I N D I E N ST D E R G E N E Z I N G | S E P T E M B E R 2 012
De
maakbare mens?
WWW.CMF-NEDERLAND.NL
INHOUD
IN DIENST DER GENEZING
n
NUMMER 3 2012
04 Is IVF/ICSI ethisch
verantwoord voor christenen? Alyona Leeuwestein-Gurska
08 Plastische chirurgie:
Meer dan uiterlijk alleen Nicole Spruijt
16 Bidden met zieken Richard Harting
11 De drijfveren van… Herman ten Hove 12 Evidence based Christianity Ds. G.A. van den Brink 19 Oog, oor & blik Marleen Buijs 20 Beschouwing Aantal gevallen euthanasie groeit juist wel Paul Lieverse 22 Verslag ICMDA Conferentie in Zimbabwe Martien Bac
24 Boekrecensie Wij zijn ons brein? Arie van der Zwan 26 Boekrecensie Over alternatieve en complementaire zorg; over zorg en levensvisie Ruth Seldenrijk
columns 13 Doodvonnis 1 Frank Visscher 15 Woord voor de arts Alfred Teeuw
nieuws 14 Van de bestuurstafel Paul Lieverse 14 Introductie Willem Lock 18 Buitenlandse zaken Jan van Dijken 30 Studentikoos Annet Bos-van de Beek 31 Agenda
29 In opleiding Janneke Wolswinkel
Van de redactie
Colofon Tijdschrift van de Christian Medical Fellowship Nederland jaargang 41, nummer 2 Kwartaaluitgave in oplage van 700 exemplaren ISSN 1382-0656 Redactie Nico Wolswinkel, hoofdredacteur Rianne Wisse-Roest, eindredacteur Annet Bos-van de Beek, Marleen Buijs, Geriska Poortman, Arjen van der Wal, Willemien Westerhuis, redacteuren Jeroen Krijnsen, fotoredactie Jacoline van Heukelum-van Bekkum, bestuursafvaardiging Overige medewerkers Frank Visscher, columnist Dr. Alfred Teeuw, columnist Janneke Wolswinkel, In opleiding Kopij en opgave advertenties Nico Wolswinkel Anker 16, 3904 PL Veenendaal Telefoon: (0318) 541 768 E-mail:
[email protected]
NICO WOLSWINKEL
Richtlijnen voor het inzenden van kopij Aantal woorden per artikel maximaal 1500. Verwijzingen en noten aan het eind van het artikel plaatsen. Aanleveren bij voorkeur als Word-bestand per e-mail; afbreekfunctie uit. De redactie behoudt zich te allen tijde het recht voor om ingezonden artikelen te redigeren c.q. in te korten.
CMF-Nederland financiëel Informatie over lidmaatschap via het secretariaat. Giro 472146 t.n.v. CMF-Nederland te Utrecht Opzeggingen voor het volgende jaar dienen uiterlijk 30 november van het lopende kalenderjaar bij het secretariaat binnen te zijn. Losse nummers In Dienst Der Genezing € 7,50
Sluitingdata kopij Maartnummer: 15 januari Juninummer: 15 april Septembernummer: 15 juli Decembernummer: 15 oktober
Grondslag, visie en missie van CMF-Nederland De grondslag van de vereniging is Gods openbaring in Christus, zoals deze in de Bijbel tot ons komt. De visie van de vereniging is, dat het geloof in Jezus Christus inspiratiebron is voor de persoon en het werk van de arts. De missie van de vereniging is haar leden door middel van onderlinge ontmoeting, bezinning en verdieping toe te rusten om zowel in hun beroep als daarbuiten aan haar visie inhoud te geven. De vereniging ziet het ook als haar missie om te participeren in de internationale christelijke medische gemeenschap.
Vormgeving & druk First Concept Communications Telefoon: (0183) 623284 Contact CMF-Nederland CMF-Nederland secretariaat Faustdreef 183, 3561 LG Utrecht Telefoon: (030) 263 08 43 Fax: (030) 262 20 50 E-mail:
[email protected] Internet: www.cmf-nederland.nl
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.
Maakbaarheid Maakbaarheid, onze cultuur is er vol van. In de geneeskunde weten we er ook alles van. Aan het begin van het leven kan er op vele manieren technisch worden ingegrepen. In een uitgebreid artikel van Alyona Leeuwestein kunt u lezen over de actuele stand van zaken op dit punt. We proberen alles te verklaren door chemische of fysische modellen. Arie v.d. Zwan schrijft daarover naar aanleiding van de bestseller ‘Wij zijn
ons brein’ van Swaab. Maakbaarheid wordt ook erg zichtbaar in de plastische chirurgie. Lees het artikel van Nicole Spruyt. Verder kennen we uit de praktijk allemaal voorbeelden van ’maakbaarheid’, in het bijzonder ook bij vraagstukken rond het levenseinde. Het thema gaat dus ons allen aan. De redactie gaat door op de ingeslagen weg van de nieuwe vormgeving. Foto’s nemen daarbij een belangrijke plaats in. Wellicht vindt u fotograferen leuk, en wilt u uw creativiteit beschikbaar stellen voor ons blad.
We houden ons aanbevolen (
[email protected]). Recent nam de redactie afscheid van eindredacteur Eric Bac. Een jaar of zeven lag de eindredactie in zijn handen. Voor de andere redactieleden een vertrouwd gevoel. Eric besliste over de uiteindelijke vormgeving en hakte de laatste knopen door. Rianne Wisse is hem opgevolgd. Samen hebben ze in het afgelopen jaar de overgang van ‘blauw’ naar ‘kleur’ begeleid. Eric, bedankt! Rianne, veel succes!
Thema ALYONA LEEUWESTEIN-GURSKA
Is IVF/ICSI ethisch verantwoord
Belangrijkste argumenten tegen IVF en ICSI De verschillende kerkelijke stromingen hebben niet allemaal dezelfde standpunten. De Rooms Katholieke Kerk verwoordt haar mening het meest duidelijk, in twee documenten: ‘Human Vitae’ en ‘Donum Vitae’. Het standpunt van de Oosterse Orthodoxe kerk staat beschreven in ‘the Social Conception’, de visie binnen het Evangelische spectrum is gevarieerd. De belangrijkste argumenten tegen deze voortplantingstechnieken zijn: - IVF zorgt voor een scheiding tussen seksuele gemeenschap en het proces van voortplanting, - Bij IVF en ICSI speel je voor God, - IVF vervult een verlangen, niet een noodzaak of een eerste levensbehoefte, - IVF is potentieel gevaarlijk voor moeder en kind, - IVF houdt in dat er een overschot is aan embryo’s. Het voert te ver om op alle vijf tegenargumenten in te gaan. Toch kan een van de belangrijkste argumenten niet genegeerd worden, namelijk het overschot aan embryo’s en daarmee de vraag wat de waarde is van het leven van een embryo.
voor christenen?
4
IVF en ICSI uitgelegd Wanneer een stel niet spontaan zwanger wordt, en Intra-uteriene inseminatie (IUI) niet mogelijk is vanwege de conditie van de eileiders van de vrouw of de kwantiteit, kwaliteit of motiliteit van het sperma van de
man, bestaat er de mogelijkheid tot IVF en ICSI (Intracytoplasmatische sperma-injectie). Zowel het proces van IVF als van ICSI bestaat uit verschillende stadia. In het geval van IVF of ICSI begint de vrouw met hormooninjecties op de eerste dag van haar cyclus1. De eerste hormonen zorgen ervoor dat de normale cyclus stopt, een kunstmatige menopauze, zodat de timing van de behandeling tot op het uur nauwkeurig gekozen kan worden; De tweede hormoonbehandeling beïnvloedt de ovaria zodanig dat er meerdere eicellen gaan rijpen om de kans van slagen te vergroten. Verder zal regelmatig echografie van de ovaria van de vrouw plaats vinden, om de kwantiteit van de eicellen
Foto: Kriss Szkurlatowski
IDDG n SEPTEMBER 2012
Belangrijkste vragen rondom IVF De grote ethische dilemma’s rondom de voortplantingsgeneeskunde zijn pas in de laatste veertig jaar ontstaan. Na de geboorte van de eerste reageerbuisbaby in 1978, heeft de in-vitrofertilisatie (IVF) zich ontwikkeld, en is nog steeds in ontwikkeling, zodat duizenden stellen hun kinderwens in vervulling zagen gaan. De algemene beschikbaarheid van deze technologie brengt een aantal vragen en verhitte discussies met zich mee, vooral in de christelijke wereld. Scheidt IVF het natuurlijk gekoppelde proces van seksualiteit en voortplanting? Zorgt IVF ervoor dat God iets aan mensen geeft, terwijl Hij dat aanvankelijk niet van plan was? En wat betreft de heiligheid van het menselijk leven, hoe kunnen we ‘leven’ definiëren? Bestaat er een goede ethische houding ten opzichte van de voortplantingsgeneeskunde voor medisch specialisten, kerkelijke hulpverleners en patiënten zelf?
Waarom worden er meer embryo’s gemaakt dan er teruggeplaatst worden bij IVF en ICSI? In een proces van IVF worden meerdere eicellen bevrucht om ervoor te zorgen dat er meer embryo’s ontstaan, zodat de kans op zwangerschap groter is. In Nederland mag volgens de wet per keer maximaal één embryo teruggeplaatst worden bij vrouwen onder de 38 jaar en twee embryo’s bij vrouwen ouder dan 38 jaar. (De redenen hiervoor zijn dat boven de 38 jaar het risico op een miskraam groter is, de kans op zwangerschap kleiner)
Stel dat bij een 39-jarige vrouw de follikelstimulatie resulteert in 12 gezonde eicellen, welke alle 12 worden bevrucht, met 8 embryo’s als resultaat. Stel dat 4 van de 8 levensvatbaar zijn, gezien hun manier van delen en ontwikkelen, en daardoor dus mogelijke kandidaten voor terugplaatsing zijn. Slechts 2 embryo’s mogen worden teruggeplaatst. Daarmee rijst de vraag wat er met de overige embryo’s gebeurt. De keuzes zijn als volgt: de embryo’s afdanken, de embryo’s afstaan aan de wetenschap voor onderzoek en experimenten, cryopreservatie (de embryo’s invriezen voor mogelijke terugplaatsing in de toekomst), of cryopreservatie en donatie aan andere onvruchtbare koppels. Bij het invriezen van embryo’s zijn twee details van belang. Het eerste is dat tot 50% van de embryo’s het invriezen en ontdooien niet overleeft. Ten tweede komen alleen ‘klasse A’ embryo’s in aanmerking voor dit proces. Omdat er geen garantie is dat alle bevruchtingen zullen resulteren in Klasse A embryo’s en wanneer de meeste resulteren in Klasse B of Klasse C, dan zullen in het kader van de regelgeving deze embryo’s in de meeste klinieken vernietigd moeten worden.
Mag het doen ontstaan van een leven ten koste gaan van andere levens? Dit is het punt waarop het moeilijk wordt voor christenen die geloven in de heiligheid van het leven van een embryo. Mag het doen ontstaan van een leven ten koste gaan van andere levens? Om hierover een gedegen keuze te kunnen maken is het belangrijk om te weten waar precies het leven begint. Overzicht van Bijbelteksten en historische achtergronden Wij kunnen niet letterlijk uit de Bijbel opmaken of een embryo gezien kan worden als een menselijk wezen, maar de nadruk op ongeboren leven en de waarde daarvan worden wel duidelijk. Daarbij wil ik wijzen op twee tekstgedeelten: Exodus 21:22-25 (NBV): ‘22 Wanneer twee mannen aan het vechten zijn en een van hen een zwangere vrouw raakt met als gevolg dat zij een miskraam krijgt, maar ze heeft verder geen letsel opgelopen, dan moet een boete worden geëist waarvan de hoogte door haar echtgenoot wordt vastgesteld; de
>>
IDDG n SEPTEMBER 2012
en het rijpingsstadium te bepalen. Wanneer de eicellen een bepaalde grootte bereiken, wordt het derde hormoon geïnjecteerd, wat ervoor zorgt dat de ovulatie precies 36 uur later plaatsvindt. Vervolgens vindt er een eicelpunctie plaats, waarbij alle eicellen geworven worden, inclusief degene die niet volledig gerijpt zijn. Kort daarvoor heeft de man zijn sperma ingeleverd. Vervolgens worden sperma en eicel bij elkaar gebracht in petrischaaltjes, dus in vitro. In het geval van ICSI wordt een individueel gekozen zaadcel direct in een eicel geïnjecteerd2. Pas twee tot drie dagen later wordt duidelijk of de bevruchting is gelukt, wanneer de bevruchte eicellen zich gaan delen. Wanneer dit eerste deel geslaagd is, worden bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder. Na twee weken zal een zwangerschaptest gedaan worden en zal blijken of de IVF dan wel ICSI gelukt is3.
De ethische dilemma’s die christenen tegenwoordig bezighouden zijn anders dan die van honderd jaar geleden, of van slechts veertig jaar geleden. De vraagstukken die ons nu bezig kunnen houden rond klonen, genetische manipulatie en nieuwe voortplantingstechnieken bestonden toen niet eens. Met meer kennis rondom voortplanting volgt ook meer verantwoordelijkheid. Dit geeft voor christenen een spanningsveld tussen het gebruiken van het intellectuele verstand en het maken van keuzes in afhankelijkheid van God. Terwijl de kerk haar standpunten niet gedicteerd hoeft te krijgen door de seculiere wetenschap, is het essentieel dat de kerk een uitgebalanceerde ethische benadering heeft richting elke uitdaging die de wetenschap voorstelt.
5
IDDG n SEPTEMBER 2012
Een deel van de ‘pro-choice’ geleerden gebruikt dit gedeelte als argument om te stellen dat een embryo nog niet de waarde heeft van een mensenleven, omdat er geen leven wordt genomen als straf op de miskraam/ vroeggeboorte. Wanneer je echter dieper ingaat op de tekst, blijkt dat het normale Hebreeuwse woord dat in de Pentateuch gebruikt wordt voor het verliezen van een vrucht van de baarmoeder als resultaat van abortus ‘shakal’ is, wat wordt gebruikt in Exodus 23:26. Echter in Exodus 21:22 wordt het woord ‘ytsa’ gebruikt, wat ‘om uit te gaan’ betekent, dit woord wordt ook gebruikt in Genesis 25:25 om de geboorte van Jakob en Ezau aan te geven. De Hebreeuwse woorden die gebruikt worden om ongeboren leven aan te geven (golem: Psalm 139:16 of nephel: Job 3:16) worden in de genoemde tekst niet gebruikt, maar het woord yeladeyha, wat wordt gebruikt om kinderen aan te duiden. Concluderend kun je zeggen dat deze passage niet spreekt over een miskraam maar over een vroeggeboorte4.
