...en ze leren er ook nog wat van! De beste voorstelling bij de leerdoelen die je stelt OBJEKTENTHEATER TAMTAM | Marije van der Sande | Gérard Schiphorst ARTEZ | Arianne Koeleman | Ewout Ganzevoort | Job Kühlkamp | Wietse Klok KATHOLIEKE PABO ZWOLLE | Mieke de Jager | HET KOMPAS VOLLENHOVE | Mirjam de Jonge
BROOD IS VOEDSEL VOOR HET LICHAAM, KUNST IS VOEDSEL VOOR DE ZIEL Vanuit die gedachte schreven we een receptenboekje: de keuken heeft zich tot doel gesteld om theatervoorstellingen en onderwijsdoelen beter dan voorheen op elkaar aan te laten sluiten. De voorstelling ZO SLIM ALS EEN EZEL van OBJEKTENTHEATER TAMTAM gebruikten we als studiemateriaal. Bekijk de trailer van ZO SLIM ALS EEN EZEL of kijk op www.tamtamtheater.nl voor meer informatie over de voorstelling.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord Pamflet
Een recept om creatieve, zelfstandig denkende mensen te creëren
Voor onderwijs Voorstelling kiezen
de ingrediënten verzamelen
Klassen voorbereiden Voor theatermakers
wat leren kinderen in het basisonderwijs
Vragenlijsten
voor de maker en de docent
Voorwoord Voor je ligt een praktische handleiding die gaat over theater in het basisonderwijs. Het hoofddoel hiervan is een betere verbinding te creëren tussen theatervoorstellingen en het basisonderwijs. Met dit als uitgangspunt is de handleiding geschreven vanuit twee invalshoeken: het onderwijs en de theatermaker We willen daarbij ondersteuning bieden vanuit 3 perspectieven 1) De leerkracht willen we helpen bij het voorbereiden van de klas op een voorstellingsbezoek, en bij de verwerking ervan. 2) De interne cultuur coördinator (ICC’er) geven we een weg om te komen tot de beste keuze voor een voorstelling. 3) Voor de theatermaker behandelen we hoe hij zijn voorstelling kan laten aansluiten op het basisonderwijs. In deze handleiding komt een aantal keer het woord EDUCATIE voor. Dat lijkt voor zich te spreken, maar het blijkt vrij lastig om daar een eenduidige definitie van te geven. We houden de derde definitie van de Dikke van Dale aan: onderwijs. Educatie is een breed begrip en in deze context ligt de definitie onderwijs
het meest voor de hand. In de theaterwereld heeft het woord nog een hele eigen betekenis. Daarin draagt het de betekenis van het organiseren van leerzame ervaringen op het gebied van theater (meestal in het kader van een voorstellingsbezoek). Dit kan in de vorm van een les, maar ook in de vorm van het maken van een voorstelling met jongeren als spelers of het organiseren van andere verwerkende activiteiten. De voorliggende handleiding is bedoeld om de verbinding tussen het theater en het basisonderwijs te verbeteren vanuit de bovengenoemde drie perspectieven. Verder vind je in dit boekje een kort pamflet over het belang van theatereducatie. Dit omdat wij van mening zijn dat deze vorm van educatie ten onrechte het ondergeschoven kindje lijkt te zijn in het onderwijs. In het pamflet staat in een aantal punten uitgewerkt waarom theatereducatie van groot belang is, en niet onderschat zou moeten worden. Onze hoop is dat de praktijk zal uitwijzen dat door deze handleiding de genoemde verbinding tussen theater en onderwijs beter en makkelijker te maken zal zijn en dat theatereducatie op waarde geschat zal worden.
Pamflet OVER HET BELANG VAN KUNSTEDUCATIE EEN RECEPT OM CREATIEVE, ZELFSTANDIG DENKENDE MENSEN TE CREËREN Binnen de drukte en de voorbepaalde leerlijnen van het basisonderwijs kan het voorkomen dat een voorstellingsbezoek al snel wordt ervaren als een ‘moetje’. Er moet in de praktijk veel aandacht besteed worden aan de leerdoelen die ‘behaald’ moeten worden, anders loopt de school gevaar tijdens de accreditatie. Daarnaast speelt mee dat er een algemeen beeld bestaat dat alles wat ‘leuk’ is als extraatje voor de vrijdagmiddag bewaard dient te worden. Wat je leuk vindt, doe je vooral in je eigen tijd. Maar daarbij wordt over het hoofd gezien dat het leerrendement bij kinderen vele malen hoger ligt wanneer ze het naar hun zin hebben. Dubbele leerprocessen levert dat op. Wetenschapsjournalist Mark Mieras is in dit veld gespecialiseerd en breekt een lans voor de kunst binnen het onderwijs. Volgens hem zijn kunstvakken essentieel voor de ontwikkeling van het basisschoolkind. Hij maakt binnen het leren van kinderen onderscheid tussen twee processen: het overdragen van kennis en de hersenontwikkeling.
