BESTUURSRAPPORTAGE 2010– I (PERIODE JANUARI T/M APRIL 2010)
1
2
Inleiding Voor u ligt de eerste bestuursrapportage over 2010. In het kader van een verdergaande vereenvoudiging van de P&C-cyclus is, in het seniorenconvent van 1 september 2009, afgesproken dat de 1e bestuursrapportage zich beperkt tot de volgende onderwerpen: • rapportage op financiële afwijkingen; • actualisatie van de paragraaf bedrijfsvoering (financieel); • actueel beeld van de paragraaf weerstand (risico’s: financieel); • financiële rapportage van “grote” projecten. Omdat de afwijkingen terug zijn te voeren tot een beperkt aantal onderwerpen is er deze keer voor gekozen de rapportage niet in de bekende vorm van ‘rapportage per deelprogramma’ te presenteren maar eenvoudigweg per onderwerp te benoemen. Op deze manier hopen we een compact en leesbaar document aan te bieden dat zich beperkt tot de relevante informatie; namelijk een rapportage over de financiële afwijkingen en de effecten hiervan op het verwachte resultaat 2010.
3
4
Financiële rapportage De financiële rapportage omvat de periode januari tot en met april 2010. Alle budgethouders hebben hun budgetten beoordeeld en te verwachten afwijkingen aangegeven. Op basis hiervan wordt een eindejaarsverwachting gegeven voor het resultaat 2010. Op grond van de vastgestelde Begroting 2010 is het uitgangspunt voor onze begrotingspositie voor het jaar 2010 als volgt: Begrotingspositie Begroting 2010 Verhoging leges/tarieven (nov 2009) Actuele begrotingspositie (afg.)
-19.696 V -28.236 V -48.000 V
In december 2009 is de 2e bestuursrapportage 2009 in de raad behandeld. De structurele effecten van deze rapportage voor het jaar 2010 zijn de volgende: Structurele gevolgen BeRap 2009-2 - Rolstoelvoorzieningen - Saldo kleine invloeden Nadelig effect beRap 2009-2
108.000 N 2.000 N 110.000 N
Actuele begrotingspositie
62.000 N
De financiële gevolgen van de beoordeling van de budgetten 2010 worden hieronder weergegeven. De genoemde onderwerpen en bijbehorende bedragen worden verderop in de rapportage toegelicht. Stand begrotingspositie
62.000 N
Financiële gevolgen BeRap 2010-1 - Saldo incidentele invloeden - Collegewisseling (salariskosten) - Collegewisseling (pensioenkosten) - Begraafrechten - Leerlingenvervoer - Bijdrage tekort Ability - Schuldhulpverlening - Vervoer Regiotaxi - Automatisering - Juni-circulaire 2010 - Saldo kleine invloeden Nadelig effect BeRap 2010-1 Actuele begrotingspositie
41.000 30.000 p.m. 75.000 125.000 49.000 20.000 -30.000 16.000 -62.000 6.000 270.000
N N N N N N V N V N N
332.000 N
Het geraamde tekort over het jaar 2010 bedraagt op grond van bovenstaande cijfers € 332.000. Door de invloed van de mutaties vanuit de 2e Bestuursrapportage 2009 en de 1e Bestuursrapportage 2010 is onze begrotingspositie met € 380.000 verslechterd. Van een voordeel van € 48.000 bij de vastgestelde begroting 2010 naar een nadeel van € 332.000. Dit steekt schril af tegen bijvoorbeeld het rekeningsresultaat over het jaar 2009.