6
Historisch gezien is de kerk in het algemeen sterk gekant tegen de vernietiging van embryonaal leven, maar gezien het ontbreken van een eensgezinde mening van de kerkvaders over wanneer menselijk leven begint, was het verzet tegen abortus meer gebaseerd op het beeld van abortus als anticonceptie. Sinds 1678, toen de microscoop was uitgevonden door Anthony van Leeuwenhoek, begon het wetenschappelijk beeld van een embryo te veranderen. Eerder werden mannelijke zaadcellen gezien als voorlopers van menselijk leven, en de omgeving voor de groei van dit leven was de vrouwelijke rol. Pas in 1827 werd de menselijke oöcyt (eicel) ontdekt, zodat ook de christenen hun visie over de conceptie moesten herzien. Waarom zouden we beschermend moeten zijn ten aanzien van het embryonale leven vanaf het moment van conceptie? Er zijn drie redenen die ik graag wil noemen.
- De genetische uniciteit/individualiteit van het embryo (‘de drieëntwintig chromosomen van iedere ouder vormen een unieke combinatie die nieuwe DNA-strengen oplevert, dit is zowel de blauwdruk als het fundament van het nieuwe leven’5). - Ten tweede Imagio Dei, (de ondeelbaarheid van lichaam en geest impliceert dat het embryo eeuwige waarde heeft, als een persoon die naar Gods beeld geschapen is). n Alyona Leeuwestein- Het is onmogelijk om een ander Lukas 1:41-45 (NBV): Gurska voltooide een Master stadium te noemen waarin helder en ‘41 Toen Elisabeth de groet van Maria of Divinity en Master of duidelijk gezegd kan worden dat het hoorde, sprong het kind op in haar Evangelical Theology op het vanaf dat moment een persoon is. schoot; ze werd vervuld van de heiTyndale Theological Seminar. De theorieën die stellen dat nieuw lige Geest 42 en riep luid: ‘De meest Ze schreef haar thesis leven begint op het moment van gezegende ben je van alle vrouwen, en over Artificial Reproductive Technologies (ART), in het bijimplantatie, de ‘primitive streak’ (14 gezegend is de vrucht van je schoot! 43 zonder over IVF en ICSI. dagen na de bevruchting), de eerste Wie ben ik dat de moeder van mijn hartslag of de vorming van het cenHeer naar mij toe komt? 44 Toen ik je traal zenuwstelsel en de hersenen of de uiteindelijke groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn eerste ademteug, leveren onvoldoende bewijs om het schoot. 45 Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden begin van het leven te markeren, maar laten eerder van de Heer in vervulling zullen gaan.’ de verschillende stadia van ontwikkeling zien. Met de Hoewel het in het geval van Johannes de Doper gaat om wetenschappelijke informatie van tegenwoordig is het een later stadium van het leven van een embryo, valt veilig om het samensmelten van eicel en zaadcel te op dat in deze tekst de ongeboren baby een kind wordt benoemen als het eerste moment van het leven. Wij genoemd, en belangrijker nog, dat dit kind een ziel heeft zijn geroepen om verantwoordelijk te zijn en verdie onmiddellijk de aanwezigheid van zijn ongeboren antwoording te dragen naar alles wat ons gegeven is, Redder herkent. menselijk leven vooral. Er zijn geen strikte Bijbelteksten die helder en duidelijk het moment aangeven van het begin van het menConclusie selijk leven. Toch is de Bijbel meer dan duidelijk over Hoe kunnen we dan voortplantingstechnieken nade waarde en het doel van ongeboren leven en kunnen streven, terwijl het menselijk leven op het spel wordt we concluderen dat embryo’s door God gezien worden gezet in dergelijke behandelingen? Het is duidelijk dat als menselijke wezens, in het licht van Zijn kennis, het onmogelijk en zelfs onverantwoord is om IVF en zorg en doel voor hen.
ICSI toe te passen zonder goed geïnformeerd te zijn en grondig ‘je huiswerk te doen’. De fertiliteitklinieken en -artsen zullen nooit de verantwoordelijkheid nemen om ethische beslissingen te maken over ART (Artificial Reproductive Technologies), de ethische kant van de zaak ligt bij de ouders alleen. Het belangrijkste in het hele proces rondom de beslissing over het gebruik van ART is een eerbiedige houding ten opzichte van het mysterie van het (scheppen van) leven, wat uiteindelijk aan God toekomt en ten opzichte van de heiligheid van het menselijk leven vanaf het moment van bevruchting. De enige legale, medisch veilige en ethisch acceptabele manier die ik ben tegengekomen bij IVF en ICSI is het volgende: minimaliseren van hormonale stimulatie, bevruchten van slechts 2-3 eicellen en dan alle levende embryo’s terugplaatsen om ze een kans op leven te geven. (In Nederland is het illegaal om multipele embryo’s terug te plaatsen, dit is daarnaast
De conclusie is eenvoudig: we kunnen geen leven vernietigingen om ander leven te doen ontstaan potentieel gevaarlijk is voor moeder en kind(eren)). Nadat ik zowel onderzoek heb gedaan over dit onderwerp en betrokken ben geweest aan de zijde van de patiënt, ben ik tot de conclusie gekomen dat zowel de keuze voor invriezen van embryo’s (hetzij voor uitgesteld gebruik of voor adoptie), als het afstaan aan de wetenschap voor stamcelonderzoek, niet te verenigingen zijn met het geloof in leven vanaf de bevruchting. Tenslotte zijn voortplantingstechnieken niet geschikt voor iedereen. Men moet beschikken over een duidelijke overtuiging om dit te doen en belangrijker nog, heldere richtlijnen van God hebben om deze behandeling na te streven. Wanneer er een keuze gemaakt wordt in de richting van IVF of ICSI, dan is het belangrijk de behandeling verantwoord in te gaan, met verstand van zaken, met hoge ethische normen en met voortdurend gebed. Een overweging die meespeelt is dat een IVF-behandeling niet kan worden toegestaan wanneer het ten koste gaat van iemands fysieke, psychische en geestelijke gezondheid, of van de relatie met de echtgenoot. Kinderen krijgen mag geen idool/afgod worden. De conclusie is eenvoudig: we kunnen geen leven vernietigingen om ander leven te doen ontstaan.
Foto: Frederic Carmel
Sommige christelijke stellen zullen op grond van alle genoemde argumenten ART niet willen gebruiken; sommigen zullen ervoor kiezen om alleen onder voor hen bepaalde ethisch verantwoorde omstandigheden IVF of ICSI toe te passen. Hoe men tenslotte tot een bepaalde keuze komt kan heel verschillend zijn. Toch kunnen wij hen die met onvruchtbaarheid worstelen helpen door hen te adviseren en om hen te behoeden voor overhaast gemaakte keuzes waar men later spijt van zou kunnen krijgen. Hoewel de huidige, zich altijd ontwikkelende medische wetenschap ons als mensen veel manieren heeft gegeven om de controle rond het begin van het leven in eigen hand te houden, blijft het leven zelf een mysterie en is de controle uiteindelijk helemaal in hand van God de Schepper.
Noten 1. Kay Elder and Brian Dale, In Vitro Fertilization (Cambridge: Cambridge University Press, 2000), 19. 2. Jonathan van Blerkom and Linda Gregory, Essential IVF: Basic Research and Clinical Applications (Boston/Dordrecht/London: Kluwer Academic Publishers, 2004), 168. 3. N. De Haan, M. Spelt and R. Gobel, eds., Reproductive Medicine: A Textbook for 4. Paramedics (Amsterdam: Elsevier gezondheidszorg, 2010), 53. 5. John Piper, “The Misuse of Exodus 21:22-25 by Pro-Choice Advocates.” Desiring God (1989). http://www.desiringgod.org/ resource-library/articles/the-misuse-of-exodus-2122-25-by-prochoice-advocates (accessed April 11, 2011). 6. John Breck and Lyn Breck, Stages on Life’s Way: Orthodox Thinking on Bioethics (Crestwood: St. Vladimir’s Seminary Press, 2005), 85.
n
IDDG n SEPTEMBER 2012
rechters moeten op de betaling toezien. 23 Heeft ze wel ander letsel opgelopen, dan geldt: een leven voor een leven, 24 een oog voor een oog, een tand voor een tand, een hand voor een hand, een voet voor een voet, 25 een brandwond voor een brandwond, een kneuzing voor een kneuzing, een striem voor een striem.’
Thema NICOLE SPRUIJT
Plastische chirurgie:
Meer dan uiterlijk alleen
8
psychotherapeuten onvoldoende effect hebben, wil hij Plastische chirurgie en maakbaarheid haar van haar obsessie afhelpen. Na een operatie is 80% Op een dag hoop ik mensen te helpen als plastisch van zijn cliënten tevreden; de overige 20% komt terug chirurg. Dat de beroepsuitoefening van een medicus voor een vervolgbehandeling van hetzelfde of een ander zowel een geneeskunde als een geneeskunst betreft is lichaamsdeel (congres ‘De Maakbaarheid van de Mens,’ helemaal van toepassing op een plastisch chirurg. Hoegeorganiseerd door de Medische Studenten Faculteitswel de meeste leken het vak tegenwoordig associëren vereniging Utrecht in oktober 2009). met esthetische ingrepen, is plastische chirurgie ruim 2000 jaar geleden begonnen met reconstructies van Hoogstaande oren aangeboren afwijkingen (lipschisis) en Het is niet alleen een kwestie van ‘U in de vorige eeuw snel ontwikkeld door vraagt, wij draaien.’ In het academisch ziereconstructies van traumatische verkenhuis waar ik mijn promotieonderzoek minkingen (in de wereldoorlogen). Het doe, komen bij de indicatiebespreking woord ‘plastisch’ komt van het Grieks door de plastisch chirurgen en assistenten plastikos dat ‘vorm kneden, het in vorm allerlei foto’s van patiënten voorbij. Een zetten’ betekent. Het vervormen van keer werd de groep gevraagd te raden het lichaam kan zowel de cosmetiek als waar de patiënt voor was gekomen. In hun de functie verbeteren. Beide dragen bij beroepsdeformatie noemden ze overtollige aan kwaliteit van leven. huid bij de oogleden, afwijkende neus-lip Aan het thema Maakbaarheid hangt de n Nicole Spruijt is ANIOS cardiothorahoeken en retrognatie. De patiënt in kwesvraag in hoeverre ‘onnodige’ ingrepen cale chirurgie tie bleek echter ontevreden over zijn te worden uitgevoerd omdat mensen verhoog staande oren en werd doorverwezen langen naar een andere vorm en kiezen naar een multidisciplinair team voor patiënten met voor een operatie omdat het ‘kan.’ Zouden mensen zichbody dysmorphic disorder. Als de patiënt al ontevrezelf moeten aanvaarden zoals ze zijn? Het is tegen de den was met zijn hoge oren, zou hij waarschijnlijk natuur in om borsten te liften, maar het is ook tegen de ook niet blij zijn met verlittekende oren. De plastisch natuur in om een blindedarmontsteking te behandelen. chirurg wist dat zijn kunnen beperkt is. Bij de ‘inforSlepen onbereikbare schoonheidsidealen ons mee? Prof. med consent’ vóór een operatie worden niet alleen de Van der Lei is de eerste en tot nu toe enige professor in bekende complicaties als infecties en nabloedingen esthetische chirurgie in Nederland. Hij verantwoordt genoemd, maar worden patiënten er ook op geatzijn werk als invasieve psychotherapie. Als iemand tendeerd dat er littekens zullen zijn als gevolg van de sociale contacten vermijdt omdat zij geobsedeerd is ingreep en er een risico is op asymmetrie. door haar neus, en conservatieve behandelingen met
Het is tegen de natuur in om borsten te liften, maar het is ook tegen de natuur in om een blindedarmontsteking te behandelen
>>
IDDG n SEPTEMBER 2012
IDDG n SEPTEMBER 2012
God, grant me the serenity to accept the things I cannot change, Courage to change the things I can, And wisdom to know the difference. - Reinhold Niebuhr-
9
De drijfveren van...
Herman ten Hove
10
Hoge standaarden In een spraakmakende documentaire (‘Beperkt Houdbaar’ van Sunny Bergman, uitgezonden in 2007) komt een plastisch chirurg in beeld die zijn cliënten allerlei ingrepen aanpraat. Hoewel ik die beledigingen en commercialisme afkeur, wetend dat God ons heeft gemaakt en ons lief heeft zoals we zijn, zou ik als advocaat van de duivel (of juist niet) ook kunnen stellen dat we als christenen niet moeten accepteren dat we in een gevallen wereld wonen. Natuurlijk moeten we, zoals Reinhold Niebuhr aangeeft, sommige dingen accepteren. Maar ik denk ook dat we als christenen, vol verwachting van Hem die alles kan, onze standaarden mogen verhogen. Mijn onderzoek stroomt voort uit tegenvallende postoperatieve uitkomsten bij een bepaalde patiëntengroep. Zouden die patiënten gebaat
zijn bij een andere operatietechniek? We hopen dat we in de toekomst de patiënten beter kunnen helpen. We zien dat we iets nu nog niet goed genoeg kunnen, en willen het meer in de hand hebben. We geloven in maakbaarheid. De stoel van God Zoals eerder genoemd hoop ik op een dag als plastisch chirurg mensen te helpen. Ik werk momenteel naast mijn onderzoek als arts-assistent op de afdeling cardiothoracale chirurgie om operatie ervaring op te doen. Ook bij de cardiothoracale chirurgie speelt de maakbaarheidsgedachte een rol. Tijdens een operatie verzuchtte een cardiothoracale chirurg eens sarcastisch dat hij zich afvroeg waarom hij deze operatie eigenlijk deed. Ik gaf het standaardantwoord ‘Om deze persoon te helpen’, maar uitte mijn twijfels over de vermeende effecten van een hartklepvervanging bij oude patiënten. De chirurg gaf toe dat het niet altijd duidelijk is, maar hij vertelde dat een 90-jarige dame hem 2 jaar na haar hartklepvervanging nog een kaartje had gestuurd. Hierin bedankte zij hem voor haar verbeterde kwaliteit van leven. Dankzij de operatie was zij niet meer kortademig bij de kleinste inspanning en kon zij nog steeds zelfstandig wonen. Mensen zijn kennelijk zo maakbaar, dat dokters hun zelfs van hun kortademigheid af kunnen helpen! Als patiënten hun succesverhalen doorvertellen, wordt hun omgeving geïnspireerd om ook doktersadvies te zoeken voor hun problemen. We worden op de stoel van God gezet. Laten we Gods wijsheid zoeken om maakbare problemen van irreële verwachtingen te onderscheiden, en bovenal Zijn liefde uit te dragen aan diegenen die ons om hulp vragen. n
Wat voor arts wil je zijn? Ik wil als huisarts betrouwbaar zijn voor mijn patiënten: ze kunnen bij me terecht voor goede kennis en brede kunde. Daarbij wil ik graag betrokken zijn bij mijn patiënten. Ik ben me ervan bewust dat de financiering van de zorg gemakkelijk leidt tot het omgaan met patiënten alsof ze consumenten zijn waar je producten aan verkoopt. Ik hoop dat ik nog lang gewoon het goede met en voor een patiënt mag zoeken zonder winstbedoeling. Hoe betrek je geloof in je werk? Ik vind dat een spannende vraag. Toen we in Zimbabwe werkten was het vanzelfsprekend om vanuit het geloof bezig te zijn én te zoeken naar manieren om dat ook te delen met anderen. Ook de omgeving vond dat niet meer dan logisch. In Nederland is dat anders en wordt geloven vooral als iets voor jezelf gezien, waar je misschien dan nog je inspiratie uit mag halen, maar wat de ander niet mag opvallen. Toch wil ik ook hier openstaan voor de geestelijke aspecten van ziekte en het leven.
