DE KRACHT VAN KLEUR LEES- EN VERTELTEKST GROEP 6 T/M 8
VOOR DE LEERKRACHT MUSEUMLESBESCHRIJVING Van alle beeldaspecten is ‘kleur’ ongetwijfeld voor kinderen (en veel volwassenen) het meest aantrekkelijk. Het is om deze reden dat we bij deze les -kleur- als ‘voertuig’ gebruiken om samen met de kinderen de kunstgeschiedenis te exploreren. Waarom werd de Haagse School ook wel ‘Grijze school’ genoemd? Hoe kun je het tintelen van licht op doek vastleggen en welke rol speelt kleur daarbij? Hoe gingen schilders om met kleur in verschillende tijden – daar draait het steeds om. Gebruikten zij kleur op een naturalistische manier - om alles precies weer te geven zoals men vond dat het ‘echt’ was? Of ging het hen om het geven van een indruk van wat buiten te zien was onder invloed van het tijdstip van de dag, het jaargetijde en het weer? Welke kunstenaars zochten naar kleuren die een intens gevoel moesten oproepen? En wie maakten er gebruik van de symbolische betekenis van kleuren? Kunstenaars hadden hier
in verschillende tijden andere opvattingen over. Aan de hand van kijk- en doeopdrachten op zaal komen de leerlingen hier achter. Deze ontdekkingstocht naar het gebruik van kleur hoort bij de gloednieuwe collectiepresentatie waarin een groots overzicht wordt gegeven van de beeldende kunst in de 20e eeuw - met aanloop vanuit de 19e eeuw en uitloop tot aan nu. Waar we op zaal uitgaan van de kunstzinnige aspecten van kleur is het in het Museumatelier juist de natuurkundige kant van kleur die centraal staat. Wat is kleur eigenlijk? Kunstschilder en -docent Johannes Itten stelde er zelfs een theorie over op. Wat hebben kleur en licht met elkaar te maken? Na een luchtige instapquiz waarin de basiskennis van de kinderen wordt getest, doen we een aantal proefjes, onder andere met licht, die een heleboel duidelijk maken over kleur.
LESDOELEN
KERNDOELEN
PRAKTISCHE TIPS
De leerlingen kunnen globaal het verband uitleggen tussen licht en kleur. De leerlingen doen eenvoudige natuurkundige experimentjes met betrekking tot de breking van licht en de optische werking van kleur. De leerlingen bekijken schilderijen uit diverse stromingen vanaf eind 19e eeuw tot nu en kunnen aan de hand van opdrachten verschillende soorten kleurgebruik en het effect daarvan typeren en met elkaar vergelijken. De leerlingen kunnen een serie begrippen met betrekking tot kleur herkennen en toepassen, waaronder: primaire, secundaire en tertiaire kleuren, kleur tegen kleurcontrast, licht-donkercontrast, warm-koudcontrast, complementair contrast, spectrum, spectroscoop. De leerlingen maken tenminste één schets op zaal en doen enkele zelfstandige opdrachten in twee- of drietallen.
1 NEDERLANDS
Deze lees- en verteltekst is bedoeld om naar eigen inzicht ter voorbereiding van de museumles te gebruiken. De inhoud ervan is een aanvulling op de inhoud van de museumles en valt hiermee bewust slechts gedeeltelijk samen. U kunt deze tekst bijvoorbeeld voorlezen, navertellen, bespreken of als inspiratie gebruiken voor een andersoortige les. Ook treft u tot besluit suggesties aan voor een of meerdere les(sen) na het museumbezoek. Het is voor de leerlingen fijn om bij hun naam te worden aangesproken in het museum. Een naambordje op hun kleding werkt goed. Het is prettig als u de kinderen alvast zou willen uitleggen dat kunstvoorwerpen in een museum niet aangeraakt mogen worden. Het is mogelijk dat er tijdens de les andere schilderijen worden bekeken en besproken dan afgebeeld staan in deze lees- en verteltekst.
MONDELING TAALONDERWIJS De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
12 NEDERLANDS TAALBESCHOUWING, WAARONDER STRATEGIEËN De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
54 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
55 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Het is toegestaan tijdens de museumles foto’s van uw leerlingen te maken – zónder flits/ statief. Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www. gemeentemuseum.nl. Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/ smartboard.