Scholen worden op het eerste getoetst, maar het zijn twee processen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. LEES EN KIJK VERDER www.cultuuropschool.nl/info/waarom-cultuureducatie Persoonsvorming: hoe kunst kinderen uitdaagt zichzelf te zijn Uit voorgaande volgt dat kunstvakken zeker ook praktisch nut hebben. Daarnaast gaat er nog een andere werking van uit: binnen een kunstvak wordt – in tegenstelling tot binnen andere vakken – voortdurend van een kind gevraagd om zich te profileren. Wanneer een kind een tekening maakt, mag hij dat op zijn eigen manier doen en daarbij (voor een deel) zijn eigen regels maken. Hiermee creëert hij een ‘eigen wereld’. Hierdoor ontstaat gaandeweg steeds meer bewustwording van de eigen identiteit. Het kind ervaart hoe het in de wereld staat. Stimulering van creativiteit zorgt voor kinderen die oplossingsgericht kunnen denken en zo later volwassenen kunnen zijn die innovatief kunnen denken en zo belangrijk kunnen zijn voor de ontwikkeling van onze samenleving. Aanraking met kunst is een bijzonder effectieve weg om de creativiteit van kinderen te stimuleren. Een kind leert in een kunstvak te experimenteren, te onderzoeken, zijn creativiteit in te zetten om tot
nieuwe mogelijkheden te komen. Dit draagt bij aan het ontstaan van een oplossingsgerichte instelling. Ieder leeg blad en iedere nieuwe improvisatie is een probleem dat je alleen met creativiteit kunt oplossen. Op dat moment is een kind dus creatief en probleemoplossend bezig. De maatschappij heeft een dringende behoefte aan innovatie en oplossingsgerichtheid. Creativiteit is in die zin een onmisbare kwaliteit op de werkvloer. Een bedrijf wil werknemers inhuren die hun werk goed kunnen doen, ook als ze op een probleem stuiten. Dan willen ze niet altijd de manager in hoeven schakelen om dat op te lossen: liever zien ze werknemers die eerst voor zichzelf uitzoeken hoe het zit en hoe het anders kan. Daar komt creativiteit om de hoek kijken: het zorgt ervoor dat mensen een onderwerp op verschillende manieren kunnen benaderen en verschillende en nieuwe mogelijkheden kunnen zien. Creativiteit zorgt voor een open blikveld en innovatie. Creativiteit is bouwsteen van een maatschappij waarin innovatie sleutelwoord zal zijn. Natuurlijk is er al beweging in de goede richting. Zo formuleert de SLO de kerndoelen Cultuureducatie als volgt. De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Conclusie Vanuit het politieke klimaat gezien, is het enigszins te begrijpen dat er niet altijd de keuze wordt gemaakt binnen een basisschool om voorstellingseducatie te verzorgen naar aanleiding van een bezochte voorstelling. Toch zijn er meer dan genoeg redenen om hier wél voor te kiezen. Voorstellingseducatie is onderdeel van het kunstvakonderwijs. Het heeft dus alle positieve werkingen die hierboven staan beschreven. Het is leuk én het heeft vooral veel (praktisch) nut voor de leerweg van kinderen. Het doet een appel op verschillende leerprocessen, het is persoonlijkheidvormend en het stimuleert de creativiteit. Het klinkt haast te mooi om waar te zijn. Dat gun je toch ieder kind?
ONDERWIJS
Voorstelling kiezen DE INGREDIËNTEN VERZAMELEN WAAR KAN IK EEN VOORSTELLING VINDEN? Op verschillende platforms zijn voorstellingen te vinden. Wanneer je zoekt naar jeugdtheater kun je eerst de website van het dichtstbijzijnde theater bezoeken. Op de site van elk theater is een overzicht van het aanbod te vinden. Hier kun je dan ook filteren op jeugdtheater. Wanneer je zoekt binnen het aanbod van theaters komt daar wel bij dat je met de desbetreffende leerlingen/deelnemers het theater moet bezoeken. Wanneer je op zoek bent naar een voorstelling die gespeeld kan worden op de basisschool zelf kun je voorstellingen vinden bij verschillende impresariaten. Impresariaten zijn als het ware boekingsbureaus voor voorstellingen en gezelschappen. Er bestaan impresariaten specifiek gericht op jeugdtheater. Zoekwoorden als ‘impresariaat jeugdtheater’ leveren een hoop resultaten op bij zoekmachines.
Op www.overijssel.alicemoves.nl is voor scholen in Overijssel een aanbod samengesteld. Er staat niet alleen aanbod op, maar ook recensies en andere nuttige informatie. Ook zou je kunnen zoeken via het internet wat voor gezelschappen aanwezig zijn in gebied van de basisschool. Als je contact legt met deze gezelschappen kun je overleggen wat mogelijk is op het gebied van voorstellingen en cultuureducatie. Wil je een voorstelling van TAMTAM OBJEKTENTHEATER, dan kun je ook naar www.tamtamtheater.nl, want het gezelschap opereert zelfstandig, dus niet via een impresariaat.
WAAR LET IK OP BIJ HET KIEZEN VAN EEN VOORSTELLING? Wanneer je overgaat op het kiezen van een voorstelling is het als eerste handig om verschillende voorstellingen daadwerkelijk te gaan bekijken. Een voorstelling pakt altijd anders uit dan het beeld dat je krijgt via de website of flyer. Zo kan een slecht aangeprezen voorstelling onverwacht fantasierijk zijn, terwijl een indrukwekkende website niet altijd een indrukwekkende voorstelling betekend. Goede theatermakers zijn niet altijd net zo goed in promotie, en andersom. Om goed te kunnen beoordelen of een voorstelling de juiste is, is hem bekijken eigenlijk noodzakelijk.