Hoe vind je een goede balans tussen werk en privé? Nu ik huisarts in opleiding ben is de werkdruk een stuk lager dan in Zimbabwe. Toch was het ook daar mogelijk een balans te vinden, juist doordat werk en privé door elkaar liepen. Zo kon het gebeuren dat mijn oudste dochter op een bankje buiten de verloskamer moest wachten totdat ik een vacuümbevalling had gedaan (en vervolgens binnenstormde bij het eerste babygehuil). Wat zou je anderen willen leren? Streef niet naar middelmaat, maar naar het hoogst haalbare; heb plezier in je vak en zie het als een voorrecht dat mensen hun probleem bij je willen brengen. Dat maakt mij nederig en dankbaar en voorkomt dat ik mee ga denken met de zorgindustrie. Het is een voorrecht om dokter te zijn!
Herman ten Hove heeft 6 jaar als tropenarts in Zimbabwe gewerkt, en is nu huisarts in opleiding. Momenteel is hij bezig met zijn acute stage in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag n
Noten • Exodus 29:27,29; 30:22-33 (priesters); 1 Samuel 10:1 (Saul); Psalm 89:21 (David); 2 Koningen 9:6 (Jehu) • De toelichting bij deze parafrase is na te lezen in de studie over Jakobus – IDDG maart 2012
IDDG n SEPTEMBER 2012
IDDG n SEPTEMBER 2012
Verwachtingen bijstellen Maakbaarheid betreft verwachtingen. Soms komen patiënten met irreële hulpvragen. Dan is het de taak van de arts om patiënten goed voor te lichten. Niet alles is mogelijk. Het tegenovergestelde komt ook voor; soms moeten niet alleen patiënten, maar ook artsen hun verwachtingen bijstellen. Plastisch chirurgen zijn vaak perfectionisten en willen onvolkomenheden verbeteren zoals een kleermaker extra aanpassingen wil doen als de klant het kledingstuk aantrekt. Een voorbeeld uit mijn eigen onderzoekservaring: bij een kind dat vijf operaties had gehad wegens openneusspraak werd bij een poliklinische controle geconstateerd dat de spraak nog steeds afwijkend was. Toen de plastisch chirurg voorstelde om nog een ingreep te proberen, remde de moeder hem af. Zij was tevreden met de spraak zoals die nu was.
Waarom werd je arts? arts? Toen ik nog thuis woonde, was de huisartsenpraktijk van mijn ouders altijd dichtbij. Daarom wilde ik eerst alles worden, behalve arts. Maar ik ben nu erg blij dat ik op tijd ontdekte dat een vertrouwensrelatie met mensen aangaan én breed medisch inhoudelijk bezig te zijn zoveel plezier geeft. Later werd ik geraakt door de onrechtvaardige verdeling van medische zorg in de wereld. Vandaar dat ik eerst tropenarts werd en nu we weer terug zijn in Nederland het huisartsenvak het best bij me past.
11
DS. G.A. VAN DEN BRINK, Hersteld Hervormd predikant in Rotterdam, Kralingse Veer
De bijbel spreekt vaak over wonderen. Wie ze op naturalistische wijze wil weg verklaren, raakt onvermijdelijk het hart van het christelijke geloof kwijt. Immers, de opstanding van Christus uit de doden is het christelijke wonder bij uitstek. Zeker voor artsen is de vraag naar wonderen een urgente vraag. Enerzijds doe je (neem ik aan) je werk zodanig dat je ervan uitgaat dat er geen wonderen gebeuren. Anderzijds is vooral de geneeskunde een terrein waar ook nu nog wonderen zouden plaatsvinden – wonderbaarlijke, onverklaarbare genezingen. Hoe ga je als christenarts hiermee om: kunnen er ook nu nog wonderen gebeuren?
‘Wonderen zijn onmogelijk’
IDDG n SEPTEMBER 2012
Je zou drie posities kunnen formuleren: 1. Wonderen zijn onmogelijk. Noch koin verleden, heden of toekomst ko men wonderen voor. plaatsge2. Wonderen hebben ooit plaatsge vonden, maar nu niet meer. 3. Wonderen kunnen plaatsvinden, maar wij zijn nooit in staat om vast te stellen of iets een wonder is.
12
Laat ik deze drie posities langslopen. Maar eerst een opmerking vooraf. Er zijn twee Engelse woorden voor wonder: marvel en miracle miracle. Een uitzonmarvel is een uitzon derlijke samenloop van omstandigheden (ik loop in Parijs en kom daar mijn buur buurman tegen). Een miracle is een bovennatuurlijke gebeurtenis die niet vanuit natuurlijke oorzaken te verklaren is. Nu gaat het niet marvels, maar over over marvels miracles.
1. ‘Wonderen zijn onmogelijk.’ David Hume is de bekendste verdediger van positie 1. Volgens hem is een wonder een inbreuk op een natuurwet. Maar omdat een natuurwet een logische wetmatigheid is, is een inbreuk erop een logische onmogelijkheid. Wonderen kunnen daarom per definitie niet plaatsvinden. Dit argument wordt ook nu nog vaak gebruikt. Er is echter grondige kritiek op gekomen.1 Vooral belangrijk is dat natuurwetten tegenwoordig niet meer worden beschouwd als logische wetmatigheden, maar als statistische regelmatigheden. Dan kan er ook niet meer echt sprake zijn van een inbreuk op een natuurwet.2 Tevens is het nodig om te onderscheiden tussen natuurlijke oorzaken en vrije oorzaken. Een natuurlijke oorzaak is bijvoorbeeld de zwaartekracht of een biologisch proces. Maar de wilsbeslissing van een rationeel wezen (mens of God) is een vrije oorzaak. De onuitgesproken vooronderstelling van positie 1 is, dat er alleen maar natuurlijke oorzaken mogelijk zijn. Waarom zouden echter sommige standen van zaken niet rechtstreeks door een vrije oorzaak (i.c. God) kunnen zijn gerealiseerd, buiten de natuurlijke oorzaken om? 2. ‘Wonderen hebben ooit plaatsgevonden, maar nu niet meer.’ Deze positie is te vinden in de gereformeerde traditie. De 17e-eeuwse theoloog Gisbertus Voetius
meende dat er sinds ergens in de derde of vierde eeuw geen wonderen meer plaatsvinden.3 Want wonderen zijn ‘uitzonderlijke zichtbare tekenen (Grieks: semeia) om de waarheid van Gods woorden te onderstrepen’. Voetius gaf dus een strikte omschrijving van wonderen – zelfs zo strikt dat hij noch de geboorte noch de wedergeboorte als een wonder beschouwde. De geboorte niet (want die is niet uitzonderlijk) en de wedergeboorte ook niet (want die is niet zichtbaar). God werkt zeker ook nu nog, maar niet meer op wonderbaarlijke wijze. 3. ‘Wij zijn nooit in staat om vast te stellen of iets een wonder is.’ Deze derde positie richt zich op het onderkennen van een wonder. Zijn wij, met onze beperkte diagnostiek, wel ooit in staat om te concluderen dat er een wonder heeft plaatsgevonden? Juist voor christenen is het erg belangrijk om niet te snel te roepen: ‘Wat een wonder!’ Er zijn tragische gevallen bekend van geclaimde wonderbaarlijke genezingen, die later toch onjuist zijn gebleken. Verder is het goed mogelijk een bepaalde situatie vrijuit als onverklaarbaar te erkennen, zonder dat dit tot de conclusie moet leiden dat het dús een wonder is. Met de wonderen van bijvoorbeeld Jezus lag het anders. Daarbij is de religieus-culturele context doorslaggevend om de gebeurtenis als een wonder te beschouwen (niet de gebeurtenis zuiver op zichzelf). Dat een blinde ziende werd meteen nadat Jezus zei: ‘Word ziende!’ is minstens zo belangrijk als het feit zelf dat hij weer zag.4 Kortom, het is belangrijk twee uitersten te vermijden. Christenen erkennen de mogelijkheid en de feitelijkheid van wonderen. Zij weigeren om, meegaand in een naturalistische wereldbeschouwing, wonderen per definitie als onmogelijk te beschouwen. Maar tegelijkertijd zijn zij erg voorzichtig om iets als een wonder te bestempelen. Zowel bijbelse, heilshistorische, kentheoretische en diagnostische overwegingen spelen hierbij een rol. n Noten 1. John Earman, Hume’s Abject Failure: The Argument Against Miracles (Oxford: OUP, 2000). 2. James Porter Moreland and William Lane Craig, Philosophical Foundations for a Christian Worldview (Downers Grove: InterVarsity Press, 2003), 567. 3. Aza Goudriaan, Reformed Orthodoxy and Philosophy, 1625-1750: Gisbertus Voetius, Petrus van Mastricht, and Anthonius Driessen (Leiden: Brill, 2006), 197–205. 4. Moreland and Craig, Philosophical Foundations, 569.
Column
FRANK VISSCHER is als neuroloog en
kinderneuroloog verbonden aan het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis te Goes
Doodvonnis 1 In een vorige column had ik het over een patiënt met ALS die moeite had om te sterven, omdat hij niet zeker wist of heil in Jezus Christus ook voor hem was. Deze week had ik een tegengestelde ervaring. Een zeventiger, type zeebonk, was bij ons opgenomen met een dubieuze hersenmetastase. Hij bleek longkanker te hebben en op de CT-thorax waren ook ribmetastasen te zien. Een echo buik toonde levermeta’s, kortom: medisch gezien hopeloos. We probeerden nog wel een palliatieve chemokuur, maar naar de eerste keer bleek dat hij er alleen maar slechter van werd. Er ontstond een linkszijdige verlamming en hij raakte bedlegerig, dit alles in een periode van 1 week. Die ochtend had ik een gesprek met hem. Ik zei dat er geen genezing meer mogelijk was en dat er ook geen mogelijkheden meer waren om de kanker te bestrijden. Wel konden we heel wat doen aan pijn, benauwdheid en angst. U kent dit soort slecht nieuws gesprekken. Je went er nooit aan, aan dit soort doodvonnissen. Ik vroeg hem, in aanwezigheid van coassistent en broeder, of hij kon sterven, of hij alles gezegd had én recht gezet had. Dat was zo. Bij navraag had hij geen enkele doodsangst. “Dan is alles voorbij’. Ik vroeg hem of hij geloofde in iets of iemand, maar dat was niet het geval. In een poging nog wat ‘religie’ aan te bieden vroeg ik of hij niet wilde spreken met één van onze geestelijke verzorgers. Ook dat was niet nodig. We zijn maar weer rustig weggelopen.
Doodvonnis 2? Christenen over de hele wereld belijden dat er maar één Weg, Waarheid en Leven is: de Here Jezus. Dat geldt toch ook voor deze man? Had ik wat moeten zeggen, had ik moeten getuigen? Komt er nu binnenkort een tweede doodvonnis voor deze man. Serieuze christenen geloven toch niet in de Alverzoening? Een evangeliserend gesprek zou geen voedingsbodem hebben gehad en zelfs misplaatst zijn. Ik wil wel een pijnstiller voorschrijven (het Evangelie), maar de patiënt heeft helemaal geen pijn (want geen enkele doodsangst)! Ik denk dat veel missionair werk in onze samenleving stuk loopt op wat hier gebeurde: geen belangstelling, want er wordt geen nood gevoeld. Onze predikant vergeleek het wel eens met het verkopen van koelkasten aan Eskimo’s. Bij alle missionaire drang is dit doorgaans de realiteit. Ik denk vaak aan de opdracht van Dietrich Bonhoeffer: ‘Bidden, wachten en het goede doen.’ n
IDDG n SEPTEMBER 2012
Evidence based Christianity
13
Van de bestuurstafel
Woord voor de arts
PAUL LIEVERSE, voorzitter CMF-nederland
Nog eens een nieuw bestuurslid In juni stelde zich via IDDG de ervaren tropenarts Bert Nanninga voor als nieuw bestuurslid. In dit nummer weer een nieuw gezicht, de jonge arts Willem Lock uit Rotterdam, die in Zeeland werkzaam is; zie verder dit IDDG. De bespreking in het bestuur over doel en strategie van onze vereniging waar we juist mee bezig zijn, wordt daarmee verbreed naar een verdere taakverdeling.
Groei in samenwerking met andere organisaties In het vorige ‘Van de bestuurstafel’ vertelden we al van de geleidelijke toenadering tot elkaar van diverse organisaties. Daarover deze keer iets meer informatie. Zoals al vaker genoemd weet men ons steeds vaker te vinden, voor van alles en nog wat. Dat varieert van meedenken in bijvoorbeeld een uitgave over zwanger-
ALFRED TEEUW is specialist ouderengeneeskunde in Ridderkerk en theoloog
schap of het schrijven van een boekrecensie tot deelnemen in symposia tot het verzorgen van spreekbeurten. Voordeel hiervan is het verbreden van een netwerk dat wederzijds verrijkend is. Ook is het fijn dat we zo een bijdrage kunnen leveren voor nieuwe doelgroepen. Maar er is een andere kant: het dwingt tot kiezen en regelmatig moeten we NEE verkopen waar we eigenlijk best zouden willen meedoen. Daarom herhalen we nog eens de oproep van de vorige keer: Denkt u hierin misschien een bijdrage te kunnen hebben, neem dan eens contact op zodat we u hier meer over kunnen vertellen. Dat mag vrijblijvend, al is het maar om uw belangstelling te noteren voor het geval er iets passend langskomt. Contact opnemen kan via het kantoor. Onze secretarieel medewerker weet u dan met wie u verder kunt spreken. n
De tijd dat we overgeleverd waren aan de grillen van de natuur ligt achter ons. We hebben steeds meer de regie in handen, denken we. Met computers berekenen we kansen, met gentechniek creëren we de nieuwe mens en met nano-geneeskunde bannen we de laatste ziekten uit. Alles wordt maakbaar en stuurbaar. Dat de EUR sinds kort een leerstoel maakbaarheid heeft (prof. Maartje Schermer) past helemaal in deze ontwikkeling. Maar wat is de drive achter deze maakbaarheid?