VOOR DE LEERLING
OM OVER TE FILOSOFEREN
Piet Mondriaan, Zeegezicht, 1909
KLEUR EN LICHT Zonder licht is het stikdonker om ons heen en zien we niets. Zelfs geen hand voor ogen. We hebben namelijk licht nodig om dingen te kunnen zien. En daar speelt kleur een belangrijke rol in. Want zonder kleur zouden we vormen bijna niet van elkaar kunnen onderscheiden. Het is het licht dat de kleuren zichtbaar maakt. En het zijn de kleuren die op hun beurt de vormen zichtbaar maken. Wist jij dat in het zonlicht alle kleuren zitten die wij kennen? Hoe dat zit? Lees verder over Newton die de breking van licht ontdekte.
OM JE TE HERINNEREN Wat is het allerdonkerste dat je ooit hebt meegemaakt? Waar was je toen?
Ging jij vroeger ook slapen met een bedlampje aan? Waarom zijn jonge kinderen (en volwassenen soms nog!) eigenlijk bang in het donker?
MEER WETEN OVER DE ZON? Kijk dan op: www.sterrenkids.nl
OM TE SCHATTEN* Hoe héét is de zon, denk je? Hoeveel graden Celsius? Hoe snel reist zonlicht naar de aarde, denk je? Hoeveel kilometer per uur? * de antwoorden staan achterin
NEWTON EN DE BREKING VAN LICHT Lang geleden was er een Engelse geleerde in de natuurkunde die Isaac Newton (1643-1727) heette. Hij vond uit dat in ‘wit zonlicht’ alle kleuren voorkomen en dat die uiteen kunnen vallen. Als je een lichtstraal door een glazen prisma laat vallen, wordt het licht ‘gebroken’. Het witte licht spitst zich in verschillende kleuren. Dat noem je een spectrum. Precies zoals bij een regenboog.
Piet Mondriaan, Molen; Molen bij zonlicht, 1908
OM UIT TE ZOEKEN De natuurkundige Isaac Newton ontdekte nog veel meer fantastische dingen. Kijk op: wikikids.wiki. kennisnet.nl/Isaac_ Newton
ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG Een regenboog is niet alleen te zien bij regen maar bijvoorbeeld ook in de waterdruppels van een fontein. Wat er gebeurt, is dat het zonlicht wordt weerkaatst in waterdruppels. Het licht breekt en valt uiteen in kleuren die in elkaar overlopen. Van buiten naar binnen zijn de kleuren van de regenboog: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Gebruik dit ezelsbruggetje om de volgorde te onthouden: ROGGBIV. Als je deze kleuren uit het licht bundelt, wordt het weer ‘gewoon’ wit licht.
OM UIT TE PROBEREN Zin om een regenboog te zien? Wacht tot er een zonnige dag is. Ga buiten met je rug naar de zon toe staan en spuit met een tuinslang of plantenspuit in de lucht. Er verschijnt een kleine regenboog!
Willem Roelofs, De regenboog, 1875
OM TE WETEN* Er bestaan kleuren waarvan je de namen minder vaak hoort. Bijvoorbeeld indigo, violet, turkoois, mauve, cyaan en magenta. Weet jij wat voor soort kleuren dat zijn? * de antwoorden staan achterin
OM TE BEDENKEN Wat is de middelste kleur in een regenboog? Denk aan: ROGGBIV.
OM TE TESTEN Probeer eens uit te leggen hoe het komt dat een blauwe jas er blauw uitziet.
Odilon Redon, Paprika en citroen, 1901
KLEUREN ZIEN
NIET-KLEUREN
Je weet nu dat kleur alles met licht te maken heeft. Maar hoe werkt het in het dagelijks leven? Stel dat je op de markt een gele citroen hebt gekocht. Hoe komt het dan dat je de kleur ‘geel’ ziet en niet ‘blauw’? Het gaat ongeveer zo: De lichtstralen vallen op het oppervlak van de citroen. Alleen het gele deel uit het licht wordt nu teruggekaatst en komt terecht in jouw ogen. De andere delen van de lichtstralen (dus die met andere kleuren) worden geabsorbeerd - helemaal opgeslurpt - in het oppervlak van de citroen. Doordat ze dus niet terugkaatsen, zie je die niet. Een groene paprika heeft een ander oppervlak - met andere moleculen - dan een gele citroen. Bij deze paprika worden juist alleen de groene delen uit het licht terug gekaatst naar je ogen. En worden de andere delen van het licht ‘opgeslurpt’.
