Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
[Uitzending 1273: Openbaring 15:2 t/m 8]
Aan het eind van de vorige uitzending lazen we het eerste vers van Openbaring 15. We gaan er deze uitzending mee beginnen. Openbaring 15 vers 1: Ik zag nog een indrukwekkend en wonderlijk teken in de hemel: zeven engelen met de zeven laatste rampen. Na die rampen zal Gods toorn voorbij zijn. De eerste vier verzen van Openbaring 15 zijn de afsluiting van het visioen in Openbaring 14. De verzen geven een blik in de hemel, waar zich een schare van overwinnaars bevindt die God een loflied toezingt (vs.2-4). Mogelijk is vers 1 bedoeld als een soort opschrift of resumé, waarin dat wat volgt kernachtig wordt samengevat.
Bij de zeven schalen van Gods toorn die in Openbaring 15 en 16 worden beschreven, zullen we moeten denken aan de voltrekking van het oordeel van de zevende bazuin. Omdat de zevende bazuin geen ramp inluidt, hoewel het toch het derde wee is, moeten we concluderen dat de zeven schalen van Gods toorn de inhoud van het derde wee zijn waarmee de toorn van de HERE God wordt voltooid. Dat de zeven schalen van Gods toorn ( beschreven in Openb. 15:7-16:21) de laatste zijn, wil niet zeggen dat er daarna geen rampen en oordelen meer zullen volgen. Want Satan en zijn trawanten zullen nog worden gestraft en de grote dag van het oordeel is nog niet aangebroken. Het gaat in Openbaring 15 en volgende specifiek om de voltooiing van de rampen die God in de eindtijd over ‘Babylon’ brengt (Openb.17) om het daarmee alsnog een gelegenheid te bieden tot inkeer te komen (Openbaring 16:9,11), voordat het laatste oordeel wordt geveld.
Openbaring 15 vers 2: Ik zag iets dat leek op een zee van glas dat met vuur vermengd was. Op die glazen zee stonden de mensen die als overwinnaars uit de strijd met het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam tevoorschijn waren gekomen. Zij hadden allemaal een harp van God gekregen… De glazen zee (letterlijk: iets als een glazen zee), die Johannes al eerder had gezien (Openb.4:6), bevindt zich in de hemel, voor de troon van God. Dat deze zee gemengd is met vuur benadrukt de heiligheid en majesteit van God (Dan.7:9-10). De overwinnaars die bij de glazen zee staan, zijn de TTB – NL – TWR – CW
1
Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
martelaren die de grote verdrukking hebben doorstaan. Door trouw te blijven aan het geloof in Christus hebben zij - dwars door de dood heen (Openb.12: 11) – de overwinning behaald op ‘het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam’ (Openb.13). De mensen stonden op een zee van glas dat met vuur vermengd was. Gezien de duidelijke toespelingen op de uittocht uit Egypte in dit en de volgende verzen, worden we in Openbaring 15 herinnerd aan de doortocht door de Rode Zee, waarbij de Israëlieten nadat ze door de zee waren getrokken op de oever van de Rode Zee het lied van Mozes zongen. Het gezang dat in de hemel klinkt (vs.3) onder begeleiding van ‘de harpen’ – het is beter te vertalen met ‘de lieren’ (Kithara; zie de uitzending over Openb. 14:1-4) – die zij van God hadden gekregen, doet sterk denken aan Openbaring 14.