5
Wel dient opgemerkt te worden dat de ervaring leert dat met name bij de eerste bestuursrapportage wel de nadelen gerapporteerd worden maar te verwachten voordelen niet zo snel aangegeven worden. Daarnaast zullen eventuele voordelen veelal incidenteel van aard zijn of in eerste instantie als incidenteel worden opgevoerd. Dit wordt mede veroorzaakt door het door ons gehanteerde voorzichtigheidsprincipe. Dit principe zegt dat verliezen gelijk moeten worden genomen zodra deze redelijkerwijs te verwachten zijn en dat voordelen pas worden meegenomen zodra ze gerealiseerd zijn. En juist die realisatie zal voor veel zaken nog niet in de eerste paar maanden zichtbaar zijn. Financiële gevolgen 2010 Hieronder volgt een toelichting op de genoemde afwijkingen die het resultaat van 2010 beïnvloeden: Structurele effecten vanuit de bestuursrapportage 2009-2 Rolstoelvoorzieningen (meerkosten € 108.000) Op dit gebied was sprake van een nieuwe aanbesteding met ingang van 1 januari 2009 (met een looptijd van 3 jaar tot en met 31 december 2011). De bedragen uit deze nieuwe aanbestedingsronde lagen veel hoger dan bij de eerste aanbesteding op dit gebied. Feitelijk lagen de gemeentelijke bijdragen tot 2009 onder de kostprijs en daar hebben we ook veel last van gehad. Bij de eerste contractant Welzorg was sprake van reorganisatie op reorganisatie en op een gegeven moment werden afspraken niet meer nagekomen en waren facturen erg onduidelijk. Buitendien waren de cliënten erg ontevreden over de contractant. Het was daarom niet onlogisch dat de kosten zouden stijgen. De nieuwe contractant factureert op tijd en volgens afspraak. De klanten zijn erg tevreden over de service die wordt geboden (bijv. bij storingen/onderhoud van de scootmobiels). De kwaliteit is dus enorm toegenomen. Het prijskaartje dat hieraan hangt is echter fors. De structurele meerkosten wordt geraamd op € 108.000, hetgeen inhoud dat de raming meer dan verdubbeld wordt ten opzichte van 2008. De raming in 2008 bedroeg nog € 72.000; deze raming is in de 2e bestuursrapportage 2009 verhoogd met € 108.000. Bij een nieuwe aanbesteding (2012) zal gestreefd moeten worden naar lagere kosten. Daarnaast wordt bekeken of de verordening aangepast kan worden om zodoende meer financiële ruimte te creëren. Effecten vanuit de bestuursrapportage 2010-1 Incidentele invloeden (meerkosten 41.000) Het saldo aan incidentele invloeden bevat een 3-tal grote afwijkingen. Als gevolg van de extreme winter moet voor 2010 rekening worden gehouden met een bedrag van € 55.000 aan meerkosten voor gladheidsbestrijding. Daarnaast is bij de brandweer recentelijk nog een rekening binnengekomen voor preventiewerkzaamheden over de periode januari t/m september 2008 ter hoogte van € 21.000. De derde afwijking betreft de exploitatie van de Blauwe Schuit. Hier wordt een voordelige afwijking van € 42.000 verwacht. In de primaire begroting is alleen een raming opgenomen voor de kapitaallasten (€ 17.500). Nu de Blauwe Schuit nog steeds in ons bezit is zullen ook in de exploitatie ramingen opgenomen moeten worden voor huurinkomsten en uitgaven. Per saldo wordt uitgegaan van een positief exploitatieresultaat van € 25.000. De uitgaven met betrekking tot de vervanging van de centrale verwarming zijn buiten beschouwing gelaten, hiervoor is een apart investeringskrediet beschikbaar gesteld. Naast deze genoemde grote afwijkingen bestaat het saldo aan incidentele invloeden uit een groot aantal kleine positieve en negatieve mutaties.
