Naut verwondert en motiveert Spannende verhalen en sprekende beelden maken alledaagse dingen heel speciaal
Naut zorgt voor ruimte in het lesprogramma Aan alle kerndoelen voldoen in slechts 25 weken!
Naut geeft houvast en vertrouwen Heel duidelijke stappenstructuur en korte, begrijpelijke teksten voor iedereen
INFORMATIEBROCHURE
509406 | 0413
Natuur en techniek | Groep 3 t/m 8
509406_OM.indd 1
28-03-13 13:38
lnhoud De methode • Waarom Naut?
2
lnhoud en didactiek • In thema’s en stappen op de leerdoelen af
4
Structuur en organisatie • Ideale structuur voor ruimte en houvast
6
Differentiatie • Drie keer het verschil
8
Materialen • Motiverende materialen
9
lCT • Digibord verrijkt uw les!
12
Voorbeeldpagina’s • Groep 5 t/m 8 • Groep 3 en 4
14 30
lnformatie • Meer weten over Naut?
32
De methode Waarom Naut? Alles om je heen lijkt zo gewoon. Maar als je er goed naar kijkt, is het heel bijzonder. De kleuren van een vlinder. De structuur van boomschors. De dingen die mensen maken. In Naut bekijken we de alledaagse wereld om ons heen.
Verwonder jezelf Naut maakt van gewone dingen iets speciaals. Kijk eens naar de veren van een eend of de constructie van een achtbaan. En wat is de relatie tussen natuur en techniek eigenlijk? Naut maakt kinderen enthousiast met levensechte foto’s, prachtige illustraties en spannende verhalen.
Je leert het meest als je het zelf ontdekt.
Naut is een unieke methode die kinderen van
Precies dáár gaat het om bij Naut. Kinderen worden
groep 3 t/m 8 boeit en verwondert.
enthousiast door de unieke benadering van deze methode natuur en techniek. Zelf zien, zelf ervaren
Meer ruimte in het lesprogramma
en onderzoeken. Maar dan wel in duidelijke stappen
Naut heeft maar 25 lesweken nodig om aan alle
die kinderen én leerkrachten structuur geven.
kerndoelen te kunnen voldoen. En dat is zelfs
Naut motiveert!
inclusief de toetsen. Daardoor ontstaat rust en ruimte in het lesprogramma. Leerkrachten kunnen die ruimte vervolgens zelf invullen met bijvoorbeeld projecten, excursies of andere activiteiten.
2 • lnformatiebrochure Naut
Duidelijk voor iedereen Naut heeft een duidelijke stappenstructuur. Ook dat maakt deze methode bijzonder. Bovendien is de lesstof makkelijk te lezen en is deze verdeeld in overzichtelijke hoeveelheden. Ingewikkelder onderwerpen worden nog eens met illustraties en foto’s uitgelegd. Kinderen voelen zich zeker met Naut, maar ook de leerkracht heeft houvast. Door de heldere handleiding is er weinig voorbereidingstijd nodig. Het is meteen duidelijk hoe de les is opgebouwd. Naut is dus ook makkelijk om mee te werken!
Naut is de naam van de hoofdrolspeler uit de verhalen die in het lesboek staan. Die naam komt van ‘Nautilus’, de fantastische onderzeeër van Jules Verne’s kapitein Nemo. Nautilus is trouwens ook de enige inktvis in de wereld met een uitwendige schelp. Naut is dus een bijzondere naam, die past bij deze unieke methode natuur en techniek.
lnformatiebrochure Naut • 3
lnhoud en didactiek In thema’s en stappen op de leerdoelen af Naut is een methode voor kinderen. Beeld, tekst,
Stapstructuur geeft vertrouwen
structuur en vorm zijn consequent, eigentijds en
Naut heeft een duidelijke stapstructuur. Dat maakt
helemaal op hun beleving afgestemd. Dat zorgt voor
deze methode bijzonder overzichtelijk voor kinderen
verwondering en betrokkenheid. Maar ook ‘onder
én leerkracht. Elke les telt vier stappen in het
de motorkap’ is er veel te genieten. De thema’s en
lesboek en vier stappen in het werkboek, steeds
stappen in Naut zijn op de kerndoelen afgestemd.
één pagina per stap. Daardoor raken kinderen snel
Er is een duidelijke doorgaande lijn van groep 3 t/m
vertrouwd met de methode en kunnen zij antwoorden
8 en evenveel aandacht voor natuurkunde, biologie
makkelijk op één pagina terugvinden. Bovendien
en techniek.
sluit elk hoofdstuk af met ‘Dit weet ik nu’, zodat de leerling kan zien of hij alles begrepen heeft.
Thematisch-concentrische opbouw in tien hoofdthema’s
De stapsgewijze opbouw van Naut geeft kinderen zelfvertrouwen.
Naut geeft kinderen enthousiasme en respect voor de wereld om hen heen. Niet alleen de levende natuur, maar ook de oplossingen die door de mens zijn bedacht: de techniek. Naut leert kinderen ook wat de samenhang is tussen die twee. Dit is goed te zien in de tien hoofdthema’s waaruit de methode is opgebouwd. De vijf hoofdthema’s uit groep 5 worden herhaald en verdiept in groep 7. En datzelfde gebeurt met de andere vijf hoofdthema’s in groep 6 en 8. In groep 3 en 4 worden de kinderen op de hoofdthema’s voorbereid.
Tien thema’s verdeeld over de jaargroepen Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
De wereld om je heen
Natuurlijke verschijnselen
De wereld om je heen
Natuurlijke verschijnselen
Planten en dieren
Materiaal uit de natuur
Planten en dieren
Materiaal uit de natuur
Voeding en je lichaam
Techniek om ons heen
Voeding en je lichaam
Techniek om ons heen
Techniek om je heen
Voortplanting
Techniek om je heen
Voortplanting
Weer en klimaat
Aarde in het heelal
Weer en klimaat
Aarde in het heelal
4 • lnformatiebrochure Naut
Unieke beelden De beeldondersteuning in Naut is uniek in het
het taaladviescentrum ETOC. Daarin staan tips
basisonderwijs. Onderwerpen worden uitgebreid
voor de leerkracht om taalzwakke kinderen te
toegelicht met sprekende foto’s en illustraties.
helpen. Bijvoorbeeld praktische ideeën voor
Samenvattingen staan in stripvorm. Kinderen van
leestaken, schrijftaken, het omgaan met moeilijke
nu leven in een beeldcultuur. Naut past daarbij
woorden en uitbreiding van de woordenschat.
en spreekt kinderen aan.
Samenhang met andere vakken Spannende verhalen
Vaak willen leerkrachten onderwerpen in hun
Je begrijpt dingen beter als ze in een context
lessen ook vanuit een ander perspectief benaderen.
staan. Daarom hebben kinderboekenschrijvers
Welke rol spelen natuur en techniek in relatie tot
Sjoerd en Margje Kuyper speciaal voor Naut
bijvoorbeeld aardrijkskunde en geschiedenis?
spannende verhalen voor elke jaargroep gemaakt.
