XIOS HOGESCHOOL LIMBURG DEPARTEMENT INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN EN TECHNOLOGIE
LUCHTDICHT BOUWEN EEN VERGETEN MUST ?!
Wesley CEULEMANS
Afstudeerwerk ingediend tot het behalen van het diploma van industrieel ingenieur in bouwkunde master in de industriële wetenschappen: bouwkunde
Promotoren:
arch. J. Dries (Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg) ir. N. Houben (XIOS Hogeschool Limburg)
Academiejaar 2006 - 2007
XIOS HOGESCHOOL LIMBURG DEPARTEMENT INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN EN TECHNOLOGIE
LUCHTDICHT BOUWEN EEN VERGETEN MUST ?!
Wesley CEULEMANS
Afstudeerwerk ingediend tot het behalen van het diploma van industrieel ingenieur in bouwkunde master in de industriële wetenschappen: bouwkunde
Promotoren:
arch. J. Dries (Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg) ir. N. Houben (XIOS Hogeschool Limburg)
Academiejaar 2006 - 2007
Voorwoord Dit woordje van dank zou ik willen richten aan iedereen die me heeft bijgestaan bij de verwezelijking van deze thesis. Eerst en vooral spreek ik dank uit aan mijn promotoren. Zowel mijn interne promotor, Nele Houben, als mijn externe, Jeroen Dries, stonden steeds voor mij klaar. Ze beantwoordden mijn vele vragen en hebben de tijd genomen om deze thesis grondig na te lezen. Een aantal mensen uit het werkveld verdienen zeker een pluim. Aan technisch uitvoerder Guy Jaenen (Boomer BVBA), importeur van luchtdichtingsmaterialen ing. Paul Eykens (Isoproc), uitvoerder van luchtdichtheidsmetingen Eddy Taelman (Sanidetectif) en architect Christophe Debrabander wil ik mijn dank betuigen. Ondanks hun drukke agenda namen ze de tijd om met mij rond de tafel te zitten. Ze brachten me meer bij dan in boeken te lezen valt. Hierdoor kreeg mijn thesis een ongelooflijke meerwaarde. Mijn ouders gaven mij de kans om te studeren, hiervoor wil ik hen bedanken. Ook mijn vrienden en in het bijzonder mijn vriendin mogen in dit dankwoordje niet ontbreken. Ze stonden steeds voor mij klaar en bleven mij steunen gedurende de hele weg.
Een welgemeende dankjewel!
Abstract 1 januari 2006: de geboorte van de energieprestatieregelgeving. Hierbij komt ook het begrip ‘luchtdichtheid’ meer tot leven. De bouwprofessionelen ontvangen het begrip echter niet met open armen, het wordt grotendeels aan zijn lot overgelaten. Uitgroeien tot een volwassenstadium is op deze manier onmogelijk! Luchtdicht bouwen heeft zijn weg tot op heden niet gevonden in het Belgische bouwlandschap. Wie kan een duidelijk beeld geven van wat het precies inhoudt? Wat is het nut van luchtdicht bouwen? Op welke manier kan de luchtdichtheid van een gebouw verbeterd worden? Kortom het aanbod van juiste, volledige en nauwkeurige informatie schiet tekort. Deze thesis tracht luchtdichtheid wel op het ‘bouwplan’ te zetten. Ter verwezenlijking van deze thesis is er een grondige literatuurstudie gebeurd. Vele bronnen werden geraadpleegd en samengevoegd. Verduidelijkende gesprekken vonden plaats. Met als doel: luchtdicht bouwen verduidelijken, op de kaart zetten en promoten. Om de eerste doelstelling te verwezenlijken, verhelderen een aantal inleidende hoofdstukken het begrip, de regelgeving en het nut van luchtdicht bouwen. De nadruk ligt echter op twee centrale hoofdstukken. Als eerste wordt een algemeen beeld gegeven van de manier waarop luchtdicht gebouwd kan worden. In dit onderdeel worden materialen en plaatsingstechnieken ter verbetering van de luchtdichtheid nauwkeurig besproken. Ten tweede gaat de aandacht uit naar de kritische punten in een woning. Welke zijn dat en hoe kunnen deze luchtdicht worden gemaakt. Het accent ligt hierbij op de problemen en oplossingen van kritische luchtdichtingsdetails waaronder: vloeren, muren, deuren, ramen en daken. De NBN EN 13829 is de enige norm over luchtdichtheid die in België van toepassing is. Met deze norm als basis wordt de luchtdichtheidsmeting verduidelijkt. Het aandeel van de luchtdichtheid in de energieprestatieregelgeving mag niet over het hoofd gezien worden. Om een duidelijke schets te geven over de huidige toestand omtrent luchtdicht bouwen, wordt de situatie in Vlaanderen in de schijnwerpers geplaatst. Om af te sluiten worden kritische bedenkingen en aanbevelingen aangereikt. Op dit moment is luchtdichtheid niet hard te maken, geen enkele regelgeving bevat eisen. Zelfs na de totstandkoming van de energieprestatieregelgeving wordt luchtdichtheid grotendeels vergeten. Een spijtige zaak, luchtdichtheid is immers één van de pijlers in verband met energiezuinig bouwen. Aandacht voor en kennis over materialen en een juiste plaatsing zijn onontbeerlijk. Het is noodzakelijk om aandachtig te zijn voor de kritische luchtdichtingsdetails en deze op de juiste manier aan te pakken. Op deze gebieden is er in Vlaanderen nog veel werk aan de winkel! Laat deze thesis een fundament zijn waarop luchtdichtheid kan bouwen.