Openbaring 15 vers 2 en 3: Ik zag iets dat leek op een zee van glas dat met vuur vermengd was. Op die glazen zee stonden de mensen die als overwinnaars uit de strijd met het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam tevoorschijn waren gekomen. Zij hadden allemaal een harp van God gekregen en zongen het lied van Mozes, de dienaar van God en het lied van het Lam: Almachtige Here en God, wat U hebt gedaan, is groot en wonderbaar! Heerser over de volken, rechtvaardig en betrouwbaar is alles wat U doet. Veelal wordt aangenomen dat het in vers 3 om twee afzonderlijke liederen gaat, namelijk: het lied van Mozes en het lied van het Lam. Bij het eerste lied kan dan worden gedacht aan het lied van Mozes aan de Schelfzee (Ex.15:1-18), of aan het lied van Mozes aan het einde van zijn leven (Deutr.32 :1-43). De inhoud ervan wordt dan niet vermeld, omdat die bekend wordt verondersteld vanuit het OT. Het tweede lied, het lied van het Lam, is in dat geval het lied dat is beschreven in Openbaring 15:3b en 4, dat in de Griekse tekst op de gebruikelijke manier wordt ingeleid met de woorden ‘zeggende’ (Openb.4:11; en in de Griekse tekst van Openb.5:9,12,13; 7:10,12 enz.). Toch is het ook mogelijk dat het gaat om één lied, namelijk: het lied van Mozes, de dienaar van God en het lied van het Lam. De tekst van het betreffende lied is dan opgetekend in Openb.15:3b en 4. Voor de opvatting dat het om één lied gaat, pleit dat in de tekst van Openbaring 15 het lied van Mozes wordt aangehaald (Deutr.32:4). De herhaling van de woorden ‘en het lied van’ is noodzaTTB – NL – TWR – CW
2
Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
kelijk vanwege de nadere omschrijving van Mozes als ‘de dienaar van God’. Zonder deze herhaling zou ‘en van het Lam’ nl. op ‘dienaar’ te betrekken zijn en komt er te staan: ‘Mozes, de dienaar... van het Lam’, in plaats van ‘het lied van het Lam’. Dat het lied geassocieerd wordt met Mozes en het Lam (Christus) suggereert dat er in Openbaring 15 sprake is van een Mozestypologie. Zoals de Israëlieten een overwinningslied aanhieven na de doortocht door de Rode Zee (Ex.15), zo bezingen de door het beest gedode gelovigen in de hemel (vs.2) hun overwinning nadat zij de glazen zee zijn doorgetrokken. Mozes, de leider van het volk Israël, is daarbij een voorafschaduwing van de Here Jezus, de Messias, die Zijn volk naar de hemelse heerlijkheid heeft geleid.
Het lied is één grote lofzang op wat God voor hen heeft gedaan en is bijna volledig samengesteld uit OT teksten. In Psalm 92:6 lezen we: HERE alles wat U doet is ontzagwekkend, Uw gedachten zijn heel diep en wijs. In andere Bijbelvertalingen lezen we: groot en wonderbaar zijn Uw werken’ (Ps.98:1; 111:2; 139:14; vgl. ook Ex.34:10). In Deuteronomium 32:4 lezen we over de HERE: Hij is de Rots, Zijn daden zijn volmaakt. Alles wat Hij doet, is rechtvaardig en goed. Hij is God, een God die trouw is, zonder bedrog, Hij is de Rechtvaardige. In een andere Bijbelvertaling lezen we: rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen. In Psalm 145:17 lezen we: De HERE is rechtvaardig in alles wat Hij doet. Zijn goedheid en liefde stralen af van alles wat Hij maakt.
Openbaring 15 vers 4: Here, wie zou geen ontzag voor U hebben? Wie zou U niet eren om wie U bent? U alleen bent heilig. Alle volken zullen komen en U aanbidden omdat nu duidelijk is geworden dat U recht doet. Ook in vers 4 klinkt opnieuw het OT door in de woorden van het lied: Here, wie zou geen ontzag voor U hebben? Wie zou U niet eren om wie U bent? In Psalm 86:9 lezen we: Eenmaal zullen alle volken, die allemaal door U zijn gemaakt, naar U toekomen en voor U neerknielen, HERE. Dan zullen zij allemaal Uw naam eren. En in Jeremia 10:7 lezen we: Wie zou er geen ontzag hebben voor U, Koning van de volken? En zo hoort het, want onder
TTB – NL – TWR – CW
3
Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
alle wijze mannen op aarde en in alle koninkrijken van deze wereld is er niemand zoals U. Over de heiligheid van God lezen we in 1 Samuël 2 vers 2: Niemand is zo heilig als de HERE! Er is geen andere God, geen andere Rots dan onze God. Alsook in Psalm 99:3 waar we lezen: Laten zij daarom ook Uw grote en heilige naam prijzen. God is een heilige God. En in Psalm 111:9 lezen we: Hij heeft Zijn volk bevrijd, Zijn verbond ligt voor eeuwig vast. Zijn naam is heilig en alle ontzag waard (Deutr.32:4).