Speciaal daarvoor zijn de zogenaamde ‘bakkaarten’
Ieder thema wordt afgesloten met een verhaal dat
verkrijgbaar. Met de hulp van die kaarten maakt
de lesstof in een context plaatst. Naut speelt daarin
de leerkracht makkelijk een uitstapje naar andere
de hoofdrol. Door de verhalen kunnen kinderen de
vakken. Meer over de bakkaarten in het hoofdstuk
lesstof een plek geven en onthouden ze beter wat
‘Materialen’ in deze brochure.
ze hebben geleerd. In het organisatieschema van Naut is tijd voor het lezen of voorlezen van de
Techniek is makkelijk
verhalen ingebouwd.
Leerkrachten zullen plezier beleven aan de technische onderwerpen in Naut. De handleiding
Begrijpelijke taal
legt de techniek goed uit en de lessen zijn
Teksten in Naut zijn per groep geschreven op het
organiseerbaar. Bovendien is er maar weinig
gemiddelde niveau van de leerlingen. Hiervoor zijn de
voorbereidingstijd nodig en zijn de meeste benodigde
CLIB- en CILT-indices van de Citogroep gehanteerd.
materialen al op school aanwezig. In de handleiding
De teksten zijn opgedeeld in korte, leesbare alinea’s.
staan extra proefjes en praktijklessen voor
Speciaal voor taalzwakkere kinderen zit er een
leerkrachten die meer aandacht aan techniek
taalkatern in de handleiding, geschreven door
willen besteden.
lnformatiebrochure Naut • 5
Structuur en organisatie Ideale structuur voor ruimte en houvast Het lesprogramma raakt soms overvol. Naut houdt daar rekening mee. Voor groep 5 t/m 8 heeft de methode maar 25 weken nodig om alle kerndoelen te halen, inclusief herhaling en toetsen. Voor groep 3 en 4 heeft Naut één handig wereldoriëntatiepakket.
De opbouw van Naut voor groep 5 t/m 8 Thema’s per jaar
5
Lessen per jaar
25 (inclusief toetslessen)
Tijdsduur per les
50 minuten
De themastructuur van Naut voor groep 5 t/m 8
Naut voor groep 5 t/m 8 Door het korte jaarschema brengt Naut rust in het programma. Alle kerndoelen worden in
Het lesboek behandelt 5 thema’s. Elk thema bestaat uit 5 lessen. Les 1 t/m 3
Stapsgewijze kennisopbouw
voor het werken met de aanvullende materialen
Les 4
Herhaling en verdieping
van Naut of een eigen invulling met projecten,
Les 5
Toetsing en themaverhalen
die korte periode gehaald. Zo blijft er tijd over
excursies en andere activiteiten. Naut is ook ideaal voor combinatiegroepen. Alle lessen zijn zo gestructureerd opgebouwd dat elke les deels of geheel zelfstandig kan worden uitgevoerd. De leerkracht geeft bijvoorbeeld instructie aan de ene groep, terwijl de andere groep zelfstandig werkt. Aanwijzingen hiervoor staan in de handleiding.
6 • lnformatiebrochure Naut
Naut, Meander en Brandaan voor groep 3 en 4 Het jaarprogramma voor groep 3 en 4 is met
leren centraal staat. De kinderen starten in
opzet beperkt gehouden. Speciaal voor deze
groep 3 met één werkboek dat ze meenemen naar
jonge kinderen is een wereldoriëntatiepakket
groep 4. In dat ‘Leer-doeboek’ staan opdrachten
gemaakt. Daarin zijn drie aan elkaar verwante
voor zelfstandig werken. De belangrijkste thema’s
Malmberg-methodes gecombineerd: Naut (natuur
voor wereldoriëntatie worden behandeld, zodat de
en techniek), Meander (aardrijkskunde) en Brandaan
kinderen goed voorbereid zijn op natuur en techniek,
(geschiedenis). Het pakket draagt dan ook de naam
aardrijkskunde en geschiedenis in groep 5. Het Leer-
Naut, Meander en Brandaan. De onderwerpen uit
doeboek is prima te gebruiken als voorbereiding op
de drie vakken komen compleet geïntegreerd aan
elke kennisgebiedenmethode.
bod, waarbij de combinatie van spelen en De themastructuur van Naut, Meander en Brandaan voor groep 3 en 4
De opbouw van Naut, Meander en Brandaan voor groep 3 en 4 Groep 3
Groep 4
Thema’s per jaar
3
5
Lessen per jaar
9
15
Toetslessen
nee
nee
Tijdsduur per les
35 minuten
35 minuten
Les 1
Instructie De leerkracht bekijkt met de kinderen een thema/zoekplaat en leest daarna een spannend verhaal voor.
Les 2 en 3
Opdrachten Steeds twee pagina’s met opdrachten vanuit de onderwerpen van de themaplaat en het verhaal.
De thema’s van Naut, Meander en Brandaan voor groep 3 en 4 - Opruimen
- Speuren
- Vieren
- Klimmen
- Winkelen
- Graven
- Kamperen
- Varen
lnformatiebrochure Naut • 7
Differentiatie Drie keer het verschil Naut heeft drie mogelijkheden voor differentiatie. Daardoor kan de leerkracht elke leerling echt maatwerk bieden.
Tempo Bij elke les in de werkboeken staan twee extra opdrachten voor de snellere leerling.
1
Niveau De extra opdrachten hebben vaak een open karakter waarvoor wat meer inzicht nodig is. In de handleiding staan bovendien tips voor de leerkracht om een opdracht moeilijker of makkelijker te maken.
2
Leerstijl Differentiatie naar leerstijl gebeurt met de bakkaarten van Naut. De opdrachten zijn gemaakt volgens de meervoudige intelligentietheorie van Howard Gardner. Een kaart behandelt meestal een interpersoonlijke of intrapersoonlijke leerstijl plus een leerstijl zoals taal of muziek. De opdrachten zijn bijvoorbeeld lezen, invullen, puzzelen, schrijven, onderzoeken, bouwen, tekenen, een kort toneelstukje opvoeren of een liedje maken.
3
8 • lnformatiebrochure Naut
Materialen Motiverende materialen Alle lesmaterialen van Naut zijn gemaakt om kinderen te verwonderen en te motiveren. Maar ook voor leerkrachten is Naut interessant, makkelijk en leuk euk om te doen. De materialen bestaan n uit een basispakket en aanvullende materialen.
Groep 3 en 4
Groep 5 t/m 8
Basismaterialen (voor beide jaargroepen samen)
Basismaterialen (per jaargroep)
Leer-doeboek
Handleiding inclusief toetsen (map)
Handleiding
Lesboek Werkboek Antwoordenboek Extra materialen (per jaargroep) Bakkaarten Digibordsoftware
lnformatiebrochure Naut • 9
Handleiding
Lesboek en werkboek
De overzichtelijke handleiding bevat praktische
De lesboeken en de werkboeken voor groep 5 t/m 8
instructies voor de leerkracht. Alle pagina’s uit
hebben een duidelijke opbouw. Elke les heeft vier
het lesmateriaal zijn afgebeeld met duidelijke
stappen. Iedere stap staat steeds op één pagina
aanwijzingen per lesonderdeel. De handleiding is
in het lesboek en op één pagina in het werkboek.
niet alleen makkelijk in het gebruik, maar verkort
Kinderen worden van het lesboek naar het werkboek
ook nog eens de voorbereidingstijd voor de
verwezen. Zij raken daardoor snel vertrouwd met de
leerkracht.
methode en kunnen de antwoorden makkelijk op één pagina terugvinden.