Inhoudsopgave Voorwoord.............................................................................................................................. 2 Abstract................................................................................................................................... 3 Inhoudsopgave ..................................................................................................................... 4 Inleiding ................................................................................................................................... 7 1 Wat is luchtdichtheid? ....................................................................................................... 8 Referenties ........................................................................................................................ 10 2 Normering en regelgeving over luchtdichtheid ......................................................... 11 2.1 Normen en regelgevingen met prestatie-eisen .................................................. 11 2.1.1 De energieprestatieregelgeving .................................................................... 11 2.1.2 NBN D 50-001 ‘Ventilatievoorzieningen en woongebouwen’ .................... 11 2.1.3 NBN EN 13779 ‘Ventilatie voor niet-residentiële gebouwen’...................... 12 2.1.4 De buitenlandse regelgeving ......................................................................... 12 2.2 Normen en regelgevingen over de luchtdichtheidsmeting ............................. 13 2.2.1 De luchtdichtheid van het gebouw ............................................................... 13 2.2.2 De luchtdichtheid van het ventilatiesysteem ............................................... 13 2.3 Besluit ........................................................................................................................... 13 Referenties ........................................................................................................................ 13 3 Waarom luchtdicht bouwen? ....................................................................................... 15 3.1 De sleutels van het energiezuinig bouwen ........................................................... 15 3.1.1 Een stukje geschiedenis..................................................................................... 15 3.1.2 Algemeen ............................................................................................................ 15 3.2 Een onvoldoende of beschadigde luchtdichting .............................................. 16 3.2.1 Warmteverliezen ................................................................................................. 16 3.2.2 Te droog binnenklimaat in de winter .............................................................. 17 3.2.3 Binnendringen van vochtige binnenlucht in de constructie ...................... 17 3.2.4 Bescherming tegen zomerhitte ........................................................................ 18 3.2.5 Tocht ..................................................................................................................... 18 3.2.6 Ventilatie .............................................................................................................. 19 3.2.7 Geluidsisolatie ..................................................................................................... 19 3.2.8 Brandveiligheid ................................................................................................... 21 3.3 Besluit ........................................................................................................................... 21 Referenties ........................................................................................................................ 21 4 Hoe luchtdicht bouwen? ................................................................................................ 23 4.1 Algemeen ................................................................................................................... 23 4.2 Materialen ter verbetering van de luchtdichtheid ............................................. 23 4.3 Technieken ter verbetering van de luchtdichtheid ............................................ 24
4.3.1 Luchtdichte aansluitingen: plaatsingstechnieken........................................ 25 4.3.1.1 Overlappingen van banen ........................................................................ 25 4.3.1.2 Aansluitingen aan aangrenzende bouwdelen...................................... 25 4.3.1.3 Aansluitingen in hoeken en aan ramen en deuren .............................. 26 4.3.1.4 Aansluitingen aan nog te bepleisteren metselwerk.............................. 28 4.4 De duurzaamheid van luchtdichtheidssystemen ............................................... 29 4.5 Besluit ........................................................................................................................... 30 Referenties ........................................................................................................................ 30 5 Kritische luchtdichtingsdetails: problemen en oplossingen ...................................... 32 5.1 Algemene oplossingen ............................................................................................ 33 5.2 Vloeren en plafonds, ................................................................................................ 36 5.3 Muren .......................................................................................................................... 42 5.4 Deuren en ramen ...................................................................................................... 49 5.5 Daken .......................................................................................................................... 58 5.6 Besluit ........................................................................................................................... 72 Referenties ........................................................................................................................ 72 6 De luchtdichtheid meten ............................................................................................... 75 6.1 De Belgische norm NBN EN 13829 ......................................................................... 75 6.1.1 Doel ....................................................................................................................... 75 6.1.2 Gebruik ................................................................................................................. 75 6.2 Algemeen principe ................................................................................................... 