Ook zoiets raadselachtigs: zwart en wit mag je eigenlijk geen kleuren noemen. Het zijn nietkleuren. Waarom eigenlijk? Let op, het zit ongeveer zo in elkaar: het daglicht bestaat uit een mengsel van stralen. Een soort oppervlak dat álle stralen helemaal absorbeert, dus in zich opslurpt, wordt zwart genoemd.Er komt dan geen enkele kleur uit het licht terug naar het oog. Een nietkleur dus. Een voorwerp dat juist alle kleuren tegelijk weerkaatst, is wit. Alle kleuren komen daarin samen, niet één kleur dus. Net als zwart is wit een niet-kleur.
OM TE BEDENKEN Wat is jouw lievelingskleur?
MEER WETEN OVER LICHT? Kijk dan op: www.hetklokhuis.nl/ lees/dossiers
DE KLEURENCIRKEL VAN JOHANNES ITTEN Johannes Itten (1888-1967) was kunstschilder en docent en kwam uit Zwitserland. Hij is heel bekend geworden met zijn kleurenleer. Daarbij ging hij uit van kleuren door verf (en niet van kleuren in het licht). De kleurencirkel laat precies zien wat Johannes Itten bedoelde. De primaire kleuren in het midden, de secundaire er omheen en de tertiaire daar weer omheen.
t PRIMAIRE KLEUREN In groep 1 leer je al van de hoofdkleuren. Dat rood, geel en blauw kleuren zijn die je niet vanuit andere kleuren verf kunt mengen. Daarom heten ze ook hoofdkleuren. Ze zijn de basis van alle andere en dus belangrijk. Primair betekent ‘eerste’. t SECUNDAIRE KLEUREN Als secundair ‘tweede’ betekent, kun je misschien zelf bedenken welke kleuren zo worden genoemd. Twee primaire kleuren samen worden secundair. Groen ontstaat uit blauw en geel. Oranje uit rood en geel. Paars door rood en blauw te mengen.
t TERTIAIRE KLEUREN We kunnen nog verder gaan en een primaire kleur mengen met een secundaire. Alle kleuren - en dat zijn er best veel - die dan ontstaan, noemen we tertiair (‘derde’).
OM TE TESTEN Wil je uitproberen of jij uit je hoofd de kleurencirkel van Itten kunt inkleuren? Doe dat op de computer met het programma Paint op: www.novaplein.nl/grassroots/ presentatietechniek/ kleurencirkel%20Itten.gif
Johannes Itten, De kleurencirkel
w George Breitner, Het Rokin, ca. 1890
KLEUR IN SCHILDERIJEN
Carel Willink, Wilma, ca. 1890
Kunstenaars gebruiken kleur in hun schilderijen. Logisch, want om kleur kun je gewoon niet heen. Met kleur in kunstwerken kun je verschillende dingen bereiken. Dus nemen kunstenaars vooraf maar ook tijdens het schilderen besluiten over hoe en welke kleuren ze gaan gebruiken. Als je wilt dat de kijker direct begrijpt wat je hebt geschilderd, zul je de gevel van een huis baksteenrood schilderen. De kleur die de kijker verwacht. Je zet de verf op in dunne laagjes over elkaar en zet precieze korte streken op het doek. Dan wordt het ‘net echt’. Wanneer je een indruk wilt geven van wat jij ziet op dat ene moment van de dag, zul je extra letten op welke kleuren je werkelijk ziet. En dat is meer dan baksteenrood. Waarschijnlijk zit er een beetje groen, valig geel en grijzig paars in de schaduwen. Je zult snelle streken verf op het doek zetten omdat dat ene moment dat je wilde schilderen snel voorbij gaat. Het kan ook zijn dat je vooral een gevoel wilt overbrengen op de kijker. Daar zijn kleuren ook heel geschikt voor. Je zult de kleuren heviger of zelfs heel anders maken dan in het echt. Je kunt als kunstenaar ook beslissen om gebruik te maken van de betekenis die sommige kleuren hebben in onze cultuur. Wit kan bijvoorbeeld staan voor onschuld en zwart voor de dood.
