COMMISSION DE LA DÉFENSE NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING
du
van
LUNDI 17 DÉCEMBRE 2012
MAANDAG 17 DECEMBER 2012
Après-midi
Namiddag
______
______
De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 16.20 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Filip De Man. Le développement des questions et interpellations commence à 16.20 heures. La réunion est présidée par M. Filip De Man. De voorzitter: Vraag nr. 14072 van mevrouw Slegers en vraag nr. 14610 van de heer Gilkinet vervallen, aangezien zij afwezig zijn en niets lieten weten. 01 Samengevoegde vragen van - de heer Theo Francken aan de minister van Landsverdediging over "Kunduz" (nr. 14548) - de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Landsverdediging over "de terugtrekking van de Duitse troepen uit Kunduz" (nr. 14549) - de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "de Duitse terugtrekking uit Kunduz" (nr. 14552) - mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de terugtrekking van de Duitse troepen uit Kunduz" (nr. 14555) - de heer Kristof Waterschoot aan de minister van Landsverdediging over "de mogelijke terugtrekking van de Duitse militairen uit Kunduz" (nr. 14712) 01 Questions jointes de - M. Theo Francken au ministre de la Défense sur "Kunduz" (n° 14548) - M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Défense sur "le retrait des troupes allemandes de Kunduz" (n° 14549) - M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "le retrait de l'armée allemande de Kunduz" (n° 14552) - Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "le retrait des troupes allemandes de Kunduz" (n° 14555) - M. Kristof Waterschoot au ministre de la Défense sur "le retrait éventuel des troupes allemandes de Kunduz" (n° 14712) 01.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik had graag een aantal vragen gesteld over het dossier-Kunduz. Mevrouw Ponthier heeft daarover twee weken geleden in de plenaire vergadering al vragen gesteld, wat u zich ongetwijfeld herinnert. Elke dag is op vtm een korte reportage te zien over Afghanistan, in het kader van het kerstbezoek van onze CHOD. Vanavond komt ook in het programma Terzake een groot stuk over Afghanistan, waar ik met interesse naar zal kijken. Er blijft onduidelijkheid bestaan over Kunduz en vooral de positie van de Duitsers in dat verhaal. Mogelijk zouden de Duitsers zich volgend jaar al terugtrekken, wat een vervroegde terugtrekking zou betekenen. In de plenaire vergadering zei u daarover dat u officieel niet op de hoogte was gebracht door uw Duitse collega. Mijnheer de minister, kunt u meer uitleg geven? Is er sindsdien iets veranderd? Bent u op de hoogte van de Duitse intentie of hebt u officieel nog altijd geen bericht ontvangen, waardoor u absoluut niets weet van een eventuele terugtrekking?
Als u wel al iets zou weten, welke invloed heeft die beslissing dan op de Belgische aanwezigheid in die regio? Zal Defensie, conform het Duits terugtrekkingsschema, haar aanwezigheid in die regio afbouwen? Versnelt die beslissing de oorspronkelijke terugtrekkingsplannen? Tot slot, kunt u een overzicht geven van de geplande militaire aanwezigheid tot en met 2014? Met hoeveel man zullen wij in 2013 en 2014 aanwezig zijn in Afghanistan? Waar zullen zij gestationeerd zijn, welke taken zullen zij uitvoeren en tot wanneer? 01.02 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, ik sluit mij aan bij de vragen van collega Francken. Ik zal met belangstelling luisteren naar het antwoord van de minister en, zo nodig, in de repliek nog reageren. 01.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, zoals gezegd door collega Francken heeft Duitsland aangekondigd zich terug te trekken uit Kunduz, mogelijk in 2013. Dat heeft natuurlijk een impact op onze aanwezigheid, of toch op de performantie en de aanwezigheid van ISAF in Afghanistan. Kunt u concreet de inhoud van de Duitse boodschap aan ons land toelichten? Met welke precieze timing moeten wij rekening houden? Ter plaatse blijven zonder de aanwezigheid van Duitsland zou een aanzienlijke inspanning vergen van Belgisch materieel en Belgisch personeel. Zult u de Belgische aanwezigheid in Kunduz handhaven tot 2014 indien de Duitsers zich eerder terugtrekken? Heeft de beslissing een impact op de Belgische aanwezigheid in andere theaters in Afghanistan? Dit was niet vermeld in mijn vraag, maar vandaag lezen wij berichten over een versterking van de capaciteit in Mazar-i-Sharif. Misschien kunt u daar ook nog iets over kwijt? 01.04 Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan bij de vragen van de heer Van der Maelen. 