76 6.3 De meting van de luchtdichtheid met behulp van een blowerdoor ............. 77 6.3.1 Het meetprincipe ............................................................................................... 78 6.3.2 Luchtdichtheidsmeting met computersturing ............................................... 80 6.3.3 Gebruik van de blowerdoor ............................................................................. 81 6.4 De controle van de luchtdichting met behulp van een wincon ..................... 81 6.5 Thermografische infraroodcamera ........................................................................ 81 6.6 Belangrijke getalswaarden ...................................................................................... 82 6.6.1 Het lekdebiet bij 50 Pa ....................................................................................... 82 6.6.2 Het lekdebiet bij 50 Pa per eenheid verliesoppervlakte ............................. 82 6.6.3 Het ventilatievoud bij 50 Pa .............................................................................. 83 6.7 Besluit ........................................................................................................................... 83 Referenties ........................................................................................................................ 84 7 Luchtdichtheid en de energieprestatieregelgeving ................................................. 85 7.1 Verwerking van de luchtdichtheid in de EPB ....................................................... 85 7.1.1 De in/exfiltratie ventilatieverliezen in de EPB ................................................. 85 7.1.2 Enkele belangrijke aandachtspunten bij de luchtdichtheid ...................... 86 7.2 De invloed van de luchtdichtheid van een woning op het E-peil ................... 87 7.3 Maatregelenpaketten voor woningen ................................................................. 91
7.3.1 Basisreferentie als uitgangspunt ...................................................................... 91 7.3.2 Maatregelenpakket 90...................................................................................... 94 7.4 Besluit ........................................................................................................................... 97 Referenties ........................................................................................................................ 97 8 De luchtdichtheid van woongebouwen in Vlaanderen .......................................... 99 8.1 De SENVIVV ................................................................................................................ 99 8.1.1 Het onderzoek ..................................................................................................... 99 8.1.2 De luchtdichtheid............................................................................................. 100 8.1.3 Eigen visie: SENVIVV versus ANNO 2007 ....................................................... 101 8.2 Andere onderzoeken ............................................................................................. 101 8.3 Besluit ......................................................................................................................... 102 Referenties ...................................................................................................................... 102 9 Kritische reflecties en aanbevelingen ........................................................................ 103 Besluit ................................................................................................................................... 108 Literatuurlijst ........................................................................................................................ 110 Lijst van de figuren ............................................................................................................ 117 Lijst van de tabellen .......................................................................................................... 121 Bijlagen ................................................................................................................................ 122 Bijlage 1
Bouwfysische begrippen ........................................................................... 123
Bijlage 2
Thermografische foto’s .............................................................................. 131
Bijlage 3
Checklist luchtdichtheid ............................................................................ 163
Inleiding EPB, E-peil, K-peil, energie besparen, isoleren, ventileren, koudebruggen, warmteverliezen, alternatieve energiebronnen, passiefhuis … een greep uit de termen en begrippen die in de bouwwereld dagelijks om onze oren slaan. Toch lijkt er één begrip te ontbreken … Luchtdichtheid is een vaak vergeten thema. Het doel van deze thesis is luchtdichtheid in de spotlight zetten. Luchtdicht bouwen is naast ventilatie en isolatie een belangrijke pijler in energiezuinig bouwen. En verdient in de toekomst zeker meer aandacht. Een groot deel van deze thesis is toegespitst op het informatieve aspect. Mijn inziens bestaat er te weinig juiste en volledige informatie omtrent het onderwerp. Vooraleer het in de praktijk adequaat toegepast kan worden, is het noodzakelijk dat luchtdichtheid theoretisch wordt uitgeklaard. Mijn zoektocht naar informatie was alles behalve gemakkelijk. Ik raadpleegde boeken, surfte op het internet, las artikels en had gesprekken met gedreven mensen uit de bouwwereld. Een hoop informatie sijpelde mijn hersenen binnen. Daarmee probeerde ik een structuur te maken voor deze thesis. Een aantal vragen die om een antwoord vroegen, borrelden in mij op. Wat is luchtdicht bouwen? Welke regelgeving bestaat hieromtrent? Waarom luchtdicht bouwen? Op deze drie vragen worden respectievelijk in hoofdstuk 1, 2 en 3 een antwoord geboden. Nu het begrip luchtdicht bouwen en het nut hiervan duidelijk waren, moest er dieper ingegaan worden op de luchtdichtheid in de praktijk, meerbepaald hoe luchtdicht bouwen. Vervolgens worden de gebreken van de huidige traditionele woningen aangekaart. Dit overzicht vindt u terug in hoofdstuk 5 ‘kritische luchtdichtingsdetails’. Verder wordt ingegaan op één specifieke norm die bepaalt hoe de luchtdichtheid gemeten wordt. De resultaten van een luchtdichtheidsmeting kunnen gebruikt worden bij de berekening van het E-peil. De invloed van de luchtdichtheid op het E-peil wordt in hoofdstuk 7 verduidelijkt. Om af te sluiten wordt de situatie in Vlaanderen belicht. De kritische bedenkingen over mijn bevindingen omtrent het thema kan u nalezen in het hoofdstuk ‘kritische reflecties en aanbevelingen’.