Leer-doeboek Het leer-doeboek is het rijk geïllustreerde full colour
Antwoordenboek
werkboek voor groep 3 en 4. Ook geschikt voor
Het antwoordenboek is het werkboek voor de
zelfstandig werken.
leerkracht, met alle antwoorden al ingevuld.
10 • lnformatiebrochure Naut
Bakkaarten De bakkaarten behoren tot de aanvullende
weektaak, als uitloopopdracht of voor een resterend
materialen van Naut. Ze gaan uit van het vak en
halfuurtje. De bakkaarten bieden andere opdrachten
maken de relaties tussen natuur en techniek
en werkvormen aan dan in het werkboek. Zo maken
en aardrijkskunde of geschiedenis duidelijk. De
de kaarten gebruik van de mogelijkheden voor
bakkaarten maken ook leerstijldifferentiatie en
samenwerkend of coöperatief leren. Bij het maken
samenwerkend leren mogelijk. Ze kunnen zelfstandig
van de opdrachten is uitgegaan van de meervoudige
of in kleine groepjes worden gebruikt. Daardoor zijn
intelligentietheorie van Howard Gardner, zodat ook
ze op elk moment inzetbaar. Natuurlijk tijdens de
kinderen met een andere leerstijl tot hun recht komen.
normale les. Maar bijvoorbeeld ook tijdens een thema 4
Wat heb je nodig ...
De Plansterke je schoolreis Eiffeltoren
1
... voor het knutselen Knutselmaterialen
Bij Parijs hoort de Eiffeltoren. Ook al ben je er nooit geweest, je herkent de toren direct. Het is één van de beroemdste gebouwen van de wereld. En een sterk gebouw! Kun jij ook zoiets sterks maken? Een beroemde toren 1889 was een bijzonder jaar voor Parijs. Precies honderd jaar eerder was de Franse Revolutie. En het was het jaar van de ‘wereldtentoonstelling’. Op die tentoonstelling lieten landen uit de hele wereld zien wat ze konden. De stad wilde een bijzonder gebouw laten bouwen. Ontwerpers mochten meedoen aan een wedstrijd. Wie kon een toren ontwerpen van minstens 300 meter hoog en 125 meter breed?
thema 4
Nieuws: een zeearend
Een jonge zeearend wordt in Nederland bijna nooit geboren. Dat is dus nieuws! Schrijf een krantenpagina over de zeearend. Vliegende deuren Nieuws gaat over iets bijzonders. Het eerste lammetje van de lente is nieuws. Alle lammetjes die daarna geboren worden niet. Een tweeling is geen nieuws. Een vierling wel, want er worden weinig vierlingen geboren.
324 m
Piramides In die tijd waren er in de wereld geen gebouwen van 300 meter hoog. Behalve de piramides in Wat heb je nodig ... zo’n hoog 2 gebouw Egypte. Hoe zorgde je dat niet omviel? En hoe zwaar werd het dan wel ...niet? voorHoe de muurkrant? zorgde je dat het niet in de bodem • wegzakte? Dierenboeken en/of internet • Lesboek groep 5 • Architect Atlas/kaart van Nederland Gustave Eiffel leverde een ontwerp in.. • Hij Groot A2stalen formaat. hadvel al papier een paar bruggen ontworpen. • Hij Lijmontwierp een toren van staal die beslist niet • om Penzou en papier waaien. ‡ • Kleurpotloden
276 m
196 m
116 m
58 m
0m 125 m
voorrbee beee beel be eel eelld ba bak kk kaa k rt groep 5 Naut © Malmberg ’s-Hertogen gen genbo eenbo en nbo bo ossch ch h
Wanneer is een vogelei nieuws? Als het een ei van een bijzondere vogel is. Of als de vogel nog nooit in Nederland heeft gebroed. Voor het ei van de zeearend geldt dat allebei. Een zeearend is een grote vogel. Daarom is zijn bijnaam: vliegende deur. De vleugelwijdte is al snel 2 meter. Net zo groot als een deur dus. Broeden Zeearenden broeden meestal in Polen, Zweden en Duitsland. Ze zoeken natte gebieden op, zoals de kustt of een moerassig gebied. Daar is genoeg voedsel te vinden. Zeearenden eten veel vis. Die vangen ze met n hun klauwen. Ze eten ook watervogels, zoals eenden en ganzen. Nederland is een nat land. In de winter zijn er vaker zeearenden. Die jagen bijvoorbeeld in de Biesbos. Dat dis een groot nat gebied tussen Zuid-Holland en NoordBrabant. ‡
voo beel voor beeld d ba bakkaa kkaart kkaa rt groep groep e 6 Naut Naut © Malmberg Malmberg ’s-Herttogenbo ogenbosch ogen sc sch
lnformatiebrochure Naut • 11
lCT Digibord verrijkt uw les! De digitale hulpmiddelen van Naut zijn makkelijk, praktisch en gaan verder dan het vak alleen. Omdat elke basisschool tegenwoordig internet heeft, staan alle digitale producten van Naut gewoon online.
Het gemak van de Naut-digibordsoftware In de digibordsoftware zijn alle lesboeken, werkboeken en antwoordenboeken gedigitaliseerd. Ook de toetsen met antwoorden vindt u er terug voor klassikale bespreking achteraf. De onderwerpen en opdrachten zijn in handige kleine eenheden opgedeeld, herkenbaar als de stappen in het lesboek en werkboek uit de methode. De onderdelen staan in een logische volgorde achter elkaar, zodat u een goed overzicht houdt. Belangrijke begrippen in de methode zijn voorzien van video’s en animaties. Deze vervangen, verdiepen of verbreden de uitleg in het boek. Het ondersteunende bewegende beeld bij de uitleg van begrippen vergroot het leerrendement. De digibordsoftware is beschikbaar voor groep 5 t/m 8.
Digibordsoftware bij Naut.
12 • lnformatiebrochure Naut
lnformatiebrochure Naut • 13
Voorbeeldpagina’s groep 5 t/m 8 Overzichtelijke handleiding Groep 7, handleiding
Leerlingboeken
Les 2 De baan moet in elkaar
met antwoorden De handleiding
24>6==2;
Lesdoelen
toont de pagina’s
De kinderen I 8A;;2;6;22;0<;?@>A0@62B2>/6;16;42; ..;C67F2;2;B<<>/22912;B.; B2>/6;16;42;;<2:2; I 8A;;2;B.;2;8292B2>/6;16;4??<<>@2; 22;B<<>2;22;;.1229;<2:2; I 8A;;2;..;42B2;C.@22;9.?6? I 8A;;2;..;42B2;C.;;22>726;22; 0<;?@>A0@6222;.?42/>A68@
uit het lesboek en antwoordenboek naast elkaar. U ziet wat de kinderen voor
I ?<912>2; I 9.??2; I 9.? I .?
