Opvolgingsbezoek van de gemeente Herent aan Cobán en Cahabón, Alta Verapaz, Guatemala, van 1 tot 20 juli 2007, evaluatie en strategische planning van het Vlaamse en Federale programma ontwikkelingssamenwerking voor gemeenten Bernard Dumoulin, Noord-Zuidcoördinator
MAG DE QUETZAL VLIEGEN?
Opvolgingsbezoek 2007 - p 1
Inleiding Terwijl de gemeente Herent de nieuwe huisstijl met dito logo lanceert, heb ik als Noord-Zuidcoördinator het geluk u dit verslag te presenteren. Wie met een open blik naar het logo weet te kijken, kan ook de Quetzalvogel ontwaren1. Een verwijzing naar de zusterband die Herent heeft met enkele Guatemalteekse gemeenten. Niets is zo levendig als een zusterband; nieuwe huisstijlen en logo’s, verkiezingen hier, verkiezingen daar, nieuw personeel in noord en zuid en vooral, de onophoudelijke drang van samenlevingen om hun ‘huishouden’ goed te regelen. In 1976 kende Vlaanderen een hertekening van zijn gemeentestructuur. Bedoeling was met de bestaande middelen de diensten beter te beheren. Vandaag is een nieuw gemeentedecreet van kracht. Ondertussen zijn gemeenten in Vlaanderen behoorlijk autonome bestuursorganen geworden. Wie had gedacht dat het in Guatemala anders was? Ook daar is de dagelijkse realiteit dartel als een vogel. Laten we beseffen dat Quetzalvogels niet kunnen leven in gevangenschap. Krachtig symboliseren ze de onstuitbare drang van de indiaanse volkeren om autonoom en vrij te besturen en zo hun eigen lot in handen te nemen. Graag had ik de vele mensen hier en in Guatemala bedankt die het mij mogelijk hebben gemaakt om dit bezoek efficiënt te volbrengen. Het was een hele boterham2. Van boterhammen eten word je sterk, maar het is vooral mijn wens om de Herentse zusterband binnen het vaarwater van een zinvolle en te verantwoorden samenwerking te houden en het aangegane engagement nog krachtdadiger te maken. Inhoud Inleiding Algemene conjunctuur Alta Verapaz, Cobán in het bijzonder Verslagen chronologisch Vlaams programma Planning voor het federale programma Conclusies Bijlage 1 Werkschema bezoek Bijlage 2 Brief Adici aan VVSG Bijlage 3 Partijen in Guatemala
Algemene conjunctuur3 De op til zijnde verkiezingen van 9 september 2007 (zowel voor parlement als voor gemeentes) drukken zwaar hun stempel op het dagelijkse leven. Na een lange resem van militaire regimes en door staatsgrepen aan de macht gebrachte regimes verkiest Guatemala reeds twintig jaar ‘vrij’ zijn bestuurders. Een periode die ons toch doet spreken van een prille democratie. Te weinig wordt dit electoraal proces aangegrepen door de partijen en kandidaten om een grondige analyse te maken van de situatie, de problemen en de mogelijke oplossingen van die problemen. Opportunisme, gelegenheidspartijen en veel beloften kenmerken de verkiezingsstrijd. Doorkruist met dure en vaak onduidelijk gefinancierde campagnes. Geen enkele partij kan de boeken open leggen wat de verkiezingsfinanciering betreft. Er wordt openlijk en zonder schroom verwezen naar de 1
Het nieuwe logo kan hier nog niet worden afgebeeld, pas op 6 december wordt het officieel vrijgegeven 2 Werkschema zie bijlage 1 op p. 23 3 Gebaseerd op de vele gesprekken, de kranten, bijzondere documenten zoals verklaringen van sociale organisaties, mensenrechten organisaties, de kerk, hoogste rechtbank voor de verkiezingen, brieven, ...
Opvolgingsbezoek 2007 - p 2
drugsmaffia de campagnes van sommige partijen betalen, met de afspraak later vrij te kunnen opereren. Het grootste probleem op dit moment is het respect voor het menselijke leven zelf, wat zich uit in een permanente golf van crimineel geweld. Meer dan twintig politieke doden naar aanleiding van de verkiezingen 2007 vallen er reeds te tellen. Daarnaast een balans van 4 à 6 doden per dag zowel in de straten van de hoofdstad als in het binnenland is geen uitzondering. Guatemala staat aan de top van onveiligste landen van de wereld (na Irak). Een bedenkelijke eer. Geweld en georganiseerde misdaad houden deze prille democratie in hun greep (met tentakels tot in de organenhandel). De regering reageert zwak of vaak niet. Het ontbreken van een sluitend en rechtvaardig rechtssysteem is allicht de grootste bedreiging voor de democratie in Guatemala. Slechts twee procent van de misdaden krijgt een juridische oplossing. Mensen nemen het recht in eigen handen. Anderen analyseren dat de staat de weinige middelen heeft opgesoupeerd en verkwist. Er moeten nu dringend nieuwe bronnen van financiering worden gevonden. Daarom verleende de regering, meestal zonder medeweten van de gemeenten, concessies voor de ontginning van petroleum en ertsen. Deze exploitaties stuiten op groot verzet bij de lokale bevolking. Indianen weigeren de aarde te benaderen als enkel een bron van inkomsten. Guatemala blijft een land van immense tegenstellingen. Armoede is deel van de meerderheid van het land, vaak extreme armoede. Het onderwijs kreeg veel positieve impulsen na de vredesakkoorden (1996), maar blijkt te stagneren, en te weinig kinderen slagen erin om hun studies af te maken. En zij die toch een diploma bemachtigen, blijven achter in de werkloosheid. Eerlijk en goed betaald werk is er nauwelijks (gecreëerd). De rurale bevolking is de armste van de armste. Voor wie moet leven van de landbouw zit een betere en grotere toegang tot de grond er nauwelijks in. Een gebrek aan nieuwe vormen van landbouw of plattelandsontwikkeling is hun lot. Alta Verapaz, Cobán in het bijzonder Ook Alta Verapaz ontsnapt niet aan de trieste verkiezingsdrukte. Gemeentebesturen lijken hun centen te hebben opgespaard om nu in alle hevigheid en zonder diagnose hun projecten op de mensen los te laten. In de regio Santa Lucia beschikken sinds enige weken alle dorpen over een verharde weg waarvan iedereen weet dat de eerste hevige regens ze onberijdbaar zullen maken. Plots worden massaal ‘eerste stenen’ gelegd. Maar zo liggen er al veel. In de regio’s waar wat meer geld zit, is ‘de politiek’ overmatig aanwezig. Zelfs gemeentepersoneel wordt tijdelijk ingezet om met wagens en geluidsversterking rond te toeren door de dorpen. Mensen uit de dorpen blijven vooral zoeken hoe ze in een economie kunnen terecht komen die bestaanszekerheid verschaft. Maar weinig alternatieven bieden zich aan; de transportsector is misschien een uitzondering. Nadat de burgerwachten onder het FRG-bestuur (Rios Montt) hun centen hebben kunnen opstrijken voor geleden schade (?) tijdens de burgeroorlog, lijkt het nu de beurt te zijn aan de burgerslachtoffers. Een nationaal programma van ‘resarcimiento’ - schadeloosstelling - is opgestart. Familieleden van slachtoffers kunnen per departement aanvragen indienen bij het PNR (programa nacional de resarcimiento). Maar dit programma blijkt vooral verdeling te veroorzaken. Want als je broer of zus tijdens de vlucht stierf door ontbering, vergiftiging of honger, en niet door een kogel, dan blijk je niet in aanmerking te komen voor een vergoeding. Het valt ook op hoe ouders gedemotiveerd geraken over het onderwijs. Het kost hun handenvol geld en het levert uiteindelijk bijzonder weinig op. Er is geen werk, aangepast aan de nieuwe diploma’s, jongeren geraken vervreemd van hun dorp en familie en blijven in de stad hangen, of de studies worden niet afgemaakt en alles blijkt een maat voor niets te zijn. In de regio Nimlasachal en Nimlahakok wil een buitenlands bedrijf een hydro-elektrische turbine plaatsen op de rio Chixoy, in Salinas (regio Santa Lucia) is een petroleumbedrijf begonnen zijn tenten op te slaan en in Cahabón is een bedrijf begonnen aan de exploitatie van een aantal bergflanken.
Opvolgingsbezoek 2007 - p 3
Verslagen: chronologisch4 Vergadering I met het coördinatieteam rond de zusterband op Adici Aanwezig: Herberth Caal, Fons Huet, Marta Quib, Juan-Guillermo Caal, Delfina Asig, Arturo Bin, Manuel Paau, Bernard Dumoulin Marta geeft uitleg bij de driedaagse die door de vier sectoren (Nimlahakok, Nimlasachal, Salawim en Santa Lucia) werd gehouden tijdens de maand juni. Dat leidde tot de volgende besluiten en inzichten: - van de twee programma’s (Vlaams en Federaal) werd virtueel één programma gemaakt; - de planning werd bekeken voor de komende vijf jaar; - de twee microregio’s Nimlahakok en Nimlasachal (NLHK en NLSC) kwamen naar voor als logische partners om verder mee te gaan samenwerken (sterkste motivatie). Salawim en Santa Lucia genieten de steun van het Proyecto Ecoregión Lachua, dat hen helpt bij hun bestuurlijk werk (zie verder); - de twee microregio’s (Nimlahakok en Nimlasachal) worden gezien als de motor van de hele samenwerking voor de komende strategische planning; - deze microregio’s willen meer onafhankelijkheid en zelfstandigheid in bestuur. De drang om een autonoom bestuursorgaan te vormen is groot; - er is nauwelijks interesse en motivatie vanuit het huidige gemeentebestuur van Cobán om met de microregio’s verder te werken. Ze kennen de realiteit van de gemeenschappen niet en ze willen ze blijkbaar ook niet kennen; - het is niet perse noodzakelijk om binnen de convenant samen te werken met het stadsbestuur van Cobán; - Adici reduceert zichzelf tot een medewerkende partner. Het zijn de microregio’s zelf die het ‘subject’ willen worden van hun eigen ontwikkeling; - de COCODE van tweede niveau (CD 2) zijn volgens Marta niet de enige bestuurlijke partner om de nieuwe regionale taken waar te nemen. De wet rond de decentralisering heeft de 4
Om dit verslag te kunnen volgen is het belangrijk de structuur van de gemeenten in Guatemala te kennen, daarom hieronder een korte samenvatting. STRUCTUUR EN RADENWERKING VAN DE GEMEENTEN IN GUATEMALA (zuid) De partnergemeenten in Guatemala hebben een vrij complexe structuur die gebaseerd is op een nieuwe wetgeving uit 2002. Die biedt de mogelijkheid om op verschillende niveaus raden op te richten. In onze partnergemeenten zijn de meeste van die raden actief.
