Zorg van mens tot mens
Jaardocument 2011
Jaarverantwoording 2011 Raphaëlstichting
Pag. 1
Inhoudsopgave Samenvatting........................................................................................................................................3 1. Uitgangspunten van de verslaggeving..............................................................................................7 2. Profiel van de organisatie.................................................................................................................8 2.1 Algemene identificatiegegevens ................................................................................................8 2.2 Structuur van het concern ..........................................................................................................8 2.3 Kerngegevens............................................................................................................................10 2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering..................................................................................10 2.3.2. Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten.................................10 2.3.3. Werkgebieden ...................................................................................................................12 2.4. Samenwerkingsrelaties............................................................................................................13 3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap................................................................15 3.1. Normen voor goed bestuur......................................................................................................15 3.2. Raad van Bestuur / Directie.....................................................................................................15 3.3. Toezichthouders (Raad van Toezicht)......................................................................................16 3.4. Bedrijfsvoering........................................................................................................................18 3.5. Cliëntenraad ............................................................................................................................19 3.6. Ondernemingsraad ..................................................................................................................21 4. Beleid, inspanningen en prestaties.................................................................................................22 4.1. Meerjarenbeleid ......................................................................................................................22 4.2. Algemeen beleid verslagjaar....................................................................................................23 4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid ......................................................................................................25 4.4. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten ...............................................................27 4.4.1. Kwaliteit van zorg ............................................................................................................27 4.4.2. Klachten (exclusief particuliere FPC’s)...........................................................................27 4.5. Kwaliteit ten aanzien van medewerkers .................................................................................28 4.5.1. Personeelsbeleid ...............................................................................................................28 4.5.2. Kwaliteit van het werk .....................................................................................................29 4.6. Samenleving en belanghebbenden...........................................................................................30 4.7. Financieel beleid......................................................................................................................32 5.1. Jaarrekening.............................................................................................................................35
Pag. 2
Samenvatting
Naar een flexibele organisatie In 2011 zijn er binnen de Raphaëlstichting concrete stappen gezet met de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2010 – 2012 ('No direction home'). Uitgangspunt van dit plan is dat de organisatie zich dient voor te bereiden op een toekomst waarin versnelde veranderingen – ook op het gebied van de zorg – zullen plaatsvinden. Zij zal dus zélf in beweging moeten komen en dus ook zélf een veranderingsproces moeten aangaan. Medewerkers werden opgeroepen om in dat proces in te stappen en zodoende mee te werken aan een transformatie naar een flexibele en lerende organisatie, waarin persoonlijk leiderschap wordt versterkt. In 2011 is op veel plaatsen in de organisatie aan deze oproep gehoor gegeven. Er zijn diverse 'leerkringen' opgericht. Zo'n kring bestaat uit een groep mensen die rondom een bepaalde vraag uit de praktijk met elkaar aan het werk gaan. Ook cliënten en ouders nemen aan enkele leerkringen deel. Fusie Rudolf Steiner Zorg in Den Haag (het voormalige Rudolf Steiner Verpleeghuis) fuseerde met de Raphaëlstichting. Na vier jaar van bestuurlijke eenheid is het integratieplan per 1 januari 2011 volledig uitgevoerd. Bij Rudolf Steiner Zorg wordt somatische verpleeghuiszorg en psychogeriatrische zorg geboden. Sinds 2010 is het aanbod uitgebreid met zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Rudolf Steiner Zorg is de zevende instelling van de Raphaëlstichting en de eerste locatie in Zuid-Holland. Verhuisd
Voor Rudolf Steiner Zorg stond 2011 in het teken van een grondige renovatie van het Tobiashuis. Eind 2011 betrokken de bewoners met een somatische zorgvraag de gerenoveerde afdelingen die aan de nieuwe privacyeisen voldoen. De bewoners met een psychogeriatrische zorgvraag, die tijdelijk elders in de stad zijn ondergebracht, zullen naar verwachting in 2015 verhuizen naar een geheel nieuwe locatie.
In februari werd de verhuizing van het Kinderdagcentrum De Koperen Bal van Purmerend naar Breidablick in Middenbeemster, voltooid. De nieuwe naam werd: Iwald.
Pag. 3
Nieuw Op 11 juni vond de officiële opening plaats van Croon en Bergh, de nieuwe zorgkwekerij van Scorlewald in Burgerbrug. Op deze locatie wonen en werken acht mensen met een verstandelijke beperking. Op de kwekerij worden heesters en bloemen geteeld. Ook zorgen de bewoners voor het onderhoud van het omliggende bos. 11.11.11 was een bijzonder feestelijke Michaëlsdag voor Rozemarijn. Op deze mooie datum werd een nieuw project in Haarlem geopend: Rozemarijn Santé. In deze natuurvoedingswinkel werken jongeren van het nabijgelegen Ferm Rozemarijn. Het assortiment bestaat ondermeer uit brood uit de eigen bakkerij die in open verbinding met de winkel staat. In oktober arriveerden de eerste bewoners op Zorgboerderij Dijkgatshoeve in Wieringermeer. Deze nieuwe buitenlocatie van Scorlewald biedt zorg aan twintig jongvolwassenen van wie de meesten een licht verstandelijke beperking hebben. Er zijn ook enkele appartementen voor jongvolwassenen met een psycho-sociale hulpvraag. Het geheel CO2 neutrale (!) project kent diverse werkgebieden: waaronder de boerderij en de kaas- en kwarkmakerijIn december werd de eerste kaas gemaakt onder de naam Hollands Kroon Kaas, genoemd naar de nieuwe gemeente in de kop van Noord-Holland.
Op stapel Kinderdagcentrum De Appelboom verhuist in april 2012 naar een nieuw gebouw aan de andere kant van het terrein van Midgard. Vlak naast het kinderdagcentrum zijn ook drie geschakelde gebouwen gerealiseerd. Eén hiervan is een groepswoning, één wordt opgedeeld in vier appartementen en in het derde gebouw komt een medewerkerswoning. De nieuwbouwplannen voor woonvoorzieningen voor 18 mensen met een verstandelijke beperking bij zorgboerderij Balder hebben vertraging opgelopen door procedures bij gemeente en provincie. In 2012 zal worden gepoogd het project vlot te trekken.
In Haarlem is een nieuwe locatie gevonden voor het kinderdagcentrum van Rozemarijn. Begin 2013 wordt de oplevering van het nieuwe gebouw verwacht. Op Scorlewald zal in 2013 een jongvolwassenenhuis worden betrokken. Op Breidablick hebben de plannen voor uitbreiding met een campus voor jongeren met een licht verstandelijke beperking vertraging opgelopen vanwege veranderende regelgeving. In 2012 zal over de uitbreiding een besluit worden genomen.
Pag. 4
Beelden van Kwaliteit Om tot een andere verantwoording van kwaliteit te komen is op initiatief van de Raphaëlstichting een proces gestart dat is uitgemond in de pilot 'Beelden van Kwaliteit'. De leiding was in handen van Professor Hans Reinders. Aan de pilot deed ook Esdégé-Reigersdaal mee. De verdere uitwerking van dit project wordt landelijk uitgevoerd vanuit een aparte stichting: stichting Beelden van kwaliteit. Het rapport van de eerste pilot werd op 17 juni aangeboden aan Achmea tijdens een goed bezocht symposium. Het project trekt landelijk veel belangstelling. In 2012 zal Rozemarijn aan de derde pilot meedoen. Zorg In 2011 hebben voor wat betreft zorginhoudelijke zaken de volgende punten centraal gestaan: het terugdringen van de vrijheidsbeperkende maatregelen, de zorgplancyclus (op tijd evalueren en bijstellen van de plannen) en het medicatiebeleid.
De medewerkers van de drie kinderdagcentra hebben scholing gehad in het door Astrid van Zon ontwikkelde therapeutisch leerprogramma. Astrid van Zon is directeur van Rozemarijn. In 2010 schreef zij over dit leerprogramma in het boek 'Ik wil ook'. Landelijk krijgt dit leerprogramma steeds meer aandacht. Kwaliteit Bij de Raphaëlstichting vinden sinds 2010 zgn. 'waarderende audits' plaats. Deze manier van auditten is gericht op het stimuleren van positieve aspecten van het werk. In 2011 is de methode volledig ingevoerd. De ervaringen van zowel de auditoren als de auditees zijn overwegend positief. Ziekteverzuim Belangrijk speerpunt voor 2011 was het verlagen van het te hoge ziekteverzuim. Er is besloten tot een andere koers: de leidinggevende (het middenkader) krijgt een centrale rol in de verzuimaanpak. Daartoe is een nieuwe arbodienst aangetrokken die de arbeidsdeskundige een grotere rol geeft dan de bedrijfsarts. De nieuwe aanpak blijkt succesvol; het ziekteverzuim daalde tot onder het landelijk gemiddelde. Financiën In financieel opzicht is het jaar 2011 een redelijk stabiel jaar geweest. Het is afgesloten met een positief resultaat van ! 717.604,- ten opzichte van een begroot exploitatieresultaat van ! 538.000,-. Daarmee is de Raphaëlstichting als totaal op begroot niveau uitgekomen.
Pag. 5
Jaardocument 2011 Maatschappelijk verslag
Pag. 6
1. Uitgangspunten van de verslaggeving Voor u ligt het Jaardocument Maatschappelijke verantwoording Zorg 2011 van de Raphaëlstichting. Door middel van dit document leggen we graag integraal verantwoording af. De Raphaëlstichting is een dynamische organisatie met oog voor de maatschappelijke werkelijkheid. Zij wil groeien op basis van vraag en initiatiefkracht. De organisatie gelooft in sterke, relatief zelfstandige, lokaal/regionaal gewortelde eenheden die vanuit een kernlocatie een brede keten bieden. De aangeboden zorg betreft zorg- en dienstverlening aan kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen met een beperking. Daarnaast bestaat er een afdeling GGZ met poliklinische, voornamelijk kortdurende, behandeling en een afdeling V&V voor mensen met niet aangeboren hersenletsel die verpleging behoeven. Dit jaar is met de fusie van Rudolf Steiner Zorg het zorgaanbod uitgebreid met psychogeriatrische en somatische verpleeghuiszorg. De Raphaëlstichting wil het voor cliënten en medewerkers mogelijk maken zich naar lichaam, ziel en geest te ontplooien en samen een op geestelijke idealen bouwende gemeenschap te vormen. Mensen worden aangesproken op hun sociale vermogens en gesterkt in hun gevoelens van volwaardigheid. De begeleidingsstijl is gericht op gelijkwaardigheid. Met respect voor elkaar wordt gezocht naar wegen die ontwikkeling mogelijk maken. Dit wordt bijvoorbeeld zichtbaar door het bijdragen aan de leefbaarheid van een buurt- of dorpsgemeenschap, waardoor een meerwaarde ontstaat voor zowel de cliënten als de betreffende buurt. De Raphaëlstichting is een zelfstandige zorgaanbieder, die in dit jaardocument als geheel wordt belicht. De verschillende instellingen en locaties zullen in dit jaarverslag niet afzonderlijk worden besproken. Binnen de Raphaëlstichting werken zeven resultaatverantwoordelijke eenheden met elkaar samen waaronder vier intramurale instellingen: Scorlewald, Midgard, Breidablick en Rudolf Steiner Zorg. De overige instellingen zijn: Rozemarijn, Queeste en Iambe. Alle instellingen van de Raphaëlstichting zijn HKZ-gecertificeerd.
Pag. 7
2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
Duinweg 35 1871 AC Schoorl 072-5099000 41238268
[email protected] www.raphaelstichting.nl
2.2 Structuur van het concern De Raphaëlstichting is een stichting met een tweehoofdige Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Bestuur laat zich in haar beleid adviseren door het Managementteam, waarin alle eindverantwoordelijken van de instellingen zitting hebben. In het Managementteam worden ook de kaders afgesproken die de ruimte bepalen, waarin de instellingen zelfstandig kunnen besluiten en opereren. De Raphaëlstichting is geordend op basis van resultaat verantwoordelijke eenheden. Binnen iedere instelling is een eindverantwoordelijke benoemd en functioneert er een beleidsorgaan. De Raphaëlstichting is werkzaam in 5 zorgkantoor regio's en toegelaten voor alle functies binnen de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Ook heeft zij een toelating voor verblijf Verpleging en Verzorging en Lichamelijk Gehandicapten in de regio Zaanstreek/Waterland en voor verblijf Verpleging en Verzorging en Verstandelijk Gehandicapten in de regio Haaglanden. Verder is zij een toegelaten zorgaanbieder voor poliklinische psychiatrie. De medezeggenschap wordt uitgeoefend door de ondernemingsraden en cliëntenraden per instelling. Op stichtingsniveau bestaat een Centrale Ondernemingsraad, waarmee regelmatig overleg plaatsvindt en aan wie advies of instemming wordt gevraagd conform de WOR. Ook bestaat er een Centrale Cliëntenraad, uitsluitend voor het uitoefenen van het enquêterecht. De afzonderlijke cliëntenraden en ouderraden vormen op stichtingsniveau een platform waarop stichtingszaken worden besproken. In de Eindevaluatie Jaarplan 2011 geeft het bestuur een overzicht van alle gestelde doelen en de ondernomen acties. Dit jaarplan is beschikbaar en opvraagbaar bij het secretariaat van de stichting. Voor de organisatiestructuur: Zie organogram op de volgende pagina.
Pag. 8
Pag. 9
2.3 Kerngegevens 2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering De kernactiviteiten van de Raphaëlstichting zijn het verlenen van zorg van mens tot mens: betrokken en gericht op het ontwikkelen van ieders talenten en ondersteuning biedend bij de verstandelijke beperking, lichamelijke beperking, psychiatrische en/of psychosociale problematiek, psychogeriatrische zorg en somatische verpleeghuiszorg en autisme, in de vorm van wonen, logeren, behandeling, dagbesteding en thuisondersteuning. De zorg omvat dus een groot spectrum van de VG en V&V. In de instelling Breidablick in Middenbeemster bestaan twee afdelingen die speciaal gericht zijn op mensen met NAH (niet aangeboren hersenletsel), voor wie ook LG en V&V verblijfplaatsen beschikbaar zijn. Verder heeft Queeste een afdeling GGZ met poliklinische activiteiten, die grotendeels kortdurende zorg (behandeling) aanbiedt. Het aanbod van verschillende vormen van zorg wordt in samenhang met elkaar aangeboden en vormt een adequate mix, zodat voor de veelheid aan zorgvragen steeds een passend antwoord gegeven kan worden op de vraag van de cliënt. De Raphaëlstichting ontplooit geen private activiteiten.
