MAGAZINE
MAGAZINE VOOR UITVOERENDE KUNSTENAARS | JUNI 2014 | NR.2 | JAARGANG 14
DE MEEST GEVRAAGDE DRUMMER VAN NEDERLAND TIPS VOOR CROWDFUNDING WIE WINT DE GOUDEN NOTEKRAKER 2014? SPELEN OP POP-UP PODIA
2
3
VAN DE REDACTIE
GOEDE ZIN
PERFORMERS MAGAZINE is een uitgave van de sectie Uitvoerende Kunstenaars van Sena en is bestemd voor rechthebbende uitvoerende kunstenaars en andere geïnteresseerden. Aan de inhoud
Weleens iemand in slaap gezongen in ruil voor een bijdrage aan je nieuwe plaat? Een driegangendiner gekookt voor je kersverse sponsors? In de huiskamer van zomaar een fan opgetreden – of in een schuur voor voorbijkomende fietsers op een zonnige zomerdag? De creativiteit van de sector reikt mijlen verder dan mooie muziek maken. Met bewonderenswaardige volharding blijven artiesten zoeken naar manieren om op te treden en platen uit te brengen. Crowdfunding heeft een aantal inventieve musici al een stap verder gebracht. Jasper van Vugt heeft in dit nummer de do’s en dont’s op een rij gezet voor degenen die zich daar ook aan willen wagen. En Anita Verheggen schrijft over de pop-up podia in kerken, schuren en huiskamers, die de kans bieden een nieuw publiek aan te boren dat niet meteen een kaartje koopt voor Paradiso.
‘EINDELIJK EENS EEN SPREAD VOOR EEN SESSIEMUZIKANT’
kunnen geen rechten worden ontleend. © 2014 Sena HOOFDREDACTEUR:
EIJKENAAR DRUMT
CROWDFUNDING
DOWNLOADVERBOD
Hij heeft met vrijwel elke Nederlandse topartiest gespeeld. Zijn carrière als sessiemuzikant gaat voor de wind; dat het geen wijdverbreide roem brengt, kan hem niet deren.
Zing je fans via Skype in slaap in ruil voor een donatie: steeds meer muzikanten proberen crowdfunding uit.
Zelden was er meer aandacht in de media voor een uitspraak van het Europese Hof over auteurs- en naburige rechten. Downloaden mag niet meer van Europa.
4
6
11
GOUDEN NOTEKRAKER
POP-UP PODIA STELEN DE SHOW
CONSERVATORIUM CONCOURS
De nominaties voor de Gouden Notekraker zijn bekend. Wie gaat voor goud? Je kunt nu stemmen op je favorieten!
Het komt steeds vaker voor: eenmalige concertpodia op bijzondere locaties, die plotseling verschijnen en even snel weer verdwijnen.
Studenten ontroerden de jury op het Conservatorium Concours. De jonge generatie durft te kiezen voor een avontuurlijk repertoire.
12
18
20
Willemijn de Jonge
REDACTIE: Erwin Angad-Gaur, Anita Verheggen en Melanie van de Kuinder (fotoredactie) EINDREDACTIE:
Willemijn de Jonge
VORMGEVING: Fellows FOTOGRAFIE: Simon van Boxtel (foto Lex Bolderdijk) Melissa Duijn (foto’s Sena Talent Stage Flevoland), Rudy Hellewegen (foto Maarten Heijmans), Anna van Kooij (foto’s Sena Talent Stage Utrecht), Pieter Malfliet (foto ZomerJazzFietsToer}, Sanja
De popicoon van deze keer stond al eindeloos vaak op het podium van die poptempel, maar dat maakt hem nog geen bekende Nederlander – althans niet buiten de ‘scene’. Nu eindelijk eens een spread voor een sessiemuzikant, en dan maar meteen een van de meestgevraagde van Nederland. Hans Eijkenaar, die een benijdenswaardige carrière bij elkaar heeft gedrumd, maakt korte metten met het vooroordeel over sessiemuzikanten: hij ziet dat niet als werken op de achtergrond, maar als een kans om te spelen met de beste musici die er zijn. Zijn markante verschijning staat niet voor niets paginagroot in het Sena-jaarverslag, waar hij een plaats claimt in de Rock-Top10 van 2013. Dat jaarverslag komt overigens met verrassend goede cijfers: Sena haalde in 2013 een recordbedrag aan licentie-inkomsten binnen.
Marusic (foto Wouter Hamel), Ilja Meefout (foto Mr. Probz), Niels Kornelis Meijer (foto’s Sena Talent Stage Groningen), Marc Nolte (foto’s Sena Talent Stage Zuid-Holland), Bonita Postma (foto Daan Schuurmans), Leonie Ravestein (foto Rifka Lodeizen), Paul Tolenaar (foto’s Erwin Angad-Gaur, Hans Eijkenaar, team Relatiebeheer Buitenland, New Babylon en Henk Westbroek), Jens van der Velde (foto Tim Knol), Anna Witkowska
Bladerend door dit nummer is het gevoel wat beklijft behoorlijk positief. Het wordt zomer, de festivals komen eraan met veel kansen om te spelen. Het begon al op Bevrijdingsdag, waarbij Sena regionaal talent op alle veertien festivals een podium bood. Rianne van der Molen sprak met ambiteuze studenten die bij het Conservatorium Concours streden om een optreden op het Grachtenfestival Amsterdam. En er is nog meer te winnen: de nominaties voor de Gouden Notekraker zijn net bekendgemaakt; aan de aangeslotenen van Sena en NORMA om de winnaar aan te wijzen. De ene muzikant die de ander mag prijzen, wat wil je nog meer?
(foto’s Conservatorium Concours) DRUK: Interform OPLAGE: 15.500
INHOUD
MEDEWERKERS: Erwin Angad-Gaur, Willemijn de Jonge, Melanie van de Kuinder, Rianne van der Molen, Guido van
2 VAN DE REDACTIE
16 PODIUM: STAN RIJVEN
8 IK EN MIJN RECHT
17 DE WAARDE VAN MUZIEK: NEW BABYLON
Oorschot, Erik Thijssen, Anita Verheggen, Jasper van Vugt en Henk Westbroek REDACTIEADRES: Catharina van Renneslaan 20 Postbus 113, 1200 AC Hilversum Telefoon: (035) 625 17 00 E-mail:
[email protected] Website: www.sena.nl
10 BELEIDSPLAN SOCIAAL CULTURELE PROJECTEN 14 BEELDVERSLAG BEVRIJDINGSFESTIVALS
22 R EFLECTIES: DE HOLLANDSE ZIEKTE 24 JAARRESULTATEN SENA
26 EVEN VOORSTELLEN: TEAM BUITENLAND 27 HENK WESTBROEK
4
POPICONEN
HANS EIJKENAAR ‘Roem doet me niets’
5
Hij begeleidde jarenlang artiesten zoals Candy Dulfer, Anouk en Trijntje Oosterhuis, maakt sinds 2010 onderdeel uit van Kayak, begeleidt sinds 2013 de kandidaten van The Voice of Holland, speelt vrijwel wekelijks albums in én is ook nog docent op het conservatorium Codarts in Rotterdam. “Ik hoef me niet te vervelen inderdaad,” grinnikt Hans Eijkenaar (50). ‘Eijk’ is een van de meest gevraagde sessiemuzikanten van Nederland en heeft nog altijd meer aanvragen dan beschikbare tijd. Hij werkt snel, kan noten lezen én componeren, maar is bovendien verschrikkelijk goed en energiek. Dat hij door de lezers van de Slagwerkkrant al zo vaak tot beste drummer werd gekozen vindt hij een gigantische eer, vooral omdat een deel van zijn muzikale collega’s ‘sessiemuzikant’ een vies woord lijkt te vinden. “Die term is besmet,” vindt Eijkenaar. “Andere muzikanten vinden dat je als sessiemuzikant niet artistiek bezig bent en alleen maar denkt aan geld verdienen met weinig artistieke verdieping. Volgens hen kun je alleen in een eigen band echt doorleefd spelen. Terwijl ik denk: het is simpelweg een andere manier van werken. En het publiek ziet gewoon een band. Of die muzikanten wel of niet doorleefd spelen heeft echt niet te maken met de financiële constructie die erachter zit.” Eijkenaar had best jarenlang willen spelen met dezelfde band, maar het is er niet van gekomen. En hij benadrukt nog even hoe bijzonder het is dat een band als de Golden Earring nog altijd in dezelfde setting bij elkaar is. “Vooral in de jaren ’90 zag je bands opkomen, waarvan vervolgens de zanger werd losgeweekt. Van de rest van de muzikanten hoorde je daarna weinig meer. Denk maar aan Volumia, iedereen kent alleen nog Xander de Buisonjé. Het heeft voor mij dus ook goed uitgepakt dat ik nooit op één ding heb ingezet.”
Hij is een van de meest gevraagde sessiemuzikanten van Nederland en werd de afgelopen veertien jaar maar liefst tien keer door zijn collega-drummers verkozen tot beste drummer van de Benelux. Toch wordt Hans Eijkenaar op straat amper herkend. Dat deert hem totaal niet, zolang hij maar kan spelen. Door Rianne van der Molen
maar met hulp van zijn drumleraar, klassiek slagwerker Toon Oomen, leert hij een andere grip aan. “Mijn hand is toen voor een deel verlamd geraakt, maar ik heb de techniek nog helemaal kunnen aanpassen. Het is mijn redding geweest dat het zo jong gebeurde.” Een paar jaar later meldt hij zich bij het conservatorium in Rotterdam. In eerste instantie speelt Eijkenaar vooral in jazzcombo’s, maar hij ziet zijn schoolgenoten die voor pop/rock kiezen optreden in grotere zalen én voor een jonger publiek. “Dat wilde ik ook. Eerst deed ik het naast mijn jazzoptredens, maar ik merkte al snel dat anderen mij steeds minder als jazzdrummer begonnen te zien. Was mijn energieke stijl eerder nog een ‘leuk, eigen dingetje’ binnen de jazz, zodra ik rockoptredens ging doen vond iedereen opeens dat ik toch meer een rockdrummer was. Daardoor werden de klussen op jazzgebied steeds minder.”
DOORBRAAK Zijn grote doorbraak komt in 1985 als hij meespeelt in de rockopera Ik, Jan Cremer. Het opent de deur voor zijn verdere carrière. Hij drumt albums in voor Rob de Nijs en Piet Veerman, speelt begin jaren ’90 met Robby Valentine en gaat met Candy Dulfer en Hans Dulfer op pad. Later speelt hij met Anouk, Vanvelzen en René Froger. “Sessiemuzikant zijn heeft voor mij nooit gevoeld als werken op de achtergrond. Al doet roem me trouwens niets, daar heb ik nog nooit over nagedacht. Het gaat mij om het spelen, al wil je natuurlijk wel dat applaus en is het mooi om de waardering van collega’s te krijgen.” Als sessiedrummer kun je volgens hem net zo goed bepalend zijn vindt hij. “Je moet vaak je eigen partijen schrijven en gaat regelmatig lang met een artiest op pad. Bovendien krijg je de kans om te spelen met echt goede muzikanten, speel je in de grotere zalen en vaker in het buitenland. Wanneer je met een paar vrienden een band begint, bereik je dat natuurlijk niet zomaar.”