Veel Leesplezier!
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
8
1 Wat is luchtdichtheid? ‘Luchtdicht’ staat in het Van Dale Groot Woordenboek hedendaags Nederlands (2002) omschreven als “zo dicht dat de lucht er niet uit of in kan”. Wanneer deze beschrijving toegepast wordt in bouwkundige termen, dan is een gebouw luchtdicht als er geen lucht in of uit kan. Wat is de oorzaak van het binnendringen/wegvloeien van lucht in/uit een gebouw? Er zijn twee factoren1 die hierbij een rol spelen. Het eerste element is de luchtdruk. Onder invloed van een luchtdrukverschil (tussen de binnen- en buitenomgeving) zal lucht verplaatsen. Deze luchtverplaatsing noemt wind. Hoe groter de drukverschillen, hoe hoger de windsnelheid [2]. De hoeveelheid kieren (en de groottes hiervan) is het tweede verklarende aspect. Naargelang er veel kieren (slechte luchtdichtheid2) of weinig kieren (goede luchtdichtheid) aanwezig zijn, vindt er in het gebouw luchtcirculatie plaats. De luchtdichtheid van een gebouw is dus enerzijds afhankelijk van de windsnelheid/luchtdruk3 en anderzijds van de hoeveelheid en de groottes van kieren, lekken … in het gebouw. Samengevat kan de luchtdichtheid van een gebouw gedefinieerd worden als de mate waarin een gebouw beschermd is tegen het indringen (wegvloeien) van lucht van buitenaf (binnenuit). Hoe luchtdichter een gebouw hoe minder kans de lucht heeft om binnen te dringen of weg te vloeien.
Er zijn meerdere elementen die een rol spelen bij het ontstaan van luchtverplaatsingen (bijvoorbeeld de aanwezigheid van een mechanisch ventilatiesysteem). Deze elementen zijn echter steeds gebaseerd op de twee basisfactoren. 2 Het woord luchtdichtheid wordt in de literatuur ook wel luchtdoorlatendheid genoemd. 3 Bij de meetmethode om de luchtdichtheid van een gebouw te bepalen, wordt het luchtdrukverschil veroorzaakt door een ventilator. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
9
Figuur 1: Mogelijke luchtlekken in gebouwen [89]
Zoals de figuur hierboven illustreert, kan lucht op verschillende plaatsen het gebouw binnendringen. Deze luchtlekken zijn te wijten aan kieren, spleten, een slechte afdichting van niet-geïsoleerde zolderruimtes, de densiteit van de gebruikte materialen … Nu wordt het begrip luchtdichtheid in een wetenschappelijkere context geplaatst. Bij de meting van de luchtdichtheid van een gebouw wordt de n50waarde1 bepaald. Deze is in feite een graadmeter dewelke weergeeft hoeveel keer per uur de volledige luchtinhoud in een gesloten gebouw verloren gaat door lekverliezen. De n50-waarde wordt uitgedrukt in luchtwisselingen per uur (ook wel aangeduid door h-1). De ‘50’ in n50 wijst op een drukverschil van 50 Pa tussen binnen- en buitenomgeving. Dit komt overeen met een ‘zware’ wind van ongeveer 5 Beaufort. In een wetenschappelijkere naamgeving wordt de n50waarde ook wel ‘het ventilatievoud bij een drukverschil van 50 Pa’ genoemd. Een woongebouw scoort een gemiddelde van 4 (bij appartementen) à 10 (bij vrijstaande woningen) luchtwisselingen per uur. Een laagenergiewoning streeft naar een n50 van 1 à 1,5 h-1. Dit betekent dat bij een zware wind 1 à 1,5 maal per uur de volledige binnenlucht naar buiten wordt gezogen. Bij een passiefhuis moet deze waarde minder dan 0,6 luchtwisselingen per uur zijn.
1 Naast de n50-waarde zijn er nog andere getalswaarden om de luchtdichtheid van een gebouw te karakteriseren. De n50-waarde is de bekenste.
Luchtdicht bouwen een e vergete en must?!
10
1 10 9
n50‐waarde [h‐1]
8 7 6 5
9,5 8,3
4 3 2
5,3 4,1
1 0 Apparrtement
Rijwoning
Half‐opeen woning
Vrijstaande woning
Type woning Figuurr 2: Gemidde elde luchtdichtheid bij div verse woning gtypen [71]
Bovensta aande graffiek geeft de d gemidd delde luchtdichtheid d per type woning w we eer volgens de d SENVIVV V 1.
