Luizen: ze zijn er nog

Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid

Oefenmap lezen en schrijven Luizen: ze zijn er nog

p. 1 Niveau 2

Luizen: ze zijn er nog

Soms krabben kinderen zich in het haar. Dan weten ouders het wel: luizen! Luizen zijn geen plaag van vroeger. Ook nu hebben veel kinderen er last van. Op 100 kinderen zijn er 2 tot 10 met luizen. Dat zijn geen vuile kinderen. Het omgekeerde is waar. Luizen voelen zich het best in proper haar. Luizen zijn zeker geen schande. De jeuk is wel vervelend. Kinderen met luizen worden soms gepest. Er bestaan shampoos en lotions tegen luizen. Maar die zijn giftig. En ze werken niet altijd. Een kam tegen luizen is daarom nog het beste middel. Je moet wel minstens 2 keer per week kammen. Je moet het heel grondig doen. En het haar moet nog vochtig zijn. Zo vind je de jonge luizen voor ze voor neten kunnen zorgen.

(kw)

Tekst uit: De Kleine Wablieft 299


1

p. 2 Niveau 2

Waar of niet waar?

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

2


Luizen zijn een plaag van vroeger. Ook nu hebben veel kinderen er last van. Luizen voelen zich het best in vuil haar. Luizen zijn een schande. Kinderen met luizen worden altijd gepest. Er bestaan geen middelen tegen luizen. Een kam tegen luizen is nog het beste middel.

waar

niet waar

Waar of niet waar?

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Kinderen die zich in het haar krabben, hebben soms luizen. Luizen kwamen vroeger veel meer voor dan nu. Kinderen met luizen zijn vuile kinderen. Wie luizen heeft, moet zich schamen. Shampoos tegen luizen zijn giftig. Als je een luizenkam gebruikt, ben je van de luizen verlost. Twee keer per week grondig kammen met een luizenkam kan helpen.


.............................. .............................. .............................. .............................. .............................. .............................. ..............................


1

p. 3 Niveau 2

Vul een passend woord in. Kies uit: tegen - in - per - met - van.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

2


Soms krabben kinderen zich ……… het haar. Ze hebben last ……… luizen. Luizen zijn geen plaag ……… vroeger. Op 100 kinderen zijn er 2 tot 10 ……… luizen. Luizen voelen zich het best ……… proper haar. Een kam ……… luizen is nog het beste middel. Je moet twee keer ……… week grondig kammen.

Welk woord moet weg?

1. Luizen zijn geen een plaag van vroeger. ......................................................................................................................... 2. Ook nu hebben veel kinderen er geen last van. ......................................................................................................................... 3. Luizen voelen zich goed het best in proper haar. ......................................................................................................................... 4. De jeuk is wel leuk vervelend. ......................................................................................................................... 5. Een kam tegen luizen is nog niet het beste middel. ......................................................................................................................... 6. Je moet wel minstens twee keer per week wassen kammen. ......................................................................................................................... 7. En het haar moet niet nog vochtig zijn. .........................................................................................................................



1

p. 4 Niveau 2

Wat is ongeveer hetzelfde?

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

2


het omgekeerde de neet waar het middel de plaag vervelend soms

het probleem af en toe het tegengestelde onaangenaam het luizeneitje de oplossing juist

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

= = = = = = =

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

Wat is het tegengestelde?

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

proper vervelend giftig grondig soms het omgekeerde vroeger


dikwijls hetzelfde nu vuil oppervlakkig aangenaam gezond


1


Kruis aan wat het betekent.

1. Luizen zijn geen plaag van vroeger. Vroeger hadden de mensen geen luizen. Ook nu vormen luizen een probleem. 2. Ook nu hebben veel kinderen er last van. Veel kinderen hebben luizen in het haar. Ook nu zijn er veel lastige kinderen 3. Luizen zijn zeker geen schande. Een kind met luizen moet zich niet schamen. Als je luizen hebt, moet je daar niets tegen doen. 4. Je moet wel minstens 2 keer per week kammen. Als je elke week een of twee keer kamt, komt het goed. Elke week moet je twee keer kammen, meer mag ook.


p. 5 Niveau 2


1


p. 6 Niveau 2

Maak een goede zin. Begin met een hoofdletter, eindig met een punt.

1. somskrabbenkinderenzichinhethaar ......................................................................................................................... 2. luizenzijngeenplaagvanvroeger ......................................................................................................................... 3. ooknuhebbenveelkinderenerlastvan ......................................................................................................................... 4. luizenzijnzekergeenschande ......................................................................................................................... 5. kinderenmetluizenwordensomsgepest ......................................................................................................................... 6. eenkamtegenluizenisnoghetbestemiddel ......................................................................................................................... 7. zovindjedeluizenvoorzevoornetenkunnenzorgen .........................................................................................................................



1


p. 7 Niveau 2

Zelf schrijven. Bedenk een titel voor je tekst.

Had je zelf ooit luizen? Of iemand uit je gezin? Was je beschaamd? Hoe werd het luizenprobleem opgelost?

...................................................................

......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... .........................................................................................................................



1


p. 8 Niveau 2

Kruiswoordraadsel. Zoek het woord onder de pijl.

9.

10.

8.

1.

2. 7. 3.

4. 5.

6.

Van links naar rechts 1. niet vuil 2. een beetje nat 3. niet aangenaam 4. een probleem voor veel mensen 5. dat gebruik je om je haar te wassen 6. de eitjes van luizen

Van boven naar onder 7. dat doe je bij jeuk 8. niet oppervlakkig 9. wat voorbij is 10. dat is vervelend als je luizen hebt

Het woord onder de pijl is: ..................................................

De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p. 9.




p. 9 Niveau 2

Oplossing kruiswoordraadsel.

p

l

j

g

l

r

u

o

u

o

i

e

k

7.

n

z

g

k

d

r

i

n

g

k

a

a

3.

5.

b n

v

b

6.

10.

8.

2.

4.

9.

e

s

v

h

e

a m

t

e

n


n

1.

r

p

v

r

e

o

l

r

m

p

o

o

p

e

e

n

r

d

Luizen: ze zijn er nog

Recommend Documents