ANDERE GRIP Professioneel muzikant worden is al op jonge leeftijd een droom van hem. Toch gooit een ongeluk op zijn vijftiende bijna roet in het eten. Tijdens een vakantiebaantje snijdt hij in zijn arm en raken zijn pezen en zenuwen ernstig beschadigd. Even ziet het ernaar uit dat hij nooit meer kan drummen,
BUSINESSPLAN Hij realiseert zich dat hij in een luxepositie zit als één van de meest gevraagde drummers van Nederland. Op het conservatorium begeleidt hij veel talentvolle drummers, maar in deze tijden moeten zij op een andere manier werken om
succesvol te worden. “Vroeger ging het een stuk gemakkelijker. Overal in de horeca klonk toen live muziek, maar door onder andere al die milieuwetten is dat nu niet meer mogelijk. En de poppodia krijgen steeds minder subsidie; ze durven alleen nog maar succesvolle bands te boeken of betalen ontzettend lage gages. In de jaren ’80 en ’90 hadden de platenmaatschappijen bakken met geld en verkocht zelfs een flop al snel 20.000 exemplaren. Dan maakten ze gewoon nog een plaat met zo’n artiest. Nu verkoop je er maar 200 als het niet aanslaat. Het zijn totaal andere tijden.” Dat dit muzikanten dwingt om creatief te zijn, vindt Eijkenaar wel een voordeel. “Je hebt meer kansen om jezelf te promoten, het is makkelijker om internationaal te gaan en zelf op te nemen. Tegelijk is er minder werk om te verdelen over heel veel mensen. Van iedere drumstudent die bij mij afstudeert, verwacht ik een heel degelijk businessplan. Ze moeten iets doen wat onderscheidend is of een manier weten waarop ze zich kunnen onderscheiden. Door een app te bedenken, online les te geven of een rare actie te doen – en wie weet mag je erover vertellen bij De Wereld Draait Door. Dan sta je meteen op de kaart.”
‘HET HEEFT NOOIT GEVOELD ALS WERKEN OP DE ACHTERGROND’ GRILLEN Hoewel het voor hemzelf vooralsnog niet nodig is, blijft Eijkenaar zoeken naar nieuwe mogelijkheden om zijn werkveld te verbreden. Zo maakte hij (samen met zijn vrouw, zangeres/danseres Marieke) de iPad/iPhone apps Drum Clinic HD, Drum Loops HD en Percussion Loops HD, waarmee mensen onder meer zelf drums en percussie onder hun projecten kunnen zetten.“Zo hebben we een eigen business zonder afhankelijk te zijn van de grillen van de vaderlandse industrie. Toch zie ik het zeker niet somber in. Livemuziek zal altijd blijven en na de eerste schrik van het illegaal downloaden krabbelt men op en ontstaan nieuwe modellen. En dat het allemaal sneller en efficiënter moet, is ook wel weer een uitdaging.”
6
7
CROWDFUNDING
DROMEN REALISEREN
WAT DOE JE VOOR JE DONATEURS? Anno 2014 is het niet makkelijk om te leven van je muziek. Platenmaatschappijen investeren nauwelijks meer in nieuw talent en de overheid vindt dat kunstenaars hun eigen broek moeten leren ophouden. Steeds meer muzikanten proberen met crowdfunding de opname van een nieuwe cd, een bijzondere tournee of een speciale uitgave te bekostigen. Door Jasper van Vugt Een van die muzikanten die zich tot zijn fans richt is bandoneonist Carel Kraayenhof, die een campagne opzette om een gedeelte van zijn nieuwe theaterproductie Liberación te financieren. Kraayenhof: “De overheid trekt zich steeds meer terug en op subsidies kun je niet meer rekenen. Of je het daar nu mee eens bent of niet, er is geen weg meer terug. Dus stap op je fans af om bijzondere projecten van de grond te krijgen. Dat zijn de eersten die willen doneren, zij voelen zich betrokken.” Via internet is het gemakkelijker dan ooit om fans te mobiliseren en geld in te zamelen. Al in 1997 zochten fans van rockgroep Marillion elkaar online op om gezamenlijk geld in te zamelen voor een Amerikaanse tournee van hun helden, een vorm van financiering die de Britten vervolgens bleven gebruiken voor hun albums. De eerste online crowdfundingplatforms ontstonden rond 2003 in de Verenigde Staten en hebben in de jaren daarna snel aan populariteit gewonnen. De muzikant die op deze manier het grootste bedrag voor de financiering van haar album binnenhaalde was de Amerikaanse
singer-songwriter Amanda Palmer. Zij haalde in 2012 maar liefst 1,2 miljoen dollar op via Kickstarter, een Amerikaans platform dat sinds 29 april ook in Nederland actief is.
VOORDEKUNST In Nederland is Voordekunst is het populairste crowdfundingplatform. Oprichter Roy Cremers begon het platform in november 2010, nadat hij als stafmedewerker van het Amsterdams Fonds voor de Kunst nadacht over de vraag hoe theatermakers, muzikanten, filmmakers en kunstenaars hun werk het beste aan de man kunnen brengen. Met subsidie van het ministerie van OCW lanceerde hij www.voordekunst.nl, dat begin april jl. de mijlpaal van 4 miljoen euro aan donaties behaalde. Dat bedrag werd betaald door 39.602 donateurs, die 688 culturele projecten financierden. Cremers: “Het ondernemerschap van kunstenaars wordt steeds belangrijker nu traditionele financieringsbronnen minder beschikbaar zijn. Crowdfunding stimuleert makers om zich duidelijk te profileren en ondernemersvaardigheden te trainen.
Je moet leren om geld uit de markt te kunnen genereren. Laat zien aan het publiek wat je maakt, en waarom zij daaraan moet bijdragen.” Dat een campagne kan werken, bevestigt Lisa Moree, bassiste/zangeres van folkpopband Bells Of Youth: “Ik stond ervan te kijken hoeveel mensen ons steunden zonder ons persoonlijk te kennen,” vertelt ze. Doel was om 3.200 euro in te zamelen voor de bekostiging van hun debuutalbum BOY. Moree: “Ik kende het principe van crowdfunding omdat ik zelf al eens gedoneerd had aan een andere band. Het lag voor de hand dat wij ook zo’n campagne zouden inzetten; we hadden geen label dat ons geld gaf en hoewel we een toelage kregen van het Sena Muziekproductiefonds bleek er nog een gat in de begroting te zijn. Met crowdfunding konden we dat gat dichten.”
‘NIET IEDEREEN HEEFT EEN SUIKEROOMPJE’
Volgens Cremers heeft Nederland een gunstig geefklimaat voor goede doelen, maar bleef de kunstsector achter in het gebruik van donateurs. Voordeel voor donateurs is dat er per project geld kan worden gegeven, de donateurs nergens aan vast zitten én er een tegenprestatie is voor hun gift. Wie 10 euro doneert aan een artiest, krijgt in ruil daarvoor een download van de te financieren cd. Wie meer doneert, krijgt een bijzondere tegenprestatie (zie kader). Toch voelt het voor veel muzikanten nog als een vorm van bedelen. Cremers: “Donateurs zien dat niet zo, blijkt uit onze onderzoeken. Ze zien het als het realiseren van iemands droom. Het werkt twee kanten op: kunstenaars halen geld op voor een project en creëren betrokkenheid van de donateurs, het publiek doet op een laagdrempelige manier iets goeds voor de maatschappij.” Volgens zowel Moree als Kraayenhof zijn de reacties positief. Kraayenhof: “Veel mensen voelen zich betrokken, ze vinden het leuk dat ze iets kunnen doen.” Behalve geld levert het hen ook contact op met hun fans, benadrukt Moree. “De donateurs hebben echt meegewerkt aan het
album. Door de actie hebben we een fanbase overgehouden van mensen die zich betrokken voelen bij wat we doen.”
die groep groter te maken. Daar moet je actief voor bezig zijn. Het is zaak van fans ambassadeurs te maken die je helpt de groep donateurs te vergroten.”
KORT FILMPJE Niet elke crowdfundingcampagne is succesvol en niet elk project is geschikt om via crowdfunding tot stand te komen. Om de kans op een geslaagde campagne te vergroten organiseert Voordekunst regelmatig workshops, waarin uitgelegd wordt wat voor soort projecten zich lenen voor crowdfunding en hoe zo’n campagne op te zetten. Moree waarschuwt dat er veel tijd in zit om de campagne succesvol te maken, en een realistisch plan van aanpak noodzakelijk is. “Wij hadden zelfs speciaal iemand in de band aangesteld als Hoofd Crowdfunding. Zij heeft met hulp van Voordekunst en onze manager een plan opgesteld om de actie een succes te maken. Zo is het belangrijk dat je in een kort filmpje vertelt wie je bent en wat je gaat doen.” Volgens Cremers begint crowdfunding in het eigen netwerk van de kunstenaar, met familie, vrienden en bekenden. Cremers: “Daarna volgen fans en mensen die je werk kennen. Het is de uitdaging om
Cremers denkt dat er een mentaliteitsverandering aan het ontstaan is bij het publiek nu er via de overheid en traditionele financierders niet heel snel weer geld beschikbaar komt. “Ik denk dat het vanzelfsprekend zal worden dat je als particulier je steentje bijdraagt aan mooie projecten.” In het geval van zowel Bells Of Youth als Carel Kraayenhof is hun campagne geslaagd. Beide gingen over het doelbedrag heen, respectievelijk met 140 en 108 procent (op het moment van schrijven, met nog 20 dagen te gaan). Ze zijn erg te spreken over deze vorm van financiering. Moree hoopt de tweede plaat van haar band zelf te kunnen financieren, maar mocht dat niet haalbaar blijken dan zou ze opnieuw een crowdfundingactie opzetten: “Ik ben blij dat er zoiets als crowdfunding bestaat. Niet iedereen heeft een suikeroompje die je financieel kan helpen.”
TIEN TIPS DIE JE CROWDFUNDINGPROJECT TOT EEN SUCCES MAKEN:
VIJF OPVALLENDE TEGENPRESTATIES VAN MUZIKANTEN AAN DONATEURS: 1. D e Nederlandse jazzpopzangers Scarlet Mae bood mensen voor € 50 aan ze in slaap te zingen met een slaapliedje via Skype. 2. Voor € 500 kwamen de vijf dames van Bells Of Youth thuis bij je koken en een concert in je huiskamer geven. 3. Carel Kraayenhof schrijft speciaal voor jou een compositie, mits je zijn campagne steunt met € 1.500. Zes mensen legden dat bedrag neer. 4. Voor een donatie van € 25 stond jouw naam in het cd-boekje van de debuut-cd van Impossible Situations 5. De Amerikaanse drummer Josh Freese (sessiemuzikant voor o.a. Nine Inch Nails, Bruce Springsteen en Guns n’ Roses) ging het verst met zijn actie. Voor $ 75.000 maakte hij een maand lang deel uit van je band, voor opnamen, optredens en alles wat daar bij hoort. Hoewel er geen afnemers waren van de duurste mogelijkheden, leverde de opvallende campagne Freese naast geld ook veel publiciteit op voor zijn nieuwe plaat.