Maakbaarheid, een uiting van 666? Ik merk allereerst op dat veel van deze ontwikkelingen ons tot zegen zijn geweest. Maar is dat het enige? Is de geest van maakbaarheid ook een uitingsvorm van een antichristelijk macht? Zit er iets achter van ‘als God willen zijn’?
De inhoud van het boek komt daarmee overeen. De kennis van de wetenschap zal steeds verder toenemen, aldus Kac, zodat straks ‘het heelal vol zal zijn van de kennis van de mens’. Wie Jesaja 11:9 hier naast legt, ziet een opmerkelijke parallel,‘want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE’
Clonaid
IDDG n SEPTEMBER 2012
Even voorstellen: Willem Lock
14
Beste leden van CMF Nederland. Sinds afgelopen juni ben ik lid van het bestuur en wil me graag aan jullie voorstellen. Ik ben Willem Lock, 26 jaar oud. Ik heb mijn Geneeskundestudie in Rotterdam gedaan en deze afgelopen december, met het afleggen van de eed, afgerond. Naast Geneeskunde heb ik ook de Research Master Clinical Epidemiology gevolgd en ben ik gestart met de Bachelor Wijsbegeerte van de Geneeskunde. De laatste studie heeft stil gelegen tijdens het coschappen lopen en het beginnen met werken, maar deze wil ik in de nabije toekomst graag weer oppakken. Momenteel ben ik werkzaam als poortarts op de SEH van het Admiraal de Ruyter ziekenhuis in Goes en Vlissingen. Een zeer leerzame werkomgeving en een prachtige inleiding op het werkzame leven van een arts. Hoe mijn artsenbestaan er hierna uit zal gaan zien, is voor mij nog niet helemaal duidelijk. Enerzijds zit ik sterk te denken aan psychiatrie.
Maar – als kind opgegroeid in Papua, Indonesië – trekt het werk in de tropen mij ook erg. Wie weet zie ik een mogelijkheid om deze twee te gaan combineren. In mijn studententijd heb ik met enige regelmaat de CMF avonden in Rotterdam en enkele studentenweekenden bezocht. Deze zijn mij altijd erg goed bevallen en toen de vraag kwam of ik via het bestuur iets wilde teruggeven aan CMF heb ik daar niet lang over hoeven nadenken. Ik ben niet met een duidelijke taakomschrijving in het bestuur gekomen. In het begin zal ik mij sowieso richten op de doelgroep waar ik zelf toe behoor, namelijk de arts-assistenten. Dit wil ik onder andere doen door de komende tijd een arts-assistentenkring c.q. coassistentenkring op te richten in Rotterdam. Interesse, vragen of tips? Schroom dan niet om contact met mij op te nemen (
[email protected]). n
Nanotechnologie Ander voorbeeld. Dat gen- en nanotechniek de wereld hebben veranderd, hoeft geen toelichting. Eduardo Kac, die zichzelf omschrijft als een ‘transgenic artist’ of ‘bio artist’, zoekt naar de betekenis van al deze ontwikkelingen. Hij doet dat niet alleen op (bizarre) kunstzinnige wijze, maar ook beschrijvend in zijn boek ‘The eighth day’. En opnieuw is de titel opvallend. Geloven we als christenen dat God alle dingen in zeven dagen ‘goed en volmaakt’ heeft geschapen, de moderne wetenschap zal het scheppingswerk afronden en voegt er een achtste dag aan toe.
Tegen deze achtergrond is het niet vreemd dat het maakbaarheidstreven soms wordt geduid als een uiting van 666, het getal van het beest (Openb.13.18). Ik besef dat deze interpretatie lastig is en onvoldoende recht doet aan een goede exegese van dit Bijbelvers. Want in alle eeuwen hebben christenen varianten van 666 waargenomen. De eerste christenen dachten bijvoorbeeld aan keizer Nero. Met ingenieus rekenwerk wisten ze dat te onderbouwen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat daar bijna hogere wiskunde voor nodig is. Want je moet Nero wel op zijn Grieks schrijven (Neron) en daarna naar het hebreeuws transponeren. Vervolgens moet je aan de letters de hebreeuwse getalswaarde toekennen en, omdat het getal nog steeds niet klopt, de Griekse letters KSR (van keizer) toevoegen. Pas dan kom je uit op 666. Met een beetje goede wil en slim rekenwerk kun je je eigen naam ook op 666 laten uitkomen. Dus laten we voorzichtig zijn.
Apple Maar dan nog blijft de prijs van de eerste Applecomputer merkwaardig. Zoals de lezer misschien wel weet zag de bedenker van de eerste Apple, Steve Wozniak, de computer als leuk instrument voor eigen gebruik. Zijn vriend, de bekende Steve Jobs, zag meer mogelijkheden en adviseerde de computer in productie te doen en te verkopen. Tegen welke prijs? 666,66 Amerikaanse dollar. n
IDDG n SEPTEMBER 2012
Introductie
Denk bijvoorbeeld aan de discussie rond het klonen van mensen. Op 27 december 2002 beweerde Brigitte Boisselier dat ‘gisteren de eerste gekloonde mens is geboren’. Boisselier is wetenschappelijk medewerker van firma Clonaid, een uiterst dubieuze organisatie ergens op de Bahama’s, dat zich geheel onttrekt aan internationale wetgeving. De bevalling verliep voorspoedig, het kind is kerngezond en de moeder is een 31-jarige Amerikaanse, aldus Boisselier. De geboortedag is opvallend, afgezien dat het feit discutabel is. Viert de christelijke wereld op eerste kerstdag de komst van de Verlosser, firma Clonaid voegt er op tweede kerstdag een menselijke verlosser aan toe. Het moderne kerstkind moet verbeteren wat het Bijbelse Kind niet bereikte: de weg naar aardse onsterfelijkheid.
15
Controversen RICHARD HARTING
Bidden met zieken
De cijfers De afgelopen maanden kon op de CMF-site gereageerd worden op een aantal stellingen. Uit de reacties blijkt dat het merendeel van de artsen binnen de CMF wel eens bidt voor hun patiënten. Want dit zegt 68% van degenen die dit voorjaar de enquête beantwoordden naar aanleiding van de vraag: ‘Bidden voor patiënten doe ik.. in mijn stille tijd zonder er met patiënten over te spreken’. Hiermee zegt de meerderheid van de artsen, die de vraag op de website beantwoordden, ook dat het gebed voor zieken een privé zaak is. Verder zegt ongeveer 22% van de invullers vaak voor hun patiënten te bidden en dit ook aan hun patiënten bekend te maken. Van de in totaal 90% van de artsen die voor hun patiënten bidden is er 7% die zegt dit ook met hun patiënten te doen. Hier tegenover staat ongeveer 10% die zegt dat ze nooit voor hun patiënten bidden omdat ze hun werk gescheiden willen houden van hun persoonlijk gebed.
Wat mag je uit deze cijfers, gebaseerd op 155 stemmen, concluderen? Statistisch heel weinig: op grond van welke selectie bijvoorbeeld hebben deze 155 mensen gereageerd? Hoeveel waren er huisarts? Het zou me niet verbazen wanneer dit nog een positieve selectie is, want iedereen die weinig met dit onderwerp te maken heeft reageert waarschijnlijk niet. Als je dit soort dingen bedenkt mag je zeggen dat ongeveer 90% van ‘waarschijnlijk artsen met een actief christelijke achtergrond’ voor hun patiënten bidt en 10 % niet. Daarvoor is een enquête niet nodig. Dat wisten we wel. Christenen horen te bidden en christelijke artsen doen dat voor hun patiënten. Maar bidden met zieken is kennelijk voor velen een riskante zaak: slechts 22% vindt dat hun patiënten dit ook af en toe mogen weten. En slechts 7% vindt gelegenheid om dit ook samen met hun patiënt te doen.
68,4% In mijn stille tijd zonder er met patiënten over te spreken 14,2% Vaak, en ik zeg patiënten zo nu en dan dat ik voor ze bid
16
9,7%
Nooit, hier wil ik werk en privé gescheiden houden
7,1%
Vaak, soms ook terwijl de patiënt erbij is
0,6%
vaak, en ik noem dit regelmatig naar patiënten
- Rolverwarring. Mensen gaan je spontaan ‘dominee’ De kerk vroeger en de kerk nu noemen. Ik vraag mij af hoe deze cijfers eruit zouden zien wan- Noodmiddel. Je hebt nog niet alles op het medische neer in de kerken van onze tijd een zelfde theologie vlak gedaan wat nodig is en bidden verwordt tot en praktijk had geheerst als in de eerste eeuwen na een panacee. Christus. Een theologie die zegt dat een kerk ketters is - Spanningveld. Als je bidt tegen de ziekte, hoe kan je als ze de waarheden die ze belijdt niet kan staven met dan vervolgens werken aan de acceptatie daarvan? feitelijke genezingen, bevrijding van boze geesten en het vrijzetten van de kracht van het evangelie. Dit was Kansen in die eerste eeuwen de ‘benchmark’ van orthodoxie. Ik wil graag een paar redenen noemen om wel te bidIk verwijs hierbij naar de lezing van ds. Mart Jan Paul den met patiënten en binnen welke context dit past. op het CMF voorjaarscongres dit jaar. - Heel de mens. Allereerst denk ik, dat het Als het in ons kerkelijk leven gewoon je tot een completere arts maakt. Eén die zou worden zijn dat er wonderen kunnen vanuit het geest- ziel-lichaam model de gebeuren en we niet direct onze medische patiënt benadert. wetenschappelijke bril op hoeven te zetten - De totale context meenemen. Sommige om alsnog een natuurlijke verklaring te vinpatiënten gaan liever naar de homeopaat, den, dan zouden de cijfers er wel eens heel natuurgenezer, orthomoleculair geneesanders uit kunnen zien. kundige of paranormaal beurs dan dat ze Wij hebben moeite om te geloven in medicijnen voorgeschreven krijgen. wonderen: ‘there is no such thing as a n Richard Harting Juist deze mensen zijn geschikt om te miracle’ is het adagium van vandaag. En is huisarts in vragen of we voor hen mogen bidden als we maken er een theologie van ‘voorkom Veenendaal het om een chronische ziekte gaat waar van teleurstelling’: Jezus geneest maar niet nu alles aan gedaan is. Gebed om inzicht, hoop, kracht, het volmaakte moet nog komen. Of ‘God geneest bij hulp in de naam van de Heer die hemel en aarde voorkeur niet, want door ziekte worden wij sterker’: ‘If gemaakt heeft (Ps121v2). Bij gelovigen bid ik vaak it doesn’t kill you, it makes you stronger’. Je vraagt je een Psalm en pas het toe op hun situatie. Luisterend dan af wat mensen die dit alles geloven eigenlijk nog in en profetisch bidden kan hierbij tot hulp zijn de spreekkamer van de dokter doen. - Zijn goedertierenheid is machtig over ons. Genezing van chronische ziekte is (nog) een zeldzaamheid. En Risico’s laten we eerlijk zijn, onze ‘geneesmiddelen’ genezen Daarnaast hebben we natuurlijk als arts enkele problezelden. We laten ons te vaak ‘besmetten’ met gevoemen wanneer wij bidden met onze patiënten: lens van wanhoop die met sommige ziekten gepaard - Distantie. Je komt behoorlijk dichtbij en waar is dan gaan. Daarom is onze hoop, troost en barmhartighet ‘behoud van distantie’? heid een geweldige hulp. Psalm 117 zingt: ‘Want zijn - Klacht. Er is een risico dat je niet binnen de context goedertierenheid (mercy, loving-kindness, trouw, van de arts-patiënt relatie bidt, zodat deze je aanklaagt.
>>
IDDG n SEPTEMBER 2012
Gedachten bij reacties op stellingen op de CMF-site
17
Jezus was bewogen met de scharen en er gebeurde wonderen: Hij zag hun probleem en delegeerde zijn gezag aan Zijn discipelen om er iets aan te doen: ‘geef gij hun te eten’ (Matth. 14:16). En toen zij dit nog niet zo goed begrepen hadden testte Hij hen opnieuw door ze in een zware storm te dwingen (Matth.14:22). De verharding van ons hart ontstaat wanneer wij niet meer in staat zijn te midden van een evident wonder God de eer te geven. In Matth. 9:35,36 leidt bewogenheid (‘ontferming’) over gejaagdheid en moeheid tot uitzending van de discidisci pelen. In Lucas 7:13,14 leidt bewogenheid over een ‘sterfgeval’ tot opwekking van de dode. Context Dit is de arts-patiënt relatie. Primair gaat het om de hulpvraag van de patiënt. Dat moeten wij respecteren door deze vraag te exploreren en te beantwoorden. De relatie betekent kennis van de achtergrond, het geloof, en de verwachting van de patiënt. In die context kan bidden met de patiënt een plek hebben. n
Buitenlandse zaken JAN VAN DIJKEN
IDDG n SEPTEMBER 2012
Er is belangrijk nieuws over de locatie van de 15e ICMDAwereldconferentie! Eerder schreef ik al over de eisen waar de locatie aan moet voldoen: een goede prijs-kwaliteitverhouding, een voldoende grote zaal voor de plenaire sessies, flink wat kleine zaaltjes voor de seminars en workshops, een ruimte of ruimtes waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en een kop koffie kunnen drinken, ruimtes om met elkaar te eten, etc. Best een ingewikkelde klus. Nadat we gekozen hadden voor de campus ‘Woudestein’ van de Erasmus Universiteit Rotterdam, bleek er toch een aantal onoverkomelijke bezwaren te zijn. Eén van de belangrijkste bezwaren was het feit dat er gedurende de periode van het congres examens gehouden zullen worden – wat nogal wat beperkingen zou kunnen opleveren voor ons congres. Daarnaast waren er zorgen over de capaciteit.