Referen nties Boomer, isoleren i die e je beter goed, g [onlline] availa able, (http://ww ww.boome erbvba.be e) 21 april 2007. 2 Floor, K., Weerkund W e, Meteoro ologie voo or iedereen n, Rijswijk, 2 29 mei 2006 6. Isolatie, ventilatie v en verwarm ming in nieu uwbouwwo oningen: re esultaten van v een enquête. Brussel, WTCB, W 1999.. (rapport) Luchtdich htheid, ven ntilatie en warmte, Drie D pijlers voor v energiiezuinig bo ouwen. Etterbeek k, Belgium WoodForu um, 31 maa art 2006. (b brochure)
De SENVIVV is een studie, uitge evoerd eind jaren ‘90, over o de ene ergieaspectten van n in Vlaande eren. Een vo olledige uitlleg van de SENVIVV ko omt in nieuwbouwwoningen hoofdstuk 8 aan bod.
1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
11
2 Normering en regelgeving over luchtdichtheid Achter het begrip luchtdichtheid schuilt natuurlijk een theorie. Dit hoofdstuk werpt een blik op de normering en de regelgeving omtrent luchtdichtheid. Er worden twee thema’s aangehaald. Ten eerste wordt aangegeven dat er geen eisen omtrent luchtdichtheid bestaan in België. Om af te sluiten komen de normen in verband met de luchtdichtheidsmeting aan bod.
2.1 Normen en regelgevingen met prestatie-eisen In België zijn er geen prestatie-eisen voor de luchtdichtheid van woningen in normen vastgelegd. Welke voorschriften/aanbevelingen bestaan er wel in België op het gebied van luchtdichtheid? Eerst en vooral is er de nieuwe energieprestatieregelgeving die rekening houdt met de luchtdichtheid van het gebouw bij de berekening van het E-peil. Daarnaast zijn er de ventilatienormen NBN D 50-001 en NBN EN 13779 die een aantal richtwaarden (geen eisen!) voor de luchtdichtheid aangeven in functie van de gekozen ventilatiemethode.
2.1.1 De energieprestatieregelgeving1 [36] Welke richtwaarden luchtdichtheid? • •
geeft
de
energieprestatieregelgeving
op
voor
de
Bij een ventilatiesysteem met mechanische toe- of afvoer: luchtdichtheid n50 kleiner dan drie luchtwisselingen per uur. Bij een gebalanceerd ventilatiesysteem2 met warmterecuperatie3: luchtdichtheid n50 kleiner dan één luchtwisseling per uur.
2.1.2 NBN D 50-001 ‘Ventilatievoorzieningen en woongebouwen’ Welke richtwaarden geeft de ventilatienorm NBN D 50-001 [74] op voor de luchtdichtheid? •
Bij een gebalanceerd ventilatiesysteem is een maximaal ventilatievoud van drie luchtwisselingen per uur wenselijk voor een drukverschil van 50 Pa wanneer alle toevoer- en afvoeropeningen van het ventilatiesysteem gesloten zijn.
Een volledige uitleg omtrent de energieprestatieregelgeving en luchtdichtheid is terug te vinden in hoofdstuk 7. 2 Een gebalanceerd ventilatiesysteem is een ventilatiesysteem met mechanische toe- en afvoer. 3 Een gebalanceerd ventilatiesysteem met warmterecuperatie zorgt ervoor dat de koude lucht die wordt toegevoerd in een gebouw, wordt opgewarmd door de warme lucht die wordt afgevoerd uit het gebouw. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
12
Bij toepassing van een warmterecuperatiesysteem op de ventilatielucht is het aangewezen het ventilatievoud tot één luchtwisseling per uur te beperken voor een drukverschil van 50 Pa.
2.1.3 NBN EN 13779 ‘Ventilatie voor niet-residentiële gebouwen’ De NBN EN 13779 [75] raadt bij gebruik van een gebalanceerd ventilatiesysteem een luchtdichtheid aan van 2 h-1 voor gebouwen tot drie niveaus en van 1 h-1 voor hogere gebouwen.
2.1.4 De buitenlandse regelgeving [61] In Duitsland bestaat er wel een norm (DIN 4108-7) waarin eisen voor de luchtdichtheid van de gebouwschil zijn vastgelegd: • • • •
voor woningen zonder een gebalanceerd ventilatiesysteem: n50 ≤ 3 h-1; voor woningen met een gebalanceerd ventilatiesysteem: n50 ≤ 1,5 h-1; voor woningen met een gebalanceerd ventilatiesysteem met warmterecuperatie: n50 ≤ 1 h-1; voor passiefhuizen moet de luchtdichtheid n50 kleiner zijn dan 0,6 h-1.