Jan Toorop, Communiemeisje, 1890-1903
KLEURCONTRASTEN Ook bedacht Johannes Itten welke contrasten in kleur er zoal bestaan. Het woord contrast betekent tegenstelling of verschil. Itten zette wel zeven kleurcontrasten op een rijtje. Het gaat daarbij om kleuren die elkaar sterker maken. Doordat ze zo verschillend zijn vallen ze extra op. Kunstschilders maken hier gebruik van in hun schilderijen. Dat zul je wel zien in het museum. Vier van dit soort kleurcontrasten spelen een rol in de museumles Pas op! Vallende kleuren. Daarom leggen we ze alvast kort uit.
OM TE BEDENKEN Geef een voorbeeld van een heel sterk én een heel zwak kleur tegen kleurcontrast.
t KLEUR TEGEN KLEURCONTRAST Dit contrast is het gemakkelijkst om te herkennen en te begrijpen. Het zijn twee verschillende kleuren naast elkaar. Bijvoorbeeld geel naast blauw. Het contrast is het sterkt wanneer het gaat om primaire kleuren. Het effect is dan heel bont. Tertiaire kleuren naast elkaar geven het minst duidelijke contrast.
t LICHT–DONKERCONTRAST Dit contrast ontstaat bij het combineren van een lichte kleur met een donkere kleur. Het kan hier ook gaan om wit en zwart, licht en duisternis.
OM TE BEDENKEN Welke tinten liggen er tussen wit en zwart in?
OM TE BEKIJKEN Kijk goed naar de gekleurde vlakken in het schilderij van Jan Sluyters en ook nog eens naar de kleurencirkel van Johannes Itten. Zijn hier kleur tegen kleurcontrasten te zien? Zo ja, welke? Is er een licht-donkercontrast in het schilderij? Is er en warm-koudcontrast? Zo ja, welk? Is er een complementair contrast? Waar?
Jan Sluijters, Het gezin van de schilder, 1922
t COMPLEMENTAIR CONTRAST Dit is het sterkste kleurcontrast dat er bestaat. Hierbij gaat het om kleuren die recht tegenover elkaar op de kleurencirkel liggen. Als je ze naast elkaar zet, steken ze heel fel tegen elkaar af.
t WARM-KOUDCONTRAST Kleuren die in de kleurencirkel dicht bij rood liggen, ervaren we als ‘warme kleuren’. Als ezelsbruggetje zou je kunnen denken aan vuur: de kleuren die hierin voorkomen zijn ‘warm’. Alle kleuren die juist zijn afgeleid van blauw, noemen we ‘koude kleuren’. Door ze met elkaar te combineren, versterken ze elkaars warme of koude uitstraling.
OM OVER TE FILOSOFEREN Als je een speelgoedwinkel of kledingwinkel binnengaat, zie je het verschil direct. Heldere warme kleuren als rood en roze worden vooral voor meisjesdingen gebruikt. Donkere koele kleuren als blauw en groen zijn vaker voor jongens. Waarom zou dat zo zijn? Is het bestaan van meisjesen jongenskleuren onzin?
NAAR HET MUSEUM Binnenkort ga je met je klas naar het Gemeente museum Den Haag. Daar leer en zie je nog meer over kleur en kun je je eigen kennis testen. Deze museumles bestaat uit twee delen. De ene helft van de les ben je in het Museumatelier waar je in tweeof drietallen natuurkundeproefjes over kleur en licht gaat doen. De andere helft van de les is op zaal tussen de kunst. Je ontdekt hoe schilders in verschillende tijden met kleur zijn omgegaan, wat jij daarvan vindt. Ook ga je zelf werken met kleuren.