Dat alle volken de HERE zullen aanbidden lezen we in Jesaja 2 vers 2 en 3: In de laatste dagen zullen Jeruzalem en de tempel van de HERE een grote aantrekkingskracht op de wereld uitoefenen en mensen uit vele landen zullen daar naartoe trekken om de HERE te aanbidden. Kom, zullen zij tegen elkaar zeggen, laten wij naar de berg van de HERE gaan om de tempel van de God van Israël te bezoeken. Hij zal ons leren hoe wij moeten leven en wij zullen Hem gehoorzamen. Want in die tijd zal de HERE vanuit Jeruzalem de hele wereld onderwijzen en regeren. En in Jeremia 16:19 en 20 zegt de profeet Jeremia: O HERE, mijn sterkte en mijn burcht, mijn toevlucht in tijden van nood, alle volken uit de hele wereld zullen naar U toekomen en zeggen: Onze voorouders zijn dom geweest, want zij aanbaden waardeloze afgoden! Kan een mens zijn eigen god maken? Ja, alleen zijn zij geen echte goden. In Openbaring 15:4c lezen we: Alle volken zullen komen en U aanbidden, omdat nu duidelijk is geworden dat U recht doet. Dit laatste lezen we in Psalm 98 vers 2: De HERE vertelt hoe Hij redding biedt, alle volken ter wereld kunnen nu zien hoe rechtvaardig Hij is. Immers de HERE is de hoogste Rechter en alleen Hij doet recht. In de Griekse tekst lezen we in vers 4: Wie zou U niet vrezen, HERE, en Uw Naam niet verheerlijken? Want U alleen bent heilig; want alle volken zullen komen, en voor U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden. Het driemaal terugkerende ‘want’ geeft de redenen aan waarom God door iedereen geëerd en verheerlijkt moet worden.
Openbaring 15 vers 5: Daarna zag ik de tempel in de hemel, de tempel met de verbondstent, wijd opengaan. Met de woorden ‘daarna’ (vs.1-4) zag ik’ begint het eigenlijke visioen van de zeven engelen met de zeven laatste TTB – NL – TWR – CW
4
Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
rampen (vs.1). We lazen soortgelijke openingswoorden in Openbaring 4 vers 1: Nadat ik dit gehoord en gezien had, zag ik een deur in de hemel open staan en hoorde ik dezelfde luide stem. En in Openbaring 7:1 lezen we: Daarna zag ik vier engelen op de vier hoeken van de aarde staan. En verderop in vers 9: Daarna zag ik een ontelbare menigte mensen. Zij kwamen uit alle rassen, volken, stammen en taalgroepen. Tenslotte lezen we in Openbaring 18 vers 1: Daarna zag ik een andere engel uit de hemel naar beneden komen. Hij had grote macht en de aarde werd door zijn glans verlicht.
In Openb.15:5 ziet Johannes net als in Openb.11:19 dat de tempel in de hemel wordt geopend. Daarmee wordt duidelijk dat het openen van de hemelse tempel het begin van de zeven rampen markeert. We kunnen de woorden: ‘Daarna zag ik de tempel in de hemel, de tempel met de verbondstent, wijd opengaan’ het beste vertalen met ‘de tempel, dat is de tent van de getuigenis in de hemel, werd geopend…’. Dat de tempel nader wordt omschreven als ‘de tent van de getuigenis’ herinnert aan de tabernakel in de woestijn (Ex.38:21; Num.10:11; 17:7), waar de twee stenen plaquettes van de wet – de Tien Geboden – werden bewaard in de ark van het verbond (o.a. Ex.40:1-16). In Handelingen 7:44 t/m 50 lezen we: In de woestijn hadden onze voorouders de tabernakel met daarin Gods wetten. Mozes had die tabernakel in opdracht van God gemaakt, volgens het voorbeeld dat hij had gezien. Later werd die tent door ons volk hier gebracht. Dat gebeurde toen het onder leiding van Jozua het land had ingenomen en alle inwoners eruit had verjaagd. Ons volk heeft de tent bij zich gehad tot in de dagen van David, een man die bij God in de gunst stond. David vroeg of hij voor God een huis mocht bouwen, een vast onderdak te midden van het volk van Israël. Zijn zoon Salomo bouwde een huis voor God, maar de Allerhoogste God woont niet in een gebouw dat door mensen gemaakt is. Door de profeet Jesaja zei Hij: De hemel is Mijn troon en de aarde is Mijn voetenbank. Wat voor tempel kunt u dan voor Mij bouwen die Mij tot een huis zou kunnen zijn om daarin te wonen? Ik heb de hele wereld gemaakt! We lazen in Openbaring 15 vers 5: Daarna zag ik de tempel in de hemel, de tempel met de verbondstent, wijd opengaan. Dat de TTB – NL – TWR – CW
5
Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
hemelse tempel zo wordt beschreven, spreekt van Gods duurzame verbond met Zijn volk en Zijn ethische eis aan de mensheid.
