Algemeen Nijmeegs Studentenblad / april 2010
Paul van Loon, Rembo en Mental Theo Jeugdhelden
Kinderseries met andere ogen bekeken Verborgen verhalen
‘Ik spaar voor een nieuw zadel voor mijn paard.’ Geld-enquête
Vooraf Tekst: Redactie P. 02
commentaar Het was hoog tijd voor een thema-nummer. ‘Een sport-ANS?’ Dit idee werd sneller afgeschoten dan een kreupel renpaard. ‘Milieuproblematiek?’ ‘Dat is zo passé.’ Terwijl onze ogen gleden over de thema-ANS’en van weleer, werd het gouden idee geopperd. Als snel vond er een nostalgie-orgie plaats aan de redactietafel. Redacteuren buitelden over elkaar heen om hun jeugdsentiment uit te schreeuwen. ‘Ovide!’ ‘De Freggels!’ ‘Dragonball Z!’ ‘Huh?’ Generatiekloven tekenden zich af, maar dat mocht de pret niet drukken. Heerlijk, dat verleden oprakelen. Van mijn tiende tot mijn elfde werd mijn leven beheerst door een vijftal vrouwen dat de wereld had veroverd met een quasi-feministische strijdkreet. Mijn muren, t-shirts, tassen, lolly’s en colablikjes waren bedekt met hun afbeelding. Een kracht die sterker was dan ikzelf maakte dat ik iedere week mijn zakgeld gedwee overhandigde aan een dikke man achter de toonbank van de speelgoedwinkel. In ruil voor mijn vijfguldenstuk gaf hij me een envelop waarin foto’s zaten, foto’s van hen. Op mijn vijftiende was er een nieuw vijftal. Een vijftal mannen ditmaal. In de OOR uit de mediatheek las ik dat hun muziek was geïnspireerd op The Velvet Underground, een naam die ik weleens tussen de elpees van mijn vader op had zien duiken. Op mijn kamer in de polder droomde ik over hun leven in de Lower East Side van Manhattan. Later als ik groot ben, ga ik daarheen en trouw ik met de zanger. Alles begon met groene mannetjes die in de diepte vielen en neerspatten in tientallen pixels. Al gauw volgde een besnorde Italiaanse loodgieter en uiteindelijk veroverden tanks en commando’s mijn piepkleine wereldje. Welbeschouwd had ik in mijn jonge jaren geen leven: hele dagen en nachten sleet ik achter de computer. In moordend tempo werden zakken chips verslonden, met mijn eeneiïge tweelingbroertje dronk ik op een avond liters cola weg terwijl we met controllers in onze verkrampte klauwtjes tegen elkaar vloekten dat de ander vals speelde. Mijn belangrijkste vragen aan Willem Wever waren ‘waarom kun je in het “echte leven” niet op escape drukken?’ en ‘vind jij GTA2 ook beter dan GTA3?’. Helaas kwam ik niet in Willem Wever. Een vriendje wel, hij mocht niet eens zijn eigen vraag stellen, maar moest vragen waar het Noorderlicht vandaan kwam. Sindsdien kijk ik liever Lingo.
DEZE ANS 07 Jeugdhelden Griezelen met chauffeur Beentjes, lachen om de Gluurbuur en hakken op Wonderful Days. ANS neemt je terug in de kindertijd met Paul van Loon, Maxim Hartman en Mental Theo. 18 Verloren onschuld Tekenfilms als Disney-klassieker De leeuwenkoning en Hollands glorie Alfred Jodocus Kwak waren verplichte kost voor menig kind. Maar is het je ooit opgevallen dat Professor Noah tot de kern van het Midden-Oostenconflict wist door te dringen? 20 Studentenfinanciën onder de loep Terwijl de studiefinanciering onder druk staat, maakt het Nibud zich zorgen om het leengedrag van studenten. ANS onderzocht de financiële gezondheid van de RU-student. ‘Als ik niet meer kan pinnen weet ik dat ik geen geld meer heb.’ 26 Vroeger was alles beter Althans, dat wil met name de grijze bevolkingsgroep ons regelmatig doen geloven. In een speciale editie van Het issue gaan experts op verschillende vakgebieden in op deze stelling en wordt een neuropsychologische verklaring gegeven voor het feit dat dit sentiment zo vaak wordt geuit. 04 05 06 24 25 28 30 31 32
Trammelant De nieuwe stad Het laatste oordeel Lieve ANS De graadmeter De deurwaarder Colofon Kleurplaat De biecht
De hoofdredactie
18
25
26
28
Tekst: Redactie/ Illustratie: Erik Molkenboer ANS-Online.nl P. 03
niet Nostalgie is: ‘Paulus de Boskabouter, dat is pas nostalgie.’ ‘Delfts blauwe tegeltjes op een wc in Australië, daar denk ik onmiddellijk aan.’ ‘Als kind cowboy spelen op de bouw, daar is het voor mij allemaal begonnen.’ De door ANS geïnterviewde personen dachten aan uiterst uiteenlopende zaken bij het thema van dit nummer. Wel krulden de mondhoeken van zowel Paul van Loon en Theo Nabuurs als Waldemar Torenstra - die op ANS-Online staat - tot een brede glimlach bij het denken aan vroeger tijden. Behalve bij kindervriend Maxim Hartman. ‘Nostalgie?! Wat een kutthema. Kunnen jullie dat nog veranderen?’ Manisch als een Patrick Tijdens het stappen wees iemand hem op de januariANS en zei: ‘Die gast, die moet je hebben!’ ‘Wie is dat?’, vroeg ene Patrick ons vriendelijk bij binnenkomst op kantoor. Wat begon als een ogenschijnlijk normaal gesprek met een doodnormale jongen nam plots een dramatische wending. Met manische blik in zijn ogen vertelde hij: ‘Volgens de psychologen ben ik oordeelen kritiekgestoord, maar dat is gelul! Je wordt in dit land gewoon opgesloten omdat je een afwijkende mening hebt!’ Plots stoof hij weer weg, om zijn casus voor te leggen. Wij zijn wel gewend om met kritiekgestoorden om te gaan: onze alma mater stikt ervan. Dus Patrick, we wensen je veel succes en weinig kritiek toe! Mainstream Emerald We zijn helemaal klaar met de cultwielrenners, hippe schrijfsters en obscure kaboutertekenaars. Voor ANSOnline interviewen we daarom komende maand niemand minder dan Caro Emerald. Zelfs wie nog nooit van haar heeft gehoord, kan het single’tje Back it up meeneurieën. Zo mainstream is ze. Voor volgende maand is Gerard Joling vast aangeschreven.
Lekker belangrijk... Organiseert AKKU eindelijk eens een minder ludieke actie, komt er geen hond op af. Het ‘stevige geluid’ dat de knuffelcommie’s wilden laten horen tegen ‘de dreigende bezuinigingen op onderwijs’ klonk eerder als het gepiep van een geslagen puppy. Secretaris Arne Pronk was zelfs zó verbitterd dat hij op een filmrecensie reageerde met ‘lekker belangrijk’. Goed zo Arne, bijt maar van je af! Vaarwel Waterval Duizenden tranen hebben we gelaten en er zullen er nog duizenden volgen. Tegen de tijd dat dit blad uitkomt, zit ons favoriete redactielid, Mart Waterval, duizenden kilometers van ons vandaan. Nou ja, hij studeert een half jaar in Münster. We zullen je missen, Mart. Om je flauwe grappen, je eeuwige geschreeuw om sporters in het blad en je Feyenoord-complottheorieën. Auf wiedersehen! Kijk voor uitgebreidere berichtgeving en meer nieuws op ANS-Online.nl
Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de Radboud Universiteit Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt 10 keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door:
Terug naar een tramlijn? Tekst: Joost Nellen en Henk Strikkers P. 04
trammelant Nooit meer als sardientjes in blik in de Heyendaalshuttle. Nijmegen wil een trambaan aanleggen tussen Heyendaal en Lent. Aan enthousiasme geen gebrek, maar zijn de plannen reëel?
In de lokale politiek is vrijwel iedereen het er over eens: er moet een tram in Nijmegen komen. Met name GroenLinks hamerde in de verkiezingsstrijd voortdurend op het belang van duurzaam openbaar vervoer in de stadsregio. Na de gemeenteraadsverkiezingen is er nog één schamele tegenstander in de gemeenteraad te vinden. De eensgezindheid verbloemt echter de vele hindernissen die nog moeten worden genomen voordat een tram tussen Heyendaal en Lent zal rijden. Haringen in een tonnetje In opdracht van de gemeenteraad deed Goudappel Coffeng, een adviesbureau op het gebied van verkeer en vervoer, onderzoek naar de haalbaarheid van het project. Senior traffic advisor Bas Govers stelt dat in steden waar een tram wordt aangelegd het gebruik van openbaar vervoer aanzienlijk toeneemt. ‘De bus is vooral voor studenten en oudjes’, aldus Govers. ‘De tram heeft een beter imago bij forenzen. Die is sneller, moderner en comfortabeler dan een bus.’ Goudappel Coffeng adviseerde om in het eerste stadium tramrails aan te leggen van Heyendaal naar Lent, via het centraal station. Later kan ook een verbinding met Arnhem tot de opties behoren. Hoe het tracé er exact uit komt te zien, is echter aan de gemeenteraad. Jan van der Meer, wethouder van Mobiliteit en Milieu voor GroenLinks, ziet de tram als ideale oplossing voor de files op de Waalbrug en wil daarom de tramlijn zo ver mogelijk doortrekken. Ook de universiteit zal beter bereikbaar worden: ‘In de Heyendaalshuttle zitten studenten als haringen in een tonnetje. De tram kan veel meer reizigers vervoeren.’ De wethouder ziet nog een groot pluspunt: ‘Trams zijn veel smaller dan bussen, die erg veel ruimte in de binnenstad in beslag nemen.’
van landelijke subsidie. ‘Wij kunnen het zelf niet betalen’, aldus Van der Meer, die de kosten op 300 miljoen euro schat. Het Rijk heeft een apart budget voor grote infrastructurele projecten en de huidige regering is niet van plan dit aan een trambaan Nijmegen te besteden. Of subsidie wordt verstrekt, hangt af van de politieke kleur van de nieuwe landelijke coalitie. De aanstaande bezuinigingen kunnen ervoor zorgen dat de tram op een dood spoor komt te staan. Hoeveel subsidie de gemeente Nijmegen nodig heeft, is moeilijk te berekenen. De lijn is namelijk nog niet uitgestippeld en ook het bedrag dat de gemeente wil vrijmaken is onbekend. Naast de gemeente en het Rijk zijn ook de stadsregio en de provincie gevraagd bij te dragen aan het project. Verkeersadviseur Govers: ‘De stad heeft weinig zeggenschap over de investering, want ze heeft zelf geen geld.’ Daarom moet er bij alle bestuurslagen worden aangeklopt en dat levert de nodige vertraging op. ‘In Nederland vraagt dit soort projecten een lange adem. Het is hier relatief moeilijk om een dergelijk wetsbesluit af te dwingen.’ In beginsel zijn de exploitatiekosten van een tram hoger dan die van een bus. Dit kan echter worden gecompenseerd door het busnet af te stemmen op de tramlijn. Bas Govers: ‘Het busvervoer is er nu op gericht om mensen van de wijken naar het centrum te brengen. Dat moet veranderen. Bussen moeten haaks op de tramlijn van wijk naar wijk gaan rijden en de tram moet de as vormen die naar het centrum gaat.’ Van der Meer ruikt zelfs kansen om meer opbrengsten te genereren ten opzichte van de bus. ‘Als de olieprijs stijgt, dan zullen meer mensen de auto laten staan en de tram pakken. In dat geval kan de tram relatief goedkoper worden dan de bus.’