In onderstaande afbeelding worden de Belgische aanbevelingen (uit de NBN D 50-001) vergeleken met de aanbevelingen of (meestal) eisen in enkele andere landen.
Figuur 3: Vergelijking van de aanbevelingen [87]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
13
2.2 Normen en regelgevingen over de luchtdichtheidsmeting 2.2.1 De luchtdichtheid van het gebouw De norm NBN EN 13829 ‘Thermische eigenschappen van gebouwen - Bepaling van de luchtdoorlatendheid van gebouwen – Overdrukmethode’ behandelt de meting van de luchtdichtheid van gebouwen of gebouwdelen. Deze norm bevat onder andere uitleg over hoe er gemeten moet worden, onder welke weersomstandigheden, hoe de volumes moeten berekend worden … [76] De blowerdoor is in vele landen erkend als toestel om luchtdichtheidsmetingen uit te voeren. De blowerdoormetingen moet gebeuren volgens de norm. Een volledige beschrijving van de luchtdichtheidsmeting en de gebruikte toestellen wordt gegeven in hoofdstuk 6.
2.2.2 De luchtdichtheid van het ventilatiesysteem De norm NBN EN 13779 [75] geeft uitleg over de meting van de luchtdichtheid van ventilatiesystemen. Een volledige uitleg hierover geeft geen meerwaarde in het kader van deze thesis. Indien bijkomende informatie gewenst is, raadpleeg artikel [6].
2.3 Besluit Op gebied van normering is het opvallend dat er in België slechts sprake is van aanbevelingen en dus niet van (prestatie-)eisen! Luchtdichtheid is zeker even belangrijk als isolatie en ventilatie. Deze twee elementen zijn echter wel onderhevig aan eisen.
Referenties DIN 4108-7 Luftdichtheit von Bauteilen und Anschlüssen Planungs- und Ausführungsempfehlungen sowie –beispielen. Berlijn (Duistland), DIN, 2001. EPB Module 2.4 Residentiele ventilatie: aanbevelingen. Brussel, De Vlaamse Overheid, februari 2006. (powerpoint presentatie) EPB Module 2.7 Niet-residentiele ventilatie: aanbevelingen. Brussel, De Vlaamse Overheid, februari 2006. (powerpoint presentatie) NBN D50-001 Ventilatievoorzieningen in woongebouwen. Brussel, BIN, 1991. NBN EN 13779 Ventilatie voor niet-residentiële gebouwen- Prestatie-eisen voor ventilatie- en kamerbehandelingssystemen. Brussel, BIN, 2004. NBN EN 13829 Thermische eigenschappen van gebouwen- Bepaling van de luchtdoorlatendheid van gebouwen – overdrukmethode (ISO 992:1996, gewijzigd). Brussel, BIN, 2001.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Ventilatie van woningen, deel 1 algemene principes. Brussel, Werkgroep Woningventilatie (WTCB), juni 1994. Ventilatie van woningen. ‘WTCB Digest’, 1999, nr.5, p. 1-5.
14
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
15
3 Waarom luchtdicht bouwen? ‘Waarom luchtdicht bouwen?’ is een cruciale vraag die om een antwoord roept. Luchtdicht bouwen biedt voordelen op diverse gebieden. Deze worden hier uit de doeken gedaan.
3.1 De sleutels van het energiezuinig bouwen 3.1.1 Een stukje geschiedenis ‘Overisolatie kan leiden tot nadelige effecten in je woning.' Deze slagzin is jarenlang verspreid onder de Belgische bevolking terwijl er helemaal geen waarheid achter schuilt! De opmerking dat in gebouwen vochtproblemen ontstaan door overisolatie sloeg met de regelmaat van een klok. Vandaag de dag begint de juiste kennis in de bouwwereld door te sijpelen: overisolatie bestaat niet, onderventilatie wel.
3.1.2 Algemeen Eenmaal een woning goed geïsoleerd is, wordt het tijd om te denken aan luchtdichtheid. Net zoals het geen zin heeft om een dikke jas aan te trekken en dan de ritssluiting open te laten, is het ook nutteloos om ervoor te zorgen dat er geen warmte verloren gaat door muren als er door gaten en kieren voortdurend koude buitenlucht infiltreert. Bij energiezuinig bouwen horen een goede isolatie en een goede luchtdichtheid dus samen. Bouwers en verbouwers moeten ongecontroleerde luchtverliezen tegengaan en zorgen voor een gecontroleerde ventilatie.