Bedenk ook dat aan kwaliteit een prijskaartje hangt. Dit betekend niet dat de dure optie altijd de betere is, maar ook bij theater geld dat goedkoop soms duurkoop is. Elke docent en elke interne cultuur coördinator heeft het druk. Het is niet altijd mogelijk om naar al de voorstellingen te gaan die in je keuzegebied liggen. Spreek daarom bijvoorbeeld met collega van school of andere cultuur coördinators af om allemaal een voorstelling te bezoeken en wissel de ervaringen naderhand uit.
SLUIT DE VOORSTELLING AAN OP MIJN LEERDOELEN? Bovenstaande vraag is de sleutel bij het kiezen van een voorstelling. Als docent is het uitermate handig en interessant om de voorstelling die je kiest aan te laten sluiten op de leerdoelen die je je gesteld hebt. Dit is ook een streven van uit de makers van dit boekje. Het is onze ‘missie’ om de verbinding tussen cultuureducatie en de leerdoelen van de school beter en effectiever te maken. Als docent kun je aan de makers vragen, of uit de publiciteit over de betreffende voorstelling opmaken, wat de hoofdthema’s zijn die behandeld worden. Op basis hiervan kun je als docent kijken of er een mogelijkheid is om de voorstelling te laten aansluiten op de thema’s die al behandeld worden in de klas.
KOPPELING Niet alleen de thema’s komen kijken bij het kiezen van een voorstelling. Praktische zaken als de locatie, de kosten, het aantal kinderen en de doelgroep spelen hierbij ook een grote rol. Om dit allemaal op een rijtje te krijgen zijn er twee vragenlijsten gemaakt. Een lijst voor de theatermaker en een lijst voor de docent. Als interne cultuur coördinator kun je deze twee lijsten laten invullen door de desbetreffende personen. Zo heb je in een oogopslag een overzicht van alle praktische en inhoudelijke zaken.
ONDERWIJS
Klassen voorbereiden HOE KAN IK DE VOORSTELLING AANSLUITEN OP MIJN LEERDOELEN? Het bezoeken van een theatervoorstelling met een basisschoolklas is doorgaans een leuk uitje voor de kinderen en de docent. Dit is een waardevolle ervaring, maar het kan meer zijn dan dat. Theatervoorstellingen kunnen een plek innemen in de leerlijn en zo aansluiten op het onderwijs. Theater staat daarmee niet meer los van de dagelijkse gang van zaken, maar kan geïntegreerd worden en daarmee een belangrijkere plek innemen binnen het onderwijs. Theatermakers bieden vaak lesbrieven aan waar de leerkracht zelf mee aan de slag kan. In de praktijk blijkt vaak dat leerkrachten weinig tijd hebben om iets met deze lesbrieven doen. Een theatervoorstelling kan echter aansluiten op andere vakken. Naar aanleiding van een voorstelling kunnen allerhande onderwerpen behandeld worden, op een ‘andere’, speelse of kunstzinnige manier. De
voorstelling is dan als het ware de motor die de verschillende activiteiten van de leerlingen in beweging zet. Achter in dit boekje zijn lesideeën opgenomen die na het zien van ZO SLIM ALS EEN EZEL een keur aan vakgebieden kunnen verrijken. Daarover later meer. Verwerken Het verwerken van een voorstelling en/of het behandelen van thema’s uit een voorstelling binnen een lessituatie, worden onder de noemer EDUCATIE
geschaard. Theatermakers bieden vaak educatielessen of –
materiaal aan bij hun voorstellingen. Educatie bestaat in allerlei vormen en kan bedoeld zijn om de kinderen voor te bereiden op een voorstelling of om ze na afloop te laten reflecteren, maar vrijwel altijd is het doel om de theaterervaring van de kinderen te intensiveren. Door de voorstelling (naderhand) te verwerken wordt de ervaring van de kinderen als het ware verzilverd, de leerling wil en moet er iets mee. De leerkracht van een basisschool is in de positie om het educatiemateriaal ‘boven de voorstelling te laten uitstijgen’: hij geeft de kinderen les en kan zodoende bepalen welke onderwerpen uit de voorstelling aansluiten bij de leerdoelen die hij gesteld heeft. De uitdaging voor de leerkracht om een voorstelling te laten aansluiten op het lesprogramma, is om zelfstandig bruggetjes te slaan tussen
onderwerpen die in de lessen behandeld worden en onderwerpen die in de voorstelling aan bod komen. Het begrip EDUCATIE kan in dezen heel breed opgevat worden. Bij vakken als aardrijkskunde, rekenen, geschiedenis of taal kan ook teruggegrepen worden op onderwerpen uit de voorstelling. We geven een paar uiteenlopende voorbeelden naar aanleiding van de voorstelling ZO SLIM ALS EEN EZEL van OBJEKTENTHEATER TAMTAM: - In de voorstelling wordt er van bovenaf naar landschappen gekeken. Bij aardrijkskunde kan naar aanleiding hiervan ingegaan worden op topografie, kaartlezen en perspectief. - In de voorstelling wordt Ezel gepest door de figuren Bijl en Hak. Dit kan aanleiding zijn tot gesprekken of lessen over pesten en sociale omgangsvormen. - In de voorstelling wordt er gebruik gemaakt van achtergrondanimaties. De kinderen kunnen naar aanleiding hiervan zelf een simpele animatie maken bij een vak als handvaardigheid, eventueel met afgedankte objecten, net als in de voorstelling. Iedere leerkracht kan hier zijn eigen vorm voor zoeken. Verder laat de leerkracht de kinderen kennismaken met het fenomeen ‘theater’ door ze voor te bereiden op een voorstellingsbezoek. Vraag de