ALGEMEEN
DE HERENTSE PARTNERS
RADEN GUATEMALA
Departement
Alta Verapaz
Gemeente
Cobán (160.000 inw., 317 gemeenschappen)
Microregio
In Cobán zijn er zes microregio’s. Met vier van hen heeft Herent een nauwer samenwerkingsverband:
Gemeenschap (dorp, gehucht, wijk, finca, …) RADEN: CODEDE
Santa Lucia Lachua 35 (10000 inwoners)
Cahabón (43.000 inw., 155 emeenschappen) In Cahabón zijn er negen microregio’s. Met vier van hen heeft Herent een nauwer samenwerkingsverband:
Salacuim
Nimlahacoc
Nimlasachal
Yaxtunja
Pinares
CentraalWest
Chiis
18 (5000 inwoners)
42 (9000 inwoners)
22 (4800 inwoners)
11
24
22
13
Consejos Departementales de Desarrollo
COMUDE
Consejos Municipales de Desarrollo
COCODE 2
Consejos Comunitarios de Desarrollo de Segundo Nivel
COCODE 1
Consejos Comunitarios de Desarrollo de Primer Nivel
Opvolgingsbezoek 2007 - p 4
CODEDE AV Gemeenteraad en COMUDE COCODE 2
COCODE 1
Departementsraden voor ontwikkeling (Deze raden worden gevormd op het niveau van het departement) Gemeentelijke raden voor ontwikkeling (Deze raden worden gevormd op het niveau van de gemeente) Gemeenschapsraden voor ontwikkeling van tweede niveau. (In gemeenten die meer dan 20 COCODE 1 hebben mogen er raden van tweede niveau worden opgericht. Zij zijn eigenlijk het bestuursorgaan van de regio’s) Gemeenschapsraden voor ontwikkeling van eerste niveau (deze raden worden gevormd op het meest lokale vlak, dat van de gemeenschap: dorp, finca, bario, …)
opdracht van deze CD2 te vaag gedefinieerd. Er zou allicht een nieuwe indiaanse entiteit dienen opgericht te worden die veel meer geïntegreerd werkt. Jongeren, ouderen en vrouwen dienen er samen te werken; - Cahabón zit in een andere dynamiek. De 10 regio’s daar zijn veel minder sterk ontwikkeld als regio’s en een grotere autonomie aldaar is nog niet voor morgen. Daarom wordt Cahabón als partner wat meer naar de achtergrond gebracht en zullen de ervaringen van NMLHK en NLSC later dienen als voorbeeld. Enkel de lopende en permanente zaken gaan door; - centen mogen ontwikkelingsprocessen niet bepalen in hun uiteindelijke finaliteit, ze kunnen enkel bepaalde processen ondersteunen. Bernard reageert: - de zusterband reduceren tot enkel de microregio’s is misschien de realiteit onrecht aandoen. Andere spelers in de samenwerking zijn Cahabón, Adici, ambtenaren en politici van alle betrokken steden zowel in het Zuiden als in het Noorden, het OCMW, de politie, het middenveld. Het blijft belangrijk een sterke visie met prioriteit voor de indiaanse gemeenschappen te hebben, maar het is ook belangrijk diplomatiek alle andere partners mee te overtuigen en te betrekken in deze visie. - op 30 juli geen strategische plannen volgens de formats betekent ook dat er geen centen zullen zijn voor de uitvoering van gelijk welk programma (de bedragen worden mee vermeld) - de zusterband wil als uiteindelijke doelstelling goed bestuur (good governance) met een betere dienstverlening aan de bevolking en een hogere participatie van de bevolking. In de mate bestuursorganen, regio’s, instellingen zich kunnen vinden rond deze visie is samenwerken mogelijk - een goed lokaal en autonoom bestuur wordt niet gerealiseerd door zich uit de bestaande complexiteit en realiteit terug te trekken. Een goed eigen indiaans bestuur zal vooral zijn dromen moeten waar maken in de harde realiteit van juridische en bestuurlijke complexiteiten. De Guatemalteekse geschiedenis heeft aangetoond dat een radicale (en zeker een gewelddadige) manier van aanpak enkel slachtoffers oplevert. Ondanks de vele discriminaties en onrechtvaardige benaderingen van de indiaan in de lokale politiek blijft de uitdaging zoeken naar vredevolle en waardige alternatieven, binnen de wet en binnen de huidige context. Is goede politiek niet geduldig blijven hameren, soms nemen maar ook soms geven? Een aantal leden van de stuurgroep (Herbert, Fons) beamen. Binnen de stuurgroep is ook enig verschil in de te volgen strategie waar te nemen. Vooral de vraag of het gemeentebestuur van Cobán partner is of dient te blijven lokt reacties uit. Iedereen bevestigt dat het probleem gezien wordt in het federale programma. Is het mogelijk het federale programma uit te werken zonder de formele instemming van het gemeentebestuur van Cobán? Er zal meer tijd nodig zijn om de strategie van het federale programma te bestuderen, uit te werken en indien mogelijk uit te schrijven vanuit de regio’s. Fons schetst de drie mogelijkheden: - geen federaal programma - ondanks alles toch gaan voor het federale programma nu (met het risico een slechte planning te hebben) - ingaan op het federale programma maar binnen een jaar Na vier uur debatteren wordt afgesproken om de beslissing niet onmiddellijk te nemen. Wel is het de bedoeling de knoop morgen door te hakken omdat uiteraard de beslissing gevolgen heeft voor de rest van het werkbezoek en de planning van ieder. Morgen dus vervolg.
Vergadering II op Adici met de coördinatoren en de commissie rond de zusterband Aanwezig: Herbert Caal , Fons Huet, Marta Quib, Juan-Guillermo Caal, Delfina Asig, Arturo Bin, Manuel Paau, Bernard Dumoulin Marta meldt dat de commissie rond de stedenband na rijp beraad (waren reeds twee uur voordien in vergadering) beslist heeft om het Vlaamse programma te aanvaarden en het federale programma tijdelijk uit te stellen. De argumenten om deze beslissing te nemen zijn: - het niet willen en kunnen opstellen van een strategisch plan waarvan de microregio’s de protagonisten zijn en waarbij de tijdsdruk het niet toelaat om het proces van de planning vanuit de gemeenschappen voldoende zelf te laten gebeuren; - de onenigheid over de rol die het gemeentebestuur van Cobán dient blijven te spelen in de planning (hoe ver wordt de decentralisatie doorgetrokken in de opmaak van het strategisch plan);
Opvolgingsbezoek 2007 - p 5
-
de te strikte opmaak van de format van het federale programma brengt angst en stress mee die negatief wordt ingeschat voor het welslagen van de samenwerking binnen het federale programma, binnen het Vlaams programma en binnen de samenwerking in het algemeen. Men ervaart het programma als een uit handen geven van zijn eigen ontwikkeling.
Marta zegt ook dat er vanuit de coördinatie een brief zal worden opgemaakt die voor de betrokkenen hun beslissing wil motiveren5. Bernard brengt in dat het nu wel belangrijk is om op korte termijn een planning op te maken die: 1. De beslissing van de stuurgroep bevestigt om in 2009 te starten met het federale programma 2. Dat er een planning wordt opgemaakt die de voorbereiding van dit federale strategische plan 6 uitwerkt Er wordt nog aangehaald dat er reeds heel wat materiaal voorhanden is voor dit federale programma. Het wordt vooral een kwestie om vanuit de microregio’s een sterkere inbreng wat opmaak, monitoring, administratieve opvolging en permanente evaluatie en bijsturing te garanderen. Wat het Vlaamse programma (en later allicht het federale programma) betreft wordt verder afgesproken dat de regio’s Nimlahakok en Nimlasachal getypeerd zullen worden als protagonisten in de samenwerking. Zij zijn immers de armste regio’s. Weinig organisaties steunen hen en ze zijn het sterkst gemotiveerd om als partnerregio’s mee te werken. De regio’s Santa Lucia en Salawim worden wat op stand-by gezet. Ze blijven deel van de partnerband maar hun rol voor de komende drie jaar is deelnemen aan de permanente activiteiten voor alle regio’s. Het is uitdrukkelijk de bedoeling om de goede praktijkvoorbeelden uit de twee prioriteiten regio’s via vormingen te communiceren en zo mogelijk te implementeren naar deze regio’s. Bernard licht het Vlaamse Programma toe. Pijlers, budget voor de komende drie jaar, werkterreinen vanuit de geschiedenis van de convenant en vanuit de verschillende in Herent gehouden overlegmomenten (zie elders). Gesprek en vragen. Gesprek Edwin Catun, leerkracht El Rosario, Cobán Aan Edwin wordt het plan zoals in Herent uitgewerkt voorgelegd (zie de voorbereiding van de planning vanuit Vlaanderen, elders). Hij staat open voor het idee om met zijn school EL Rosario als partnerschool te dienen.7 Om de permanente communicatie te kunnen realiseren, zoals met veel nadruk gevraagd in het Vlaamse plan, zal misschien toch hier en daar een technische ingreep nodig zijn. In de school is geen mogelijkheid van internet. Wat wel kan, is dat er een computer wordt gezocht voor de school, dat verschillende mensen (leerkrachten en leerlingen) worden opgeleid om er mee te werken en dat via bestanden op diskettes die Edwin daarna in Cobán doorstuurt wordt gecommuniceerd. Ook het idee van een Vlaamse koffer in zijn school onthaalt hij enthousiast. Hij vraagt zich af er ook geen boom kan worden aangeplant in iedere school, op dezelfde dag (esdoorn). Hij verwijst naar de ‘kinderconferentie’ rond de samenwerking die in Herent werd gehouden tijdens hun aanwezigheid. Dat zou meer moeten gebeuren, kinderen die samen nadenken over ontwikkelingssamenwerking, over mondialiteit, over omgaan met andere culturen, ... Kan daar geen traditie van gemaakt worden, een soort goed georganiseerde gespreksrondes, met degelijke verslagen, die dan kunnen worden uitgewisseld (of nog anders; een soort kinderparlement tussen de scholen). Zou de website van Herent een soort ruimte kunnen herbergen waarop kinderen en leerkrachten vrij met elkaar kunnen communiceren, hun tekeningen posten, hun briefjes en ideeën achterlaten? De planning van Herent wordt verder toegelicht: 2008: voortzetten contacten en uitbouw permanente communicatie 2009: vorming en voorbereiding leerlingen en leerkrachten 2010: uitwisseling 5
Deze brief is opgenomen in dit verslag (Spaans met vertaling) zie bijlage n°2 Zie verder in dit verslag pg 18 7 Op het einde van mijn verblijf zal Edwin mij twee grote pakketten meegeven met knutselwerkjes van zijn school voor de Herentse scholen. Een duidelijk signaal ter bevestiging van de wil om samen te werken. 6
Opvolgingsbezoek 2007 - p 6
Edwin vraagt hoe de financiering van de zusterband verloopt en welke controleorganismen er zijn omtrent de fondsen van Adici. Ik vraag hem naar het waarom van zijn vraag. Dat is er niet, beweert hij. Ik leg uit hoe de procedures werken. Adici controleert de gemeenten, Herent controleert Adici, de Vlaamse of federale administraties controleren Herent. Hij hoopt dat Adici de voorziene fondsen aanwendt waarvoor ze bestemd zijn. Bijeenkomst betrokken gemeentepersoneel van de stad Cobán Bij de uitnodiging werd het beginuur van de vergadering niet vermeld. Na wat rondbellen komen Edgar Caal (uitvoerend ambtenaar financiële dienst) en Mulvia Caal Díaz (secretaresse van de dienst voor economie en milieu) opdagen. Manuel geeft introductie, Bernard licht de mogelijkheden van ambtenarenuitwisseling toe binnen de convenant. Hij wijst op het duurzaam karakter om via ambtenaren samen te werken. Er worden voorbeelden gegeven vanuit andere stedenbanden. De gasten lichten hun functie toe en drukken hun enthousiasme uit. Mogelijke werkgebieden volgens hen in de toekomst zijn: - betere communicatie tussen politiek en ambtenaren - betere communicatie tussen de diensten onderling (bvb tussen bureau van economie en milieu enerzijds en de dienst bosbeheer) - betere kennis van interne richtlijnen. Edgar geeft aan dat er een interne procedure voor de opvolging van projecten bestaat. Die procedure werd vastgelegd in een gemeentelijk reglement. Niemand kent dit reglement en niemand volgt het dan ook. Hij wijst op het belang hiervan en zou willen dat iedereen op de gemeente vorming krijgt rond dit reglement Edgar en Mulvia wijzen erop dat zij niet de diensthoofden zijn. Iedere dinsdagvoormiddag vergaderen de diensthoofden en ze benadrukken dat het belangrijk is dat wij ons verhaal andermaal aan de diensthoofden brengen. De man die deze diensthoofdenvergaderingen leidt, is Oliverio Reyes (directeur van de administratie). Er zal nog een poging ondernomen worden om op hun overleg morgen aanwezig te zijn. Bernard besluit dat deze samenwerking niet het grote project is dat veel geld verzet, maar dat het wel een kleine stap kan zijn in een betere dienstverlening aan de bevolking. Deze ambtenaren zijn alvast heel enthousiast. Verder: het is niet meer mogelijk geweest om op het dienstenoverleg van de gemeente aanwezig te zijn. We merken andermaal het wantrouwen vanuit de politiek om toelating te geven om met de ambtenarij te werken binnen de zusterband. Wordt verder opgevolgd door Adici.