6
Begraafrechten (minder opbrengsten € 75.000) Al enige jaren worden wij geconfronteerd met een lagere opbrengsten begraafrechten dan geraamd in de begroting. In 2006 is de tariefsopbouw van de verschillende tarieven gewijzigd. Deze aanpassingen hadden te maken met verlaging van de verschillende tarieven, maar ook de introductie van nieuwe grondslagen. Enerzijds hebben de lagere opbrengsten te maken met de lagere tarieven en de verruimde keuzemogelijkheden. Ook zijn er een aantal nieuwe mogelijkheden (onderhoud graf en het optierecht) opgenomen in de tarieventabel, waarvan in sommige gevallen geen of maar heel weinig gebruik wordt gemaakt. In de 2e Bestuursrapportage 2009 was een structureel nadeel aangegeven tot een bedrag van € 100.000. Gezien de inkomsten tot nu toe kan deze raming voor 2010 bijgesteld worden tot een nadeel van € 75.000. Daarnaast zijn wij voornemens uw raad nog dit jaar een voorstel aan te bieden om de tarievenstructuur c.q. de –opbouw te wijzigen. Wij hopen daarmee te bewerkstelligen dat de werkelijke opbrengsten de geraamde opbrengsten zullen benaderen. Vooralsnog hebben wij de verlaging van de opbrengstraming beperkt tot het jaar 2010. Collegewisseling (meerkosten € 30.000) De tijdsbesteding van de wethouders is met het nieuwe college van 2 x 90% naar 3 x 80% gegaan. Deze hogere tijdsbesteding heeft uiteraard financiële gevolgen. Op het gebied van de salarissen kost dit € 30.000 meer in 2010. In het jaar 2011 zal dit nog wat groeien (dit jaar de extra lasten over 8 maanden). Daarnaast nemen onze pensioenlasten, door een groei van het aantal (ex-)wethouders, toe. De financiële consequenties hiervan zijn nog niet bekend. Leerlingenvervoer (meerkosten € 125.000) In 2008 is door de Regioraadgemeenten een aanbesteding vervoer uitgevoerd. Het vervoer is hierbij opgedeeld in 3 sectoren Leerlingenvervoer, WMO-vervoer en kleinschalig openbaar vervoer (Regiotaxi). Ten opzichte van eerdere aanbestedingen is in deze aanbesteding gekozen voor een andere systematiek. Deze nieuwe systematiek zou meer recht doen aan de werkelijke kosten van vervoer per gemeente. In het verleden werd met name afgerekend op basis van gereden kilometers. In de nieuwe systematiek is de afrekening meer gebaseerd op tijdsbesteding. Met name bij het leerlingenvervoer is sprake van een zeer forse stijging van de kosten (overigens ook al deels in 2009). Op grond van de huidige prognoses zijn de structurele meerkosten voor ons € 125.000. Meer gemeenten worden hier uiteraard mee geconfronteerd. In eerste instantie is door de adviseur voor deze nieuwe systematiek een onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken. Deze konden door het bureau niet tot tevredenheid worden aangegeven. Men kwam niet veel verder dan dat in het verleden wel erg scherp was aanbesteed. Daarom is, in samenspraak met het OV-bureau, nu aan een ander bureau de opdracht gegeven onderzoek te plegen naar deze kostenstijgingen. Het huidige contract loopt 2 jaar (tot september 2011). Bij een nieuwe aanbesteding zal gestreefd moeten worden naar lagere kosten. Ook hier zal, evenals bij de rolstoelvoorzieningen, bekeken worden of de verordening mogelijk aangepast kan worden om meer financiële ruimte te creëren. Bijdrage Ability (meerkosten € 49.000) Het Algemeen Bestuur van Ability heeft in 2009 ingestemd met het rapport “Aan de slag met het werkleerbedrijf Ability” en heeft daarmee gekozen voor de ontwikkeling van Ability tot een werkleerbedrijf. Het beleid om mensen aan de onderkant van de samenleving de mogelijkheid te bieden zich via werk te ontwikkelen naar zo regulier mogelijk werk, sluit aan op de vastgestelde beleidskaders van de gemeenten. Uw raad heeft daar in 2009 ook mee ingestemd. Dit houdt wel in dat er investeringen moeten worden gedaan in zowel mensen als middelen om hieraan uitvoering te kunnen geven. Het begrotingstekort bij Ability is hierdoor gestegen van € 120.000 (2009) naar € 383.000 (2010). Ons aandeel in de stijging van dit tekort is € 49.000. Voor de jaren na 2010 schommelt de extra bijdrage van Winsum tussen € 48.000 en € 60.000. Het bestuur is de opdracht gegeven om een maximale inspanning te verrichten om de tekorten de komende jaren te verminderen. Tegelijkertijd wordt gevraagd onderzoek te doen naar de gewenste omvang van de reserves van Ability. Schuldhulpverlening (meerkosten € 20.000)