2.3.2. Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Kerngegevens GGZ Aantal/bedrag Cliënten Aantal Aantal cliënten in zorg/behandeling per einde 280 verslagjaar Waarvan ZZP-cliënten in zorg/behandeling per einde 0 verslagjaar Capaciteit Aantal Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor verblijfszorg 0 per einde verslagjaar, inclusief kleinschalig wonen (voorheen beschermd wonen), inclusief deeltijdplaatsen en inclusief BOPZ-aanmerking Waarvan kleinschalig wonen 0 Productie Aantal Aantal in verslagjaar geopende DBC's (ontleend aan 386 het instellingsinformatiesysteem, niet uit DIS) Aantal in verslagjaar gesloten DBC's (ontleend aan 414 het instellingsinformatiesysteem, niet uit DIS) Aantal dagen met verblijfszorg inclusief kleinschalig 0 wonen en BOPZ in verslagjaar Waarvan ZZP-dagen met verblijfszorg inclusief 0 kleinschalig wonen en BOPZ in verslagjaar Waarvan kleinschalig wonen 0 Aantal deeltijdbehandelingen in verslagjaar 0 Aantal ambulante contacten in verslagjaar 0 Aantal dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar 0 Personeel Aantal Aantal personeelsleden in loondienst per einde 14 verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde 7,2 verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Bedrag Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro's) in verslagjaar 793.004 Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 775.707 Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 17.297
Pag. 10
Kerngegevens GHZ Cliënten Aantal cliënten in instelling op basis van een ZZP met dagbesteding (dagbesteding staat aan) Aantal cliënten in instelling op basis van een ZZP zonder dagbesteding (dagbesteding staat uit) Aantal cliënten op basis van een volledig pakket thuis (VPT) Aantal extramurale cliënten (inclusief cli¨nten met begeleiding of dagbesteding (op basis van de functies BGI en/of BGG voor zover niet opgenomen in een instelling) Capaciteit Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen Productie Aantal dagen met verblijf en dagbesteding (zie toelichting) Aantal dagen met verblijf zonder dagbesteding (zie toelichting) Aantal dagen zorg op basis van volledig pakket thuis () Aantal dagdelen dagbesteding (op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) (zie toelichting Aantal uren extramurale productie (exclusief dagbesteding op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) en Wmo-zorg) Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro's) in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies Waarvan overige bedrijfsopbrengsten Kerngegevens VVT Cliënten Aantal cliënten in instelling op basis van een ZZP met dagbesteding (dagbesteding staat aan) Aantal cliënten in instelling op basis van een ZZP zonder dagbesteding (dagbesteding staat uit) Aantal cliënten op basis van een volledig pakket thuis (VPT) Aantal extramurale cliënten (inclusief cli¨nten met begeleiding of dagbesteding (op basis van de functies BGI en/of BGG voor zover niet opgenomen in een instelling) Capaciteit Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen Productie Aantal dagen met zorg en verblijf in verslagjaar Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding
Aantal/bedrag Aantal 489 18 0 247
Aantal 514 Aantal 171.472 6.687 0 45.544 16.581 Aantal 1.408 719 Bedrag in euro's 46.857.098 43.127.531 3.729.567 Aantal/bedrag Aantal 85 9 0 0
Aantal 94 Aantal 30.262 3.285 Pag. 11
Aantal cliënten op basis van een volledig pakket thuis (VPT) Aantal dagdelen dagbesteding (op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) Aantal uren extramurale productie (exclusief dagbesteding op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) en Wmo-zorg) Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro's) in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
0 0 0 Aantal 192 103 Bedrag in euro's 5.700.395 5.497.704 202.691
2.3.3. Werkgebieden Werkgebieden AWBZ: zorgkantoorregio’s Nr 1
Regio Groningen
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Friesland Drenthe Zwolle Twente Apeldoorn, Zutphen e.o. Midden Ijssel Arnhem Nijmegen Utrecht Flevoland ’t Gooi Noord-Holland Noord Kennemerland Zaanstreek/Waterland Amsterdam
Ja/nee nee
Nr 17
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
Regio Amstelland en De Meerlanden Zuid-Holland Noord Haaglanden Delft Westland Oostland Midden Holland Rotterdam Nieuwe Waterweg Noord Zuid-Hollandse eilanden Waardenland Zeeland West-Brabant Midden-Brabant Noordoost Brabant Zuidoost-Brabant Noord- en Midden-Limburg Zuid-Limburg
Ja/nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
Pag. 12
2.4. Samenwerkingsrelaties Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste belanghebbenden en de relatie van deze belanghebbenden tot de Raphaëlstichting. De instellingen hebben afzonderlijk eveneens relaties met verschillende belanghebbenden, waarmee apart geregelde overlegmomenten zijn ingericht. Tot de belanghebbenden behoren o.a. cliënten, hun ouders en verwanten, medewerkers, toezichthouders, zorgkantoren, gemeenten, uitvoeringsinstanties en banken. Samenwerkingspartners van de Raphaëlstichting (regionaal en bovenregionaal) # Met Zorgkantoren in de verschillende regio's (VGZ, ACHMEA, CZ en AGIS) zijn contracten afgesloten en wordt regelmatig overleg gevoerd. Daarnaast is een contract gesloten met zorgverzekeraar VGZ inzake de GGZ-activiteiten van Queeste. #
Woningbouwcorporaties. Met Wooncompagnie is een samenwerkings-overeenkomst gesloten inzake woonzorginitiatieven. Ook is een overeenkomst gesloten inzake het planmatig onderhoud op Midgard en inzake het opstellen van een meerjarenonderhoudsplanning van al het vastgoed in eigendom. Ook met corporaties als Elan Wonen en Haag Wonen worden contacten onderhouden.
#
Lidmaatschap van de VGN en Actiz (brancheorganisaties) en deelname aan de VGN-NH.
#
Stichting CCE Noord-Holland - Utrecht: deelname aan expertteam.
#
Overeenkomst met Gemeente Bergen inzake onderhoud Parnassiapark.
#
Overeenkomst met Staatsbosbeheer voor het beheer van het bosgebied in de Wieringermeer.
#
Overeenkomst met Stichting Veldzorg voor de onderhoudswerkzaamheden in natuurgebied Oosterdel in Broek op Langedijk.
#
Huurovereenkomsten met Stichting Schermer Molens en stichting 't Roode Hert voor de exploitatie van een korenmolen.
Antroposofische zorg (aanbieders) " Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ). Bij de NVAZ zijn de antroposofische zorgaanbieders en therapeutica aangesloten. Er is samenwerking op het gebied van inhoudelijke ontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek, voorlichting en public relations, belangenbehartiging, uitwisseling van expertise, opleiding en bij- en nascholing en vertegenwoordiging in Europees verband. Een bestuurder van de Rapha ëlstichting is lid van het bestuur van de NVAZ en gedelegeerd lid van het ECCE (Europees Samenwerkingverband voor antroposofische heilpedagogie en sociaaltherapie en koepels van zorgaanbieders en landelijke ouderverenigingen). "
Er is een overeenkomst met het Edith Maryon College in Zeist dat initiële opleidingen verzorgt en ontwikkelt waaronder de opleiding Maatschappelijke Zorg (MZ3 en MZ4) en verschillende specifieke bij- en nascholingstrajecten aanbiedt. Het bestuur van de Raphaëlstichting is vertegenwoordigd in het bestuur van het EMC. Enkele medewerkers van de Raphaëlstichting treden als docent op.
Wetenschappelijk Onderzoek " De Raphaëlstichting ondersteunt financieel en bestuurlijk de Bernard Lievegoed Leerstoel aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De leerstoel is ingericht ter bevordering van het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het geven van onderwijs op het gebied van de ethische aspecten van zorg- en hulpverlening vanuit de antroposofie. Bijzonder hoogleraar is professor Hans Reinders. Een bestuurder van de Raphaëlstichting is lid van het Curatorium van deze leerstoel. "
Lectoraat Hogeschool Leiden beoogt met (praktijk)onderzoek, kennisuitwisseling en begeleiding van onderzoekers en studenten de wetenschappelijke basis van de kennis van de antroposofische gezondheidszorg te ontwikkelen en te vergroten. Zo namen aan de masterclass enkele medewerkers van de Raphaëlstichting deel.
"
Om tot een andere verantwoording van kwaliteit te komen is op initiatief van de Raphaëlstichting een project gestart onder de titel 'Beelden van Kwaliteit'. De leiding is in handen van Professor Hans Reinders. Aan de eerste pilot deed behalve de Raphaëlstichting,
Pag. 13
ook Esdégé-Reigersdaal mee. Het rapport werd op 17 juni aangeboden aan Achmea tijdens een symposium. Het project trekt landelijk veel belangstelling. In 2012 zal Rozemarijn aan een derde pilot meedoen. Overheden " Ministerie van VWS. In 2011 is overleg gevoerd met de directeur strategie over de WMO. "
Ministerie van OCW
"
Provincie Noord- en Zuid-Holland
"
Verschillende gemeenten waar de instellingen hun locatie hebben (Alkmaar, Bergen, Harenkarspel, Middenbeemster, Zeevang, Hollands Kroon, Heemstede, Haarlem, Amsterdam, Texel, Den Haag).
Cliënten " Er bestaan samenwerkingsovereenkomsten met de familieverenigingen, ouderraden en verwantenraden van de diverse instellingen "
Er bestaat een platform van cliëntenraden binnen de Raphaëlstichting met wie structureel worden overlegd.
"
De Centrale Cliëntenraad is alleen afroepbaar in geval er gebruik wordt gemaakt van het enquêterecht.
Pag. 14
3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1. Normen voor goed bestuur De Raphaëlstichting past de principes van de Zorgbrede Governance Code (versie 2010) toe als normgevend kader voor goed bestuur en toezicht, waardoor het afleggen van openbare verantwoording over het gevoerde beleid en de activiteiten wordt geborgd. Aan de transparantie-eisen van de WTZi wordt voldaan (zie ook de statuten van de Raphaëlstichting). Zowel de Raad van Toezicht als de Raad van Bestuur werken op basis van een reglement. Er is nog geen klokkenluidersregeling opgesteld maar deze wordt in 2012 opgesteld.
3.2. Raad van Bestuur / Directie De Raad van Bestuur bestaat uit een voorzitter Raad van Bestuur c.q. algemeen directeur en lid Raad van Bestuur c.q. financieel directeur. De voorzitter Raad van Bestuur heeft – naast algemene zaken – als aandachtsgebied de portefeuilles ‘bouwzaken’, medewerkerszaken, zorg (Inspectie, wachtlijsten, indicaties, ZZP,-vertaling, zorgproces), externe contacten. Het lid Raad van Bestuur heeft de portefeuille financiën als belangrijkste aandachtsgebied. Daarnaast de portefeuilles kwaliteit, ICT, onderzoek, ethiek, wettelijk vertegenwoordiger zorgzaken, PR, juridische zaken, fonds ter ontwikkeling initiatieven. Nevenfuncties voorzitter Raad van Bestuur: Marinus van der Meulen Bestuursvoorzitter stichting De Grondslag Bestuursvoorzitter De Linde Bestuursvoorzitter stichting Ter Bevordering van de Heilpedagogie Bestuursvoorzitter GMBH Choroi Bestuursvoorzitter stichting Mens en Muziek Lid Raad van Advies Zorgkantoor NHN Nevenfuncties lid Raad van Bestuur: Pim Blomaard Bestuurslid stichting De Grondslag Bestuurslid Stichting Raphaëlfonds Bestuurslid Ned.Ver.Antroposofische Zorgaanbieders Bestuurslid stichting Edith Maryon College Bestuursvoorzitter stichting Cultureel Fonds Suriname Bestuurslid stichting Woonruimte voor Ouderen (Novalis) Lid curatorium van de Bernard Lievegoed Leerstoel (VU) Belangenverstrengeling wordt voorkomen doordat volgens de regels van de Good Governance Code wordt gewerkt. Bezoldiging geschiedt eveneens conform de Good Governance Code. Toepassing van deze regels wordt door de Raad van Toezicht getoetst. Voor de gevoerde nevenfuncties wordt geen enkele bezoldiging ontvangen. De informatievoorziening aan de Raad van Toezicht door de Raad van Bestuur is in de vernieuwde zorgbrede Governance Code een belangrijk en centraal punt. Op basis van de Governance Code is een informatieprotocol opgesteld dat de informatievoorziening tussen Raad van Bestuur en Raad van
Pag. 15
Toezicht regelt. Buiten het overleg wanneer het gebeurtenissen betreft die van een zodanig karakter zijn dat er een urgentie is om de Raad van Toezicht hiervan op de hoogte te stellen zoals bij: calamiteiten, verschijnen in de media van (instellingen van) de Raphaëlstichting of andere – dicht aan de Raphaëlstichting rakende zaken. Binnen het gemeenschappelijke overleg aan de hand van: " " " " "
de vastgestelde jaarcyclus, zoals begroting, jaarplan de Raphaëlstichting vaste agendapunten in het overleg zoals financiën, nieuwe initiatieven, bouw, kwaliteit, gang van zaken Raphaëlstichting het thematisch werken in het overleg, vaak met inbreng vanuit de instellingen een jaarlijkse ontmoeting van een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht met de Centrale Ondernemingsraad verspreiding van de concept- en vastgestelde verslagen Raad van Bestuur
In een overleg met de voorzitter Raad van Toezicht is afgesproken de informatievoorziening te versterken door: " " "
vóór iedere vergadering schriftelijke melding te doen door de Raad van Bestuur welke 5-6 punten de afgelopen of de komende tijd prominent aandacht vragen van de Raad van Bestuur . een jaarlijkse ontmoeting te hebben met een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht met het Platform Cliëntenraden. een jaarlijkse ontmoeting te hebben met een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht met de Centrale Ondernemingsraad.
3.3. Toezichthouders (Raad van Toezicht) De Raad van Toezicht van de Raphaëlstichting bestond per 1 januari 2011 uit de volgende leden: Wouter van Ewijk, voorzitter Hans Nijnens, vice-voorzitter Jan Koopman, secretaris (op voordracht van de gezamenlijke cliëntenraden) Henny te Beest, lid en voorzitter auditcommissie Marten de Bruine, lid en lid auditcommissie Josephine de Zwaan, lid Vergaderingen De Raad van Toezicht heeft in 2011 vijf maal een reguliere vergadering gehouden in het bijzijn van het bestuur. Drie maal werd vergaderd op het Centraal Bureau in Schoorl, eenmaal bij Rudolf Steiner Zorg in Den Haag en eenmaal bij Midgard in Tuitjenhorn. Bij de laatste twee vergaderingen werd tevens een bezoek gebracht aan de betreffende instellingen om hierdoor meer zicht te krijgen op het dagelijks functioneren. De opkomst bij de vergaderingen was goed. Er zijn in 2011 geen nieuwe leden geworven. Functioneren Raad van Bestuur De Raad van Toezicht hield functioneringsgesprekken met de leden van de Raad van Bestuur, zowel met de individuele leden afzonderlijk als met het voltallige bestuur. De Raad van Toezicht is tevreden over het functioneren van het bestuur, zowel als team als over het afzonderlijk functioneren van de leden. De samenwerking tussen de Raad van Toezicht en het bestuur wordt door beide partijen als positief ervaren, de informatie over en weer is goed evenals de onderlinge verhoudingen. Functioneren Raad van Toezicht Het toezichthoudende orgaan houdt toezicht op de strategie en prestaties van de organisatie en de interne beheersings- en controlesystemen. De Governance Code ligt ten grondslag aan het toezicht. De Raad van Toezicht heeft ook het eigen functioneren geëvalueerd. Zowel wat betreft de individuele leden als wat betreft het team is geconstateerd dat er voldoende kennis en vaardigheden aanwezig zijn, dat er een goede balans is tussen afstand en betrokkenheid, dat er voldoende verbinding is met de identiteit Pag. 16
van de instellingen en dat ieder lid zich voldoende inzet voor het geheel. Er is ervaring in de care en cure, in de financiën, in commerciële, personeelstechnische en juridische zaken en in zaken betreffende de identiteit. De onafhankelijkheid van de leden is gewaarborgd doordat zij geen van allen werkzaam zijn bij een aan de Raphaëlstichting gelieerde instelling. Ten aanzien van de bezoldiging van de toezichthouders worden de richtlijnen van de NVTZ (Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen) gehanteerd. Het bestuur informeert de Raad van Toezicht in de vergaderingen en in het voorzittersoverleg daaraan voorafgaand en via kwartaalrapportages, over begroting, jaarplan, jaardocument en jaarrekening. Vergaderingen worden ook op de instellingen gehouden waar de locatiedirecteur een presentatie verzorgt. Eén maal per jaar bezoekt de voorzitter van de Raad van Toezicht de Centrale Ondernemersraad. Eén van de leden Raad van Toezicht wordt voorgedragen door cliëntenraden. Er is een informatieprotocol. In de vergaderingen van de Raad van Toezicht wordt één maal per jaar de management letter en interim letter besproken. Daarnaast wordt de accountant twee maal per jaar uitgenodigd voor de vergadering van het auditcommittee. Bij het goedkeuren van de jaarrekening in mei is de accountant aanwezig en wordt besproken of de externe accountant opnieuw wordt gecontracteerd. Onderwerpen van gesprek Het afgelopen jaar is veel aandacht uitgegaan naar het werven van een nieuwe bestuurder die begin 2012 in dienst is getreden. Aan de selectie van de sollicitatiebrieven heeft bijna de volledige Raad van Toezicht deelgenomen. Drie leden hebben deel uitgemaakt van de sollicitatiecommissie. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de problemen bij één van de instellingen. Deze problemen betroffen naast het financiële functioneren van de instelling ook het kwalitatief en inhoudelijk functioneren daarvan. Een verbeterplan is inmiddels van start gegaan. De uitvoering daarvan zal ook in 2012 zorgvuldig worden gemonitord. Besluiten van de Raad van Bestuur waaraan de Raad van Toezicht zijn goedkeuring heeft verleend zijn: Jaarrekening 2010, Jaardocument 2010, aanstelling Remco Bakker als nieuwe bestuurder per 1 januari 2012 en de begroting en het jaarplan 2012. Ontmoetingen met de Centrale Ondernemingsraad Zoals gebruikelijk heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht in 2011 een overlegvergadering tussen de Raad van Bestuur en de Centrale Ondernemingsraad bijgewoond. Uiteraard is de Centrale Ondernemingsraad actief betrokken bij de benoeming van de nieuwe bestuurder en heeft de Centrale Ondernemingsraad gebruik gemaakt van zijn adviesrecht inzake de benoeming van de nieuwe bestuurder. Meerjarenbeleidsplan 2010-2012 (No direction home) De voortgang van het meerjarenbeleidsplan en het daaraan gekoppelde jaarplan 2011 is regelmatig aan de orde gekomen. Vastgoed De ontwikkelingen binnen de vastgoedportefeuille waren regelmatig aan de orde en staan ook op de agenda van de auditcommissie. Landelijke ontwikkeling De landelijke ontwikkelingen bij de antroposofische zorgaanbieders zijn regelmatig besproken. Beleidscyclus In mei zijn de jaarrekening en het jaardocument 2011 goedgekeurd in aanwezigheid van de accountant. Het jaarplan 2012 en de begroting voor dat jaar zijn in november besproken en, na nogmaals in de auditcommissie te zijn behandeld, in februari 2012 goedgekeurd. De overeenkomst met KPMG is gecontinueerd. Pag. 17
Het jaar 2011 is met een positief resultaat conform begroting afgesloten. Auditcommittee Er is een auditcommittee samengesteld bestaande uit Henny te Beest en Marten de Bruine vanuit Raad van Toezicht en aangevuld met bestuur en concern controller. De auditcommissie is het afgelopen jaar twee maal bijeen geweest en heeft een aantal malen telefonisch overleg gehad. Hierbij is uitvoerig gesproken over de begroting, de jaarstukken, de rapporten van de accountant en het treasury statuut. Veiligheid en kwaliteit Veiligheid en kwaliteit zijn eveneens onderwerpen die meerdere malen ter sprake zijn gekomen. De gang van zaken bij de instellingen Elke vergadering wordt kort verslag gedaan van de gang van zaken bij alle instellingen. Jaarprogramma 2012 ! ! ! ! ! !