1. Zorg dat je voldoende fans hebt, of zet anders je familie en vrienden in. 2. Kies een platform dat mensen kennen. Dat maakt je actie betrouwbaarder. 3. Ga voor een realistisch en haalbaar doelbedrag en stel een deadline. 4. Geef iets tastbaars voor relatief weinig geld. Ook bij crowdfunding houden fans van koopjes. 5. Bied veel verschillende opties die aansluiten bij de wensen van de donateur; een cd voor € 15 is standaard, maar wat kan je nog meer aanbieden voor (veel) meer geld? 6. Ludieke en unieke acties waarbij je in contact treedt met je fans werken goed. Of je nu bij ze gaat afwassen, bij ze in de huiskamer concert geeft of ze backstage uitnodigt na een concert, als mensen het leuk en persoonlijk vinden trekken ze sneller hun portemonnee. 7. Maak een filmpje waarin je uitlegt hoeveel geld je nodig hebt en wat je ermee gaat doen, zodat de investeerders zien dat je het geld ook echt aan de muziek spendeert. 8. Zet de social media in om je actie onder de aandacht te brengen en geef regelmatig updates over de voortgang van de actie. 9. Ga je het doelbedrag niet halen? Leg dan zelf het restant bij zodat je de donaties niet kwijt bent. 10. Laat na afloop van de actie met foto’s of filmpjes zien waaraan het geld wordt besteed.
8
9
IK EN MIJN RECHT
WAT HEB JE ERAAN? WE GAVEN HET WOORD NU EENS AAN DE ARTIESTEN ZELF: HOE DENKEN ZIJ EIGENLIJK OVER HUN NABURIGE RECHTEN? WETEN ZE VAN DE HOED EN DE RAND? STAAN ZE OP HUN STREPEN? EN WAT HEBBEN ZE EIGENLIJK AAN SENA? VIER AANGESLOTENEN REAGEREN. Door Willemijn de Jonge
JELMER HARINGSMA, GITARIST DIFF EN PIONEERS OF LOVE “Ik ben pas een half jaar bij Sena aangesloten, dus ik heb nog geen idee wat ik van ze krijg. Ik verwacht wel iets, maar het zal niet veel zijn, we worden vooral op de lokale radio gedraaid. Ik zou er niet gek van opkijken als het straks maar 30 euro blijkt te zijn. Toch vind ik dat je je rechten als muzikant wel moet claimen. Het is in Nederland zo geregeld dat je recht hebt op een vergoeding als je gedraaid wordt, je doet jezelf tekort als je daar niet achteraan gaat. Over rechten hebben wij eigenlijk nooit discussies, ook niet als het om auteursrecht gaat: wij bespreken binnen de band altijd eerlijk en open hoe de verdeling is als het over auteursrechten gaat. Iedere band kan hier zelf een afweging in maken. Bijvoorbeeld welk bandlid waar recht op heeft en of je een deel van de rechten verdeeld onder de hele band. De gages zijn een ander verhaal. Als je net beginner-af bent, is het heel lastig om waardering in geld te krijgen. Maar een timmerman stuurt ook een rekening als hij een kozijn voor iemand gemaakt heeft, dus waarom zou een muzikant dat niet doen? Podiums willen een hele band vaak maar 100 euro voor een optreden betalen en als je nee zegt, staan er tien anderen in de rij om het wel te doen. Muziek maken wordt toch nog altijd gezien als een hobby.
Door akkoord te gaan met die 100 euro houden we dat met zijn allen in stand. Ik wist niet dat Sena zich ook inzet voor minimum gages per artiest, ik ben blij dat te horen.”
LENNY KEYLARD, ZANGER (DEELNEMER THE VOICE OF HOLLAND) “Ik ontving onlangs een mailtje van Sena met de mededeling dat ze geld voor mij hadden. Ik ben wel aangesloten bij Buma/ Stemra, maar van Sena had ik nog nooit gehoord. Ik dacht eigenlijk dat ik mijn rechten wel gecoverd had bij Buma. Ik ben wel blij dat Sena me actief benaderd heeft, anders had ik dit nooit geregeld. De zakelijke kant van het vak is niet mijn sterkste kant, ik heb het nooit zo over geld, ik wil gewoon muziek maken. De administratieve rompslomp schuif ik meestal voor me uit. Maar daardoor loop je dus wel geld mis en het is al zo lastig om als muzikant overeind te blijven. Dus heel goed dat zo’n instantie als Sena er is. Misschien doe ik zo makkelijk over de zakelijke kant omdat ik nu nog een baan heb naast mijn muziek. Ik ben nu allang blij als ik hoor dat mijn muziek gedraaid wordt. Het zou wel mooi zijn als ik ooit wél van de muziek kan leven natuurlijk. En dan zal ik me toch iets meer in geld verdienen moeten verdiepen. Ik ben nu lid van Sena, ik zal er eens induiken en uitzoeken hoe het allemaal werkt.”
‘HET ZOU DOM ZIJN OM DAT GELD TE LATEN LIGGEN’ LEX BOLDERDIJK
MIEKE HONINGH, ALTVIOLISTE IN HET METROPOLE ORKEST, HET AMSTERDAM VIOLA QUARTET EN HET KLIMT! KWARTET
LEX BOLDERDIJK, GITARIST, SESSIEMUZIKANT BIJ O.A. PUSSYCAT, ROB DE NIJS, BZN, ANOUK, METROPOLE ORKEST
“Ik ben vanaf de start bij Sena aangesloten. Je bent een dief van je portemonnee als je dat niet doet! Goed dus dat Sena bestaat en fijn dat de naburige rechten worden geïncasseerd en uitbetaald. Ik heb er ook geen enkele moeite mee dat er een budget is voor het maken van cd’s en het subsidiëren van prijzen. Hiermee geeft Sena aan dat zij een ruim hart heeft voor de sector. Maar af en toe vraag ik me wel eens af of er niet met het geld van musici wordt gesmeten. Van mij mag bijvoorbeeld het bedrijf wel worden gehuisvest in een bescheidener pand dan nu het geval is. Zo’n groot nieuw kantoor in Hilversum vind ik overdreven. Over naburige rechten kan ik kort zijn. Het is volledig terecht dat bedrijven en organisaties die muziek gebruiken om hun producten te promoten, moeten betalen voor die muziek. Ik ben me zeer bewust van mijn rechten. Als lid van het Metropole Orkest – met 55 musici – zijn per persoon de uitbetalingen niet zo hoog. Maar nog niet zo lang geleden was ik ook actief als sessiemuzikant. Ik heb bijvoorbeeld meegespeeld op een aantal cd’s van Marco Borsato. Dat levert per titel veel meer op. En dat repertoire wordt nog steeds met enige regelmaat gedraaid. Ik raad iedereen aan om een goede administratie te voeren, zodat je jezelf niet tekort doet. Ik doe dat in ieder geval wel.”
“Ik heb mijn hele leven vertoefd in opnamestudio’s, Sena kwam voor mij eigenlijk een jaar of twintig te laat. Ik was er in 1993 als de eerste sessiemuzikant bij, ik kreeg toen een grote feestelijke cheque uitgereikt van 92 gulden. In de loop der jaren is die vergoeding uitgegroeid tot een aanzienlijk bedrag per jaar. Ik heb bijvoorbeeld op de eerste plaat van Anouk meegespeeld, de rechten die ik daarover uitbetaald kreeg waren leuke bedragen, dat leverde veel meer op dan de gages. Toen Sena in het leven werd geroepen, dachten veel artiesten om mij heen dat er in de praktijk wel niets van terecht zou komen, die houding is muzikanten eigen. Ik heb toen menige muzikant over de streep getrokken. Het is een soort ‘gevonden’ geld, waar je bovendien gewoon wettelijk recht op hebt. Het zou dom zijn dat te laten liggen. Ik sta zelf best op mijn strepen als het om rechten gaat. Ik heb bijvoorbeeld wel eens een discussie gehad over het aantal instrumenten dat ik speelde op een plaat. Ik vind dat een sologitaar iets anders is dan een gewone gitaar. Gelukkig viel daarover te praten met Sena. Ik ben heel blij dat ze bestaan: de naburige rechten vormen een zeer welkome aanvulling op mijn verdiensten.”
‘DE ADMINISTRATIEVE ROMPSLOMP SCHUIF IK MEESTAL VOOR ME UIT’ LENNY KEYLARD
10
11
BELEIDSPLAN SOCIAAL CULTURELE PROJECTEN EUROPA OORDEELT
DOWNLOAD VERBOD
Meer geld voor het Muziekproductiefonds Sena subsidieert jaarlijks een groot aantal festivals en sociale projecten. De Sectie Uitvoerende Kunstenaars beschrijft het beleid achter deze subsidies in het Beleidsplan Sociaal Culturele Projecten 2013-2017 dat 26 mei werd gepresenteerd. Door Anita Verheggen Het Sena Muziekproductiefonds, de Sena Young Talent Stages op de bevrijdingsfestivals, de Sena Young Talent Guitar Award: het zijn allemaal projecten die tot stand komen met een bijdrage uit het budget voor Sociaal Culturele projecten. Jaarlijks wordt 3 procent van het beschikbare bedrag voor repartitie van uitvoerende kunstenaars toegevoegd aan dit zogenoemde SoCubudget waarmee de sociaal-economische positie van de bij Sena aangesloten musici moet worden verbeterd. De Sectie Uitvoerende Kunstenaars van de Raad van Aangeslotenen is verantwoordelijk voor de besteding van deze SoCu-gelden. Tijdens de Vergadering van Aangeslotenen op 26 mei presenteerde de sectie het SoCu Beleidsplan 2013-2017. Daarin staat een heldere beschrijving van de criteria en keuzes die ten grondslag liggen aan de besteding van het SoCu budget. Wat zijn de meest in het oog springende punten?
MEER EIGEN PROJECTEN De sectie wil meer eigen Sena-projecten en zal die actief zelf initiëren. Daarmee wordt Sena minder afhankelijk van de aanvragen die binnenkomen en kunnen de SoCugelden evenwichtiger over de verschillende muziekgenres worden verdeeld. Hier is een hoger jaarbudget mee gemoeid dan
voorheen. Maar vanaf 2015 wordt er een uitgavenplafond ingesteld om te garanderen dat het budget weloverwogen wordt besteed, terwijl de reserve op een verantwoorde wijze kan worden afgebouwd. Een goed voorbeeld van een eigen project dat ten goede komt aan musici uit alle muziekgenres is het Sena Muziekproductiefonds. Dit fonds voldoet aan een grote behoefte onder musici die een muziekproductie in eigen beheer willen uitbrengen. Er zijn in Nederland geen alternatieve fondsen waar je subsidie kunt aanvragen voor het maken van een professionele geluidsopname. In 2013 ontving Sena maar liefst 216 aanvragen waarvan er slechts 69 konden worden gehonoreerd. Daarom heeft de sectie besloten om het budget van dit fonds te verhogen van 150.000 naar 250.000 euro per jaar, zodat meer musici er profijt van kunnen hebben.