Kijken, kijken, niet kopen Alle mooie plannen ten spijt, de begroting sluitend krijgen, zal nog een flinke kluif worden. De gemeente is afhankelijk
De verwoeste stad Stadspartij Nijmegen Nu! is de enige partij in de gemeenteraad die het voorstel niet steunt. Ben van Hees,
De nieuwe stad P. 05
De Nieuwe Stad
het enige gemeenteraadslid van Nijmegen Nu!, vreest dat de tram zijn stad kapot zal maken. Niet alleen zal de binnenstad open liggen tijdens de aanleg van de rails, ook daarna zal de rust definitief zijn verdwenen. ‘Wanneer er iedere vijf minuten een tram voorbij komt razen, zal het centrum haar charme verliezen’, aldus Van Hees. In de Bloemerstraat zijn twee trambanen en fietspaden aan weerszijden gepland, waardoor voetgangers de stad uit worden gejaagd. Bovendien is Van Hees bang voor kiezersbedrog: ‘Er is totaal geen zicht op de financiering van het project, ik houd niet van loze praatjes en beloften.’ Ook GroenLinks geeft toe nog steeds technische bezwaren te zien. Zo is bijvoorbeeld niet duidelijk of de huidige Waalbrug het gewicht van de tram kan dragen. ‘Wanneer dit niet mogelijk is, zullen de kosten explosief stijgen’, aldus wethouder Van der Meer. De voordelen van een tram staan buiten kijf. Het overgrote deel van de gemeenteraadsleden lijkt zich bewust te zijn van het uithangbord dat de tram kan vormen voor de groene stad die Nijmegen pretendeert te zijn. De volgepropte Heyendaalshuttles zouden tot het verleden behoren en het imago van het openbaar vervoer zou aanzienlijk kunnen verbeteren. De charme van de stad zal echter ongetwijfeld worden aangetast door trams die iedere vijf minuten voorbij denderen. De kogel is nog lang niet door de kerk. De financiering is verre van rond en de gemeente bouwt haar luchtkasteel op de verwachting dat Den Haag het gapende gat wel dicht. Daar ligt, met de bezuinigingen in aantocht, de prioriteit elders. Zelfs de grootste voorstander geeft toe dat hij niet weet hoeveel vertraging de tram zal oplopen. Jan van der Meer: ‘We mogen in onze handjes knijpen als hij in 2020 rijdt.’ ANS
De bovenbuurman en ik zijn nooit vrienden geworden. Het eerste dat hij tegen mij zei was: ‘Het is mooi wonen hier.’ Hij riep het vanaf het balkon dat boven het terras hing van het appartement waar we rondgeleid werden. Vanaf daar ging het bergaf. Ik zag hem pas weer toen hij rood aangelopen op de deur van dat appartement stond te bonken. Mijn muziek stond te hard. Het tweede dat mijn bovenbuurman tegen mij zei bestond uit een aaneenrijging van krachttermen die ik, al zou ik het willen, niet kan herhalen. Hij wilde niet kalmeren en ik vertelde hem dat ik niet met hem kon praten als hij me bleef uitschelden. ‘Ik ga niet kalmeren’, zei hij, waarop ik hem vertelde dat ons gesprek was afgelopen. Hij gooide daarop mijn deur in mijn gezicht. De maanden daarna communiceerden we alleen met elkaar via onze stereo’s. Meestal won hij – hij kon zijn boxen op de vloer leggen – maar ging ik heel hard meezingen met de muziek die hij draaide. Er is nog altijd een verschil tussen winnen en morele winnaar zijn. Op een dag, nadat het weer een keer uit de hand was gelopen, vroeg hij me (vanaf zijn balkon) om even langs te komen. We moesten praten. Ik ging akkoord op de voorwaarde dat het ook inderdaad om praten zou gaan en dat de krachttermen achterwege zouden blijven. Hij vertelde me dat hij problemen had. Problemen die te maken hadden met de manier waarop hij keer op keer tegen mij uitviel. Dat hij dat niet zo in de hand had. Waarvoor zijn excuses. We spraken af wat aardiger met elkaar om te gaan. Het werd rustiger; we hoorden elkaars voetstappen, we hoorden het als iemand de wc doorspoelde en wanneer een van ons verkouden was. Af en toe hoorden we nog elkaars muziek. Afgelopen week hoorde ik dat zijn vriendin een einde aan haar leven had gemaakt. Het is akelig rustig nu. Mijn bovenbuurman hoest niet meer, hij loopt amper en bezoekt de wc zelden. Zijn stereo blijft uit. Ik mis de voetstappen. Ik hoop dat het hem goed gaat. We zijn dan nooit vrienden geworden: hij blijft mijn bovenbuurman. We delen een huis.
Het laatste oordeel Tekst: Marijn Koop/ Foto: Timo Pisart P. 06
het laat ste oor deel
studie: Rechten college: Economie, rechtseconomie en balanslezen, donderdag 11 maart, 10.45 12.30 uur, LIN2 docent: Drs. J. Wagensveld uitstraling: Hockeyheld in ruste publiek: Slapende ballen en soezende bloezen inhoud: Economieles voor juristen eindcijfer: 5,6
Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU. Vroeger was hij ongetwijfeld de hunk van het hockeyveld. Het kraagje boven zijn trui en zijn blonde haar dat nonchalant in twee lokken op zijn voorhoofd valt, doet nog denken aan die tijden van weleer. De harten van de dames aan wie hij nu college geeft, gaan echter niet sneller kloppen van Koos Wagensveld. Ook de stof die hij behandelt is alles behalve opwindend. Bij het bespreken van droge economiesommen zijn de derdejaars rechtenstudenten stil, maar hun glazige blikken verraden het gebrek aan interesse. Het toppunt is een toehoorster die het hele college geboeid over haar Nintendo DS zit gebogen. Er is maar één reden dat het publiek braaf luistert: het tentamen bestaat voornamelijk uit de behandelde collegestof. De aankondiging ‘nu komt er een tentamentip’ doet de suffende studenten herhaaldelijk opveren en gretig aantekeningen maken. Veel meer verwacht de oud-accountant ook niet van de rechtsgeleerden: ‘Als u dit te moeilijk vindt, vergeet het dan maar meteen weer. Ik ben allang blij wanneer u het begin snapt.’ Wagensveld doceert duidelijk maar eentonig. Zijn poging tot interactie leidt helaas tot niets: het publiek lijkt te moe om antwoord te geven. Ook het uitdrukkingsloze gezicht en de statische houding van de docent maken het college niet veel meeslepender. Alleen zijn stem verraadt enige emotie. Alsof hij net een geweldige deal heeft gesloten op de beurs, schreeuwt hij de uitkomst van een ingewikkelde som de zaal in. Na de pauze komt de econoom enigszins los. Met glunderende blik vertelt hij vanuit het niets een anekdote over een vriend: ‘Hij is een succesvol hoogleraar in Rotterdam en ging in Londen werken. Op kantoor werd hij behandeld als een stagiair, bij Engelse les werd hij uitgekafferd door een viswijf omdat zijn Engels zo slecht was en in de sportschool werd hij afgemaakt door een kenau.’ Wagensveld concludeert: ‘Zelfs als je denkt dat je het hebt gemaakt, staan er nog mensen boven je.’ Na deze vaststelling kijken de juristen in spe nog verdwaasder uit hun ogen dan voorheen. Pas wanneer de docent wederom een tentamenvraag verklapt, is de collectieve aandacht weer hersteld. Aan het eind van het college geeft Wagensveld uitleg over de financiële voorspellingen rondom de crisis en maakt hij voor het eerst een brug van de stof naar de praktijk. Met zijn conclusie zet hij de relevantie van zijn vakgebied echter op losse schroeven. ‘Vertrouw nooit een financieel analist, zij voorspellen het ook niet altijd goed. Maar je moet toch iets doen, uiteindelijk.’ Het Laatste Oordeel der Studenten Veel studenten begrijpen niet waarom dit vak nog niet van het curriculum is geschrapt. Ze vinden het irrelevant en oersaai. Een toekomstig advocaat redeneert: ‘Als ik deze kennis nodig heb, schakel ik wel een accountant in.’ Over de docent zijn de meningen verdeeld. De een bestempelt hem als een sympathieke vakgeleerde, de ander vindt hem ‘een van de slechtste en meest irritante docenten van de universiteit’. Een studente springt in de bres voor Wagensveld: ‘Het is niet de schuld van de docent dat hij dit vak aan ons moet geven.’ ANS
Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 7
jeugdhelden In de zorgeloze jaren negentig smulde de hollandse jeugd van hun werk. Er werd gegrinnikt om de incorrecte filmpjes van Rembo en Rembo, gehuiverd van de spannende Griezelbus-reeks en vrolijk gehakt op de happy hardcore van Mental Theo. Drie vedettes van vroeger blikken terug.
Mental Theo Tekst: Ceciele Luijnenburg en Lucy Vleeshouwers/ Foto: Willie Kerkhof P. 8
mental theo De ruige raveparty’s van de jaren negentig staan velen nog helder voor de geest. Niet alleen kale koppies in Aussies stuiterden rond op de happy hardcore van Mental Theo, heel Nederland ging los op zijn vrolijke variant van de harde house. Theo Nabuurs (45) begon zijn muziekcarrière in clubs op Mallorca. Op dit feesteiland ontmoette hij Ramon Roelofs en het muziekduo Charly Lownoise & Mental Theo was al snel een feit. Waar Ramon de uitbundige levensstijl van die tijd achter zich heeft gelaten en zijn dagen als zenmeester doorbrengt, blijft Theo onvermoeid doorgaan. In de studio van Slam!FM presenteert hij vol overgave zijn wekelijkse show. Tussen de ‘beukplaat’ en de verkeersinformatie in, weet Theo tijd te maken voor ons interview. De drukke dj verwierf bekendheid met het TMF-programma Mental Theo on the Road en is vandaag de dag nog volop bezig met muziek. In Engeland staat er een popalbum gepland en hij toert nog regelmatig door Europa. Het einde is nog lang niet in zicht: ‘Kijk, de een wordt zenmeester en ik, tja, ik kloot een beetje aan.’ Wat betekent nostalgie voor jou? ‘Ik heb nostalgische gevoelens bij een tour door Australië van jaren geleden. Toen zat ik ergens in the middle of nowhere op een wc met Delfts blauwe tegeltjes. Het was prachtig dat ik zelfs daar, zo ver van huis, een oud stukje Nederland terugvond. Ook zit nostalgie voor mij in het lijflied dat we hadden tijdens Mental Theo on the Road. Dat was het nummer Follow that Dream van Elvis. We zongen dat altijd met de hele crew, het was ons motto.’ Door de jaren heen heb je een behoorlijke reputatie opgebouwd. Je wordt gezien als de hyperactieve party animal die nergens voor terugdeinst. Hoe ga je daarmee om? ‘Mijn schreeuwerige imago werkt niet altijd in mijn voordeel. Ik zit hier nu wel een serieus verhaal te vertellen, maar als ik een discotheek binnenloop, hoef ik daar niet mee aan te komen. Mensen verwachten een mafkees die zegt: “Jongens, valt er nog wat te neuken?!” De meeste mensen zijn niet geïnteresseerd in de echte Theo. Ik verkoop mezelf eigenlijk als product. Mensen die bij de bakker komen, hoeven ook niet te weten waar het deeg vandaan komt. Het gaat erom of het broodje lekker bruin is en goed smaakt. Zo werkt het bij mij ook. ‘Ik kan alleen niet constant in die rol blijven, ik moet er af en toe uit kunnen stappen. Sommige mensen be-
naderen mij ook privé als Mental Theo. Daar zit ik dus echt niet op te wachten. Ik wil niet bij de tandarts zitten en horen: “Hé Mental Theo! Pijn in je bek jongen, pijn in je bek? Tand eruit?” Dan ga je echt kapot.’