Beleidscyclus Kwaliteit en veiligheid Overleg met de COR en het cliëntenplatform Strategische en maatschappelijke ontwikkelingen Onderlinge samenwerking Voortgang van het verbeterplan bij Midgard
3.4. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering De audit van KPMG laat geen urgente verbeterpunten zien. Belangrijkste aandachtspunt is de registratie van de medewerkersuren waarvoor eigen software ontwikkeld werd. Deze wordt in 2012 verder geïmplementeerd. Risicobeheersing en controlesystemen De volledige rapportage van de maand is binnen drie weken beschikbaar zodat afwijkingen tijdig gesignaleerd worden. In 2011 is het toepassen van seizoensinvloeden gerealiseerd zodat de eerste helft van het jaar geanticipeerd wordt op de tweede helft die enerzijds meer salariskosten en anderzijds meer winkelopbrengsten heeft. De interne controle is in 2011 verder opgepakt. Bepaalde registraties, met name in de GGZ plus de controle van de AWBZ productie en de digitale zorgdossiers, is gedurende 2011 nog verder verbeterd. Inzake administratie en interne controle wordt aan de wettelijke eisen voldaan. In 2011 is het risicomanagement wederom geactualiseerd en het treasurystatuut vernieuwd en vastgesteld en door de Raad van Toezicht goedgekeurd. Het Waarborgfonds voor de Zorg heeft twee borgingsverzoeken in 2011 in behandeling genomen en geaccordeerd. De benodigde positievenegatieve hypotheekverklaring is in 2011 tot stand gekomen. Voor de begroting is een eigen begrotingstool ontwikkeld dat voor de begroting 2012 goed heeft gefunctioneerd. In 2011 is opnieuw een fiscale scan gedaan en zijn alle relevante onderwerpen opgepakt. De winkels werden in de BTW gebracht. De begroting 2012 is na een intensief traject in november 2011 gereed gekomen. De extra middelen vanuit het “Convenant investeringen langdurige zorg 2011-2015“ zijn apart begroot en geaccordeerd door het zorgkantoor.
Pag. 18
Risico's/ onzekerheden Het grootste risico bestaat op dit moment in de onzekerheid over de vergoeding van ZZP's bij het vergroten van de capaciteit. De nieuwe zorgboerderij in Wieringerwerf, die 1 oktober 2011 is gestart, heeft vanuit het zorgkantoor goedkeuring gekregen voor 20 plaatsen met een AWBZ erkenning. In de regio Zaanstreek-Waterland echter is geen zekerheid over de financiering van groei. In 2012 is een capaciteitsuitbreiding op Scorlewald voor 18 plaatsen voor met name jongvolwassenen gehonoreerd. Het declareren van de geleverde zorg volgens de volledig geautomatiseerde en uiterst complexe AW319 systematiek brengt een risico met zich mee bestaande uit de verregaande controle op: - cliëntgegevens: o.a. BSN, UZOVI (verzekerdegegevens), NAW-gegevens - AZR-gegevens: geldigheid en omvang toegewezen zorg, leveringstatus (In zorg, Uit zorg, Wachtend) - prestatiegegevens: omvang en tarieven volgens productieafspraak. Met het groeien van de Raphaëlstichting de laatste jaren, is er een spanning ontstaan tussen de afstemming en de communicatie tussen centrale en decentrale processen. In 2011 is de discussie hierover verder voortgezet. Er is een werkgroep ecologie gestart met als doel om de relatie tussen centrale en decentrale processen te harmoniseren. Tenslotte is er nog de onzekerheid over de invoering van de WMO voor dagbesteding. Er is nog veel onduidelijkheid. Enerzijds geeft dit veel onzekerheid, anderzijds biedt dit voor de toekomst mogelijk ook kansen. Er is een werkgroep gestart die aan het werk gaat met de voorbereidingen voor de WMO. Wijzigingen in de bedrijfsvoering Rudolf Steiner Verpleeghuis in Den Haag is na vier jaar van bestuurlijk samenwerking volledig gefuseerd met de Raphaëlstichting en heet voortaan Rudolf Steiner Zorg. Zorgtuinderij Croon en Bergh in Burgerbrug beleefde een feestelijke officiële opening. In oktober werd zorgboerderij Dijkgatshoeve in Wieringerwerf in gebruik genomen. Beide locaties zijn projecten van Scorlewald. Rozemarijn opende een natuurvoedingswinkel in Haarlem: Rozemarijn Santé. Kinderdagcentrum de Koperen Bal in Purmerend verhuisde naar Breidablick in Middenbeemster en gaat verder onder de naam Iwald. In 2011 is tevens de bouw gestart van de nieuwe huisvesting van Kinderdagcentrum De Apppelboom in Tuitjenhorn. De nieuwbouw zal in april 2012 worden opgeleverd. Voor Kinderdagcentrum Rozemarijn is tijdelijke huisvesting gevonden. Een deel van het Kinderdagcentrum zal in 2012 verhuizen naar een pand wat nog verbouwd moet worden. Een ander deel zal weer elders tijdelijk worden gehuisvest. Het blijkt zeer moeilijk om goed huisvesting te vinden in Haarlem en omstreken voor het Kinderdagcentrum. Zichtbaarheid Aan de websites van de instellingen en de algemene site van de Raphaëlstichting is informatie over de ZZP's op inzichtelijke (en uniforme) wijze toegevoegd. Per instelling staat aangegeven welke zorgzwaarte er wordt geboden. Ook staan wachtlijstgegevens vermeld. Er zijn dit jaar veel initiatieven genomen om vrijwilligers te werven. Diverse locaties hebben folders en flyers laten drukken. Op de websites worden de vacatures voor vrijwilligers regelmatig geactualiseerd.
3.5. Cliëntenraad Organisatie cliëntenraden De medezeggenschap van cliënten en/of vertegenwoordigers wordt per instelling geregeld via de cliëntenraden. Regelmatig vinden vergaderingen plaats met de betreffende directies. Vanuit de diverse cliëntenraden van de instellingen is er een Centrale Cliëntenraad samengesteld. De Raad van Bestuur hecht er waarde aan om twee maal per jaar te overleggen met de Centrale Cliëntenraad. Daarnaast kan de Centrale Cliëntenraad het recht op enquête uitoefenen. De Centrale Cliëntenraad heeft hiervan geen gebruik gemaakt in 2011. In 2011 is een nieuwe voorzitter Centrale Cliëntenraad aangetreden. Daarnaast is er een overkoepelend cliëntenplatform dat wordt vertegenwoordigd door afgevaardigden vanuit de diverse cliëntenraden van de instellingen en die halfjaarlijks vergadert samen met de
Pag. 19
voorzitter Raad van Bestuur. Ondersteuning Naar behoefte kan elke cliëntenraad scholing en ondersteuning krijgen. Cliëntenraden worden ondersteund door medewerkers vanuit de instellingen of het centraal bureau of externen teneinde hun bijeenkomsten te organiseren, notuleren en te communiceren naar directie en bestuur. Overleg zorgkantoor Vertegenwoordigers van de cliëntenraden worden eenmaal per jaar uitgenodigd voor periodiek overleg met het zorgkantoor en bestuur Raphaëlstichting. In 2011 zijn de volgende onderwerpen besproken: "
bezuinigingen
"
bereikbaarheid in de vakantieperiode
"
communicatie huizen en werkplaatsen
"
omgaan met afspraken
"
onzekerheid WMO
Voor 2012 staat op agenda: verbeteracties n.a.v. cliëntentevredenheidsonderzoeken. Er is advies gevraagd aan het cliëntenplatform over de volgende onderwerpen te weten: "
kwaliteitsbeleid: de cliëntenraden zijn betrokken bij het opstellen en evalueren van het kwaliteitsbeleid. In 2011 is het kwaliteitsbeleid geëvalueerd en hebben de verschillende cliëntenraden hierop hun inbreng gehad.
"
BOPZ: er is een aanvullende notitie BOPZ geschreven voor het nog verder terugdringen van middelen & maatregelen. Deze notitie is in de verschillende cliëntenraden besproken.
"
nieuwe bestuurder: cliëntenraden zijn betrokken geweest bij opstellen profiel nieuwe bestuurder.
De adviezen vanuit de diverse cliëntenraden zijn meegenomen in het beleid van de stichting. Verder is aandacht besteed aan: "
veiligheid: toezichtkader IGZ april 2011
"
werken bij de Raphaëlstichting voor cliënten (dagbesteding). Dit zal in 2012 verder worden opgepakt.
Cliëntenraden zijn gevraagd deel te nemen aan de leerkringen, om op deze wijze betrokken te zijn bij het meerjarenbeleidsplan van de Raphaëlstichting. Daarnaast zijn de cliëntenraden betrokken bij verschillende verbetertrajecten. De communicatie tussen woonhuis en werkplaats is in 2011 aan de orde geweest in de cliëntenraad van Scorlewald. Op Midgard is gesproken over hoe er met afspraken wordt omgegaan. Vertrouwenspersonen Binnen de Raphaëlstichting zijn er per instelling vertrouwenspersonen voor zowel cliënten als medewerkers aangesteld. Jaarlijks brengen zij verslag uit aan de leden Klachtencommissie Cliënten respectievelijk Klachtencommissie Medewerkers. Informatie over de klachtenprocedure en de vertrouwenspersonen staat op de diverse websites. Vanaf 2010 komen de vertrouwenspersonen regelmatig bij elkaar om ervaringen uit te wisselen. In 2011 zijn de vertrouwenspersonen twee maal bij elkaar geweest. In 2011 is de taakomschrijving van de vertrouwenspersoon vastgesteld. Het belang van hun werkzaamheden en bereikbaarheid is in het MT aan de orde gesteld.
Pag. 20
3.6. Ondernemingsraad Zie hoofdstuk 4.5.1 onder: arbeidsvoorwaarden en medezeggenschap
Pag. 21
4. Beleid, inspanningen en prestaties
4.1. Meerjarenbeleid De Raphaëlstichting gaat in haar beleid uit van de kaders die de AWBZ (Care) aanreikt en baseert zich daarbij op het bieden van een ontwikkelingsperspectief aan cliënten en medewerkers om een zo optimaal mogelijke kwaliteit van zorgverlening en - begeleiding te realiseren. Zij doet dit vanuit een antroposofische zorgvisie in een zich herhalend proces van evaluatie en bijsturing, waarmee voortdurend ingespeeld wordt op de vragen die op de stichting afkomen. Vraagsturing betekent binnen de Raphaëlstichting het gezamenlijk op zoek gaan naar de ontwikkelingsvraag en het levensperspectief van de cliënt: in dialoog. Actuele wensen en keuzen van de cliënt worden in gezamenlijkheid geduid in het licht van zijn/haar biografie en levensfase, waarbij de cliënt zelf zoveel mogelijk kan sturen in zijn/haar eigen leven. Missie De Raphaëlstichting biedt zorg en begeleiding aan kinderen, jeugdigen, volwassenen en ouderen met een beperking op lichamelijk of psychisch gebied. Zij wil het voor cliënten en medewerkers mogelijk maken zich naar lichaam, ziel en geest te ontplooien, al naargelang de leeftijdsfase. Zij tracht de individuele ontwikkeling te versterken vanuit een sociale samenhang, die bouwt op het streven naar zingeving. Hierbij hoort een breed gedragen cultuur om cliënten en medewerkers het vertrouwen en de ruimte te geven om zich te ontplooien en om initiatieven te nemen. Visie Iedere zorgvisie is gebaseerd op een mensvisie. Hoe je het menselijk leven beoordeelt, bepaalt wat je in de zorgverlening belangrijk vindt. De Raphaëlstichting baseert haar zorgvisie op de antroposofische mensvisie. Volgens deze mensvisie maakt ieder mens deel uit van drie werelden: "
de fysieke wereld die zintuiglijk waarneembaar is,
"
de innerlijke wereld die innerlijk ervaarbaar is, en
"
de geestelijke wereld die zich zowel in de zichtbare als in de innerlijke wereld uitdrukt en er samenhang aan geeft.
De op aarde levende mens is met deze drie werelden verbonden en bestaat uit lichaam, ziel en geest. De mens leeft als individualiteit op aarde. Hij wil ervaringen opdoen, zijn eigen talenten ontplooien en nieuwe vaardigheden leren. Ieder mens is een uniek wezen met een gezonde individuele kern. Ook zijn ontwikkelingsstoornis, hoe ernstig die ook is, doet daar niets aan af. Kinderen (in de heilpedagogie), jongeren en volwassenen (in de sociaaltherapie) en ouderen (in het verpleeghuis) worden aangesproken op hun sociale vermogens en gesterkt in hun gevoelens van eigenwaarde en volwaardigheid. Meerjarenbeleid In het meerjarenbeleidsplan 2010 – 2012, onder de titel 'No direction home', staan flexibiliteit in de situatie (houding), stabiliteit in de zorg (inhoud) en sensitiviteit voor de samenhang (verhouding) centraal. De organisatie wil zich in al haar geledingen voorbereiden op de toekomst. Zij wil zich daarbij laten leiden door de tijdgeest, door eigen identiteit en door de vragen die haar vanuit de samenleving worden gesteld. In de samenleving zijn grote veranderingen zichtbaar. Als één ding wel heel duidelijk is, dan is dat het bewustzijn dat in de wereld alles met elkaar samenhangt. Wat in het ene beleidsterrein of op één plaats in de wereld gebeurt, blijft niet zonder gevolgen voor de rest van de wereld. Zo zal op het terrein van de gezondheidszorg een versnelde verandering in de AWBZ plaatsvinden en de vraag naar explicitering op terreinen als besteding van middelen, veiligheid, beloningen, etc. toenemen. De middelen zullen schaarser worden. De verdeling van de (schaarse) middelen wordt binnen de organisatie een agendapunt. De risico’s voor de zorginstellingen zullen toenemen. Tegelijkertijd neemt de individualisering nog steeds toe. Er is meer vraag naar kleinschalig verblijf. Scheiden van wonen en zorg lijkt een kwestie van tijd. Pag. 22
Aan de Raphaëlstichting zullen deze veranderingen niet voorbijgaan. In het omgaan met deze veranderingen voelt zij zich verantwoordelijk. De Raphaëlstichting focust zich daarbij op de volgende beleidsthema’s: # De Raphaëlstichting wil een ecologische organisatie zijn die zich tot in de kleinste delen bewust is van de samenhang binnen het geheel en van de samenhang met haar omgeving. # De Raphaëlstichting wil een lerende organisatie zijn. De vraag wordt gesteld: hoe leren wij (van elkaar)? Er wordt een gedeelde visie op (persoonlijk) leiderschap geformuleerd. # De Raphaëlstichting zoekt verankering in de samenleving. Zij wil zich in haar oriëntatie meer naar buiten richten. Verankering in de samenleving leidt tot nieuwe vormen, nieuwe verbindingen en een grotere diversiteit. # De Raphaëlstichting zoekt verankering in de antroposofische visie. Dit vraagt om een voortdurende verduidelijking van wat de zorg vanuit deze identiteit in zijn diverse verschijningsvormen inhoudt. # De Raphaëlstichting wil een veranderingsproces doorgaan. In dit proces zal het altijd gaan om de essentie: wat doe ik hier en waarom werk ik hier en wat is mijn verbinding. Hoe geef ik inhoud aan mijn persoonlijk leiderschap en wat betekent dit voor mijn team, mijn organisatie. In het managementteam worden de beleidsthema's uitgewerkt. Parallel aan dit proces zijn er in de instellingen zgn. 'leerkringen' gestart die zich bezighouden met toekomstgerichte thema's. Het werken in leerkringen draagt bij aan een transformatie naar een lerende en flexibele organisatie waarin medewerkers zijn toegerust om situaties in hun werk zelf ter hand te nemen.
