderly coverage ratios in the nineties. Many of them considered – whether stimulated by sponsors or not - matching the maturities of their portfolios to those of their liabilities. The ideal solution would be a ‘matched’ portfolio that was to a significant degree hedged against inflation. What to do? Then came commodity funds and trackers of commodity indices came. As alternative investments. These can (perhaps) compensate a segment of inflation. But the road can be bumpy. The most important commodity was undoubtedly crude oil. Looking at the chart of the past 10 years, it soon becomes apparent that covering inflation using commodities is far from straightforward. How do you deal with an oil price that rises from 40 to 150 and subsequently returns to 35 USD per barrel? And above all, what must we do today? Whatever the answer, better and safer protection can be expected from the Index-Linked Gilts in England and Treasury Inflation-Protected Securities in the United States. Both are linked to the CPI. These investments are guaranteed by the only institution that is realistically capable of doing so, namely the government (important: a government that can print money itself). The drawback is that interest before inflation is or can be negative. It is not free, rather something you must be willing to pay for. We return to paintings. A buyer of art as an inflation hedge must be convinced that there is a strong correlation between inflation (especially when this is explosive) and prices of artworks. How
Article Fred Hendriks
reliable is this hedge measured over the course of multiple years? This buyer must also realise that the liquidity of owning art is very small. Buying is ten times easier than selling. The average period after which a painting changes owner is presumably at least twenty years. As in the sixties, when a large part of research regarding prices on financial markets came into the hands of econometrists, it seems that recently this has likewise been the case for the prices at art auctions. Economists at the time could follow econometrists somewhat, however, unsurprisingly, most art historians struggle to follow hedonic regression analysis and the like. Disagreement cannot be better illustrated than by the comparison of definitions of the ‘quality of paintings’ by on one side econometrists and on the other side art historians. Econometrists take as variables: (the number of literature entries of) the artist, the dimensions, the subject, the signature (signed or not signed), the dating and more of that sort of thing. For the art historian – but also the art lover and collector – those details are taken for granted, and it is more about the quality in another sense, the ‘beauty’, the ‘uniqueness’. One ‘Scream’ is not like the other. For econometrists there is solely the difference in dimensions in this case. Yet ‘beauty’ is the crucial determinant, which is exactly what econometric models are missing. But we cannot direct the blame towards researchers for this. There is a search for alternative investments and the auction
industry and art trade in particular are armed with refined marketing instruments. The investing world’s preference goes out to graphs in which one could see under which circumstances paintings did better of worse than the AEX or MSCI World index. If they already exist, the reliability of such graphs is limited. And for the foreseeable future it will remain that way. To change the context for comparison, what would we think of the AEX index if the shares of Philips were quoted once per twenty years and those of Shell once in 25 years? The research I have conducted on the investment-suitability of Dutch paintings from the nineteenth century involved the following. Auction houses publish estimated values of the art pieces in their catalogues. The average deviation from this estimate is 18% at Christies as well as at Sotheby’s. If the estimated revenue is 100, the average zone is, therefore, 82 to 118. This is 42% measured from lower to upper. These sorts of estimates would cause a stir even in the real estate world. Notwithstanding the large margins, between 1997 and 2011 a mere 25 to 30% sold within the estimate zone. In the same period the chance that a painting was sold at an auction was less than 70%. So estimating the price is not straightforward. Paintings at this point are most akin to shares at their initial public offering (and hence not yet listed). Even so, the value of a painting is not simply that which a fool is willing to spend on it. A painting of one hundred thousand won’t be estimated at 10,000 or vice versa. Within a price class an estimate is nevertheless quite uninformative. As prices become lower (<€5,000), estimates are even more difficult.
by Fred Hendriks
“
Disagreement cannot be better illustrated than by the comparison of definitions of the quality of paintings
Just 10-50% of the variance in prices is explained by expert valuations. So estimation is difficult, which results in problems for the investor at both purchase and sale. The chance that a painting is not sold – that it doesn’t reach the reserve – is relatively large, especially when played on the edge. A painting that is not sold will require an evidently decreased reserve at a subsequent auction in order to be sold. A hedge fund manager can buy or sell three times a day, while the art salesman has to cope with the problem that when selling within five years, his offer will not be regarded as fresh to the market. Additionally, it may be thought something is wrong with the painting. Transaction costs can amount to 20-30% without the blink of an eye. Lessons of the efficient market should accordingly be put aside. It should be noted that this theory on capital markets stands mostly emptyhanded at crucial times. In a real crisis, everything is correlated. Research of 19th century paintings indicates that the simple arithmetic (or geometric) mean of prices is an unreliable indicator. The correlation between average prices of the same market segment at two major Amsterdam auction houses was surprisingly small. Hedonic regression provides some improvement, but our preference remains that the prices of the same paintings are used (repeat sales). That does mean that - especially for earlier times – there is an absolute lack of data to make nice graphs unless almost everything is smoothed together. In literature, we often find ‘efficient portfolios’ based on correlations of prices of paintings, real estate, stocks, bonds , etc.