leerlingen wat volgens hen theater is, vertel hen wat de spelregels in het theater zijn en geef ze eventueel een inleiding op de voorstelling. Vraag aan de kinderen of ze weten wat theater is, wat publiek is, waarom je applaudisseert , etc. Het voorstellingsbezoek op zichzelf wordt daardoor ook leerzaam: vragen als ‘wat is theater?’ en ‘hoe gedraag je je in een theater?’ worden behandeld. Achterin dit boekje vind je een les hierover. Recept om ‘fantasie te meten’ Niet alles is te meten. En dat is eigenlijk wel prettig. Natuurlijk kun je je best doen. In ZO SLIM ALS EEN EZEL komen twee bandieten voor, Bijl en Hak. Het is objectentheater, dus het mag duidelijk zijn waar deze boeven van gemaakt zijn. Wim Hofman, de schrijver die hielp bij het maken van de voorstelling, bedacht het volgende wetenschappelijke meetonderzoek. Voor de voorstelling laat je de kinderen een bijl en een hakmes zien. Je vraagt : Wat zijn dit? Ze zullen antwoorden: Een bijl en een hakmes. Daarna speel je ZO SLIM ALS EEN EZEL. Na de voorstelling laat je de kinderen weer een bijl en een hakmes zien. Je vraagt: Wat zijn dit? Ze roepen in koor “Boeven!” Het is hun eigen fantasie die ze in de kortste keren heeft geleerd anders te kijken en zo in hun eigen hoofd hun eigen verhaal te maken. Dat is niet te meten, maar het is wel belangrijk om te ervaren.
Voor theatermakers WAT LEREN KINDEREN IN HET BASISONDERWIJS? Het basisonderwijs in Nederland wordt gebaseerd op 58 KERNDOELEN, in 7 LEERGEBIEDEN.
Die zijn door het ministerie van OC&W vastgesteld en
behoorlijk ruim geformuleerd. Als voorbeeld kerndoel 54 – één van de drie kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie. Deze heeft zowel betrekking op het maken van, als het kijken naar kunst:
“De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.” Deze kerndoelen zijn door de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) uitgewerkt in zogenaamde TULE (Tussendoelen en Leerlijnen). Dit zijn er erg veel en ze zijn juist heel specifiek. Ze worden opgedeeld in onderdelen en aangepast per doelgroep. Scholen moeten zich aan de kerndoelen houden, maar de TULE zijn aanbevelingen waar iedere school op zijn eigen manier mee om kan gaan.
Tip! De website van het SLO is een bezoekje waard: hierop staan alle KERNDOELEN, TULE en extra uitleg hierover. Het is zeker de moeite waard om je te verdiepen in lesstof van je doelgroep. LEERGEBIEDEN: Nederlands | Engels | Fries | Rekenen, wiskunde | Oriëntatie op jezelf en wereld | Kunstzinnige oriëntatie | Bewegingsonderwijs
VERDER LEZEN: De website van SLO met de in TULE uitgewerkte kerndoelen: http://tule.slo.nl & http://www.slo.nl
HOE LAAT IK MIJN VOORSTELLING AANSLUITEN OP ONDERWIJS? Wanneer je je bij het maken van je voorstelling rekening houdt met de thema’s die bij je doelgroep op school worden behandeld, sluit je voorstelling beter aan op hun leerdoelen. Voorstellingen sluiten altijd aan op de kerndoelen KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE, maar worden voor een school veel interessanter wanneer ze aansluiten op andere
KERNDOELEN.
Natuurlijk zijn sociale thema’s mogelijk zoals vriendschap of pesten, maar laat je ook uitdagen door leergebieden als rekenen, geschiedenis en talen. Denk aan een voorstelling over andere culturen, de bijstand, de gouden eeuw, het alfabet of elkaar wel of niet verstaan. Voor het maken van de voorstelling ZO SLIM ALS EEN EZEL heeft Marije van der Sande van OBJECTENTHEATER TAMTAM contact gezocht met scholen om
te vragen welke onderwerpen zij graag in een voorstelling zouden zien. Zo ontstond de voorstelling rond de thema’s pesten en je eigen weg vinden.
WAT ZIJN GOEDE EDUCATIEACTIVITEITEN BIJ VOORSTELLINGEN? Of je nu zelf activiteiten verzorgt rondom je voorstelling, of op een andere manier leerkrachten op weg helpt: kunst is enorm breed en theater is een communicatiemiddel dat alle onderwerpen kan behandelen. Vanuit je voorstelling kan je naar ontzettend veel onderwerpen een bruggetje slaan. Zo komt in de voorstelling EZEL vies eten voor, dat kan een bruggetje zijn naar een gesprek over voedsel en gezond eten. Het mooiste is wanneer activiteiten rond de voorstelling de thema’s van de voorstelling verdiepen. Zo worden bij een geleide fantasie na ZO SLIM ALS EEN EZEL
de pestkoppen uit de voorstelling weer ten tonele gevoerd,
om de kinderen die thema’s zelf te laten beleven. (Deze les wordt achter in dit boekje beschreven.) Daarnaast zijn theaterwerkvormen bij uitstek waardevol in aansluiting op een voorstelling. Een theatermaker of theaterdocent is hierin expert en kan kinderen iets anders bieden dan de eigen leerkracht. Dit kan een waardevolle aanvulling zijn op het lesprogramma.