4.2. Algemeen beleid verslagjaar Onderdelen van het meerjarenbeleid die aan bod zijn geweest in 2011 1. De Raphaëlstichting wil een ecologische organisatie zijn die zich tot in de kleinste delen bewust is van de samenhang binnen het geheel en van de samenhang met haar omgeving. 2. De Raphaëlstichting wil een lerende organisatie zijn. 3. De Raphaëlstichting zoekt verankering in de samenleving. 4. De Raphaëlstichting zoekt verankering in de antroposofische visie. 5. De Raphaëlstichting wil een veranderingsproces doorgaan. ad 1. Er hebben in 2011 diverse trajecten gelopen om bepaalde bedrijfsprocessen te stroomlijnen zodat er een betere aansluiting komt tussen centraal en decentraal en de efficiëntie verbetert. Er is een traject gestart rondom het thema decentraal – centraal. Een werkgroep gaat hiermee in 2012 aan de slag. ad 2. Voor de lerende organisatie is een visiestuk ontwikkeld door een werkgroep bestaande uit leden van het Managementteam. In het eigen jaarplan is iedere instelling aan de slag gegaan met een eigen invulling hiervan. Er zijn drie werkpunten geformuleerd en opgepakt. ad 3. In 2011 is tijdens een retraite van het Managementteam het thema inclusie aan de orde gesteld. Naar aanleiding hiervan is maatschappelijke verankering in een bestuurlijke werkgroep onder gebracht. Dit heeft ook te maken met de WMO. De Raphaëlstichting wil ook meer verschuiven van intramurale zorg naar individuele ambulante zorg en de inzet van mantelzorg, vrijwilligers etc. In 2012 zal hierover beleid worden ontwikkeld. ad 4. Het punt over de antroposofische identiteit is nog niet expliciet aan de orde gekomen. ad 5. Dit veranderingsproces wordt opgepakt middels leerkringen. Op alle instellingen zijn leerkringen ingesteld die tot doel hebben een gezamenlijk vraagpunt op een hoger plan te tillen en een gezamenlijk toekomstperspectief te vinden. Het vergroten van het persoonlijk leiderschap is ook een doel van deze leerkringen. Ook cliënten en verwanten nemen aan enkele leerkringen deel. In de leerkringen wordt vaak gewerkt aan de hand van de Theorie U - methode die is ontwikkeld door Otto Scharmer. Theorie U beschrijft een manier van samenwerken waarbij je wordt opgeroepen om je aandacht intens te verdiepen ten behoeve van een vernieuwingsvraag. Dit kan een vraagstuk zijn met bewoners/cliënten, een samenwerkingsprobleem, een visieontwikkeling etc.
Pag. 23
In 2011 zijn op de verschillende instellingen ruim 25 leerkringen actief geweest. Op Rudolf Steiner Zorg, Midgard, Scorlewald en Iambe is aan de ontwikkeling van een toekomstvisie gewerkt. Op Breidablick en Rozemarijn stonden inhoudelijke thema's centraal. Er zijn in 2011 twee 'waarneemdagen' geweest. Deze bijeenkomsten (voor alle medewerkers van de Raphaëlstichting) hebben tot doel het zichtbaar maken aan elkaar van de werkzaamheden in de diverse leerkringen. Op de intranetsite worden alle (tussen)verslagen gepubliceerd. Ook is er een tussenrapport verschenen met een overzicht van de activiteiten van de leerkringen en de resultaten die al zijn geboekt. Inspanningen Voor KDC de Appelboom is er na vele jaren eindelijk opdracht verleend tot realisatie van nieuwbouw. Op 30 maart 2011 is de eerste paal geslagen in bijzijn van de kinderen. In 2011 zijn in de Davidschool van Midgard alle KDC-kinderen gehuisvest tot de nieuwbouw betrokken kan worden in april 2012. Voor KDC Rozemarijn is er eind 2011 concrete herhuisvesting in beeld gekomen. Per 1 juli 2012 zal de huidige huisvesting in Heemstede worden verlaten. Een aantal groepen zal worden ondergebracht in een te verbouwen pand. De andere groepen wordt gehuisvest in een twee tijdelijke onderkomens. In 2011 is de Dijkgatshoeve in de Wieringerwerf in gebruik genomen. Een mooi project waar de bewoners in samenwerking met Staatsbosbeheer hun werk kunnen uitvoeren. Zorgboerderij Croon en Bergh in Burgerbrug is in 2011 officieel geopend. Het Tobiashuis bij Rudolf Steiner Zorg is gerenoveerd. Op 16 maart vond de feestelijke opening plaats. Code Rood is daarmee opgeheven. Iedere instelling heeft, naar aanleiding van het bestuursplan, in een resultaatgericht jaarplan beschreven hoe zij de werkpunten uit het Meerjarenbeleidsplan oppakt. Een van de eerste onderdelen die de stichting gezamenlijk oppakt is de lerende organisatie. Zichtbaarheid De zichtbaarheid van de Raphaëlstichting heeft veel aandacht gekregen. Het doorvoeren van de nieuwe huisstijl is op bijna alle fronten voltooid. In folders, nieuwsbrieven, advertenties en brochures wordt de onderlinge samenhang steeds duidelijker. Er is veel aandacht besteed aan de presentatie van de eigen producten. In de vormgeving komt het lokale (bijvoorbeeld: kaas van Dijkgatshoeve) en het 'algemene' (product van de Raphaëlstichting) tot uiting. Diverse winkels krijgen een duidelijker profiel en richten zich meer naar buiten. De meeste hebben ook een eigen website. De intranetsite heeft een facelift ondergaan. Door de toevoeging van nieuws van de locaties is de attentiewaarde aanmerkelijk omhoog gegaan. Intranet blijkt een heel geschikt medium om de onderlinge verbondenheid te stimuleren en medewerkers effectief te informeren. Opleiding In 2011 is de opleiding Maatschappelijke Zorg (MZ) niveau 3 en 4, die onder de verantwoordelijkheid van het Edith Maryon College staat, gestart met 50 studenten, verdeeld over vier jaargangen. Er zijn binnen de instellingen professionele en zorginhoudelijke cursussen gegeven. Er is een centrale functionaris bij- en nascholing, die het aanbod van (antroposofische) scholing op de verschillende instellingen van de Raphaëlstichting onderling afstemt, zodat alle medewerkers genoeg de kans krijgen om zich verder in de antroposofische zorgverlening te verdiepen. Voor het middenkader is in 2010 een specifieke, tweejarige module Antroposofische verdieping van start gegaan met excellente docenten van buiten. Deze is eind 2011 afgesloten. In 2011 zijn zes intervisiegroepen voor het middenkader van start gegaan. Om beschikbare kennis in de stichting te delen en te verspreiden, zijn er verdiepingsbijeenkomsten georganiseerd, geleid door Masters. Doel is tevens het bevorderen van de deskundigheid. In 2011 vonden er bijeenkomsten rondom orthopedagogie, uitwendige therapie en niet aangeboren hersenletsel plaats. Ook was er een opleiding voor medewerkers van kinderdagcentra onder de titel: 'Appels van eigen boom'. Zowel de bijeenkomsten rondom orthopedagogie en uitwendige therapie als ook de opleiding Appels van eigen boom, zullen in in 2012 worden voortgezet. In 2012 wordt ook een start gemaakt met verdiepingsbijeenkomsten over jaarfeesten.
Pag. 24
Publicaties * Hoofdstuk van P. Blomaard: Gezondheid en integriteit In het boek Duurzame gezondheidszorg, Christofoor 2011 * Lichtmomenten Scorlewald 2011
4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) De Raphaëlstichting is gecertificeerd voor HKZ sinds februari 2008. Eind 2010/ begin 2011 heeft een hercertificering plaatsgevonden. Het resultaat was positief; de Raphaëlstichting heeft het certificaat behouden. Op elke eenheid is een kwaliteitsmedewerker werkzaam. Coördinatie en afstemming vindt plaats in het maandelijks overleg van de kwaliteitsmedewerkers. Zij leggen verantwoording af aan de bestuurswerkgroep kwaliteit die vier keer per jaar bij elkaar komt. Daarnaast vindt er jaarlijks een systeembeoordeling plaats van elke instelling met de Raad van Bestuur en de directie van de betreffende instelling. Doelen op gebied van kwaliteit waren: 1. Aanpassing KMS: van verantwoorde zorg naar goede zorg 2. Beelden van kwaliteit. 3. Behoud certificaat 4. Aanpassing HKZ-normen Resultaten: ad 1. De verkenning naar alternatieven is geschrapt. Er vindt geen transformatie plaats maar een geleidelijke verandering. Op de verschillende instellingen worden initiatieven genomen om bv een uitkomst van zorg te formuleren die ligt op het gebied van goede zorg. ad 2. Er heeft een pilot op Breidablick plaatsgevonden van Beelden van kwaliteit onder leiding van professor dr. Hans Reinders. De Raphaëlstichting ziet dit onderzoek als een manier om meer recht te doen aan het werken aan goede kwaliteit. De resultaten waren bemoedigend wat betreft de methodiek. Helaas had het rapport met de resultaten vertraging opgelopen door ziekte van de onderzoeker. Daardoor waren een aantal verbeteracties reeds ingezet voordat de resultaten van het rapport bekend waren. In 2012 zal een nieuwe pilot van start gaan op Rozemarijn. ad 3. De externe audit heeft eind 2010 plaatsgevonden en de Raphaëlstichting heeft het certificaat behouden. Er waren een aantal verbeterpunten waarvoor een plan van aanpak is geschreven. Januari 2011 ging DNV akkoord met het plan van aanpak en was de hercertificering een feit. ad 4. In 2011 is gewerkt aan de aanpassing, het optimaliseren van het KMS. Hoe kunnen we het KMS zo inrichten dat het ons werk nog beter ondersteunt. Deze optimalisatie zal in 2012 verder gaan. Niet radicaal maar stap voor stap. Gegegevensbeveiliging Doel was: 1. Voldoen aan de NEN 7510 Resultaat ad 1. Er is een Quick Scan uitgevoerd waarbij gekeken is in hoeverre de Raphaëlstichting voldoet aan
Pag. 25
de NEN 7510 door een externe partij. Op basis hiervan is een plan van aanpak gemaakt. Dit wordt uitgevoerd. Kwaliteit van gebouwen Doelen waren: 1. Omzetting naar NHC (Normatieve Huisvestingscomponent). 2. Lange termijn onderhoud 3. Feitelijke waardering 4. Duurzaamheidsnorm Resultaten: ad 1 De NHC is gebruikt voor nieuwe initiatieven en per jaar voor de begroting. In 2012 zal er een meerjarenplanning komen. ad 2 Van elke locatie is een lange termijn onderhoudsplanning gemaakt. Met betrekking tot de coördinatie van de uitvoering wordt in 2012 een besluit genomen. ad 3 Impairment toets leidt niet tot afboekingen. Afschrijvingstermijnen zijn aangepast. ad 4 De duurzaamheidsnorm is niet vastgesteld. Zal worden vervolgd in 2012. Wel is een thematische werkgroep over onder meer duurzaamheid gestart in samenwerking met Wooncompagnie. Brandveiligheid Doel was: 1. Brandveiligheid verbeteren Resultaat: ad 1 In 2011 is de brandveiligheid en veiligheid een speerpunt geweest en is het nieuwe beleid geïmplementeerd. Verantwoordelijkheden zijn uitgesplitst en aandachtsfunctionarissen zijn benoemd. De plannen van aanpak zijn geactualiseerd, een aantal instellingen hebben een nieuwe (deel) RI&E gedaan en BHV-plannen en ontruimingsplannen zijn extra onder aandacht gebracht. Dit zal in 2012 verder worden geïntensiveerd waarbij elke locatie vaker ontruimingsoefeningen zal doen in aanwezigheid van de bewoners/ cliënten. De instellingen zijn druk bezig met de arbocatalogus, het onderwerp BHV is afgerond en het beleid inzake agressie zal begin 2012 worden afgerond. Daarna zal het onderwerp werkdruk aan de orde komen. De brandmeldsystemen van de instellingen Breidablick, Midgard en Scorlewald hebben in 2011 en deels ook nog in 2012 een update ondergaan en de piepersystemen zijn vernieuwd. In 2011 is tevens een begin gemaakt met de beoordeling in een tripartiet overleg. Het bestuur, coördinator Arbo en huisvestingsmanager brengen een bezoek aan de instellingen. In de interne audits is brandveiligheid ook aan de orde geweest. Het onderwerp veiligheid heeft drie keer op de agenda gestaan van het cliëntenplatform en is daar uitgebreid besproken. Tevens is brandveiligheid een thema geweest in de werkgroep Zorg. Toelichting resultaten kwaliteitskader Pijler 1 De resultaten voor pijler 1 zijn goed. Op het punt van de risico-analyse cliënten scoort de Raphaëlstichting iets minder omdat de risicoanalyse nog niet bij alle cliënten is ingevoerd (tussen de 75 en 95%). Ook het gebruik van aanvullende methodieken bij de incidenten analyse scoort iets lager. Dit punt is nog in ontwikkeling. Er is een start gemaakt met de Prisma-analyse. Toelichting resultaten kwaliteitskader pijler 2A De resultaten van pijler 2A zijn nog niet compleet. De resultaten zijn gebaseerd op een nietrepresentatieve selectie van de cliënten van de totale organisatie die in het eerste kwartaal van 2012 zijn gemeten. De resultaten kunnen niet worden vergeleken met de resultaten van andere instellingen omdat
Pag. 26
geen differentiatie naar doelgroep heeft plaatsgevonden. N.a.v. de resultaten gaat de Raphaëlstichting nog beter borgen dat het zorgplan jaarlijks wordt geëvalueerd en ondertekend door de cliënt/ vertegenwoordiger. Tevens zal bekeken worden hoe visusonderzoek, gehooronderzoek en borstkankeronderzoek structureel kan worden ingebed.
4.4. Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 4.4.1. Kwaliteit van zorg De doelen van het kwaliteitsbeleid ten aan zien van patiënten/cliënten in 2011 waren: 1. Optimaliseren wachtlijstbeheer 2. Terugdringen vrijheidsbeperking 3. Zorgplancyclus 4. Productoverzicht Resultaten ad 1 Dit punt staat op de agenda van de werkgroep Zorg. Het opnamebeleid is decentraal geregeld. Is een cliënt van de ene instelling ook een cliënt van een andere instelling van de Raphaëlstichting en kunnen wachtlijsten worden gedeeld? Dit punt zal in 2012 verder worden opgepakt. ad 2 Er is een aanvullende notitie BOPZ tot stand gekomen met betrekking tot het terugdringen vrijheidsbeperking. Tevens wordt in 2012 een gezamenlijk scholingsprogramma gestart. Op de instellingen is het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen een speerpunt. ad 3 De zorgplancyclus is beoordeeld. De overgang in de systematiek naar de domeinen van Shalock is besproken in de werkgroep Zorg en zal in 2012 in het zorgplan herkenbaar worden gemaakt. ad 4 Het productoverzicht op de website is afgerond. D it zal jaarlijks worden geactualiseerd. Er is in 2011 een cliëntentevredenheidsonderzoek uitgevoerd middels interviews en vragenlijsten. Alle instellingen zijn hierbij betrokken. De resultaten zijn in 2012 ontvangen en in overleg met de cliëntenraden zullen de verbeterpunten worden opgepakt. Kwaliteitskader Er is meegedaan aan het kwaliteitskader. De resultaten van pijler 1 waren goed. De gegevens voor pijler 2 zijn net ingevoerd. Het is nog te vroeg om iets te zeggen over de resultaten. Zorg Het medicatiebeleid is geactualiseerd in 2011. De nieuwe richtlijnen van de Inspectie en de sector zijn hierin verwerkt. Goede zorg Verder is in 2010 een pilot gestart onder de titel 'Beelden van Kwaliteit', waarin samen met EsdégéReigersdaal een nieuwe methode van kwaliteitsverantwoording wordt ontwikkeld. Dit gebeurt onder leiding van Professor Hans Reinders, die in het kader van de Bernard Lievegoed Leerstoel dit project heeft opgezet. In juni 2011 zijn de resultaten, die ook een landelijke uitstraling hebben, gepresenteerd. In 2012 zal een tweede pilot starten bij de Raphaëlstichting op de locatie Rozemarijn.