‘Mensen verwachten een mafkees die zegt: “Jongens, valt er nog wat te neuken?!” De meeste mensen zijn niet geïnteresseerd in de echte Theo.”
Ondanks de nadelen die je soms door je werk ervaart zit je al lang in het vak. Hoe is je carrière eigenlijk begonnen? ‘Toen ik nog een klein mannetje was, wilde ik altijd plaatjes draaien, dat vond ik helemaal geweldig. Ik heb veel verschillende baantjes gehad en gaf al mijn verdiende geld uit aan platen. In de avonduren werkte ik vaak als dj en door veel te draaien ben ik de muziekwereld ingerold. De samenwerking met Ramon verliep fantastisch en we hadden de mazzel dat we over de hele wereld konden optreden, van Australië tot Amerika. Op die manier namen we muziekstromingen mee die ze hier in Nederland nauwelijks kenden. Onze sound was namelijk een combinatie van de Duitse rave met de breakbeat uit Engeland. Daar maakten wij happy hardcore van. Onze muziek en onze stijl waren anders dan men hier gewend was. Iedereen liep achter elkaar aan met Australians en kale koppen. Wij hadden gewoon haren.’ Je zit nu ruim twintig jaar in de partyscene en je blijft toeren. Ben je na al die jaren niet klaar met de hectiek van de muziekwereld? ‘Ik wil altijd nieuwe wegen aanboren om mijn creativiteit kwijt te kunnen. Daarom ben ik nu aan een popalbum begonnen. Pop is zo puur, zo echt. En het is nog onbekend terrein voor mij, daar kan ik nog beter in worden. ‘Het toeren blijf ik bovendien fantastisch vinden. Toevallig ben ik onlangs benaderd door een promotor uit Oekraïne om door Rusland te toeren. Ik kijk er echt naar uit, want ze komen daar nu allemaal los. Als ik in Moskou sta voor vierduizend Russische ravers, maakt me dat gelukkig. Dan denk ik: “Leuk, die mensen genieten.”’
Krijg je naast het avontuur in Rusland nog veel aanbiedingen om in de media te verschijnen? ‘Zelfs nu word ik nog gevraagd om Mental Theo on the Road te maken, daar betalen ze de hoofdprijs voor. Het moet alleen wel leuk blijven. Ik ben niet zo commercieel dat ik per se een tv-programma bij RTL wil maken. Er zijn mensen die alles doen voor een beetje aandacht. Die bellen de Privé op: “Ik heb gisteren bijna mijn been gebroken, alles is kapot, kom snel foto’s maken.” Dat doe ik dus niet.’
‘Ik ben nu aan een popalbum begonnen. Pop is zo puur, zo echt. En het is nog onbekend terrein voor mij, daar kan ik nog beter in worden.’ Als je terugkijkt naar je optredens, wat is dan je mooiste herinnering? ‘De Love Parade van 1996 in Berlijn. We deden een
live show met meer dan een miljoen mensen om ons heen. Overal waar ik keek waren mensen. Dat vergeet ik nooit meer. Er is nooit een feest geweest dat dit kon evenaren. Ik was bijvoorbeeld vorig jaar in Duitsland op een festival met 85.000 mensen. Dat was ook leuk hoor, maar die Love Parade was echt the bomb. Tja, Tiësto heeft zoiets nooit gehad.’ Zijn er dingen die je achteraf anders zou hebben gedaan? ‘Als je je gevoel volgt, doe je soms ook dingen die het daglicht niet kunnen verdragen en relatietechnisch niet helemaal in orde zijn. Maar, als ik terugkijk, is het wel fijn dat ik heb geleefd. Eigenlijk had ik nog meer ondeugende dingen moeten doen.’ Denk je dat we een hardcore revival kunnen verwachten? ‘Hardcore is nooit weggeweest, de scene is alleen maar sterker geworden. Er zijn nog steeds party’s waar 20.000 man op af komen. Als dj moet je dan wel weten wat er allemaal speelt, wat mensen willen horen. Het is niks voor mij om vijftien jaar dezelfde shit te draaien. Ik wil mensen blijven verrassen.’ ANS
Leef, woon, werk, feest... met ANS P. 10
succes. Soms vult zijn vrouw hem aan: ‘Ik ken hem niet anders dan met zonnebril.’ Is uw imago een marketingtruc? ‘Daar denk ik niet eens over na. Al zo lang ik me kan herinneren, zie ik er zo uit. Mensen doen daar altijd moeilijk over, maar wat maakt het uit wat je draagt? Die zonnebril is trouwens uiterst functioneel, ik kan er zowel mee lezen als veraf mee zien. Ik heb geen idee of ik beter contact met kinderen zou hebben zonder die bril; ik heb hem nog nooit afgezet en dat ga ik voorlopig ook niet doen. Gelukkig zijn kinderen nooit bang voor mij, ze vinden het hooguit spannend.’
paul van loon In de 27 jaar dat hij schrijver is, heeft hij al meer dan honderd boeken gepubliceerd. In die tijd is er weinig veranderd: nog altijd draagt hij zijn zonnebril en liggen de Griezelbus- en Dolfje Weerwolfje-boeken op het nachtkastje van menig kind. Kinderboekenschrijver Paul van Loon (54) blijft gehuld in mysterie; in de media zegt hij graag met kikkers te praten, nachtelijke wandelingen over kerkhoven te maken en bizarre visioenen te hebben. Vergezeld door zijn manager - tevens echtgenote – staat hij voor de Sint-Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch te wachten. Wanneer een brugklas de kerk betreedt, wordt Van Loon onmiddellijk herkend. Er klinkt gefluister: ‘Is hij het echt?’ Mobiele telefoons worden tevoorschijn getoverd om de schrijver vast te leggen. Zijn echtgenote lacht: ‘We geven niet vaak interviews.’ Eenmaal in een bruine, Bossche kroeg gedoken blijkt Paul van Loon toch behoorlijk praatgraag. Met een Brabants accent vertelt hij over zijn jeugd, imago en
Krijgt u wel eens negatieve reacties op uw werk? ‘Niet zo vaak, hoewel ik niet kan overzien wat mijn boeken teweegbrengen. Zo worden mijn boeken in de gereformeerde hoek wel eens occult genoemd. In Friesland werden zelfs gebedsdiensten gehouden om Griezelbus de Musical buiten de deur te houden. Ook kwam er ooit tijdens een signeersessie een bebaarde man door de kindermassa heen geworsteld. Hij duwde een papier in mijn hand waarop stond wat ik volgens de Bijbel allemaal verkeerd had gedaan. Dat houdt het wel spannend. ‘Dankzij het internet krijg ik ook steeds meer positieve reacties. Afgelopen week kreeg ik op Hyves een berichtje van een jongen. Hij schreef: “Uw boeken hebben mij door mijn jeugd gesleept. U was als een tweede vader voor mij.” Zulke kinderen identificeren zich met de hoofdpersonages in mijn boeken.’ Is het uw doel dat kinderen zich met uw karakters vereenzelvigen? ‘Nee, het verhaal gaat zoals het gaat. Ik heb van tevoren geen bedoelingen om iets te bereiken bij kinderen. De vertelling dient zich bij me aan en ik moet het opschrijven. Het begint met een idee, een soort vonk in mijn hoofd. Dat idee blijft een tijdje hangen en af en toe schrijf ik een zin op of maak ik een tekeningetje. Op een gegeven moment ligt er een hele stapel aantekeningen, die voldoende is om te beginnen met schrijven. Tegen kinderen zeg ik altijd dat ik op reis ga. Mijn begin- en eindstation zijn bekend, maar wat ik onderweg tegenkom nog niet.’ Met uw schrijfstijl weet u kinderen te bekoren, u heeft niet voor niets tien keer de Prijs van de Nederlandse Kinderjury gewonnen. Toch sleepte u nooit de Gouden Griffel in de wacht. Streeft u daar niet naar? ‘Als ik een Griffel zou winnen, zou ik echt iets fout doen. Die Griffelboeken zijn als kinderboeken vermomde
Tekst: Timo Pisart en Eva-Marijn de Vries/Leef, Foto’s: woon, Williewerk, Kerkhof feest... Paul met van Loon ANS P.P.11 11
romans voor volwassenen. Die schrijvers bevinden zich in een andere wereld dan ik. In die wereld wil ik niet zijn. Voor mij is de Kinderjuryprijs de mooiste prijs die er bestaat. Eigenlijk is het idioot dat ik hem al tien keer heb gewonnen. De meeste schrijvers krijgen hem nooit.’
‘Als ik een Gouden Griffel zou winnen, zou ik echt iets fout doen.’ Als kind pakte Van Loon ooit het Limburgs Sagenboek uit zijn vaders boekenkast. Nachtenlang griezelde hij van heksen, weerwolven en vuurmannen. Later kwam hij in aanraking met de verhalen van H.P. Lovecraft, een Amerikaanse schrijver uit de jaren dertig. Deze schreef ‘fantastische verhalen over kosmische wezens die ooit goden waren en de aarde wilden terugwinnen’. Van Loon probeert ze nog wel eens terug te lezen. ‘Ik snap niet dat ik er ooit doorheen ben gekomen, het is ontzettend beschrijvend en traag. Veldslagen duurden minstens tien bladzijden, dat was echt een ander tijdperk.’
Waarom illustreert u uw boeken niet zelf? ‘Ik vind het veel leuker om te zien wat iemand anders ervan maakt. Tijdens het schrijfproces speelt het verhaal zich als een film voor me af. Voordat het boek klaar is, heb ik die film al zeker vijf keer gezien. Dan ben ik wel toe aan een verrassing. Bovendien werk ik al heel lang met dezelfde illustratoren die een stijl hanteren die perfect bij de verhalen past.’ De Griezelbus en Foeksia de Miniheks zijn verfilmd. Bent u niet bang dat de film anders wordt geproduceerd dan u voor ogen had? ‘Ik ben nauw betrokken bij de verfilmingen, omdat de productiemaatschappij wil dat ik er tevreden mee ben. In de verhalen zitten aspecten waarvan alleen ik weet hoe ze eruit zien. In De Griezelbus zit bijvoorbeeld een gigantische poort naar de andere werkelijkheid. Die ziet er in de film precies uit zoals ik die voor me zag. Dat is mijn enige doel: kinderen moeten de beelden zien die zich in mijn hoofd afspelen.’
Dat is mijn enige doel: kinderen moeten de beelden zien die zich in mijn hoofd afspelen.
Wist u als kind al dat u griezelverhalen wilde schrijven? ‘Nee, ik wilde illustrator worden. Na de middelbare school ben ik naar de kunstacademie in ‘s-Hertogenbosch gegaan, maar dat viel behoorlijk tegen. Er werd geen les gegeven door vaklui maar door kunstenaars die hun eigen stempel op het werk van de studenten wilden drukken. Daarom stopte ik in het vierde jaar. Tijdens de studie kwam ik wel in aanraking met het kinderboek Max en de Maximonsters, de vertaalde versie van Where the Wild Things Are. Het is een heel belangrijk boek in mijn leven, het liet me zien hoe mooi kinderliteratuur eigenlijk is. Toen wist ik echter nog niet dat ik schrijver wilde worden, dat is per ongeluk gegaan.’