GAGENORM De projecten moeten betaalde werkgelegenheid voor uitvoerende kunstenaars stimuleren. Uitgangspunt is dat de door musici bijeengebrachte SoCu-gelden besteed worden aan projecten waarbij musici ook fatsoenlijk worden betaald. Daarom heeft de sectie (met unanieme instemming van de Vergadering van Aangeslotenen van 2013) een gagenorm van 250 euro per musicus per optreden ingesteld bij projecten die met een SoCu-bijdrage worden gefinancierd. Van die norm kan alleen in speciale gevallen gemotiveerd worden afgeweken. Bovendien wil de sectie in deze tijden van economische neergang en publieke druk op het auteurs- en naburig recht een bijdrage leveren aan de noodzakelijke lobby voor de rechten van (uitvoerende) musici. Daarnaast moeten SoCu-projecten voldoende PR voor Sena opleveren.
‘EEN GAGENORM VAN 250 EURO PER MUSICUS PER OPTREDEN’
Zelden was er meer aandacht in de media voor een uitspraak van het Europese Hof over auteurs- en naburige rechten. Tot het NOS Journaal aan toe kregen wij het op 10 april te horen: het downloaden uit een illegale bron valt volgens het Europese Hof van Justitie niet onder de thuiskopieregeling. Maar wat betekent die uitspraak precies en wat zijn de gevolgen? Door Erik Thijssen In Nederland is het toegestaan voor eigen gebruik een kopie te maken van auteursrechtelijk beschermd werk. De overheid heeft om die reden de thuiskopieregeling in het leven geroepen, een regeling die tot doel heeft artiesten, auteurs en producenten van onder andere films, muziek en boeken te compenseren voor de privékopieën die consumenten maken. De Nederlandse regering heeft in het verleden steeds het standpunt ingenomen dat ook kopiëren uit illegale bron was toegestaan. Het Europese Hof oordeelt nu anders en heeft bepaald dat de thuiskopieregeling alleen betrekking mag hebben op privékopieën vanuit legale (online en offline) bronnen. Daarmee is de thuiskopieregeling dus zeker niet overbodig geworden.
LEGALE BRON “Veruit de meeste kopieën worden worden door consumenten gemaakt uit een legale bron, zowel online als offline,” zegt
Erwin Angad-Gaur, secretaris van de Ntb en voorzitter van de sectie Uitvoerende Kunstenaars van Sena. “Zonder de thuiskopieregeling zou Nederland verplicht zijn om een algeheel verbod op het maken van privékopieën door consumenten in te voeren. Dat wil niemand en het is bovendien niet te handhaven.” Veel andere EU-lidstaten gingen Nederland in dit opzicht voor. Ook daar is het downloaden uit illegale bron verboden en is er tevens een thuiskopieregeling van kracht. Angad-Gaur: “Het zou heel slecht zijn nu een enorme stap terug te doen en al het kopiëren te verbieden. Of een downloadverbod wel te handhaven is, is uiteraard de vraag. Maar gek genoeg is die vraag op korte termijn minder interessant. Alleen op Europees niveau kan bepaald worden het auteursrechtensysteem te wijzigen, bijvoorbeeld door peer-to-peer gebruik tussen consumenten te compenseren via een rechtenvergoeding op het internetabonnement. Ik hoop dat dat uiteindelijk zal gebeuren en daar lobbyen we ook voor, maar het zal niet morgen zijn. Het aanpassen van Europese regels is geen kortetermijntraject.”
HOE VERDER? De uitspraak heeft direct tot gevolg dat ook in Nederland een verbod geldt voor downloaden uit illegale bron. Daarvoor hoeft de wet niet te worden aangepast, liet Staatssecretaris Teeven de Tweede Kamer
inmiddels weten: de uitspraak van het Europese Hof is daarvoor voldoende. Voor het thuiskopiestelsel geldt dat zorgvuldig gekeken zal worden of en in hoeverre het huidige stelsel moet worden aangepast. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie: “De Stichting onderhandelingen thuiskopievergoeding (SONT) is door staatssecretaris Teeven gevraagd aan te geven welke thuiskopieheffingen passend zijn na het arrest van het Hof van Justitie. (…) Het advies van de SONT wordt deze zomer verwacht. Op basis van het advies zal Teeven de algemene maatregel van bestuur [d.w.z. de lijst met tarieven, red.] wijzigen.”
‘HET IS DE VRAAG OF EEN DOWNLOADVERBOD TE HANDHAVEN IS’ Omdat de hoogte van de huidige thuiskopiebijdrage in Nederland is gebaseerd op de thuiskopiebijdrage in andere EU-landen, waar de kopieën uit illegale bron nooit meegeteld werden, is er naar de mening van Stichting de Thuiskopie geen aanleiding de vergoedingen te verlagen. In deze landen was tenslotte altijd al een downloadverbod van kracht. “De Nederlandse makers van creatieve producten zoals films, muziek en boeken moeten kunnen blijven rekenen op een bijdrage vanuit de thuiskopieregeling,” aldus Stichting de Thuiskopie. Na de zomer zal er snel duidelijkheid komen.
40 jaar Gouden Notekraker 12
13
WINNAARS VAN DE AFGELOPEN 40 JAAR
NOMINATIES 2014 TELEVISIEDRAMA
NOMINATIES 2014 MUZIEK
RIFKA LODEIZEN
TIM KNOL
Rifka Lodeizen is genomineerd voor haar rol in de serie Overspel II (VARA). Motivatie: “Lodeizen levert in Overspel II een rol af die zich laat omschrijven als: gekund ingebed in een mooi naturel en die ook nog op de juiste momenten de broodnodige charme aan de dag weet te leggen.”
Motivatie: “Tim Knol’s derde album Soldier On getuigt op alle fronten van groei. In zijn songs lijkt hij de juk van zijn muzikale helden meer van zich af te hebben geschut en ook solo weet hij live bijzonder goed te overtuigen.”
DAAN SCHUURMANS
MR. PROBZ
Daan Schuurmans is genomineerd voor zijn rol in Heer & Meester (MAX). Motivatie: “Schuurmans heeft al ontelbare malen bewezen dat hij het camera-acteren niet alleen beheerst maar het ook nog kan laten overkomen als een schijnbaar moeiteloze prestatie. Zijn dragende rol in Heer en Meester is een prachtige combinatie van charme verkregen door ‘geboorterecht’ en zijn onlesbare dorst naar waarheidsvinding.”
Motivatie: “Mr. Probz beschikt over uitzonderlijk goede stem, natuurlijk flowende raps en hij is ook nog een uitmuntende, diverse songwriter. Zonder website en in eerste instantie zonder platenmaatschappij, weet hij in rap tempo de wereld te veroveren.”
MAARTEN HEIJMANS
WOUTER HAMEL
Maarten Heijmans is genomineerd voor zijn rol in Ramses (AVRO). Motivatie: “Heijmans heeft zijn rol van Shaffy die energie, muzikaliteit en losbandigheid meegegeven die bijkans alleen Ramses Shaffy himself bezat. Een monument van een tv-rol!”
Motivatie: “Niet alleen letterlijk maar ook op creatief vlak wordt door Wouter Hamel voortdurend onontgonnen gebieden verkend. Dat geldt ook voor zijn nieuwe album waarop net als bij live optredens zijn heldere geluid, perfecte timing en prachtige eigen sound opvallen.”
2013 Annet Malherbe (Televisie) en Racoon (Muziek) 2012 Kees Prins (Televisie) en Caro Emerald (Muziek) 2011 Anna Drijver (Televisie) en Eric Vloeimans (Muziek) 2010 Jon van Eerd (Toneel) en Ellen ten Damme (Muziek) 2009 Carice van Houten (Toneel) en Ilse de Lange (Muziek) 2008 Arjan Ederveen (Toneel) en Erik van der Wurff (Muziek) 2007 Loes Luca (Toneel) en Wende Snijders (Muziek) 2000 New Cool Collective, Bløf en Vrienden van de Amstel Live 1998 Stanley Burleson en Normaal 1997 Metropole Orkest en Rowwen Hèze 1996 Jenny Arean en Railand 1995 Joke de Kruijf en The Houdini’s 1994 Karin Bloemen en Carel Kraayenhof y su Sexteto Canyengue 1993 Clous van Mechelen en Pater Moeskroen 1992 Greetje Kauffeld en Fred Butter 1991 Annie van ‘t Zelfde en Candy Dulfer
PRIJS VAN EN VOOR ARTIESTEN
1990 Mathilde Santing, Harry Bannink en Het Goede Doel 1989 Rob de Nijs en de Nits
Sinds 1974 is de Gouden Notekraker de prijs van uitvoerend kunstenaars voor uitvoerend kunstenaars. De prijs wordt jaarlijks, tijdens een feestelijke avond in Paradiso in Amsterdam, in de categorieën Televisie en Muziek uitgereikt. Dit jaar markeert het 40ste jaar van de enige collegiale prijs in de podiumkunsten. Van de redactie
1988 Herman van Veen en Jan Handerson 1987 Carry Tefsen, Jan Rietman en Piet Zonneveld 1986 Donna Lynton en Ted de Braak 1985 Charlie Nederpelt en Han Dunk 1984 Eddie Christiani en Oscar Harris
De Gouden Notekraker was van 1974 tot 2000 de muziekprijs van de grootste en oudste belangenorganisatie voor muzikanten, de Ntb. Met de prijs spraken leden van de Ntb waardering uit voor het werk van collega’s vanwege “bijzondere verdiensten voor de live uitgevoerde muziek”. Het onderstrepen van het belang van en de promotie voor livemuziek was van oorsprong een belangrijke motivatie voor het opzetten van de prijs, met name in een tijd waarin het gebruik van orkestbanden steeds meer toenam.
In de loop van haar bestaan kreeg de Gouden Notekraker steeds meer het karakter van een alternatief, feestelijk en intiem muziekgala. In 2007 blies Stichting NORMA (na enkele jaren waarin de prijs niet langer werd uitgereikt) in overleg met de Ntb de prijs nieuw leven in. De Prijs werd uitgebreid met de categorie ‘Toneel’, in 2011 vervangen door ‘Televisie’. Sinds 2010 is Sena medeorganisator van de Gouden Notekraker.