4.4.2. Klachten (exclusief particuliere FPC’s) Klachtenregeling Binnen de Raphaëlstichting is een route voor officiële klachten en niet-officiële klachten. De officiële klachten worden ingediend bij een onafhankelijke klachtencommissie. De niet-officiële klachten worden direct binnen de instelling opgepakt door de betreffende leidinggevende. Daarnaast is er
Pag. 27
de mogelijkheid voor cliënten om contact te zoeken met de vertrouwenspersoon voor een luisterend oor en/of advies. Informatie over de klachtenprocedure en de vertrouwenspersonen wordt op verschillende manieren onder de aandacht gebracht, bijvoorbeeld via nieuwsbrieven, door bij groepen langs te gaan of door een folder. Ook staat de informatie op de websites. Samenstelling klachtencommissie De klachtencommissie bestaat uit: Jan Blokland, rechter te Alkmaar. Onafhankelijk voorzitter en jurist. Anne Wit-Zuidema, psycholoog. Voorgedragen namens de cliëntenraden. Rika van den Berg, orthopedagoge/GZ-psycholoog voor het Maartenhuis. Lid voor zover de klacht niet het Maartenhuis betreft. Werkwijze Een klacht wordt schriftelijk aan de commissie voorgelegd. Aan de behandeling van de klacht wordt door alle drie de leden van de klachtencommissie deelgenomen. Beide partijen worden gehoord. Klachten Cliënten Raphaëlstichting De commissie is in 2011 drie keer bijeen geweest voor een zitting. In een geval kwam klager niet opdagen. Eén klacht uit 2010 kwam in 2011 tot afronding. Eén klacht van december 2010 is in 2011 nog niet tot afronding gekomen. In 2011 zijn in totaal vijf klachten ingediend. Twee klachten zijn niet ontvankelijk verklaard. Twee klachten zijn ingetrokken. Eén klacht is ontvankelijk verklaard. Vertrouwenspersonen Naast de officiële klachten die via de klachtencommissie gaan, zijn er ook niet-officiële klachten die bij de vertrouwenspersonen cliënten terechtkomen. Elke instelling heeft een vertrouwenspersoon voor cliënten. Bij de vertrouwenspersoon cliënten hebben 21 gesprekken plaatsgevonden. Onderwerpen die daarbij ter sprake kwamen waren: situatie werkplek cliënt, situatie woonplek cliënt, privé situatie, personeelsbezetting, omgang kinderen, wegraken hulpmiddelen, geen goede stomazorg, vertrek deelnemer, verslaglegging en bejegening. De vertrouwenspersonen proberen samen met de klager tot een oplossing te komen.
4.5. Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1. Personeelsbeleid Personeelsbeleid algemeen Aan het medewerkersbeleid bij de Raphaëlstichting wordt voor een deel centraal vorm en inhoud gegeven en voor een deel decentraal binnen de instellingen zelf. Bij de instellingen wordt gewerkt op basis van ontwikkelingsgericht medewerkersbeleid. Uitgaande van de Raphaëlstichting als ecologische en als lerende organisatie was de focus van het centrale medewerkersbeleid in 2011 daarbij gericht op scholing en opleiding en verder op gezondheid en verzuim en arbeidsomstandigheden. Daarbij is uiteraard ook de nodige aandacht uitgegaan naar arbeidsvoorwaarden en medezeggenschap. Ontwikkelingsgericht medewerkersbeleid Instellingen ontwikkelen zich en medewerkers doen dat ook. Daarbij geldt zowel voor instellingen als voor medewerkers dat eigen vragen aan de orde zijn, maar ook vragen die vanuit de omgeving worden gesteld. Centraal in het ontwikkelingsgerichte medewerkersbeleid van de instellingen staan de medewerkersgesprekken die uiteraard ook in dit verslagjaar zijn gevoerd. In essentie gaan deze
Pag. 28
gesprekken over de vraag hoe de ontwikkeling van de organisatie en van de medewerker elkaar kunnen ondersteunen. Daartoe worden in de medewerkersgesprekken o.a. de effecten van de gevolgde opleidingen aan de orde gesteld. Scholing en opleiding In 2011 heeft het Managementteam voor de Raphaëlstichting als lerende organisatie drie werkpunten geformuleerd: leren in de praktijk, leidinggeven en aansluiting kernwaarden op de praktijk. Zowel voor de initiële opleiding Maatschappelijke Zorg als voor overige scholingswegen en opleidingsroutes geldt het uitgangspunt dat het echte leren in de praktijk, op de werkvloer, plaats vindt. Inmiddels heeft een en ander geleid tot een opzet voor een nieuwe decentrale opleidingsfunctie bij de instellingen en een scholingsregeling waarin laagdrempelige faciliteiten zijn opgenomen voor medewerkers die zich willen scholen. De initiële opleiding Maatschappelijke Zorg wordt voor onze instellingen als interne en van overheidswege erkende opleiding gerealiseerd door het Edith Maryon College (EMC) in samenwerking met ROC Midden Nederland. Met het EMC zijn gesprekken gestart over de inrichting van de toekomstige samenwerking. Verder is een begin gemaakt met de opzet van een leergang leidinggeven voor het middenkader op het gebied van vaardigheden. In 2011 is tevens de bestaande cursus voor leidinggevenden voortgezet over mensvisie (antroposofie) en kernwaarden. Daarnaast kregen leidinggevenden intervisie aangeboden onder begeleiding van een coach. In 2011 is er een nieuwe inzet gemaakt met de discipline onderzoek en kennis en is er een nieuwe coördinator aangetreden. Het bestuur wil meer investeren in onderzoek en kennis op het gebied van zorg bij c.q. ten behoeve van de instellingen. Daarbij is de focus ook gericht op het delen van beschikbare respectievelijk beschikbaar komende kennis, zowel in- als extern. Gezondheid en verzuim In 2011 is het gemiddelde verzuimpercentage van de gezamenlijke instellingen voor het eerst beneden het landelijk sectoraal niveau gezakt naar 5,47% (in 2010: 6,53%) ; het Rudolf Steiner Verpleeghuis (RSZ) scoorde een percentage van 2,6% (in 2010: 5,04%). In 2011 is een nieuwe, meer preventieve aanpak van het verzuim ingezet. De instellingen stellingen maken gebruik van een arbeidsdeskundige en in mindere mate een bedrijfsarts. Ten behoeve van leidinggevenden is een verzuimmanagementsysteem aangeschaft; tevens zijn in 2011 trainingen en intervisie-bijeenkomsten georganiseerd voor leidinggevenden en werd het verzuimprotocol toegesneden op de nieuwe aanpak; RSZ had al voor de fusie een andere en blijkens de resultaten succesvolle aanpak van het verzuim waarbij het eigen regie-model verdergaand is doorgevoerd. Arbeidsvoorwaarden en medezeggenschap Vanaf 1 maart 2011 geldt voor de gehandicaptenzorg de nieuwe CAO met een looptijd van 3 jaar. Daarin is onder meer een nieuwe PBL-vakantieregeling opgenomen welke per 1 januari 2012 is ingevoerd. In 2011 – 2012 wordt een digitaal declaratie systeem ingevoerd waarin o.m. gewerkte uren en PBL- en vakantiedagen digitaal worden bijgehouden en waarmee ook declaraties digitaal kunnen worden aangeboden. Met de Centrale Ondernemingsraad is constructief overleg gevoerd over onder meer: begroting en financiële resultaten, gezondheid en verzuim, internetgebruik in de huizen, scholingsregeling, leerkringen/meerjarenbeleidsplan, profiel Raad van Bestuur en benoeming nieuwe bestuurder, digitaal declareren, huisvesting, benchmarkrapport (overhead) . Vanaf begin 2011 is, na de fusie met de Raphaëlstichting, ook Rudolf Steiner Zorg vertegenwoordigd in de Centrale Ondernemingsraad.
4.5.2. Kwaliteit van het werk Medewerkerstevredenheid De Raphaëlstichting heeft in 2010 een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Op elke instelling is een eigen werkgroep aan het werk gegaan met de resultaten en zijn er verbeterplannen opgesteld, die in 2011 zijn uitgevoerd.
Pag. 29
Werdruk De werkdruk wordt op enkele instellingen (Queeste, Rozemarijn) als hoog ervaren . Dit bleek ook uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek. Dit punt heeft de aandacht van de Arbo-coördinator en de preventiemedewerkers op de instellingen. Arbeidsomstandigheden Voor wat betreft de arbeidsomstandigheden hebben de instellingen een nieuw BHV-plan opgesteld; dit programma is in 2011 vrijwel afgerond. Ook is de module agressie uit de Arbo-catalogus uitgewerkt en daarbij zijn de resultaten uit de medewerkersenquête meegenomen. Verder is een begin gemaakt met het actualiseren van de plattegronden en ontruimingsplannen; dit wordt voortgezet in 2012. Tenslotte is door het bestuur het brandveiligheid geactualiseerd. Op basis van het vastgestelde kader en de daarin vastgelegde verantwoordelijkheidsverdeling zijn vervolgens gesprekken met de instellingen gevoerd en worden afspraken aangescherpt c.q. vastgelegd. Klachten Medewerkers Raphaëlstichting In 2011 zijn er geen klachten door medewerkers ingediend bij de officiële klachtencommissie. Naast de officiële klachten die via de klachtencommissie gaan zijn er ook niet-officiële klachten die bij de vertrouwenspersonen medewerkers terecht komen. Elke instelling heeft een vertrouwenspersoon voor medewerkers. Bij de vertrouwenspersoon medewerkers zijn 22 gesprekken geweest. Onderwerpen die ter sprake kwamen, waren: overbelasting/werkdruk, conflicten in de werksituatie, functioneren/ samenwerken collega's, omgang met ouders en communicatie.
4.6. Samenleving en belanghebbenden Maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen en de relatie tot de omgeving zijn van oudsher belangrijke waarden binnen antroposofische zorginstellingen. De Raphaëlstichting heeft door de jaren heen dan ook een sterke traditie opgebouwd op het gebied van duurzaam ondernemen en het gebruik maken en produceren van milieuvriendelijke en natuurbeschermende producten. In de werkplaatsen van de verschillende instellingen, zoals bakkerijen, boerderijen en tuinderijen wordt gewerkt op basis van ecologische uitgangspunten. Keurmerken als SKAL en Demeter zijn verleend. Op onze terreinen, landerijen en tuinen wordt uitsluitend ecologisch gewerkt. De producten worden geleverd aan de verschillende instellingen van de Raphaëlstichting zelf, en soms aan derden. Er wordt samengewerkt met natuurorganisaties, zoals Staatsbosbeheer en PWN, om het landschap op en rond de locaties natuurverantwoord te beheren en te ontwikkelen. Met Stichting Veldzorg is overeengekomen dat de bewoners van het nieuwe buitenproject van Scorlewald, 'Oosterheem' in Broek op Langedijk, het onderhoud van enkele eilanden van het Oosterdelgebied voor hun rekening nemen. Zorgboerderij Balder (Breidablick) heeft in 2010 het beheer van 17 ha. natuur in het recreatiegebied Het Twiske ter hand genomen. In oktober 2011 ging zorgboerderij Dijkgatshoeve in Wieringerwerf van start. Door gebruik te maken van aardwarmte, photovoltagecellen en een speciaal ontwikkelde houtverbrander is dit project geheel CO-2 neutraal. Bewoners van deze locatie beheren tevens 80 ha. natuur in de directe omgeving. De relatie met de omgeving speelt in de opzet van Dijkgatshoeve een belangrijke rol. De zorgboerderij wil een cultureel-maatschappelijke rol gaan vervullen in de Wieringermeer. Het is de bedoeling dat tal van doelgroepen zich er welkom gaan voelen. Zo zal Staatsbosbeheer rondleidingen vanaf deze plek starten. Ook is er een zaal met keuken waar verenigingsleven, stichtingen en bedrijfsleven met hun eigen activiteiten gebruik van kunnen gaan maken. Maar ook vogelaars, wandelaars, fietsers, recreanten en toeristen zijn van harte welkom. Dijkgatshoeve maakt kaas onder de naam 'Hollands Kroon Kaas', tevens de naam van de nieuwe gemeente in de kop van Noord Holland. Voor de afzet van haar producten wil zij zich actief richten op de directe omgeving. Milieubeleid Veel werkplaatsen (bijvoorbeeld instrumentenbouw, weverijen, pottenbakkerijen) gebruiken biologisch vervaardigde grondstoffen en dragen zo hun steentje bij aan een verantwoorde omgeving. In de woonhuizen zijn de huishoudelijke hulpmiddelen overwegend van milieuvriendelijke aard. In de instellingen wordt regelmatig onderzocht hoe de producten worden gebruikt en welke ervaringen Pag. 30
daarmee zijn opgedaan. Er is aandacht voor een verantwoord energiegebruik in de instellingen. Waar mogelijk worden energiebesparende investeringen gedaan en worden medewerkers en bewoners bewust gemaakt van het omgaan met energie. Zo is geïnvesteerd in installatietechniek van Omni-volt die de netspanning verlaagt. De voeding van cliënten bestaat voornamelijk uit biologische- en/of biologisch-dynamische ingrediënten. Er is veelvuldig contact met ketens voor aanlevering van milieuvriendelijke en ecologische producten. Nieuw te bouwen locaties worden vanuit organisch oogpunt ontwikkeld en gebouwd. Veel aandacht voor het gebruik van duurzame materialen maakt daar onderdeel van uit. De keuze om te werken met een architect die daarin is gespecialiseerd, onderstreept het belang dat de Raphaëlstichting aan duurzaamheid hecht. In de samenleving De Raphaëlstichting streeft ernaar, dat de zorg wordt aangeboden, daar waar de vraag het grootst is en waar initiatiefnemers zich hebben gemeld om te komen tot het opstarten van een voorziening. Dat kan inhouden dat de zorg niet alleen voor cliënten maar, als uitvloeisel daarvan, ook voor de betreffende wijk of buurt tot een meerwaarde kan leiden. Dit komt onder andere tot uiting in het gebruik maken van monumenten met cultuurhistorische waarde om werkgelegenheid (dagbesteding) te creëren voor cliënten (zoals Korenmolen de Otter in Oterleek), waardoor een dorpsgemeenschap tevens een winkel rijker wordt en de leefbaarheid vergroot wordt. Ook het werk bieden aan cliënten van Fermento, een winkel/bakkerij, annex lunchroom in het centrum van Alkmaar, maakt dat integratie heel gewoon wordt. In buurtschap Ferm Rozemarijn in Haarlem wonen medewerkers, jongeren met een pychosociale hulpvraag, kinderen met een meervoudige beperking en mensen 'van buiten' samen. De nieuwe winkel (Rozemarijn Santé) die daar vlakbij ligt, richt zich op het multiculturele karakter van de buurt. De inpandige bakkerij die in open verbinding met de winkel staat bevordert uitwisseling tussen buurtbewoners en de jongeren die er werken. Verder wordt regelmatig door bedrijven en niet zorg-gerelateerde instellingen gebruik gemaakt van de gastvrijheid van de voorzieningen om in het kader van personeelsdagen, veelal in samenwerking met de cliënten, werkzaamheden te verrichten op de terreinen van de instellingen. Hierdoor ontstaat een plezierige wederzijdse band en wordt integratie bevorderd. Samenwerking Er zijn bestuurlijke contacten met een aantal zelfstandige stichtingen die nauw betrokken zijn bij de Raphaëlstichting, zoals stichting De Grondslag in verband met medewerkershuisvesting en cliëntenhuisvesting, stichting Raphaëlfonds in verband met steun aan vernieuwende projecten, en met Vriendenstichtingen, verbonden aan de instellingen van de Raphaëlstichting die zich richten op specifieke wensen van de betreffende instelling. Jaarlijks worden veel stageplaatsen op locaties waar dagbesteding wordt geboden, vervuld door leerlingen van ZMLK-scholen. Met verschillende antroposofische zorginstellingen, zoals de Noorderhoeve, Lievegoed Zorg Groep, Orion, het Maartenhuis, OlmenEs, Antroz en Zonnehuizen vindt overleg/afstemming plaats over zorginhoudelijke- en/of beleidsmatige invalshoeken. Met diverse Zorgaanbieders in Noord-Holland en Zuid-Holland wordt contact onderhouden voor overleg of voor cliëntenzorg waaronder Philadelphia, Esdégé-Reigersdaal, de Waerden, De Hartekamp, ’s Heerenloo, de Prinsenstichting, Odion, Cordaan, Triversum, Bureau Jeugdzorg, Brijderstichting, MCA Alkmaar, Evean, de Saffier-Residentie Groep, Zorgscala. Verder ook met zorggerelateerde instanties als de William Schrikker Stichting, Raad van Kinderbescherming, CIZ, MEE. Met Lijn 5 vindt samenwerking plaats voor de doorstroming van LVG jongeren. Hierover worden nog verdere afspraken gemaakt. Rudolf Steiner Zorg neemt ondermeer deel aan het overleg Haagsch Ouderen welzijn- en zorgbeleid in samenwerking met de gemeente en collega-instellingen. Men is actief met het inzetten van expertise in de wijk en Rudolf Steiner Zorg heeft hier een plan voor gemaakt om dit verder uit te breiden. De instelling neemt ook deel aan het gemeenteproject "de ontmoeting" waarbij senioren uit de omgeving actief worden uitgenodigd om deel te nemen aan culturele activiteiten in Rudolf Steiner Zorg. De instelling stelt zijn locatie tegen een onkostenvergoeding beschikbaar aan diverse groeperingen op cultureel gebied (zang, theater, euritmie), of als locatie om te vergaderen, een scholing te volgen of om Pag. 31
een familiebijeenkomst te organiseren rondom één van de bewoners. De restaurantfaciliteit is ook toegankelijk voor ouderen uit de omgeving. De ambitie is om deze wisselwerking met de omgeving te intensiveren. Een voorbeeld hiervan is het project om de antroposofische therapieën aan een breder ouderenpubliek aan te bieden.