TIP VOOR THEATERMAKERS ! Zorg dat de verwerking van de voorstellingen heel dicht bij de lessen blijft die toch al gegeven moeten worden. Dan is de kans het grootst dat leerkrachten er mee aan het werk gaan. Daarvoor is het wel nodig dat je je verdiept in de doelen van het onderwijs.
Vragenlijst voor de docent 1. Wat voor thema’s zou u terug willen zien in de desbetreffende voorstelling. Noem er drie. 1. 2. 3. 2. Voor welke doelgroep wilt u dat de voorstelling speelt?
3. Welk budget is er beschikbaar om een voorstelling te zien met het aantal leerlingen wat u beoogt? Geef een helder overzicht. Dit helpt beide partijen, zowel de maker als de docent, om een heldere keuze te maken. Te besteden per kind Aantal kinderen Totaal te besteden
€ __________________ __________________ € __________________
4. Waar zou u willen dat de voorstelling plaatsvindt. Moet dit op de basisschool zijn? En zo ja, beschikt de school over een geschikte ruimte? Denk daarbij bv. aan verduistering als dat nodig is. Of een tribune zodat iedereen het goed kan zien. Mag het ook in een theater zijn of op een andere locatie (bijv. bij locatietheater)?
5. Waar zou de voorstelling die u wilt bezoeken aan kunnen sluiten bij de leerdoelen? Geef een opsomming welke onderwerpen/thema’s/vaardigheden u op dat moment behandelt in de klas.
Vragenlijst voor de maker 1. Wat zijn volgens u de belangrijkste/grootste thema’s uit de betreffende voorstelling? 1. 2. 3. 2. Voor welke doelgroep is de voorstelling geschikt?
3. Hoeveel kost de voorstelling? Geef een duidelijk en helder overzicht van alle kosten. Ook reiskosten, extra kosten bij meer leerlingen. Dit helpt beide partijen, zowel de maker als de docent, om een keuze te maken. Voorstellingskosten Kosten 1 X voorstelling voor ____ kinderen
€ ___________
Kosten 2 X voorstelling voor ____ kinderen
€ ___________
Kosten _ X voorstelling voor ____ kinderen
€ ___________
Overige kosten Reiskosten _____________
€0,____ p/km X _____ km =
€ ___________ € ___________
4. Waar vindt de voorstelling plaats? Komt de voorstelling naar de school toe of gaat de klas naar het theater of een andere locatie? Wat heeft u nodig? Verduisterde ruimte? Tribune? Drie uur opbouwtijd? Heeft u zelf licht- en geluidapparatuur of moet de school dat regelen?
5. Hoe zouden de hoofdthema’s van de desbetreffende voorstelling kunnen leiden tot een educatieve les/opdracht? Biedt u ook een educatief programma aan als verwerking?
TAMTAM Objektentheater | Zo slim als een ezel Doelgroep: 6-10 jarigen Thema's : vriendschap; pesten; je eigen weg vinden Wat willen de theatermakers van de voorstelling ZO SLIM ALS EEN EZEL met hun voorstelling?
De voorstelling is kleinschalig, dit zorgt voor een intieme theaterervaring. We willen dat de kijkers verrast worden door iets dat ze nog niet eerder hebben gezien. We willen aansluiten bij de belevingswereld van het kind (de doelgroep) maar wel zo dat herkenbaarheid en verbazing in een evenwichtige mix in de voorstelling te vinden zijn. In de voorstelling van TAMTAM OBJECTENTHEATER wordt geen tekst gebruikt. Dit betekent dat de kinderen zelf bij wat ze zien moeten bedenken wat het is. Dat kan voor iedereen wat anders zijn. Dat gegeven is deel van de boodschap. We willen een omgeving creëren, de voorstelling, waarbinnen een thema concreet wordt benaderd. Bij ZO SLIM ALS EEN EZEL is dat o.a. pesten en het belang van vriendschap. Wij willen met onze voorstelling bereiken dat de toeschouwers anders naar de dingen gaan kijken en zo tot nieuwe inzichten komen. Niets is wat het lijkt, alles kan ook iets anders worden. We willen materiaal aandragen waarmee de fantasie van de kijker wordt geactiveerd, beelden maken waarbij de kijker op zijn eigen niveau zijn eigen verhaal kan maken. We willen materiaal aandragen waardoor de nieuwsgierigheid wordt opgewekt.