01.05 Minister Pieter De Crem: Deze middag had ik een onderhoud met de secretaris-generaal van de NAVO en de eerste minister. Wij hadden het natuurlijk ook over Afghanistan en Kunduz. Ik verwijs even naar mijn antwoord aan mevrouw Ponthier van 6 december 2012. Inderdaad, de onderstafchef Operaties en Training op militair niveau heeft een brief ontvangen van de Commander van het Bundeswehr Joint Forces Operations Command. De huidige Belgische ISAF-inspanning in Noord-Afghanistan bestaat uit de mentoringopdracht in Kunduz en de deelname aan het regionale NAVO-hoofdkwartier en de genieschool in Mazar-i-Sharif. In Kunduz zijn er momenteel 127 militairen ingezet, hoofdzakelijk in het kader van de echelons Compagnie, Bataljon en Brigade, voor de coördinatie met de burgerautoriteiten en de dialoog met de bevolking in het Duitse Provincial Reconstruction Team. Op vtm was trouwens een interessante reportage te zien over het dagelijkse werk van onze militairen en hun samenwerking met andere partners. In Mazar-i-Sharif tellen we 27 militairen, een ontmijningsploeg, mentoren voor de Afghaanse genieschool en luchtcontrolepersoneel. Defensie heeft er recent een logistiek steuncentrum bestaande uit 11 militairen ontplooid en het neemt met stafofficieren deel aan het regionale NAVO-hoofdkwartier. De brief waar ik in het begin van mijn antwoord naar verwees houdt in dat de focus van de mentoring van de uitvoeringsechelons Compagnie en Bataljon vanaf 2013 naar de planningsechelons Brigade en COR verschuift om zich in 2014 te focussen op het niveau COR. Eind 2013 plant Duitsland de aanwezigheid in Kunduz te beëindigen en de mentoring op het niveau COR in Mazar-i-Sharif uit te voeren. Deze visie past volledig in een logisch kader van geleidelijke overgave van de verantwoordelijkheden inzake veiligheid, bestuur en ontwikkeling van de Afghaanse autoriteiten. De Afghaanse instellingen in Kunduz en meer specifiek de bataljons zijn na een grondige evaluatie reeds grotendeels gecatalogeerd als “in staat om zelfstandig te opereren”. Het is nu aan de Afghaanse commandanten om dit in de toekomst aan te tonen. In de brief wordt ook gespecificeerd dat de Duitse regering heeft beslist haar troepenaantal in Afghanistan in een eerste fase, in februari 2013, tot 4 400 eenheden terug te brengen en nadien, in februari 2014, tot
3 300 militairen. De brief maakt wel als voorbehoud over de gegeven informatie dat “the final agreement of the German Parliament to this ceiling is expected by the end of January 2013”. In deze context kan ik u meedelen dat deze aangekondigde planning geen impact heeft op de opdracht van de Belgische luchtcomponent in de regio Kandahar noch op de Belgische bijdrage in Kabul, waar er na het vertrek van het beveiligingsdetachement van de internationale luchthaven van Kabul eind november nog een Belgische deelname in de internationale hoofdkwartieren van AISAF is. Met betrekking tot de mogelijke impact op de Belgische aanwezigheid in het RC North kan ik u het volgende meedelen. Ten eerste, de Duitse reorganisatie zal worden georiënteerd, afgesproken en uitgevoerd met de bondgenoten en de Afghaanse regering. Ik citeer: “The timing for closing our basis will be clearfully assessed and coordinated with our allies and the Afghan government.” Ten tweede, dit zal de sluiting van de ISAF-basis in Kunduz inhouden, maar wanneer dat zal zijn is nog niet vastgelegd. Ik citeer: “The detailed planning is currently conducted by my staff and I propose to inform you about the details on working level as soon as the scheduling will be finalised.” Dit zal tevens een reorganisatie van de structuren van de hoofdkwartieren van RC-North betekenen. Tot zover mijn antwoord, voorzitter. Ik meen dat ik alle adequate en nuttige informatie heb gegeven. 01.06 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Voor alle duidelijkheid: de quote die u in het Engels geeft, is dat de quote van de NAVO secretaris-generaal? Wie citeert u? 01.07 Minister Pieter De Crem: Nee, het gaat over de Commander van het Bundeswehr Joint Forces Operations Command die mij, ondanks mijn kennis van de Duitse taal, in het Engels heeft geantwoord. Het gaat om luitenant-generaal Glatz. 01.08 Theo Francken (N-VA): Wij kunnen dus concluderen dat er een serieuze verlaging is van het troepenaantal vanaf februari 2013 naar zowat 4 400 Duitse manschappen. De impact op het eventuele sluiten van de basis in Kunduz zal de komende dagen of weken duidelijk worden. 01.09 Minister Pieter De Crem: U heeft het over dagen of weken, maar ik meen uit de informatie waarover ik beschik te mogen besluiten dat het wellicht over maanden zal gaan. 01.10 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, dit soort beslissingen van Duitsland komt niet uit de lucht vallen. In deze commissie kennen we de militairen goed genoeg. Zij zijn heel sterk in plannen. Ik kan mij dus niet inbeelden dat de Duitsers niet meer informatie hebben dan ze zeggen. Ik kan mij ook niet inbeelden dat onze eigen Belgische militairen niet reeds bezig zijn met een soort planning. Wanneer kunt u ons dus meedelen wat de consequenties daarvan zijn? Liefst zo snel mogelijk natuurlijk. Ik heb geprobeerd te volgen, u hebt heel snel gelezen. Als ik het goed heb begrepen hebben de Duitsers u gezegd dat zij zich terugtrekken uit Kunduz