Ook Dolfje Weerwolfje verschijnt binnenkort in de bioscoop. ‘Dat is wel de bedoeling. Hij is gepland voor 2011 maar het is een heel stroperig proces. We zijn er al vijf jaar mee bezig. Nederland is nou eenmaal een klein land, filmen is verschrikkelijk duur. Zonder subsidie van het Filmfonds kun je het vergeten. Dat is ontzettend frustrerend, Dolfje had er al lang moeten zijn. Er zijn een heleboel kinderen die die film drie jaar geleden hadden willen zien, maar inmiddels al bijna te groot zijn. Er zijn zelfs kinderen die me smeken de film af te maken. Ik kan alleen antwoorden dat we “ermee bezig zijn”.’
Wanneer wist u dat wel? ‘Ik tekende altijd de beelden in mijn hoofd. Toen ik 21 was, dacht ik bij een tekening: hier hoort een verhaal bij. Dat eerste stuk stuurde ik op naar het Brabants Dagblad, dat iedere zaterdag een kinderpagina had. Het werd onmiddellijk gepubliceerd. Ik was van plan om weer verder te tekenen, maar de krant bleef vragen om nieuwe verhalen. Zo is het balletje gaan rollen.’
Wat heeft de toekomst u verder te bieden? ‘Er spelen zoveel dingen. Er komt ook een musical van Dolfje Weerwolfje, ik schrijf het verhaal voor Raveleijn, een gigantische, nieuwe attractie in de Efteling, en ik blijf altijd schrijven. Ja, ik kan wel vooruit. Sterker nog, ik doe al meer dan vijfentwintig jaar alleen maar wat ik wil. Dat blijf ik nog wel vijfentwintig jaar doen.’ ANS
maxim hartman Een ondergepoepte wc schoonmaken met de elektrische tandenborstel van je vader, onder water boterhammen met kaas eten en een gluurbuur die zich constant afvraagt waarom mensen niet alles ‘nakend’ doen. Met deze en vele andere sketches werd Rembo & Rembo een begrip onder Villa Achterwerk-kijkers. Vijftien jaar na de laatste uitzending leeft het onorthodoxe kinderprogramma voort in talloze YouTube-filmpjes en op sociale netwerksites. Maxim Hartman (46), die samen met Theo Wesselo het absurdistische duo vormde, krijgt nog geregeld te horen dat hij iemands jeugd heeft beïnvloed. ‘De meeste reacties zijn leuk, maar er zijn wel eens dronken mensen die alle sketches gaan naspelen. Dan loop ik gewoon weg.’ Hoe ben je bij Villa Achterwerk terechtgekomen? ‘Geheel toevallig. Ik wilde eigenlijk professioneel bokser worden, maar daar was ik niet hard genoeg voor. Ook de kunstacademie bleek geen succes. Nadat ik daarmee was gestopt, ben ik een tijdje voor me uit
gaan staren. Mijn moeder trok zich dat erg aan, die dacht dat ik als junkie in de goot zou eindigen. Ze kocht een videocamera voor me, waarmee ik uit verveling filmpjes ging maken. Zo filmde ik bevroren frikadellen die ik weer tot leven wekte. Op een gegeven moment ging ik dit samen met een vriend van me doen, de andere Rembo. Zijn toenmalige vriendin vertelde ons dat de VPRO programmamakers zocht. Twee weken nadat de tapes waren ingestuurd mochten we op gesprek komen bij VPRO Jeugd en konden we aan de slag. Eenmaal thuis dachten we: “Zouden we hier nou geld voor krijgen?”’ Was de VPRO zo gemakkelijk te overtuigen van jullie ideeën? ‘Destijds was Burny Bos hoofd van VPRO Jeugd, die had een goede visie op televisie. Hij zei dat tv een afspiegeling moest zijn van de werkelijkheid. Het mag troostend en geruststellend zijn maar ook confronterend en ranzig. Tegenwoordig wordt er slechts gekeken naar kijkcijfers en wat kinderen willen. Ik vind het heel fout om vanuit die gedachte televisie te maken. Kinderen zijn domme wezens, die willen alleen wat ze al kennen.
Tekst: Anne Elshof en Kasper Floor/ Foto: Timo Pisart Maxim Hartman P. 13
Als ze Villa Achterwerk niet willen zien, rotten ze maar op naar Nickelodeon.’
‘‘Kinderen zijn domme wezens, die willen alleen wat ze al kennen. Als ze Villa Achterwerk niet willen zien, rotten ze maar op naar Nickelodeon.’ Rembo & Rembo zou nu niet meer kunnen worden gemaakt? ‘Nee. Alle kindertelevisie van de publieke omroep valt tegenwoordig onder de paraplu van Zapp, waar ook de EO en de NCRV deel van uitmaken. Zij leggen censuur op, grove grappen en gevloek zijn uit den boze. Zapp wil alleen maar veilige feelgoodprogramma’s maken, waardoor er enkel nog bagger is. Vaak zie ik iets voorbijkomen op Villa Achterwerk en denk ik: “Waarom zenden ze dit uit? Dit is gewoon slecht.”’ In 2003 maakte je voor Villa Achterwerk het programma Kinderbevrijdingsfront waarin je als presentator Nico ten strijde trok tegen de jeugd. Was dit een reactie op de feelgoodtendens? ‘Ja. Ik vond het wel grappig dat ze dat toestonden bij de VPRO. Het is onwijs gaaf om kinderen te provoceren. Er waren ook leraren die brieven stuurden en schreven: “Eindelijk is er iemand die de waarheid durft te zeggen. Kinderen zijn verschrikkelijk.” De meeste kinderprogramma’s worden gemaakt om te pleasen. Maar kinderen zijn ook gewoon mensen, die mag je best de waarheid zeggen.’ Komt er ooit nog een Rembo & Rembo-reünie? ‘Soms spelen we met het idee om nog eens bij elkaar te komen. Het is natuurlijk heel zielig wanneer je dat als oude kinderhelden doet. Maar als je er openlijk voor uitkomt dat je nog één keer goed wil scoren, kan het best grappig zijn. Ik denk echter niet dat we iets beters kunnen maken dan we al hebben gedaan. Wel heb ik met Theo afgesproken een seniorenversie van Rembo & Rembo te maken wanneer we 65 zijn, met rollators en zo.’ Dus de fans moeten nog een kleine twintig jaar wachten. ‘Nou ja, ik denk niet dat Theo de 65 haalt. Hij leeft nogal hard. Ons verschil in werkmentaliteit staat een samenwerking misschien ook in de weg. Hij is genialer dan ik, maar ik werk harder. Hij is altijd last minute. Dat is heel lastig te combineren.’
Toch hebben jullie het samen acht jaar volgehouden. ‘Dat komt doordat ik veel plezier met hem had. Hij is erg grappig, maar ik vind hem verschrikkelijk om mee te werken. Daarom zijn we uiteindelijk ieder onze eigen weg gegaan. We gaan het binnenkort wel samen opnemen tegen Valerio Zeno en Dennis Storm in een aflevering van een nieuw BNN-programma. Mij lijkt het interessant om dan als Rembo en Rembo te gaan maar ons tegelijkertijd totaal anders te gedragen, heel gevoelig bijvoorbeeld. Ik breng mensen graag in verwarring. Dat vind ik grappig, wanneer mensen niet meer weten wie je nou echt bent.’ Het absurdisme en de humoristische ranzigheid die Rembo & Rembo kenmerken, krijgen ook in Hartmans debuut als schrijver ruim baan. De televisiemaker publiceerde vorig jaar het autobiografische Maling. Het boek bestaat uit 189 pagina’s aan zowel tekstuele als visuele losse flodders voor ‘mensen met een wat kortere spanningsboog’, want ‘deze mensen hebben ook recht op het lezen van een boek.’ Het ene moment verhaalt Hartman zonder vals sentiment over hoe hij als zoon van een afwezige, drugsverslaafde vader en een labiele moeder met zijn vier tantes opgroeide bij zijn dominante oma. Het andere moment legt hij uit hoe handsfree te masturberen. Waar kwam het idee om Maling te schrijven vandaan? ‘Ik had nogal wat bonje met mijn eerste ex-vrouw, de moeder van mijn kinderen. Telkens wanneer er irritatie was, schreef ik op wat er was gebeurd in een versie die voordelig was voor mij. Dat liet ik aan haar lezen en daar moest ze wel om lachen. “Wat een klootzak ben jij”, zei ze, “zo is het helemaal niet gegaan.” Toch kon ze nooit precies zeggen waar ik fout zat. ‘Eerder had ik al over mijn kinderjaren geschreven, daaraan heb ik vervolgens die verhalen over mijn huwelijk en nog wat andere dingen toegevoegd. Nadat ik een keer in het radioprogramma Kunststof over mijn jeugd had verteld werd ik opgebeld door Thomas Rap Uitgeverij. Die vonden het zo’n eigenaardig verhaal dat ze er wel een boek in zagen.’ Hoe kijk je zelf terug op je jeugd? ‘Ik heb een rare jeugd gehad, maar geen moeilijke. Ik heb heel veel liefde en aandacht gekregen. Zolang je dat krijgt, maakt het niet uit of je door een vader en moeder of door twee hamsters wordt opgevoed. Als er één ding vreemd is, ga je je daar misschien voor schamen, maar bij mij was het allemaal raar. Ik woonde bij mijn oma die hertrouwd was met een dertig jaar jongere man. Dat is natuurlijk een absurd leeftijdsverschil, maar als jongetje van vijf denk je daar niet over na.’
ANS-Online.nl P. 14
Ben je tevreden over je debuut als schrijver? ‘De volgende keer dat ik een boek uitbreng zou ik het helemaal zelf willen doen. Nu had ik vaak ruzie met mijn redacteur omdat het te veel over seks ging. Bij de uitgeverij hadden ze volgens mij een mooi verhaal verwacht waar je om kan huilen. Maar ik ben wel tevreden. Ik vind het bijvoorbeeld niet slechter dan Kluun, als ik zo bescheiden mag zijn.’
‘Er wordt gezegd dat er een everzwijnenoverschot is, maar cabaretiers zijn er pas echt te veel. Die zouden ze eens moeten afschieten.’ Behalve boeken en tv heb je je ook met internetradio beziggehouden. Zijn er nog plannen voor je site met korte radiosketches, Radio Hahaha? ‘Toevallig ben ik vorige week op skivakantie iemand
tegengekomen die in de radiobusiness zit. Hij vond het een leuk idee om er een hele zender van te maken. Een zender met non-stop humor, in de trant van Radio Bergeijk. Dat is fantastisch, maar zoiets moet wel worden afgewisseld met middle of the road humor. Bijvoorbeeld Seth Gaaikema, hij is echt slecht. Maar als ik eerlijk ben vind ik hem grappiger dan een programma als Draadstaal. Slechte humor vind ik nu eenmaal leuker.’ Welke slechte humoristen bewonder je in het bijzonder? ‘Benny Hill vind ik erg grappig. Die had tientallen jaren geleden een televisieserie die heel seksistisch en nog dommer dan Rembo & Rembo was. Van cabaret houd ik eigenlijk niet. Er wordt gezegd dat er een everzwijnenoverschot is, maar cabaretiers zijn er pas echt te veel. Die zouden ze eens moeten afschieten. Ik ken een aantal van die gasten, ze durven niets spontaan te doen. Theo Maassen en Wim Helsen zijn nu bezig een tv-programma te maken voor de VPRO. Dat zijn twee van de beste cabaretiers en die zitten aan een tafeltje alles uit te schrijven. Nou, dan ben je echt een loser. Dat je niet gewoon iets durft te laten gebeuren, vind ik onbegrijpelijk.’ ANS
Adverteren? Leef, woon, werk, Kijk op feest... ANS-Online.nl met ANS P.P.15 15
ansjes Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro. Mail naar
[email protected].