STEMMEN Wie de prijs dit jaar wint, wordt uiteindelijk bepaald door aangeslotenen van Sena en NORMA. Een commissie van vertegenwoordigers van Ntb, Sena en NORMA heeft onlangs een eerste selectie gemaakt: er zijn drie acteurs en drie muzikanten genomineerd. Vanaf nu kunnen aangeslotenen stemmen op hun favoriet via www.goudennotekraker.nl. Dat kan tot een dag voor de feestelijke uitreiking op 29 september in Paradiso. WWW.GOUDENNOTEKRAKER.NL ←
1983 Mini & Maxi en John Kapper 1982 BZN en Co v.d. Heide Wijma 1981 Ben Cramer en Marga de Boer 1980 Golden Earring en Margriet Eshuys 1979 Solution, Saskia & Serge en Jan Liebregs 1978 Jan Akkerman en Maggie McNeal 1977 Dutch Swing College Band en Toby Rix 1976 Frans Poptie en Fra Fra Sound 1974 Boy Edgar en Nelly Boeree
14
15
SENA TALENT STAGES OP
Bevrijdingsfestivals ‘VRIJHEID GEEF JE DOOR’ WAS HET MOTTO VAN DE VEERTIEN BEVRIJDINGSFESTIVALS IN NEDERLAND, DIE SAMEN MEER DAN EEN MILJOEN ENTHOUSIASTE BEZOEKERS TROKKEN. ALLE FESTIVALS PRESENTEERDEN HUN NIEUWE REGIONALE TALENTEN OP EEN EIGEN SENA TALENT STAGE. Door Anita Verheggen Het bevrijdingsfestival Flevoland had van de Sena Stage zelfs het hoofdpodium gemaakt, zodat de jonge Almeerse rappers van Free Coolinsky
op één podium stonden met Racoon en Kraantje Pappie. Organisator Barry Bouquet kijkt tevreden terug op het festival: “Over de hele dag zijn 50.000 mensen komen kijken naar de optredens en alles verliep in een positieve sfeer. Onze talenten hebben we bewust tussen de bekende acts geprogrammeerd zodat een groter publiek kennis met ze kon maken; een sandwichformule die uitstekend werkte. De Sena Talent Stages voegen echt iets toe. Je kunt talent nu een
kans geven en hoeft niet alleen bekende namen te programmeren. De mensen komen voor de sfeer en de bekende bands en worden overrompeld door onbekende talenten. Dat waarderen ze zeer en voor die jonge bands is het prachtig. Vorige week stonden ze nog voor 100 man te spelen in een kleine popzaal en nu ineens voor 10.000 mensen op het bevrijdingsfestival. Het is voor ons een gouden kans om dit samen met Sena te doen.”
16
17
PODIUM
DE WAARDE VAN MUZIEK
‘We luisteren in stereo maar ontvangen een mono geluid’
‘ZONDER MUZIEK WORDT HET KIL EN STIL’
Stan Rijven is popjournalist, DJ en organisator en maakte talloze radio- en TV- programma’s. Hij schrijft al 35 jaar voor Trouw en is presentator van het World Blend Café, een maandelijkse netwerkbijeenkomst voor de wereldmuzieksector in Nederland. Je hoort er muziek die je niet (meer) tegenkomt op het gemiddelde popfestival of op radio en TV. En juist dat gebrek aan muzikale diversiteit baart Rijven grote zorgen. Door Anita Verheggen
WAT IS ER MIS MET DE PROGRAMMERING VAN POPFESTIVALS IN NEDERLAND? “In de jaren ’70 stond ‘pop’ nog voor een brede paraplu waaronder meerdere stijlen vielen: dus naast rock ook funk, reggae en afro. Pioniers als Lochem Pop en Pinkpop pikten dat op. Daar speelden bijvoorbeeld Mother’s Finest, Peter Tosh en Kanda Bongo Man. Eind jaren ’80 ontstond de segmentatie met aparte festivals voor dance, metal, world, enz. Opvallend is dat het toonaangevende Pinkpop sinds de verhuizing naar Landgraaf 1987 hoofdzakelijk witte pop ging programmeren.
Ook al kreeg Nederland een steeds kleurrijker bevolking met eigen popsterren die dankzij de globalisering dichterbij kwamen, grote artiesten als Youssou N’Dour en Kassav hebben er nooit opgetreden.
‘DE MUZIKALE DIVERSITEIT DIE DE WERELD BIEDT WORDT VOLLEDIG GENEGEERD’ Pinkpop kleurde sindsdien letterlijk ‘pink’, roze dus. Ik ben verbaasd dat de Publieke Omroep drie dagen zendtijd hieraan besteedt. Je ziet hoofdzakelijk witte jongens en meisjes op het podium en in het publiek, wat overigens ook voor Lowlands geldt. Andere gevestigde festivals, zoals de Music Meeting in Nijmegen en het Afrikafestival in Hertme, worden zonder opgaaf van reden genegeerd. Gelukkig weerspiegelt North Sea Jazz meer de muzikale actualiteit. Daar wordt de oorspronkelijke betekenis van ‘jazz’ breed geïnterpreteerd met ook aandacht voor latin, soul en Afrikaanse pop.”
EN DE PUBLIEKE OMROEPEN? “Laat ik me tot de radiozenders beperken. Die verschillen in hun muziekbeleid nauwelijks van de commerciëlen. Voor de grote gelijkschakeling hoorde je in Hilversum nog andere dan uitsluitend Anglo-Amerikaanse pop. Vandaag lardeert Radio 1 items over het Midden-Oosten met Supertramp in plaats van Cheb Khaled, de nostalgie op Radio 2 beperkt zich tot seventies en eighties pop uit Engeland en de VS. Om nog maar te zwijgen van 3FM en Radio 5. Deejays nemen je niet mee, maar nemen je af. De muzikale diversiteit die de wereld biedt wordt volledig genegeerd. Radio 6 is er zogenaamd voor de ‘zwarte muziek’ maar Afrikaanse of Latijnse pop bestaat niet, want dat is ‘world’ en hebben ze afgeschaft. Met de instelling van hun jaarlijkse Zwarte Lijst is de segregatie op de radio weer terug. Waarschijnlijk ter compensatie van de Top 2000. Over 2013 stonden drie ‘zwarte’ artiesten in de Top 100, 5,5 procent in de Top 500. We luisteren in stereo maar ontvangen een mono geluid, we hebben kleuren-TV maar krijgen een zwart/wit beeld. Het wezen van populaire muziek – een permanent proces van fusie – speelt zich nu op wereldschaal af. Daarvan is ‘Hilversum’ een ontkenning in plaats van bevestiging. Hoe het ook kan? Luister naar de Franse radio-zender FIP (www.fipradio.fr) en je bent voorgoed genezen.”
WWW.WORLDMUSICFORUM.NL ←
New Babylon
Niet alleen winkels hebben een vast publiek en eigen sfeer, maar ook winkelcentra. Die sfeer wordt mede bepaald door het interieur, service, de producten die er verkocht worden – en doorgaans ook door de muziek. Performers Magazine praat met Babette Marsé, mall manager van winkelcentrum New Babylon in Den Haag, en betrokken sound designer Jorg Schiffers. Door Jasper van Vugt
Marsé: “New Babylon is een nieuw overdekt winkelcentrum in Den Haag, direct naast het Centraal Station. Als mall manager ben ik het eerste aanspreekpunt voor de ondernemers en huurders in New Babylon. Ik zorg er met het marketingteam voor dat er bezoekers naar het winkelcentrum komen. Daarbij zetten we eigentijdse marketingaspecten in, zoals geurmarketing, narrowcasting, bestellen en betalen via je mobiele telefoon en muziek. Het is niet zo dat mensen dankzij muziek een winkel binnenstappen of iets kopen, maar zonder muziek wordt het heel stil en kil. Muziek brengt rust en is een must voor de shopping experience van de bezoeker. Zo kwamen we bij Jorg uit.” Schiffers: “Ik ben zelf muzikant en heb industrieel ontwerp gestudeerd aan de Technische Universiteit in Delft, met een specialisatie in geluidsontwerp. Ik ben afgestudeerd op het inzetten van geluid bij marketing en dienstverlening. Er is veel onderzoek gedaan naar het effect van
muziek op het welbevinden, de associatie met een plek of merk en koopgedrag. Het is een gemiste kans om geen sound design toe te passen, want muziek kan een extra marketingtool zijn. Je kijkt naar wat de doelgroep leuk vindt, naar het merk en de kernwaarden daarvan, en naar het doel van de muziek. Daarbij gebruik ik de functionele eigenschappen van muziek als tempo, rust of sfeer. De muziek moet passen bij de bezoekersstromen en de functie van de locatie. Sounddesign voor retail heb ik eerder op winkelniveau gedaan, en op beursstands. In New Babylon kan ik per luidspreker de muziek bepalen. Dat betekent dat je in regio’s kunt werken; bij de entree is er andere muziek te horen dan in de lounge, waar mensen koffie drinken en ontspannen.” Marsé: “Op weekdagen is onze doelgroep de hoog opgeleide forens die vanuit het station door New Babylon loopt naar de kantoren in en achter het winkelcentrum. Zij hebben haast om naar hun werk te gaan.
Het is ons doel hen af te remmen, om zich heen te laten kijken naar de winkels en op hun gemak te laten voelen, zodat ze in hun middagpauze wellicht terugkomen. In het weekend komen er meer gezinnen en speelt de entertainmentfactor een grotere rol.” Schiffers: “Het is handig om muziek te kiezen die net iets sneller is dan de hartslag. Zo sus je mensen niet in slaap, maar jut je ze ook niet op. Concreet levert dat uptempo, vrolijke feelgoodnummers op die niet te druk zijn. Ik heb bestaande muziek genomen, zodat mensen de liedjes ook herkennen. Denk aan Adele, Waylon, Bruno Mars. Er staan ongeveer 120 liedjes op de playlist, een kleine twaalf uur per dag die willekeurig worden afgespeeld. Er zijn speciale playlists voor de ochtend, middag en avond. We werken nog aan speciale playlists voor de verschillende dagen van de week.”
WWW.NEWBABYLON.NL ←
18
POP-UP PODIA STELEN DE SHOW Het is niet nieuw maar komt steeds vaker voor: eenmalige concertpodia op bijzondere locaties, die plotseling verschijnen en even snel weer verdwijnen. Hoe is het om op zo’n pop-up podium te spelen en waarom zijn ze zo aantrekkelijk voor het publiek? Door Anita Verheggen
19
Het is steeds moeilijker om publiek naar het theater of poppodium te lokken. De economische crisis is daar ongetwijfeld debet aan. Maar er is meer aan de hand: de behoeften van de consumenten zijn veranderd. Intieme concerten op een aantrekkelijke plek – een unieke belevenis waar je oog in oog staat met de artiest – winnen het steeds vaker van de grootschalige concerten waar je jouw favoriete band alleen via een videoscherm van ‘dichtbij’ kunt bewonderen. De opkomst van de huiskamerconcerten (Stukafest, Gluren bij de Buren), kleinschalige festivals in natuurgebieden (Into the Great Wide Open), concerten in pittoreske kerkjes of in de tuin van je buurman (Struinen door de Tuinen) lijkt niet te stuiten.