!2??052:.:.D :6;
".@2>6.92;
'@.= :6; '@.= :6; '@.= :6; '@.= :6; 6@C22@68;A:6;
Basis !2?/<28=.46;.@ : +2>8/<28=.46;.@ : .;192616;4=.46;. @ : Meer 05@2>4><;16;3<>:.@62 =.46;. .88..>@@ :
[email protected]?05<<9/<>192?
zich hebben liggen. thema 4
les 2 De baan moet in elkaar
les 1
les 3
les 4
Weinig Alle kinderen hebben van meester Joost de opdracht gekregen om te onderzoeken hoe materialen aan elkaar vast worden gemaakt. Iets aan elkaar vastmaken kan op veel manieren. In deze les krijg je dat te zien.
voorbereidingstijd De handleiding laat in één oogopslag het
STAP 1
lesverloop zien. In
Verbindingen
‘Ik snap niet waarom wij het moeten hebben over verbindingen!’ zegt Abdul. ‘Wat heeft dat nou met een achtbaan te maken?’ ‘Grapjas,’ grinnikt Marijke. ‘Al die stukken rails moeten toch aan elkaar. Dat gebeurt met een verbinding.’ ‘Je hebt jouw papieren achtbaanstukken toch ook aan elkaar vastgemaakt?’ zegt Pim. ‘Ja, met plakband!’ roept Abdul. ‘Dan is plakband dus de verbinding,’ zegt Marijke.
de handleiding staan de pagina’s uit de les- en werkboeken afgebeeld. De korte, actiegerichte
Wat is een verbinding? Bij techniek hebben we het over een verbinding als je dingen aan elkaar vastmaakt. In les 1 van thema 1 heb je al voorbeelden van houtverbindingen gezien. Als je er op gaat letten, zie je allerlei verbindingen. Denk maar eens aan een nietmachine. Die maakt dingen aan elkaar vast. Het nietje is dan de verbinding. En zie je ergens een drinkflesje staan? De dop op de fles is ook een verbinding. Zo zijn er om je heen vast nog veel meer voorbeelden. Als je met een schroef iets vastzet, is dat ook een verbinding. Zelfs de rits in je jas is er een! Want met die rits maak je de twee delen van je jas aan elkaar vast. Ga naar
teksten in de handleiding maken het mogelijk om al lezende les te geven, na een beperkte voorbereidingstijd. Handig voor invallers!
78
VOORAF *>..45<2:..872 @C22?@A882;5
;@C22?@A882; :[email protected]<28A;7252@ ..;298..>F2@@2;<<8 ;<2:2;*2>/6;12;
12
14 • lnformatiebrochure Naut
LEZEN !..@1286;12>2;12 @28?@F293?@.;16492F2;
BESPREKEN !..@1286;12>2;:22> B<<>/22912;;<2:2; B.;B2>/6;16;42;!..@ F2/67B<<>/229192@@2; <=5A;89216;4?05<2;2; 2;.;12>2?=A992;
STAP 1 in je werkboek.
Actiestappen Een tekstkader bij elk lesonderdeel met stapsgewijze lesinstructies.
VOORAF/MAKKELIJKER
thema 4 STAP 1
les 1
les 2 De baan moet in elkaar
les 3
les 4
Verbindingen
Vraag: hoeveel dingen zijn er minstens nodig bij een verbinding? (Twee, bijvoorbeeld een fles en een dop.)
1a Hiernaast zie je nog twee voorbeelden van verbindingen. Kun jij bedenken wat er speciaal aan is?
Je kunt ze zo weer losmaken.
BESPREKEN
b Kun jij nog meer van zulke verbindingen bedenken?
Bijvoorbeeld een knoop door een knoopsgat, een magneetje op de koelkast met een blaadje ertussen, een multomap met
Verzamel de antwoorden en laat een paar voorbeelden zien van dergelijke verbindingen. (Bijvoorbeeld een multomap met blaadjes.) Vraag: wat is het voordeel hiervan?
blaadjes, enzovoort. 2 Wat wordt met elkaar verbonden op de afbeeldingen? En wat vormt de verbinding? Schrijf het op.
Basisinformatie Compacte informatie om stap voor stap de a
b
les in te gaan.
c
a
Stenen: het cement vormt de verbinding.
b
Papier: het nietje vormt de verbinding.
c
Planken: de spijker vormt de verbinding. Ga naar
STAP 2 in je lesboek.
56
13
lnformatiebrochure Naut • 15
Voorbeeldpagina’s groep 5 t/m 8 Duidelijke structuur in lesboek: stap 1 en 2 Groep 7, lesboek
Duidelijke structuur Naut heeft een
thema 4
les 1
les 2 De baan moet in elkaar
les 3
les 4
duidelijke structuur. Alle kinderen hebben van meester Joost de opdracht gekregen om te onderzoeken hoe materialen aan elkaar vast worden gemaakt. Iets aan elkaar vastmaken kan op veel manieren. In deze les krijg je dat te zien.
In één oogopslag is duidelijk met welke les je bezig bent.
STAP 1
Verbindingen
‘Ik snap niet waarom wij het moeten hebben over verbindingen!’ zegt Abdul. ‘Wat heeft dat nou met een achtbaan te maken?’ ‘Grapjas,’ grinnikt Marijke. ‘Al die stukken rails moeten toch aan elkaar. Dat gebeurt met een verbinding.’ ‘Je hebt jouw papieren achtbaanstukken toch ook aan elkaar vastgemaakt?’ zegt Pim. ‘Ja, met plakband!’ roept Abdul. ‘Dan is plakband dus de verbinding,’ zegt Marijke.
78
16 • lnformatiebrochure Naut
Wat is een verbinding? Bij techniek hebben we het over een verbinding als je dingen aan elkaar vastmaakt. In les 1 van thema 1 heb je al voorbeelden van houtverbindingen gezien. Als je er op gaat letten, zie je allerlei verbindingen. Denk maar eens aan een nietmachine. Die maakt dingen aan elkaar vast. Het nietje is dan de verbinding. En zie je ergens een drinkflesje staan? De dop op de fles is ook een verbinding. Zo zijn er om je heen vast nog veel meer voorbeelden. Als je met een schroef iets vastzet, is dat ook een verbinding. Zelfs de rits in je jas is er een! Want met die rits maak je de twee delen van je jas aan elkaar vast. Ga naar
STAP 1 in je werkboek.