4.7. Financieel beleid Financieel beleid Het financieel beleid is gericht op stabilisatie van de exploitatie, gelet op de vele veranderingen in de regels (waaronder de beleidsregels van de NZa) en in de bekostiging (nieuwe producten, nieuwe tarieven). Daarbij is de doelstelling om een positief exploitatieresultaat voor de gehele stichting te behalen van minimaal 1%. Gestreefd wordt om daarmee het weerstandsvermogen naar het gewenste niveau van minimaal 15% te brengen. In 2011 is het weerstandsvermogen toegenomen naar 15 %. Het vermogensbeleid is erop gericht een weerstandsvermogen te hebben van 15%. Dit zal in 2012 opnieuw worden heroverwogen omdat we achter lopen bij de landelijke trend (20%). Dit beleid wordt ondersteund door gerichte aandacht voor risicomanagement, voor treasury en verscherping van de interne controle. Het risicomanagement is in 2011 geactualiseerd. Als nieuw risico geldt de bekostiging van nieuwe plaatsen (uitbreiding van capaciteit). Vanaf 1 november 2010 geldt een beperking voor bekostiging van nieuwe capaciteit doordat de middelen uit de herschikking 2011 moeten komen. Met de zorgkantoren is hierover regelmatig overleg gevoerd. De aandacht voor financiering van nieuwe initiatieven is geïntensiveerd en voor een aantal bouwprojecten wordt de bouwopdracht niet verstrekt zolang er geen toekenning van nieuwe capaciteit door de zorgkantoren heeft plaatsgevonden. In 2011 is het risicomanagement hanteerbaarder gemaakt en in een matrix gegoten gespecificeerd naar aandachtsgebieden zoals bouw, wettelijk budget, zorg/ kwaliteit, medewerkers etc. Tevens is het verkrijgen van nieuwe financiering niet meer vanzelfsprekend. Het Waarborgfonds voor de Zorg (WfZ) heeft in 2011 twee borgingsverzoeken in behandeling genomen en besloten de lening van 3,9 miljoen euro te borgen. De borgingsverzoeken zijn op tijd ingediend en de positieve besluitvorming van WfZ bevestigt dat de financiële positie van de Raphaëlstichting goed is. Het treasurybeleid is in 2011 vastgesteld en geaccordeerd door de Raad van toezicht. In 2011 is het monitoren van de liquiditeit sterk verbeterd doordat het dagelijks wordt gemonitord door een speciaal daarvoor aangewezen medewerker en elke maand is er een actuele stand van zaken voor het lopende jaar en het komende jaar. Liquiditeitsprognose is beduidend gedetailleerder en accurater en het beleid op de liquiditeit is aangescherpt. De leningen-portefeuille is gescreend en het beleid is om voldoende diversiteit aan geldverstrekkers en spreiding van termijnen te hebben. De interne controle is in 2011 verder aangescherpt. Per kwartaal worden AWBZ-controles op de productieregistraties en de zorgdossiers uitgevoerd. Er is een verbeterd AO/IC-plan opgesteld en een nieuwe functionaris aangesteld. Verder zijn verschillende procedures nader beschreven en in stroomschema's gezet. Dit wordt in 2012 gecontinueerd o.a. voor bouwzaken. De doorontwikkeling van het registratiepakketten Careview heeft in 2011 veel aandacht gevraagd. Met name de doorontwikkeling van Careview met betrekking tot de aansluiting op de AZR 3.0 en de doorontwikkeling ten aanzien van het gebruikersvriendelijk maken van het zorgdossier. Het berichtenverkeer met de zorgkantoren wordt tijdig en correct verwerkt dankzij een tweede centrale AZR-medewerker die wegens de complexiteit van AZR en wegens de diversiteit van de zorgkantoren aangesteld moest worden om de continuïteit te waarborgen. Financiële positie In financieel opzicht is het jaar 2011 een redelijk stabiel jaar geweest. Het is afgesloten met een positief resultaat van ! 717.604,- ten opzichte van een begroot exploitatieresultaat van ! 538.000,- voor de Raphaëlstichting. Daarmee is de Raphaëlstichting als totaal boven begroot niveau uitgekomen. Het genormaliseerd exploitatieresultaat was ca. ! 336.000,- en daarmee lager dan begroot. Er waren in 2011 enkele meevallers zoals de afwikkeling van de nacalculatie van voorgaande jaren ( ! 384.000,-). De aanwezige specialistische kennis van de NZa-beleidsregels en -rekenstaten vormt een belangrijke basis
Pag. 32
voor optimalisering van de baten. Resultaten Het financieel beleid wordt op stichtingsniveau gevoerd en verslagen. Per vestiging is er geen afwijkend beleid. Wel zijn er in 2011 afwijkingen van de begrotingen geweest. Midgard had een minder jaar door met name overschrijdingen in de formatie. Rozemarijn had wederom een zeer goed exploitatieresultaat dat mede te danken is aan een adequate sturing op de (her)indicaties. Rudolf Steiner Zorg had een negatief resultaat door veel inzet van uitzendkrachten. Dit is te wijten aan de arbeidsmarktproblematiek in de regio Den Haag. Het is lastig om goed (gediplomeerd) personeel te vinden. In 2011 zijn drie financiële managementsessies voor de directeuren gehouden. De kaderbrief is gepresenteerd en er is uitgewisseld over zinvolle (bezuinigings-)maatregelen en beter gebruik van de maandrapportages. Belangrijk speerpunt voor 2011 was het verlagen van het te hoge ziekteverzuim. Er is besloten tot een andere koers: de leidinggevende (het middenkader) krijgt een centrale rol in de verzuimaanpak. Daartoe is een nieuwe arbodienst aangetrokken die de arbeidsdeskundige een grotere rol geeft dan de bedrijfsarts. Dit blijkt succesvol te zijn geweest. Het ziekteverzuim is gedaald in 2011 tot onder het landelijk gemiddelde. Ondanks de kortingen op de baten is er financiële ruimte vrijgemaakt voor het bevorderen van onderzoek, kennisbeleid en vernieuwing. Informatie over financiële instrumenten Het beleid is om rentelooptijden te matchen met verwachte gebruiksduur van vaste activa en verder worden geen bijzondere krediet- en prijsrisico's gelopen. Voor de beheersing van de liquiditeits- en kasstroomrisico's zijn er procedures opgesteld die periodiek worden nageleefd, zoals debiteurenbeheer en het opstellen van een liquiditeitsprognose. Gebeurtenissen na de balansdatum Verplichtingen na balansdatum zijn de volgende: -
er is een aanbesteding geweest voor de nieuwbouw van Karminaal. De opdracht zal binnenkort worden verstrekt. Verder zal een opdracht worden verstrekt voor nieuwbouw op het terrein van Scorlewald voor 14 nieuwe cliënten. Het zorgkantoor is akkoord met deze uitbreiding. Tevens is een bouwaanvraag ingediend voor nieuwbouw op het terrein naast Breidablick voor 16 nieuwe cliënten (nog geen medewerking, zorgkantoor adviseert VPT (Volledig Pakket Thuis) . De beslissing tot opdrachtverlening voor de bouw wordt echter tot nader order uitgesteld, gelet op de besluitvorming van zorgkantoren inzake nieuwe capaciteit.
-
In Haarlem is het gebouw van Yarden aangekocht. Dit zal verbouwd gaan worden. (start bouw juni 2012 oplevering december 2012, mits vergunning tijdig verleend). Daarnaast is er een tijdelijk onderkomen gevonden op de Duitslandlaan. Met de gemeente is overeenstemming bereikt voor het huren van een gedeelte van een school op het Spijkerboorpad voor de jong volwassenen (beoogde huurperiode 5-10 jaar).
-
Tenslotte is op 3 april 2012 het nieuwe Kinderdagcentrum de Appelboo m opgeleverd samen met de nieuwe jongerenhuisvesting op Midgard.
De personeelsbezetting vormt voor de komende tijd geen specifieke aandachtspunt. Het aantal formatieplaatsen zal ongeveer gelijk blijven en er zijn geen onvervulbare vacatures. Wel zijn vacatures voor antroposofische behandelaars moeilijker te vervullen. Ook in Den Haag is het moeilijk om geschikt personeel te vinden. Er is in 2011 een vacature gesteld voor een antroposofisch arts. In de vacature voor AVG-arts is in 2011 tijdelijk voorzien; er zijn twee parttime AVG-artsen aangetrokken. Er is contact geweest met het bestuur van de Grondslag. Bestuurlijke fusie wordt overwogen. Inmiddels is in 2012 besloten tot een fusie in de vorm van een personele unie. Doel hiervan is het toezicht beter te regelen.
Pag. 33
Er zijn geen bijzondere omstandigheden te melden die de opbrengsten (de productie) zullen beïnvloeden.
Pag. 34
5.1 JAARREKENING
2011
Raphaëlstichting
Pag. 35
5.1 JAARREKENING 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2011 (na resultaatbestemming) Ref.
31 dec 11 !
31 dec 10 !
1 2
54.381 44.846.594 1.708.389 46.609.365
53.328 42.803.439 1.744.509 44.601.276
4 5 6 7 8
428.896 1.693.284 442.559
400.516 1.554.534 418.417
619.359 3.184.098
4.034.610 6.408.077
49.793.463
51.009.353
31 dec 11 !
31 dec 10 !
87.611 6.311.452 1.609.668 8.008.731
87.611 5.593.848 1.609.668 7.291.127
ACTIVA
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
Ref. PASSIVA
Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
9
Voorzieningen
10
4.121.865
4.063.435
Langlopende schulden
11
28.914.588
30.653.281
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Kortlopende schulden en overlopende passiva
6 12
0 8.748.279
0 9.001.510
49.793.463
51.009.353
Totaal passiva
Pag. 36
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2011
Ref.
2011 !
2010 !
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
14
49.009.632
47.434.603
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
15
2.105.516
2.063.910
Subsidies
16
365.415
511.311
Overige bedrijfsopbrengsten
17
1.869.933
1.669.000
53.350.497
51.678.824
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
18
36.444.548
34.892.953
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
19
3.074.077
3.515.049
Overige bedrijfskosten
21
11.619.327
11.164.024
Som der bedrijfslasten
51.137.951
49.572.026
BEDRIJFSRESULTAAT
2.212.546
2.106.798
-1.494.942
-1.525.881
717.604
580.916
0
0
717.604
580.916
2011 !
2010 !
857.604 -140.000 0 0 0 0 0
588.369 0 -20.629 27.476 -14.300 0 0
717.604
580.916
Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
22
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Reserve exploitatie prebudgettering Reserve Zorg Op Maat Reserve afschrijving inventarissen Reserve afschrijving instandhouding Overige bestemde reserve Algemene reserve N.C.G. vrij vermogen
Pag. 37
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT Ref.
2011 !
!
!
2010 !
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
2.212.546
3.074.077 58.430
2.106.798
3.515.049 704.188 3.132.507
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)
-28.380 -138.750
-85.565 -129.314
-24.142
619.500
-159.898
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
4.219.237
425.818 -351.170
830.438
4.993.883
7.156.473
59.766 -1.554.708 -
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
65.561 -1.591.442 0 -1.494.942
-1.525.881
3.498.941
5.630.592
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen immateriële vaste activa Desinvesteringen immateriële vaste activa Investeringen deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Nieuw opgenomen leningen Overige investeringen in financiële vaste activa
-5.107.880 3.797 -14.203 -
-5.930.464 1.159.082 0 0
36.120 -
0 36.120 0 -5.082.165
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-4.735.262
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
-1.832.025
0 -1.692.024
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-1.832.025
-1.692.024
Mutatie geldmiddelen
-3.415.250
-796.694
Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode. Toelichting: In 2012 zal een deel van de investeringen worden geherfinancierd met lang vermogen.
Pag. 38
5.1.4. GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De Raphaëlstichting, gevestigd te Duinweg 35, 1871 AC te Schoorl, levert zorg- en dienstverlening aan kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen met een beperking. Daarnaast bestaat er een afdeling GGZ met poliklinische, voornamelijk kortdurende, behandeling en een afdeling V&V voor mensen met niet aangeboren hersenletsel die verpleging behoeven. Tevens wordt er psychogeriatrische en somatische verpleeghuiszorg aangeboden. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuiteitsveronderstelling
Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.
Verbonden rechtspersonen De volgende rechtspersonen zijn verbonden aan de Raphaëlstichting: • Stichting Raphaëlfonds (voorheen Ontwikkelingsfonds) • Stichting Grondslag De genoemde rechtspersonen zijn niet in de cijfers van de Raphaëlstichting begrepen. Schattingswijziging In 2011 heeft een schattingswijziging plaatsgevonden met betrekking tot de waardering van de materiële vaste activa. Zie aldaar. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten bij de Raphaelstichting vorderingen, liquide middelen en langlopende en kortlopende schulden. Met ingang van 1 januari 2009 worden financiële instrumenten bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Beleggingspanden worden gewaardeerd tegen onderhandse verkoopwaarde. Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieverentemethode.
Afgeleide financiële instrumenten Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedge model wordt toegepast. Indien kostprijs hedge accounting wordt toegepast vindt eerste waardering plaats tegen reële waarde. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de resultatenrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief past de instelling de kostprijs van dit actief aan met de afdekkingsresultaten die nog niet in de resultatenrekening zijn verwerkt. Een verlies voor het percentage groter dan de omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de resultatenrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de resultatenrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. De instelling documenteert de hedgerelaties in generieke hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges.
Pag. 39
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden opgenomen voor de nominale waarde, tenzij in deze toelichting anders wordt vermeld. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen Het management heeft bij het opstellen van de jaarrekening overeenkomstig de geldende grondslagen, op onderdelen gebruik gemaakt van veronderstellingen en schattingen die mede bepalend zijn voor de opgenomen bedragen. De feitelijke uitkomsten kunnen van deze veronderstellingen en schattingen afwijken. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schattingen worden herzien. Immateriële en materiële vaste activa De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel actuele waarde onder aftrek van lineaire jaarlijkse afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van immateriële en materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot op heden in aanmerking komen voor integrale nacalculatie. Het WTZi-bouwregime is afgeschaft en door het ministerie van VWS is aangegeven dat ook het systeem van integrale nacalculatie van kapitaalslasten zal worden beëindigd. Het huidige in beginsel risicoloze bekostigingssysteem wordt vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten moeten voortaan gedekt worden via een component in de integrale tarieven (de normatieve huisvestingscomponent). Niet langer bestaat zekerheid over de inkomsten en daarmee de dekking van de huisvestingslasten. Afhankelijk van het zorgaanbod, de bezettingsgraad en de geleverde productie kunnen de inkomsten sterk fluctueren. Hierdoor onstaan nieuwe risico's voor het vastgoed, zoals exploitatierisico's (leegstand, onderbezetting), boekwaarderisico's (marktontwikkeling) en het risico van afwaardering bij exploitatieverliezen (impairment). Afschrijvingstermijnen moeten voortaan gebaseerd worden op de economische levensduur en niet meer op de oude bekostigingssystematiek. Voor nu nog nacalculeerbare huurcontracten van vastgoed treedt ook een bezettingsrisico op. Om deze redenen en ingevolge artikel 3 sub h van de Regeling Verslaglegging WTZi is bij de waardering van de nacalculeerbare (materiële) vaste activa uitgegaan van het nieuwe systeem van afschrijvingskosten en restwaarden van gebouwen. Als gevolg van de wijzigende bekostiging is er een nieuwe inschatting gemaakt van de verwachte gebruiksduur en de eventuele restwaarde van de panden, Dit heeft er toe geleid dat de afschrijvingstermijn van gebouwen is aangepast van 50 jaar naar 40 jaar en een restwaarde als inschatting van de grondwaarde is gehanteerd van 20% van de WOZ waarde. Overeenkomstig de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ 145) worden de hieruit voortvloeiende effecten voor de afschrijvingen verwerkt over de verwachte resterende gebruiksduur van de desbetreffende panden. Als gevolg hiervan zijn de afschrijvingskosten in 2011 minimaal toegenomen ten opzichte van de kosten bij ongewijzigde uitgangspunten. Er heeft eveneens een impairment berekening plaatsgevonden. Tevens hebben wij op grond van de beschikbare informatie van het ministerie van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit initiële berekeningen gemaakt van de gevolgen van de overgang naar het nieuwe systeem van prestatiebekostiging. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het te verwachten effect voor de Raphaëlstichting beperkt blijft.
Pag. 40
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Immateriële en materiële vaste activa (vervolg) De Raphaëlstichting stelt zich op het standpunt dat de in het verleden verkregen rechten tot nacalculatie, bij de overgang dienen te leiden tot een adequate afrekening van eventuele nadelige gevolgen en verwacht dat de overheid hiervoor een passende regeling zal treffen. Ook daarom is de boekwaarde niet neerwaarts aangepast. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.
Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas-, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om, voor zover noodzakelijk, deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Dotatie geschiedt o.b.v. het verschil tussen het normbedrag voor het aantal cliënten minus werkelijke uitgaven. De voorziening Arbeidsongeschiktheid is gevormd en betreft de salariskosten van personeel van wie verwacht wordt dat zij 1 jaar of langer ziek zullen blijven. De geschatte schadeduur is bepaald op gemiddeld een half jaar per persoon.