‘OP FACEBOOK HEB IK GEVRAAGD WIE MIJ IN Z’N HUISKAMER ZOU WILLEN HEBBEN’ HUISKAMERCONCERTEN Slimme artiesten spelen in op deze trend en passen hun concerten aan. Zoals singer/ songwriter Rogier Pelgrim, die zich aanbiedt in drie formaten: solo, met een trio of met een band. Inmiddels beslaan de huiskamerconcerten zo’n 25 procent van het totale aantal concerten dat hij jaarlijks geeft. “Met die concerten verdien je niet de hoofdprijs, maar je krijgt er wel een vergoeding voor. Daar kun je over onderhandelen met de organisatoren, want zij zijn van goede wil. Het zijn optredens voor dertig of veertig mensen. Super intiem. Juist omdat je zo dicht op de mensen zit, wordt het een heel persoonlijke ervaring. Mensen krijgen het gevoel dat ze iets bijzonders hebben meegemaakt. Op die manier bouw je misschien nog wel veel effectiever aan een fanbase dan wanneer ze je op een groot podium zien.” Pelgrim begon in 2009 met huiskamerconcerten. “Op Facebook heb ik gevraagd wie mij in z’n huiskamer zou willen hebben. Daar kreeg ik ontzettend veel reacties op uit mijn toenmalige woonplaats Ede. Ik heb toen het concept ‘Rogier Pelgrim Presenteert’
bedacht. Iedere week speelde ik in een andere huiskamer en nam ik een andere supportact mee. Dat werd een succes en ik krijg nu regelmatig verzoeken via Facebook om huiskamerconcerten te doen.” Pelgrim trekt een ander publiek in de huiskamers dan wanneer hij optreedt op een regulier poppodium. “Bij popzalen komt jong publiek en bij huiskamerconcerten varieert het heel erg. Soms speel je in een studentenhuis en soms sta je voor vijftigers die folkliefhebber zijn en van singer/ songwriters houden.”
FIETSTOUR Een vergelijkbaar gevarieerd publiek bezoekt de Zomer Jazz Fietstour die dit jaar al z’n 27e editie beleeft. Je kunt er kiezen uit verschillende fietsroutes door het Groningse platteland. Langs de routes staan pittoreske kerkjes en mooie boerenschuren waar (inter)nationale jazzen improvisatiemuziekensembles een optreden verzorgen. Bestuurslid Hesther Legrand vertelt dat veertig procent van het publiek elk jaar terugkeert om een nieuwe fietsroute te doen. “Dat is het hardcore publiek. Voor een klein deel zijn het jazzfanaten maar een groot deel komt voor de combinatie van het fietsen, de mooie plekken, gezelligheid en muziek. Dan worden ze soms geconfronteerd met muziek waarvan de haren ze te berge rijzen, maar op dezelfde route worden ze verrast door een concert waar ze normaal nooit naartoe zouden gaan maar dat ze prachtig vinden. We bezorgen deze muzieksoort echt een nieuw publiek.” Ook de musici zijn enthousiast over het festival. Legrand: “Han Bennink en Oene van Geel vinden dit het leukste festival van Nederland. Musici genieten van de contacten met andere muzikanten en ze worden gastvrij onthaald door de vrijwilligers die de concertlocaties beheren.”
SPELEN IN EEN SCHUUR Er zijn zo’n 150 vrijwilligers actief tijdens de fietstour. Omdat de organisatie ieder jaar andere fietsroutes uitzet (dit jaar is er ook een Sena-route) zijn er naast de vaste
punten die al jaren meedoen soms nieuwe concertlocaties nodig. Volgens Legrand geen enkel probleem: “Mensen nemen zelf contact met ons op om hun schuren of kerken aan te bieden als concertlocatie. Zij vinden het hartstikke leuk om deel uit te maken van de tour. Maar we willen de fietstour niet groter maken dan hij nu is. Het festival heeft een maximum capaciteit van 1.700 bezoekers. Als we het veel groter maken, verlies je de sfeer die juist de kern is van de fietstour. De locaties zijn klein en het is logistiek ingewikkeld omdat je niet weet welke route de mensen zullen kiezen. We willen dat zij op buikgevoel een route kiezen en zo die nieuwe muziek leren kennen. Wel willen we financieel meer op eigen benen staan. Daarom hebben we de bezoekers van vorig jaar gevraagd om vriend te worden van de fietstour en dat lukt! We kunnen nu 10 procent van het festival financieren met de bijdragen van vrienden.”
PELGRIMSTOCHT Ook Pelgrim speelt de komende tijd in kerkjes tijdens zijn Pelgrimstocht-tournee. “Veel kerkjes zijn tegenwoordig cultureel podium en ik wilde graag een verbinding leggen met mijn naam. Speciaal voor deze tournee heeft stadsbrouwerij De Pelgrim uit Rotterdam een biertje gebrouwen dat Pelgrimstocht heet. Ik zorg ervoor dat die biertjes verkocht worden door de zalen waar wij spelen en promoot het via mijn social media onder het motto: ‘Rogier Pelgrim heeft zijn eigen bier’. Er is zoveel concurrentie. Het is gewoon moeilijk om een popzaal vol te krijgen tenzij je Miss Montreal bent. Om dan maar niet te gaan touren is geen optie, maar ik wil mijn optredens wel rendabel maken. Die kleinschalige podia bieden een goed alternatief.”
‘MENSEN NEMEN ZELF CONTACT MET ONS OP OM HUN SCHUREN OF KERKEN AAN TE BIEDEN’
20
21
CONSERVATORIUM CONCOURS
Het Grachtenfestival biedt conservatoriumstudenten de kans op een felbegeerd optreden. In de voorronde van het Nederlands Conservatorium Concours streed jong talent op vele manieren om een plek op het podium: van een accordeonist tot een pianotrio en van stukken van György Ligeti tot Robert Schumann. Door Rianne van der Molen Het is alsof je bij een belangrijke auditie aanwezig bent. De lichten staan vol aan en op het podium verschijnt iedere tien minuten een andere kandidaat of ensemble. Vaak nerveus tot het moment waarop ze beginnen te spelen. Dan valt alles van ze af. De studenten die door hun eigen conservatorium uitverkoren zijn voor dit door Sena gesponsorde concours geven alles. Pianiste Masha Galperina laat de mythe van Hero en Leander in muziek herleven, Quintet Airlines verrast met een aangename selectie lichte stukken en accordeonist Vincent van Amsterdam laat zien wat de mogelijkheden zijn van zijn instrument. Het lijkt voor de jury appels met peren vergelijken, maar dat valt volgens jurylid en Radio 4presentator Hans Haffmans wel mee.
“Het gaat altijd om muziek en hoe goed iemand iets kan spelen,” zegt hij. “Al let je als jury natuurlijk wel op de omstandigheden. Als iemand 29 jaar is en nog niet alles kan, is dat anders dan bij iemand van 22. Die wil je nog de kans geven om te groeien. Verder zijn bij piano de verwachtingen hoger gespannen dan bijvoorbeeld een klassiek kwintet. Zo was wat Quintet Airlines samen deed ontzettend moeilijk. Dan ben ik extra onder de indruk als het heel erg goed is.” Erg goed is volgens hem dat je als muzikant precies snapt waar bepaalde muziek over gaat. Want klassiek is geen jazz en de partituur is heel belangrijk. “Tegelijk wil je muziek horen die vrijheid suggereert, zonder dat de spelers het papier helemaal loslaten. Het is het mooiste wanneer ze spelen in de geest van de componist. Dat is het uitgangspunt én een heel moeilijke taak.”
Een simpele opsomming van de werken die ze gaan spelen is niet goed genoeg. “Je wil dat de musici contact maken met
KIPPENVEL Het Nederlands Conservatorium Concours jureren is voor hem niet bepaald nieuw. Hij heeft alle elf edities gejureerd en ziet dat het niveau de afgelopen jaren alleen maar gestegen is. Dat verklaart ook waarom er tijdens deze ochtend in het Amsterdamse conservatorium geen enkele misplaatste kandidaat te zien is. “Af en toe werd ik echt geraakt door een uitvoering. En hoewel kippenvel geen graadmeter is, is het heerlijk als je tijdens zo’n wedstrijd ook kunt genieten.” Op sommige momenten wordt de toch al stille zaal duidelijk nog net wat stiller, zoals bij het Amatis Piano Trio. “Hun balans was goed en de toonvorming prachtig. Dan weet ik al na een halve minuut: die gaan zonder slag of stoot door.” Niet alleen goed spelen is belangrijk, ook de presentatie speelt een rol. Hans wil dat de musici in het begeleidende verhaaltje dicht bij zichzelf blijven.
de zaal en het publiek als het ware hun muziek intrekken. Er waren een paar bij die dat snappen.” Zoals accordeonist Vincent van Amsterdam (24) die vol enthousiasme vertelt over de schoonheid van zijn instrument en verklaart dat hij verschillende kanten ervan wil belichten. “Ik heb bewust voor diverse stukken gekozen,” vertelt hij later. “Om zo heel verschillende klankkleuren te laten horen. Zodat de jury kan zien dat ik de gewone tonen goed kan spelen, maar dat ik ook de virtuositeit van ingewikkelde werken in mijn vingers heb.”
AVONTUURLIJK REPERTOIRE Zijn bevlogen introductie maakt het korte en complexe optreden van Van Amsterdam nog indrukwekkender. Het is de tweede keer dat hij meedoet, maar vorig jaar haalde hij de finale niet. “Met zo’n concours kun je jezelf echt even op de kaart zetten. En ik ben blij dat ik weer mocht meedoen. Daarom wilde ik me misschien wel extra graag bewijzen.
‘JE WIL MUZIEK HOREN DIE VRIJHEID SUGGEREERT’
Als je doorgaat, weet je immers dat er nieuwe deuren voor je opengaan. En hoe meer van die nieuwe deuren opengaan, hoe makkelijker het wordt om je carrière uit te bouwen.” Ook de Franse fluitiste Joséphine Poncelin de Raucourt (20) van Quintet Airlines vindt hun deelname heel belangrijk. “Het is heel goed voor onze ontwikkeling om hier te spelen en het Grachtenfestival heeft een geweldig publiek,” zegt ze. “Persoonlijk hoop ik ooit in het Concertgebouworkest terecht te komen, dus het is heel bijzonder dat we straks de finale in ‘hun’ gebouw mogen spelen.” Met het kwintet kozen ze er bewust voor om moderne werken te spelen van György Ligeti en Jean Françaix. “Juist die moderne werken zijn heel interessant voor onze soundblending. Daarbij houden we gewoon veel van origineel repertoire uit de 20ste eeuw.” Ze zijn niet de enigen. Vrijwel alle kandidaten kiezen voor de modernere componisten. Hans Haffmans is wel verrast dat er geen Bach, Beethoven of Mozart voorbijkomt, maar snapt het wel. “Muziek van hier en nu zegt jonge musici meer dan muziek van lang geleden. Zij kennen die nieuwe stukken door en door en het gaat ze gemakkelijk af. En hoewel de programmeurs van zalen nog vaak wat conservatief zijn, zie je dat de jonge generatie durft te kiezen voor een avontuurlijk repertoire. Ik vind dat fantastisch.”