18
Verschillende opties zijn onderzocht, en we gaan er vanuit nu de definitieve locatie gevonden te hebben in De Doelen! Een heel mooi congrescentrum, midden in het centrum van Rotterdam. Een plek met voldoende ruimte, veel kleine zalen, fantastische bereikbaarheid met het openbaar vervoer, èn letterlijk meer ruimte voor fellowship. De Doelen gaat in deze periode speciaal voor de ICMDA-conferentie open. Er worden geen andere evenementen georganiseerd,
dus dat betekent ook veel flexibiliteit in de organisatie. En de kosten blijken vergelijkbaar met die van ‘Woudestein’! Wat zou het mooi zijn als er veel mensen naar het congres zouden kunnen komen. Eerdere congressen waren steeds een grote bemoediging voor de deelnemers, en vanuit de congressen zijn er nieuwe lokale en landelijke bewegingen ontstaan. In Nederland hebben we een relatief grote vereniging, maar er zijn veel landen, ook in Europa, waar nog geen gestructureerd samenkomen van christen-artsen en –studenten bestaat. Vooral artsen en studenten uit deze landen zouden we de kans willen geven naar de conferentie te komen. Het hoeft geen betoog dat een dergelijk groot festijn in Nederland organiseren, een kostbare zaak is. Uiteraard kijken we bij elke beslissing die we als comité nemen naar de financiële haalbaarheid ervan. Maar om de conferentie betaalbaar te houden, proberen we ook de inkomenskant te verbeteren: welke fondsen kunnen we aanboren die de conferentie financieel willen ondersteunen? Als u daarvoor suggesties heeft, horen we het graag. Het is een goede investering in Gods koninkrijk!
[email protected]
n
Oor, oog & blik MARLEEN BUIJS
Regelmatig verschijnen er films en documentaires, die maatschappelijke ontwikkelingen in beeld brengen of die een proefballon oplaten over eventuele toekomstige scenario’s binnen de geneeskunde en de gezondheidszorg. Niet zelden vormen deze producties aanleiding tot gesprek en debat in het publieke domein over ethische vraagstukken, zoals: wat betekent het om mens te zijn, wat is goed leven en wat is goed sterven, welke nieuwe mogelijkheden biedt de voortschrijdende medische wetenschap en welke grenzen moeten we in acht nemen? In deze rubriek vindt u een thematische selectie van films, documentaires, radiofragmenten, tentoonstellingen, krantenartikelen etc. die prikkelen tot nadenken over medisch-ethische thema’s en de cultuur waarin we leven en werken. Van ‘klassiekers’ tot recent verschenen projecten. Deze keer:
De maakbare mens? Film: Gattaca De intrigerende sciencefictionfilm Gattaca voert je mee naar een wereld waarin het van levensbelang is om met de juiste genen ter wereld te komen: levensduur, succes, en maatschappelijke status worden erdoor bepaald. Eugenetica is in Gattaca de normaalste zaak van de wereld, ieder echtpaar met een kinderwens selecteert samen met de geneticus om de hoek via preimplantatie genetische diagnostiek een kind met perfecte genetische eigenschappen. Hoofdpersoon Vincent is een van de laatste kinderen die zonder tussenkomst van genetici is verwekt. Minuten na zijn geboorte wordt via een eenvoudige DNA test al duidelijk dat hij 99% kans heeft op een ernstige hartafwijking, en zijn gemiddelde levensverwachting ligt rond de 30 jaar. Daarbij heeft hij ook slechte ogen. Hevig geschrokken besluit zijn vader dat hij de familienaam liever reserveert voor een volgend, gezond kind. Door zijn genetische onfortuinlijke eigenschappen behoort Vincent automatisch tot de maatschappelijke onderklasse (‘the in-valids’), gedoemd om het vuile werk op te knappen, trappen dweilen op ruimtebasis Gattaca bijvoorbeeld. Vincent weigert zich neer te leggen bij zijn lot. Zijn droom is om als ruimtevaarder naar Saturnus af te reizen. Hij zal als ‘in-valid’ echter nooit door de zware selectie komen. Vincent komt in contact met een handige zakenman die handelt in identiteiten. Ene Jerome Marrow, een voormalig sportman met een genetisch profiel om van te dromen, heeft door een ongeluk een dwarslaesie opgelopen.
Vincent en Jerome komen overeen om te wisselen van identiteit, zodat Vincent in opleiding kan komen bij het elitaire ruimtevaartinstituut Gattaca. Dat lukt. De persoonsfraude is een arbeidsintensief werk voor beide mannen. De identificatiesystemen binnen Gattaca maken namelijk gebruik van vingerafdrukken, bloed, urine en hartslag. Vincent leeft in een voortdurende angst ontmaskerd te worden als ‘in-valid’. Vincent wordt geselecteerd voor een prestigieuze ruimtemissie naar Saturnus. Alles lijkt volgens plan te verlopen. Vlak voor de lancering wordt er echter een hoge functionaris vermoord. In het politieonderzoek wat volgt op de moord, wordt een wimper van Vincent gevonden. Hierdoor dreigt zijn ware genetisch inferieure - identiteit te worden onthuld… Bepalen genen je identiteit, je lot? Het motto van Gattaca spreekt voor zich: “Tthere is no gene for the human spirit”. De film stelt belangrijke morele vragen over (voortplantings)vrijheid, identiteit en rechtvaardigheid die zeker in de voortplantingsgeneeskunde steeds belangrijker zullen worden. De sciencefictionwereld van Gattaca confronteert je als kijker met de vraag of pre-implantatie genetische diagnostiek, bedoeld om ernstige ziekten en aandoeningen te voorkomen, überhaupt moreel aanvaardbaar is en of de techniek niet subtiel grenzen verlegt in het denken over en streven naar een ‘perfecte mens’. Het blijft spannend welke rol de toenemende kennis over het menselijk genoom in de toekomst zal spelen, ook als het gaat over zaken zoals identificatie, identiteit en privacy. Gaan we richting een wereld naar het model van de dystopische ruimtebasis Gattaca? Filmgegevens: “Gattaca”, regisseur: Andrew Niccol, cast: Ethan Hawke, Jude Law, Uma Thurman, 1997
IDDG n SEPTEMBER 2012
altijd durende nooit opgevende liefde) is machtig over ons’. Barmhartige liefde is niet machteloos maar vindt creatieve wegen om een patiënt te bemoedigen. Een van die wegen is gebed en praktische tekenen van bewogenheid in bijvoorbeeld palliatieve zorg. - Ontferming leidt tot daden. God is werkelijk bewogen met deze wereld.
19
Beschouwing PAUL LIEVERSE is anesthesioloog-pijnspecialist
Afgelopen week kwam het rapport ‘Sterfgevallenonderzoek 2010’ uit. Direct erna waren er in diverse media optimistische geluiden te horen zoals ‘Euthanasiewet zorgt niet voor meer euthanasie’, ‘Hellend vlak bestaat niet’ en ‘Internationale angst ongegrond’. Waarover ging dit onderzoek, en zijn deze koppen een juiste weergave van de medische praktijk rondom het levenseinde?
Aantal gevallen euthanasie groeit juist wel nu zoal uit dit onderzoek en hoe verhoudt zich dat met gegevens die op andere manieren te verkrijgen zijn? In dit onderzoek is niet alleen euthanasie onderzocht maar ook andere ‘medische beslissingen rond het levenseinde’. Daarmee worden behalve (1) euthanasie ook bedoeld: (2) hulp bij zelfdoding, (3) opzettelijk levensbeëindigend handelen zonder uitdrukkelijk verzoek van de betrokkene, (4) intensivering van pijn- of symptoombestrijding met mogelijke bespoediging van het levenseinde, (5) niet-instellen of staken van een potentieel levensverlengende behandeling.
IDDG n SEPTEMBER 2012
Overigens is ondraaglijk en uitzichtloos lijden een subjectief begrip
20
Het onderhavige onderzoek ‘Sterfgevallenonderzoek 2010’ is er een in een reeks van vijf, waarvan de eerste in 1990 werd uitgevoerd. Dit vijfde onderzoek is volgens de onderzoekers echter beperkter in opzet dan de vorige. Maar net als de eerdere is het gebaseerd op een steekproef, namelijk 8000 sterfgevallen in de periode augustus tot september 2010, die met hulp van het CBS werden gekozen. Van deze sterfgevallen werden de betrokken artsen schriftelijk geënquêteerd over aspecten als mogelijke levensverkorting en de besluitvorming die daaraan vooraf was gegaan. Het responspercentage was 74% en betrof dus ca. 6000 sterfgevallen. Wat blijkt
Meestal worden 1 en 2 samen beschouwd. En hoewel we er in Nederland bijna aan gewend zijn geraakt, gaat het in al die gevallen om trieste situaties. Volgens dit onderzoek betrof dat 2,8% van alle overlijdens en verschilt dat weinig van de meting in 2001 – kortom ‘met Euthanasiewet niet meer euthanasie’. Dit staat haaks op de bevindingen uit een andere bron, de Jaarverslagen van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE), die vanaf 2002 verschijnen en álle gemelde euthanasieën betreffen. Daaruit blijkt een aanvankelijke stabiele situatie wat het aantal euthanasieën betreft (in 2002 tot en met 2006 ca. 1880 gevallen per jaar) en daarna een steeds snellere stijging tot 3136 gevallen in 2010 – een stijging van 19% en opzichte van het jaar ervoor. Uit de mond van leden van de toetsingscommissies is op te tekenen dat zij het werk nauwelijks aankunnen, er lange wachtlijsten voor beoordeling ontstaan, en dat er geworven moet worden
voor nieuwe leden. Dat er sprake is van een hellend vlak blijkt echter niet alleen uit deze cijfers maar veeleer uit de besluitvorming die erachter schuil gaat. Er blijkt uit de Jaarverslagen van de RTE sprake te zijn van opschuiven van de beoordeling van wat zij als ‘zorgvuldig’ afgeven. De lobbybeweging Uit Vrije Wil maakt hier gebruik van door ervoor te pleiten om hulp bij zelfdoding mogelijk te maken voor wie meent ‘klaar met leven’ te zijn. De zaken 3, 4 en 5 hebben alle iets te maken met het levenseinde maar zijn ethisch beschouwd geheel verschillende zaken. Het punt 3, levensbeëindigend handelen zonder verzoek van de patiënt, komt dicht bij doodslag. Ook spreekt het rapport over het hoge percentage gevallen waarin gesedeerd werd (12,5%), waarbij het overlijden trouwens opvallend snel plaatsvond, in meer dan de helft van de gevallen al binnen een dag. Maar iets heel anders is punt 5, niet behandelen of stoppen met behandelen, dat een heel evenwichtig besluit kan zijn. Er kan namelijk een situatie ontstaan waarbij erkend wordt dat de ongeneeslijke ziekte niet meer te genezen is, hooguit het overlijden iets uit te stellen, en waarbij het behandelend team zich moet beperken tot lijden-verlichtende maatregelen (pijn, kortademigheid, onrust enz.). Het is dus riskant om te spreken over het containerbegrip ‘medische beslissingen rond het levenseinde’ alsof ze ongeveer allemaal op hetzelfde neerkomen. Een ander bezwaar tegen dit containerbegrip is dat het lijkt alsof dit samen de besluiten zijn waarom het gaat. Terwijl andere medische besluiten voor mensen in de laatste levensfase van minstens even groot belang zijn. Daarbij is te denken aan wel of niet behandelen, waarvoor gesprek nodig is over welke medische scenario’s daarbij denkbaar zijn, en hoe de laatste levensfase zo goed mogelijk te laten zijn.
Medische afwegingen zijn hierbij niet goed te scheiden van die op psychosociaal en spiritueel vlak. Nog een suggestie die uit dit rapport komt en waar sommige media mee kwamen is de levensbekorting die veroorzaakt kan worden door intensivering van pijn- en symptoomcontrole, nummer 4 van het rapport. Deze formulering kan misverstanden veroorzaken. Men kan eruit verstaan dat behandelingen ondeskundig uitgevoerd worden en daardoor onveilig zijn. Maar men kan ook concluderen dat er sprake is van moedwillige overdosering, bv. onder het mom van pijnbestrijding. Maar in beide gevallen geeft dat een slechte naam aan effectieve pijnbehandeling en andere vormen van palliatieve zorg. Deze zijn namelijk niet alleen op humane gronden noodzakelijk – om het lijden van een medemens te verlichten – maar bovendien blijken ze nogal eens levensverlengend te werken. Je zou hier kunnen spreken van ‘onbedoelde levensverlenging’. Wel de beperkte risico’s suggereren op levensbekorting is dus schadelijk omdat het wantrouwen creëert richting deskundige palliatieve behandelaars. Zeer binnenkort komt het Jaarverslag 2011 van de RTE uit. Het valt te verwachten, ja, te vrezen, dat er opnieuw een stijging van het aantal euthanasieën te betreuren is. Te betreuren om het leed dat erachter schuil gaat, van patiënt, familie en naasten, maar ook van het behandelend team. De deur verder openen voor euthanasie door geruststellende uitingen zoals de laatste dagen te horen waren (‘het valt wel mee’), maakt het leed nog groter omdat het de stimulans ontneemt om zich meer in te spannen voor goede palliatieve zorg. bronvermelding: Friesch Dagblad 13 juli 2012
n
IDDG n SEPTEMBER 2012
In 2001 werd in Nederland de Euthanasiewet aangenomen, zoals deze meestal wordt genoemd, en deze trad in 2002 in werking. In de periode daarvoor werd in Nederland ook al euthanasie toegepast, maar de arts die dat deed was formeel strafbaar. In de praktijk bleef het echter altijd bij proces-verbaal opmaken en een aantal weken wachten op de beslissing van de officier van justitie: gewoonlijk een seponeren van de zaak. De wet veranderde dat in zoverre dat sinds die tijd een arts niet meer strafbaar is als hij zich houdt aan een aantal in die wet vastgelegde regels. Zo moet er sprake zijn van ‘ondraaglijk en uitzichtloos lijden’, moet er een tweede arts geconsulteerd worden en moet de arts de euthanasie erna laten beoordelen door een toetsingscommissie. Overigens is ondraaglijk en uitzichtloos lijden een subjectief begrip. En ook blijken tweede mening-artsen te kunnen verschillen of aan de vereisten is voldaan. Verder hebben de toetsingscommissies nogal eens discussie of een euthanasie ‘door de beugel kon’. Dus al met al is de regelgeving op papier helderder dan in de praktijk.