Overzichtelijke stappen Kinderen worden STAP 2
Solderen en lassen
‘Maar hoe zetten wij onze rails nu in elkaar?’ vraagt Yulin. ‘Als we stalen buizen gebruiken, dan moeten we ze aan elkaar solderen,’ zegt Abdul. ‘Heet dat niet lassen?’ vraagt Pim. ‘Waarom zetten we de stukken niet met bouten vast?’ zegt Marijke. ‘Dan kan de achtbaan ook weer uit elkaar.’ Soorten verbindingen Als je twee voorwerpen met een materiaal als lijm of cement aan elkaar vastmaakt, noem je dat een materiaalverbinding. Misschien heb je thuis of bij handenarbeid wel eens met een soldeerbout gewerkt. Met een soldeerbout kun je solderen. Bij solderen ‘plak’ je stukken aan elkaar met een ander metaal, meestal tin. Tin is dan de ‘lijm’. Als je bijvoorbeeld twee stukken ijzer aan elkaar soldeert, heet dat dus ook een verbinding. Meestal is zo’n verbinding behoorlijk stevig.
De las Lassen is een andere manier om materialen aan elkaar vast te maken, zoals ijzer of staal. Bij lassen smelt je de stukken aan elkaar. Dat gebeurt met een speciaal apparaat waar een erg hete vlam uitkomt. Als je last, richt je de vlam op de plek waar de verbinding moet komen. Door de hitte smelt het metaal en wordt het vloeibaar. Als het staal weer hard wordt, zitten de stukken aan elkaar. De plek waar ze aan elkaar vastzitten, noem je zowel bij solderen als bij lassen een las. De verbinding bij lassen is sterker omdat een deel van het metaal wordt omgesmolten. Twee stukken die aan elkaar zijn gesoldeerd, zijn makkelijker los te krijgen. Het nadeel van lassen en solderen is dat je de constructie niet meer zomaar uit elkaar kunt halen. Ga naar
vanuit het lesboek naar het werkboek verwezen. Eén stap staat altijd op één pagina in het lesboek en één pagina in het werkboek. Kinderen raken hierdoor snel vertrouwd met de methode en kunnen
STAP 2 in je werkboek.
de antwoorden op de vragen makkelijk
Bij het lassen wordt het metaal erg heet. Solderen doe je met een soldeerbout en wat tin.
terugvinden. Dat geeft zelfvertrouwen.
79
lnformatiebrochure Naut • 17
Voorbeeldpagina’s groep 5 t/m 8 Duidelijke structuur in werkboek: stap 1 en 2 Groep 7, werkboek
Kleur Het gebruik van kleur in het werkboek verduidelijkt waar nodig de vraag.
thema 4 STAP 1
les 1
les 2 De baan moet in elkaar
les 3
les 4
Verbindingen
1a Hiernaast zie je nog twee voorbeelden van verbindingen. Kun jij bedenken wat er speciaal aan is?
b Kun jij nog meer van zulke verbindingen bedenken?
2 Wat wordt met elkaar verbonden op de afbeeldingen? En wat vormt de verbinding? Schrijf het op.
a
b
c
a b c Ga naar
56
18 • lnformatiebrochure Naut
STAP 2 in je lesboek.
Overzichtelijke stappen Kinderen worden
STAP 2
vanuit het werkboek
Solderen en lassen
weer naar het lesboek verwezen.
3 Voor deze winkel staat een stalen hek. De verbindingen in het hek zijn gelast. Waarom koos de winkelier voor lassen en niet voor solderen?
4 Zet een kruisje voor de goede beschrijving. Solderen is bij het lassen van materialen een apparaat omsmelten. Solderen is twee stukken metaal aan elkaar vastmaken met gesmolten tin. Solderen is een materiaalverbinding maken met een lasapparaat.
Ga naar
STAP 3 in je lesboek. 57
lnformatiebrochure Naut • 19
Voorbeeldpagina’s groep 5 t/m 8 Duidelijke structuur in lesboek: stap 3 en 4 Groep 5, lesboek
Beelden Levensechte foto’s
thema 3
les 1
les 2
les 3 Vleeseters en planteneters
les 4
verwonderen kinderen.
STAP 3
Slimme ogen
Doe een proefje. Houd je armen schuin voor je. Probeer met je ene wijsvinger je andere wijsvinger te raken. Moeilijk? Nee toch?
Vleeseters jagen op hun prooi. Ze moeten precies zien waar hun prooi is. Die afstand moeten ze dus goed kunnen inschatten. Planteneters hebben meestal eten genoeg. Vaak staan ze de hele dag in hun eten te grazen. Een planteneter jaagt niet. Maar hij let goed op. Bijvoorbeeld dat een vleeseter hem niet pakt. Daarom hebben planteneters hun ogen aan de zijkant van hun kop. Kijk maar.
Doe het nu nog eens, maar knijp één oog dicht. Houd je armen schuin voor je. Probeer met je ene wijsvinger je andere wijsvinger te raken. Dat is een stuk lastiger. Om afstanden te zien, moeten twee ogen samenwerken. Daarvoor mogen de ogen niet te ver van elkaar staan. Dat is zo bij vleeseters en alleseters. Kijk maar.
De ogen van planteneters zitten aan de zijkant van hun kop.
Deze dieren kunnen vooruit, opzij en achter zich kijken. Een konijn ziet dat er achter hem een vos komt aan geslopen. De ogen van vleeseters staan dicht bij elkaar. Ga naar
62
20 • lnformatiebrochure Naut
STAP 3 in je werkboek. werkboek
‘Dit weet ik nu’ Dit weet ik nu
Iedere les wordt afgesloten met
STAP 4
Dierenmanieren
Een vleeseter heeft een gebit dat past bij zijn voedsel. Maar ook de rest van zijn lichaam en zijn gedrag passen bij zijn manier van leven. Vleeseters:
hebben goede ogen
kunnen goed jagen
Het voedsel van dieren verschilt. Hun lichaam en gedrag is aangepast aan hun voedsel. • De bek van dieren past bij wat ze eten. • Vleeseters hebben scherpe tanden. Planteneters hebben platte kiezen. Alleseters hebben allebei. • Vleeseters hebben hun ogen van voren. Ze zien daardoor beter bij het jagen. Planteneters hebben hun ogen opzij. Zo zien ze de vijand altijd aankomen. • Planteneters en vleeseters hebben nog veel andere manieren om te overleven.
‘Dit weet ik nu’. Zo kunnen de kinderen controleren of ze de lesstof begrepen hebben.
Het valt niet mee voor een planteneter om te overleven. Maar zijn lichaam en gedrag helpen hem. Dat is goed te zien als hij moet ontsnappen aan een vleeseter. Ga naar STAP 4 in je werkboek.
hebben scherpe tanden om hun prooi mee te doden
Planteneters:
helpen elkaar hebben goede oren
kunnen zich goed verstoppen kunnen hard rennen
Ga naar
STAP 4 in je werkboek 63
lnformatiebrochure Naut • 21
Voorbeeldpagina’s groep 5 t/m 8 Duidelijke structuur in werkboek: stap 3 en 4 Groep 5, werkboek
thema 3 STAP 3
les 1
les 2
les 3 Vleeseters en planteneters
les 4
Slimme ogen
5 Twee vossen gaan jagen. Eén vos is aan één oog blind. Welke vos pakt een prooi? Waarom? ...................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................