Vergadering met de raad van tweede niveau, de regionale coördinator, coördinator, de secretaris, het middenveld, ouderlingen en jongerengroepen van van de regio Nimlahakok 57 deelnemers uit de volgende dorpen; San Lorenzo 1 en 2, Nimlahakok, Santa Anita, Gancho Caoba 1 en 2, China Mokooch, Las Camelias, Paxtunyate, Copala La Esperanza, Rokhapasakuk, Ceiba Copala, Cuxpemech, Satolox, Salaguna, La Cumbre, Las Conchas. Manuel schetst kort de geschiedenis van de zusterband en de reeds afgelegde weg in het kader van de strategische planning. Vergaderingen op lokaal vlak, vergaderingen in Cobán. De aanwezigheid van de secretaris die nu naast de regionale coördinator 8 werkt, wordt als een zeer positief punt in de samenwerking geduid. De secretaris is de permanentie van de lokale burgerhuizen. Als de coördinator er niet is, is er minstens iemand die de mensen uit de dorpen kan verderhelpen. Men wijst op een aantal problemen die er zijn ivm de betaling van deze secretarissen. Het jaar dat de zusterband hen betaalde was er geen enkel probleem. Maar bij de overgang naar de betaling door de gemeente Cobán werden er heel wat hindernissen door de gemeente op het traject geplaatst. De secretarissen moesten een aantal maanden het werk neerleggen wegens geen betaling. Maar net deze maand zou hun contract ook officieel ondertekend worden tijdens de gemeenteraad (nvdr is ondertussen ook gebeurd, maar het contract is slechts van beperkte duur; zes maand).
8
Het begrip regionale burgemeester, vroeger steeds gehanteerd in onze documenten, werd door het gemeentebestuur van Cobán afgevoerd omdat het te veel verwarring zou stichten, nu spreekt men van regionale coördinatoren.
Opvolgingsbezoek 2007 - p 7
Men wijst erop dat heel wat gemeenteraadsleden van Cobán niet opgezet zijn met de vorming die de zusterband aanbiedt ter voorbereiding van de Comude. Mensen uit de dorpen komen veel mondiger uit de hoek en dat zint hun niet altijd. Er wordt gewag gemaakt van een probleem dat er is tussen de regio en de huidige regionale coördinator Jesus Sacrab (het is een onrechtstreeks probleem, hij zou in een lokale coöperatieve verdacht worden van geldverduistering). De regio vraagt dat Adici eenmaal per jaar een open vergadering zou houden over de financiering van de zusterband in zijn totaliteit. Bernard licht de principes en de bedragen van de financiering toe. De regio doet volgende suggesties aan het adres van de zusterband voor de toekomst: - er voor zorgen dat de secretarissen aan het werk kunnen blijven; - de realisatie van bezoeken op gemeenschapsniveau. Een goede democratie houdt rekening met alle burgers en dus zeker met de gemeenschappen als ‘laagste’ of ‘eerste’ bestuurlijk niveau. De leiders van de regio willen deze dorpen bezoeken om hen te motiveren nog meer te participeren in het regionale bestuur, om hen te informeren over belangrijke zaken die boven hun hoofd hangen (bvb. aanleg van hydrocentrale). De onkosten van deze bezoeken ter sensibilisatie en vorming aan alle dorpen zouden op rekening van de zusterband kunnen komen; - voorstel om een deel van de financiële middelen direct naar de CD2 door te storten (Bernard vraagt naar de juridische basis hiervan); - de CD2 omvormen tot een entiteit met juridische mogelijkheden en met erkenning als indiaans bestuursorgaan (kennen van de mogelijkheden en daarna officieel aanvragen); - het medeorganiseren van dit regiohoofdkwartier in zijn organisatorische en logistieke taken (communicatie, administratie, zoeken van een geschikte locatie, …); - vorming voor de CD2 om lokaal het bestuur te kunnen waarnemen. Mensen politiek en administratief voorbereiden op hun taken. Cursussen over leiderschap, hoe omgaan met macht, met angst, met vernedering, met discriminatie, … Hoe de eigen indiaanse kwaliteiten versterken in het bestuurlijke werk; - ondersteuning binnen dit werk van ouderen en jongeren. Ouderen moeten de jongeren helpen in hun administratieve taken. Jongeren moeten ouderlingen helpen in de realisatie van deze ‘indiaanse burgerhuizen’. Het moeten indiaanse burgerhuizen worden en dat vraagt historisch en cultureel overleg; - de school moet mee worden ingeschakeld. Er moet aan een indiaanse bewustzijnsversterking worden gebouwd via de leerprogramma’s; - kennis en studie over het thema leefmilieu. Een regio die bedreigd wordt door mijnbouw, petroleumontginning en hydro-elektrische centrales moet de wetgeving kennen, moet zijn mogelijkheden tot verzet kennen. Welke politieke daden kunnen hier gesteld worden? Hoe kan de hulp van derden hier worden ingezet? - tevens rond het thema milieu; hoe omgaan met water; betere waterkwaliteit garanderen, hoe omgaan met vuilnis (tov het water), hoe herbebossen, het waarom, hoe de visie op de kosmos omzetten in lokale bestuursdaden, ... - er wordt een pleidooi gehouden om alles te zien binnen de Mayakosmologie. Het geheel en de eenheid hierin zijn van fundamenteel belang (integrale aanpak). De gemeenschap (regio) mag zich niet laten versplinteren. De sacrale waarde van de kosmos dient deel te zijn van het opzet. Verder wordt nog opgemerkt: - de kwaliteit van de cursussen die Adici organiseert moet primeren op de kwantiteit; - op vier augustus wordt een grote Maya-ritus georganiseerd om bovenstaande inzichten kracht bij te zetten en te vragen dat de toekomst weldaad brengt. Gesprek met Pedro Xo, hoofd van het bestuurlijk comité van de lagere school van Nimlahakok Officiele naam: Escuela de autogestión comunitaria de la comunidad de Nimlahakok 77 leerlingen (9 lln uit de omliggende dorpen) 2 leerkrachten In het 6de zitten 13 lln. Ze zijn bereid partnerschool van een Herentse school te worden. Ook hier dient bij directe communicatie via het net een en ander technisch onderzocht te worden. In Nimlmahakok is bij het gemeentehuis een schotelantenne aanwezig. Die kan ingeschakeld worden om een internetaansluiting via satelliet tot stand te brengen. Onderzoeken welke de kostprijs is.
Opvolgingsbezoek 2007 - p 8
Vergadering met de raad van tweede niveau, de regionale coördinator, de secretaris, het middenveld, ouderlingen en jongerengroepen van de regio Salawim 26 personen aanwezig Volgende dorpen: Saholom, Sayha, Semuy II, Puribal, San Sebastian, Caseria Nueva Esperanza, San Pedrito, Monte Sinai, Ixlok Naional Manuel heet iedereen welkom en schetst de geschiedenis van de zusterband. - Er wordt uitgelegd hoe in Salawim eigenlijk vier mensen werken in naam van de gemeente: de regionale coördinator, de secretaris, een verantwoordelijke voor bossen en een technisch coördinator (iemand die de vele projecten opvolgt en uitwerkt). Het loon van deze mensen is vaak een combinatie van gemeentelijke en privé-middelen (ngo’s). - De functie van secretaris, die mee gecreëerd werd door Herent, wordt sterk gewaardeerd. Iemand licht toe dat het ‘proyecto Ecoregión Lachuá’9 de vervoerkosten voor deze mensen dekte. Maar naar de toekomst toe is dit niet gegarandeerd. - De vraag wordt gesteld om de financiering van de zusterband duidelijker te kennen. De vraag is gelinkt aan de wil om als CD2 meer autonoom en met eigen middelen te kunnen besturen. - Er wordt opgemerkt dat in de regio Salawim er een veel te groot verloop is van de deelnemers aan de regio-bijeenkomsten. Gemeenschapsburgemeesters en de leden van de CD2 sturen vaak andere mensen naar de vergaderingen. Daardoor ontstaat een probleem van continuïteit en duurzaamheid. Het gebrek aan degelijke leiders is in de regio een kwalijk probleem. Er wordt verwezen naar de Ixcan (nvdr. partnergemeente van Olen) als voorbeeld van goede organisatie. - Iemand vraagt zich af of de zusterband niet kan helpen voor de realisatie van een hospitaal in de regio. - Kan er vanuit Herent geen camion gekocht worden om de mensen te vervoeren voor de vergaderingen. - De voorzitter van de CD2 Abelino Cao neemt het woord en verklaart dat de zusterband met Herent er moet voor zorgen dat er meer organisatie is in de regio. De regio moet meer serieus genomen worden en in dit proces kan de partnergemeente helpen. Er is een gebrek aan inzicht wat een regio-organisatie kan betekenen, welke haar mogelijkheden zijn. Als de regio meer wordt gerespecteerd zal ze zelf structurele mogelijkheden hebben om met een grotere onafhankelijkheid te besturen. - De regionale coördinator Sergio legt uit dat de CD2 zijn onafhankelijkheid nastreeft via een vereniging (asociación integral) die werd opgericht. De CD2 is een feitelijke vereniging geworden met een juridisch statuut10. Deze vereniging deed of doet het volgende: ervoor zorgen dat er elektriciteit is in het dorp, de bouw van de bureaus, de aankoop van een computer, printer, moto, … Hij licht toe dat de vereniging met haar aanplant van cacao via het 'Proyecto Lachúa' eigen middelen een aantal studenten beurzen verleent, een aantal cursussen organiseert, … Dus de mogelijkheid om de middelen van de zusterband direct aan deze vereniging te storten bestaat. Beter direct
9
Proyecto Ecoregión Lachuá is een consortia van acht gouvernementele instituten, twee ngo’s, zes gemeenschapsverenigingen, drie vrouwengroepen en drie jongerengroepen en de bestuurders van het park Lachuá. Zie verder ook op http://www.lachua.org/index.php 10 Er is een kopie van de statuten voorhanden in Herent
Opvolgingsbezoek 2007 - p 9
-
-
dan eerst via Adici wordt opgemerkt. Want de criteria die Adici soms plaatst, vertragen sommige acties. Een ouderling (Juan Choc, ereburger Herent) merkt op dat de zusterband vooral het respect beoogt. Als volk of groep gerespecteerd worden moet zich uiten in politieke structuren. Hij toont met vele voorbeelden aan dat het probleem in Guatemala het gebrek aan respect is voor de indiaanse bevolking. De vergadering wordt afgesloten met een kennismaking van de nieuwe secretaris en een tonen van de installaties (gebouwen).