Recepten voor in de klas bij Zo slim als een Ezel Kies uit wat voor jouw groep van belang is, en het zou prachtig zijn als er in de voorstelling een aanleiding gevonden wordt om iets te behandelen wat toch al in je leerplan stond. beeldend De voorstelling is gemaakt met oude afgedankte spullen. Waardeloos materiaal heet dat..... Dat kun je vast ook wel thuis of op school vinden. Je kunt er prachtige dingen mee doen. De toren waarop Ezel klimt is gemaakt van afvalhout. Misschien kun je met een groepje kinderen een toren bouwen van kartonnen verpakkingen, of een toren van plastic flessen, gebruik wel goede lijm (en trek niet je nieuwste kleren aan....) Koppoters komen voor in de voorstelling. Een koppoter is een kop op poten. Jonge kinderen tekenen ze vaak als ze mensen willen uitbeelden. Zoek in je omgeving naar spullen die geschikt zijn om poten van te maken en naar spullen waar je en kop in kunt zien. Probeer er combinaties van te maken. Je zult zien dat je meer mogelijkheden zijn als je onderdelen ruilt. Ook leuk is het maken van een koppoterboekje. Je hebt nodig : papier( formaat halve bladzijde) en een spiraal voor de rug van je boekje. Maak tekeningen van poten op de onderste helften van je pagina's en tekeningen van koppen op de bovenste. Zorg dat de aansluiting telkens op dezelfde plek zit. Zo kun je een veelvoud aan varianten laten zien. Nog meer tekenen Neem allemaal een knuffel van thuis mee. En zet ze voor je op tafel. Kijk goed. Teken nu zo precies mogelijk je knuffel na, richt met de klas een knuffeltentoonstelling in. Lijken ze een beetje? Kan iemand van buiten de klas de goede knuffel bij de goede tekening zetten? Ezel gaat bij het circus werken: ontwerp een affiche met reclame voor de circusvoorstelling. Denk aan een uitnodigend beeld, maar ook aan informatie als Waar en Wanneer en wat moet er volgens jou nog meer op staan? Gymnastiek Ezel rent want Bijl en Hak zitten hem op zijn hielen. Slak is ook onderweg. Je zag dat iedereen zijn eigen tempo heeft. Zet in de gymzaal of op het veld een renbaan uit . En laat elk kind die afstand rennen. Meet met een stopwatch iedereen zijn tijd. Is die tijd hetzelfde bij de tweede keer? Laat er een mooi schema van maken. Ezel doet ochtendgymnastiek. Dat kunnen jullie ook. Een kind bedenkt een oefening en de klas doet dat na. Telkens een minuut.
Taal Als er door de klas tekeningen over de voorstelling zijn gemaakt, kun je van al die tekeningen samen een prentenboek maken. Zorg er voor dat het verhaal compleet is. Schrijf er kleine zinnetjes bij zodat het verhaal duidelijk wordt. Het boek mag in de klassebibliotheek. In de voorstelling wordt niet gesproken. Toch zou je er makkelijk dialogen bij kunnen bedenken. Bijvoorbeeld: Ezel zit aan tafel en de omgekeerde koffiepot komt een schaal met overduidelijk vies eten brengen. Schrijf een dialoog tussen de Ezel en de Koffiepot. Laat er een aantal voorlezen, maak gebruik van twee verschillende stemmen, of laat een dialoog door twee verschillende kinderen oplezen. Je zou er ook een kort toneelstukje van kunnen maken. Andere scènes waar dit goed mee kan zijn bv. De verkoop van Ezel aan de circusdirecteur, en de koppoters die de gevallen Ezel vinden en de twee ezels die elkaar vast veel te vertellen hebben op het eind. En misschien weet je zelf nog wel meer scènes die hier voor in aanmerking kunnen komen. Ezels zijn bijzondere dieren. Ze worden al heel lang door mensen gebruikt om zwaar werk te doen. Zoek in het documentatiecentrum informatie over de ezel en maak er een werkstuk of een spreekbeurt over. Over veel voorstellingen staan recensies in de krant. Dat zijn teksten waarin iemand schrijft over de voorstelling. Waar het over ging, wie er mee speelde, of het spannend was of mooi, en ook waarom de schrijver dat vindt. Schrijf een recensie over : Zo slim als een Ezel. Zet je naam eronder en mail hem naar reactie@tamtamtheater.nl en wie weet wordt hij op de website geplaatst! Aardrijkskunde Ezel vliegt met zijn helicopterstoel heel hoog. Voorbij de sterren en planeten. Zoek op welke planeten er zijn, hoe heten ze en welke staat er het dichtst bij de zon? Zet ze in de goede volgorde. Ezel vliegt over de wereld op de rug van de zwaan. In het filmpje zie je daken van huizen, land en zee, een eiland enzovoort. Het lijkt wel een beetje op Google Earth. Zoek op Google Earth je eigen stad of dorp. Je school. Kijk goed naar het beeld en maak er een tekening van. Dat kun je natuurlijk ook doen met een gebied dat je zelf uit kiest. Kaart lezen. Kijk samen naar een kaart. Behandel de informatie die erop staat. Steden, zeeën,wegen etc. Op elk leerniveau kun je de voorstelling een aanleiding laten zijn om kaartlezen te onderwijzen. Ezel kijkt door de sterrenkijker en ziet het sterrenbeeld tweezels. Dat is een verzonnen sterrenbeeld. Hoeveel sterrenbeelden zijn er ? Maak een lijst. Wat is jouw sterrenbeeld? Maak een lijst met alle kinderen uit de klas, zet hun sterrenbeelden erbij. Wat weet je over sterrenbeelden? Kijk in het documentatiecentrum wat je erover kan vinden. Misschien een goed onderwerp voor een werkstuk of een spreekbeurt.
Kringgesprek Bijl en Hak zijn twee behoorlijk vervelende figuren. Ze lachen Ezel uit. Ze pakken zijn schoenen af, ze binden hem vast aan een boom en verkopen hem aan de circusdirecteur. Dat heet pesten. Pesten gebeurt overal waar mensen zijn die niet goed nadenken over hoe iemand anders iets voelt. Dus waarschijnlijk ook op jullie school. Kun je daar een voorbeeld van geven? Ben je zelf wel eens gepest? Wat gebeurde er? Heb je zelf wel eens iemand gepest? Wat kun je doen om niet gepest te worden? Kringgesprek met opdrachten.