DE GROTE KLEURENQUIZ* Als er genoeg tijd voor is, zouden de leerlingen de kleurenquiz kunnen doen als instaptoets bij deze lees- en verteltekst of als voorbereiding op de museumles. Wat ze nog niet weten of begrijpen, leren ze dan tijdens de museumles. Maar de quiz juist ná de museumles doen als een soort toets kan ook.
5. Wat zijn complementaire kleuren?
en versterken elkaar.
B. Complementaire kleuren vloeken als je ze naast
elkaar zet.
C. Complementair betekent dat de kleur oploopt
Omcirkel het goede antwoord
A. Complementaire kleuren zijn elkaars tegengestelde
van licht naar donker.
D. Complementaire kleuren zijn diepe warme kleuren.
6. Wat wordt bedoeld met een ‘koude kleur’?
A. Kleuren waarin blauw is gemengd.
1. Wat zijn primaire kleuren in de schilderkunst?
B. Kleuren die je gebruikt als je een winterlandschap
schildert.
A. Primaire kleuren zijn kleuren die het vaakst
B. Primaire kleuren zijn de kleuren die je krijgt als
mensen het mooi vinden.
D. Primaire kleuren zijn kleuren die je niet door
C. Kleuren die een droevige uitstraling hebben.
D. Kleuren die koud aanvoelen als je ze aanraakt.
je twee kleuren verf mengt.
C. Primaire kleuren zijn de kleuren die de meeste
door schilders worden gebruikt.
het mengen van verf kunt maken.
7. Wat zijn voorbeelden van ‘warme kleuren’?
A. geel, blauw en rood
B. geel, groen en rood
C. geel, oranje en rood
D. geel, turkoois en rood
2. Wat zijn de secundaire kleuren in de schilderkunst?
8. Wat zijn ‘tinten’?
A. Als je twee primaire kleuren verf mengt, krijg
B. Dit zijn kleuren die niet zo vaak worden gebruikt
in de schilderkunst.
C. Een secundaire kleur krijg je als je twee kleuren
je een secundaire kleur.
verf mengt.
D. Secundaire kleuren geven een minder mooi
A. Tinten zijn kleuren die goed met elkaar
combineren.
B. Met tinten wordt gewoon ‘kleuren’ bedoeld.
C. Tinten zijn verschuivingen in één en dezelfde kleur,
bijv. van licht naar donker
D. Een ander woord voor tint is ‘pastel’, wat betekent
dat het om een lichte kleur gaat.
resultaat dan primaire kleuren.
3. Om de kleur groen te mengen, zijn twee primaire kleuren nodig. Welke?
A. Blauw en zwart
B. Rood en blauw
C. Geel en rood
D. Blauw en geel
9. Is dit waar? Als je rood, groen en blauw licht mengt, krijgt je wit licht
A. waar
B. niet waar
10. Wat krijg je als je rode, groene en blauwe verf mengt?
A. witte verf
4. Wat zijn de tertiaire kleuren in de schilderkunst?
B. bruine verf
C. zwarte verf
D. grijze verf
A. Tertiaire kleuren zijn grijze tinten en grauwe
kleuren.
D. Tertiaire kleuren ontstaan als je een kleur met
C. Tertiaire kleuren ontstaan als je één primaire en
wit mengt. één secundaire kleur mengt.
D. Tertiaire kleuren ontstaan als je een kleur
met zwart mengt.
Een deel van deze quiz is vrij afgeleid van test bij de rubriek ‘kleurenleer’ op www.kennisvragen.nl
VOOR DE LEERKRACHT KINDERBOEKEN OVER BEELDENDE KUNST, MUSEA, LICHT EN KLEUR
LESSUGGESTIES VOOR NÁ DE MUSEUMLES
Kunst om de wereld te begrijpen, uitg. Biblion, 2004,
Zorg dat het donker is in het klaslokaal. Leg een spiegel in het dienblad of lage bak. Vul deze met water, totdat de spiegel net onder water ligt. Schijn nu met de lamp op de spiegel. Er verschijnt een regenboog op het witte plafond of scherm erboven.