What the purpose of a historically efficient portfolio is, has never been clear to me. We don’t need it anymore. But that aside, that paintings are uncorrelated to other investments seems to conform to expectations, but not yet a reason to add it to an investment portfolio.. One of the largest Dutch collectors in history, Bas de Geus van den Heuvel, an expert and enthusiast with an eye for detail, collected art between 1931 and 1963. In 1976, after his death, his enormous collection was brought to auction. The average yearly price gain realised on his collection (in this case, of course, repeat sales) was 9%. A equity portfolio in the same period would have gained 8.4% and a bond portfolio 4.1%. Adjustment for inflation would decrease those numbers by approximately 500 basis points. De Geus had an extremely long retention period – in some cases 45 years. Thus, the price- increase after expenses (net total return) was only 0.8% lower. Netted, that is only a fraction lower that the total return of stocks. De Geus was not an investor in art, but the result of his (well diversified) collection is probably illustrative – albeit on the high side – for the broad market of Dutch paintings for that period. In the long term the results are a little behind those of (Dutch) shares, but inflation is more than compensated for. The art market is a relatively small market with (in the short term) a very inelastic supply. This makes it less accessible to large investors. There is a small entry and a narrow exit. Inside it can be nice, as long as the situation on the markets is favourable: when the percentage of unsold art is low en the price divided by estimates is high. Those last two con-
”
ditions will rarely be met for the time being. Art traders and auction houses assert through thick and thin that the dearest segment of the market promises the best returns. Results from research, however, are not convincing. Some researchers even speak of ‘underperformance of masterpieces’. The jury is still out. The aforementioned art connoisseur De Geus realised excellent returns. The highest was not on an etching by Rembrandt (18.2%), but on a painting by Nicolaas Bastert (27.5%). De Geus presumably bought this as it portrayed a windmill near his house on the Vecht. He would have never bought ‘the Bastert’ as an investment. Maybe he would have done so for the ‘Portret van een man met de handen in de zij’ (in English: ‘Portrait of a Man with Arms Akimbo’) by Rembrandt, put up for auction in London in 1930. In 2009 this was auctioned again in London. The return was – in pounds sterling – around 9% annually. In EUR that would have been one percent lower, so approximately equal to the average of the collection of De Geus. So, is Rembrandt a good investment? No, it wàs a good investment, whether or not it will retain this status into the future will depend on the development of tastes of the (youthful) readers of this article, their incomes and inflation. F. Hendriks (1943) is economist, he was director of investments (excl. real estate) of Philips Pension Fund. He published a.o. on ‘The structure of share prices in The Netherlands’, ’The valuation of stock markets’ and ‘The rate of return of a collection of paintings’.
article Roman Kräussl
Art-finance Investors are constantly on the hunt for assets that can improve the risk-adjusted return of their financial portfolios. In times when the economy is performing poorly, there is a demand for assets that have a low correlation with such traditional asset classes as stocks and bonds. Articles in the financial press that report on the record prices paid for paintings give rise to the idea that art might be an asset that can be used to make large returns. However, it is important to remember that works of art are very different from stocks and bonds. First of all, unlike stocks and bonds, which offer returns in the form of dividends or interest, art can be classified a consumer good that provides its owner with aesthetic pleasure and social status.
Second, stocks and bonds are traded almost continually, while the time between a sale and resale of a particular painting can take more than a century. Finally, compared with owning a stock, owning art has additional risks such as theft, forgery, and possible physical damage. In order to tell whether reported high returns on art are consistent or just the result of plain speculative luck, it is important to investigate whether investing in art yields a competitive risk-adjusted return in comparison with other, more-traditional asset classes and can be used to diversify a financial portfolio. Roman Kräussl, associate professor of finance at VU University Amsterdam, specializes in research on art investment. In 2006 he founded the Web site www.art-finance.com, where he publishes studies on art as an asset class and provides indexes that track the market performance of art and individual artists to help investors evaluate and optimize different portfolio allocations. Dr. Kräussl, an Art + Auction contributing editor is also adjunct associate professor of finance at Emory University’s Goizueta Business School, in Atlanta, Georgia, and research fellow at the Center for Financial Studies in Frankfurt/
by Roman Kräussl
“
More people have large amounts of money to spend on passion investments
”
Left: Gustav Klimt, The Kiss, 1907/08, Right: Andy Warhol, Mao Tse Tung, 1972
Main, Germany, at the Duisenberg school of finance (DSF) in Amsterdam, and at the Emory Center for Alternative Investments in Atlanta, spoke with me about the benefits of investing in art. What is the link between art and finance? Once viewed almost exclusively as the pastime of connoisseurs, art collecting is increasingly seen as an investment. My research evaluates whether such investing is justified financially — and whether art might serve as an alternative to standard assets such as equities and bonds, affecting a portfolio’s yield or diversification. How does art compare with more standard asset classes? In strictly financial terms, art investing is unattractive. Its risks include attribution errors, fakes, forgeries, thefts, and physical damage. Furthermore, it involves high transaction, insurance, maintenance, and restoration costs, and it has no current cash flow – money comes only when works are sold. Artworks are heterogeneous, illiquid, and sold on a subjective, segmented, and almost monopolistic market in which no valuation guidelines exist. Investors must exercise their own due diligence. But artworks, unlike stocks, bonds, real estate, and certain funds, provide aesthetic returns as well as financial ones. It is when these aesthetic aspects are combined with the financial behavior of the assets that it gets interesting. How do I measure art’s financial benefits? Finance 101 would tell us to consider returns, but this is dif-