21
echt op z’n Afrikaans. Ik zie het al in de Doelen gebeuren! De expressie en de vorm zijn zo anders dan wat wij gewend zijn. Je moet je dus wel aanpassen en concentreren op de kern en wat je samenbindt. Moeilijker vond ik het dat ze ook een vorm van healing ministry hadden die voor mij wel wat extreem was. Kijk iemand in de ogen, raak hem aan en bidt voor hem, dan geneest God hem. Duidelijk een grote invloed vanuit de charismatische- en pinkstergroepen. Er werd ook een seminar gegeven hoe je dit kon leren! Dat zie ik op onze CMF conferenties niet gebeuren en ik zou er zeker mijn bedenkingen bij hebben. Hierbij hoorde ook het spontaan naar elkaar toe gaan en voor elkaar bidden, voor je werk, voor succes in je studie, voor je CMF groep en het kennen van Gods wil. De organisatie was ook ongekend en dat werd duidelijk in hoe mensen aankwamen: laat in de avond, tot 3 uur in de ochtend omdat de bus een lekke band had en de aanhanger omgeslagen was. Het avondeten was er de eerste avond niet omdat de kookgroep uit Harare er nog niet was met de voorraden. De dagen daarop was
MARTIEN BAC
Verslag ICMDA Conferentie
in Zimbabwe
IDDG n SEPTEMBER 2012
Graag willen we jullie laten delen in een ongewone ICMDA conferentie die we afgelopen week mee maakten in Nyanga in Zimbabwe. Van 4-8 juli was er een conferentie met als titel ‘Fusion’, met deelnemers uit Malawi, Mozambique, Botswana, Namibië, Zambia en Zuid-Afrika. In totaal waren er ongeveer 250 mensen, voor het grootste deel studenten en jonge artsen. Het conferentieoord was nogal afgelegen en mensen werden met bussen aangereden uit Harare, wat ongeveer 3 uur rijden was. Zelf waren we vanuit Pretoria gaan rijden met een paar studenten, heen- en terugreis 2500 km. De wegen waren gelukkig goed en het grootste obstakel was de grens bij Messina. Deze was moeilijk om door te komen en het duurde ruim 3 uur met behulp van een ‘facilitator’. Dat is iemand die goed de weg weet tussen alle kantoren en balies en die je daarvoor dus betaalt. Het volgende obstakel was de vele snelheidscontroles en road blocks. Daar moesten we dus ook regelmatig betalen omdat ze beweerden dat we veel te hard reden. Eigenlijk moest ik gearresteerd worden en voor de rechter verschijnen!
22
Inspirerend De conferentie was naar onze Nederlandse maatstaven heftig en in het Engels ‘vibrant’. Er waren een aantal goede lezingen door artsen van medische faculteit uit Harare. Ik was onder de indruk van de toewijding en het uithoudingsvermogen van met name de kinderchirurg uit Harare, die de mentor van de studenten was over de afgelopen jaren. En dat waren geen makkelijke jaren, want in 2008 is de hele medische school voor 6 maanden gesloten omdat er geen geld meer was. Gevolg was dat de studenten hun toevlucht moesten nemen tot de medische faculteiten in Malawi en Zuid Afrika. In deze tijd is er een buitengewoon actieve CMF ontstaan in
nieuwe landen. Bijna zoals een zonnebloem die uit een pit groeit tot een grote prachtige zonnebloem, een lust voor het oog. Dat blijft echter niet zo: diezelfde zonnebloem wordt rijp en bruin en sterft af. Maar uit
De expressie en de vorm zijn zo anders dan wat wij gewend zijn het middageten meestal om 2 uur of later in plaats van 1 uur waardoor het hele middagprogramma opschoof. Het avondprogramma werd toen maar om half zeven gestart en het avondeten werd na het avondprogramma geserveerd in het donker, buiten, meestal rond een uur of tien. Dat was wel even wennen en omdat het koud en winters was, geen pretje.
Zimbabwe met een paar honderd leden, vooral jongeren. De CMF in Zimbabwe is actief betrokken bij allerlei projecten in de community, voor weeskinderen, daklozen, etcetera. Ik vond dat heel indrukwekkend, want dit was ook op vrij grote schaal: er waren 3000 kinderen die door deze projecten geholpen werden. Vanuit Zimbabwe werd er actief een nieuwe CMF opgezet, ondersteund in Malawi en Zambia. In Zuid Afrika gebeuren zulke dingen niet en dit was echt een eye opener voor ons.
Eigen ervaring Zelf heb ik gedeeld hoe ik bij de CMF gekomen ben in 1980 door een CMF conferentie in Rustenburg waar ik diep geraakt werd door de Bijbellezingen van Bob Foster. Dat was voor ons ook echt ‘fusion’ met elkaar en met God onder heel andere omstandigheden en in een CMF die toen nog voornamelijk uit blanke mannelijke dokters bestond die net zo toegewijd waren. Ik herinner me nog scherp zijn lezing over Markus 6, waar de spijziging van de 5000 beschreven wordt. Jezus ziet de mensen, voelt compassie met hen, leert de menigte, schakelt de discipelen in, gebruikt het weinige wat beschikbaar is, zegent dat en organiseert de mensenmenigte. Dan krijgt iedereen meer dan genoeg en blijft er nog over terwijl de discipelen mogen bedienen: Geven jullie hen te eten! Ongelooflijk wat God kan en wat Zijn zegen doet. Dit is ons tot vandaag toe bij gebleven en vaak is dat ook onze ervaring geweest in de afgelopen tientallen jaren.
Op z’n Afrikaans Dat is de ene kant van de zaak en dit enthousiasme werd op zeer luide manier gevierd met zang en dans,
De levenscyclus van een CMF en het belang van ‘fusions’ Mij is heel erg bij gebleven hoe de ICMDA groeit in
die bloem komen honderden pitten die weer nieuwe zonnebloemen kunnen geven op dezelfde en andere plaatsen. Zo is het met de CMF ook: nationale CMF’s gaan ook door dit proces en evenzo stedengroepen. Dat is in Europa niet anders met de oude CMF’s in West Europa en nieuwe CMF’s in voormalige Sovjet Unie. Daarom is het advies uit Prediker 11 vers 6 zo belangrijk: Zaai je zaad in de morgen en houd niet terug in de avond want je weet niet welk zaad zal ontkiemen. Dat is wat we zien gebeuren en het gaf ons diepe dankbaarheid, mede door verschillende getuigenissen van studenten over hoe hun leven veranderd was. Natuurlijk heb ik al vast het wereldcongres in 2014 aangekondigd en zoals het er nu naar uit ziet zullen er vast wel mensen uit Zimbabwe komen. Maar een dokter verdient op het ogenblik 200-400 dollar per maand terwijl het leven er duurder is dan in Zuid-Afrika. Dus je kunt je voorstellen dat het niet makkelijk zal zijn om de reis en registratie met verblijf bij elkaar te sparen. Daarom zal het goed zijn als er op tijd begonnen word met een beurzenfonds om het voor zoveel mogelijk mensen uit deze landen mogelijk te maken het wereldcongres in 2014 te bezoeken. Met hartelijke groet en van harte Gods zegen! Ik hoop dat er in de Nederlandse CMF ook veel ‘fusions’ zullen zijn met contacten binnen en buiten de CMF, waarbij veel energie vrij komt en nieuwe relaties ontstaan. Martien en Mies Bac wonen en werken in Zuid-Afrika. Martien was eerder voorzitter van CMF-Nederland. n
IDDG n SEPTEMBER 2012
Verslag
23
ARIE VAN DER ZWAN, neuroloog n.p. in Zwolle
‘Wij zijn ons brein’ is de provocerende titel van een recente bestseller. Het is een populair wetenschappelijk boek over de hersenen, geschreven door Dick Swaab1. Als directeur van het Nederlands Hersen Instituut gaf hij leiding aan microscopisch onderzoek van de hersenen van overleden mensen.
Wij zijn ons brein?
IDDG n SEPTEMBER 2012
Inleiding
24
De titel van het boek ‘wij zijn ons brein’ is al een uitdagende stelling. Bij het lezen daarvan is de eerste gedachte: Zou hij dat echt menen? Als ik aan mijn vrouw denk, komt mij geen orgaan van 1,5 kg witte en grijze stof voor ogen. De inleiding van het boek begint met: Alles wat wij denken, doen en laten, gebeurt door onze hersenen. De bouw van deze fantastische machine bepaalt onze mogelijkheden en beperkingen en ons karakter. Dat lijkt een conclusie van wetenschappelijk onderzoek. Maar het is een geloofsbelijdenis, of, anders gezegd, een werkhypothese. Die is bijna dezelfde als in de ‘Verhandeling over de mens’ van René Descartes. Dat boek verscheen in 1664, 14 jaar na zijn dood2. Descartes formuleerde het meer bescheiden: Je suppose que le corps n’est autre chose qu’une statue ou machine, que Dieu forme (Ik veronderstel dat het lichaam niets anders is, dan een bouwwerk of machine, die God maakt.) Door het lichaam als een machine te beschouwen is de geneeskunde in de afgelopen eeuw tot een enorme ontwikkeling gekomen. Tegelijkertijd voelt iedereen met zijn klompen aan, dat die zienswijze maar een deel van de werkelijkheid omvat. Gelukkig is ieder van ons meer dan wat wij bij een obductie of operatie van onze hersenen kunnen waarnemen. Het lijkt aannemelijk dat Swaab de stijlfiguur van de hyperbool gebruikt: Hij overdrijft om duidelijker te maken wat hij naar voren wil brengen. Zijn boodschap is op zichzelf schokkend genoeg. Zoals hij het verderop in zijn boek formuleert: Ons gedrag wordt voor een heel groot deel bepaald door de aanleg en vroege ontwikkeling van onze hersenen. Hij leidt daaruit de volgende slagzin af: De vrije wil is een prettige illusie. Dat is zijn tweede hyperbool. Want als ons gedrag volledig bepaald wordt door aanleg en vroege ontwikkeling, is niemand meer toerekeningsvatbaar. Een paar hoofdstukken verder neemt de schrijver dan ook wat gas terug door te stellen dat onze wil niet volledig vrij is.
Homoseksualiteit In 1990 vond Swaab bij toeval dat een kern in het
gebied onder de derde hersenholte groter is bij homoseksuelen dan bij heteroseksuelen. Dit betreft de nucleus suprachiasmaticus in de hypothalamus. Later werden ook andere anatomische- en functionele verschillen gevonden. Daarbij moet er wel rekening mee worden gehouden, dat er bij de mens een glijdende schaal is tussen de mate van homoseksualiteit en heteroseksualiteit, zoals bij links- en rechtshandigheid. Iemand kan dus meer of minder homoseksueel of heteroseksueel of beide zijn. In het erfelijkheidsonderzoek zijn er aanwijzingen gevonden dat de seksuele oriëntatie voor een deel genetisch bepaald is. Ook omstandigheden in de baarmoeder hebben invloed op de latere seksuele oriëntatie van de zich ontwikkelende vrucht. Swaab noemt de toegenomen kans op homoseksualiteit door verhoging van het bijnierschorshormoon cortisol van de aanstaande moeder tengevolge van stress. De waarnemingen van Swaab maken duidelijk, dat homoseksualiteit geen ziekte is, zoals ik nog in mijn opleiding leerde, maar een door aanleg en vroege ontwikkeling ontstane geaardheid, zoals bij voorbeeld linkshandigheid. Een andere vraag is of het praktiseren van homoseksualiteit als zonde moet worden beschouwd, zoals uit verschillende Bijbelteksten kan worden afgeleid: Leviticus 20:13: Wie met een man het bed deelt als met een vrouw, begaat een gruweldaad. Beiden moeten ter dood worden gebracht, en hebben de dood aan zichzelf te wijten. Romeinen 2:2: Wij weten, dat God hen die dergelijke dingen doen, terecht veroordeelt. Op grond van deze teksten zijn homoseksuelen in de kerk dikwijls heel onbarmhartig bejegend. Maar christenen vereren niet in de eerste plaats een boek, maar een persoon, namelijk Jezus Christus. Een zwak punt is daarbij wel, dat de informatie over dat geloof volledig uit de Bijbel komt. Als toetssteen voor wat in de Bijbel voor een christen normatief is, is de samenvatting te gebruiken, die Christus uit de Thora aanhaalt: heb God lief boven alles en je naaste als jezelf. (Marcus 12:28-
31; Deuteronomium 6:4-5, Leviticus 19:18) In het licht daarvan hebben de meeste christenen het kritiekloze aanvaarden van de slavernij, de lijfstraffen en de ondergeschikte positie van de vrouw in de Bijbel al achter zich gelaten. De veroordeling van de homoseksualiteit kan daar aan worden toegevoegd. Dat betekent wel, dat dan niet meer elke Bijbeltekst als Gods woord wordt beschouwd. Is de Bijbel dan alleen de neerslag van het geloof in vroegere tijden? Nee. Als christen kan de Bijbel ook als de liefdesbrief van God worden gelezen. Daaruit is niet alleen te leren, wat mensen vroeger over God dachten, maar ook hoe God vroeger met mensen omging. Op die manier kan de Bijbel een spiegel en richtsnoer zijn. Wat over de homofilie is gezegd, lijkt ook te gelden voor de pedofilie. Dat kan het oordeel matigen over men-
Swaab: De vrije wil is een prettige illusie sen met deze seksuele gerichtheid. Maar met de net genoemde grondregel uit de Thora kan het praktiseren hiervan niet worden toegestaan, omdat het kinderen psychisch beschadigt. Een goed sociaal contact zou de beste preventie zijn.
Crimineel gedrag Bij misdadigers worden vaak afwijkingen gevonden in de amandelkern van de slaapkwab of in het voorste deel van de voorhoofdshersenen: de prefrontale schors. Het staat vast dat er een aanleg voor agressief gedrag kan zijn, bepaald door variaties van de genen. Ook invloeden tijdens de vroege ontwikkeling kunnen grote invloed hebben op ons latere gedragspatroon. Zo is vastgesteld, dat asociaal gedrag 2,5 keer vaker voorkwam bij jongens in militaire dienst, die in de baarmoeder de Hongerwinter meemaakten. Swaab spreekt in dit verband van neurocalvinisme: wij zijn door aanleg en vroege ontwikkeling voorbestemd tot bepaald gedrag, met een zekerheid als in de calvinistische predestinatieleer. Daarom noemt hij de vrije wil een prettige illusie. Het is begrijpelijk dat een neuroloog tot zo’n conclusie komt. In dit vakgebied komen immers ziekten voor met een onafwendbaar noodlottig verloop, zoals ALS, de amyotrofische lateraal sclerose. De consequentie van de opvatting dat er geen vrije wil bestaat, betekent echter de onmogelijkheid van schuldbesef en verantwoordelijkheid, en daarmee van de menselijke waardigheid. Ook een psychiatrische patiënt behoudt in elk geval voor een deel zijn eigen verantwoordelijkheid. Maar Swaab heeft gelijk, dat onze wil veel minder vrij is, dan wij geneigd zijn te denken. Dat kan ons ook begrip geven voor mensen, die het in aanleg en ontwikkeling minder gunstig getroffen hebben. Ook kunnen de verwachtingen van therapie bij psychopathiform gedrag slechts beperkt zijn.