Ezel krijgt vies eten van de Koffiepot. Wat zou hij wél lekker gevonden hebben denk je? Maak een lijst van dieren en zet erachter wat ze graag eten. Zo ontdek je dat iedereen wat anders lust. Wat eet jij zelf graag? En wat juist niet? Dat worden weer twee lijstjes! Zijn ze even lang? Vergelijk ze eens met die van anderen. Je zult ontdekken dat ook bij mensen iedereen een andere smaak heeft. Of toch niet? Zijn er dingen die bijna iedereen lekker/niet lekker vindt? Wat is lekker en gezond? Wat is niet lekker en wel gezond? Wat is lekker en niet zo gezond? Het is heel gezond om gevarieerd te eten. Daarvoor kun je kijken naar de schijf van 5. Bestudeer maar eens wat dat inhoudt. (Je vindt hem makkelijk op het internet) Superidee In Nederland zijn heel wat ezelboerderijen, je vindt ze op internet. Misschien is er ook een bij jullie in de buurt, dat zou een leuk schoolreisje zijn!
Geleide fantasie educatie ‘Zo slim als een Ezel’ Recept om deze (maar natuurlijk iedere) voorstelling te verdiepen door persoonlijke ervaring. Laat de kinderen in een grote ruimte (gymzaal?) een plek voor zichzelf uitzoeken. Kun je met je armen wijd een rondje draaien zonder een ander te raken? Dan is het goed. Je zegt: Ga op de grond liggen en doe je ogen dicht. Let op of iedereen meedoet, dan begin je: Net als Ezel lig je nog lekker in bed. Je hebt je ogen dicht en bent fijn aan het dromen. Dan gaat de wekker. Je staat snel op en begint aan je ochtendgymnastiek. (Doe dit als spelleider voor) Na je ochtendgymnastiek heb je heel erg honger gekregen. Je gaat op de grond zitten en voor je staat een bord met vies uitziend eten. Je probeert er toch een hapje van te nemen, maar het smaakt heel smerig. Wanneer je het eten in je mond stopt merk je dat het helemaal niet lekker is. Je spuugt het eten weer uit want je vindt het heel erg vies! Na het eten moet je aan het werk. Je begint met het sjouwen van stenen. De eerste stenen zijn heel erg licht. Nu zijn de stenen al iets zwaarder. De laatste stenen zijn heel erg zwaar. Je vertikt het om nog meer stenen te sjouwen. Je besluit weg te gaan, omdat je hier niet meer wil blijven en nooit meer stenen wil sjouwen. Je sluipt zachtjes weg. DAN OPEENS WORD JE BETRAPT. Je schrikt je een hoedje. Dan word je opgesloten en krijg je een grote bal aan je voet zodat je niet kan ontsnappen. Het is heel zwaar om te lopen met die bal aan je voet. Je worstelt met de bal en uiteindelijk krijg je hem van je voet af. Je klimt naar het dakraampje en springt naar buiten. Je balanceert op het dak, je kijkt naar beneden en ziet hoe hoog het is. Dan komt er een grote vogel die je van het dak redt. Je vliegt door de lucht en kijkt van boven op alles neer. Je ziet dat het huisje van ezel steeds kleiner wordt omdat je steeds hoger gaat vliegen. Dan val je door een harde windvlaag van de vogel af. Je tolt door de lucht terwijl je naar beneden valt. Je ploft op de grond en kreunt en steunt. Je staat op, slaat het stof van je kleren en gaat op pad. Je loopt tevreden de wijde wereld in. Je komt de veldfles op de koptelefoon tegen. (Laat een foto zien van de veldfles op de koptelefoon). Hoe loopt dit wezen? Hij waggelt een beetje. Daarna komt ezel de ontstopper tegen. (Foto ontstopper) Hoe loopt dit wezen? Hij springt op en neer zonder armen. Daarna komt ezel de verrekijker op spatels tegen. (Foto verrekijker) Hoe loopt dit wezen? Hij loopt met grote, hoge poten. O jee, je gaat op een stukje kauwgum staan. Je hebt geen handen waarmee je de kauwgum van je voeten af kan pulken. Je probeert de kauwgum af te
vegen aan de vloer. Je probeert het af te vegen aan je andere voet. O jee, nu zit de kauwgum aan je andere voet vastgeplakt. Je veegt en veegt en veegt. Uiteindelijk geef je een hele grote schop waardoor de kauwgum héél ver weg vliegt. Dan komt er een goede fee langs. Hoe beweegt de fee? Je zweeft als een fee door de ruimte. Als fee tover je twee mooie toverschoenen tevoorschijn. Je bent nu ezel en je doet je toverschoenen aan. Je begint te rennen. Door de schoenen kan je hele grote sprongen maken. Als je kuil in de weg tegenkomt, spring je er met een grote sprong overheen. Dan kom je Bijl en Hak tegen. Wat doen Bijl en Hak? Ze wijzen naar Ezel en lachen hem uit. Hoe ziet dat eruit? Ezel voelt zich hierdoor heel verdrietig. Hoe ziet dat eruit? Als ezel ren je weg voor bijl en hak. Rennen! Dan kom je bij een groot ravijn. Je kan er zelf niet overheen als ezel. Gelukkig is daar je vriend slak. De slak rekt zich zo ver uit als hij maar kan. Nu kan Ezel over het ravijn heen. Nu hoor je als Ezel bij het circus. Van de circusdirecteur moet je een hele zware kar voorttrekken. Tijdens de circusvoorstelling moet je in een heel groot kanon kruipen. Je maakt je zo klein mogelijk, want eigenlijk pas je er niet in. Dan wordt je afgeschoten, spring allemaal maar zo hoog als je kan. Je bent door het kanon zover weggeschoten dat je kunt ontsnappen. Je loopt blij door een mooi weiland als een vrije ezel. Daar zie je in de verte een andere ezel staan. Je komt dichterbij en het is de leukste ezel die je ooit hebt gezien, dus je wordt heel verliefd. Dus je geeft de andere ezel een kus, met je ogen dicht. Einde.