Vergadering met de raad van tweede niveau, de regionale coördinator, de secretaris, het middenveld, ouderlingen en jongerengroepen van de regio Santa Lucia Aanwezig: regionale coördinator, voorzitter en ondervoorzitter van CD 2, Ramiro Tox, leerkracht, Manuel Paau en Bernard Dumoulin Men legt uit dat men er niet voor gekozen heeft om de hele regio (volledige CD2) bijeen te roepen. Te veel werk en te veel vergaderingen zouden hen beletten om allemaal deel te nemen. Men vraagt waarom het geld van de partnerband niet onmiddellijk aan de CD2 kan gestort worden. De CD 2 van Santa Lucia heeft ook een ‘integrale vereniging’ gevormd. Ze kregen van de stad Cobán het beheer over de gemeentefinca Las Salinas. Hiervoor kregen ze 31.000 Quetzal11. Met dat geld zijn ze een project begonnen voor het zaaien en de aanplant van limoen en cacao. Men wil in de regio nu een school voor ‘diversificado’ (laatste drie jaar secundair onderwijs) oprichten. De burgemeester heeft dit beloofd. Men spreekt met veel lof over de huidige burgemeester; hij realiseerde immers veel ‘werken’ in de regio. Zo hebben bijna alle dorpen een verharde weg. Men klaagt over de cursussen die Adici ter voorbereiding op de Comude heeft. Men vindt dat de stem van de regio Santa Lucia daar niet gehoord wordt. Zij zeggen immers hun gedacht, en dat gedacht wordt niet gesmaakt door de anderen. Men vindt de andere regio’s nogal ‘achterlijk’ in hun drang naar ontwikkeling (nvdr. wat hier sterk meespeelt is de medebetrokkenheid van de CD 2 van Santa Lucia in de exploitatie van petroleum. De CD 2 heeft openlijk standpunt genomen vóór de exploitatie. Dat doet velen vermoeden dat er beloftes zijn gedaan. Adici en de andere regio’s hebben via de ‘Meza 12 Ambiental Q’eqchi’ openlijk standpunt ingenomen tegen de exploitatie van petroleum ). Men drukt zijn appreciatie uit voor de zusterband. Het samen zoeken naar goede ideeën om te besturen en het zoeken van eenheid in gedachten wordt gewaardeerd. Later op de avond zijn we getuige hoe een groep metsers van de gemeente neerstrijkt om de bouw van het nieuwe schoolgebouw te starten. Het geld hiervoor komt van het FIS (sociaal fonds). Normaal gezien zijn de fondsen van dit orgaan in deze pre-electorale fase bevroren. Alles wordt duidelijk voorgesteld als een weldaad van de huidige burgemeester. Vroeg in de ochtend bezoeken we de gemeente-finca Las Salinas. De gemeenteraad van Cobán is eigenaar van deze finca. Door zwaar lobbywerk keurde de gemeenteraad de SALINAS. La laguna no tiene nombre y es, a veces, cárdena o púrpura. Otras es parda y en ocasiones azul, y no está lejos de una más grande exploitatie van petroleum in deze finca en la que patrullan cocodrilos. Dicen que su cambio de colores ocurre onlangs af. Maar in de omliggende dorpen is cada quince días, y se debe a las reacciones de sus componentes de petroleummaatschappij ondertussen químicos. Se encuentra entre la maraña y los aullidos de los saraguates, en la reserva natural Finca Salinas, cerca de más de 300 begonnen met de uitbouw van de tumbas mayas, muchas saqueadas en busca de jade. infrastructuur voor de ontginning. De las 26 caballerías de la finca, 6.5 están protegidas. Pronto se Het beheer van de finca werd gedeeltelijk in sembrarán 25 hectáreas de cacao y 18 de limón persa y, asegura Adolfo Leal, el alcalde de Cobán, pondrá en marcha un proyecto de handen gegeven van de CD 2 van de regio escuela de agricultura. “Tenemos que fomentar el ecoturismo. Aquí hay Santa Lucia. We bezochten de aanplant van cinco lagunetas, tumbas, un arroyo salino, pero los jóvenes se van a limoenbomen en de kweek van cacaobonen. empresas de seguridad”. (uit El Periodico van 31 juli)
Gesprek met Sindy Hernandez, coördinator onderzoekscentrum universiteit San Carlos in Santa Lucia. 11 12
Eén euro is ongeveer tien Quetzal Zie ook http://www.oilwatchmesoamerica.org/index.php?option=com_content&task=view&id=52&Itemid=38
Opvolgingsbezoek 2007 - p 10
De CD2 van Santa Lucia heeft zich naar eigen zeggen ontwikkeld tot een echt machtsapparaat. Heel wat dorpen en inwoners gaan niet akkoord met hun manier van werken. De dorpen willen de bestuursleden vervangen maar die laten dat niet toe. Misschien als door de verkiezingen de ploeg van Cobán wordt vervangen zal de CD2 ook gewisseld kunnen worden. Sindy wijst ook op de vragen die een groep leerkrachten hadden bij de selectie van Alejandro Caal als leerkracht die naar Vlaanderen kwam. Ze vermoeden dat de voorzitter van de CD2 zijn mannetje naar voor heeft geschoven (nvdr. later nagecheckt, mogelijks correct). Ze vragen dat Alejandro zijn ervaringen in een vorming voor de hele regio meedeelt (zie brief)13. Sindy haalt de grote impact aan van de verkiezingen in de regio. De campagne is hier in alle hevigheid losgebarsten en ‘de politiek’ laat zich echt niet van haar fraaiste zijde zien. Ze licht de toekomst toe van het onderzoekscentrum. Zelf trekt ze voor een jaar naar Mexico om zich verder te bekwamen.
Analyse uit de regio’s van Cobán De drie bezochte regio’s sturen aan op meer financiële onafhankelijkheid. Regionale coördinatoren en CD2 zijn het beu zonder middelen te moeten werken. In de regio’s Salawim en Santa Lucia werden ‘geïntegreerde verenigingen’ (asociaciones) opgericht. Dat zijn instanties met een rechtsstatuut. Het zijn wel geen gouvernementele instanties. De nieuwe wet van de decentralisering is op dit punt bijzonder onduidelijk en er zijn geen rechtsregels ter zake. In Salawim en zeker in Santa Lucia zien we dat deze verenigingen eigen fondsen proberen te genereren. Zo kreeg de CD2 van Santa Lucia zelfs 31000 Q om een eigen plantage van limoen en cacao aan te leggen. Er zouden reeds contracten afgesloten zijn met firma’s die de oogsten zullen opkopen (terwijl de cacao nog maar net gezaaid is). Dus via eigen initiatieven eigen middelen genereren. Middelen die uiteindelijk dienen om het bestuurlijk werk van de regio te kunnen realiseren. We kunnen ons inbeelden dat de gemeente Cobán blij is met deze gang van zaken. De gemeentelijke belastingen blijven in hun handen, ze kunnen ze investeren in hun eigen projecten en dus vooral in het urbane centrum van de gemeente. Ofschoon alle inwoners van de regio’s bijdragen aan de belastingen van de gemeente kosten deze regio’s hen uiteindelijk niets want ze zorgen immers zelf voor hun eigen werkingsmiddelen. Ook juridisch hebben ze er eigenlijk niets mee te maken want het zijn niet-gouvernementele organisaties die hen tot niets kunnen verplichten. Dit is een ongelofelijk belangrijk (en zwak) punt in de hele decentralisatiewet. Welk juridisch statuut kunnen en moeten de regio’s binnen de nieuwe wetten krijgen? En dan geen nepstatuten, maar de regio’s als volwaardige bestuursorganen, van indiaanse origine en met eigen middelen, financieel en juridisch zelfstandig en autonoom en erkend? Verdere analyse regio Nimlahakok, Salawim Regio Nimlahakok -
-
meer diversiteit in de landbouw: vijftien jaar geleden waren maïs en kardemom zowat de enige gewassen waar geld werd van gemaakt. Maïs dan nog enkel in die dorpen die langs de weg lagen. Omdat er meer wegen zijn is het goed merkbaar dat er soms op maïs wordt ingezet als gewas om wat cash te hebben. Maïs heeft immers een vrij stabiele prijs en is daarom altijd interessant om te verkopen (de prijs van maïs is wel aan het stijgen door de vraag ernaar van de Amerikaanse markt, als grondstof voor biodiesel). Zo hebben bijvoorbeeld de middelbare school en de kerk van Nimlahakok een terrein verbouwd met maïs als extra inkomsten om onkosten te kunnen dekken. Vroeger was het dragen van de maïs met de hoofdband veel te zwaar om dergelijke acties te ondernemen. Het valt op dat door de aanleg van de weg en door de stimulans van vele ngo’s er op landbouwkundig vlak meer wordt ingezet op diversiteit. Ananas, vanille, cacao, watermeloen, worden gecommercialiseerd. De coöperatieve van Nimlahakok ging vier jaar geleden een grote lening aan om vanille te verbouwen. Het moest op biologische manier gebeuren. Dat project is mislukt. De vanilleplanten zijn ziek geworden en bijna allemaal afgestorven.
13 Alejandro werd de dag nadien opgezocht en om uitleg gevraagd. Hij zal via een cursus de hele regio op de hoogte brengen van zijn ervaringen in Vlaanderen
Opvolgingsbezoek 2007 - p 11
-
-
-
-
-
Ook de cacao in de regio Nimlahakok is vorig jaar en blijkbaar ook dit jaar een flop geworden. De vruchten drogen op en sterven af in een vroeg stadium. Mensen geven de schuld aan Moscamed14. Wekelijks overvliegen ze de regio en verstuiven producten over het woud en de velden. De mensen denken dat dit programma bepaalde markten wil beschermen en andere wil kapot maken. De dorpen zijn er blijkbaar in gelukt om een gezond evenwicht te garanderen tussen de vele nieuwigheden die de weg heeft meegebracht (commercieel) en hun eigen tradities. De grote door sommigen voorspelde massale vernietiging van traditie en cultuur is uitgebleven. De verhoogde criminaliteit die bij het begin van de aanleg van de weg was waar te nemen is onder controle gebracht. De katholieke kerk, ooit de laatste strohalm in de strijd voor sociale rechtvaardigheid in de streek, heeft nog weinig impact op het sociale gebeuren. Ze heeft nog nauwelijks invloed op de dorpen. De mensen hebben geen of amper verwachtingen tov de kerk. Wel is een grote opmars bezig van de charismatische bewegingen op dorpsniveau. Zang in de Spaanse taal (verloochenen van de eigen Q’eqchi’-taal), dansen en applaudisseren, het gebruik van moderne instrumenten en technische versterking typeren de beweging. Daarnaast zijn de prediking van een ideale wereld in het hiernamaals en een a-politiek woordgebruik kenmerkend. De radicale Mayabeweging (a la Xch’ool ixim) houdt stand en blijft verder zoeken, soms op kunstmatige wijze, naar wat ‘echt’ is en wat toegevoegd zou zijn door de conquistadores. Sommigen hebben in deze bewegingen een goede partner gevonden om zich te ontdoen van de katholieke kerk en haar vaak moraliserend discours. De regio straalt een zeer grote drang naar zelfbestuur uit. Men is het beu betutteld, gediscrimineerd en gefolkloriseerd te worden. Iedereen die hen hierbij kan helpen is uitgenodigd.