Wees gegroetje! Gezocht vrijwilligers: (kunstgeschiedenis) studenten die willen gidsen tijdens de weekenden en de opening van het Art-Event Rehab Religion met 35 (video)installaties & experimenten. Meer informatie: www.art-crumbles.nl Stichting Bosjuweel is op zoek naar vrijwilligers die onze verstandelijk gehandicapte gasten de vakantie van hun leven bezorgen! Leef je uit tijdens een van de creatieve en inspirerende weken. Mail naar
[email protected], kijk op www.bosjuweel.nl Studentpool.net, dé website voor studenten op het gebied van wereldwijde stages, bijbanen, startersbanen, gratis studieboeken en carrièreadvies. Gratis bemiddeling! Wij zijn ook doorlopend op zoek naar studentredacteuren. Interesse? Mail naar:
[email protected] Gevraagd: ruiter of amazone voor het trainen van eventingpaarden 2 à 3 keer per week. Voornamelijk dressuurmatig, springen, buitenrijden en galoppeertraining hoort er ook bij als je wilt. Adres in Heumen, tel.06-45442112.
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 16
elke donders: In het kader van het thema nostalgie maakte illustratrice Elke Donders een collage van haar jeugdsentiment. Het feest der herkenning kan beginnen. Kijk voor meer informatie over deze kunstenaar en haar werk op ANS-online.nl
Ans deze maand P. 17
De dubbele bodems in jeugdsentiment Tekst: Tamar van der Niet en Ateke Willemse/ Illustratie: Joost Dekkers P. 18
jeugdige onschuld Van de wijze les dat je aan het einde van de dag een bad moet nemen tot het begrijpen van de problematiek in het Midden-Oosten: kinderseries kunnen uiteenlopende boodschappen herbergen. ANS neemt enkele van deze programma’s onder de loep en speurt naar verborgen lagen.
Als kind was je zo naïef als een dodo. Met een bakje chips op schoot voor de televisie, een vers bemachtigde flippo in je kleffe knuistje. Je gniffelde om de onderbroekenlol van Tommie en zong een vrolijk deuntje mee met de koddige Timon en Pumbaa. Maar zelfs dit fijne jeugdsentiment is niet veilig. In wetenschappelijk onderzoek naar de achterliggende boodschap verliest menig kinderprogramma haar onschuld. Aap, Noot, Mees Ouders die het te druk hebben met andere zaken, kunnen de opvoeding van hun kroost met een gerust hart aan de televisie overlaten. Dagmar van Schaik schreef haar masterscriptie aan de Universiteit van Utrecht over moraliteit in Nederlandse kinderseries. Zij concludeerde dat televisie een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van een kind. Kinderprogramma’s kunnen jonge kijkers leren hoe zij moeten functioneren in de maatschappij. De kleine dreumesen spiegelen zich aan fictieve personages en leren zo hoe ze zich in bepaalde situaties moeten gedragen. Sesamstraat en Het zakmes zijn series die kinderen bij uitstek op deze manier proberen te beïnvloeden. In Het zakmes, waarvan zowel een film als een televisieserie is verschenen, doet Mees er alles aan om het Zwitserse zakmes dat hij per ongeluk in zijn bezit heeft terug te brengen naar zijn vriendje. Op hulp van zijn ouders hoeft hij hierbij niet te rekenen. Mees onderneemt tientallen pogingen om zijn vader over het zakmes te vertellen. Deze heeft echter geen aandacht voor de jongen en houdt zich enkel bezig met het beantwoorden van de fanmail van zijn vrouw, een wereldberoemde zangeres die altijd op reis is. Als laatste wanhoopsdaad zet Mees een videoband aan waarop zijn beroemde moeder te zien is. Hij zet de band op pauze en vertelt haar zijn verhaal. Het concept lijkt simpel, maar volgens Van Schaik
zit er een belangrijke boodschap in de serie verborgen. ‘Kinderen leren hun plaats in de maatschappij en hun relatie tot volwassenen kennen.’ Daarnaast is de serie oorspronkelijk bedoeld om hen iets te leren over verschillende communicatiemiddelen. ‘Om zijn vriendje te bereiken gebruikt Mees de telefoon, post, krant en zelfs de televisie. Naast een morele insteek, heeft de serie dus ook een educatief doel.’ Sesamstraat is misschien wel het bekendste voorbeeld van een didactisch verantwoorde serie. Het langstlopende kinderprogramma in Nederland kent zijn oorsprong in Amerika. De serie is bedacht om kleuters uit achtergestelde gezinnen voorschools onderwijs aan te bieden, omdat lang niet alle Amerikaanse kinderen naar een kleuterschool gaan. Ook in Nederland is de poppenserie gericht op de ontwikkeling van kinderen op het gebied van taal en rekenen. Hans Beentjes, hoogleraar Communicatiewetenschap aan de RU en lid van de adviesraad van Sesamstraat, legt uit dat er meer achter zit. ‘De serie richt zich ondermeer op de rol van het anders-zijn.’ Zo wonen er bijvoorbeeld ook allochtone acteurs in Sesamstraat. Ook meneer Aart past binnen het idee van anders-zijn. Deze norse man laat immers zien dat er ook vervelende mensen zijn, maar dat met hen best valt te leven. Dergelijke goeddoordachte opvoedkundige doeleinden hebben echter lang niet altijd effect. Beentjes: ‘Kinderen zijn blind voor sommige zaken. Zo kunnen er bijvoorbeeld nog zo veel allochtone acteurs in Sesamstraat spelen, alleen Gerda Havertong wordt daadwerkelijk als anders herkend.’ Heil Hamlet! Naast kinderseries met een duidelijke educatieve insteek, bestaan er vele programma’s die het qua thematiek hogerop zoeken. Alfred Jodocus Kwak is het ultieme voorbeeld van een tekenfilm die bomvol zit met verwijzingen naar de wereld-
ANS-Online.nl P. 19
problematiek. Aanleiding voor het realistische sprookje was een fatale aanrijding van een eend door Herman van Veen. Een nachtmerrie en een telefoongesprek met het hoofd van een symfonieorkest later was het idee van Alfred geboren. In eerste instantie verscheen het levensverhaal van de moedige eend als musical, later kwam er een televisieserie. Alfred neemt het in de serie onder meer op voor de familie Wana, die is gevlucht uit Thuisland. In dit land worden zwarte eenden onderdrukt door witte ganzen. Ook gaat hij de strijd aan met de boosaardige Dolf en zijn fascistische Kraaienpartij. Letterlijke verwijzingen naar de Apartheid in Zuid-Afrika en de rassenhaat tijdens de Tweede Wereldoorlog worden hierbij niet geschuwd. Ook het Midden-Oostenconflict wordt aan het licht gebracht. Zo spreekt Alfred met Professor Noah over de jarenlange oorlog tussen Salam en haar buurland Jeel. De professor concludeert: ‘Ik heb toch maar eens die twee godsdiensten met elkaar vergeleken en ze zeggen hetzelfde. Het enige verschil is dat bij de ene godsdienst de geit heilig is en bij de andere godsdienst het schaap.’ Andere heikele thema’s zijn milieuschade door oliewinning en het probleem van de walvisvaart. Ondanks deze focus op negatieve zaken schetst de serie geen eenzijdig beeld van de wereld. Zo wordt Dolf bijvoorbeeld niet neergezet als de belichaming van het kwaad, maar voornamelijk als het slachtoffer van een moeilijke jeugd. Zijn moeder overleed op jonge leeftijd en zijn vader ‘dronk heel veel biertjes’. Tevens benadrukt de serie het belang van vriendschap en solidariteit ten tijde van crisis. Ook Disneyfilms kennen interessante socio-culturele verwijzingen. De medewerkers van de Amerikaanse geldmachine hebben als geen ander begrepen dat om kinderen naar de bioscoop te lokken, ouders ook dienen te worden vermaakt. Door hun films veelal te baseren op volksverha-
len en er intellectueel uitdagende inhoud in te verwerken, hopen de makers zowel jong als oud te amuseren. Dit gaat ook op voor De leeuwenkoning. In het artikel The Lion King and Hamlet bespreekt Rosemarie Gavin de verbanden tussen het leeuwenepos en Shakespeares tragedie over de kroonprins van Denemarken. In beide vertellingen wordt de koning vermoord door zijn jaloerse jongere broer en wordt de prins verbannen uit het koninkrijk. Waar Hamlet blind kan vertrouwen op zijn kameraad Horatio, sluit Simba vriendschap met de goedgemutste Timon en Pumbaa. Bijgestaan door de geest van hun oudeheer overwinnen beide Koninklijke Hoogheden diverse tegenslagen en keren uiteindelijk terug om hun vader te wreken. Na een dodelijke confrontatie tussen de rechtmatige troonopvolgers en antagonisten Scar en Claudius wordt de wereldorde hersteld. Waar Alfred Jodocus Kwak en De leeuwenkoning nog begrijpelijke parallellen vertonen met respectievelijk wereldproblematiek en Hamlet, wordt in sommige kinderseries wel erg enthousiast gezocht naar diepere betekenissen. Het internet loopt over van analyses van doorgeslagen feministen en pseudo-wetenschappers die Winnie de Poeh onder meer aanwijzen als de personificatie van het obesitasprobleem en Scar neerzetten als een seksueel gefrustreerde, homoseksuele nazi. Hoewel dit soort paranoïde inzichten het bestaan van dubbele bodems in jeugdprogramma’s in het belachelijke trekken, heeft gedegen wetenschappelijk onderzoek herhaaldelijk aangetoond dat kinderseries meer kunnen zijn dan simpel vermaak. Dus dwing je oppaskinderen, irritante neefjes of luidruchtige buurmeisjes hun speelgoed te laten staan en zet de televisie aan. ANS Kijk voor aanvullende informatie op ANS-Online.nl
Studentenfinanciën Tekst: Jolene Meijerink en Mart Waterval P. 20
creatief boekhouden Sparen voor een nieuw zadel voor je paard of werken om niet slechts ‘geleend geld in de kroeg stuk te slaan.’ Het bijhouden van een nauwkeurige begroting is voor sommigen een eitje maar voor anderen ‘nattevingerwerk’. ANS dook in het huishoudboekje van de RU-student.