en dat ze naar Mazar-i-Sharif gaan. Daar zullen ze op het niveau van het korps het Afghaanse leger blijven begeleiden. Ze gaan in Mazar-i-Sharif een aantal troepen plaatsen. Mijn vraag is heel simpel: maken wij die beweging naar Mazar-i-Sharif mee en gaan wij samen met de Duitsers meewerken aan de begeleiding, maar dan op het niveau van het korps? De vraag is eigenlijk heel simpel, namelijk of wij kunnen weten wat er de komende weken en maanden kan worden verwacht van onze troepen die nu in Kunduz zitten en die daar als gevolg van de Duitse beslissing niet langer kunnen blijven. Ik meen immers dat iedereen het over dat laatste eens is. Wat gaan we daarmee doen? Dat is een simpele vraag. Ik begrijp niet goed waarom we daar niet meer informatie over kunnen krijgen. 01.11 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Ik heb daarnet bij het stellen van mijn vraag echter een aanvullende vraag over de capaciteitsopbouw in Mazar-i-Sharif en over de Belgische rol daarbij gesteld. Doen wij aan de opbouw mee? Wat is de planning? Is er ter zake een verschuiving van Belgisch materieel en personeel? Misschien kan u op voornoemde vragen nog antwoorden. Voor het overige heb ik nog een algemene bedenking. Dergelijke, unilaterale aankondigingen zijn niet goed. U wijst er heel duidelijk op dat er een impact op de Belgische aanwezigheid in Afghanistan is. Wij zullen tevens de komende weken en maanden afwachten, om te zien hoe wij op een dergelijke impact reageren. Het lijkt mij echter niet goed dat de terugtrekking zo unilateraal, zo weinig gecontroleerd en zo weinig georganiseerd gebeurt. 01.12 Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit hele dossier toont aan alle leden die in alles van pooling and sharing de oneindige redding zien, aan dat zulks ook samenwerking met andere partners en mogendheden betekent. Zodoende is België in zijn eigen mogelijkheden beperkt en is het afhankelijk van wat ginds gebeurt. Los van het huidig debat, moeten wij zo snel mogelijk effectief te weten zien te komen wat een en ander voor België betekent. Ook moeten wij ons in het grote pooling-and-sharingdebat de vraag stellen op welke manier wij met dergelijke evenementen omgaan. Wat doen wij, wanneer wij samenwerken en een van de partners afbouwt? Dan staan wij daar. In het algemeen moeten wij voor Afghanistan en onze rol aldaar uitkijken naar wat van de nieuwe Obamaadministratie komt. Wij moeten ook uitkijken naar het recente rapport van het Pentagon over buitenlandse operaties en naar wat in genoemd rapport over de evaluatie door het Pentagon van buitenlandse operaties is vermeld. Wie wordt de nieuwe minister van Defensie? Hoe gaan wij met hem om? De Amerikaanse overheid gaat duidelijk in de richting van een afbouw, maar hoe zal in Amerika het verhaal spelen? Het voorgaande zijn nog twee elementen die onduidelijk zijn en die ook onze eigen rol in het bewuste theater moeten/kunnen beïnvloeden. 01.13 Minister Pieter De Crem: Collega Waterschoot, ik dank u voor uw beschouwing, die eigenlijk de vraagstelling overschrijdt. Het pooling-and-sharingverhaal heeft ook een nieuwe kadrering. Dat is ook die van de nationaliteitsgrens- en souvereiniteitsgrensoverschrijdende aspecten in militaire operaties. Wij zullen daarover een mooie boom kunnen opzetten, misschien wanneer wij resoluties zullen bespreken in de Kamer en ongetwijfeld ook wanneer wij de belangrijke top zullen voorbereiden die eind 2013 op Europees niveau zal plaatsvinden. Daar zal voor het eerst het Europese defensiebeleid, voortgaande op de conclusies van de top van Gent, besproken worden, maar ook, voor het eerst en misschien voor de enige keer, in een relatief kort tijdsbestek behandeld kunnen worden. Collega De Vriendt, ik wil graag antwoorden op de vraag over Mazar-i-Sharif, maar ik stel voor dat ik dat bij een volgende gelegenheid doe, omdat het nu wat losjes uit de pols zou zijn. Ik antwoord liever op specifieke vragen, om de juiste cijfers te kunnen geven. Er vinden in elk geval wat verschuivingen plaats. Voorts had u, mijnheer De Vriendt, samen met collega Van der Maelen en de heer Francken, nog een vraag over het tijdsperspectief. Wanneer is men op de hoogte of hoe wordt men op de hoogte gebracht? Wij werden, zoals ik in mijn antwoord al zei, formeel op de hoogte gebracht. Een belangrijk tijdsgewricht wordt de beslissing die de Duitse Bundestag zal nemen, eind januari of begin februari. Dan is er nog de planning. Iemand had het over de militaire planningsfase. In het schrijven staat dat er eind juni een militair overleg wordt gepland om gevolg te geven aan de beslissing die het Duitse Parlement zal nemen met het oog op de verdere ontplooiing van de Duitse aanwezigheid, volgens de beslissingen van de top van Chicago, waaronder de aangehouden aanwezigheid in 2013 en 2014. Ik heb geantwoord op die vraag volgens de gegevens waarover ik nu beschik. 01.14 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw bijkomende toelichting.