6a Zijn deze dieren vleeseters of planteneters? Schrijf het erbij.
b Bij zoogdieren hebben vleeseters hun ogen van voren en planteneters hebben hun ogen opzij. Is dat bij vogels ook zo? ..................................................................................................
c En bij vissen? ..................................................................................................
46
22 • lnformatiebrochure Naut
Ga naar
STAP 4 in je lesboek.
Extra Iedere les bevat twee extra
STAP 4
opdrachten voor
Dierenmanieren
de snellere leerling. De opdrachten
7 Schrijf de verschillen tussen vleeseters en planteneters op in het schema.
hebben vaak een
Vleeseter
Planteneter
open karakter waardoor wat meer
tanden
inzicht nodig is.
ogen klauwen
8 Wie doet of heeft dit: een planteneter of een vleeseter? En welke dieren horen erbij? Schrijf het op. a Gif spuiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . ...............................................................................................................................
b Een web maken waar vliegen in vast blijven zitten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . ...............................................................................................................................
c Kussentjes onder de voeten, zodat niemand je hoort aankomen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . ...............................................................................................................................
d In je schild kruipen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . ...............................................................................................................................
Extra 1 Vleeseters eten andere dieren om te overleven. Sommige kinderen vinden dat zielig. Wat vind jij? Leg uit waarom. 2 Een vos loert op een haas. Teken wat de vos ziet. Teken wat de haas ziet. 47
lnformatiebrochure Naut • 23
Voorbeeldpagina’s groep 5 t/m 8 Lesboek les 4: samenvatting en begrippen Groep 5, lesboek
Samenvatting Kinderen leven in
thema 3
les 1
les 2
les 3
les 4 Goed om te weten
een beeldcultuur. In Naut wordt de
STAP 1
Samenvatting
lesstof daarom samengevat in beeld. De handleiding bevat ook een samenvatting in tekst.
Ga naar
64
24 • lnformatiebrochure Naut
STAP 1 in je werkboek.
Begrippen Begrippen worden in de lessen, als STAP 2
Begrippen
zuivel Zuivel is melk. En alles wat je van melk kunt maken, zoals: boter, kaas en yoghurt.
groente Groente is het eetbare deel van een plant. De wortels, stengels, bladeren en knollen kun je vaak eten. Denk aan: spinazie, bloemkool en knolselderij.
bouwstoffen Je lichaam haalt bouwstoffen uit eten. Je hebt bouwstoffen nodig om te groeien.
zij voor het eerst
alleseters Een alleseter eet planten en dieren. Mensen en beren zijn bijvoorbeeld alleseters.
genoemd worden, vetgedrukt en uitgelegd. In stap 2 van les 4 staan
vegetariër Een vegetariër eet geen vlees en geen vis.
alle begrippen uit het thema met uitleg genoemd.
fruit Fruit is de eetbare vrucht van een plant. Je herkent fruit meestal aan de pitjes erin (appel) of erop (aardbei).
energie Het lichaam haalt energie uit eten en drinken. Je hebt energie nodig om te bewegen en te denken.
zuurstof Zuurstof is een stof in de lucht. Je krijgt het binnen als je inademt. Alle dieren en mensen hebben zuurstof nodig.
brandstoffen Het lichaam haalt brandstoffen uit eten. Je hebt brandstoffen nodig om energie te maken.
prooi Een prooi is een dier waarop een vleeseter jaagt.
Ga naar
STAP 2 in je werkboek. 65
lnformatiebrochure Naut • 25
Voorbeeldpagina’s groep 5 t/m 8 Lesboek les 4: verrijken of verdiepen Groep 5, lesboek
‘Tijdschriften-look’ Stap 3 en 4 van
thema 3
les 1
les 2
les 3
les 4 Goed om te weten
les 4 zien er uit als pagina’s uit
STAP 3
Nepvlees
een tijdschrift. Dat spreekt kinderen aan. Deze pagina’s geven verrijkende
Rooz [7 maart 16.12]: Hallo allemaal! Ik wil graag vegetariër worden. Maar het mag niet van mijn ouders. Ze zeggen dat ik dan flauwval of zo. Is dat waar? Help!
of verdiepende
Sanne_3 [7 maart 16.26]: Nee hoor. Je moet gewoon genoeg andere dingen eten. Zoals
informatie over
eieren en vegaburgers en tahoe en bonen. Daar zitten de stoffen in die ook in vlees zitten.
het thema.
Rooz [7 maart 16.30]: Zie je wel. Ik ga het meteen tegen mijn moeder zeggen. Vanavond eet ik geen beest!
Sven [7 maart 17.50]: Beest is lekker. Vooral worst en gehakt. Mensen zijn vleeseters. Een leeuw wordt toch ook niet vegetariër?! Mariam [8 maart 15.30]: Ik vind dat iedereen het zelf moet weten. Ik eet wel vlees, alleen geen varken. Dat mag niet van mijn geloof. Rooz [8 maart 16.20]: Het mag!!!! Ik ben nu echt vegetariër. Gisteren heb ik ei gegeten. Vanavond krijg ik een groenteburger. Hoera!
Sanne_3 [8 maart 17.15]: Goed voor jou Rooz. En nu volhouden. Ik eet al bijna een jaar geen vlees!
Ga naar
66
26 • lnformatiebrochure Naut
STAP 3 in je werkboek
Lisa STAP 4
Niet voor mij
Elk jaar gaat groep 5 picknicken. De kinderen nemen hapjes en drankjes mee. Sommige kinderen kunnen niet alles eten. Lisa krijgt jeuk als ze noten eet. Dion krijgt eczeem van eieren. Farah krijgt bulten van aardbeien. Berry krijgt een snotneus van melk. Tarik krijgt buikpijn van tarwebrood.
Al le rg ie Soms zijn mensen allergisch voor etenswaren. Voor noten bijvoorbeeld. Als ze noten eten, krijgen ze jeuk of buikpijn. Hun lichaam reageert op stofjes in de noten. Daar kun je weinig aan doen. Ze moeten gewoon geen noten meer eten. Dat kan best moeilijk zijn. Want je ziet niet altijd of ergens noten in zitten.
Gisteren at en we bij de Chinees. To en kon ik niet eens sa té eten! D aar zit pindasau s overheen . Echt balen.
Tarik Mijn moeder bestelt altijd speciaal brood bij de bakker. Brood zonder tarwe. Vaak denken mensen dat ik wel witbrood mag. Maar daar zit ook tarwe in.
Dion Laatst had ik een feestje. We kregen taart. Daar zit ei in, dus dat nam ik niet. ’s Avonds aten we pannenkoeken. Daar zit ook ei in, dus die mocht ik ook niet. Ik voelde me heel stom dat ik niks at. Maar ik kon er niets aan doen.