Openbaring 15 vers 6: De zeven engelen met de zeven rampen kwamen naar buiten. Zij hadden blinkend witte kleren aan en droegen een gouden band om hun borst. De beschrijving van de zeven engelen die uit de tempel – dat wil zeggen: uit de onmiddellijke tegenwoordigheid van God te voorschijn komen – doet denken aan de indrukwekkende verschijning van Christus als de Mensenzoon in Openb.1:13 waar we lezen: en daartussen stond iemand als een mensenzoon. Hij droeg een lang kleed, dat tot op Zijn voeten hing en had een gouden band om Zijn borst. Linnen gewaden werden in Israël gedragen door priesters (Ex.28:42-43;Lev.6:10) en vaak wordt de hemelse verschijning van engelen zo omschreven (Ezech.9:2,3,11;10:2,6,7;Dan.10:5;12: 6,7).
Bij de zeven schalen van Gods toorn die in Openbaring 15 en 16 worden beschreven, zullen we moeten denken aan de voltrekking van het oordeel van de zevende bazuin. Het is gelijk aan het derde wee, (Openb.11:14), dat in Openbaring 10 (vs.7) en in Openbaring 11 (vs.15 t/m 19) wel is aangekondigd, maar niet werd uitgevoerd. De beschrijving werd namelijk onderbroken door Openbaring 12, 13 en 14. Omdat de zevende bazuin geen plaag inluidt, maar wel het derde wee is, moeten we concluderen dat de zeven schalen van Gods toorn de inhoud van het derde wee vormen. Met deze zeven schalen van Gods toorn wordt Gods toorn voleindigd. De zeven rampen (= de zeven schalen van Gods toorn in Openb.15:7-16:21) zijn de laatste rampen, omdat we in Openbaring 15 vers 1 lazen: na die rampen zal Gods toorn voorbij zijn. Maar dat wil niet zeggen dat er daarna geen rampen en oordelen meer zullen volgen. Het gaat o.a. in Openbaring 15 specifiek om de voleinding van de rampen die God in de eindtijd over ‘Babylon’ brengt om het daarmee alsnog een gelegenheid te bieden tot inkeer te komen voordat het laatste oordeel wordt geveld.
Openbaring 15 vers 7: Een van de vier levende wezens gaf elk van de engelen een gouden schaal, vol met de wraak van God, die eeuwig leeft. TTB – NL – TWR – CW
6
Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
Een van de vier levende wezens (zie uitleg Openb.4:6) overhandigt aan elk van de zeven engelen een gouden schaal met daarin ‘de wraak van God’ om die uit te gieten over de aarde (Openb.16:1). In Openbaring 5:8 lazen we ook over gouden schalen, maar die zijn niet te vergelijken met de gouden schalen uit Openbaring 15. Die gouden schalen staan in schril contrast met de gouden schalen uit Openbaring 5:8, waar de vier levende wezens en de vierentwintig ouderlingen elk een gouden schaal met reukwerk hebben. In Openb.5:8 gaat het over het: ‘heerlijk reukwerk van de gebeden van de gelovigen’, maar in Openb. 15:7 gaat het over engelen met gouden schalen, vol met de wraak van God. Daarbij gaat het niet om de wraak van zomaar iemand, maar van God, die eeuwig leeft. Dat de HERE voor altijd en eeuwig leeft lazen we ook in Openbaring 4 vers 9: Die vier levende wezens eren, prijzen en danken Hem die op de troon zit en die voor altijd en eeuwig leeft.