U zegt dat u op vragen over een eventuele Belgische aanwezigheid op het theater in Mazar-i-Sharif graag een volgende keer antwoordt omdat u een duidelijk en goed antwoord wil geven en toelichting wil geven bij de cijfers, in plaats van uit de losse pols te antwoorden. Tussen de lijnen begrijp ik dat er al een beslissing genomen is over de Belgische aanwezigheid op het theater in Mazar-i-Sharif. Is die beslissing al genomen? Gaat het nu alleen om de aantallen? 01.15 Minister Pieter De Crem: Ik stel voor dat wij dit, op basis van specifieke vragen, in een volgende commissievergadering behandelen. België is al aanwezig in Mazar-i-Sharif. Het gaat niet om een nieuwe aanwezigheid. België is daar aanwezig sinds 2004, en in 2007-2008 werd de aanwezigheid opgedreven. 01.16 Theo Francken (N-VA): Met een twintigtal soldaten? 01.17 Minister Pieter De Crem: Het aantal varieert tussen 24 en 32. Maar wij zijn in Mazar-i-Sharif aanwezig. Het is geen nieuwe aanwezigheid. 01.18 Theo Francken (N-VA): Maar het aantal zal worden verhoogd? 01.19 Minister Pieter De Crem: Dat zullen wij zien, afhankelijk van wat er zal worden beslist door de Duitse bondgenoten. Die beslissing zal echter niet gevalideerd worden voor 1 juli 2013. 01.20 Theo Francken (N-VA): Oké. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De voorzitter: De heer Veys laat weten dat hij zijn vraag nr. 14702 uitgesteld wil zien. 02 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de peacekeepingcampagne van Defensie" (nr. 14721) 02 Question de Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "la campagne de 'maintien de la paix' de la Défense" (n° 14721) 02.01 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, Defensie heeft een peacekeepingcampagne gelanceerd op 5 december jongstleden. Volgens de website van Defensie zal er gedurende drie weken in alle Belgische bioscopen een spot te zien zijn, zowel in 2D als 3D. Met dat bioscoopfilmpje wil het leger zijn personeel en hun families bedanken die in 2012 bijdroegen aan de vredesoperaties, onder andere in Afghanistan. Naar schatting zullen meer dan een miljoen toeschouwers die boodschap in de bioscoop zien. Aan die campagne zijn ook een filmpje via het internet en reclameposters verbonden. Die posters zijn bijvoorbeeld in de stations van de NMBS te zien. Ik ben ervan overtuigd dat Defensie zo veel mogelijk kansen moet grijpen om het fantastische werk van onze militairen in binnenland en buitenland in de figuurlijke spotlights te zetten. Hun inspanningen worden niet altijd naar waarde geschat. Mijnheer de minister, hoeveel reclameposters werden er gedrukt en verspreid? Waarom koos Defensie voor deze specifieke timing en tijdsduur? Steunt de campagne nog op andere elementen, behalve het bioscoop- en internetfilmpje en de posters? Welk effect hoopt u met de campagne te bereiken? Welk bedrijf stond in voor de ontwikkeling van de campagne? Kunt u iets zeggen over de kostprijs ervan? 02.02 Minister Pieter De Crem: Mevrouw Grosemans, Defensie voert in december een nationale informatiecampagne in verband met de lopende militaire operaties in het buitenland, met als
hoofdboodschap "peacekeeping, een wereldwijde samenwerking". De communicatie heeft zowel een extern als intern gedeelte. Voor het externe gedeelte werd gekozen voor reclamedragers toegespitst op een jong publiek. Vandaar dat er naast informatieve publireportages in kranten en populaire magazines geopteerd werd voor het tweevierkantemeteraffichagenetwerk in alle grote stations van ons land, bestaande uit 580 verlichte panelen. Daarnaast werd er gekozen voor een dertig seconden durende bioscoopspot vertoond in 2D en 3D en vertoond op 415 schermen van het netwerk Brightfish van 5 tot 25 december. De keuze van de timing heeft vooral te maken met het interne gedeelte van de campagne. Het accent ligt hier op de terugkeer van de Belgische ISAF-detachementstroepen uit Kaboel na tien jaar inzet op de luchthaven. De algemene directie communicatie DG COM informeert sindsdien op permanente wijze over de intensieve logistieke operatie voor de terugkeer van het materieel. Ook de andere operaties worden intern onder de aandacht gebracht. Op 1 december werd een nationale infofamiliedag georganiseerd in Peutie voor de gezinsleden van alle militairen in operaties. Tot slot zijn de familiemomenten rond Sinterklaas en de eindejaarsfeesten de periode bij uitstek, waarbij een afwezige naaste militair in opdracht nog meer dan op andere momenten wordt gemist. Met de campagne wil Defensie elke militair en zijn familieleden een hart onder de riem steken en hen bedanken voor alle gedane inspanningen. In datzelfde creatief concept werden er bovendien wenskaarten ontwikkeld. Die worden sinds 23 november aan jongeren bedeeld met de uitnodiging om kerstboodschappen over te brengen aan het personeel in operatie. De ingezamelde kerstkaarten vertrekken binnenkort naar de manschappen. Ze zullen er samen met de affiche uitgehangen worden in ontspanningsruimtes. Een laatste inzamelactie gebeurde overigens afgelopen weekend door militairen die in het Kinepolis bioscoopcomplex in Antwerpen een infostand met flight simulator bemanden. Zo tracht Defensie transparant te communiceren over de lopende operaties zowel naar het interne als externe grote publiek en ze hoopt vooral een brug te kunnen slaan tussen de jongeren en de leefwereld van onze militairen. Alle reclamecreaties van de campagnes werden ontwikkeld door de creatieve divisie van DG Com met de werkingsmiddelen die haar begin dit jaar werden toebedeeld. De aankoop van de reclameruimte is onderdeel van de mediacontracten die eind februari 2012 door de Ministerraad werden goedgekeurd. Dankzij de meerjaarlijkse contracten kon een maximale overheids- en volumekorting worden bedongen, waardoor de totale kosten van de crossmediale campagne beperkt bleven tot 161 411 euro, inclusief btw. 02.03 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind het een heel geslaagde spot en ik vind dat Defensie dat meer zou moeten doen. Ik denk dat het goed is om het beeld dat de samenleving heeft van de militairen, te verbeteren en op te waarderen. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 03 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de investering in en de levering van de NH90-helikopters, type NFH" (nr. 14722) 03 Question de Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "l'investissement dans les hélicoptères NH90 de type NFH et leur livraison" (n° 14722) 03.01 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, Defensie besloot in 2007 te investeren in 8 NH90-helikopters: 4 transporthelikopters en 4 marinehelikopters. Alleen de maritieme variant, de NFH, zal de plaats innemen van de Sea Kings, die nog maar pas opnieuw bewezen hebben van onschatbare waarde te zijn. In de plenaire vergadering van 6 december zei u dat de eerste NH90-helikopter op 21 december zal geleverd worden en dat het om een transportversie of TTH gaat. In de loop van 2013 zullen twee
marineversies volgen. Mijnheer de minister, de levering van deze toestellen heeft heel wat vertraging opgelopen. U hebt ons er steeds van verzekerd dat de vertragingen geen impact zullen hebben op de search-and-rescueactiviteiten van Defensie. Binnenkort zouden de eerste marinehelikopters eindelijk kunnen worden ingezet, maar toch maak ik mij zorgen. U hebt zelf in deze commissie gezegd dat er belangrijke investeringen nodig zouden zijn om na 2014 met de Sea Kings verder te kunnen vliegen. Die deadline komt steeds dichterbij. Het personeel van de verouderde Sea Kings is ongerust. Naar eigen zeggen is het op dit moment een kwestie van geluk of ze hun opdracht al dan niet perfect kunnen uitvoeren. Mijnheer de minister, ten eerste, wat is op dit moment het volledige leverschema voor elk van de twee NH90types? Ik stel deze vraag omdat niet duidelijk is of de NH90 die op 21 december wordt geleverd nu een transport- of marineversie is. In maart werd in de commissie gezegd dat dit jaar nog 3 NH90’s geleverd zouden worden, twee marineversies en één transportversie. Daarna bleek de levering van twee toestellen, waaronder één marineversie uitgesteld. Ik vraag mij dan af waar die tweede marineversie gebleven is. Ook in de media waren er heel veel verwarrende berichten. In de plenaire vergadering van 6 december zei u dat het een transportversie is, maar een dag later, op 7 december, berichtte L’Avenir, waar uw Franse woordvoerder aan het woord komt, dat het een marineversie zou zijn. In een volgend televisie-interview, op de regionale zender Focus TV insinueerde u dat het een vervanger wordt voor de Sea Kings, dus toch weer een marineversie. De tekst bij het televisiefilmpje sprak over drie toestellen SAR. De communicatie is dus heel troebel, vandaar die eerste vraag. Wat is nu precies het leverschema? Ten tweede, in het kader van de begroting kwam een nieuwe vertraging in de levering van de NH90's uw departement goed van pas, toch op financieel vlak. Kunt u nogmaals bevestigen dat alle vertragingen uitsluitend aan de producent te wijten zijn? Ten derde, welke redenen geeft de producent voor de huidige vertragingen, dus de laatste twee vertragingen, van die NFH's en TTH's? Ten vierde, wanneer verwacht u dat de NFH-vloot volledig operationeel zal zijn en alle search-andrescueactiviteiten van de Sea Kings kan overnemen? In welke fase bevinden zich de voorbereidingen op het vlak van personeel, logistieke ondersteuning en onderhoud? Wat dient er nog te gebeuren? Ten vijfde, wat is de stand van zaken met betrekking tot de beperkte infrastructuurwerken die nodig waren om de NFH in werking te kunnen stellen? Ten zesde, wat zal Defensie doen als er in 2014 onvoldoende marinehelikopters operationeel zouden blijken te zijn om die taken van de Sea Kings over te nemen? Hebt u een plan B? Acht u het mogelijk dat Defensie alsnog zou moeten investeren in Sea Kings? Ten slotte, u verwijst regelmatig naar de internationale samenwerking in SAR. Het ene land staat stand-by voor andere landen en omgekeerd. N-VA is een voorstander van samenwerking over de landsgrenzen heen. Hoe zit het met de SAR-capaciteit van de andere afnemers van de NFH? Ervaren zij ook leveringen die verlaat zijn? Hoe gaan zij daarmee om? Welke stappen ondernemen zij om in het geval van capability shortfall de SAR-activiteiten in tussentijd te blijven garanderen? 03.02 Minister Pieter De Crem: Het leveringsschema voor de Tactical Transport Helicopter, de TTH-versie, voorziet in de levering van 1 toestel in 2012, 2 toestellen in 2013 en 1 toestel in 2014. Het leveringsschema van de Naval Frigate Helicopter, de NFH-versie, voorziet de levering van 3 toestellen in 2013 en 1 toestel in 2014. De opgelopen vertraging is het gevolg van de industriële productiecapaciteit. De hoofdreden, opgegeven door de industrie, is een laattijdige aanlevering van onderdelen door de onderaannemers. De vertraging
heeft niet alleen gevolgen voor België maar ook voor alle andere afnemers. Daarover kon u lezen in de pers. De NFH-vloot wordt verwacht volledig operationeel te zijn in het voorjaar van 2015. Alle voorbereidingen op vlak van personeel, logistieke ondersteuning en onderhoud, gaande van vorming tot het in plaats stellen van de onderhoudscontracten, zijn lopende. Teneinde de Sea King in stand te kunnen houden werd in april 2012 een contract afgesloten met Australië voor de aankoop van enkele vitale onderdelen waaronder een gear box en rotorbladen. De infrastructuur om de NFH in werking te kunnen stellen is ter beschikking. Defensie zal alles in het werk stellen om een volledige transitie van de huidige Sea-Kingvloot naar de NFH te verzekeren en om de search-and-rescuecapaciteit te vrijwaren. Op 6 december 2012 heb ik in de plenaire zitting met betrekking tot de interventie voor de Nederlandse kust gemeld dat de Sea Kings, in tegenstelling tot wat sommigen deze zomer beweerden, nog steeds operationeel zijn. Er zijn samenwerkingsakkoorden met onze buurlanden over wederzijdse ondersteuning bij de uitvoering van de SAR-opdracht. Zowel Nederland als Frankrijk beschikken onder meer over de NFH die voor search and rescue kan worden ingezet. Het Verenigd Koninkrijk gebruikt voor search and rescue nog steeds de Sea King. Er is ook een wederkerigheid in het aanbieden van de dienstverlening tussen België en de andere landen. Wij zijn niet op de hoogte van een capability shortfall voor de search-and-rescueopdracht bij onze buurlanden. 