Ga naar
STAP 4 in je werkboek 67
lnformatiebrochure Naut • 27
Voorbeeldpagina’s groep 5 t/m 8 Themaverhaal Groep 5, lesboek
Spannend De spannende
Naut
het verhaal 3
verhalen in Naut
De geur van de wereld
zijn geschreven door de bekende
Het is een puinhoop in de klas. Overal rennen kinderen rond met potten en pannen, overal staan ouders te roeren in soepjes en papjes en prutjes. De vader en moeder van Naut zijn er niet. Ze zijn op reis. Naut logeert bij zijn opa als zijn ouders op reis zijn en zijn ouders zijn bijna altijd op reis. Eigenlijk woont hij bij opa en logeert hij soms bij zijn ouders als ze eindelijk weer eens in Nederland zijn. Ze zijn bioloog, allebei, en zijn al maanden op onderzoek in de regenwouden van Suriname. Door de klas klinken kreten als ‘Wie heeft er zout?’ en ‘Van wie kan ik een pollepel lenen?’ en ‘M’n citroen is onder de kast gerold!’ Het is een vrolijke puinhoop, er wordt heel wat afgelachen.
kinderboekenschrijvers Sjoerd en Margje Kuyper.
Alleen juf lacht niet. Juf loopt als een bezorgde moederpoes rond en kijkt of alles goed gaat, of er geen ongelukken gebeuren. Snijdt Rachid niet in zijn vinger? Doet Viola niet teveel sambal op de kip? Loopt er niemand in de weg als Anna met een pan soep langskomt? Juf heeft zelf bedacht dat iedereen vandaag in de klas mag koken wat hij het allerlekkerst vindt, maar nu heeft ze er een beetje spijt van. Er kan zoveel misgaan! Ze wilde dat ze ogen in haar achterhoofd had. En in haar rug. Ze wil alles zien wat er gebeurt, maar dat kan niet. Ze ruikt 68
28 • lnformatiebrochure Naut
alleen maar wat er gebeurt. Als je alle kleuren van de wereld door elkaar roert, krijg je bruin. In de klas worden vandaag alle geuren van de wereld door elkaar geroerd, maar voor de geur die ze hier ruikt kan juf geen naam bedenken. Als je op de maan zit, denkt ze, en je kijkt naar de aarde in de verte en je kunt de aarde ruiken, dan ruikt die vast zoals de klas nu. Het is de geur van de wereld. De deur gaat open en Berend stormt binnen. ‘Hallo! Hallo!’ schreeuwt hij. ‘Heeft iemand een koekenpan voor me en wat boter? En een vuurtje?’ ‘Je bent te laat,’ zegt juf. ‘Ik moest nog eten vangen,’ zegt Berend. Hij laat een grote, glazen pot zien. ‘Gadverdamme!’ roepen de kinderen in koor. ‘Lekker juist,’ zegt Berend. De pot zit propvol kikkers. Berend zet hem op zijn tafeltje en trekt een briefje uit zijn zak. ‘Effe kijken,’ zegt hij. ‘Dit is het recept. Kikkerbilletjes. Trek het vel van de kikkerbilletjes en snijd de tenen eraf. Was ze goed en laat ze een uur marineren in witte wijn.’ Naut kijkt naar de pot. Er zitten geen gaatjes in het deksel. ‘Juf, wat is marineren?’ vraagt Berend. ‘Maar dit is afschuwelijk,’ zegt juf. ‘Kikkerbilletjes!’
Functioneel Ieder thema sluit af met een verhaal ‘Afschuwelijk lekker juist,’ zegt Berend. ‘Heeft iemand witte wijn?’ Naut schroeft de deksel van de pot. De kikkers lijken dood. ‘Ik wil dit niet!’ zegt juf. ‘Kikkers zijn beschermde dieren.’ ‘Wilt u dan wel kippenbilletjes?’ vraagt Berend.
‘Koeienbilletjes? Geitenbilletjes?’ De kikkers zijn niet dood. Ze halen diep adem en klauteren de pot uit. Ze springen op Berends tafeltje en van het tafeltje op de grond. De kinderen juichen. Berend draait zich om en kijkt woedend naar Naut: ‘Heb jij ze vrijgelaten?’ Naut knikt. Berend grijpt hem vast. ‘Dan eten we vandaag nautbillen. Mag ik een
waarin Naut spannende avonturen beleeft. Dit verhaal plaatst de lesstof in een context waardoor kinderen goed onthouden wat ze hebben geleerd. Naast de vijf themaverhalen bevat ieder lesboek een introductieverhaal en een slotverhaal.
69
lnformatiebrochure Naut • 29
Voorbeeldpagina’s groep 3 en 4 Zaakvakken geïntegreerd aan bod Groep 3 en 4, leer-doeboek
Een thema wordt geïntroduceerd aan de
thema: varen
les 1
ik kijk
hand van een praatplaat.
26
In het voorleesverhaal vindt verdere introductie
27
Groep 3 en 4, leer-doeboek thema: varen
les 1
ik luister
van het thema plaats.
We vergaan! Meander roeit, Brandaan en Naut zitten tegenover haar in een plastic opblaasboot. Ze varen door een brede sloot. Het is een warme zomerdag. De wereld is mooier dan je kunt bedenken. Meander ziet het, de jongens zien het niet. Ze hebben het te druk met hun mobieltjes. Het is de eerste dag van de zomervakantie, ze zijn alle drie over en hebben ieder een mobieltje gekregen. Naut en Brandaan kregen het allernieuwste model, het ruikt nog naar de winkel, Meander kreeg het oude ding van haar zus. Model koelkast. Nou ja. De jongens bellen elkaar voortdurend op. Heel kinderachtig. ‘Hé!’ zegt Meander. ‘Ik ben er ook nog!’ ‘O ja!’ zegt Brandaan. Even later gaat het mobieltje van Meander over. ‘Hallo?’ zegt Meander. ‘Hoi Meander,’ zegt Brandaan. ‘Ben je er ook nog?’ Meander lacht en verbreekt de verbinding. Ze gaat nog maar eens lekker zitten kijken hoe mooi alles is. Iets verderop dobberen twee vogels op het water. Ze zijn bruin en zwart en wit gekleurd en ze hebben een kuifje. Op de rug van een van de vogels zitten... Maar dat is schattig! Op de rug zitten drie jonkies! Ze lijken te slapen. Ze hebben zwart-wit gestreepte pyjamaatjes aan. ‘Naut,’ vraagt Meander, ‘wat zijn dat voor vogels?’ ‘Futen,’ zegt Naut. ‘Die kunnen heel lang...’ Floep. Een van de vogels duikt onder water. Ze wachten tot hij weer bovenkomt, maar dat doet hij niet. Ze kijken in het water waar hij gebleven is, maar de zon schijnt zo fel dat het water een spiegel is. Ze zien alleen hun eigen gezichten. ‘… onder water...’ zegt Naut. Floep. Daar komt de fuut weer boven. Een heel eind verderop. ‘… blijven,’ zegt Naut. De fuut heeft een spartelend visje in zijn bek. ‘Arm visje,’ zegt Meander. ‘Maar fi jn voor de fuutjes,’ zegt Naut. ‘Iedereen moet eten. Futen kunnen niet naar de winkel om vegetarische producten te kopen. Trouwens, dat visje heeft jonge kikkertjes gegeten en die kikkertjes hebben watervlooien gegeten en...’ ‘En de snoekbaars heeft vast een paar jonge fuutjes gegeten,’ zegt Brandaan. ‘Nee hè!’ zegt Meander. ‘Zeker weten,’ zegt Brandaan. ‘Maar hij heeft eerst hun pyjamaatjes uitgetrokken.’ ‘Ik heb gisteren snoekbaars gegeten bij de Chinees,’ zegt Meander. ‘Dan zit er in jouw buik snoekbaars,’ zegt Brandaan, ‘en jonge blote fuutjes, en kleine visjes, en kikkertjes en watervlooien.’ ‘Ik ben benieuwd wie jou straks op gaat eten,’ zegt Naut. ‘Tsssss,’ sist Meander. ‘Wat zijn jullie weer grappig! Tsssss.’ ‘Hou eens op met sissen,’ zegt Brandaan na een poosje. ‘Ik sis allang niet meer,’ zegt Meander. Toch sist er iets. Het bootje ligt stil in het riet en er sist iets. Het is het bootje. ‘Lek!’ roept Naut. ‘De boot is lek!’ ‘We vergaan, we vergaan, op de Grote Oceaan!’ roept Brandaan. ‘Het gaat fout!’ roept Naut. ‘Ik kan niet zwemmen!’ roept Meander. ‘Ik ben geen salamander!’