ficult with unique products like art. No daily closing and opening prices exist. Transactions involving the same artist are infrequent, and for specific artworks the average turnover term is more than 30 years. Academics have developed a number of methods to try to overcome these problems. Investors need not necessarily understand these methods, but learning how to read art market indices can be a very important first step in evaluating the risk and return potential of an investment in art. What is my approach? I build so-called hedonic price indexes that measure the price appreciation of artworks over time while considering such characteristics as size, medium, provenance, and artist’s reputation. The main advantage of these indexes is that they contain all auction records and not just a limited sample of repeat sales. They are thus the most representative and liquid art-market indexes. And they can be constructed for submarkets such as Chinese Contemporary, Old Masters, and photography, as well as for individual artists. Hedonic indexes can answer the questions: How does art perform? Which segment performs better in turbulent times? How does one artist compare with another in the same genre? What do I conclude? My general conclusion is that art investments provide a lower, but still positive, average risk-adjusted return than the broad financial markets with which they have a low but often slightly positive correlation. At the beginning of 2008, for instance, art
article Roman Kräussl
From left to right: Francesco Guardi, Venice, a view of the Rialto Bridge, Looking North, late 1760s, Claude Monet, La Route de Vétheuil, 1880, Edvard Munch, The Scream, 1895 (Sold for $119,922,500 on May 2, 2012) (Price record for any work of art at auction)
markets showed a spectacular resistance to the economic trauma caused by the subprime crisis, but they got caught up in it by the fall. My current research indicates that the global art market tends to react late to economic downturns. This makes art useful as a hedge against financial market risk. However, I always recommend you buy something that you enjoy aesthetically and can live with forever. What do I expect for the future? Historically art has been viewed as an exclusive market, with limited supply and demand. Today there are more art creators and consumers because of increased disposable income and time to devote to noncommercial endeavors. Moreover, new wealth has opened new market segments, such as the BRIC economies of Brazil, Russia, China, and India, but also the Arab world with a strong interest of buying premium artworks. Part 2: Recent Trends in the Global Art Market
The fact that the art market didn’t seem particularly worried by the sub-prime crisis in September 2008 did not stop it suffering a very serious correction with the subsequent economic crisis. The S&P 500 fell by 45 percent in 6 months between September 2008 and March 2009, whereas art prices contracted by 34 percent over the same period.
In response, the central banks lowered interest rates and governments injected billions into the recapitalization of banks in
order to ensure the continuity of a faltering system. At the same time, the auction houses stopped their bad habits of offering guaranteed prices and deliberately thin catalogues to boost prices. Within a matter of months, global finance was back on an upward path and art prices recovered back to their 2007 levels. In 2011, the total global art auction revenue set an absolute record of 11.5 billion USD. The total exceeded 10 billion for the first time ever, and grew 21 percent versus 2010. This strong growth was sustained throughout the year. After a record first semester (6.5 billion USD), the second half of the year was just as exceptional (5.1 billion USD, the best second semester ever recorded). The global unsold rate has been above 35 percent since the art market downturn in 2008. In 2011 it dipped below this threshold to 34.8 percent despite a 7 percent increase in the number of lots offered at auctions. In 2011 the art market did not experience a new global record for a single work but a 33 percent increase in the number results above the million-dollar line (at low inflation rates) compared to 2010, totaling 1,688 artworks. Excluding auction debuts, in 2011 more than 12,400 artists reached new auction summits including Qi Baishi (57.2 million USD in 2011 vs. 12.5 million USD before 2011), Clyfford Still ($55m vs. $19m), Roy Lichtenstein ($38.5m vs. $38m), Egon Schiele ($35m vs. $20m), Salvador Dali ($19m vs. $5m), and Gerhard Richter ($18.5m vs. $13m).
by Roman Kräussl
“
Old Masters are the pride and glory of a handful of fortunate collectors
”
Table 1 Top 10 of Old Masters’ artworks at auction Rank
Artist
Artwork
Price
Date
Auctioneer
1
RUBENS
The Massacre of the Innocents
$69,714,000
07/10/2002
Sotheby's London
2
RAPHAEL
Head of a Muse
$42,723,200
12/08/2009
Christie's London
3
GUARDI
Venice, a View of the Rialto Bridge, Looking North
$38,256,120
07/06/2011
Sotheby's London
4
PONTORMO
Portrait of Duke Cosimo I de Medici
$35,200,000
05/31/1989
Christie's NY
5
RAPHAEL
Portrait of Lorenzo de'Medici
$33,285,450
07/05/2007
Christie's London
6
REMBRANDT
Portrait of a man with arms akimbo
$29,577,600
12/08/2009
Christie's London
7
CANALETTO
Venise, the Grand Canal
$29,144,620
07/07/2005
Sotheby's London
8
VERMEER
Young Woman seated at the Virginals
$26,720,600
07/07/2004
Sotheby's London
9
REMBRANDT
Portrait of a Lady, Aged 62
$26,064,000
12/13/2000
Christie's London
10
MANTEGNA
Descent into Limbo
$25,500,000
01/23/2003
Sotheby's NY
2011 was the most prolific year ever recorded for the global art market. Whereas financial markets closed the year 1 percent down (S&P 500) with an 18 percent drop between July and October, the overall auction art market posted a 15 percent increase in revenue in 2011.