03.03 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb de evolutie van die leveringdata eens opgezocht en dat is niet echt geruststellend. Ik zal de evolutie kort weergeven. 3 in 2011 en 4 in 2012; zo werd gezegd in de commissievergadering van 28 januari 2009. In de commissievergadering van 17 maart 2010 was er sprake van 1 in 2011, 6 in 2012, en we schuiven al op, 1 in 2013. Op 9 december, 7 in 2012 en 1 in 2013. Op 9 oktober, 4 in 2012 en 4 in 2013. Op 14 maart, 3 in 2012 en 5 in 2013 en voor de eerste keer valt ook al 2014. U merkt dat de data voortdurend opschuiven. Hoe kunt u er zeker van zijn dat wij die allemaal op tijd zullen krijgen? Eigenlijk hadden de marineversies er eind 2012 al allemaal moeten staan. U verwijst ook naar de internationale centrale samenwerkingsverbanden tussen Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en België. Wij zijn zelf aan het wachten op die marineversie, maar Frankrijk en Nederland eveneens. In een van de commissievergaderingen zei u dat wij vier keer meer scrambles doen. Er zijn dus landen die ook op ons rekenen. Wij moeten dat dus zeker in het oog houden en ook paraat staan voor die andere landen. Uw antwoord stelt mij echt niet gerust. 03.04 Minister Pieter De Crem: Mevrouw Grosemans, ik kan alleen maar hetzelfde vaststellen als u. Er zijn drie fysieke productiekettingen en ik moet vaststellen dat er achterstand is op het leveringschema, wat mij niet vrolijk maakt. De voorzitter: U kunt misschien mee gaan sleutelen? 03.05 Minister Pieter De Crem: Dat zou ik eens kunnen proberen, maar ik weet niet of het de zaak enorm vooruit zou helpen. De voorzitter: Mevrouw Grosemans, u kunt op dit onderwerp later nog terugkomen. 03.06 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, werd er over die tweede marineversie, die opeens verdwenen bleek te zijn, misschien gewoon fout gecommuniceerd? 03.07 Minister Pieter De Crem: Ik herinner mij echt niet dat ik daarover aangesproken werd. Wanneer was
dat? De dag na de operatie op volle zee? 03.08 Karolien Grosemans (N-VA): Ik vind het niet meteen in mijn documenten terug. Misschien is er gewoon wat verwarring ontstaan. In de plenaire vergadering van 6 december zei u dat het een transportversie werd. Daarna, op 7 december werd door de Franstalige woordvoerder dan weer gezegd dat het een marineversie was. In maart zei u in de commissievergadering dat het dit jaar nog om 3 NH90’s zou gaan, 2 marineversies en 1 transportversie. Daarna bleek de levering van 2 toestellen, waarvan een marineversie, weer te worden uitgesteld. Daardoor vraag ik mij af waar die tweede marineversie gebleven is. 03.09 Minister Pieter De Crem: Het is twee en een, maar de laatste komt het eerst en de twee eersten komen het laatst. Het productieschema verandert constant. Er is een levering gepland op vrijdag, maar voor de rest staat het leveringsschema onder druk. Ik heb er gelukkig nog veel, maar ik ruk mij ook soms wel eens de haren uit het hoofd. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 04 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de herdenking van de Slag om de Ardennen" (nr. 14734) 04 Question de Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "la commémoration de la Bataille des Ardennes" (n° 14734) 04.01 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, deze vraag had ik eigenlijk beter vorige week gesteld maar toen mocht dat niet. Mijnheer de minister, elk jaar wordt in het stadje Bastenaken de officiële herdenking georganiseerd van de Slag om de Ardennen die tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. Dat gaat steeds gepaard met een aantal plechtigheden en activiteiten zoals het noten werpen vanaf het balkon van het stadshuis. Graag had ik meer informatie gekregen over de activiteiten van dit jaar op 15 en 16 december. Mijnheer de minister, welke activiteiten waren er gepland? Welke activiteiten werden door, of in samenwerking met, Defensie georganiseerd? Hoeveel militairen en materieel heeft Defensie daarvoor ter beschikking gesteld? Kunt u ook een raming geven van de totale kostprijs voor Defensie? Een andere vraag was of u aanwezig zou zijn, maar ik heb het in de pers nagekeken en ik meen niet dat u aanwezig was. Anders heeft het althans de pers niet gehaald. Aan welke overige evenementen rond de herdenking van de Slag om de Ardennen neemt Defensie deel? Kunt u ook voor die evenementen de hoeveelheid ter beschikking gesteld personeel en materieel meedelen, evenals de kostprijs? 04.02 Minister Pieter De Crem: Defensie neemt met een detachement deel aan de plechtigheden en aan het defilé in het centrum van de stad Bastogne. Dat is immers een belangrijke stad in de krijgsgeschiedenis van ons land en in de wereldgeschiedenis. Daarnaast organiseerde het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis samen met Defensie en de basis Bastogne diverse activiteiten in het militaire kwartier van Bastogne, namelijk bezoeken aan de kelder van McAuliffe en de diverse tentoonstellingen, demonstraties van gerestaureerde voertuigen, het bezoeken van het Restauration Center en militaire activiteiten. 40 militairen werden ingezet voor de plechtigheden. Daarnaast hebben 60 andere militairen ingestaan voor de verschillende taken binnen het militaire kwartier zoals het onthaal en de begeleiding van bezoekers, de veiligheid van het kwartier en nog een aantal andere praktische aangelegenheden.