Salawim - Een aantal rijkere ladinofamilies uit Salawim blijven de regio beheersen en zowel politiek als economisch onder controle houden. De grondsituatie van deze families laat immers geen herverdeling van de macht toe. Velen moeten grond bij deze families huren. De andere dorpen zijn vaak veel kleiner dan Salawim en sukkelen ook met hun grondsituatie (finca’s, onduidelijke grondpapieren …). - Er wordt openlijk verwezen naar het verbouwen van drugs in deze regio. Zaden van bepaalde planten worden onder de tafel verkocht en zo ook de oogst ervan. Iemand getuigde openlijk dat hij het aanbod kreeg. Sommigen gaan nog verder en beweren dat ook de aanwezige nationale politie en de rechter mee onder hetzelfde hoedje zitten. De regionale coördinator zou ook bijzonder beperkt zijn in zijn bestuurlijke taken door de aanwezigheid van deze lokale drugbaronnen, meent men. - In de vergadering van de CD2 was duidelijk veel angst en onvermogen te merken om zich uit te drukken over publieke vraagstukken. - Bestuurlijk staat de regio zwak. De participatie van de dorpen is minimaal en herleid tot een ‘ontvangende’ positie. Weinig lokaal leiderschap. Weinig analyse ook. Gemeentebestuur Cobán Aanwezig: meerderheid van de schepenen, gemeenteraadsleden, Fons Huet, Marta Quib, Manuel Paau, Bernard Dumoulin Verontschuldigd: burgemeester Welkom door de 1ste schepen Chavarrias. Bernard: Groet vanuit Herent - de reden van mijn aanwezigheid is de strategische planning voor de komende drie jaar - belangrijkste doel is ‘goede lokale besturen’ realiseren, zowel in Noord als Zuid. Dat wil zeggen; de democratie versterken, meer participatie van de burger en de gemeenschappen, transparantie van bestuur en solidariteit. Dit willen we bereiken via sensibilisatie, capaciteitsopbouw en onderlinge uitwisselingen - Iets over het verleden; verschillende doelstellingen werden bereikt, bij wijze van voorbeeld; de aanstelling van de vier secretarissen in de vier betrokken regio’s. Ook de uitwisselingen 14
Een door Noord-Amerika opgezet programma ter bestrijding van de fruitvlieg in Guatemala, zie ook http://www.aphis.usda.gov/ppd/es/pdf%20files/spmosc96.pdf
Opvolgingsbezoek 2007 - p 12
-
-
waarin sectoren uit het middenveld werden betrokken; we denken aan de uitwisseling van leerkrachten, mensen uit de sociale diensten, jongeren. Vooral ook de grote generositeit en de grote wil om te kunnen studeren zijn ons bijgebleven. Een vraag: we weten dat er op dit moment een bedrag van rond de 48000 Q is gestort op de rekening van de gemeente, dat zou dienen voor een contract voor een vooronderzoek van een bemiddeling rond leefmilieu. We sturen erop aan dat de actie aan dit bedrag verbonden zo snel mogelijk wordt uitgevoerd. Kan men ons de stand van zaken geven hierover? We willen niet zoals vorig jaar dit bedrag verliezen door een te late uitvoering ervan. Iets over de toekomst: graag aandacht vanuit het gemeentebestuur voor volgende vier punten: o De zusterband wil nog meer nadruk leggen op het werken met de regio’s, zo ook dus met CD 2 en de COMUDE. Het wereldwijde aangevatte proces van decentralisatie dient te worden verder gezet met een hoofdrol voor de regio’s in Alta Verapaz o Herent wil veel nadruk leggen op capaciteitsopbouw of vorming. De regio’s hebben reeds hun wil tot vorming uitgedrukt. We stellen hier de vraag of er interesse is vanuit het gemeentebestuur ook meer vorming te genieten voor de ambtenaren? o Het thema van ‘milieu’ komt meer en meer op de agenda te staan. We willen het de komende jaren meer nadruk en uitwerking geven o De uitwisselingen zijn belangrijke momenten van ontmoeting die we met veel geduld en voorbereiding willen blijven verder zetten. Er moet geijverd worden om de kwaliteit van de uitwisselingen hoog te houden en er opvolging aan te geven
De 1ste schepen antwoordt: - hij belooft tegen morgen de stand van zaken ivm het aanwezige budget van Herent uitleg en toelichting te verschaffen. Hij merkt op dat de gemeente Cobán de officiële weg volgt en dat het daardoor soms wat langer en minder soepel verloopt - het kadaster is een technisch wetenschappelijk onderzoek aan het doen waarvan ze de resultaten net morgen verwachten over een nieuwe indeling van de regio’s. Het lijkt hen dat de regio’s vaak ‘op toevalligheden’ zijn samengesteld en ze willen op basis van technische argumenten een duidelijker en verfijnder beeld krijgen van de regio’s. - hij gaat positief in op de uitnodiging tot vorming. Hij meent zich iets te herinneren van een studiemoment voor de verkeerspolitie via een uitwisseling. Maar ook op technisch vlak, of op vlak van planning zou er heel wat kunnen opgestoken worden in de sterk ontwikkelde en geïndustrialiseerde gemeente Herent. Het is vooral belangrijk om de prioriteiten in deze vormingen vast te leggen - wat het thema van het milieu betreft merkt hij op dat er met Denemarken (PREMAK?) onlangs een contract werd aangegaan om ‘milieurisico-onderzoek’ te realiseren. Allicht past Herent hierin - voor uitwisselingen zijn zij altijd te vinden; bvb technici die bijstand en advies kunnen komen geven Suggesties van andere gemeenteraadsleden voor de strategische planning: - kan er steun komen om in de regio’s de link tussen studie en werk te verbeteren. Velen studeren (basico of zelfs diversificado) en komen daarna in hun dorpen niet aan adequaat werk. Alle studie lijkt voor niets geweest. Wat kan hier eventueel via vorming aan gebeuren? - Voor het thema van milieu meer aandacht leggen op het onderwijs. De kinderen zijn de toekomst van morgen en milieuopvoeding moet via hen en via de school gebeuren. - Een vergadering organiseren met de kandidaat-burgemeesters en hun goed uitleggen wat de zusterband is. Dat zal de opvolging garanderen die zo noodzakelijk is. - Marta vraagt meer uitleg over het project van Denemarken. Om samen te kunnen werken hebben we meer details nodig (Marta vreest dat het vooral over milieubeleid in het urbaan centrum gaat. Gegevens worden beloofd) - Marta suggereert om het bureau van milieu te versterken en niet meer te verbinden met dat van economie. Milieu op zich is meer dan belangrijk en niet steeds gekoppeld aan economie - Marta merkt op dat ze in een aantal fincas van Cobán zwaar aan het ontbossen zijn om dennenhout voor commerce op te planten. Er zijn wetten over, worden die nageleefd? (de schepen vraagt meer details en belooft onderzoek)15. Een aantal gemeenteraadsleden beamen de strijd die moet gevoerd worden voor een groener Alta Verapaz - Een schepen feliciteert ons met ons werk in de microregio’s en vraagt zich af of er niet veel mogelijkheden zijn weggelegd voor het ecotoerisme of het gemeenschapstoerisme in de 15
Later op de week vernemen we dat de gemeente een aanklacht deed bij de ODDH (oficina de derechos humanos). Adici wordt uitgenodigd tekst en uitleg te geven.
Opvolgingsbezoek 2007 - p 13
-
regio’s. Op dit moment heeft de gemeente de afgelopen vier jaar acht toeristische projecten gesteund. Veel te weinig, het hadden er 25 moeten zijn. Kan Herent iets bijdragen in dit politiek opzet? Ecotoerisme als dam tegen de extreme armoede in de regio’s. De vergadering wordt besloten en afgerond met een heerlijke ‘refación’ (versnapering, zeg maar een volledige maaltijd)
Vertoning film ‘watisdat’ voor leerkrachten Cobán (w@=d@/Ketnet en één) De films (doc 3 en 4, docuclip uit Nimlahakok en raps) worden vertoond voor de collega’s van de school El Rosario (8 personen, allemaal ladinos) en voor de werknemers van Adici. Enkele reacties: - de film laat de breuk zien die er is tussen stad en platteland - ik heb het gevoel dat ik mijn eigen cultuur niet ken - dit is didactisch zeer belangrijk materiaal: we moeten aan de slag met dit materiaal voor onze kinderen uit onze klassen, ze moeten dit kennen, ze moeten het vooral leren waarderen - pakkend, door ernaar te kijken word je deel van de ritussen, het pakt mij, ik wil deze zaken met schroom benaderen - ik voel mij een vreemdeling in eigen land. Het is na het zien van deze film dwingend om na te denken over onze identiteit. Je identificeren met je eigen land is helemaal niet zo gemakkelijk. - het zou goed zijn er een Spaanse versie (gesproken) van te hebben, voor Alta Verapaz en voor heel Guatemala, en zelfs voor de andere landen van Latijns-Amerika - het doet ons nadenken over de indiaanse cultuur in onze landen, een cultuur die zwaar heeft geleden, enerzijds door de conquista, anderzijds door de recente burgeroorlog - de Maya-cultuur opent ruimtes, het is als een proces. Het respect voor de mensenrechten is cruciaal en belangrijk. Leerkrachten hebben hierbij een zeer grote verantwoordelijkheid - ik ben als Cobanero geschokt dat mensen uit het buitenland dit gedaan hebben en hebben kunnen doen. Wij zien onze eigen rijkdom niet. Dit was een les in nederigheid, wat wij zouden moeten doen hebben jullie Vlamingen gedaan. Hoe komt het toch dat jullie hierin interesse hebben en wij, van hier, niet? - er zou een vertaling naar het Q’eqchi’ moeten komen zodat onze Q’eqchi’-kinderen dit allen kunnen zien (vooral de docuclips bevatten veel tekst) - het is mooi te zien dat de Q’eqchi’-cultuur niet gefolkloriseerd wordt. Het hart van de cultuur is zeer complex en rijk, en dat brengt de reportage tot uiting - de film doet je als een parachutist terecht komen tussen de Q’eqchi’s, je wordt gedropt en zit er plots middenin - als je respect toont voor een cultuur, dan gaan de deuren altijd open - onze opdracht is kinderen opvoeden in cultuur, en dit wereldwijd! De film maakt dit duidelijk - de moderne technologie heeft met deze productie de traditie geholpen - wij moeten als leerkrachten aansturen op verandering, sensibilisering, dat is onze opdracht - als mensheid zijn we het contact met de natuur aan het verliezen. Deze video laat ons het tegenovergestelde proces zien - de westerse cultuur stuurt aan op vernietiging van de natuur, de indiaanse op respect. - mogen wij de acteurs en makers ons grootste respect betonen voor deze realisatie. Bedankt, duizend maal dank! - graag zouden we met deze film in kleine groepjes verder werken. Groepjes leerkrachten, groepjes leerlingen, groepjes mensen van Cobán, ... - we zouden graag Nederlands leren, kan er een woordenboek Spaans-Nederlands van af? Cahabón/jongeren (deze jongeren bezochten Vlaanderen in 2006) Aanwezig; Hilda, Martin, Norma, de moeder van Norma en de vader Hilda, het kindje van Norma, Manuel, Bernard Martin schets de stand van zaken. Ze blijven heel enthousiast over wat hun is te beurt gevallen. Ze hebben ook een grote vergadering gehad met de hele regio Chi Is. De vader van Hilda, secretaris van de regio, heeft mee geholpen bij de organisatie. Het was een vertellen over alles wat ze hebben meegemaakt in Vlaanderen. Aura was uitgenodigd en was ook bereid te komen, maar omdat ze de datum op het einde hebben gewijzigd konden noch Manuel, noch Aura deelnemen. De vader van Hilda schets hoe er bij hun vertrek een groot mayejak werd gehouden en dat dit uitwees dat alles gunstig zou verlopen.