V. Antoine-Andersen, ISBN 9789054835691 In het museum. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, uitg. Lannoo, 2006, K. Couprie, A. Louchard, ISBN 9789020966114 Kunst in de kijker, uitg. Lemniscaat, 2001,
MAAK ZELF EEN REGENBOOG
C. d' Harcourt, ISBN 9789056373757 Wat een kunst, uitg. Gottmer, 2001, K. de Jong, ISBN 9789025732790 Het papieren museum, delen: 1, 2 en 3, uitg. Leopold, 2007 (dl. 3), T. van Lieshout, ISBN 9789025851737
UITDRUKKINGEN MET KLEUR. KEN JIJ ZE? Er bestaan veel uitdrukkingen waar kleuren in voorkomen. Ken jij ze? Vul een kleur in en leg de betekenis van de uitdrukking uit.
Gratis toegang. De leukste ideeën voor je eigen museum, uitg. Ploegsma, 1999, M. Mannig, ISBN 9021615223 Het Kunst Pakket Junior, 1996, R. van der Meer, ISBN 9789021614298 Kunstdetective, uitg. Bakermat, 2001, A. Nilsen, ISBN 9789054613107 Het kleine schilderboek, uitg. Waanders, 2002, W. Pijbes, ISBN 9040096082 Kunstkijken: de geheimen van schilderijen, uitg. Waanders, 2000, J. Richardson, ISBN 9789040094712
Zij is zo
als gras.
Hij ziet zo Zo
als een kreeft. als de nacht.
Ik heb een
maandag op voetbal
gezeten. Daar komt mijn prins op het Zij betaalt zich
paard! aan rekeningen.
Hij werkt in de avonduren Zij is een
.
rijder.
Alles door een
bril zien.
Hij probeert bij zijn baas een
voetje
te halen. Het gras bij de buren is altijd
OM OVER TE FILOSOFEREN Welke kleur kleding draag jij het meest? Hoe komt dat? Past die kleur goed bij de kleur van je ogen/haar/huid, is die kleur in de mode, past die bij jouw uitstraling, of is er een andere reden voor?
Zij heeft
vingers.
Ik wil dat Hij ziet
op
slaan
Onder de
Iemand Hij is een
zien.
van jaloezie.
Iemand bont en
Een
-er.
zoden liggen. raaf. maken. muis.
KLEURENOEFENINGEN IN VERF Kopieer het onderstaande raster van vijf blokjes bij vijf blokjes op stevig wit papier of aquarelpapier. Of laat hen het raster overnemen met behulp van liniaal en potlood.
Geef de kinderen: enkele vellen met het raster, een niet al te brede Lyonse kwast, een palet of stukje karton met dotjes gouacheverf in de primaire kleuren en zwart en wit, een bakje met een bodempje water, tissuepapier om de kwast tussendoor mee te drogen. De opdrachten kunnen bijvoorbeeld zijn:
een kleurenoefening met koele kleuren een kleurenoefening met warme kleuren een kleurenoefening met warm-koudcontrast een kleurenoefening met licht-donkercontrast een kleurenoefening met complementair contrast een kleurenoefening met jouw lievelingskleuren een kleurenoefening met bonte kleuren een kleurenoefening met pastelkleuren een kleurenoefening met droevige kleuren een kleurenoefening met primaire kleuren
ANTWOORDEN
Hij ziet zo rood als een kreeft.
van 100 watt, dus 6000 watt.
Zij is onervaren.
centimeter van het oppervlak van de Zon geeft net zoveel warmte als 60 lampen
Zij is zo groen als gras.
In het centrum van de zon is het 15 miljoen graden Celsius heet. Een vierkante
Zijn huid is helemaal rood.
Ik heb ooit een poosje op voetbal gezeten.
zon inderdaad uit gaat.
Ik heb een blauwe maandag op voetbal gezeten.
een lichtknop is waarmee je de zon 'uit' kunt doen, dan zie je na 7 minuten dat de
Het is heel donker.
en is dan ongeveer 7 minuten onderweg voordat wij het zien. Stel je voor dat er
Zo zwart als de nacht.
Het licht van de Zon reist met een snelheid van 300.000 kilometer naar de aarde
Daar komt mijn prins op het witte paard!
Zij is een zwartrijder.
Magenta is fel roze.
Hij werkt zonder belasting te betalen.