Pag. 41
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Voorzieningen (algemeen) (vervolg) Voorziening jubileumverplichtingen De voorziening dienstjubilea (uitgestelde beloningen) is in 2008 gevormd conform de regelgeving (RJZ271). Jaarlijks wordt opnieuw bepaald wat ultimo jaar de hoogte van de voorziening moet zijn. Er is een voorziening voor Persoonlijk Budget Levensfase (PBL) gevormd op basis van de saldi per medewerker en de geldende CAO.
5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Pensioenen De Raphaëlstichting heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komen de werknemers welke op de pensioengerechtigde leeftijd recht hebben op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. De Raphaëlstichting heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De Raphaëlstichting heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde-bijdrage-regeling en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Kasstroomoverzicht Grondslagen voor kasstroomoverzicht. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en de rekening-courantschuld bij de bankier.
Pag. 42
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 1. Immateriële vaste activa De specificatie is als volgt:
31 dec 11 !
31 dec 10 !
Melkquotum
54.381
53.329
Totaal immateriële vaste activa
54.381
53.329
2011 !
2010 !
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Bij: herwaarderingen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen
53.328 14.203
66.182
13.150
12.854
Boekwaarde per 31 december
54.381
53.328
108.006
93.803
53.624
40.475
31 dec 11 !
31 dec 10 !
Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa
34.479.955 2.421.510 3.805.840 4.139.289
34.722.480 2.560.721 3.293.348 2.226.889
Totaal materiële vaste activa
44.846.594
42.803.438
2011 !
2010 !
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Bij: herwaarderingen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen
42.803.439 5.107.880 3.060.927 3.797
41.534.252 5.930.464 0 3.502.195 0 0 1.159.082
Boekwaarde per 31 december
44.846.594
42.803.439
Aanschafwaarde Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen
80.166.220
75.124.547
35.319.626
32.321.109
Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Aanschafwaarde Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen
2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Kleinschalige Woonvoorzieningen per activagroep wordt verwezen naar de bijlagen. Het mutatieoverzicht op basis van economische grondslagen is opgenomen onder 5.1.6. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
Pag. 43
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31 dec 11 !
31 dec 10 !
Leningen - Stichting Grondslag II - Stichting Grondslag II - SpringerUit Drukwerk - Stichting De Kleine Ark
290.414 112.500 20.475 0
301.759 125.000 22.750 10.000
Totaal Leningen
423.389
459.509
Beleggingen in panden
1.285.000
1.285.000
Totaal Financiële vaste activa
1.708.389
1.744.509
Panden !
Leningen !
1.285.000
459.509
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
Boekwaarde per 1 januari 2011 Bij: kapitaalstorting Bij: verstrekte lening Af: ontvangen aflossing leningen Af: waardeverminderingen
Boekwaarde per 31 december 2011
-36.120
1.285.000
423.389
31 dec 11 !
31 dec 10 !
Voorraden Scorlewald Voorraden Fermento Voorraden winkel Rozemarijn Voorraad Iambe Vee Voorraad Novalishoeve
280.257 49.712 19.079 7.844 85.109 25.846
283.630 53.142
Af: voorziening
-38.950
-38.950
Totaal voorraden
428.896
400.516
4. Voorraden De specificatie is als volgt:
7.533 72765 22.396
Toelichting: De voorziening die in aftrek op de voorraden is gebracht bedraagt ! 38.950.
Pag. 44
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS 5. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt:
Vorderingen op debiteuren Onderhandenwerk DBC's Overige vorderingen: Vorderingen BTW Aflossingsverplichting leningen Vooruitbetaalde bedragen Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen bedragen Overige overlopende activa Totaal vorderingen en overlopende activa
31 dec 11 !
31 dec 10 !
458.690 445.410
508.023 417.284
81.314 36.120 265.075
78.856 36.120 197.250
323.453 83.221
254.841 62.160
1.693.284
1.554.534
Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt ! 3.000,-
6. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot
Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar
t/m 2008 !
2009 !
2010 !
-194.679
56.855
556.241
282.310 -87.631 194.679
91.972 -148.827 -56.855
10.115 -292.870 -282.755
169.073
169.073 384.397 -529.328 24.142
0
0
273.486
169.073
442.559
c
c
c
totaal ! 418.417
169.073
Saldo per 31 december Stadium van vaststelling (per erkenning):
2011 !
a
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
2011 !
2010 !
48.735.234 -48.566.161
47.733.441 -47.177.200
169.073
556.241
31 dec 11 !
31 dec 10 !
Bankrekeningen Kassen Kruisposten
516.983 46.127 56.249
3.948.542 35.238 50.830
Totaal liquide middelen
619.359
4.034.610
Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten
Totaal financieringsverschil 8. Liquide middelen De specificatie is als volgt:
Toelichting: Alle banktegoeden zijn direct opeisbaar en onbezwaard.
Pag. 45
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 9. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
31 dec 11 !
31 dec 10 !
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
87.611 6.311.452 1.609.668 ###
87.611 5.593.848 1.609.668
Totaal eigen vermogen
8.008.731
7.291.127
Overige mutaties !
Saldo per 31-dec-2011 !
Kapitaal Het verloop is als volgt weer te geven:
Kapitaal
Saldo per 1-jan-2011 !
Resultaatbestemming !
87.611
87.611
87.611
0
0
87.611
Saldo per 1-jan-2011 !
Resultaatbestemming !
Overige mutaties !
Saldo per 31-dec-2011 !
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Reserve aanvaardbare kosten: Reserve t/m 2010 Reserve aanvaardbare kosten 2011 Bestemmingsreserves: Reserve exploitatie prebudgetteringen Reserve Zorg Op Maat Reserve afschrijvingen inventarissen Reserve afschrijvingen instandhouding Overige bestemde reserve
4.203.006
4.203.006 857.604
857.604
460.384 242.748 303.536 286.206 97.968
-140.000
320.384 242.748 303.536 286.206 97.968
5.593.848
717.604
0
6.311.452
Saldo per 1-jan-2011 !
Resultaatbestemming !
Overige mutaties !
Saldo per 31-dec-2011 !
Bestemmingsfondsen:
Herwaarderingsreserve: Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Algemene reserves: Algemene reserve Rudolf Steiner Zorg Rudolf Steiner Zorg Aleidastichting
122.762 1.486.906
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
1.609.668
122.762 1.486.906 0
0
1.609.668
Pag. 46
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 10. Voorzieningen Saldo per 1-jan-2011 !
Dotatie
Onttrekking
!
!
Voorziening groot onderhoud Voorziening arbeidsongeschiktheid Voorziening jubilea Voorziening PBL
2.912.918 158.288 283.329 708.900
1.467.611 37.961 39.330 332.774
1.605.330 9.469 204.447
2.775.199 186.780 322.659 837.227
Totaal voorzieningen
4.063.435
1.877.676
1.819.246
4.121.865
Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 31-dec-2011 !
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2011 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
4.121.865
Toelichting per categorie voorziening: Voor uitgaven groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om, voor zover noodzakelijk, deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Er is een voorziening voor Persoonlijk Budget Levensfase (PBL) gevormd. Er is een voorziening voor arbeidsongeschiktheid gevormd.
11. Langlopende schulden De specificatie is als volgt:
31 dec 11 !
31 dec 10 !
Schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden
28.914.588
30.653.281
Totaal langlopende schulden
28.914.588
30.653.281
2011 !
2010 !
Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen
32.485.305 0 1.832.025
34.177.329 0 1.692.024
Stand per 31 december
30.653.280
32.485.305
1.738.692
1.832.024
28.914.588
30.653.281
Het verloop is als volgt weer te geven:
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
1.738.692 28.914.588 21.959.820
1.832.024 30.653.281 23.934.584
Toelichting: Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 5.1.8 overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen voor het volgend jaar zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Pag. 47
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 12. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:
31 dec 11 !
31 dec 10 !
Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Overige schulden: Interest leningen Vakantiedagen Nog te betalen kosten DBC's GGZ Uitkering verzekering boekwaarde ivm brandschade installaties Boekwaarde verbouwingskosten huurpand ivm verhuizing Energie Accountant
1.412.075 1.738.692 1.516.670 747.110 44.860 1.185.381
1.548.590 1.832.024 1.234.880 694.714 65.392 1.144.968
420.079 248.372 533.507 178.785 0 81.622 52.125 27.275
455.008 219.590 470.591 365.753 188.812 81.622 83.078 49.940
180.198 284.559 0 64.969 32.000
284.559 40.000 233.479 8.511
8.748.279
9.001.510
Bankschuld Triodos Nieuwbouw Rudolf Steiner Beeindigingsovereenkomsten Vooruitontvangen opbrengsten Overige passiva
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
Financiële instrumenten Algemeen De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De instelling handelt niet in deze financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De instelling loopt geen specifieke kredietrisico's. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd, met uitzondering van één lening waar een variabele rente is overeengekomen. Deze rente is door middel van een renteswap gefixeerd op 4,78%. Deze lening is afgesloten in 2008, de looptijd bedraagt 12,5 jaar tot eind 2020, de variabele rente is gekoppeld aan de 3 maands euribor waarbij de volledige rentepositie is gehedgd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van de boekwaarde.
Pag. 48
13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten Het verloop is als volgt weer te geven:
2011 !
2010 !
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte Bij: investeringsruimte verslagjaar Af: investeringen verslagjaar
12.230.945 221.707 76.351 337.099
14.840.725 244.039 58.195 2.912.014
Beschikbare investeringsruimte 31 december
12.191.904
12.230.945
Lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte:
1.548.610
Huurverplichting Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ter zake van erfpacht en huur. De verplichtingen die hieruit voortvloeien bedragen voor 2011 ! 1.375.079 Van de totale verplichting heeft ! 475.615 een looptijd van langer dan 5 jaar. De boekwaarde van verbouwingen uitgevoerd in huurpanden bedraagt eind 2010 ! 640.805.
Met de huisbankier van Rudolf Steiner Zorg (hierna RZ), Triodos te Zeist, is een kredietfaciliteit in rekening-courant overeengekomen van ! 250.000. Ter zekerheid is aan de bank hypotheek verstrekt op het recht van erfpacht en op het onroerend goed. Tevens zijn zowel de inventaris als de vorderingen verpand aan de bank. De Stichting is gehouden tot betalen van een obligo, ingeval het risicovermogen van de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector minder dan het garantieniveau bedraagt. Het obligo is een percentage van 3% van de resterende schuld van de leningen, waarvoor de Stichting Wfz zich borg heeft gesteld. Dit obligo is inroepbaar tot het maximum van het aldus te berekenen bedrag, gedurende de looptijd van de leningen die door de Stichting Wfz zijn geborgd. Indien en voorzover het risicovermogen op enig moment 1% van de schuldrestanten per 31 december van het laatst verstreken kalenderjaar van de geldlening overschrijdt, worden de door de Stichting Wfz ingeroepen obligo's aan de deelnemende instellingen terugbetaald in welk geval dit obligo daarna wederom tot het maximum inroepbaar is. De resterende schuld per 31 december 2011 van de geborgde leningen door de Stichting Wfz bedraagt ! 21.038.462 De obligoverplichting per 31 december 2011 komt derhalve uit op ! 631.154.
Pag. 49
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA/FINANCIËLE VASTE ACTIVA op grond van Boek 2 Titel 9 van het BW
IVA !
Totaal materiële vaste activa en financiële vaste activa !
781.280 490.940
93.803 40.475
75.218.351 32.361.583
324.540
290.340
53.328
42.856.768
830.182 517.785 -
321.624 133.121 -
114.276 101.613 -
14.203 13.150 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
62.093 61.021 1.072
-
5.122.082 3.074.078 66.207 62.410 3.797
566.090
-215.665
1.912.400
312.397
188.503
11.591
1.053
2.044.207
24.814.008 11.342.217
7.589.000 4.105.587
4.139.289 -
6.678.448 3.687.582
1.342.729 829.686
833.463 531.532
108.006 53.625
80.274.226 35.373.251
13.471.791
3.483.413
4.139.289
2.990.866
513.043
301.931
54.381
44.900.975
5%
10%
10%
25%
20%
11%
Gebouwen !
Grond !
Verbouwingen !
Installaties !
Onderhanden Projecten !
Stand per 1 januari 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
32.461.009 14.094.974
2.312.388 -
23.054.119 10.148.418
7.419.492 3.720.414
2.226.889 -
5.848.266 3.169.797
1.021.105 696.565
Boekwaarde per 1 januari 2011
18.366.035
2.312.388
12.905.701
3.699.078
2.226.889
2.678.469
729.437 -
-
1.759.889 1.193.799 -
169.508 385.173 -
1.912.400 -
-
-
-
-
4.114 1.389 2.725
-
-
-732.162
-
32.456.895
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
14.823.022
2.312.388 -
Boekwaarde per 31 december 2011
17.633.873
2.312.388
Afschrijvingspercentage
2,5%
Inventaris Automatisering Vervoermiddelen ! ! !
Pag. 50
5.1.7.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer
Briefnummer
Datum
Omschrijving
29-dec-06 1 DLZ/EB-U-2759276
Totaal
9
-
10
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
-
19
-
-
20
-
-
21
-
-
22
-
-
23
-
-
24
-
-
25
-
-
26
-
-
27
-
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
Investeringen
WTZi-type
Nieuwbouw Appelboom WZV Johanneshuis BB uitbreiding KSW Nieuw/verbouw Yggdrasil KSW Nieuw/verbouw Karminaal Inst Brandmeld MG Inst Beveiliging MG Inst Beveiliging CR KSW Brandmeldinstallatie SW Inst Beveiligingsinstallatie SW Inst Beveiligingsinstallatie BB Inst Verbouw AM Inst Verbouw bedrijfsruimte DH Niet nac Verbouw stal DH Niet nac Telefooncentrale RZ Inst Verbouw Tobiashuis RZ Inst Nieuwbouw Rudolf Steiner Zorg WZV Nw/verb. KDC Rozemarijn Nac Brandsloten huizen BB Inst Ontwikkelkst. DDF Niet nac Realisatie woonlocatie IA KSW Watervoorziening MG Inst Woonkamer Zeester SW KSW Verb. Winkel Santé RM Nac Install. Woonhuis DH KSW
t/m 2010 !
2011 !
Goedkeuringen
t/m 2011 ondergereed handen ! !
Nominaal bedrag WTZi !
582.172 102.052 50.028 139.347 162.155 285.005 34.695 17.886 105.519 135.660 37.658 235.625 5.208 33.357 15.963 284.559 -
1.447.181 121.841 513.151 3.859 153.510 35.105 2.584 4.471 8.892 79.284 13.290 285.300 169.589 925.475 31.746 144.396 209.095 8.260 26.257 32.350 56.413 89.451
563.179 315.665 320.110 37.279 22.357 50.948 520.925 174.797 33.357 209.095 26.257 32.350 56.413 89.451
2.029.353 223.893 143.206 3.083 114.411 214.944 941.438 284.559 31.746 144.396 8.260 -
2.343.576
2.226.889
4.361.500
2.452.183
4.139.289
2.343.576
Indexering WTZi ! 254.099
Aangepaste goedkeuring ! 2.597.675
Jaar van oplevering
2012 2015 2014 2012
2012 2012
2012 2013 2012
254.099
2.597.675
Pag. 51
5.1.7.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer
Totaal
Briefnummer
Datum
3
-
5
-
6
-
7
-
9
-
14
-
15
-
16
-
17
-
22
-
24
-
25
-
26
-
27
-
Omschrijving
-
Nieuw/verbouw Yggdrasil Brandmeld MG Beveiliging MG Beveiliging CR Brandmeldinstallatie SW Verbouw AM Verbouw bedrijfsruimte DH Verbouw stal DH Telefooncentrale RZ Ontwikkelkst. DDF Watervoorziening MG Woonkamer Zeester SW Verb. Winkel Santé RM Install. Woonhuis DH
Investeringen WTZi-type Activapost
KSW Inst Inst KSW Inst Inst niet nac niet nac Inst Niet nac Inst KSW Nac KSW
WTZi !
WMG !
Overige !
Toekomstige lasten Afschrijving WTZi Rentekosten ! !
Totaal !