At the start of the year, art price levels were close to those observed in the second half of 2007 (several months before the historically high levels observed at the end of 2007) and they finished 2011 very close to the levels reached in July 2008 (just a couple of months before the meltdown that knocked 37 percent off art prices until the recovery in autumn 2009. Overall, in 2011 the global art market offered an extraordinary level of resistance to the general context of the continuing financial crisis. One of the primary reasons the market for art and luxury collectibles has been so robust over the past decade and that the crisis was only short-lived is that more people have large amounts of money to spend on passion investments — those made out of personal interest rather than for pure economic gain. The number of high-net-worth individuals (HNWIs)—people with financial assets totaling at least $1 million — more than doubled from 1996 to 2009. Although in 2008 the global financial crisis left the world with nearly two million fewer wealthy individuals than in the previous year, Figure 1 shows that by 2009 the number had strongly
rebounded. In particular, the Chinese population has become wealthier over the past decade, with the number of HNWIs increasing from 211,000 in 2002 to 535,000 in 2010. Part 3: Mastering Old Masters
The Old Masters art market has two distinct levels: on the one hand there are hundreds of lesser-known artists whose works can often be acquired for 3-figure dollar prices, and on the other, there are the titans of art history whose most sought-after masterpieces generate sums that easily reach into 8-figures. However, these major works are increasingly rare on the market, and the big auctioneers have to search hfar and wide to find them. The works of Old Masters are so rare on the market that they rapidly rise to lofty prices. With an average of one new record per year in this segment, Old Masters are the pride and glory of a handful of fortunate collectors. While most Old Masters titans are today exhibited in the world’s most prestigious museums and most-visited monuments, some rare works occasionally makes appearances at auctions. Accounting for only 4% of total auction transac-
article Roman Kräussl
FIGURE 1 Number of HNWI per region (in million)
12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0
1997
1999
2001
2003
2005
2007
resented the highest figure ever generated from an Old Masters sale, which let market commentators talk about the end of the art market crisis. The star lot sold in the first half of 2011 was an extremely rare work by Francesco Guardi. His monumental Venetian cityscape entitled “Venice, a View of the Rialto Bridge, Looking North” had exceptional provenance which substantially contributed to the pre-sale estimated price range of £15 million to £25 million. The final result confirmed the expectations of the most optimistic and gave Guardi the position of third most expensive Old Master, fetching £23.8 million ($38,256,120), breaking his previous record of £8.9 million for “Vue de la Giudecca et du Zattere ” that had stood unbeaten since 1989.
2009
NORTH AMERICA
ASIA-PACIFIC
MIDDLE EAST
EUROPE
LATIN AMERICA
AFRICA
tions, Old Master art generated 11% of global auction revenue in 2011. Table 1 presents the all-time Top 10 of Old Masters’ artworks at auction, indicating that the last ten years have seen nine of the ten best-ever auction results in this segment. From time to time an exceptional discovery is made that triggers passionate bidding when the work is put up for sale. This was notably the case for Peter Paul Rubens’ “The Massacre of the Innocents”, when it had only just been attributed to the great master, whereas before it was always assumed to be the work of Jan van den Hoecke. This artwork became the most expensive Old Master ever sold through auction when it fetched £45 million ($69,714,000) on July 10, 2002 at Sotheby’s London, beating Jacopoda Carucci Pontormo’s “Portrait of Duke Cosimo I de Medici”, which had held the record for thirteen years since it was acquired for $35.2 million by the Getty Museum in Los Angeles. In late 2009, two results for Old Masters at Christie’s London contributed to reviving confidence in the art market. Raphael’s drawing “Head of a Muse” made the headlines when it was acquired for $42.7 million and Rembrandt’s “Portrait of a man with arms akimbo” fetched $29.5m. The latter result became Rembrandt’s new record, adding $3.5m to his previous record for “Portrait of a Lady, Aged 62”, which fetched $26 million in 2000. Christie’s total on December 8, 2009 was better than anticipated and rep-
In early December 2011, Christie’s and Sotheby’s organized their prestigious London sales of Old Master paintings. Christie’s went first on 12/6, selling 72 percent of its lots for nearly 20.5 million British pounds. The sale was punctuated by several records including that of the great Renaissance Flemish artist Pieter II Brueghel, known as Brueghel the Younger with his “Battle between Carnival and Lent”, selling for £6.1 million and signed a new record for the artist. The Dutch painters Willem II van de Velde and Govaert Flinck also reached new heights with £5.25 million for “Dutch men-o-war and other shipping in a calm” and £2.05 million for “An old man at a casement”, respectively, both more than doubling their high estimates. The following day, Sotheby’s sold 68 percent of its lots generating a total of £16.9 million. The best results were £6 million for Johan Joseph Zoffany’s “The Garden at Hampton House” and £4.3 million for Jan Havicksz Steen’s “An Elegant Company in an Interior with Figures Playing Cards at a Table”. Meanwhile, Bonham's managed to sell a “Portrait d’un Gentilhomme” by Diego Velasquez for £2.6million. This rare work (only five Velazquez masterpieces have gone to auction over the last 20 years) did not however dethrone a recent record generated by his “Sainte Rufina”, which got sold for £7.5 million on July 4, 2007 at Sotheby's in London. How does investing in Old Masters perform from a financial perspective? Old Masters is a mature, stable and solid market carried by Masters who have withstood the test of time. Although it may seem obvious, it is useful to remember that unlike Contemporary Art, the production side of the Old Masters art market is over and all the works are known and listed. Of course, very occasionally, a new discovery causes a major sensation but discoveries as Rubens’ “The Massacre of the Innocents” are extremely rare. Rare as they are, paintings in good condition by