‘Het Nibud maakt zich zorgen om de oplopende studieschuld’, kopten verschillende kranten begin dit jaar. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting verrichtte onderzoek naar geldzaken van studenten en heeft naar aanleiding daarvan alarm geslagen. Te veel studenten sluiten een lening af en studieschulden lopen in hoog tempo op. Vaak is men zich niet eens bewust van het feit dat überhaupt rente moet worden betalen. Wanneer de bul eindelijk binnen is, worden afgestudeerden vervolgens jarenlang achtervolgd door een torenhoge schuld. Gaat dit scenario ook op voor de RU-student? ANS voelde 381 van hen middels een enquête aan de financiële tand en bracht de in- en uitgaande geldstromen in kaart.
door de vrouwen. Mannen lenen vaker om hun vakantie te betalen, om uit te kunnen gaan en om te kunnen sporten (zie figuur 1). Uiteraard is dit hun eigen verantwoordelijkheid. De meeste studenten die een grote studieschuld hebben, komen hier echter pas na hun afstuderen achter. De aflossing van hun lening en betaling van de rente levert dan een zwaardere lastendruk op dan in eerste instantie vaak wordt verwacht. Zuurverdiende centen Het stereotype beeld van de student is dat hij al zijn geld besteedt aan meters bier en wegens geldgebrek de laatste dagen van de maand bij zijn ouders moet spenderen. Dit geldt echter niet voor studenten aan de Nijmeegse universiteit. Aan het einde van de maand heeft 70 procent geld over. Slechts een zesde zit dan aan de grond. Zij leeft op restjes of moet terug naar zijn ouders. Het overige deel staat rood of leent om de maand door te komen. De maandelijkse bijdrage van de overheid vormt een belangrijk deel van het studenteninkomen. Dit is echter niet de enige bron van inkomsten. Een ruime meerderheid geeft immers aan dat overleven met slechts de studiefinanciering een onmogelijke opgave is. Driekwart van de studenten vult de maandelijkse tekorten aan met een ouderlijke bijdrage. Gemiddeld verdubbelen de ouders de basisbeurs voor uitwonende studenten. Van alle respondenten heeft bijna driekwart een bijbaan. Mannen verdienen ruim 355 euro per maand, terwijl dit bedrag voor vrouwen bijna 80 euro lager ligt. Het verdiende geld wordt voor het grootste gedeelte uitgegeven aan levensonderhoud, al komt uitgaan op een tweede plek. De redenen waarom wordt gewerkt lopen
DE ANTICOACH
Relaxt rondkomen Tijdens je studie moet je op eigen benen leren staan. Toch kunnen veel studenten niet zelfstandig rondkomen. Bijna de helft heeft een lening om de studietijd te overleven. Dit hoeft niet onverstandig te zijn. De centen worden immers meestal in hun toekomst geïnvesteerd. Als lenen gepaard gaat met onwetendheid over de rente en aflossing hiervan, wordt de situatie wel dubieus. Menig student is zich niet van deze voorwaarden bewust. Van degenen die maximaal lenen weten enkelen niet eens hoeveel geld per maand dit betreft. Slechts de helft is op de hoogte van de eigen schuld. Een enkeling geeft aan maandelijks een vast bedrag te lenen en vervolgens meteen op de spaarrekening te storten. Ook zegt iemand door te lenen ‘een beetje relaxter rond te kunnen komen’. Leningen worden hoofdzakelijk afgesloten om de kamerhuur te betalen of om een lekker avondmaal te kunnen nuttigen, althans
Hij vertelt zijn 16,5 miljoen cliënten vooral ‘niet lekker in hun vel’ te blijven zitten, werpt zich op als leescoach en waarschuwt voor hypnose. Wim de Bie is Neerlands eerste Nationale Mental Coach. ‘Ons land raakt ontzettend opgefokt van oppeppende coachtaal.’
ANS-Online.nl P. 21
zeer uiteen. De meesten geven aan het geld nodig te hebben, anderen zien de bijbaan als ‘cv-neukerij’. Ook zijn er enkele diehard kroegtijgers: ‘Om nu alleen geleend geld in de kroeg stuk te slaan is ook zo sneu.’ Daarnaast vullen respondenten in graag extraatjes te kopen van hun arbeidsinkomsten. Eén student werkt vooral om ‘muziek te maken’. Het is opvallend dat bèta’s en medici minder werken dan studenten aan andere faculteiten. Net iets meer dan de helft van hen verdient een centje bij, terwijl dit percentage voor andere faculteiten veel hoger ligt (zie figuur 2). Zij zullen het drukker hebben dan anderen door de vele verplichte practica. Bovendien liggen hun toekomstige startsalarissen veel hoger dan het gemiddelde, waardoor zij er waarschijnlijk geen heil in zien nu tegen een hongerloontje bij te beunen. Evenals lenende studenten geeft ook ongeveer de helft van de werkende studenten uitgaan als belangrijkste reden op. De bèta’s zijn de vreemde eend in de bijt. Tweederde van hen besteedt de zuurverdiende centen niet door in de kroeg te hangen, maar vindt hamsteren in de supermarkt belangrijker. Liever bier dan kleren Gemiddeld wordt maandelijks aan vaste lasten 337 euro uitgegeven, aan levensonderhoud 163 euro en aan uitgaan 73 euro. Tussen de geslachten bestaan
duidelijke verschillen. Mannen beweren ongeveer 90 euro per maand aan uitgaan te spenderen, terwijl vrouwen iets meer dan de helft daarvan eraan besteden. Zij geven de voorkeur aan een luxere kamer en zeggen per maand gemiddeld 353 euro aan vaste lasten uit te geven. Dit bedrag ligt bij de heren veel lager (zie figuur 3). Vrouwen houden gezelligheid liever binnenskamers, terwijl mannen dit buiten de deur zoeken. Op welke kostenposten zouden de respondenten het eerst besparen bij een persoonlijk financieringstekort? Wanneer ze krap bij kas zitten, besparen mannen en vrouwen even vaak op kleding. Opvallend is dat mannen wél meer waarde hechten aan dure merken op hun kledij. Van de heren zegt 22 procent dit belangrijk tot zeer belangrijk te vinden, ten opzichte van 9,9 procent van de dames. Bovendien blijkt dat mannen minder snel besparen op uitgaan. Uitgaan, kleding en levensonderhoud vormen het leeuwendeel van de studentenbegroting. Het behoeft geen uitleg waarom thuiswonenden veel lagere kosten voor levensonderhoud hebben. Tussen uitgaan en kleding zijn wel verschillen te ontdekken: van de thuiswonende studenten zegt meer dan de helft snel te besparen op uitgaan en daarnaast de uitgaven aan kleding niet te willen beperken. Amper een derde van de uitwonenden bespaart op uitgaan, terwijl er snel een streep wordt getrokken door de aanschaf van nieuwe kleren.
ANS-Online.nl P. 22
Studenten op kamers gaan dus liever een keertje extra uit dan dat ze een nieuwe broek aanschaffen. Zadel voor mijn paard Het lijkt erop dat het Nibud zich terecht zorgen maakt over de oplopende studieschulden omdat deze vaak gepaard gaan met onwetendheid. Een groot deel van de studenten houdt rekening met de toekomst. Ongeveer tweederde van de mannen geeft aan te sparen, terwijl bijna driekwart van de vrouwen geld oppot. Gemiddeld wordt er per maand 122 euro gespaard. Van de studenten die werken spaart bijna driekwart. Overigens sparen niet alleen studenten die werken. Een ruime meerderheid van de studenten zonder bijbaan slaagt erin geld opzij te zetten voor een vakantie, buitenlandstudie of voor later. Er zijn ook studenten die zich meer richten op de korte termijn: ‘Ik spaar voor een nieuw zadel voor mijn paard.’ Een groot deel van de studenten is dus niet alleen goed in het rücksichtslos uitgeven van geleend geld, maar prima in staat een deel ervan opzij te zetten met een bepaald doel. Dit levert een genuanceerder beeld op van de studentikoze omgang met financiën. ‘Nattevingerwerk’ De boekhouding van studenten blinkt vooral uit in onzorgvuldigheid, blijkt wanneer zij antwoorden op de vraag hoe de financiën worden bijgehouden. De
meeste studenten hanteren namelijk geen tactiek om hun geldstromen in kaart te brengen en houden. Maarliefst een derde van de studenten houdt de financiën op geen enkele manier bij. Een bedroevende uitkomst, die voor alle faculteiten gelijk is. Daarnaast zegt één op de vijf te internetbankieren, maar de manier waarop varieert (zie figuur 4). Vrouwen houden hun uitgaven en inkomsten beter in de gaten dan mannen. Van de mannen structureert slechts 17,8 procent hun manier van geld uitgeven. Zij houden een huishoudboekje bij, pinnen elke week een vast bedrag of stellen een vast bedrag per onderwerp vast. Bijna een derde van de vrouwelijke respondenten doet dit. Deze percentages illustreren de laksheid waarmee veel studenten met hun geld omgaan. Nuchtere antwoorden zoals ‘ik heb gewoon een goed geheugen’ of ‘als ik geen geld meer heb, kan ik ook niet meer pinnen’ zijn veelzeggend. De noodklok die het Nibud luidde naar aanleiding van haar onderzoek lijkt daarom niet overbodig, ook niet voor Nijmeegse studenten. Waar het instituut slechts een onwetendheid constateerde ten opzichte van het leengedrag, blijkt uit deze ANS-enquête dat dit ook geldt voor alle uitgaven. Nu genieten, later betalen typeert de levenswijze van velen. Een respondent verwoordt het huidige financiële handelen van een groot deel van de studenten op treffende wijze. Het is simpelweg ‘nattevingerwerk’. ANS
Adverteren? Kijk op ANS-Online.nl P. 23
ANS-Online.nl P. 24
Lieve ANS, Is het normaal dat ik tijdens loze uren graag voor de draaideuren van de Refter ga staan? Je moet begrijpen dat ik op niemand in het bijzonder wacht. Toch voel ik de onbedwingbare drang daar te staan. Eenmaal daar voel ik me niet verdrietig, maar rustig en gelukkig. Gaat het me erom gezien te worden? Ben ik op zoek naar nieuwe vrienden? Ik weet het niet, maar hoor graag wat jij ervan vindt. Liefs, Jaap Beste Jaap,
Elke woensdag Taizéviering 7 april: Leven met sterven, hoe doe ik dat? 8/22 april: Roze Lunch 12 april: Omgaan met rouw en verdriet 16-18 april: Abdijweekend 21 april: Crossroads 27 april: Hutspot of couscous
www.ru.nl/studentenkerk
Ervan uitgaande dat je eerste vraag een retorische is, zal ik beginnen met het beantwoorden van je tweede vraag. Het valt ernstig te betwijfelen in hoeverre je daadwerkelijk wordt opgemerkt. Wie met enige regelmaat de Refter betreedt, heeft geleerd het rapaille dat zich bij de draaideuren ophoudt proactief te negeren. Voor je het weet, word je bestookt met flyers voor een súperleuk feest van damesdispuut Kitty of word je op het hart gedrukt ontwikkelingsweesjes met nierfalen financieel te ondersteunen. Voor het overgrote deel van de studentenpopulatie dat hier niet naar hunkert, is naar de grond staren en doen alsof je druk in gesprek bent het devies. Kortom: als het je er werkelijk om zou gaan gezien te worden, had je waarschijnlijk iets effectievers bedacht. Iets als op een donderdagnacht in markeerstiftgele boxershort de NDRGRND binnenstappen en van de prins geen kwaad weten wanneer er geen Dance Without Pants-feest blijkt te zijn. Blijft over je derde en laatste vraag: ben ik op zoek naar nieuwe vrienden? Je impliceert hiermee dat je al over vrienden beschikt. Het is enigszins curieus dat je liever als een Remi bij de Refter gaat staan, dan je in het gezelschap van een van die vermeende vrienden op een ambiancerijkere plek te verschansen. Maar soit, je geeft zelf aan hier rustig en gelukkig van te worden, dus wat is eigenlijk het probleem? Wat doen je precieze beweegredenen ertoe wanneer je de sleutel tot je eigen geluk hebt gevonden? Maslov stelde in zijn fameuze piramide vier niveaus van behoeftes vast, die voorafgaan aan zelfverwerkelijking. Jij hebt deze niveaus echter over weten te slaan. Met iets ogenschijnlijk ridicuuls als voor de draaideuren van de Refter staan, heb jij in één keer door weten te stoten naar het ultieme doel. Gefeliciteerd!