De kosten voor Defensie worden geraamd op 7 700 euro. Het gaat vooral om de vergoedingen voor de weekendprestaties van het personeel. Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis zal een deel van de kosten dragen, ongeveer 750 euro, voor de vergoedingen van zijn personeel en voor de ontvangst. Ik heb deze plechtigheden dit jaar niet bijgewoond. 04.03 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. Ik heb hier geen verdere vragen over. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De voorzitter: Mevrouw De Bue is niet aanwezig en ik ben zonder nieuws van haar. Bijgevolg vervalt haar vraag nr. 14776. 05 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de overheidsopdracht voor de inrichting van een cleanroom in het militair ziekenhuis van Neder-OverHeembeek" (nr. 14803) 05 Question de Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "le marché public pour l'aménagement d'une salle blanche au sein de l'hôpital militaire de Neder-Over-Heembeek" (n° 14803) 05.01 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, op 13 december ging de Ministerraad akkoord met uw voorstel om een overheidsopdracht uit te schrijven voor de inrichting van een cleanroom in het militair ziekenhuis van Neder-Over-Heembeek. Het ziekenhuis beschikt al enkele jaren over een cleanroom. Volgens een Europese richtlijn is het daartoe verplicht. Mijnheer de minister, zal de nieuwe cleanroom net als de bestaande, deel uitaken van het brandwondencentrum? Wat zal in de toekomst de verhouding tussen beide zijn? Gaat het om een nieuwe, aparte cleanroom of om een uitbreiding van de huidige? Zal er in de toekomst iets veranderen aan de werking van de huidige cleanroom? Waarom is er nood aan een bijkomende cleanroom? Zal de werking van de bestaande cleanroom hinder ondervinden van de werken aan de nieuwe cleanroom? Wanneer worden de werken verwacht en vanaf wanneer zou de kamer operationeel kunnen zijn? Hoeveel vloeroppervlakte zal de cleanroom beslaan? Welke lokalen en materieel zal het omvatten? Hoeveel laboratoria, steriele lokalen, enzovoort? Levert deze cleanroom bijkomende jobs op? Zo ja, hoeveel? Zullen er eventueel functies gecreëerd worden? 05.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Grosemans, het militair hospitaal heeft nood aan een cleanroom teneinde de optimale werking van het brandwondencentrum te garanderen. De geplande overheidsopdracht heeft tot doel een nieuwe, conforme cleanroom in het militair hospitaal in te richten. Het is geenszins de bedoeling om een bijkomende cleanroom in te richten of om de huidige cleanroom te renoveren. De nieuwe cleanroom komt op een andere locatie in het militair hospitaal. Gedurende de werken zal de bestaande cleanroom operationeel blijven. Na realisatie van de infrastructuurwerken zal de bestaande cleanroom buiten gebruik worden gesteld. De infrastructuurwerken voor de nieuwe cleanroom zullen vermoedelijk in het tweede semester van 2013 starten en zullen ongeveer een jaar in beslag nemen. De nieuwe cleanroom zal operationeel zijn in het tweede semester van 2014 en in eerste instantie alleen worden uitgebaat door het personeel dat momenteel in de huidige cleanroom werkzaam is. De totale vloeroppervlakte van de cleanroom en zijn ondersteunende lokalen zoals de stockruimte, de
2
sterilisatieruimte, de opslagruimte, de bereidings- en de koelruimtes, zal ongeveer 450 m beslaan. Samen met de technische ruimtes dient deze inrichting te gebeuren op het eerste verdiep van het militair hospitaal. De detailgegevens van de oppervlakte en de inrichting zullen pas dan gekend zijn en nadat de markt werd gegund. Er is geen sprake van het creëren van nieuwe jobs. Het bestaande personeel gaat gewoon over naar de nieuwe cleanroom. 05.03 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de vorige cleanroom dateert toch nog maar van 2009? Het verbaast mij dat er nu alweer een nieuwe komt. 05.04 Minister Pieter De Crem: De opdracht is nog niet doorgegaan. 05.05 Karolien Grosemans (N-VA): Het is toch de bedoeling? 05.06 Minister Pieter De Crem: Dat dossier werd teruggetrokken. 05.07 Karolien Grosemans (N-VA): Nu begrijp ik het. 05.08 Minister Pieter De Crem: Het dossier werd niet toegewezen. Er werd een dossier neergelegd op onze dienst maar omdat het kostenplaatje zo exponentieel was, is de toewijzing niet doorgegaan. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 06 Vraag van mevrouw Karolien Grosemans aan de minister van Landsverdediging over "de overheidsopdracht voor de aankoop van munitie voor de AIV DF90" (nr. 14804) 06 Question de Mme Karolien Grosemans au ministre de la Défense sur "le marché public pour l'achat de munitions pour l'AIV DF90" (n° 14804) 06.01 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, op 13 december ging de Ministerraad akkoord met uw voorstel tot gunning van een overheidsopdracht voor de aankoop van munitie van 90 millimeter van verschillende types voor training met de AIV DF90. U hebt uw voorstel al gedeeltelijk toegelicht bij de bespreking van het investeringsplan voor 2012-2014. Een aantal van mijn vragen bleef toen echter onbeantwoord. De problematiek van de AIV DF90 is meer dan voldoende bekend. De specifieke vragen die ik u wil stellen, zijn de volgende. Kunt u meer uitleg geven over het gebruik van de AIV DF90? Om welk soort trainingen gaat het? Wat is het doel ervan? In 2011 hebben de AIV DF90-voertuigen bij trainingen gemiddeld 2 500 kilometer afgelegd. 2012 is niet voorbij, maar kunt u ongeveer zeggen op welk gemiddelde zij dit jaar afstevenen? Ik blijf mij ook afvragen waarom het nodig is oefenmunitie aan te kopen om te leren schieten vanuit een voertuig dat u nooit zult inzetten? Ik begrijp dat die beslissing al lang geleden werd genomen. Daarmee is de discussie voor u blijkbaar gesloten. Toch wil ik graag de motivering van die keuze horen. Waarom werd ervoor gekozen munitie aan te kopen voor de AIV DF90? Begin van dit jaar werden veertien van de achttien voertuigen geleverd. Beschikt Defensie intussen over alle achttien AIV DF90-voertuigen? Als ik het goed begrijp, bent u nog altijd van plan de voertuigen te verkopen? Hebt u, nu de reeks bijna volledig is, of al volledig is, al geïnteresseerden kunnen vinden? 06.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Grosemans, de aankoop van de munitie 90 millimeter voor de AIV DF90 past in het kader van de trainingsopdrachten van de eenheden. Daarbij is zowel
in tactische trainingen als schootstrainingen voorzien. De aankoop van de munitie 90 millimeter is onontbeerlijk om de paraatstelling van de eenheden te kunnen verzekeren. Concreet is België in 2014 piloot voor the European Union Battle Group EUBG 2014/02. De paraatstelling voor die opdracht is prioritair voor Defensie in 2013 en 2014. De inzet van een eskadron DF90 is voorzien binnen die opdracht. De AIV DF90-voertuigen hebben in het kader van trainingen gemiddeld 3 500 kilometer afgelegd in 2012. Alle achttien DF90-voertuigen werden ondertussen geleverd. Voor de overige beschouwingen verwijs ik u naar mijn antwoorden op de schriftelijke vraag nr. 115 van collega Ducarme van 5 augustus 2008 en op de vraag om uitleg van collega Sevenhans van 22 december 2011, die in de handelingen van de Senaat werden opgenomen en waarvan ik u een kopie bezorg. 06.03 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb ook nog eens alles herlezen. Er is al veel geschreven over de AIV DF90. Zij werden alle achttien geleverd. In het verleden hebt u altijd gezegd, bijvoorbeeld op 20 juli 2010, dat zij niet nuttig zijn en dat u die zou verkopen. “Pieter De Crem koopt enkel nuttig materiaal.” Ze moesten weg. Op 26 januari 2011 zei u: “Ik ben van plan ze te verkopen, als de levering eind 2011 is afgerond. Wij zijn nu een regering van lopende zaken, maar zodra wij een echte regering hebben, onderzoeken wij de concrete mogelijkheden. Wij moeten ze verkopen.” Op 17 januari 2012 zei u nog: “Het is nutteloos wapentuig. Mijn visie is onveranderd.” Mag ik nu afleiden dat u die toch operationeel zult inzetten, en niet alleen voor trainingen, of zie ik dat verkeerd? 06.04 Minister Pieter De Crem: Mevrouw Grosemans, ik heb deze zaken niet gekocht. Ik heb die geleverd gezien, aan de hand van een contract dat in de mand van de erfenis zat, op 21 december 2007. De minimale economische regel is dat, in het geval er een verkoper is en men goederen van de hand wil doen, er ook een koper moet zijn. Het is niet de eerste keer dat ik die problematiek aanhaal. U mag mij altijd helpen om een koper te vinden! 06.05 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u zult ze dus niet alleen gebruiken voor schootstrainingen, maar ze ook operationeel inzetten. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.06 uur. La réunion publique de commission est levée à 17.06 heures.