by Roman Kräussl
“
Old Masters perform most like safe blue-chip stocks
FIGURE 2 Old Masters Art Index 2000-2011
”
FIGURE 3A O ld Masters Price Index and Benchmarks 2000-2011
300
1,400
500
250
1,200
400
200
1,000
300
150
800
200
100
600
100
50
400 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
NUMBER OF SALES
INDEX
Old Masters often sell for six-figure numbers. But these exceptional results are only the tip of the iceberg and auction houses are constantly offering works by little known or unidentified artists (from the “school of ” or “circle of ”…). Figure 2 shows the performance of the annual Old Masters Art Index over the years 2000 to 2011. The price index for Old Masters reached its peak of the decade in October 2007. Thus, like a number of other art segments, it benefited from the auction room euphoria that developed between 2002 and 2007 and then suffered from the meltdown as the economic crisis chased confidence out of the market. However, since the end of 2009 the major works withheld from auctions when the market was weak have started to return. Moreover, compared to more risky bets on Contemporary Art, Old Masters perform most like safe blue-chip stocks, with modest average annual returns and relatively low volatility. Old Masters also had over the previous years much lower bought-in figures for old than any other style and segments, indicating a sufficiently deep/ liquid and mature market. Thus, how powerful a financial strategy is collecting art? How does the return on $100,000 dropped on a top-notch painting 50 or 25 or 10 years ago measure up to that on the same sum put into equity, real estate or a hedge fund over the same period? To gauge art’s potency as a long- and short-term investment, Figures 3a – 3b exhibit the performance of the Old
OLD MASTERS
HEDGE FUNDS
S&P 500
GOLD
Masters art index compared to standard asset classes such as equity, hedge funds, real estate, and gold over the years 20002011, 1985-2011, and 1960-2011, respectively. Equity investments are mirrored by the S&P 500, hedge fund investments are measured through the HFRI fund weighted hedge fund index, real estate investments are investigated through Bob Shiller’s U.S. nominal house price index, and gold index values come from the London Bullion market. Figure 3a shows that a $100,000 investment in an Old Master artwork in the year 2000 would have returned less over the past 10 years than an equal investment in gold but surpasses both equities and hedge funds, picturing the lost decade for equity investments. Figure 3b shows that the Old Masters market peaked at 300 in 1990 and corrected through the early ’90s, bottoming out below 200 in 1996, then rallying from 2000 to 2007, as indicated by a rise in the index from 231 to 582. In the new millennium, Old Masters not only weathered the stock-market storm of the first decade but generated double-digit returns. Although prices dipped as stocks crashed in 2008–09, they picked up again with 2009’s November auctions. Overall, Figure 3b indicates that over the period 1985 to 2011, Old Masters performed as good as the S&P 500 index, and substantially better than housing prices and even gold.
article Roman Kräussl
“
An Old Master for $100,000 in 1960 held for 50 years, would now be worth more than $4.5 million
FIGURE 3B O ld Masters Price Index and Benchmarks 1985-2011
”
700 600 500 400 300 200 100 1985
1990
1995
2000
2005
OLD MASTERS
REAL ESTATE
S&P 500
GOLD
2010
If you had bought an Old Master for $100,000 in 1960 and held it for 50 years, it would now be worth more than $4.5 million. A similar investment in gold would be worth around $3.5 million, while one in the S&P would be worth a paltry $2.1 million. Overall, investing in Old Masters art has been a sound investment over various periods considered. But this is purely backward looking, thus, what to expect for the future? At a time when today’s art market is increasingly resembling the dynamic observed in 2008, will its structural adjustments be sufficient to prevent a correlation of art prices to the correction of financial assets? The auction results of 2011 and the most recent ones at Sotheby’s and Christie’s in May 2012, including the price record of $119,922,500 for any work of art at auction set for Edvard Munch’s The Scream, look very promising for considering art as an alternative investment. Nonetheless, the current market – which is clearly a buyers’ market – is highly selective, very cautious and more mature than previous art markets. Although buyers are clearly motivated and still liquid despite the financial crisis, they show that they want nothing but the best at reasonable prices.
Dr. Roman Kräussl is Associate Professor of Finance at VU University Amsterdam. He also holds a position as adjunct Associate Professor at Goizueta Business School, Emory University, Atlanta, and is research fellow at CFS, at Emory Center for Alternative Investments (CAI), and at Duisenberg school of finance (DSF). His research focuses on Private Equity & Venture Capital, Behavioral Finance, and Alternative Investments. Dr. Kräussl established the website www.artfinance.com, where he publishes some of his recent work on art as an alternative asset class, and is author of Art + Auction’s monthly Databank column.