Van Welderenstraat 104 Tel: 024-3226812
ANS
Tekst: Dirk van den Brand en Pieter Hengst/ Illustraties: Joost Dekkers De graadmeter P. 25
De graadmeter Twintig kebabzaken, talloze bijbaantjes en tien soorten glijmiddel. Om de keuzestress te reduceren treedt ANS elke maand op als keuringsdienst van studentenwaren. Welke optie doet de graadmeter het hoogst uitslaan en wat kun je beter links laten liggen? Deze keer: klassieke computerspelletjes
Wat: Streetfighter II Jaar van uitgave: 1993 Aantal spelers: 1-2 Winnende factor: vingervlugheid
Wat: Super Mario Kart Jaar van uitgave: 1992 Aantal spelers: 1-2 Winnende factor: afwezigheid van ruimtelijk inzicht
Wat: Worms Armageddon Jaar van uitgave: 1999 Aantal spelers: 1-6 Winnende factor: diepgewortelde haat jegens wormen
Het concept van Street Fighter is simpel. Er staan twee poppetjes tegenover elkaar, er hangt een levensbalkje boven en je bent klaar om te knokken. Spelervaring is niet vereist, je kunt ongestoord buttonbashen op de zes verschillende sla- en schopknoppen. Toch is het meer dan ordinair meppen. De gevechten zijn bijzonder meeslepend en de emoties lopen hoog op. De blokkerige mannetjes die elkaar onder begeleiding van een opzwepende soundtrack tot moes slaan reflecteren perfect de agressiviteit van de spelers. De kreet ‘ram dat kutwijf neer!’ wordt opgevolgd door de woeste verwijdering van de cassette uit de Super Nintendo. De vechtjassen waarderen vooral de intense actie, de sublieme muziek en het competitieve element van het achttien jaar oude spel. Een schoolvoorbeeld van een tijdloze klassieker.
Het adjectief ‘super’ hadden de makers beter uit de titel van dit spel weg kunnen laten. De eerste versie van de onvolprezen Mario Kartserie doet zijn naam geen eer aan. Door de gebrekkige besturing sta je vaker in de zandbak geparkeerd dan dat je over de weg scheurt. Daarnaast stammen de graphics uit het Pong-tijdperk en is de 3D-simulatie ronduit bedroevend. De irritante bliepjesmuziek versterkt alleen maar de aversie jegens deze wanstaltige vertoning. Het enige positieve aan dit spel is dat je elkaar met allerhande wapentuig van de baan kunt blazen. Daarmee is het nog enigszins mogelijk om de opgebouwde frustratie op een gezonde manier te botvieren. Prijs jezelf gelukkig dat er inmiddels fatsoenlijke opvolgers zijn. Dit spel is alleen vermakelijk wanneer je het gebruikt als frisbee.
Voor iedereen die nooit een worm met een bazooka heeft gezien, is dit spel een openbaring. Achter het koddige uiterlijk van de wormpjes schuilt een bloeddorstig karakter. Moorden is de missie en talloze wapens stellen de pieren hiertoe in staat. Vooral de Heilige Handgranaat, het wapen van de Heer, kan vanwege zijn apocalyptische aard op de goedkeuring van de spelers rekenen. ‘Halleluja’, zingen de deelnemers in koor voordat dit goddelijke explosief dood en verderf zaait. Om de beurt krijg je de kans om vijandige wormen te verdelgen. Enig tactisch inzicht is vereist, want niet zelden zorgt een misplaatste Bananenbom voor onbedoelde uitroeiing van de eigen pierenpopulatie. Daarmee wordt dit spel een licht ontvlambare mix van humor, geweld en tactiek. Een zeer vermakelijke combinatie, die maar weinig spellen bieden. ANS
Kijk voor meer gamerecensies op ANS-Online
Het issue Tekst: Lis Engelsman en Mart Waterval/ Illustratie: Marieke Meijer P. 26
het issue In deze rubriek staat iedere maand een ander issue centraal, waarover de meningen sterk zijn verdeeld. Deze maand een speciale thema-editie, waarin deskundigen op verschillende vakgebieden hun licht laten schijnen over: Die goeie ouwe tijd
verlangen naar het verleden Je zult de volgende situatie vast herkennen: je grootouders vertellen een verhaal over hun jeugd en hekelen het huidige tijdperk. Ze spreken urenlang over hoe leuk het wel niet was om iedere dag buiten te spelen, bij gebrek aan mobiele telefoons kenden ze alle telefoonnummers uit hun hoofd en in hun jeugd konden ze prima zonder computers overleven. Verlang je ook niet soms terug naar de tijd dat je zonder afspraak bij iemand op bezoek ging omdat je geen mobiel had om te checken of die persoon thuis zou zijn? Opa en oma zijn niet de enigen bij wie het verleden enkel positieve herinneringen oproept, dit geldt voor alle generaties. Is ons beeld van vervlogen tijden correct? Om te onderzoeken of deze nostalgische gevoelens terecht zijn, belichten verschillende experts in dit issue de hang naar het verleden binnen hun specifieke vakgebied. Bestaat bij hen ook een verlangen naar die goeie ouwe tijd of leven zij liever in het hier en nu?
De stelling van deze maand: vroeger was alles beter
Mr. Dr. Johan van Merriënboer, wetenschappelijk medewerker van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis ‘Ik ben het oneens met de stelling, volgens mij past de politiek zich voortdurend aan de maatschappij aan. Dertig jaar geleden hield het mensen dagelijks bezig. Onder Kok en Lubbers werd Den Haag zakelijker, de economie groeide en hierdoor werd politiek minder belangrijk. Nu zie je dat politiek meer in het middelpunt staat, met hulp van media wordt het gehypet. Daarnaast is het debat verruwd. Politici worden geleid door spindoctors en richten zich er tegenwoordig op veel media-aandacht te vergaren. Op zich is dit niet slecht, zo wordt iedereen bereikt. Het verschijnen van een politicus in Ik hou van Holland gaat mij echter te ver. ‘Alle media-aandacht heeft ook negatieve gevolgen. Politici lopen peilingen achterna. Er is geen leiderschap. Een leider heeft goede ideeën, moet die zo goed mogelijk overbrengen en ze kunnen realiseren. In Nederland hebben we er weinig gehad. Van Mierlo kwam het meest in de buurt. Nu kan Job Cohen uitgroeien tot een echte leider, mensen zien hem als vaderfiguur. Ik hoop dat hij niet wordt verpest door spindoctors.’
Hans Altevogt, campagneleider bij Greenpeace ‘Het milieu heeft een belangrijkere positie in de maatschappij dan enkele decennia geleden, maar dat wil niet zeggen dat er beter mee wordt omgegaan. De houding van mensen ten opzichte van kleine milieuproblemen is verbeterd, maar dit wordt door een slechtere attitude ten opzichte van de grotere problemen teniet gedaan. Zo neemt de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd nog steeds toe. ‘De burger, het bedrijfsleven en de overheid nemen uiteenlopende houdingen aan ten opzichte van het milieu. Mensen willen goed met het milieu omgaan, maar als consumenten willen ze goedkope producten. Ze vinden het milieu over het algemeen “best belangrijk”, maar andere maatschappelijke problemen als werkgelegenheid, integratie en veiligheid blijven belangrijker. ‘Het bedrijfsleven streeft naar winstmaximalisatie. Om haar toch met het milieu rekening te laten houden, probeert de overheid uitstootnormen vast te stellen. De laatste jaren neemt ze echter een halfslachtige houding ten opzichte van milieubescherming in, omdat veel aandacht uitgaat naar bestrijding van de economische crisis. De goede wil van de overheid strandt op deze manier in de uitvoering.’
ANS-Online.nl P. 27
Drs. Maarten Reesink, televisiewetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam ‘Televisieprogramma’s zijn naar mijn mening nu absoluut beter dan vroeger: de techniek is van hoger niveau en emoties worden beter in beeld gebracht. Een programma vind ik pas goed als ik er emotioneel door word geraakt, zoals bij Spoorloos of Memories. Mensen zijn bereid belangrijke momenten uit hun persoonlijke leven te delen met kijkers en dat is een fundamentele verandering ten opzichte van vroeger. ‘De huidige televisieprogramma’s zijn veel meer op gevoelens gericht dan vroeger. Door die emotionalisering heeft reality-tv zijn intrede kunnen doen. Vroeger waren dergelijke programma’s ondenkbaar geweest omdat we deze simpelweg niet zouden begrijpen. Niemand had het interessant gevonden om naar onbekende mensen te kijken, in tegenstelling tot nu. ‘De basis voor dit soort televisie is in de jaren negentig gelegd door programma’s als Love Letters en All You Need Is Love. Big Brother zou daarom in de jaren tachtig nooit worden geaccepteerd, maar kon enkele jaren geleden wel een groot succes worden. Overigens is deze verandering niet uitsluitend positief. Hoewel televisie minder belerend is, zijn veel programma’s in bepaalde opzichten ook ranziger geworden.’ ANS
Roy Kessels, hoogleraar Klinische Neuropsychologie aan de RU, verklaart waarom vaak wordt ervaren dat vroeger alles beter was: positieve herinneringen worden beter herinnerd dan slechte. de hersenontwikkeling is op je twintigste voltooid, vanaf dan functioneert het menselijk brein het best. daarom sla je in deze periode de meeste informatie op. rond je twintigste neemt je leven ingrijpende wendingen, waardoor hersenen actiever zijn. als je de twinitg bent gepasseerd, wordt je leven vaak stabieler. hierdoor slaat je brein minder op.