Figuur 4: De 3 sleutelbegrippen om comfortabel en energiezuinig te bouwen
Isolatie, luchtdichting en ventilatie zijn 3 sleutelbegrippen om comfortabel en energiezuinig te bouwen.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
16
3.2 Een onvoldoende of beschadigde luchtdichting1 Het belang van de luchtdichtheid mag niet onderschat worden. Bij een luchtdichtingssysteem heeft de minste kier belangrijke gevolgen. Het effect is vergelijkbaar met dat van een kier onder de deur. Uiteraard aanvaardt niemand een dergelijk luchtlek. Bijgevolg moet iedereen even onverbiddelijk zijn voor uitvoeringsfouten bij een luchtdichtingssysteem. De negatieve effecten van een onvoldoende of beschadigde luchtdichting zijn hieronder beschreven.
3.2.1 Warmteverliezen Bij een koude buitentemperatuur verliest een gebouw warmte via kieren in de buitenschil. De minste dichtingsfout veroorzaakt reeds aanzienlijke warmteverliezen. Gevolg: de bewoner geniet niet van de vooropgestelde isolatiegraad, de verwarmingskosten stijgen en de CO2 uitstoot ligt eveneens hoger.
Figuur 5: Warmteverliezen [53]
Bij bovenstaande klimaatsomstandigheden en constructieopbouw toonde een Duits onderzoek [59] aan dat: • •
de U-waarde van bovenstaande constructie met damprem zonder kieren 0,30 W/m²K bedraagt; de U-waarde van bovenstaande constructie met damprem met een kier van 1 mm 1,44 W/m²K bedraagt.
Dit betekent een verhoging van de warmteverliezen met ± 80 %. De theoretische warmteverliezen dienen met een factor 4,8 vermenigvuldigd te worden. Er gaat namelijk 3,8 maal zoveel warmte verloren door de kier van 1 mm als door de resterende 999 mm.
1 In bijlage 1 bevindt zich uitleg over een aantal bouwfysische begrippen. Dit kan nodig zijn voor een volledig begrip van dit en volgende onderdelen.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
17
3.2.2 Te droog binnenklimaat in de winter Droge binnenlucht in de winter is een veel voorkomend fenomeen. Het is te wijten aan het feit dat koude buitenlucht binnendringt in het gebouw en er opwarmt. In tegenstelling tot warme lucht bevat koude lucht slechts beperkte hoeveelheden vocht.
Figuur 6: Te droog binnenklimaat in de winter [53]
Bovenstaande figuur toont aan dat hoe meer de lucht opwarmt, des te droger deze wordt.
3.2.3 Binnendringen van vochtige binnenlucht in de constructie
Figuur 7: Bouwschade als gevolg van vochtige binnenlucht [53]
Bij bovenstaande klimaatsomstandigheden en constructieopbouw toonde een Duits onderzoek [59] aan dat: • •
het vochttransport door het dampscherm (= vochttransport door diffusie) 0,5 g/(m².dag) bedraagt; het vochttransport door 1 mm kier (= vochttransport door convectie) 800 g/(m².dag) bedraagt. Dit betekent een verhoging van maar liefst 1600 %.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
18
Per winterdag kan er per strekkende meter kier in de luchtdichte laag 800 gram vocht (convectie) in het bouwelement dringen, met mogelijk desastreuze gevolgen. Een recent Duits onderzoek [62] naar het risico op vochtschade bij de luchtdoorstroming via luchtlekken in de gebouwschil toonde aan dat schade door condensatie ten gevolge van exfiltratie relatief zeldzaam is. Onder normale omstandigheden blijkt een luchtstroom van binnen naar buiten een drogend effect op de constructie te hebben. Enkel wanneer er sprake is van een vochtiger binnenklimaat of wanneer de lucht een lange weg moet afleggen aan de (koude) buitenzijde van de constructie (bijvoorbeeld bij metalen dakbedekkingen) kan er condensatie optreden.
3.2.4 Bescherming tegen zomerhitte Fouten in de luchtdichting laten warme lucht binnendringen in de isolatie.
Figuur 8: Bescherming tegen zomerhitte [53]
Doordat er een kier in de luchtdichting aanwezig is, zal er een warme luchtstroming ontstaan van buitenuit door de isolatie naar binnen. Daardoor vermindert het isolerende vermogen van de constructie. Bij de aanwezigheid van een kier wordt de faseverschuiving ingekort omdat de warmte minder lang uit het gebouw wordt gehouden.
3.2.5 Tocht Bij traditionele woningen blijven veel kieren bestaan. Hierlangs kan ongecontroleerd koude buitenlucht naar binnen waaien. Indien er maar één kier in de woning is, blijft de koude lucht in die zone circuleren. Zodra er meerdere kieren zijn, ontstaat tocht. De koude buitenlucht trekt van de ene kier naar de andere: dit wordt door bewoners als hinderlijk ervaren (een groot comfortprobleem dus, tenzij je van tocht houdt).