7
De gemeentelijke bijdrage in de kredietbank Noord-Oost Nederland is behoorlijk gestegen. In de Kadernota 2009 was hier al een bedrag voor opgenomen, maar de geraamde verhoging was onvoldoende. Steeds meer mensen komen in problemen. De gevolgen van de economische crisis laten zich hier ook gelden. Vervoer Regiotaxi (minder kosten € 30.000) Zie het gestelde bij het leerlingenvervoer. De aanbesteding van het kleinschalig openvervoer (Regiotaxi) is € 30.000 lager uitgevallen dan het eerdere contract. Ook hierbij gaan wij voorlopig uit van een structureel effect. Automatisering (meerkosten € 16.000) Deze kostenstijging bestaat uit 3 componenten: • extra structurele kosten door samenwerking (€ 5.000); • op bevel van de OPTA is KPN genoodzaakt de kosten van het mobiele telefoonverkeer te verhogen. De meerkosten worden voorlopig geraamd op € 6.000; • Onze softwareleverancier heeft de prijzen, in verband met noodzakelijke aanpassingen in verband met regelgeving, met een bedrag van € 5.000 verhoogd. Kleine invloeden (meerkosten € 6.000) Het saldo van de kleine invloeden wordt door een enorm aantal kleine en grote (wel kleiner dan € 15.000) mutaties veroorzaakt.
Paragraaf bedrijfsvoering De paragraaf bedrijfsvoering beschrijft de stand van zaken en beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. In deze rapportage wordt alleen ingegaan op de financiële afwijkingen op dit gebied. Te denken valt aan financiële mutaties op het gebied van personeel, huisvesting, automatisering, administratie, tractie en gereedschap en (externe) samenwerking. Op het gebied van bedrijfsvoering worden afgezien van de bovengenoemde meerkosten voor automatisering vooralsnog geen financiële afwijkingen verwacht. Wel hebben we op dit moment wat het personeelsbudget betreft te maken met een onderuitputting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een kleine 5 fte aan vacature ruimte (stand 30 april 2010). Vooralsnog wordt echter geen voordelig eindejaarseffect op het resultaat verwacht. Een deel van de vacatures is tijdelijk ingevuld door externe inhuur. Een aantal vacatures wordt in de loop van het jaar ingevuld. Daarnaast moet rekening worden gehouden met vergoeding van eventuele verplaatsingskosten bij invulling van de vacatures.
8
Paragraaf Weerstandsvermogen (risico’s en ontwikkelingen) Risico’s algemeen Een gemeente loopt in de uitvoering van haar taken, net als elke organisatie en elk bedrijf, bepaalde risico’s. In de begroting 2010 worden in de paragraaf Weerstandsvermogen de risico’s genoemd, bijvoorbeeld risico’s met betrekking tot het leerlingenvervoer, de WWB, juridische procedures, grondexploitaite, samenwerking Ability en de interne bedrijfvoering. Bij de inventarisatie van de risico’s is een inschatting gemaakt (kwantificering) van de mogelijke financiële gevolgen welke kunnen optreden zodra een risico werkelijkheid wordt. Daarbij dient opgemerkt te worden dat deze bedragen globaal, indicatief en soms discutabel zijn. Risico’s waarvan de oorzaak in het verleden of heden ligt en waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten dienen te worden voorzien. Een voorbeeld daarvan is de voorziening dubieuze debiteuren. De risico’s waarvan de omvang niet redelijkerwijs is in te schatten en/of die zich nog (kunnen) gaan voordoen dienen te worden afgedekt door bestemmings- en/of de algemene reserves. De risico’s worden onderverdeeld in: risico’s voortvloeiend uit eigen beleid risico’s voortvloeiend uit het beleid van hogere overheden risico’s voortvloeiend uit samenwerking met andere