Religiositeit Swaab stelt ook, dat ook de mate van religiositeit, of algemener gesteld spiritualiteit, wordt bepaald door aanleg en ontwikkeling. In dit verband schrijft hij dat de hersenen geest produceren zoals de nieren urine afgeven. De geest zou het resultaat zijn van het functioneren van de 100 miljard hersencellen. Het verband tussen stof en geest zo aangeven lijkt even dwaas als de lokalisatie van de ziel in de epifyse door Descartes. Geest en ziel zijn immers juist per definitie onstoffelijk. Uiteraard gaan psychische verschijnselen en spirituele ervaringen gepaard met hersenactiviteit. Maar dat wil nog niet zeggen, dat het ene volledig verklaard is door het andere. Waarom deze ervaringen en verschijnselen optreden is onduidelijk. Het is bekend, dat religieuze ervaringen kunnen ontstaan bij schizofrenie, epilepsie, sensorische deprivatie, gebruik van psychotrope stoffen zoals LSD, en elektrische prikkeling van bepaalde hersengedeelten. Het voorkomen van spirituele ervaringen als aura bij temporale epilepsie staat bekend als Dostojewskisyndroom. Deze Russische schrijver heeft ze namelijk van zichzelf en zijn romanfiguren levendig weergegeven. Swaab noemt het hoogstwaarschijnlijk, dat de visioenen van Paulus, Mohammed en Jeanne d’Arc op deze manier door epilepsie veroorzaakt werden. Op een andere plaats in zijn boek geeft hij aan, dat hallucinaties kunnen ontstaan in eenzaamheid, bij voorbeeld bij bergbeklimmers. Daarbij attendeert hij er op, dat Mozes en Mohammed voor hun openbaring een periode van eenzaamheid in de woestijn meemaakten. Ook Jezus Christus heeft voor zijn optreden een periode alleen in de woestijn doorgebracht. Zo zou volgens Swaab een hallucinatie tengevolge van sensorische deprivatie de bron van de drie wereldgodsdiensten kunnen zijn. Kevin Nelson spreekt in zijn boek ‘De goddelijke hersenstam’3 in dit verband van een piekervaring, die hij vergelijkt met de bijna dood ervaring, vanwege de positieve perceptie
>>
IDDG n SEPTEMBER 2012
Boekrecensie
25
ervan. Want hoe ongewoon een bijna dood ervaring ook is, deze wordt gewoonlijk als echt en belangrijk ervaren, en leidt dikwijls tot een andere levensstijl. Als oorzaak van een bijna dood ervaring wordt door Pim van Lommel in zijn boek ‘Eindeloos bewustzijn’4 aangenomen, dat ook los van het levende lichaam het bewustzijn blijft bestaan. Swaab en Nelson maken aannemelijk, dat er altijd een natuurlijke oorzaak van een bijna dood ervaring is, meestal een zuurstoftekort van de hersenen. Wanneer Swaab aangeeft dat geloof in God en een hoge intelligentie moeilijk samengaan, dat geloof uitsluitend ontstaat door indoctrinatie, dat gebed niet helpt en dat de mens beter af zou zijn zonder religie wegens allerlei misstanden bij verschillende godsdienstige stromingen, verlaat hij het terrein van de neurologie. Zijn opmerkingen kunnen wel prikkelen om te proberen een wat positiever beeld van christelijk geloof te laten zien.
en vroege ontwikkeling van onze hersenen. Maar als christenen mogen wij toch aannemen, dat die aanleg en ontwikkeling niet autonoom of toevallig plaats vindt, maar uiteindelijk door een hemelse Vader wordt bestuurd. Het geloof is van een andere orde als hersenonderzoek. Het geloof is de zekerheid der dingen, die men hoopt en het bewijs der dingen, die men niet ziet: Hebreeën 11:1. Er is vast een neurofysiologische kant aan religieuze ervaringen. Dat doet echter van hun waarde niets af. Ons christelijk geloof vinden we niet op de snijtafel of onder het microscoop. Het wordt in ons hart gelegd.
Naar aanleiding van: 1. Swaab, Dick, Wij zijn ons brein, uitg. Contact, Amsterdam 2010, ISBN 978 90 254 3522 6 2. Descartes, René, Traité de l’homme, in Descartes, Oeuvres
Veel mensen zijn gevlucht in een schijnwereld met alle psychische problemen van dien. ‘Virtueel denken is ontleren’
et letters, uitgave André Bridoux, Bibloithèque de la Pleiade,
Samenvattend kan gesteld worden, dat de hersenen beschouwd kunnen worden als een machine, maar bijvoorbeeld ook als een wonder van Gods schepping. Ons gedrag is voor een groot deel afhankelijk van de aanleg
La Librairie Gallimard, Brugge 1952. 3. Nelson, Kevin, De goddelijke hersenstam, uitg.ten Have, Kampen 2011, ISBN 978 90 259 6051 3 4. Lommel, Pim van, Eindeloos bewustzijn, uitg. ten Have, Kampen, 2007, ISBN 978 90 259 6000 1
Boekrecensie DR. RUTH SELDENRIJK is directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging
IDDG n SEPTEMBER 2012
Over alternatieve en complementaire zorg; over zorg en levensvisie
26
Inleiding
Psychotechnieken
Deze bespreking gaat over drie boeken. Ze hebben een grote verwantschap en een stukje overlap qua onderwerp. Alle drie gaan ze over alternatieve methodes en complementaire behandelwijzen. Dat heeft alles te maken met de hedendaagse belangstelling voor postmoderne levensvisies. Daarin zien we vooral ook oosters religieuze tendensen. Dit denken kan de gevestigde denkorde in kerk en wetenschap zo maar relativeren. Nu is ontwikkeling van ons denken eigen aan dat denken. Die ontwikkeling is zelfs een voorwaarde voor de wetenschap. Toch is Het Kind van de christelijke levensvisie in het levensbeschouwelijke badwater voor christenen onopgeefbaar. In de onderhavige thematiek staan reformatorische christenen pragmatischer dan evangelische christenen met een associatiever benadering. Dat laatste vinden we terug in de besproken boeken, bij de één meer dan bij de ander.
Psychosomatisch fysiotherapeut en pastoraal counselor Feller schrijft over manipulatieve psychotechnieken. Hij zet in met de constatering dat we leven in een turbulente tijd. Dat het modernistische en rationalistische denken een gepasseerd station is (vanwege hersenspoeling door de satan). Veel christen hulpverleners zijn niet gewend methodes geestelijk te toetsen. Christenen leven in twee realiteiten: de geestelijke en de aardse. Naar beide kanten kunnen zij doorslaan. Vanuit het Woord van God is er zekerheid over de dingen die we hopen en bewijs voor de dingen die we niet zien (Hebr. 11:1-3). Veel mensen zijn gevlucht in een schijnwereld met alle psychische problemen van dien. ‘Virtueel denken is ontleren’. Hij gaat in op manipulatie van het brein, geleide fantasie en visualisatie als door God gegeven kracht en occult gevaar. Daarna gaat het over Deepak Chopra (ayur veda), Eye-Movement-Desensitization and
Reprocessing (EMDR), NeuoLinguistisch Programmeren (NLP) en Mindfulness. Laatstgenoemde benadering acht Feller onder condities voor christenen nog acceptabel (in tegenstelling tot Van der Ven; b). Juist hier had ik die verantwoorde mogelijkheden graag uitgebreider beschreven gezien. Zoals dat gebeurd is in de masterthesis van N. Luiten (Lindeboominstituut; 2011) of door ds. Philip Troost in CVKoers (september 2011) of in het nog steeds prachtige boekje over meditatief leven van dr. A. van Brummelen (Uitg. Kok; 1987). Feller zegt dat de Bijbel ons tal van voorbeelden geeft. Jammer dat het soms bij deze mededeling blijft.
Van de wetenschap weg De arts Ruud van der Ven (a) geeft een neerslag van zijn uitvoerige onderzoek over de integratie van reguliere en complementaire zorg in vooral ziekenhuizen. Wat een moeite heeft de schrijver zich weer getroost in de verzameling van zoveel gegevens! Hij zet in met een schets van de ontwikkeling, het standpunt van de KNMG en IOCOB en een interview met enkele voorlopers. Daarna beschrijft hij het ‘Planetree-concept’ (onder de plataan onderwees Hippokrates zijn studenten in een holistische geneeskunde). Vervolgens komen Therapeutic Touch, Reiki en Mindfulness aan de orde, gevolgd door implementatie van CAM-geneeswijzen (Complementary and Alternative Medicine). Het relatief korte slothoofdstuk heeft de titel ‘Werkt de tijdgeest (verandering van denken) mee aan het zetten van een stap van de wetenschap af?’
en neurofeedback). Hij eindigt met een handreiking voor verantwoorde keuze. Daarin zit in mijn ogen te weinig structuur en evenwicht. Ook wreekt zich hier dat er in de hoofdtekst aperte fouten staan. Het uitvoerige trefwoordenregister is niet voor elk hoofdstuk even zorgvuldig samengesteld, evenmin als de uitvoerige verklarende woordenlijst. Vooral door de veelheid aan informatie is dit een punt van belang. Dat geldt voor beide boeken. In Genezing uit het Oosten (b) eindigen bijna alle hoofdstukken met een paragraaf ‘spirituele kanten’. Kan de schrijver vanuit zijn ‘duistere verleden’ waaruit hij is verlost, zuiver over deze thematiek oordelen? Mag je een ex-alcoholverslaafde tafelwijn voorzetten? Bij homeopathie sluit Van der Ven af met een uitvoerige paragraaf over ‘geestelijke krachten’. Dat frappeert. Zijn bezwaren tegen homeopathie zijn goeddeels door actuele wetenschappelijk onderzoek – blijkbaar kent hij de actuele literatuur niet (of past die niet) ontkracht. Als bij wijze van kleiduif voegt hij ‘geestelijke krachten’ in zijn denklijn in en gaat er vervolgens op schieten. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij Hahnemanns begrip dynamis voor ‘levenskracht’. De levenskracht wordt door Van der Ven zodanig verbouwd dat er plaats komt voor een geestelijk niveau en demonische spiritualiteit, waartegen hij zich vervolgens teweer stelt. Zijn citaten uit Hahnemanns Organon staan in mijn uitgave van dat boek anders, zoals hij Hahnemann al eerder liet buikspreken in zijn boek ‘Van kwaal tot erger’?
Betekenisverlening Van der Ven (b) is qua lay-out veel professioneler uitgevoerd. Hij zet in met homeopathie, acupunctuur en reflexologie. Daarna komen manuele geneeswijzen (Osteopathie, Chiropraxie, Kinesiologie, Reiki, Therapeutic Touch, Healing Touch, Quantum Touch en Mindfulness). Vervolgens werkt hij psychotechnieken uit (hypnose, EMDR, visualisatie, Silca Mind Control en NLP) en geavanceerde apparatuur (zoals bioresonantie
Evenals in ‘Van kwaal tot erger?’ beschuldigt Van der Ven Hahnemann vanuit diens Organon – maar zonder verwijzing – ‘dat hooggepotentieerde middelen zelfs in staat zijn de erfzonde van de mens weg te potentiëren.’ En waardoor ook ‘verslavingen, drift, hoogmoed en seksuele zonden – en dus van alle zonden – weggepotentieerd kunnen worden (...). Zo wordt de homeopathie op subtiele wijze een andere verlossingsweg met een
>>
IDDG n SEPTEMBER 2012
Afronding
27
Wanneer je alles occult noemt, ontdek je niet wat echt occult is
IDDG n SEPTEMBER 2012
Het begrijpen van het werkingsmechanisme van homeopathische geneesmiddelen blijft voor ons natuurwetenschappelijk georiënteerd denken een moeilijk punt. Maar onjuist is de verklaring van Van der Ven waarom homeopathie werkt: het gaat om ‘genezing door toverspreuken’. Het gaat over ‘een theologie die op geheimzinnige wijze in de homeopathie schuilt’. ‘Ja, ook de mens dient omhoog gepotentiëerd te worden tot hij een ‘Simile Gottes’ is, een schepsel gelijk aan zijn schepper. Hier lijkt de oerzonde van de mens zich te openbaren, de mens die ‘als God’ wil zijn (Genesis 3:5).’ Onbedoeld is dit bijna blasfemisch, zoals destijds ook mevrouw Van der Smitte schreef. Nog een citaat: ‘Zo beschrijft Dethlefsen de potentiëring van homeopathische geneesmiddelen als een ‘stapsgewijs vergeestelingsproces van de materie’ en stelt ‘dat ieder ziek-zijn een microkosmische herhaling is van datgene wat wij zondeval noemen en daarom moet iedere genezing eveneens een verlossingsproces in het klein zijn’…’. Dit zijn niet de woorden van Hahnemann en evenmin van een christelijke analyse. Deze betekenisverlening is van Thorwald Dethlefsen (1946-2010), een bekend Duits astroloog, paranormaal psycholoog en esotericus met geloof in reïncarnatie. Kan bijvoorbeeld de bekende universeel atheïst en wijsgeer prof. dr. Herman Philipse (geb. 1951) een voor christenen betrouwbare betekenisverlening geven aan het christelijk geloof?
28
Terecht schrijft Van der Ven dat een onzuivere bron nimmer zuiver water geeft (Jak. 3:10-12). Wie zich uit eenzelfde onzuivere bron blijft laven, herstelt niet van de uit die bron opgelopen ziekte. En wie alles ‘occult’ noemt – een begrip dat de Bijbel niet kent – blindeert de ogen van de lezer voor wat als ‘occult’ moet worden gemeden.