Opvolgingsbezoek 2007 - p 14
Martin wijst op het onrechtstreeks effect van dit bezoek. Zo had hij onlangs op school een seminarie over belastingen. Hij voelde duidelijk aan dat hij veel meer dingen kon plaatsen en duiden door zijn bezoek aan Vlaanderen. Norma vertelt dat er na haar terugkeer verschillende vrouwen uit haar barrio langs zijn geweest en haar gevraagd hebben of ze geld had meegebracht. Ze geloofden haar niet als ze deze vraag negatief beantwoordde. Dat heeft de zaak bemoeilijkt om voor de hele barrio iets te doen, ofschoon dat haar wil was. Daarna is ze bevallen. De jongeren vertellen dat ze nog meer ambitie hebben, maar dat het momenteel zeer moeilijk is om bij elkaar te komen door de studies. Martin studeert immers in Cobán en blijft tot twee maand weg uit zijn dorp. Ik vraag wat hen het sterkst is bijgebleven van hun verblijf. Eensgezind antwoorden ze de bezoeken aan de scholen. De diepe gehele indruk van studerende kinderen, van infrastructuur en van sterke motivatie bij leerkrachten en leerlingen. Kinderen van drie jaar die reeds in het leerproces worden betrokken. Ook het natuurmuseum van Tessenderlo heeft indruk gemaakt. Vooral dat daar opgezette vogels staan wier geluid je kan horen door op knopjes te drukken. Kinderen kennen vogels, dieren, vlinders, planten, stenen … via het museum. Och arme. In Guatemala hebben kinderen nog de kans om in het echt de waarnemingen te doen. Kinderen van Vlaanderen leven vervreemd van de natuur. Dat vinden ze erg. Ze merken ook op dat de scholen in Vlaanderen geen deel zijn van de vrije markt. Er is geen opbod waarbij vooral de ouders slachtoffer zijn en dienen te betalen voor degelijk onderwijs. Iedereen heeft recht op onderwijs en dat blijkt men in Vlaanderen waar te maken. (nvdr. ‘Recht op onderwijs voor ieder kind’ zou dit thema meer moeten bespelen; nefaste gevolgen van wildgroei in privé-onderwijs). Ook de vluchtelingen die grote inspanningen leveren om te leren lezen en schrijven en/of de Nederlandse taal te leren hebben grote indruk nagelaten. Wat tof dat ouderen de kans krijgen om te studeren. Ik vraag hen of ze een tegenbezoek aan hun dorp zouden willen en kunnen organiseren? Ze reageren positief en vertellen dat ze de jongeren willen meenemen naar de schooltjes, naar het hospitaal, naar het gemeentehuis. Een inleefverblijf in een gezin zou zeker deel zijn van een bezoek. En het leven van een detailverkoper kennen. Het bureau van statistiek en de financiële dienst van de gemeente moet ook zeker bezocht worden. En ze moeten natuurlijk leren eten maken zoals in Guatemala gebruikelijk is. Tenslotte gaan we naar het woud om de dieren in het echt te horen. Hebben ze nog contact met de jongeren van Oes? Moeilijk. Martin kan via e-mail al eens iets horen of sturen. Hij zou diskettes van de anderen met boodschappen kunnen doorsturen. Maar men kan nog niet op de computer werken. De grote wens om dit te leren wordt uitgedrukt. Manuel noteert en onderzoekt of Adici een computercursus met email en skype kan geven in de regio (de nood aan computers is ook hier groot). Bernard licht toe dat Ines eind dit jaar langs komt en allicht een tijdje bij hen wil verblijven. Dat vinden ze een reuze idee en ze drukken uit dat dit een volgende logische en belangrijke stap kan zijn in de uitwisseling die de dialoog op gang houdt. Cahabón gemeenteraad Burgemeester, vier gemeenteraadsleden, secretaresse, Bernard, Manuel, Fransisco Bernard schetst de stand van zaken: idem zoals voor gemeenteraad van Cobán, zie verslag Cobán (p 12) Interventies: -
-
Burgemeester Ramiro Iram Garcia Maas bevestigt het vele positieve van de zusterband. Vooral ook de regio’s Pinares en Chi Is hebben kunnen genieten van de veel betere communicatie die er nu is tussen de regio’s en het gemeentebestuur. Hij merkt op dat er steeds meer mondigheid en dus ook veeleisendheid is vanuit de regio’s. Mensen kennen beter de weg naar het bestuur en zetten het bestuur meer onder druk. Hij meldt dat hij drie termijnen achter de rug heeft en stopt met de politiek maar dat hij steeds de zusterband zal blijven steunen, al is het als gewone burger.
Opvolgingsbezoek 2007 - p 15
Hij haalt de situatie aan ivm een probleem dat er onlangs was gegroeid tussen ADP16, Adici en het bestuur. Omdat Herent vier regio’s voor zich neemt, werd beslist samen te werken met deze organisatie. Dus de Comude wordt voorbereid via een gezamenlijke vorming georganiseerd door ADP en Adici. Bij een laatste vergadering werd nagedacht over de vele open-mijnbouwprojecten die onlangs werden opgestart in de gemeente. De nationale regering verschafte immers vergunningen zonder instemming van gemeenschappen en gemeentebestuur (sommigen maken de analyse dat de nationale regering de weinige middelen heeft opgemaakt en nu dringend nieuwe cash nodig heeft en hiervoor de vele mijnen petroleum projecten wil inschakelen). Tijdens de laatste vergadering werd door de gemeenschappen grondig nagedacht over voor- en nadelen van de mijnbouw. Arturo Chen Bin van Adici had de voorbereiding gegeven, hij is immers bijzonder onderlegd in deze materie. Via een telefoon van het bureau van de mensenrechten werd de burgemeester op de hoogte gebracht van een grote manifestatie die tegen het gemeentebestuur zou worden georganiseerd. Het gerucht werd immers verspreid dat het bestuur zelf steekpenningen zou ontvangen hebben van de mijnbouwbedrijven. ADP zou gezegd hebben dat Adici de mensen opruit. Het botert al langer niet goed tussen Adici en ADP. Hun visie op ontwikkeling verschilt. Wat niet wegneemt dat er natuurlijk een leugen werd verspreid en dat de burgemeester onnodig de boom werd ingejaagd. Hij ontbood ondertussen zowel de coördinatoren van ADP als van Adici en meldt dat voor hem het probleem van de baan is. Een andere schepen Eduardo Argeta vermeldt dat de mijnbouw veel positiefs meebrengt voor de gemeenschappen; werk, geld en projecten. Ramiro antwoordt dat dat zo kan zijn op korte termijn, maar dat we de gevolgen op lange termijn niet kennen. Hij is vragende partij voor vorming en meer uitleg. - Schepen Vicente Tec licht het werk van de nieuwe regio coördinator Francisco Tec toe. Hij is blij te horen dat het gemeentebestuur van Herent gekozen heeft om via de zusterband verder te werken in Guatemala. Dit soort werk heeft tijd nodig, meent hij. De burgeroorlog die 36 jaar duurde, is immers niet op een twee drie vergeten en laat diepe sporen na. De filosofie is dat we een beter bestuur en een betere samenleving voor onze kinderen moeten achterlaten. - De burgemeester voegt toe dat het thema milieu al behoorlijk wordt aangekaart via het bureau van bosbeheer (oficina forestal). Via dit bureau wordt al veel aan herbebossing gedaan. Hij bevestigt de interesse in vorming rond milieu en verwijst naar een akkoord onlangs met Adici afgesloten om een vorming te geven aan de gemeenteraadsleden over de impact van de mijnbouw. - De burgemeester herhaalt dat hij geen problemen wil rond het milieuvraagstuk maar concrete oplossingen in dialoog en overleg. Zeker geen geweld. - Bernard legt nog eens het verschil uit tussen Adici als coördinerende instantie van de zusterband en Adici als lid van de Mesa Ambiental Q’eqchi’ (dit is een forum van vele organisaties die de milieuproblemen van mijnbouw en petroleum onder de Q’eqchi’s wil aankaarten en op de politieke agenda plaatsen). Dat onderscheid wordt best gemaakt. - Ramiro zegt dat de Mesa Ambiental de zusterband niet mag gebruiken, zo ook ADP en dat we misschien moeten beseffen dat er verkiezingen op komst zijn en dat er daardoor krachten zijn die bepaalde organisaties willen gebruiken en misbruiken. - De schepen Amperes vindt dat de zusterband via de landbouw moet werken, nieuwe technieken aanbrengen om zo de mensen uit de armoede te halen. - Bernard herhaalt het belang van iemand als Francisco als tussenpersoon tussen het bestuur en de regio’s (Francisico drukte reeds herhaalde malen zijn angst uit dat het gemeentebestuur hem eruit wil). De burgemeester bevestigt het belang van zijn werk. - In respect voor ieders werk verder werken is de beste garantie op duurzame samenwerking. Verder in Cahabón -
-
-
de directeur van de dienst financies meldt dat ze nu internet hebben in het gemeentehuis, met een capaciteit van 512 KB. Dat zou kunnen opgetrokken worden naar 2 GB als de grotere schotelantenne van de telefoonmaatschappij Itelgua die op het gemeentehuis staat, kan worden ingezet. Het grote voordeel zou dan zijn dat er extra computers kunnen worden ingezet. Zo zou de gemeentebibliotheek vijf computers willen installeren voor publiek gebruik. De vergadering met de CD2 van de vier regio’s kon niet doorgaan. Redenen; niemand kwam af. Allicht slechte planning, want woensdag had er reeds een vergadering plaatsgevonden ter voorbereiding van de comude. Het was beter geweest de vergadering in aansluiting daarbij te
16 ADP Asociación de amigos del Desarrollo y la Paz, een lokale ngo die zich ook bezig houdt met ‘burgeropvoeding’, zie verder http://www.adpverapaz.org/index.html
Opvolgingsbezoek 2007 - p 16
-
plannen. De felle regen van de nacht en de morgen spelen ook mee. Mensen wachten beter weer af. Maar het kwam niet. Allicht speelt ook mee dat ADP reeds twee maal de mensen uitnodigde voor een vorming en die niet liet doorgaan. Mensen die uren moeten stappen om op een vergadering te zijn die dan niet doorgaat, stellen grenzen aan hun geduld. e-mailadres, gemeente Cahabón:
[email protected] Een internetaansluiting per satelliet (vrij gebruik) zou 1200 Q/maand kosten (120 euro) Naam coördinator van de regio’s ChiIs, Pinares, Central Este en Rax is Fransisco Tec Caal uit Pinares. Hij klaagt dat de gemeente hem totaal niet ondersteunt. Ze nemen hem als indiaan uit de regio’s niet ernstig. Zo moet hij alle vervoerkosten die hij beroepshalve maakt momenteel voor zijn rekening nemen. Hij vraagt zich luidop af of een fiets binnen de mogelijkheden van de zusterband zit. Een fiets van Mayatour (mountainbike) kost ongeveer 800 Quetzal. Er worden geen beloftes gemaakt, er wordt op gewezen dat het de taak is van zijn werkgever (de gemeente) om dit structureel te bekijken.
Afspraken met Patrick De Cavele, vertaler Patrick is heel blij met dit vertaalwerk. Hij doet het graag. De materie van de zusterband boeit hem ook. Hij is vragende partij om de teksten duidelijker te identificeren. Navragen bij Luk hoe dat best moet. Datum, revisie aanduiden. De veranderingen in de tekst op een bepaalde manier aanduiden (kleur, ...). Hij meldt nog dat sommige teksten wel moeilijk, vaag, wollig of wetmatig zijn. Zeker niet eenvoudig te vertalen. Bernard legt uit dat er voor het vertaalwerk zowat van alles tussen zit. Soms heel formele documenten. Die worden nu eenmaal gekenmerkt door een bijzondere logica.