Ben jij een adviestalent? ’s Werelds grootste multinationals kijken Towers Watson aan om belangrijke business issues voor hen te tackelen. Ontwikkel je talent en begin een uitdagende carrière bij de thought leader in Retirement Solutions, Finance en Human Resources. werkenbijtowerswatson.nl smar t phone
Scan deze
QR code met je
column Hans van Ierland
In what way did
private equity
change through the years? In this article I will briefly introduce the landscape, mention some of the important recent developments and give my view on the future of private equity. Introduction
History
Private Equity has become the generic name for 5 different asset classes: i Seed capital iI Venture capital iII Growth capital iV Buy-out capital V Distressed capital
To make a relevant comment about the change in private equity through the years, one should distinguish 3 distinct regions in the world: i USA Ii Europe iII Asia
It basically follows the lifecycle of a company as depicted in the following graph:
Companies typically follow an S-shaped growth path
SEED CAPITAL
VENTURE CAPITAL
EARLYAND LATE-STAGE GROWTH CAPITAL
BUY-OUTS / DISTRESSED CAPITAL
The USA started with seed and venture capital in the 1970’s in Boston and Silicon Valley. In the 1980’s growth capital started to emerge with the founding of General Atlantic, TA Associates and Summit. All 3 started with USD 150 million and have now grown into USD 10-20 billion per firm. In 1985 Michael Milken introduced the concept of the highly leveraged buy-out, whereby up to 90% of debt would be used in a transaction. Distressed investing became popular after the market crash of October 1987 and the subsequent crises of the invasion of Kuwait, the Asian crisis, the Russian crisis, the dotcom crisis, 9/11 etc. Europe in general is 10 years behind the USA, and Asia another 10 years thereafter.
GROWTH
Recent developments
TIME
THE LATE-STAGE GROWTH STAGE IS WHERE WE BELIEVE EUROPE IS TRAILING THE USA
Since 2008 the landscape has changed dramatically in all 3 regions (USA, Europe, Asia). The fall and demise of Lehman Brothers caused a sea change in the USA. The subsequent weakening of banks resulted in a lack of leverage for buy-out transactions. Equity only deals became popular, so growth capital minority investments picked up as did distressed investing. Seed and venture capital investing struggled until the recent success of LinkedIn and Facebook. In Europe, the 2008 crisis has spread to the banking sector and the PIIGS (Portugal, Italy, Ireland, Greece and Spain). This has resulted in a weakening of credit facilities for the
by Hans van Ierland
“
Asia and Africa are quickly catching up with the USA and Europe, and will develop into a successful private equity market, profiting from the strong growth in many countries and sectors
SME sector (the small and medium sized enterprises) and also to a lack of leverage for buy-out transactions. Distressed investing has become popular for obvious reasons and so has growth capital. Local governments and the European Investment Fund have stepped up efforts to support the SME sector by providing backing for seed, venture and growth capital. Buy-outs will struggle to obtain leverage.
”
In Asia the explosive growth of private equity in China since 2008 is fascinating. Also the number of IPO’s (an exit channel for private equity) is impressive in Asia. Being behind the curve and profiting from growth in many Asian countries, private equity is doing well. A separate note: PE in Africa is only starting now. The future
The success of private equity in the USA will continue, as most firms have a 25 year track record and ample dry powder. The debate surrounding Mitt Romney as a presidential candidate in the USA with a background in private equity will lead to move transparency and knowledge among the general public. It will also change the landscape vis-a-vis the tax benefits on buy-out deals and carried interest taxation for the partners. The success of the USA is based on the fact that all 5 asset classes are well developed and have strong teams to back companies through the different phases of the lifecycle of a company. Europe has developed quite well in seed and venture capital with the help of governments and serial entrepreneurs emerging with their own capital. Also buy-outs and distressed investing have matured. What is lacking in Europe is growth capital, on a scale seen only in the USA. Asia (and now also Africa) are quickly catching up with the USA and Europe, and will develop into a successful private equity market, profiting from the strong growth in many countries and sectors.
Hans van Ierland is CEO of Holland Private Equity
article Patrick Verwijmeren
Financing opportunities created by
hedge funds Short selling a particular stock has been compared with buying fire insurance on your neighbours’ house. This is because short sellers benefit when stock prices fall (when your neighbours’ house burns down). In a short sale, you sell a security that you typically have borrowed, but do not own. When you sell this security, you receive the current market price of the security, say 50 Euros. But at some point in the future you would have to give the security back to the person you borrowed it from.When that time arrives, you have to buy the security in the market, and you hope for a low market price, say 40 Euros. You return the security to the lender and keep the 10 Euro profit. During the 2008 global financial crisis, short sellers were accused of spreading malicious rumours about the firms they held short positions in (setting fire to their neighbours’ houses), which was said to decrease share prices. As a result, regulators in many countries, including those in the United States, the United Kingdom, Australia, Germany, and the Netherlands banned short sales in the midst of the financial crisis. When short sellers were involved in, for example, Greek sovereign debt, some countries again banned short selling in 2010.