Openbaring 15 vers 8: Toen werd de tempel gevuld met rook, als teken van Gods heerlijkheid en macht. Niemand kon de tempel binnengaan, totdat de zeven rampen van de zeven engelen voorbij waren. De tempel werd helemaal gevuld met rook als een zichtbare manifestatie van Gods heerlijkheid en macht. Zijn heilige toorn zorgt ervoor, dat niemand het heiligdom, de tempel, kon binnengaan. Mogelijk om er voorbede te doen? (Openb.6:910; 8:3). De situatie doet denken aan de wolk die de tent van de ontmoeting in de woestijn bedekte, zodat Mozes er niet kon binnengaan. We lezen in Exodus 40 vers 34 en 35: Toen bedekte de wolk de tent van de ontmoeting en de heerlijkheid van de HERE vulde de tabernakel. Mozes kon er niet binnengaan, want de wolk versperde hem de weg en de tabernakel was vervuld van de heerlijkheid van de HERE.
Een ander voorbeeld lezen we bij de inwijding van de tempel van Salomo, waarbij de tempel vervuld werd met rook en de priesters vanwege de heerlijkheid van de HERE niet konden blijven staan om dienst te doen. 1 Koningen 8 vers 10 en 11: Terwijl de priesters terugkeerden uit het binnenste heiligdom, vulde een heldere wolk de tempel en daardoor konden de priesters niet meer de tempel in om er hun diensten te verrichten. De heerlijkheid en glorie van de HERE vulde het hele gebouw. De HERE daalt neer in een TTB – NL – TWR – CW
7
Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
wolk die de tempel vervult. Deze ervaring is zo krachtig dat de priesters hun dienst niet meer kunnen vervullen. De aanwezigheid van de HERE is verborgen in een dikke wolk, zoals bij de Sinaï (Ex.24). Salomo herinnert eraan dat de HERE eerder verkoos om te verschijnen in een wolk. Nu de tempel voltooid is, en de ark van het verbond erin staat, kan Salomo de HERE een koninklijk huis aanbieden.
In 2 Kronieken 5 lezen we wat er gebeurde toen de ark van het verbond de tempel van Salomo werd binnengebracht. We lezen in 2 Kronieken 5 vers 11: Nadat alle priesters de reinigingsceremonieën hadden ondergaan, zonder dat werd gelet op de afdeling waartoe zij behoorden, kwamen ze naar buiten. Alle priesters – niet alleen degenen die dienst hadden – hebben zich geheiligd. De Levitische zangers – met als voornaamste leden Asaf, Heman en Jedutun – staan klaar aan de oostkant van het altaar (vs.12). Zij dragen heilige kleding. Daarnaast zijn er ook 120 priesters met trompetten, terwijl andere priesters cimbalen, citers en harpen bespelen.
2 Kronieken 5 vers 13 en 14: Het orkest en het koor prezen en dankten de HERE eenstemmig. Hun lofprijzing werd begeleid door trompetgeschal, het gerinkel van cimbalen en het luide spel van de andere muzikanten, allen prezen en dankten de HERE. Steeds weer herhaalden zij de woorden: Hij is goed en Zijn goedheid en liefde duren tot in eeuwigheid. En op datzelfde moment vulde de glorie van de HERE de tempel in de gestalte van een lichtende wolk, waardoor de priesters niet konden blijven staan en hun dienst moesten onderbreken. En verderop in 2 Kronieken 7:1 t/m 3 lezen we: Nadat Salomo zijn gebed had beëindigd, flitste vuur vanuit de hemel naar beneden dat de offers verteerde. En de heerlijkheid van de HERE vulde de tempel, zodat de priesters niet naar binnen konden. Alle mensen hadden het zien gebeuren en knielden met gebogen hoofd om de HERE te aanbidden en te danken. Zij riepen uit: Hij is goed en Zijn goedheid en liefde duren tot in eeuwigheid! (Jes.6:4; Ezech.10:3-4; zie ook Ex.19:18; de verschijning van de HERE op de berg Sinaï). Zolang de zeven rampen woeden, zal de HERE God zich door niets of niemand laten afhouden van de uitvoering ervan. Dat lazen we al bij de aankondiging in Openbaring 10 TTB – NL – TWR – CW
8
Versie 2 – Openbaring 15:2 t/m 8 – nr.1273
vers 7: Van uitstel is geen sprake meer. Als de zevende engel op zijn bazuin blaast, zal God Zijn verborgen plan uitvoeren, zoals Hij Zijn dienaren, de profeten, beloofd had.
Daarover meer in de volgende uitzending.
TTB – NL – TWR – CW
9