De deurwaarder Tekst: Timo Pisart en Martijn Wehrens/ Foto’s: Martijn Wehrens P. 28
de deurwaarder Op zoek naar de motieven van ambitieuze studenten, klopt ANS iedere maand aan bij studentorganisaties. De deurwaarder inventariseert het kantoor van de vereniging en de vakkennis van haar leden. Deze maand: Lobbyen met de Vereniging tegen Voortrekken
‘Vrouwen, moslims en homo’s worden behandeld alsof ze gehandicapt zijn en speciale verzorging nodig hebben. Dat is toch belachelijk?’ Al bij binnenkomst wordt duidelijk wat de kerngedachte is van de Vereniging tegen Voortrekken (VtV): ‘De emancipatie is te ver doorgeslagen.’ Voorzitter Wouter (21), tweedejaars Rechten, neemt een slok bier en vertelt: ‘Ik kan me groen en geel ergeren aan het feit dat zwakkeren tegenwoordig overal worden voorgetrokken.’ ‘Ja, waarom hebben homo’s aparte bars nodig?’, valt penningmeester Diederik (21), derdejaars Economie, hem bij. ‘Er zijn toch ook geen speciale heterobars?’ In de huiskamer van Diederik komt de VtV vanavond bijeen voor een tweewekelijkse vergadering. De zelfverklaarde aanhangers van het recht van de sterkste nemen hun lobbygroepje behoorlijk serieus: secretaris Maarten (23), vierdejaars Geneeskunde zit driftig te notuleren terwijl de rest van het bestuur een archiefkast aan papierwerk heeft meegezeuld. Het belangrijkste agendapunt van de bijeenkomst is de ‘alternatieve voorlichtingsactie op basisscholen’. Commissaris PR Kevin (20), tweedejaars Rechten, legt uit: ‘In Nijmegen is homovoorlichting op basisscholen gemeengoed. Kinderen wordt bijkans homofilie aangepraat. Wij gaan het schoolplein op om ze te zeggen dat het oké is om hetero te zijn.’ Bloedserieus wordt de opmaak van een vrolijk gekleurd vodje besproken. ‘Is deze flyer wel begrijpelijk genoeg?’, vraagt Wouter. ‘Kinderen uit groep 4 moeten het
ook begrijpen.’ Diederik lacht: ‘Wat wil je erop zetten, dan? Dat het fijn is om je pik in een kut te hangen?’ Verschrikt voegt hij daaraan toe: ‘Eh, schrijf dat maar niet op.’ Nadat de vergadering is gesloten, besluit de tegenbeweging te gaan afpilsen in buurtcafé La Luna. Daar vertelt Kevin over het ontstaan van de VtV: ‘Met Wouter was ik bij een debat over de PVV, waar we Maarten en Diederik hebben ontmoet. We bleken dezelfde irritaties te hebben met betrekking tot de staat waarin Nederland verkeert. “Moslims hebben hun eigen studentenclubje dus waarom wij niet”, grapten we toen. Drie dagen later stuurde Wouter echter een heel serieus mailtje met uitgewerkte plannen.’ Inmiddels hebben de activisten al een aantal ‘successen’ geboekt. Naar eigen zeggen wordt er door de lokale politiek positief gereageerd op de lobby tegen voortrekkerij. Daarnaast zijn er 83 geïnteresseerden geabonneerd op de VtV-nieuwsbrief naar aanleiding van flyeracties in de Nijmeegse binnenstad en op de campus. Wouter: ‘Nijmegen wordt steeds bewuster van de schaduwzijde van positieve discriminatie.’ Om half 2 ‘s nachts, na het nodige bier, vertrouwt Diederik ons toe ook via informele wegen ‘voortrekkerij’ tegen te gaan: ‘We hebben lijntjes met de Universitaire Studentenraad, zij gaan nog eens kritisch kijken naar de kosten en baten van het feministenclubje Genderstudies.’ Zouden deze voortrekfanatici net zo simpel zijn als hun denkbeelden? Het is tijd voor de vakkennisvragen. ANS
ANS-Online.nl P. 29
De taxatie • Van papa geleende archiefmapjes en koffertjes • Een gloednieuwe laptop • Lelijke foldervodjes • Een Buzz Lightyear-pop die ‘echt op de foto moest’ • Alle ingrediënten voor een ranzige maaltijd dan wel lekkere schimmelkweek
Wouter: ‘Nee, het heeft vast te maken met het homohuwelijk.’ Maarten: ‘Dat klinkt logisch. We gaan voor het homohuwelijk!’ Gelukkig gunt Maarten homo’s toch enige rechten, maar daar verdient hij geen breintje mee. De zogenaamde Stonewall Riots braken uit na een van de vele politierazzia’s in de beruchte homokroeg Stonewall. Deze gebeurtenis wordt vaak gezien als de eerste homo-opstand en daarmee het begin van de homorechtenbeweging. Hoeveel moskeeën zijn er in Nijmegen? Wouter: ‘Even kijken, er zit er eentje aan de Vondelstraat en een direct achter het station...’ Kevin: ‘En die in die achterbuurt, de Wolfskuil. Aan de Hatertseweg zit er trouwens ook een.’ Diederik: ‘Jullie vergeten de Feta-moskee! Dat zijn er dus vijf.’ Wanneer je de studentenkerk niet meerekent, zijn er zes moskeeën in de Waalstad. Een half breintje voor een antwoord dat extremistisch dicht in de buurt kwam.
Moet de deurwaarder een smerig studentenkot serieus nemen als kantoor? De leden zijn duidelijk meer bezig met het lastigvallen van achtjarigen dan met schoonmaken. Wat vrouwelijke schoonmaakkwaliteiten zouden niet misstaan.
Welke vrouwenclub werd opgericht door onder andere de broers Michel en Alex Korzec? Kevin: ‘Dat huisvrouwenblaadje, Libelle?’ Wouter: ‘Of een damesdispuut?’ Diederik: ‘Mannen die een vrouwenclubje oprichten? Dat zijn vast travestieten.’ Wouter: ‘We geven het toe, we hebben geen flauw idee.’ De gebroeders Korzec waren - met Dunya Verwey en Rita Hendriks - de grondleggers van Dolle Mina. Doldwaze antwoorden ten spijt, geen breintje.
vakKennisvragen Door wie werd mondhygiëniste en voormalig showgirl Nicole Minetti voorgetrokken? Kevin: ‘Is zij niet getrouwd met die oliebaron?’ Maarten: ‘Nee, zij is toch die chica die door Berlusconi op de lijst is gezet?’ Diederik: ‘Jazeker! Ik hoop dat ik op mijn zeventigste nog door zulke lekkere wijven word omringd.’ Inderdaad, Berlusconi houdt nog van jonge blaadjes en is nooit te beroerd ze een politieke carrière te gunnen. Minetti kreeg een plaats op een regionale kieslijst na Berlusconi van een orale opknapbeurt te voorzien. Het eerste breintje is binnen. Naar aanleiding waarvan relden homo’s, travestieten en manhoeren in New York op 29 juni 1969? Maarten: ‘Misschien wilden ze een betere hoeren-CAO?’ Kevin: ‘Het was waarschijnlijk uit protest tegen een kerkelijke uitspraak.’
In welk land staat het Voortrekkersmonument? Kevin: ‘Wat is dat nou weer?’ Maarten: ‘Wij zijn er in ieder geval pertinent tegen, slopen die handel!’ Diederik: ‘Alle gekheid op een stokje, dat riekt naar communisten. We zeggen Rusland.’ De anti-emancipisten zitten er slechts 7500 kilometer naast. De geëerde voortrekkers zijn blanke Zuid-Afrikaanse Boeren die, weggejaagd door de Britten, naar het gebied rond de Oranjerivier trokken. Het 40 meter hoge gebouw bevindt zich in de Zuid-Afrikaanse hoofdstad Pretoria.
Het juryrapport: Wellicht komt het door de biertjes van La Luna, maar feit blijft dat de VtV jammerlijk faalt. Voor de schamele score van anderhalf breintje zouden ze zich moeten schamen. Voor hun gedachtegoed ook, trouwens.
Colofon P. 30
Restaurant
Ankara
Café 't Haantje
Al 30 jaar het adres voor Turkse specialiteiten Vleesgerechten vegetarische gerechten pizza's
Tweede Paasdag 5 april, 16.00 uur
Easter-Jazztafette
Afhalen mogelijk Iedere dag geopend vanaf 17.00 uur
Burg.v.d.Berghstraat 144 Nijmegen 024-3228108 www.restaurantankara.nl
Gratis zaal voor feesten, borrels en partijen Daalseweg 19 6521 GE Nijmegen telefoon 024-3230257 www.haantje-nijmegen.nl
16.00 uur Liek Peters band 20.00 uur Oostwind
24e jaargang
Medewerkers
Illustraties
Kleurplaat
Druk
Oplage 10.000 stuks
Dirk van den Brand
Joost Dekkers
Erik Molkenboer
Drukkerij Offsetservice
Lis Engelsman
Marieke Meijer
Aan deze ANS
Kasper Floor
Erik Molkenboer
werkten mee:
Pieter Hengst
Valkenswaard Columnisten Dennis Gaens
Ontwerp
Marijn Koop
Foto’s
Hoofdredactie
Ceciele Luijnenburg
Willie Kerkhof
Anne Elshof
Tamar van der Niet
Klaas van der Pijl
Uitgave,
Timo Pisart
Lucy Vleeshouwers
Timo Pisart
abonnementen en
Lay-out
Eva-Marijn de Vries
Martijn Wehrens
advertentieacquisitie
Anne Elshof
Stichting MultiMedia
Timo Pisart
Redactie
Lieve ANS
Marloes de Laat en Roel Vaessen
Jolene Meijerink
Eindredactie
Voorpagina
stichtingmultimedia@
Joost Nellen
Koos ten Bras
Elke Donders
gmail.com
Mart Waterval
Boy van Dijk
Martijn Wehrens
Andy Leenen
Dagelijks bestuur
6525 AJ Nijmegen
Ateke Willemse
Stefan Meeuws
Sofie Engelsman
024-3612176
Juliet Van de Voort
Derk-Jan Schonewille
Webredacteur
Ruud Vos
Henk Strikkers
Dave Willems
Redactieadres Heyendaalseweg 141
Ans deze Kleurplaat maand P.P.31 31
kleurplaat
OPLOSSING crypto maart Horizontaal: 4. Bierfiets 7. BOB 10. AA 14. XTC 16. Coma 17. Intiem 20. Alcoholvergiftiging 21. Kater 22. Kroegen 23. Fles 24. Lullo 25. Zat 26. Aangeschoten 28. Wodka/Vodka 31. GHB 32. Bocht 33. Meter 34. Laveloos Verticaal: 1. Baco 2. Fris 3. Café 5. Evenwicht 6. Sixpack 8. Bacchanaal 9. Lam 11. AA 12. Hoofdpijn 13. Uitgeteld 15. Cocktail 18. Kroegentocht 19. Bierestafette 22. Korsakov 27. Nekken 29. Ober 30. Pils 31. Goot
winnaaR Winnaar van de vorige crypto is Léonie Huijser uit Nijmegen. Wil jij ook 15 euro winnen? Stuur je persoonlijke invulling van deze kleurplaat voor 20 april onder vermelding van naam, adres en bank/gironummer naar de redactie of naar
[email protected].
www.ans-online.nl. Tekst: De redactie / colofon P. 32
Tekst: Anne Elshof/ Foto: Klaas van der Pijl
Erica de Vries (22), vijfdejaars Psychologie
Wie was je eerste liefde? ‘Dat was de beste vriend van mijn broer. Ik kende hem al mijn hele
Slaap je echt nog met je knuffels?
leven, toen ik 14 was kregen we een relatie. Hij was 18, dus er was
‘Ja, als mijn vriend hier niet slaapt heb ik mijn vier knuffels in bed
een behoorlijk leeftijdsverschil. Omdat mijn moeder hem al goed kende,
liggen. Wanneer hij er niet is voel ik me alleen en trek ik de beer naar
had ze er geen problemen mee. Mijn broer liet achteraf weten dat hij het
me toe. Dat is mijn favoriete knuffel, ik heb hem al vijftien jaar. Pas
minder tof had gevonden.
wanneer ik ga samenwonen zal ik definitief afscheid van hem nemen
‘Op de basisschool had ik ook wel verkering, maar dat waren meer ‘hoi,
als slaappartner.
doei’-vriendjes. Daar zoende ik nog niet mee. Toch zijn we weleens door
‘Ik schaam me niet voor mijn pluche bedgenoten. Ik heb altijd een
de leraar op de vingers getikt omdat we te klef waren. Dan zaten we bij
heleboel knuffels gehad, in mijn ouderlijk huis staan er nog veel meer.
elkaar op schoot of iets dergelijks.’
Mijn moeder heeft vijf vuilniszakken aan knuffelbeesten weggedaan, de mooiste mocht ik bewaren.’
Wat wil je worden als je later groot bent? ‘Ik wil al sinds mijn elfde kinderpsycholoog worden. Daarvoor was het de
Krijgen deze bedgenoten nog spannende dingen te zien?
ene week stewardess en de andere week juffrouw. Ik las vaak boeken
‘Als mijn vriend hier slaapt komen ze op een rek naast mijn bed te staan.
waarin kinderen werden mishandeld, zoals Blauwe Plekken van Anke de
Vanaf daar kunnen ze nog wel meegenieten.’
Vries. Zo kwam ik op het idee om kinderen te gaan helpen.’ ANS