gemeenten of instanties risico’s voortvloeiend uit het doen en/of nalaten van anderen risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente autonome ontwikkelingen risico’s op eigendommen (waarderingsrisico) risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering Risico’s 2010 De financiële afwijkingen in deze bestuursrapportage worden voor een groot deel veroorzaakt door onderwerpen die ook als risico zijn aangemerkt. WMO en leerlingenvervoer Hoewel de Wmo en het leerlingenvervoer tot de risico’s zijn benoemd vanwege het ‘open einde’ karakter worden de kostenstijgingen door andere factoren veroorzaakt (nieuwe aanbesteding). Risico blijft wel dat wanneer de aanvragen voor in dit geval de rolstoelvoorzieningen en het leerlingenvervoer toenemen de afwijkingen nog veel groter zullen worden. Ability In de risico’s wordt ook de samenwerking met Ability genoemd. Door deelname in de gemeenschappelijke regeling zijn wij naast een vaste bijdrage per jaar ook verplicht bij te dragen in het exploitatietekort. Het bedrag van € 49.000 zoals genoemd in de financiële rapportage valt onder dit risico en vloeit voort uit gewijzigd beleid van Ability waar ook de uw raad mee ingestemd heeft. WWB Wat betreft de ontwikkelingen op het gebied van de Wet Werk en Bijstand (WWB) is, zoals verwacht, een behoorlijke toename te zien van het aantal aanvragen. Het aantal uitkeringen is gestegen van 210 in januari naar 226 eind april. Het betreft met name instroom vanuit de WW. De effecten van de economische crisis worden in 2010 dan toch duidelijk zichtbaar. Hier tegenover staat ook een forse toename van de rijksbijdrage. Enerzijds is deze toename van de rijksbijdrage het gevolg van de landelijke stijging van het aantal bijstandsgerechtigden in 2009 waardoor de voorlopige budgetten voor 2010 omhoog zijn bijgesteld. (In oktober 2010 zullen de definitieve budgetten voor 2010 bekend gemaakt worden.) Anderzijds heeft deze toename van de rijksbijdrage te maken met de ‘Wetswijziging bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten’. Met ingang van 2010 zijn een aantal uitkeringen gebundeld met het inkomensdeel van de Wet werk en bijstand. Het betreft de volgende uitkeringen:
9
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw); Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) • Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik) • de kosten van levensonderhoud voor startende ondernemers uit het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Met de invoering van deze gebundelde uitkering krijgen gemeenten één budget voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de WWB, de IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004 en de WWIK. • •
Het is nog te vroeg om een goed oordeel te kunnen geven wat de effecten van deze bundeling van uitkeringen exact zullen zijn. De uitgaven worden vooralsnog op 110% geraamd van de rijksbijdrage omdat bij grotere afwijkingen, onder strikte voorwaarden weliswaar, aanspraak kan worden gemaakt op de 10%-regeling van het rijk die uitgaven boven de 110% vergoed. Daarnaast wordt verwacht dat de aanwezige reserve inkomensdeel WWB, die momenteel € 434.000 omvat, voldoende van omvang is om eventuele exploitaitetekorten op de uitkeringen in 2010 te kunnen dekken. Ontwikkelingen Bij ontwikkelingen kunnen zaken worden genoemd als bijvoorbeeld veranderende wetgeving en decentralisatietaken. Op dit moment zijn er geen relevante ontwikkelingen op dit gebied te melden afgezien van de bovengenoemde bundeling van uitkeringen.
Financiële rapportage “grote” projecten Er is geen afspraak gemaakt over de definitie van “grote” projecten. Voorlopig gaan we uit van projecten met een minimale omvang van € 250.000. Te denken valt bijvoorbeeld aan projecten als de ontwikkeling van Winsum West, het Boogplein, de nieuwe brandweerkazerne Winsum en rioleringswerkzaamheden. In 2010 zijn, tot op heden, voor deze projecten geen substantiële uitgaven gedaan.
10