Cyaan een ander woord voor turkoois.
Hij werkt in de avonduren zwart.
Mauve een licht blauwachtig roze.
De rekeningen kosten haar veel geld.
Turkoois is blauw met een beetje groen gemengd.
Zij betaalt zich blauw aan rekeningen.
Violet is hetzelfde als paars. Een lichte tint van violet/paars wordt lila genoemd.
Daar komt de man van mijn dromen.
Indigo ligt tussen blauw en violet in.
Zij betaalt niet een ritje met het openbaar vervoer. De middelste kleur in de regenboog is groen.
Alles door een roze bril zien. Alles zo positief inzien dat je geen gevaren of nadelen ziet.
Iemand in elkaar slaan.
tafelkleed en de oranjegele stoel ‘op dezelfde lijn’ in het schilderij.
Iemand bont en blauw slaan.
Min of meer een complementair contrast ontstaat bij het paarsblauw van het
Hij is heel jaloers.
en roze van andere bloemen.
Hij ziet groen van jaloezie.
in het boeket steekt het koele blauw van twee bloemen af tegen het warme rood
Ik wil dat de afspraak op papier wordt vastgelegd.
geel van de stoel of tegen de licht roze-gele huidskleur van het jongetje. Maar ook
Ik wil dat zwart op wit zien.
Ook is er een warm-koudcontrast? Het koele groen van de jurk tegen het warme
Zij is goed in het verzorgen van planten.
tegen het uitzicht door het raam en de witte vitrage voor het raam.
Zij heeft groene vingers.
Ook is er een licht-donkercontrast: de vloer en tafel steken bijvoorbeeld donker af
Andere mensen lijken het altijd beter te hebben.
tegen het bruin van de tafel.
Het gras bij de buren is altijd groener.
stoel/het wit van de doek waarop de baby ligt, of het blauw van het tafelkleedje
Hij probeert een goede indruk te maken.
kleurcontrast te zien. Bijvoorbeeld: het groen van de jurk tegen het geel van de
Hij probeert bij zijn baas een wit voetje te halen.
In het schilderij van Jan Sluyters zijn een heleboel voorbeelden van kleur tegen
Onder de groene zoden liggen.
Een witte raaf.
tegen kleurcontrast is bijvoorbeeld beige en bruin.
Op het kerkhof begraven liggen.
Een sterk kleur tegen kleurcontrast is bijvoorbeeld rood en blauw; zwak kleur
Een grote (en goede) uitzondering.
Slecht praten over iemand.
antraciet.
Iemand zwart maken.
Tussen wit en zwart liggen diverse tinten grijs: bijvoorbeeld parelgrijs, staalgrijs en
Hij is een grijze muis. 1. D. Primaire kleuren zijn kleuren die je niet door het mengen van verf kunt maken.
Hij is een saai persoon.
2. A. Als je twee primaire kleuren verf mengt, krijg je een secundaire kleur. 3. D. Blauw en geel 4. C. Tertiaire kleuren ontstaan als je één primaire en één secundaire kleur mengt. 5. A. Complementaire kleuren zijn elkaars tegengestelde en versterken elkaar. 6. A. Kleuren waarin blauw is gemengd. 7. C. geel, oranje en rood 8. C. Tinten zijn verschuivingen in één en dezelfde kleur, bijv. van licht naar donker 9. A. waar 10. B. bruine verf
GEBRUIKTE BRONNEN BOEKEN: Johannes Itten, Kleurenleer, uitgeverij Cantecleer, 1998, ISBN 9031200583 Tentoonstellingscatalogus XXste Eeuw, Gemeentemuseum Den Haag, 2008 Ad de Visser, Hardop kijken, uitgeverij Sun, 2006, ISBN 9061682517 WEBSITES: www.hetklokhuis.nl/lees/dossiers www.kennisvragen.nl www.kinderuniversiteit.nl www.kunstbus.nl www.spreekwoorden.nl www.sterrenkids.nl www.wikipedia.nl www.wikijunior.nl
© Gemeentemuseum Den Haag Tekst: Jet van Overeem Productie: sector Educatie en afdeling Foto & Vorm oktober 2015 Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/smartboard.