Recepten die studenten van de PABO bedachten na het zien van “Zo slim als een Ezel” 1. In een rollenspel het onderwerp pesten behandelen. Teacher in Role. De leerlingen kunnen situaties (her)beleven in een speelbare spelwerkelijkheid. 2. Scènes naspelen uit de voorstelling . Bijvoorbeeld Ezel met zijn vader, of Ezel met Bijl en Hak. 3. De vogel waar Ezel op ontsnapt is gemaakt van twee zagen. Bijl en Hak zijn ook stukken gereedschap. Wat voor soorten gereedschap zijn er? Hoe moet je veilig omgaan met gereedschap? Kun je een spijker in een blokje hout slaan? 4. Maak een stopmotionfilmpje met de kinderen. 5. Sterren kijken. Wanneer je door een telescoop kijkt zie je iets wat heel ver weg ineens heel dicht bij. We gaan nu met een vergrootglas naar buiten. Zoek een object op en bekijk het door je vergrootglas. Teken wat je ziet. Wat kan je nu beter zien? Wat wordt heel groot? En wat gebeurt er als je je vergrootglas omdraait? 6. Ezel is bezig met het vinden van zijn eigen weg. Jij loopt en zoekt soms ook wel de weg. Teken je weg naar huis. Ben je wel eens verdwaald? Weet je hoe een kompas werkt? Hoe zien wegwijzers eruit? Waar wonen je opa en oma? Hoever is dat vanaf hier. 7. Ezel heeft geen eigen huis. Hoe ziet jouw huis eruit? Hoeveel kamers heeft jouw huis? Als jij je droomhuis zou bouwen. Hoe ziet je huis eruit?
Recept voor een entreetje een voorbereidende les. Welke voorbereidende activiteiten kun je doen voor de voorstelling ‘Zo slim als een ezel’?
Bekijk het filmpje samen met de kinderen dat op de site staat. Let op: De Nederlandse versie! Lees het inleidende verhaal voor aan de kinderen. http://www.tamtamtheater.nl/voorstellingen/zo_slim_als_een_ezel/4 Hieronder volgen enkele punten ter voorbereiding voor een voorstelling:
Bespreek met de kinderen ‘Wat is theater?’ Vertel hoe je ernaar toe gaat en wat er in de voorstelling te zien is (zonder te veel te verraden) Praat samen met de kinderen over de voorstelling. Kijk bijvoorbeeld samen naar het affiche of de flyer van het voorstelling. Dit kan eventueel ook het bekijken van het filmpje zijn van de voorstelling. Denk hierbij aan vragen zoals: Wat zie je? Waar kan de voorstelling over gaan? Wat heeft de maker van dit plaatje volgens jou hiermee bedoeld? Lees de samenvatting van het verhaal voor. Vertel de kinderen dat de spelers speciaal voor dit publiek, en nu, hun voorstelling spelen. Vertel de kinderen dat dit heel bijzonder is. Communiceer duidelijk met eventuele begeleidende en vervoerende ouders waar de voorstelling is en of zijzelf de voorstelling willen bijwonen. Vertel hoe een toeschouwer zich absoluut niet moet gedragen. Vaak vinden de kinderen het geweldig om ‘foute’ voorbeelden te geven. Je kunt de foute voorbeelden ook uit laten spelen. Vervolgens kun je de foute voorbeelden ombuigen naar goede voorbeelden. Schrijf eventueel een lijstje van punten op het bord.
Denk hier aan: Niet gillen wanneer het licht uitgaat, elkaar niet afleiden, niet gaan staan, niet gaan rondlopen, niet hardop praten, geen rotzooi achterlaten . Samenvattend is het het aloude recept : doe niets dat een ander stoort. Geef een voorbereidende dramales waarin je aspecten aan de orde stelt die jij belangrijk vindt, die raakvlakken vertonen met de te bezoeken voorstelling of als thema ‘naar het theater gaan’. Nadat je de kinderen hebt voorbereid op een voorstelling, is het tijd om naar de voorstelling toe te gaan. Welke aandachtspunten zijn belangrijk tijdens een voorstelling?
Zorg dat, vooral de jongere kinderen, voor de voorstelling naar de wc zijn geweest. Zorg dat je de zaal vult van voor naar achter. Hierdoor krijg je niet dat de achterste rijen vol zitten en dat op de voorste rij niemand zit. Zorg ervoor dat de grote kinderen achteraan zitten, zodat iedereen het goed kan zien. Ga tussen de kinderen zitten,( zodat je desnoods de orde kan handhaven.) Maar op deze manier kun je ook de reacties oppikken van de kinderen. En vooral GENIET! Geniet samen met de kinderen van de voorstelling en ga lekker kijken!