Naar aanleiding van: a. Drs. R. van der Ven (a), Complementaire en alternatieve zorg in de Nederlandse ziekenhuizen – een beschrijving van een ontwikkeling * wetenschappelijk. Uitg. Stichting
In opleiding JANNEKE WOLSWINKEL voltooide recent haar tropenopleiding en bereidt zich voor op uitzending naar Zimbabwe
Johannes Multimedia – Doorn, 2011; ISBN 978-90-5798398-6; 298 blz.; € 22,50 b. Drs. R. van der Ven (b), Genezing uit het Oosten? – Alternatieve therapieën getoetst. Uitg. Voorhoeve – Utrecht, 2011; ISBN 978 90 297 9687 3; 408 blz.; € 23.50 c. G. Feller, Tussen waan en werkelijkheid – Bijbelse toetsing van manipulatieve psychotechnieken. Uitg. Praktijk hulpverlening ‘Heel de mens’ – Oudewater, 2011; ISNB 978-9077412-68-8; 144 blz.; € 14,95
CMF helpt Lindeboom Instituut en omgekeerd U kent het Lindeboom Instituut vast wel. Het is een christelijk centrum met maar enkele medewerkers dat echter al jaren studie doet op het gebied van ethische en levensbeschouwelijke vraagstukken in de zorgsector. Naast uitgeven van rapporten en geven van adviezen is zij ook verantwoordelijk voor de Lindeboomreeks, een serie boeken over medisch ethische vraagstukken. In ongeveer 20 jaar werden 17 deeltjes uitgegeven. In de redactie participeren op persoonlijke titel ook CMFleden, op dit moment Dick Mul en Paul Lieverse, in het verleden Erwin Smelt en Gerrit Glas. Dit najaar volgt deel 18, een bijzonder deel. Onder de titel “Medisch-ethisch reflecteren voor elke dag” vindt u naast ca. 25 casussen – geschikt voor gebruik in een gespreksgroep – nog vier hoofdstukken die een handreiking wil zijn hoe ethische principes in de medische praktijk toe te passen. Om het Lindeboom Instituut te helpen maar ook om onszelf te helpen heeft CMF door voorintekening met korting een exemplaar voor elk CMF-lid besteld. Dit ontvangt u zonder tegenprestatie. Wel willen we u vragen een gift voor het Lindeboom Instituut te overwegen. Dit kan naar bank 53.99.40.305 of ING 38.05.745 t.n.v. Lindeboom Instituut te Amersfoort o.v.v. “CMF” (belasting aftrekbaar). Een surplus blijft als gift staan, een tekort voor dit boek vult CMF uit haar kas aan. Daarom graag de vermelding “CMF” bij deze gift. Ook kunt u overwegen een abonnement op de Lindeboomreeks te nemen. Dit kan via de huisuitgever Buijten & Schipperheijn, e-mail:
[email protected] en dan ontvangt u elk volgend deel automatisch en met korting.
Nieuws :) Na een heel traject van gesprekken, testen en afwachten kwam er in mei een telefoontje van de GZB (zendingsorganisatie): we hebben een plek voor je in het Gutu Mission Hospital in Zimbabwe! Ineens weet ik waar ik een aantal jaar ga wonen en werken. Leuk dat het nu concreet wordt en ik op Google Earth het ziekenhuis kan zien liggen. Ik krijg heel veel zin om het eerste vliegtuig die kant op te pakken. Ik moet nog even wachten en dat maakt het ook onwerkelijk: ik weet nog steeds niet hoe het zal zijn om daar te wonen en werken. Met de gesprekken die ik heb gehad groeit mijn enthousiasme. Na de grote crisis in 2008 is Zimbabwe economisch aan het opkrabbelen. De bevolking is gemotiveerd om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen. De inspanningen werpen hun vruchten af. Hopelijk kunnen we met de verbeterende economische situatie ook de gezondheidszorg naar hoger niveau brengen. Een uitdaging om daar aan de slag te gaan! Enkele weken na dit nieuws kon ik mijn tropenartsendiploma in ontvangst nemen. Een mooie mijlpaal die tegenwoordig ook voor Nederland betekenis lijkt te krijgen. Ik behoor namelijk tot de eerste lichting tropenartsen die ingeschreven zal worden in het register als Arts Internationale Gezondheidszorg en Tropengeneeskunde (AIGT). Wat het gaat betekenen moet de toekomst uitwijzen, maar dat de overheid de opleiding gaat erkennen klinkt veelbelovend. In afwachting van verdere voorbereidingen bij de GZB ga ik eerst nog voor twee maanden naar Ghana. Om de theorie van de tropencursus in praktijk te brengen en om de verschillen tussen het opereren in een Nederlandse en een Afrikaanse OK te ervaren. Ik hoop met de ervaring die ik ga opdoen straks in Zimbabwe beter beslagen ten ijs te komen. In mijn werk als arts-assistent was er een redelijk afgebakend gebied van dingen die ik wel en niet hoorde te
kunnen. Natuurlijk was het gebied soms grijs en moest ik dan voor mezelf de afweging maken of ik mijn baas ging bellen of niet. Mijn opleiding mag dan afgerond zijn, dat betekent niet dat ik ineens alles kan. In tegenstelling tot in Nederland zullen straks in de tropen weinig mensen een mening hebben over wat ik wel of niet behoor te kunnen. Een groot grijs gebied dus waarin het me wel eens lastig lijkt om te beslissen of ik wel of niet bekwaam ben. In ieder geval zal er niet altijd iemand zijn om in huis te bellen of om naar door te verwijzen. Het feit dat er niemand anders is kan soms een reden zijn om een bepaalde handeling dan maar zelf uit te voeren. Maar niet altijd werkt het op die manier. Dit spanningsveld heeft boeiende discussies opgeleverd op de tropencursus de afgelopen weken. Uiteindelijk zullen we hier allemaal onze eigen afweging in gaan maken, beïnvloed door de situatie ter plaatse. Voorlopig wacht nog een heel andere klus. Ik heb mijn huur opgezegd en ga in afwachting van mijn uitzending tijdelijk bij mijn ouders wonen. Ik heb nogal de neiging dingen te bewaren. Er moet dus heel veel weggegooid. Steeds is de vraag: wat heb ik de komende maanden nog nodig, wat moet mee naar Zimbabwe, wat wil ik bewaren voor daarna? En van de rest: kan ik er nog iemand blij mee maken, naar de kringloop of toch de kliko? Ik heb ontdekt dat ik spullen toch niet zo belangrijk vind en de doos ‘bewaren voor na Zimbabwe’ bestaat zo goed als alleen maar uit foto’s. Als u dit leest, ben ik hopelijk weer veilig terug uit Ghana en kan ik mij volledig storten op voorbereidingen voor mijn uitzending naar Zimbabwe. Alles leren over de Zimbabwaanse taal, cultuur en religie. Ik heb er zin in! n
IDDG n SEPTEMBER 2012
andere verlosser’ met verwijzing naar Johannes 14:6. Erfzonde zou de betekenis zijn van Hahnemanns woord ‘psora’, waarmee Hahnemann overigens de voor hem onbekende en fundamentele oorzaak van chronische ziekten aanduidde. Van der Ven gebruikt zeer zware woorden en zonder bronvermelding. Door mij zijn ze niet in Hahnemanns Organon gevonden. Even eerder schreef hij: “Tao als god van de homeopathie.” Niet Tao, maar de grote Griekse geneesheer Hippokrates paste al een vorm van – wat we nu noemen – homeopathie toe. Het taoïsme is een Chinese filosofische en religieuze stroming die is pas na de dood van Hippokrates op papier is gezet. Hahnemann hield zich aan het eind van zijn leven bezig met Confusius en duistere praktijken. Maar dat was lang nadat hij de homeopathie had verdedigd. Dit draagt dus niet bij aan ons waardeoordeel over homeopathie. Homeopathie is in zichzelf een levensbeschouwelijk neutrale methode. Dat zegt natuurlijk niets van de levensvisie van de betreffende behandelaar.
29
Congres Geloof in zorg! 2012
Kies dan het leven!
ANNET BOS-VAN DE BEEK
Vrijdag 5 en zaterdag 6 oktober, De Werelt, Lunteren
Nieuws van het studentenbestuur Nieuwe leden studentenbestuur en congrescie Na een tijd met een relatief klein bestuur (drie leden en een studentenwerker) te hebben gewerkt, zijn we erg blij dat we twee nieuwe enthousiaste studentenbestuursleden erbij hebben. Graag stellen we Anne Wil Veldman (Groningen) en Mariska Kreuger (Leiden) aan u voor. Met deze extra versterking hopen we de plannen, die we voor het nieuwe collegejaar 2012-2013 hebben, nog beter vorm te kunnen geven. Deze zomer is er tevens een nieuwe congrescommissie begonnen met de voorbereidingen voor het CMFstudentencongres 2013. Dit congres zal plaats vinden van 8 tot en met 10 maart 2013. Over de locatie, het thema en het programma hoor je binnenkort meer.
De meeste kringen hebben elke avond een thema dat door een van de leden ingeleid wordt, waarna er gediscussieerd wordt aan de hand van een aantal vragen. Intussen (juli 2012) zijn we al ver op weg met het samenstellen van studiemateriaal en gespreksvragen voor kringen. De verwachting is dat we in september, als je dit leest, een eerste versie hebben. Daarnaast spannen we ons nog steeds in om de bestaande CMF kringen te bemoedigen, te ondersteunen en waar mogelijk nieuwe CMF(co-)kringen op te richten in studentensteden als Maastricht, Utrecht, Rotterdam en Groningen. Iedereen die meer informatie wil over de CMF kringen of het kringmateriaal kan ons bereiken middels het e-mailadres
[email protected].
Mentoraat Kringwerk
IDDG n SEPTEMBER 2012
Al twee keer eerder noemden we in deze rubriek het kringwerk: dit jaar een speerpunt van ons studentenbestuur. Misschien juist daarom is het goed om twee voor de hand liggende vragen te bespreken: ‘waarom zou ik lid willen worden van een CMF kring?’ en ‘hoe ziet een CMF kringavond eruit?’.
30
Op een cokring of arts-assistentenkring kom je met een groep coassistenten en arts-assistenten samen. Dit maakt dat je als groep veel met elkaar gemeen hebt; je wilt allemaal een goede dokter zijn en je wilt allemaal het beste voor je patiënt. Maar daarnaast is er nog iets dat je met elkaar deelt: je wilt Jezus Christus volgen in je leven en dus ook in je werk. Maar hoe doe je dit praktisch? Wat kun je hierover van elkaar leren? We geloven dat God groot is en alles in Zijn hand heeft. Maakt dit ons tot andere artsen? Een CMF-kring is een plek om na te denken over de manier waarop je je werk doet als christenarts, om te delen wat je meemaakt in je werk, of om met elkaar na te denken over ethische vragen waar we allemaal mee te maken hebben.
Sinds een aantal jaren is er de mogelijkheid om als geneeskundestudent, coassistent of arts-assistent via CMF-Nederland een mentor te vinden. Een mentor is een ervaren arts met wie je kunt spreken over alles wat je bezig houdt. Vanuit zijn/haar eigen ervaring kan de mentor een luisterend oor zijn en je mogelijk helpen om met moeilijke keuzes of andere dingen waar je tegenaan loopt, goed om te gaan. Recent hebben een aantal studenten die een mentor zochten, contact met ons opgneomen. Mocht je hierover meer informatie willen, dan kan dat ook door te mailen naar
[email protected]. Ook als u beschikbaar bent als mentor voor studenten bij u in de buurt horen we het graag. n studentenwerker CMF Nederland
[email protected]
Het programma richt zich op alle werkers in de gezondheidszorg: artsen, verpleegkundigen, leidinggevenden, adviseurs, verzekeraars, politici, vrijwilligers, etc.
Lezingen vrijdag Geloof in zorg! Kies dan het leven! Zorgverlening in een seculariserende maatschappij prof.dr. Doeke Post (Em. hoogleraar sociale geneeskunde, Universiteit van Groningen)
Onderzoeksresultaat ‘Christen zijn in de zorg’ dr. Bart Cusveller (lector verpleegkundige beroepsethiek aan de Christelijke Hogeschool Ede) en dr. René van Leeuwen (lector zorg en spiritualiteit aan de Gereformeerde Hogeschool Zwolle)
Geloof in zorg! Kies dan het leven! ds. Margriet van der Kooi-Dijkstra (predikant/geestelijk verzorger in het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis te Woerden)
Lezingen zaterdag Liefde voor het medisch werk – missing links en concrete keuzetips vanuit een christelijke traditie Marc Desmet SJ (arts en jezuïet, hoofd van de palliatieve afdeling van het Virga Jesse ziekenhuis te Hasselt)
Kies dan het leven! Ook in het zicht van de dood? Paul Lieverse (anesthesioloog-pijnspecialist, voorzitter van CMF Nederland) Met interessante workshops door o.a. Dirk Jan Bakker, Henk Jochemsen, Peter Reis, Jan Hoogland, Paul Donders, en vertegenwoordigers van Stichting HiP, de NPV, de RMU, Pro Life Zorgverzekeringen, Zorgboerderij ’t Paradijs en Hospice Kuria.
Aanmelding en meer informatie: www.geloofinzorg.nl
Agenda 22 SEPTEMBER 2012
CMF artsengebedskring bij de IJssel Waar: Pauluskerk, Van Limburg Stirumlaan 17 te Wezep Met Cees en Rommy van Harten Meer informatie: www.cmf-nederland.nl 26 SEPTEMBER 2012
Coassistentengroep Leiden Waar: Leiden Meer informatie: www.cmf-nederland.nl of
[email protected] 5 en 6 OKTOBER
Congres Geloof in Zorg! Thema: Kies dan het leven! Waar: Lunteren Meer informatie: www.cmf-nederland.nl 8 OKTOBER 2012
Thema-avond CMF Nijmegen Thema: vruchtbaarheid Waar: Nijmegen Meer informatie: www.cmf-nederland.nl of
[email protected] 17 NOVEMBER 2012
CMF najaarsconferentie Thema: De ziel, medisch bekeken Locatie: Driebergen Meer informatie: www.cmf-nederland.nl 8-10 MAART 2013
CMF Studentencongres Thema: volgt Locatie: Driebergen Meer informatie: www.cmf-nederland.nl JULI 2014
XV ICMDA World Congress Locatie: Rotterdam Meer informatie volgt later op: www.cmf-nederland.nl
voor meer informatie of activiteiten in Nederland kijk op: http://www.cmf-nederland.nl voor overige internationale conferenties, zie:
http://www.icmda.net
IDDG n SEPTEMBER 2012
Studentikoos
31
CMF NAJAARSCONFERENTIE
De ziel,
medisch bekeken ZATERDAG 17 NOVEMBER, ’T HOGE LICHT, DRIEBERGEN
Sprekers:
Dr. Hanneke Schaap (psycholoog en theoloog)
Dr. Adriaan Mostert (trauma- en orthopedisch chirurg)
Workshops: n
De ziel, medisch bekeken… door de specialist ouderengeneeskunde o.l.v. Jan Wijnia
n
De ziel, medisch bekeken... door de psychiater o.l.v. Jaap Nanninga
n
De ziel, medisch bekeken... door de chirurg o.l.v. Henk Schaap
n
Spirituele anamnese (onderdeel van de cursus International Saline) – ‘de ziel’ in kaart brengen? o.l.v. Jan van Dijken (huisarts)
n
Idealen (waarmee je de studie begon) en de realiteit van het doktersvak o.l.v. Annet Bos (arts-assistent en werkt parttime voor CMF)
Aanmelding en meer informatie: www.cmf-nederland.nl