WILDCARD Van de veertien kandidaten die deze ochtend spelen, gaan uiteindelijk het Amatis Piano Trio (Conservatorium van Amsterdam), Vincent van Amsterdam (Fontys Conservatorium Tilburg), Canto Quartet (Prins Claus Conservatorium Groningen), Ebonit Saxofoonkwartet (Conservatorium van Amsterdam) en Quintet Airlines (Codarts Conservatorium Rotterdam) door naar de finale op 17 mei in de kleine zaal van Het Concertgebouw. Via een wildcard, uitgedeeld door de kijkers van de klassieke zender ‘brava nl klassiek’ mag het Animato Kwartet zich voegen bij dat gezelschap. Cellist Pieter de Koe (19) van het kwartet heeft daar gemengde gevoelens over. “Het blijft jammer dat we niet gekozen zijn door de vakjury. Daarom heb ik even met ze gebeld. Ik hoorde dat ze onze tempokeuze niet helemaal goed vonden. Dat is iets waar we zeker aan gaan werken, zodat we straks wellicht toch nog de jury kunnen verrassen.”
VINCENT VAN AMSTERDAM WINT In de finale op 17 mei is Vincent van Amsterdam uitgeroepen tot winnaar van het concours. Zijn prijzen: een concert tijdens Grachtenfestival, een geldprijs ter waarde van €2.000 te besteden aan educatie, een optreden op de Uitmarkt 2014 en een opname in de Clips Factory van brava nl klassiek.
WWW.GRACHTENFESTIVAL.NL ←
22
23
REFLECTIES
DE HOLLANDSE ZIEKTE ‘IT’S THE ECONOMY, STUPID!’ (CAMPAGNESLOGAN VAN BILL CLINTON UIT 1992)
en zeventiende eeuw, is voor het opvoeren van een toneelstuk van Shakespeare nog altijd vrijwel dezelfde hoeveelheid arbeid nodig. Ondanks het voortschrijden van de techniek is er nog altijd geen zicht op een robot die naar behoren Hamlet kan spelen, en hoewel het Kruitvat cd’s per strekkende meter met door Oost-Europese orkesten ingespeelde klassieke symfonieën kan verkopen, is een lagelonenland voor live uitvoeringen geen structurele optie. Opvallend hierbij is dat juist in de muziek lange tijd wel degelijk pogingen zijn gedaan om tot arbeidsproductiviteitsverhoging te komen. De uitvinding door de eeuwen heen van steeds nieuwe snaar-, blaas- en slaginstrumenten – van luit via klavecimbel tot piano bijvoorbeeld – is grotendeels terug te voeren op het verlangen naar een instrument dat muzikaal min of meer dezelfde rol kon vervullen, maar met een luider geluid meer mensen bereikte. In de klassieke muziek is deze ontwikkeling op enig moment gestopt, terwijl hij in de jazz- en de popmuziek, te beginnen met de vervanging van de viool door de elektrische gitaar, gewoon doorging. De klassieke wereld hobbelt sindsdien in economisch opzicht achter de feiten aan.
SYNTHESIZERTRIO
Keer op keer bleek de afgelopen twintig jaar uit onderzoek dat Nederlandse orkestmusici, dansers en acteurs, in vergelijking tot zowel collega’s in het buitenland als werknemers in vergelijkbare beroepen, te weinig verdienen. Na het zoveelste onderzoek werden, in betere tijden, vaak na veel – heel veel – vijven en zessen de subsidies net voldoende verhoogd om de ergste nood te lenigen en ging de overheid, moe van al die kunstenaars, weer over tot de orde van de dag. De recente cultuurbezuinigingen onder het eerste kabinet Rutte hebben deze trend uiteraard in negatieve zin doorbroken: een salarisachterstand lijkt inmiddels een van de minste problemen binnen de gesubsidieerde kunsten. Wat nooit prioriteit had, heeft in tijden van bezuiniging zeker de aandacht niet. Toch ligt hier een interessant gegeven: de telkens opnieuw oplopende inkomensproblematiek in met name de traditionele
hoge kunsten. (De popmuzikant die op de Nederlandse gesubsidieerde podia, omringd door programmeurs en technici die voor hun o zo belangrijke werkzaamheden een welverdiend cao-loon ontvangen, voor een veredelde reiskostenvergoeding mag komen optreden en daar zeer dankbaar voor dient te zijn, laten we hier even buiten beschouwing.) De verklaring voor het genoemde fenomeen ligt in de beroemdste en misschien wel enige echte economische theorie over de kunsten, ‘de kostenziekte’ van de Amerikaanse economen Baumol en Bowen. Het is een ook voor nieteconomen eenvoudig te doorgronden theorie.
PRODUCTIVITEITSVERHOGING Sinds onze groeiende fascinatie voor techniek in de renaissance zijn wij in het westen steeds op zoek gegaan naar productiviteitsverhoging; naar manieren om met
dezelfde hoeveelheid mensen en dezelfde arbeidsuren meer te kunnen produceren. Computers en machines doen het werk dat wij niet meer hoeven te doen en desnoods besteden we arbeidsintensieve handarbeid uit aan wat we in economische beschouwingen eufemistisch ‘de lagelonenlanden’ zijn gaan noemen. De culturele sector is hierbij achter gebleven; niet als geheel, maar in een groot deel van de ‘klassieke’ uitvoerende kunsten.
‘DE KLASSIEKE WERELD HOBBELT IN ECONOMISCH OPZICHT ACHTER DE FEITEN AAN’ Waar voor het bouwen van een schouwburg dezer dagen aanzienlijk minder arbeidsuren nodig zijn dan in de zestiende
Moeten wij daarom constateren dat het uitvoeren van Mozart, Beethoven of Bach niet langer mogelijk is, tenzij uitgevoerd door een synthesizertrio uit Volendam? De beschaafde wereld denkt van niet. Als de markt het voortbestaan van klassieke orkesten niet meer kan financieren heeft de overheid de taak om bij te springen. (In de economische theorie wordt dit ‘een correctie van marktimperfecties’ genoemd: daar waar marktwerking maatschappelijk ongewenste effecten heeft, heeft de overheid de taak om, middels marktregulering of subsidies, op te treden.) Omdat het subsidiebeleid onvoldoende rekening houdt met het beschreven proces heeft de kostenziekte er toe geleid dat de directies van orkesten en opera-, dans- en theatergezelschappen zich telkenmale geconfronteerd zagen met hogere kosten. Naar goed Nederlands gebruik hielden zij, in een poging de kosten beheersbaar te houden, aan de cao-tafel de hand zoveel mogelijk op de knip, vulden vacatures niet op, en trachtten hier en daar te bezuinigen
op andere vaste kosten. Pappen en nathouden, zoals dat heet. Dit heeft, naast een salarisachterstand, onder meer geleid tot het fenomeen van de ‘kaartenbakorkesten’: orkesten die voor het grootste deel bestaan uit invalkrachten. Financieel een uitkomst, maar een werkwijze die het samenspel en de kwaliteit van een gezelschap of orkest niet ten goede komt.
omroepbestel tot een groot deel van onze politieke partijen) wankelen, maar staan evengoed nog overeind. Theoretici spreken zelfs met enige regelmaat over het ontstaan van een nieuwe zuil: die van de moslimgemeenschap, die naar oer-Hollands voorbeeld – hoezo gebrek aan integratie? – zijn eigen scholen, media en belangenverenigingen opricht; politiek gesteund door de hoeders van het eigen verzuilde erfgoed.
GOED GEZELSCHAP Hoewel de theorie van de kostenziekte specifiek op de kunsten geschreven is doet het verschijnsel zich ondertussen, met vrijwel dezelfde consequenties, ook elders in de samenleving voor. Zoals in het onderwijs, waar het tot het ontstaan van steeds grotere klassen en het steeds verder achterlopen van het onderwijzerssalaris heeft geleid. In de gezondheidszorg, waar arbeidsproductiviteitsverhoging voornamelijk tot een hoger succespercentage en daarmee steeds vaker terugkerende patiënten leidde. Of bij de politie, waar blauw en zeker meer blauw op straat, evenveel agenten vereist als in het verleden. De kunstenaar bevindt zich op dit punt dus in goed gezelschap. Maar genieten is het niet. De salarissen van onderwijzers, agenten, verpleegsters en artiesten staan, door de relatieve stilstand van hun beroepsomge ving in de westerse economische evolutie, als van nature onder druk. Zeker zolang de politiek en daarmee de overheid zich deze logica niet lijkt te (willen) realiseren. Dat is des te pijnlijker als men beseft dat op de achtergrond van grote sociale ontwikkelingen vaak economische motieven leidend zijn geweest. En dat ook daar het politiek besef vaak achterblijft. Zo zou de vrouwenemancipatie niet zonder de noodzaak vrouwen aan het arbeidsproces deel te laten nemen van de grond zijn gekomen. En ook de Nederlandse ontzuiling werd gestuurd door de noodzaak tot productiviteitsverhoging en het relatief steeds duurder worden van arbeid. Eigen media, eigen middenstand, eigen scholen en eigen zorginstellingen voor elke maatschappelijke groepering zijn economisch simpelweg niet meer op te brengen.
ZUILEN De recente hang naar de overzichtelijke jaren ’50 geeft dan ook te denken. Veel van de instituten van de verzuiling (van ons
‘WAT NOOIT PRIORITEIT HAD, HEEFT IN TIJDEN VAN BEZUINIGING ZEKER DE AANDACHT NIET’ De Nederlander, en vooral de Nederlandse politiek, lijkt meer en meer moeite te hebben met de consequenties van de ontzuiling, en lijkt al te krampachtig vast te willen houden aan de resten van het oude systeem. De inkomenspositie van de kunstenaar, maar ook die van de verpleger en de wijkagent, is daarbij een detail. Prioriteiten stellen is lastig. De enige troost wellicht: de kostenziekte zelf dicteert dat vroeger of later de wal het schip zal keren.
Door Erwin Angad-Gaur
24
25
RESULTATEN 2013
Tijdens de Vergadering van Aangeslotenen van 26 mei presenteerden Markus Bos en Hans Moolhuijsen, algemeen en financieel directeur van Sena, het Jaarverslag 2013 aan de aanwezige rechthebbenden. Een overzicht van de belangrijkste financiële resultaten en relevante ontwikkelingen van 2013. Door Melanie van de Kuinder
DOORBETALINGEN Het aantal door Sena vertegenwoordigde uitvoerende kunstenaars en producenten steeg naar 23.356. Hiervan ontvingen er 15.210 in 2013 minimaal één betaling van Sena. De totale netto doorbetalingen bedroegen 40 miljoen euro. Het verschil tussen de kasontvangsten die betrekking hebben op 2013 en doorbetalingen wordt hoofdzakelijk verklaard door de volgende factoren: - de doorbetalingen betreffen de periode tot en met 2012 (effect 8,9 miljoen euro) - de SoCu inhoudingen (1,0 miljoen) - de kosten van de Sena-organisatie (afgerond 6,0 miljoen euro in 2013) - het inlopen van het te verrekenen tekort over de periode voor 2011 (3,0 miljoen euro) - de doorbetaling van de Amerikkanse incasso is deels uitgesteld naar 2014 (5,2 miljoen euro)
KASONTVANGSTEN (IN DUIZENDEN EURO’S)
Kasontvangsten Nederland
Kasontvangsten Buitenland
53.210
13.083
LICENTIE-INKOMSTEN (IN DUIZENDEN EURO’S)
50.356
13.154
CBO’s Buitenland
23.356
Totale netto doorbetalingen
Aantal rechthebbenden
LICENTIE-INKOMSTEN & KASONTVANGSTEN
63.510
Nederlands gebruik
40.037.000
Totaal
voor het repartitieproces. Dit is een internationale standaard waarbij een audit wordt uitgevoerd bij organisaties waaraan financiële processen aan zijn uitbesteed zoals Sena. Hiermee is Sena de eerste collectieve beheersorganisatie die een ISAE 3402 Type 1-verklaring kan afgeven. De verfijning van de repartitie is in 2013 verder vergroot door uitbreiding van het aantal playlists dat verwerkt wordt.