Teamvergadering Adici De vraag of Cahabón deel blijft van de zusterband wordt gesteld. Tegenargumenten: - er blijkt heel weinig impact van de zusterband uit te gaan naar de vier regio’s waarmee wordt samengewerkt - Cahabón heeft 10 regio’s en er zijn tal van argumenten te vinden om niet in twee snelheden te werken met deze regio’s. Zo zijn de regio’s nog veel zwakker dan bvb. in Cobán en is een gelijklopende basisvorming voor alle regio’s een prioriteit. De regio’s in Cahabón hebben ook nog veel meer politieke ruimte te veroveren binnen het gemeentebestuur. Daarom pakken ze dit beter samen aan. Momenteel houden vooral ADP en Adici zich bezig met vorming voor de regio’s. ADP met de tien regio’s en Adici met vier regio’s. Dat brengt logistieke problemen mee; wie betaalt wat, tot waar gaat de verantwoordelijkheid van ieder? - Er is heel weinig kennis en ervaring over de regio’s in huis. Weinig organisaties en ngo’s zijn werkzaam in deze regio’s. Het ontbreken van deze terreinkennis is nadelig voor een efficiënte organisatie. Temeer daar het bestuur daar vaak handig gebruik van maakt en de zusterband naar zich toe haalt - Het huidige gemeentebestuur heeft een zeer beperkte politieke visie op de ontwikkeling van de regio’s en het belang van de regio’s in een verder gedecentraliseerd lokaal bestuur. Meer nog, vaak is men behoorlijk racistisch ingesteld en bekijkt men de indiaanse gemeenschappen als dom en achterlijk. Door de huidige samenwerking geven we de indruk aan de regio’s hiermee in te stemmen (of althans zo weet het bestuur het te laten uitschijnen). - De middelen die voorhanden zijn binnen de zusterband zijn te beperkt. Met meer middelen zouden we wel in staat zijn om via de basis (lees regio’s en gemeenschappen) te werken. De sterke scheidingslijn tussen centrum en ruraal gebied op sociaal en politiek vlak is te uitgesproken om via de zusterband hiervan efficiënt werk te kunnen maken. - De beperkte middelen worden misschien beter gegroepeerd (in de regio’s van Cobán) om meer impact te kunnen resulteren. - De coördinatie en logistieke opvolging binnen Adici is beter beheersbaar als er maar met een gemeentebestuur dient te worden samengewerkt (gebrek aan middelen). Volgende zaken dienen opgevolgd te worden in Cahabón: - cursus over milieu en impact van de mijnbouw voor gemeenteraad (te realiseren voor de stopzettingsbrief)
Opvolgingsbezoek 2007 - p 17
-
de coördinator van de vier regio’s; werkgarantie de betrokken jongeren (Martin en Norma) blijvend betrekken in de jongerenwerking van Cobán
Voorstel: er wordt afgesproken dat het schepencollege van Herent een brief schrijft aan het gemeentebestuur van Cahabón met melding dat de zusterband op lager niveau wordt geplaatst, met argumentatie. Adici leest na en vult aan of schrapt. Brief wordt overhandigd. Plan flamenco –Vlaams programma Op 16 en 17 juli werd een begin gemaakt met de strategische planning voor het Vlaamse programma. Hieronder kort de strategische doelstelling met verhoopte resultaten. Vanaf eind augustus zal een uitgebreide versie van het Vlaamse strategische plan 2008-2010 en het operationele plan 2008 voorhanden zijn. Objetivo estratégico 2008-2010 Los involucradas en Guatemala (regiones, comunidades, municipalidad, adici, ...) quieren que las regiones prioritarios Nimlahakok y Nimlasachal esten motivados y en capacidad de conducir y administrar su región como pueblo indígena. vertaling
De betrokkenen in Guatemala (regio’s, gemeenschappen, gemeente, Adici, ...) willen dat de voorkeurregio’s Nimlahakok en Nimlasachal gemotiveerd en bij machte zijn om hun regio politiek en administratief te besturen als 17 indiaanse volkeren
Resultados 1. La base legal de la alcaldía indígena regional este conocido, apropiado y definido (capitulo 4 art 55 y 56 del código municipal, art 66 de la constitución de Guatemala) 2. Las regiones ejecutan formas y métodos propios de buen gobierno (desde la cosmovisión Maya) en campos de medio ambiente, educación, agricultura, economía, salud, ... Vertaling
1. 2.
De legale basis van het indiaanse gemeentebestuur (niveau regio) is gekend, gedifinieerd en toegepast (hoofdstuk 4, art 55 en 56 van de gemeentewet, art 66 van de grondwet van Guatemala) De regio’s realiseren - naar vorm en naar inhoud – eigen methoden van goed bestuur (vanuit de Maya-kosmologie) op volgende werkterreinen; milieu, onderwijs, landbouw, economie, gezondheid, ..
Indicadores 1. - existe una planificación (consulta, accesoria, una ruta jurídica, formación, acompañamiento) elaborado y consensuado por los comunidades sobre la construcción de la alcaldía indígena - documentos avalados por las comunidades donde se expresan su acuerdo sobre la definición de la alcaldía regional y la ruta jurídica - hay un terreno (por región) para la infraestructura de la alcaldía
17
Indiaanse autonomie dient volgens de partners als volgt begrepen te worden: - de zelfbevestiging; het recht om ons bestaan als gemeenschap af te kondigen, en als zodanig ook erkent te worden door de grondwet, de wetten en de instituten van de Guatemalteekse staat - de zelfdefiniëring; de machtiging ons collectief bestaan en onze integratie als volkeren te definiëren in akkoord met onze eigen cultuur en onze visie op de wereld - de zelfbegrenzing; deze bestaat uit het recht om als indiaanse gemeenschap onze eigen territoriale grenzen te bepalen - de zelforganisatie; de macht die men ons moet toekennen zodat we een vorm van politieke en juridische organisatie kennen, uitgedrukt in een legale statuten en gedefinieerd binnen de Guatemalteekse staat - het zelfbestuur; het recht voor onze volkeren om onze eigen zaken af te handelen, te spreken, om vrij over onszelf te regeren en administratief onze zaken te regelen, binnen een bevoegdhedenkader dat helder gedefinieerd is in een overeenkomstig Regionaal Statuut
Opvolgingsbezoek 2007 - p 18
{formación: estudiar la ley, conocer otras experiencias (jóvenes, ancianos, lideres (CD2)) por medio de formaciones, invitar gente de totonicapan y de chichicastenango y momostenango. mas formación especifica con los jóvenes (ellos escriban nuestras ideas) y por parte de Adici que hay terrenos para la alcaldía regional ayuda de PNUD, IBIS}
-
2. una sistematización de los reglamentos y acuerdos existentes sobre los campos mencionados una agenda de la legislación regional sobre los campos mencionados
-
que todas las áreas de agua están protegidas formación con los co-educas (comités responsables de la educación a nivel de la aldea) y otra después para los maestros elaborar un material sencillo adaptado a los ninos sobre los nawales
-
Verdeling van de fondsen:
Sensibilizacion
Total
2008 nog niet bepaald
2009 nog niet bepaald
2010 nog niet bepaald
19500
nog niet bepaald
nog niet bepaald
nog niet bepaald
19500
0
9000
9000
18000
Sensibilisatie
Capacitacion Capaciteitsopbouw
Intercambio Uitwisseling
Total
57000
Er wordt lang gediscussieerd over het fonds van de intercambio. Er komt heel wat kritiek naar boven over de selectie en de opvolging van de delegaties. Vandaar het voorstel om binnen deze rubriek veel meer aandacht te hebben voor: - de selectie - de uitgebreide voorbereiding - het persoonlijk engagement - de goed afgesproken opvolging van het bezoek Er wordt opgemerkt dat het coördinerend team hier beter zijn verantwoordelijkheid dient te nemen (in het verleden is Manuel te vaak aan zijn lot overgelaten).
Suggesties voor Adici -
-
-
-
Vormingen ter voorbereiding aan de Comudes, zijn die niet te zwaar? Pleidooi voor kwaliteit Traagheid en onduidelijkheid van uitvoering afgesproken fondsen (vb. aanplant bomen) Soms wantrouwen, vele controle, dat remt de dynamiek, graag wat meer flexibiliteit Transparantie in fondsen; graag jaarlijks een open vergadering hieromtrent in de regio’s De Herentse gelden zijn niet om een ngo te onderhouden, maar zijn deel van intergemeentelijke ondersteuning. Adici is het coördinerende orgaan dat deze samenwerking begeleid. Advies om administratieve kosten te herleiden tot 5 a 8% van het totaal (max. 10%). Ook de profilering is belangrijk; mensen spreken binnen de zusterband nog te vaak van projecten van Adici, en niet van een zusterband. Aandacht voor een goede en correcte perceptie garanderen de duurzaamheid van de samenwerking (denk aan de verwarring met de Mesa Ambiental Q’eqchi’). Herent zit in een partnerschap met een gemeente in Guatemala. Dat partnerschap wordt gekenmerkt door wederzijdse processen, waar af en toe een project kan uit ontstaan. Adici begeleidt, als expert, dit proces. In welke mate is het mogelijk voor Adici om zelf meer aanwezig te zijn in de regio’s? Is een nevenfiliaal van de organisatie ter plaatse een haalbare kaart? (suggestie LD) Het vermengen van Adici met de Mesa Ambiental Q’eqchi’ kan de zusterband tot onbeweeglijkheid brengen. Zo ook moet de associatie met politieke partijen (Polo, Manuel, Marta) duidelijk gescheiden blijven van de zusterband. Het coördinerend team rond de zusterband; duidelijker definiëren (wie wat hoe). Moet er een permanentie vanuit de regio’s zijn? Betere planning opmaken (tweemaandelijks, ...). Persoon die de agenda opmaakt, die de groep bijeenroept en die de verslagen bezorgt (met eventueel de mogelijkheid vanuit Vlaanderen om punten op de agenda te zetten, indien nodig of gewenst).
Opvolgingsbezoek 2007 - p 19
-
-
-
-
Kan Adici graag wat meer materiaal doorsturen naar Vlaanderen ter ondersteuning van de sensibilisatie aldaar: dvd’s, cd’s, brochures, posters, verslagen, power-points, liederen, ... alles is welkom. Het is een expliciete vraag vanuit het middenveld van Vlaanderen om meer concrete informatie te hebben over wat er in Guatemala gebeurt. Kan de voorbereiding van de delegaties die naar Vlaanderen komen iets beter (zelfde geldt voor bezoeken in de omgekeerde richting)? Vooral de kwaliteit van de ‘nazorg’ moet omhoog, meer engagement. Professionalisering. Ook de voorbereiding kan beter (er bestaan heel wat brochures, er is heel wat materiaal beschikbaar – ook op internet – over de staat, over gemeenten, over bepaalde thema’s, … De taak van de delegaties moet goed gedefinieerd zijn. Kan Adici de agenda van de strategische en operationele plannen en verslagen respecteren. Indien het hier een structureel probleem betreft, kan er misschien een structurele oplossing gezocht worden. Bezoek eind dit jaar. Wie? Scherp stellen zo snel mogelijk, rekening houden met de nieuwe visie. Adici legt een eigen fonds aan, wat als werknemers vertrekken, juridisch in orde? Loon werknemers is gekoppeld aan hun inhoudelijke en administratieve verslagen. Vraag om dit dringend los te koppelen van elkaar. Afspreken om een nieuwe convenant met het nieuwe gemeentebestuur te ondertekenen in 2008 Rol van Manuel Paau (functioneringsgesprek)
Planning voor het federale programma Strategisch plan van de federale regering 2009-2013 Ofschoon het federale programma met een jaar wordt opgeschort, is het wel degelijk de bedoeling om in 2009 van start te kunnen gaan. Er wordt een planning opgemaakt voor de komende maanden om er zeker klaar voor te zijn in juni 2008. Er wordt voorgesteld om in het federale strategische plan het budget van ongeveer 50.000 Euro te verdelen over twee terreinen. Een 20.000 Euro voor de oprichting, de ondersteuning en eventueel de beman- of bevrouwing van de dienst milieu binnen het gemeentebestuur van Cobán (er wordt ook voorgesteld om onmiddellijk het criterium ‘dat de dienst een dienst moet zijn ten voordele van de rurale regio’s van Cobán’ hard te maken). Een 30.000 Euro voor de twee voorkeurregio’s Nimlahakok en Nimlasachal. Op deze manier blijven zowel de regio’s als de gemeente binnen het vizier voor de federale werking. Dat is althans het voorstel (vanuit Herent). Volgende vragen blijven natuurlijk: - hoe zullen de regio’s zich het komende jaar kunnen ontwikkelen als zelfstandige, erkende bestuursorganen? - hoe zal het bestuur van Cobán hierop reageren? Blijven zij bereid verder samen te werken? - in welke mate zal het Vlaamse programma dit proces kunnen ondersteunen? - is het bestuur van Cobán bereid de criteria (zie planning) aan te nemen? - blijft Adici bereid om de gemeente Cobán als partner te zien en te benaderen (zie hun schrijven van 20 juli – zie bijlage)? - is er een administratieve vereenvoudiging mogelijk van de format (zie het schrijven van Adici van 20 juli)? - is dit een voldoende sterke basis voor het VVSG (federale administratie) tot samenwerking? - … Er wordt nog opgemerkt dat er eigenlijk al heel wat materiaal klaar is ter stoffering van dit federale programma. Te zetten stappen in de planning: 1. het zoeken en aanduiden van een coördinator-eindverantwoordelijke voor de planning van het federale plan (coördinator wil zeggen; hij of zij die er voor zorgt dat alle andere stappen in deze planning worden aangevat en uitgevoerd) 2. het kennen en doorgronden van de format in al zijn details door de coördinator en het coördinatieteam 3. vorming van het coördinatie team (regioverantwoordelijken en Adici-verantwoordelijken) in functie van het op te maken plan (als de regio’s meer zelfstandigheid krijgen is vorming noodzakelijk)
Opvolgingsbezoek 2007 - p 20
4. opmaken van criteria waaraan de gemeente Cobán dient te voldoen bij inschakeling in het federale plan (criteria voor de uitbouw van een dienst milieu) 5. zoeken van consensus binnen het voorstel rond de strategische planning (op niveau van de regio’s, van de gemeente Cobán en van Adici) 6. profiel opmaken van alle mensen die binnen het federale plan zullen werken 7. het invullen van het format strategisch plan federaal Timing van deze planning: Stap 1: juli 2007 (is de facto beslist: Herberth Caal is aangewezen) Stap 2: augustus 2007 Stap 3: augustus en voortzetten in september Stap 4: oktober Stap 5 en 7: oktober en november Stap 6 en 7: december Stap 7: januari, februari, beëindigen in maart Verantwoordelijken samenwerking Planning Eindverantwoordelijke: Marta Quib Federaal programma: Herberth Caal Vlaams programma: Delfina Asig Uitvoering Vlaams: Manuel Paau Federaal: later te bepalen Bespreking bezoek OCMW-cliënten aan Guatemala in 2008 Fons Huet en Manuel Paau zijn zo goed als akkoord en bereid om de groep (ongeveer vijf personen) permanent te begeleiden tijdens hun verblijf in Guatemala. Er wordt voorgesteld het bezoek niet te lang te maken, 10 à 12 dagen. Vanuit Herent zouden Piet Van Dionant (groepswerking OCMW) en Marcel De Prins (Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking en Wereldsolidariteit) de groep kunnen begeleiden. Er wordt gevraagd de doelstellingen goed te definiëren. Dat helpt om een adequaat programma samen te stellen. Wat wil het OCMW bereiken met dit bezoek? Op basis hiervan kan een voorstel van programma gemaakt worden. De basisfilosofie achter de uitwisseling wordt toegelicht. Ook mensen uit de kansarmoede moeten wereldwijd een forum vormen. Armoede moet in vele aspecten bekeken worden als een wereldprobleem. Armoede in haar structurele aspecten wordt vaak (zeker in het Westen) zwak geanalyseerd. Internationale contacten tussen mensen uit de kansarmoede kan dit aspect corrigeren. Het is allicht belangrijk bij de selectie rekening te houden met de leiderstalenten van de cliënten. In welke mate zijn ze spreekbuis van de groep. Hoe kunnen en willen ze hun ervaringen vertalen in structurele oplossingen tegen de armoede.