by Patrick Verwijmeren
“
Short sellers were accused of spreading malicious rumours about the firms they held short positions in
During these recent crises, especially hedge funds have faced substantial criticism and these funds had increased regulation forced upon them. Hedge funds are financial traders that frequently take short positions, as they have characteristics that allow them to sidestep some of the United States Investment Companies Act of 1940’s restriction on shortselling. A hedge fund can sell securities short in anticipation of being able to buy them at a future date at a lower price due to for example an assessment of the overvaluation of the securities, or the market, or in anticipation of earnings disappointments. One popular strategy by hedge funds is the global macro strategy, in which a hedge fund takes positions based on global macroeconomic predictions. Other popular strategies for hedge funds are event-driven strategies, which focus on important corporate events. For example, a hedge fund can short companies that have announced an equity issue, as companies that issue equity-like securities tend to underperform. The event could also be related to distress, such as restructurings and bankruptcies. The strategy of hedge funds is then to capitalize on depressed bond prices. These strategies have not led to the best reputation for hedge funds. In fact, there are stories of some hedge funds’ PR representatives writing to the financial media that they now want to be called “activist investor” rather than a hedge fund, showing that even hedge funds themselves fear their reputations. However, empirical evidence on the implications of hedge funds and short sales is relatively scarce. Are hedge funds really the bad guys?
”
Percentage of convertible proceeds purchased by hedge funds 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2000
2001
2002
2003
The convertible bond market is an interesting market for research on hedge funds and short selling as it is a market in which hedge funds and short sales are very common. Convertibles are bonds that can be converted into shares at the discretion of the convertible holder and Brown, Grundy, Lewis and Verwijmeren (2012) show that hedge funds are heavily involved in the convertible security market: during the 2000 – 2008 period on average 73.4% of the financing of newly-issued convertibles in their data set is provided by hedge funds. As convertible holders have the option to convert into shares, the value of the convertible will increase when the stock price increases. When hedge funds buy convertibles, they generally combine their long position in convertibles with a short position in the firm’s stock. The short position in stock decreases in value when stock prices increase. As a result, hedge funds do not necessarily benefit from a strong performance of the firm, but are
2004
2005
2006
2007
2008
hedged against movements of the stock price. Similarly, when the stock price decreases, hedge funds lose money on their convertible positions, but gain money on their short positions. This strategy is known as convertible arbitrage, and is one of the arbitrage-related strategies that hedge funds can follow. A study of the returns of convertible arbitrage during the credit crisis will show that the convertible arbitrage strategy is not completely without risks. Traditionally, studies have found that convertible arbitrage funds outperform the market by about 0.5% per month. But apparently these funds have not completely hedged away all their risks. During the credit crisis in 2007 and 2008 less than 10% of the convertible arbitrage funds outperformed the market, and almost 45% of convertible arbitrage hedge funds disappeared from hedge fund databases, most likely because they went bust. Clearly, not all hedge funds benefit from a financial crisis.
“Groeien tot het hoogste niveau dat voor mij haalbaar is. Dat is mijn toekomstvisie.” Marc Buijs, gevorderd assistent accountant
Onze ruimte, jouw groei Meer weten over de carrière van Marc en zijn collega’s? Of benieuwd naar onze mogelijkheden? Scan de QR of surf naar onze website.
www.carrierebijGT.nl
by Patrick Verwijmeren
“
Also, when hedge funds are the bad guys, you might wonder why firms sell their securities to them. It turns out that selling convertibles to hedge funds can actually provide firms with the opportunity to issue equity-like convertible securities at a lower cost than issuing seasoned equity. Because convertible arbitrage hedge funds combine long positions in convertible securities with short positions in the convertible issuer’s stock, they effectively distribute equity exposure into the open market via their short positions. That is, by using their knowledge of the stock borrowing and short-sale markets to distribute risk to a large number of well-diversified investors, hedge funds provide financing to firms with characteristics that would make a direct seasoned equity offering expensive. Brown, Grundy, Lewis and Verwijmeren (2012) estimate the issue costs that would have been incurred if the set of firms that chose to issue convertibles to hedge funds had instead chosen a seasoned equity offering. The estimated issue cost of a seasoned equity offering is 11.21% of the proceeds for their sample of convertible issuers. The actual cost of selling convertibles to hedge funds is 9.23%, in line with convertibles being the least-cost financing option for these firms. Hedge funds have had a number of strong effects on the market for convertible issues. For example, over the last few years, a substantial percentage of U.S. convertible debt issuers have announced a stock repurchase simultaneously with their convertible offering. These combinations are intriguing. Why would a firm on the one hand issue an equity-linked security and on the other hand use part of the proceeds to repurchase equity? De Jong, Dutordoir, and Verwijmeren (2011) show that hedge funds provide an explanation. Because hedge funds combine their long position in convertibles with short positions in the underlying common stock of the issuer, the short selling could create downward pressure on the stock price of the issuer. They find that convertible debt issuers repurchase their stock to facilitate arbitrage-related short
When hedge funds are the bad guys, you might wonder why firms sell their securities to them?