Ondanks de moeizame economische omstandigheden heeft Sena in 2013 een stijging van ruim 9 procent in licentie-inkomsten gerealiseerd. De totale licentie-inkomsten kwamen daarmee uit op 63,5 miljoen euro. Ook Sena’s kasontvangsten stegen sterk, met 16 procent naar 66,3 miljoen euro. Dit is een record: nooit eerder waren de kasontvangsten van Sena hoger. Hiervan werd 53,2 miljoen geïncasseerd in Nederland en 13,1 miljoen via naburige rechtenorganisaties in het buitenland. Sena haalt in het buitenland steeds meer geld op voor rechthebbenden: ten opzichte van 2012 zijn de internationale ontvangsten met maar liefst 30 procent gestegen. Het kostenpercentage van de organisatie is constant gebleven op 9,5 procent.
DIGITALISERING
AUDIT
‘NOOIT EERDER WAREN DE KASONTVANGSTEN VAN SENA HOGER’
Voor rechthebbenden is een verbeterde en snellere online portal MySena gerealiseerd, waardoor het digitaal aanleveren van repertoire makkelijker is geworden. Tevens werd begin 2014 het ISAE 3402 Type I-certificaat behaald
In 2013 groeide de Nederlandse muziekmarkt voor het eerst sinds 2001 met 1,1 procent (bron: NVPI). De daling in de opbrengsten uit fysieke verkopen (- 18,1 miljoen euro) werd voor het eerst meer dan gecompenseerd door de groei in opbrengsten uit digitale streaming diensten (+ 20,2 miljoen euro). Sena anticipeert op deze verdergaande digitalisering door in goed overleg
met muziekmaatschappijen en hun branchevereniging NVPI nieuwe initiatieven waar mogelijk collectief door Sena te laten licenseren. Doordat de muziekdistributie in toenemende mate via internet plaatsvindt, worden landsgrenzen steeds minder relevant. Dat heeft tot gevolg dat Sena ook meer dan in het verleden met buitenlandse naburige rechtenorganisaties de mogelijkheden om multiterritoriale licenties te verstrekken onderzoekt, met als doel om de licentie-inkomsten voor rechthebbenden te optimaliseren.
HET VOLLEDIGE JAARVERSLAG 2013 IS IN TE ZIEN OP WWW.SENA.NL ←
26
27
EVEN VOORSTELLEN
COLUMN HENK WESTBROEK
RECHTEN UIT 45 LANDEN
HET SLAVERNIJMODEL ALS IDEAALBEELD
Team Buitenland
CASPER STOKHUIJZEN
MATTHIJS BOLT
Ze zijn allebei op 1 maart begonnen: Matthijs Bolt en Casper Stokhuijzen vormen het nieuwe Team Buitenland bij Sena. Vanuit Hilversum innen zij de naburige rechten voor Nederlandse muziek die over de grenzen gedraaid wordt. Door Willemijn de Jonge Wie zich inschrijft via MySena krijgt de keuze om Sena ook een mandaat te geven voor het innen van naburige rechten in het buitenland. Dat kost niets, maar levert wel wat op als je muziek over de grenzen gedraaid wordt. “Wij hebben contact met zusterorganisaties in 45 landen,” vertelt Matthijs Bolt. “Hoeveel je krijgt, hangt helemaal af van hoe vaak je gedraaid wordt natuurlijk, het kan variëren van een paar euro tot een paar duizend euro per jaar. Maar het is al snel de moeite waard dat hokje aan te vinken.”
UITWISSELING Wie dat doet, kan zich de extra administratie van een inschrijving in het buitenland besparen. Sena ontvangt de naburige rechten van de zusterorganisaties en betaalt deze zo snel mogelijk uit aan de aangesloten artiesten.
“In principe krijg je de vergoedingen uit het buitenland binnen een jaar uitbetaald bij een van de repartitierondes in maart, juni, september of december,” zegt Casper Stokhuijzen. Ondertussen int Sena de vergoedingen voor buitenlandse artiesten die hier te horen zijn op radio en tv. Het geld wordt door de verschillende rechtenorganisaties aan elkaar doorbetaald, zodat het terechtkomt bij de artiesten die er recht op hebben.
BOXEN
ACTIEF OP ZOEK
‘HET KAN VARIËREN VAN EEN PAAR EURO TOT EEN PAAR DUIZEND EURO PER JAAR’
Wat is in welk land gedraaid en wie moet daar geld voor krijgen? Dat is waar het Team Buitenland zich dagelijks mee bezighoudt. Voor de berekening worden databestanden en playlists van over de hele wereld aan elkaar gekoppeld. Het klinkt simpel, maar toch gaat het niet met één druk op de knop; een Nederlandse playlists zit anders in elkaar dan een Franse, namen en gegevens worden vaak net wat anders geregistreerd. “We zijn veel bezig met onvolledige gegevens aanvullen en corrigeren,” zegt Casper. “En we zoeken de rechthebbenden op; als maar drie bandleden zich hebben ingeschreven, en wij weten dat er vier man in een band zitten, proberen wij nummer vier te vinden.”
Wie vragen heeft over naburige rechten in het buitenland kan hen bellen, of het nu over het mandaat, de uitbetaling of de uitwisselingsregeling gaat. Het team heeft nog niet op alle vragen een pasklaar antwoord, want voor beiden is dit een nieuwe baan. Matthijs werkte tot voor kort bij Endemol als financieel projectbegeleider, Casper deed de communicatie bij een ontwerpbureau.
Nu zetten ze hun financiële en communicatieve skills met verve in voor de muziekwereld, waar ze groot fan van zijn. Matthijs: “Vroeger rapte ik zelf in een bandje, nu draai ik vooral pop, hiphop, en veel jaren ’80 bands: Duran Duran, Crowded House. Maar ik hou ook van Robbie Williams.” Casper is meer een liefhebber van rock, funk en heavy metal – hij was ooit drummer in een punkband. Nu zijn ze vooral fervent luisteraar. “We hebben helaas nog geen boxen in ons kantoor staan, dat moeten we nog wel even regelen.”
Sena zamelt geld in dat bestemd is voor muzikanten. Omdat muzikanten ontzettend aardig zijn, vinden ze het goed dat Sena van hun geld festivals subsidieert die een te grote ambitie hebben om financieel quitte te kunnen spelen. Bevrijdingsfestivals bijvoorbeeld. Het idee achter die subsidies is dat die festivals leuk en leerzaam voor de bezoekers zijn en dat het meegenomen is dat ze werkgelegenheid voor muzikanten scheppen. Dat die festivals voor bezoekers gratis zijn, werd jarenlang als excuus gebruikt om de optredende artiesten helemaal niet of zwaar ondermaats te betalen. De wat bekendere bands moesten voor half geld of ietsje minder spelen omdat ze de kans kregen om voor een groot publiek op te treden en die bands die nog bekend moesten worden kregen helemaal niks omdat ze zich konden presenteren. Sena besloot onlangs om geen cent subsidie meer te geven aan festivals die weigeren muzikanten minder dan € 250 bruto per persoon te betalen. Dat bezorgde veel organisatoren van festivals het schuim op de mond. De vrije markt zou namelijk dicteren dat onbekende bands gratis moeten optreden. Als voor de nog niet beroemde bands dan toch betaald zou moeten worden, dan moet die nieuwe kostenpost in mindering gebracht worden van de halve gage die de bekendere bands ontvangen. Zo betoogde de programmeur van Doornroosje onlangs in dit Performers Magazine. Waarna hij uitlegde dat hij als programmeur wist
‘WERKEN VOOR EEN HANDVOL DROGE RIJST’
dat bands eigenlijk niets liever willen dan onbetaald optreden en dat onbetaald optreden eigenlijk heel dik betaald is. Omdat elke kleine band op zijn Valkhof Festival een vergoeding van € 125 krijgt voor het vervoer en dat de muzikanten ook nog eens gevoederd worden en er zelfs een backline voor ze klaar staat. In de tijd van slavernij in Amerika werden de slaven ook gratis vervoerd naar de verafgelegen katoenvelden, kregen ze een voedzame maaltijd en gratis juten zakken om de katoenbolletjes in te verzamelen; allemaal zodat ze hun werk optimaal konden doen. Het aardige is dat programmeurs die het slavernijmodel voor muzikanten niet meer dan redelijk vinden, zelf helemaal niet marktconform betaald willen worden. Het barst namelijk van de werkeloze muziekliefhebbers die voor een hap eten, een drankje en om de eer om zich programmeur te mogen noemen, graag bereid zijn om verder tegen vervoerskosten te programmeren. Op festivals krijgt naast de programmeur ook elke kabelsjouwer podiumbouwer, lampjes vervanger – en noem verder iedere vakman maar op – keurig betaald. Terecht! Want de Jumbo geeft ook geen eten voor niks en je krijgt de Rabobank ook niet zover om een gratis
hypotheek te verstrekken omdat je programmeur of kabelsjouwer of belichter, of podiumbouwer van Doornroosje bent. Waarom het fatsoen om mensen die werk verrichten ook netjes te betalen ophoudt bij de muzikanten die voor de faam van het festival of de zaal zorgen, is me een raadsel. Dat ze het voor een handvol droge rijst moeten doen wordt ook wel eens goedgepraat met het argument dat de beste kunst gevoed wordt door honger. Alsof je van honger niet doodgaat.
JAZZDAG 27 - 28 JUNI Rotterdam
BOY EDGAR PRIJS 27 JUNI Rotterdam
FINALE EUROPEAN JAZZ COMPETITION
PETER DE GROTE FESTIVAL
SENA PERFORMERS POPNL AWARD
16 - 26 JULI Groningen
30 AUGUSTUS Amsterdam
ORLANDO FESTIVAL EN CONCOURS
GOUDEN NOTEKRAKER
6 - 17 AUGUSTUS Zuid-Limburg
29 SEPTEMBER Amsterdam
5 JULI Rotterdam
I am a studio musician We’ve never met But you know me well I am the English horn Who plays the poignant counterline Upon the song you heard While making love in some hotel I am a part of you I’ve never tried for fame You’ll never know my name UIT: STUDIO MUSICIAN, BARRY MANILOW LIVE (1977)