Opvolgingsbezoek 2007 - p 21
BESLUITEN Hieronder een paar conclusies. Het zijn werkterreinen ter analyse en ter bespreking in de verschillende geledingen van de samenwerking (politiek, personeel, middenveld), zowel in noord als zuid. 1. Het hertekenen van het terrein van de samenwerking In den beginne had Herent een samenwerking met drie regio’s van de gemeente Cobán en met de gemeente Cahabón in haar totaliteit. Later werden in de gemeente Cahabón tien regio’s gevormd. Herent sprak af om met vier van deze tien regio’s nauwer samen te werken. Ook in Cobán kwam er één regio bij. Na evaluatie ligt nu een nieuw voorstel op tafel. De samenwerking met de gemeente Cahabón wordt bevroren. We geven hier kort de belangrijkste argumenten (details zie verslag hierboven): - de politieke realiteit eist om de tien regio’s van Cahabón niet op te splitsen - de capaciteit van de Herentse samenwerking is niet groot genoeg om met tien regio’s samen te werken - er is een gebrek aan partners (of zo je wil middelen) met goede kennis en ervaring van de regiorealiteit - de wederzijds positieve beïnvloeding van beide gemeenten op elkaar is zwak en onvoldoende - de beperkte middelen rond de partnerband worden het best meer geconcentreerd ingezet In de gemeente Cobán wil Herent in het bijzonder samenwerken met twee regio’s; met name de regio’s Nimlasachal en Nimlahakok. Deze twee regio’s worden benaderd als voorbeeld- en voorrangregio’s. De twee andere regio’s, Santa Lucia en Salawim, blijven deel van de samenwerking maar dan om de ervaringen en opgedane inzichten uit de twee andere regio’s mee te delen. De extreme armoede, de sterke wil tot grotere autonomie, de sterke Q’eqchi’-identificatie en de bereidheid om met Herent samen te werken waren doorslaggevende argumenten in de beslissing om voor deze twee regio’s te kiezen. 2. Uitstel strategisch plan federaal programma Het indienen van het vijfjarige strategische plan van de federale overheid rond ontwikkelingssamenwerking wordt met een jaar uitgesteld. De redenen tot deze beslissing zijn velerlei: - te late communicatie ivm de format over dit programma - te ingewikkelde format (niet op maat van de gemeenten) - door de optie om met twee regio’s in het bijzonder samen te werken is er meer tijd nodig om met deze regio’s het strategische plan voor te bereiden - de presidents- en gemeenteraadsverkiezingen in Guatemala van september 2007 maken het onmogelijk om concrete afspraken te maken voor de komende vijf jaar. De huidige bewindsploeg kan zich onmogelijk engageren. - onduidelijkheid of DGOS bereid is om de regio’s als volwaardige bestuurspartners te zien - kritiek op de format vanuit de indiaanse gemeenschappen (te Westers en te weinig flexibel of te weinig rekening houdend met de eigen ontwikkelingsdynamiek)
3. Optie voor indiaans bestuur Dit is misschien wel het belangrijkste besluit van dit planningsbezoek. Zusterbanden zijn geen statische gegevenheden. Herent heeft met zijn partnerband steeds gepoogd om in het zuiden de indiaanse zaak te ondersteunen. In een departement waar 95% van de bevolking Maya Q’eqchi’ is, maar waar deze meerderheid bestuurd wordt door een minderheid van Spaanssprekende beleidsvoerders is het normaal dat spreken van een goed en democratisch bestuur inhoudt dat er veel meer participatie komt van de indiaanse bevolking zelf in dat bestuur. Bovendien wil Herent het decentraliseringsproces en het subsidiariteitsprincipe (zoveel mogelijk beslissingen als mogelijk op het niveau zo dicht mogelijk bij de bevolking) onderschrijven. Herent en Cobán zijn zonder twijfel gelijkwaardige partners in deze samenwerking, maar het zou van naïviteit getuigen te denken dat de partnergemeenten in het zuiden de nodige rechten en waardering kennen om
Opvolgingsbezoek 2007 - p 22
hun taken als lokale democratische instanties te kunnen uitvoeren. Zuiderse inheemse volkeren zitten vaak in een turbulent spanningsveld op zoek naar meer gelijkheid, erkenning en autonomie. Het geeft geen zin om over ‘gescheiden ophaling van huisvuil’ of over ‘buitenschoolse opvang van kinderen’ te keuvelen zolang de gemeentelijke structuren de facto niet toelaten dat 80% van de bevolking deelneemt aan dat bestuur. Een gemeentelijke partnerband kan niet anders dan met dit gegeven rekening houden. Een keuze die Herent kan maken, is kiezen voor meer autonomie van de gemeentelijke regio’s. De nieuwe wet rond de decentralisering, de grondwet van Guatemala, de gemeente wet, het door Guatemala onderschreven convenio 169 van de Verenigde Naties over Indiaanse Volkeren en Stammen, laten immers toe dat deze gemeentelijke regio’s zich ontwikkelen als autonome polen in bestuurlijke taken. Twee regio’s hebben zich bereid verklaard om binnen de bestaande wettelijke marges dit proces van autonomie te gaan. Ze vragen openlijk aan Herent of het bereid is hen hierbij te steunen. Want de weg zal lang en complex zijn, vol hindernissen ook. Internationaal samenwerken als gemeente is voor Herent meer dan ooit politieke keuzes durven maken. Het is ook evenredig toelaten dat het zuiden ons bevraagt over milieu- en voedselbeleid, over sociale thema’s als jeugd- en ouderenbeleid. 4. Impact petroleum- en mijnbouwmaatschappijen, aanleg hydro-elektrische centrale In de regio’s Nimlahakok en Nimlasachal wil men op de rio Chixoy een hydro-elektrische centrale bouwen. In Santa Lucia is de petroleummaatschappij begonnen met haar infrastructuurwerken. Zonder twijfel zullen deze mega-economische projecten een vergaande impact hebben op deze regio’s. Cultureel, economisch, ecologisch en sociaal zullen deze exploitaties zware gevolgen hebben. Beangstigend is dat de lokale bevolking tot nog toe geen enkele maal betrokken of erkend werd bij de ontwikkeling van deze activiteiten. De staat Guatemala doet alsof deze mensen niet bestaan. Het spreekt vanzelf dat dit thema zich de komende jaren gewenst of ongewenst op de agenda van de zusterband zal plaatsen. 5. Professionalisering We pleiten voor een verdere professionalisering van de partnerband op vele terreinen. Het engagement van de gemeente Herent moet vertaald worden in bekwame en opgeleide mensen die tijd en middelen krijgen om deze samenwerking vorm en inhoud te geven. Persoonlijk getroffen zijn door het zuiderse verhaal, door de extreme armoede van de bevolking uit onze partnergemeente of door de rijkdom van een andere cultuur is zonder twijfel een legitieme reden om in deze samenwerking te stappen. Maar de uitdaging ligt nog verder. Hoe kan ik als ambtenaar of als politicus, vanuit mijn beroepspositie, op professionele wijze aan deze samenwerking bijdragen, of aan ontwikkelingssamenwerking in het algemeen. De zusterband moet deze nieuwe mogelijkheden stimuleren en cultiveren, maar ook bewaken. Ook de inwoners, om wie het gaat in een gemeentelijke werking, krijgen nieuwe kansen om meer wereldburger te worden. Het bestuur kan immers wezenlijke stappen zetten op weg naar een duurzaam beleid met oog voor diversiteit. Een gift voor een of andere campagne maakt mij nog niet tot wereldburger, maar de mate waarin ‘mijn bibliotheek’, ‘mijn jeugd- of cultuurdienst’, ‘mijn bevolkingsdienst’, ‘mijn OCMW- of politiewerking’ of ‘mijn wijkwerking’ waarden als duurzaamheid en diversiteit weet te incorporeren, en de mate waarin ik als burger daaraan kan en wil participeren, vertellen veel meer over mijn betrokkenheid op de wereld. Een Noord-Zuiddienst moet dit beogen. 6. Rol van Adici De rol van Adici in de samenwerking is van zeer groot belang. Hun onafhankelijke en kritische blik op de samenwerking levert een wezenlijke meerwaarde aan de zusterband. Ook hun administratieve en coördinerende rol is onmisbaar. Ze vervullen ook een controlerende functie naar de in de zusterband aangewende financiële middelen. Binnen de nieuwe doelstelling van meer regiobevoegdheden zullen ze onmisbaar zijn. Dit bezoek heeft wel een aantal taken van Adici wat beter proberen te omschrijven. Ze ondersteunen en begeleiden de zusterband. Hun capaciteiten zijn zeer professioneel wat dit betreft. Ze moeten niet ondergewaardeerd (de regio’s moeten het maar zelf oplossen), maar ook niet overgewaardeerd worden (handelen in eigen naam) in het kader van deze zusterband.
Opvolgingsbezoek 2007 - p 23
Duidelijkheid over verdeling van de middelen over de regio’s, interne organisatie, communicatie met Herent en een stipter opvolgen van de deadlines zijn aandachtspunten voor de toekomst. 7. Toekomst samenwerking op lange termijn
Gelezen en goedgekeurd Schepencollege van 20 augustus 2007
Opvolgingsbezoek 2007 - p 24