28
30 • lnformatiebrochure Naut
Ze liggen dubbel van het lachen in het zinkende bootje. ‘Wáren we maar op de Grote Oceaan,’ zegt Naut. ‘Het water in de oceaan is zout, daarop blijf je langer drijven dan op zoet water. Slootwater is zoet.’ ‘Maar in de oceaan zijn haaien,’ zegt Brandaan. ‘En die willen vast heel graag een Meandertje eten.’ Even later liggen ze in hoog gras. Hun boot is lek, maar ze hebben mobieltjes genoeg. Ze kunnen opbellen om te vragen of iemand ze komt halen. Maar ze hebben geen haast. Ze kauwen op een steeltje zuring. De hemel boven ze is hoog en de wereld eronder is groot, er is ruimte genoeg voor alles wat ze fantaseren. ‘Ik word later ontdekkingsreizigster,’ zegt Meander, ‘ik ga naar alle landen in de hele wereld en ik ga alles bekijken.’ ‘Ik ga later dikke boeken lezen over vroeger,’ zegt Brandaan. ‘En als ik ze uit heb, bouw ik een tijdmachine en reis ik door alle tijden.’ ‘En ik weet een raadsel,’ zegt Naut. ‘Een man roeit in een bootje naar een eiland. Hij vaart er drie keer omheen en dan roeit hij weer bij het eiland vandaan. Maar als hij omkijkt, ziet hij het eiland niet meer. Rara, hoe kan dat?’
29
Groep 3 en 4, leer-doeboek
De verwerking van de
thema: varen
les 2
ik doe
inhoud van de themaplaat
4 Hoe de wind waait De wind komt soms uit noordoost, zuidoost, zuid of west. Schrijf die op de goede plaats in de windroos.
1 Stap 1 Kleur al het water blauw.
en het verhaal gebeurt in les 2 en les 3. Aan de hand van leer- en doeopdrachten kunnen de
Stap 2 Je wilt met de boot van het kruisje naar de molen. Teken de kortste weg met rood. Je wilt naar de molen, maar niet onder een brug door. Teken nu de kortste weg, met groen.
kinderen grotendeels zelfstandig de lesstof verwerken.
Stap 3 Van de molen vaar je naar de speeltuin. Je maakt foto’s van wat je ziet. Teken één van die foto’s hieronder in het vak.
5 Stuur het schip Ga 3 hokjes richting noorden. Ga dan 2 hokjes naar het oosten en zet een kruis. Het schip wil naar het eiland. Wat is de beste wind?
6 Hoe hard waait de wind? Verbind de boot en de windzak. Kijk goed naar de zee en de zeilen. Hier kun je eten.
Dit is een molen.
Dit is een brug.
Dit is een dorp.
Dit is een huis.
Dit is een speeltuin.
30
31
Groep 3 en 4, leer-doeboek thema: varen
les 3
ik doe
3 Waar hoort het bij?
Ken je de naam?
De zee is zout, de plas is zoet. Zo noem je dat. Welk dier hoort bij de zee? Welk dier bij de plas? Verbind ze met een lijn.
Schrijf de naam bij elk dier. Kies uit: reiger, zwaan, zeester, mossel, krab, libel, kikker, karper, haai, zeehond, otter.
1 Drijft of zinkt? Kijk goed naar de plaat. Zet een als het klopt. Zet een als het niet klopt.
4 Wat hoort bij water? 100 cm = 1 meter
Zet daar een W.
Koud water wordt ijs. Zet daar een IJ. Wat hoort er niet bij? Zet daar een kruis.
2 De boot is lek! Elk uur komt er 10 cm water in de boot. Na hoeveel uur zinkt de boot helmaal?
Na
32
uur.
Fuut
100 cm = 1 meter COL
Fuut
A
33
lnformatiebrochure Naut • 31
Informatie Meer weten over Naut? Bent u overtuigd van Naut of wilt u er nog meer over weten? Wij helpen u graag met al uw vragen. Maar ook bieden wij ondersteuning als u met Naut op uw school start.
Zichtzending Vraag gratis een zichtzending aan van Naut. Het pakket kunt u geheel vrijblijvend vier maanden op school bekijken.
Telefoon De Malmberg-voorlichters hebben ruime ervaring in het onderwijs. U kunt ze bellen op (073) 628 87 22.
lnternet Eerst nog wat meer ‘snuffelen’? Op www.naut-malmberg.nl vindt u informatie over de methode, referentiescholen en nog veel meer.
Bestellen en prijzen Voor meer informatie over prijzen en bestellingen kunt u contact opnemen met uw schoolleverancier of met de afdeling Klantenservice van Malmberg op telefoonnummer (073) 628 87 22. E-mail:
[email protected]
Uitgeverij Malmberg Magistratenlaan 138 Postbus 233 5201 AE ’s-Hertogenbosch
32 • lnformatiebrochure Naut
Mijn Malmbe rg , alles biinn en handbere ik! Op Mijn Malm
berg vindt u pr ak tische hulp bij de Malmbe middelen rgmethodes, zoals lessug ge tips en didact sties, ische achtergr ondinformatie Mijn Malmberg . helpt u verder ! Schrijf u nu gr
509406_OM.indd 2
atis in op w w
w.mijnmalmbe rg
.nl
28-03-13 13:38
Naut verwondert en motiveert Spannende verhalen en sprekende beelden maken alledaagse dingen heel speciaal
Naut zorgt voor ruimte in het lesprogramma Aan alle kerndoelen voldoen in slechts 25 weken!
Naut geeft houvast en vertrouwen Heel duidelijke stappenstructuur en korte, begrijpelijke teksten voor iedereen
INFORMATIEBROCHURE
509406 | 0413
Natuur en techniek | Groep 3 t/m 8
509406_OM.indd 1
28-03-13 13:38