selling. In a first step, the issuer sells the convertible to an arbitrageur via an underwriter. Subsequently, the arbitrageur borrows issuer shares and sells them to the underwriter at a pre-agreed price. The underwriter then sells the shares back to the issuing firm, thereby completing the stock repurchase. The arbitrageur benefits from this transaction because he does not have to short stock at an uncertain price. The issuer benefits from the combination because, in return for acting as a counterparty in the short-selling transaction of the arbitrageur, he can charge a higher price for the convertible offering. Moreover, by privately crossing the arbitrageur’s trades, the issuer avoids concentrated open-market short sales and their negative stock price effect. For this reason, investment bankers typically refer to the combination of a convertible issue and a stock repurchase as a “Happy Meal”. Instead of remaining passive or trying to impede short selling, firms can adjust their corporate finance actions to cater to the specific needs of hedge funds. These examples show that the short selling strategies of hedge funds can provide opportunities for firms to attract financing. Although further studies should definitely examine the negative implications that short selling can have, an awareness of the positive effects will create a more balanced view on whether we want to regulate hedge funds, and whether we want to ban short selling. References
Brown, Stephen, Bruce Grundy, Craig Lewis and Patrick Verwijmeren, 2012, Convertibles and hedge funds as dis-
”
tributors of equity exposure, Paper presented at the 2011 American Finance Association meetings. Abe de Jong, Marie Dutordoir and Patrick Verwijmeren, 2011, Why do convertible issuers simultaneously repurchase stock? An arbitrage-based explanation, Journal of Financial Economics 100, 113-124.
Dr. Patrick Verwijmeren is an Associate Professor at the Department of Finance of VU University Amsterdam. He is a Research Fellow at Duisenberg School of Finance and Tinbergen Institute.
74 Duisenberg school of finance stands for top education and research in finance. A leading European finance school located in Amsterdam with world-class faculty and direct links to industry leaders in the world of finance.
for leaders in finance
75
DSF Expert column
FSA members are asked to direct their themed questions to a DSF expert in every Fiducie publication. Read what our expert has to say about the theme of this issue.
Beyond stocks and bonds
Ludovic Phallipou is a University Lecturer in Finance at Duisenberg school of finance and Saïd Business School at Oxford and an internationally recognised authority on investment in private equity funds. www.dsf.nl
How do you explain the increasing popularity of private equity?
A number of investors believe that private equity has delivered and will deliver high returns. They also believe that public equity (stock-market) and (safe) debt has delivered returns close to zero over the last twelve years and that will continue. The belief that PE has delivered and will deliver high return is by far the main driver of the increasing popularity. Another reason, but much less important, is that some investors like the fact that NAVs (i.e., Net Asset Valuation or intermediary valuations) of their private equity holdings do not change much over the stock-market cycles. This is by and large an artifact of fund managers setting up their own NAVs but it is helpful for investors like pension funds who need to report their volatility to a regulator.
Research has shown that private equity returns have at best slightly outperformed the large-cap stock indices and have been at best performing as well as mid-cap stocks (Note: mid-cap stocks have strongly outperformed large stocks over the last twelve years; their average yearly returns have been 10% per year). In addition, private equity investments have been found to bear more risk than public equity investments; and the credit lines granted by investors to private equity funds are also quite costly. Although academic research efforts have not reached a consensus (due to imperfect data and the need for better methodologies to measure as precisely as possible risk properties) the above evidence indicates that the picture for the average private equity fund looks quite bleak. When presented this evidence, investors either reply that they select better-thanaverage funds, that the future will be different, or just ignore such evidence.
vestments become an option of growing importance in the minds of investors. How do you explain the increase of the price of gold? Would you still consider it a safe investment?
There seems to be a mechanical reallocation of money towards assets that are perceived as safe when markets are volatile. The uncertainties surrounding the recovery of the world economy have pushed investors into such assets. It is however unclear why gold is a safe asset though. What do you expect will be the role of commodities of the future?
Nobody can tell for certain. Today, commodity prices look high but it is hard to tell whether this is anchored on real fundamentals (e.g. high demand from emerging countries) or it is only due to investors flocking into commodities in search of diversification.
Why do investors choose for alternative investment strategies?
How come is orange juice the most hedged commodity?
Private equity is part of the category of alternative investments which have all been gaining popularity across countries. Alternative Investments offer investors an additional investment mechanism that allows them to diversify their portfolio and therefore their risk. For this reason, and in a context of stagnant or weak stock markets, alternative in-
The amount of hedging is related to the facility to which people can engage in such activity. In the case of orange juice, it is possible that its popularity in hedging may be due to the fact that it is one of the easiest commodities to hedge. One can use weather derivatives and other readily available types of derivatives to hedge it.
www.werkenbijpwc.nl
Soms weet je precies welke smaak je wilt Soms wil je eerst nog van alles proeven
Sta je op het punt je financiële master af te ronden, dan ligt de wereld bij ons aan je voeten. Want als talent met een stevige financiële basis kun je proeven aan alle smaken van je vakgebied tijdens ons Financial Traineeship, een tweejarig coachings- en opleidingsprogramma. Wil je meer weten, neem dan contact op met Evi van Splunder. Meld je aan op werkenbijpwc.nl/financialtraineeship
Kom verder met het Financial Traineeship
Start september 2012 Evi van Splunder, 088 792 73 69
[email protected] Volg werkenbijpwc op Facebook en Twitter
© 2012 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 3412089) Alle rechten voorbehouden.
72-38 PwC RC A4 FT UvA-VU-FSA.indd 1
5/14/12 4:05:26 PM