563.179 315.665 320.110 37.279 22.357 50.948 520.925 174.797 33.357 209.095 26.257 32.350 56.413 89.451 2.452.183
0
0
0
0
0
0
Pag. 52
BIJLAGE 5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2011
Leninggever
Datum
Hoofdsom
Totale looptijd
Soort lening
! PGGM Delta Lloyd Rabobank BNG BNG Rabobank BNG BNG BNG NWB NWB NWB NWB NWB Rabobank BNG NWB BNG BNG BNG Rabobank Totaal
2-mei-88 21-jul-89 15-okt-98 1-mei-01 1-mei-01 30-jul-01 17-sep-01 15-nov-02 13-aug-03 15-apr-04 1-jul-04 9-nov-05 9-nov-05 19-mei-06 12-feb-07 29-aug-07 10-sep-07 30-nov-07 13-okt-08 13-okt-08 29-sep-09
4.084.022 3.743.687 2.949.571 5.745.992 907.560 825.000 2.800.000 800.000 1.875.000 1.998.000 2.500.000 925.000 614.000 3.000.000 1.500.000 1.320.000 1.905.000 3.000.000 1.500.000 3.000.000 1.400.000
Werke- Restschuld Nieuwe Restschuld Aflossing in Restschuld lijke- 31 december leningen in 31 december 2011 over 5 jaar rente 2010 2011 2011 %
40 30 25 35 35 20 25 20 15 30 20 20 20 20 25 30 30 30 30 30 30
onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse onderhandse
7,188% 4,000% 4,800% 5,690% 5,940% 4,780% 3,560% 4,670% 4,000% 4,310% 4,355% 3,420% 3,420% 4,262% 4,780% 4,896% 4,667% 4,521% 4,757% 4,757% 4,780%
!
!
!
!
Resterende Afloslooptijd in Aflossing singsGestelde zekerheden jaren eind 2012 wijze 2011
!
1.837.809 1.123.105 1.533.777 4.247.039 670.806 436.619 1.792.000 480.000 1.000.000 1.598.400 1.750.000 693.750 460.500 2.400.000 1.270.000 1.177.000 1.714.500 2.700.000 1.400.000 2.800.000 1.400.000
102.100 124.789 117.983 166.552 26.306 41.244 112.000 40.000 125.000 66.600 125.000 46.250 30.700 150.000 60.000 44.000 63.500 100.000 50.000 100.000 140.001
1.735.709 998.316 1.415.794 4.080.487 644.500 395.375 1.680.000 440.000 875.000 1.531.800 1.625.000 647.500 429.800 2.250.000 1.210.000 1.133.000 1.651.000 2.600.000 1.350.000 2.700.000 1.259.999
1.225.204 374.366 825.879 3.247.737 512.970 189.155 1.120.000 240.000 250.000 1.198.800 1.000.000 416.250 276.300 1.500.000 910.000 913.000 1.333.500 2.100.000 1.100.000 2.200.000 1.026.659
32.485.305
1.832.025
30.653.280
21.959.820
! 17 8 12 25 25 10 15 11 7 23 13 14 14 15 21 26 26 26 27 27 28
lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair
102.101 Rijksgarantie 124.790 Rijksgarantie 117.983 Rijksgarantie 166.550 Borgstelling Waarborgfds 26.306 Borgstelling Waarborgfds 41.244 Borgstelling Waarborgfds 112.000 Rijksgarantie 40.000 Rijksgarantie 125.000 Rijksgarantie 66.600 Borgstelling Waarborgfds 125.000 Borgstelling Waarborgfds 46.250 Borgstelling Waarborgfds 30.700 Borgstelling Waarborgfds 150.000 Borgstelling Waarborgfds 60.000 Hypotheek 44.000 Borgstelling Waarborgfds 63.500 Borgstelling Waarborgfds 100.000 Borgstelling Waarborgfds 50.000 Borgstelling Waarborgfds 100.000 Borgstelling Waarborgfds 46.668 Hypotheek 1.738.692
Pag. 53
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 14. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies)
!
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Productieafspraken verslagjaar Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten Groei normatieve kapitaalslasten
2011 !
2010 !
!
47.733.441
45.889.737
376.416
-499.481
-
34.676 0
Uitbreiding erkenning en toelating: - ZZP's - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten
602.057 60.460
34.676 1.248.676 569.295
662.517 Beleidsmaatregelen overheid: - generieke budgetkortingen
-
1.817.971 -
0 Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente - afschrijvingen - overige
110.812 -486.910 152.842
-25.150 -51.859 -1.011
-223.256 Overige mutaties: - Zorg-op-maat - Overige componenten
Subtotaal wettelijk budget boekjaar Correcties voorgaande jaren Doorlopende subsidie kleinschalige zorg dementerenden Zorgproject De Kleine Ark (kassiersfunctie) Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t
186.117
-78.020 568.558
186.117
568.558
48.735.235
47.733.441
384.397 -110.000
75.642 -374.480
49.009.632
47.434.603
Toelichting: De productie is in het verslagjaar 2011 per saldo met ! 376.416 toegenomen ten opzichte van 2010. Er is sprake van een uitbreiding in ZZP's vanwege een nieuw gestart initiatief Dijkgatshoeve. De nacalculeerbare afschrijvingen zijn fors gedaald ten opzichte van 2010 door het toekennen van versnelde afschrijving als gevolg van een toegekende bouwimpuls ter hoogte van ! 475.000 Er is sprake van afwikkeling van diverse nacalculaties van voorgaande jaren met een eenmalige bate van ! 384.397.
Pag. 54
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING BATEN 15. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:
2011 !
2010 !
Persoonsgebonden en -volgende budgetten Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties
1.329.809 775.707
1.292.072 771.838
Totaal
2.105.516
2.063.910
2011 !
2010 !
Subsidies AWBZ/Zvw-zorg Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
82.937 160.787 121.691
90.429 293.065 127.818
Totaal
365.415
511.311
2011 !
2010 !
Overige dienstverlening: Inhouding maaltijden Sponsorbijdrage Overige opbrengsten
266.268 21.681 565 1.581.420
245.441 24.617 15.129 1.383.813
Totaal
1.869.933
1.669.000
Toelichting: De opbrengsten GGZ staan onder de overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties.
16. Subsidies De specificatie is als volgt:
17. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
Pag. 55
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN 18. Personeelskosten De specificatie is als volgt:
2011 !
2010 !
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten:
28.669.690 3.676.438 2.284.450 1.063.566
27.531.128 3.569.179 2.152.782 988.706
Subtotaal Personeel niet in loondienst
35.694.144 750.404
34.241.796 651.157
Totaal personeelskosten
36.444.548
34.892.953
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Algemene en administratieve functies Personeel hotelfuncties Personeel bewonersgebonden functies ID-banen Leerling-verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel Personeel terrein- en gebouwgebonden functies Invalkrachten Langdurig zieken: langer dan een jaar Rudolf Steiner Zorg
86 49 517 3 47 9 90 4
77 35 480 4 27 7 77 3 84
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
805
793
2011 !
2010 !
933.169 -
1.420.078 -
Overige afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa
13.150 2.127.758
12.854 2.082.117
Totaal afschrijvingen
3.074.077
3.515.049
19. Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt:
Nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - financiële vaste activa
Toelichting: In de afschrijvingen 2010 is een bedrag van ! 475.217 opgenomen als versnelde afschrijving in verband met de uitbetaalde bouwimpuls aan Rudolf Steiner Zorg. Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
2011 !
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen
3.074.077 933.169
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa - Kleinschalige Woonvoorzieningen Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
933.169 841.136 752.519 297.140 2.823.964
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
76.246.921 34.064.318 -
Pag. 56
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
20. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:
2011 !
2010 !
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten
3.826.858 2.083.211 1.942.542
3.667.807 2.169.923 1.612.916
Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energie gas (100% groen) - Energie stroom (100% groen) - Energie transport en overig Subtotaal
1.653.612 549.564 302.845 94.783 2.600.804
1.376.323 566.259 303.502 76.131 2.322.215
Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen
1.303.631 -137.719
1.099.359 291.803
11.619.327
11.164.024
2011 !
2010 !
Rentebaten
59.766
65.561
Subtotaal financiële baten
59.766
65.561
Rentelasten
-1.554.708
-1.591.442
Subtotaal financiële lasten
-1.554.708
-1.591.442
Totaal financiële baten en lasten
-1.494.942
-1.525.881
Totaal overige bedrijfskosten Toelichting: Dotaties en vrijval voorzieningen betreft voorziening groot onderhoud.
21. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:
Pag. 57
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 22. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie?
Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht Tweehoofdig met voorzitter
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2011 is als volgt: Naam
M.v.d.Meulen
P.W. Blomaard
1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur?
01-06-2000
01-06-2000
Nee
Ja
3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie?
31-jan-2012
4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest?
Ja
Nee
5 Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar? 6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 7 Welke salarisregeling is toegepast? 8 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 9 Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste toelagen
12
-
1 CAO 100%
1 CAO 100%
126.006 4.563 13.537 144.106 54.940 -
115.490 7.314 12.261 135.065 28.435 -
2011 !
2010 !
50.000 10.000 -
71.400 14.913 -
60.000
86.313
a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 10 Bruto-onkostenvergoeding 11 Werkgeversbijdrage sociale lasten 12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU 13 Ontslagvergoeding 14 Bonussen 15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b) 16 Cataloguswaarde auto van de zaak 17 Eigen bijdrage auto van de zaak
Toelichting: Met ingang van 1 januari 2012 is de heer R. R. Bakker toegetreden tot de Raad van Bestuur
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2011 is als volgt:
Naam
Functie
Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Mw.
voorzitter vice-voorzitter secretaris lid lid lid
W. van Ewijk H. Nijnens J. Koopman M. de Bruine H. te Beest J. de Zwaan
Bezoldiging ! 12.234 9.158 6.298 6.000 6.000 6.407 46.097
23. Honoraria accountant De honoraria van de accountant over 2011 zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening 2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 3 Fiscale advisering 4 Niet-controlediensten Totaal honoraria accountant
Pag. 58
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
P.W. Blomaard Lid RvB
R. R. Bakker Lid RvB
W. van Ewijk Voorzitter RvT
H. Nijnens Vice-voorzitter RvT
J. Koopman Secretaris
M. de Bruine Lid RvT
H. te Beest Lid RvT
J. de Zwaan Lid RvT
Pag. 59
BIJLAGEN 5.1.10 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA/FINANCIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.10.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
Totaal materiële vaste activa Subtotaal en financiële vergunning vaste activa ! !
Aanloop kosten" !
Grond !
Terreinvoorzieningen !
Gebouwen !
Semi perm. Gebouwen !
Verbouwingen !
Installaties !
Onderhanden projecten !
Stand per 1 januari 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
6.060.442 0 3.771.834
1.412.388 0 0
1.787.409 0 1.597.507
22.189.846 0 9.837.972
325.283 0 130.109
3.091.243 0 1.597.139
4.138.262 0 2.753.628
866.731 0 0
39.871.604 0 19.688.190
75.218.350 0 32.361.584
Boekwaarde per 1 januari 2011
2.288.608
1.412.388
189.902
12.351.874
195.174
1.494.104
1.384.634
866.731
20.183.414
42.856.767
151.510 0
0
31.797 0
466.848 0
0
377.554 154.649 0
128.365 0
1.447.181 0 0 0
1.824.735 0 933.169 0
5.122.082 3.074.077 -
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
66.207 62.410 3.797
-151.510
0
-31.797
-466.848
0
222.905
-128.365
1.447.181
891.566
2.044.209
Stand per 31 december 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
6.060.442 0 3.923.344
1.412.388 0 0
1.787.409 0 1.629.304
22.189.846 0 10.304.820
325.283 0 130.109
3.468.797 0 1.751.789
4.138.262 0 2.881.993
2.313.912 0 0
41.696.339 0 20.621.360
80.274.226 35.373.250
Boekwaarde per 31 december 2011
2.137.098
1.412.388
158.105
11.885.026
195.174
1.717.008
1.256.269
2.313.912
21.074.980
44.900.975
5,0%
2-2,5%
5,0%
2-5%
5,0%
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Afschrijvingspercentage
2,5%
Pag. 60
5.1.10 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA/FINANCIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.10.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
Trekkings rechten
Onderhanden Projecten
Subtotaal
Instandhouding
Onderhanden Projecten
!
!
!
!
!
Stand per 1 januari 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
9.197.545 0 2.156.046
0 0 0
9.197.545 0 2.156.046
5.355.438 0 3.547.256
932.550 0 0
6.287.988 0 3.547.256
15.485.533 0 5.703.302
Boekwaarde per 1 januari 2011
7.041.499
0
7.041.499
1.808.182
932.550
2.740.732
9.782.231
337.100 461.289
-
337.100 461.289
375.872 379.847
660.674 0 0
1.036.546 0 379.847
1.373.646 0 841.136
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
-124.189
0
-124.189
-3.976
660.674
656.698
532.510
Stand per 31 december 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
9.534.645 0 2.617.335
0 0 0
9.534.645 0 2.617.335
5.731.309 0 3.927.103
1.593.224 0 0
7.324.533 0 3.927.103
16.859.178 0 6.544.438
Boekwaarde per 31 december 2011
6.917.310
0
6.917.310
1.804.206
1.593.224
3.397.430
10.314.740
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Afschrijvingspercentage
5,0%
Subtotaal
Subtotaal meldingsplichtige activa ! !
10,0%
Pag. 61
5.1.10 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA/FINANCIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.10.3 WMG-gefinancierde vaste activa
Inventaris !
Vervoermiddelen !
Automatisering !
Subtotaal WMG !
Stand per 1 januari 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
5.848.266 0 3.169.797
781.280 0 490.940
1.021.105 0 696.565
7.650.650 0 4.357.302
Boekwaarde per 1 januari 2011
2.678.469
290.340
324.540
3.293.348
830.182 517.785
114.276 101.613
321.624 133.121
1.266.083 0 752.519
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
62.093 0 61.021 1.072
0 0 0 0
62.093 0 61.021 1.072
312.397
11.591
188.504
512.492
Stand per 31 december 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
6.678.448 0 3.687.582
833.463 0 531.531
1.342.729 0 829.686
8.854.640 0 5.048.800
Boekwaarde per 31 december 2011
2.990.865
301.931
513.043
3.805.840
10,0%
20 - 33,3%
25,0%
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Afschrijvingspercentage
Pag. 62
5.1.10 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA/FINANCIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 5.1.10.4 Kleinschalige Woonvoorzieningen
Grond
Gebouwen
!
Terreinvoorzieningen !
Stand per 1 januari 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
900.000 0 0
Boekwaarde per 1 januari 2011
900.000
Subtotaal Kleinschalige Installaties Onderhanden woonvoorProjecten zieningen ! ! !
!
Semi perm. gebouwen !
Verbouwingen !
0 0 0
3.302.286 0 377.733
0 0 0
2.816.075 0 947.406
883.991 0 227.442
186.775 0 0
8.089.127 0 1.552.581
0
2.924.553
0
1.868.669
656.549
186.775
6.536.546
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
-
-
72.622
-
610.224 135.446
92.035 89.073
45.378 0 0
747.637 0 297.140
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
0
-72.622
0
474.778
2.962
45.378
450.497
Stand per 31 december 2011 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
900.000 0 0
0 0 0
3.302.286 0 450.355
0 0 0
3.426.299 0 1.082.852
976.026 0 316.514
232.153 0 0
8.836.764 0 1.849.721
Boekwaarde per 31 december 2011
900.000
0
2.851.931
0
2.343.447
659.511
232.153
6.987.043
5-20%
20,0%
0,0%
Afschrijvingspercentage
0,0%
2,0%
Pag. 63
5.1.10 MUTATIEOVERZICHT (IM)MATERIËLE VASTE ACTIVA 5.1.10.5 Niet - WTZi/WMG - gefinancierde (im)materiële vaste activa
Installaties !
Onderhanden projecten !
Subtotaal Niet WTZi/WMG !
2.044.682 438.395
868.154 348.616
240.833 -
4.121.437 1.060.209
605.827
1.606.287
519.537
240.833
3.061.228
40.814 5.048
0 38.457
18.325 102.176
77.473 91.281
-240.833
-90.018 250.112
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4.114 1.389 2.725
-
-
-
4.114 1.389 2.725
1.053
35.765
-41.182
-83.850
-13.808
-240.833
-342.856
108.006 53.625
87.898 16.717
822.767 258.122
2.063.008 540.571
945.627 439.897
0 -
4.027.304 1.308.932
Boekwaarde per 31 december 2010
54.381
71.180
564.645
1.522.437
505.729
0
2.718.372
Afschrijvingspercentage
11,1%
10,0%
2-5%
5,0%
10,0%
0,0%
NZa-IVA !
Terreinvoorzieningen !
Gebouwen !
Verbouwingen !
Stand per 1 januari 2010 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
93.803 40.475
47.084 11.669
826.881 221.054
Boekwaarde per 1 januari 2010
53.328
35.415
Mutaties in het boekjaar - investeringen - overige mutaties - afschrijvingen
14.203 13.150
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2010 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
Pag. 64
5.2 OVERIGE GEGEVENS
Pag. 65
5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van de RaphaelStichting heeft de jaarrekening 2011 vastgesteld in de vergadering van 15 mei 2012. De raad van toezicht van de Raphaelstichting heeft de jaarrekening 2011 goedgekeurd in de vergadering van 22 mei 2012. Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum plaatsgevonden. 5.2.5 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina's.
Pag. 66
Pag. 67
Pag. 68
Duinweg 35 1871 AC Schoorl 072 50 99 000
[email protected] www.raphaelstichting.nl