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
19
3.2.6 Ventilatie Opdat de ventilatie van een gebouw functioneert zoals gepland, moet de gebouwschil voldoende luchtdicht zijn. Luchtstromen door kieren en spleten kunnen namelijk niet beheerst en geregeld worden en verstoren daarom vaak de gewenste ventilatie in het gebouw. Nog steeds worden vele woningen enkel geventileerd door toevallige infiltratie van lucht via kieren en spleten en onvolkomenheden in het gebouwomhulsel. Dergelijke luchtstromen: • • • •
kunnen sterk verschillen van lokaal tot lokaal (sommige kamers te veel, andere te weinig); hebben geen constant debiet (soms een te hoog debiet, soms te laag); zijn erg weersafhankelijk (ze worden bepaald door de windsterkte, windrichting, temperatuursverschillen …); en hebben een onbepaalde richting.
Hieronder wordt het nut van een goede luchtdichtheid in het kader van de ventilatie geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld:
Figuur 9: Ventilatiestromen volgens de luchtdichtheid van het gebouw [89]
Een beter luchttechnisch geïsoleerd gebouw heeft minder ongecontroleerde binnenkomende buitenlucht. Bij het gebruik van een ventilatiesysteem in dergelijke gebouwen ontstaat een luchtstroom vanuit de droge ruimtes (= luchttoevoerruimtes) naar de natte ruimtes (= luchtafvoerruimtes). Deze juiste manier van ventileren is afgebeeld in de rechtse figuur. Bij een hoge n50-waarde ontstaan luchttechnische kortsluitstromen. In de kamer waar de vervuilde lucht afgezogen wordt, komt de vervangende lucht de kamer binnen via kieren en niet via de verder gelegen slaapkamer, woonkamer of andere kamers waar luchttoevoer wordt voorzien. Bijkomend verdwijnt de toegevoerde lucht via kieren en spleten. De beoogde ventilatiestroming wordt dus niet bereikt. Deze slechte manier van ventileren is afgebeeld in de linkse figuur.
3.2.7 Geluidsisolatie Een goede luchtdichting draagt rechtstreeks bij tot het verkrijgen van een goede akoestische isolatie van luchtgeluid. Bij een niet luchtdicht gebouw verplaatst luchtgeluid zich via de ongedichte spleten. Luchtlekken zijn dus ook geluidslekken.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
20
Figuur 10: Bepleisterde muur [11]
Uit onderzoek [11] van de akoestische invloed van de afwerking van muren uit metselwerk is gebleken dat de keuze van de afwerking een belangrijke invloed heeft op de luchtdichtheid van de wand. De luchtdichtheid van de muur is mede bepalend voor de akoestische isolatie ervan. In de praktijk komt deze luchtdichtheid tot stand door de blokken enerzijds en door de bepleistering anderzijds. Tijdens het onderzoek heeft men verschillende wanden getest. Er werden telkens drie soorten metingen uitgevoerd: de eerste op een onbepleisterde wand, de tweede op een muur met een bepleistering aan één zijde en de derde op een muur met bepleistering aan beide zijden. De proefresultaten tonen aan dat de aanwezigheid van een bepleistering op minstens één van de zijden tot verbetering leidt. Bepleistering van de muur aan beide zijden leidt echter niet tot een aanzienlijke verdere verbetering van de akoestische isolatie. Deze resultaten zijn op het eerste zicht verrassend: hoe is het immers mogelijk dat een eenvoudige bepleistering van amper 3 mm dik de akoestische isolatie van een wand zo sterk verbetert? De verklaring ligt in het feit dat de spectaculaire verbetering van de luchtgeluidsisolatie niet het gevolg is van de verhoging van de oppervlaktemassa door de bepleistering, maar wel van de vermindering van de luchtdoorlatendheid van de muur. Door haar aanwezigheid verzekert de bepleistering namelijk het massa-effect van de volledige muur. Op redelijk ‘poreuze’ blokken (bijvoorbeeld blokken uit geëxpandeerde klei, lichte betonblokken …) is de aanwezigheid van bepleistering van kapitaal belang. Voor muren, opgebouwd uit blokken met een grotere luchtdichtheid, zal de positieve invloed van de bepleistering minder uitgesproken zijn. Bijvoorbeeld bij gipsblokken is de invloed van de bepleistering te verwaarlozen tengevolge van de luchtdichtheid die inherent is aan het materiaal zelf. Met de nieuwe akoestische norm NBN S 01-400-1 ‘Akoestische criteria voor woongebouwen’ wordt het aanbrengen van een degelijke bepleistering alsmaar belangrijker.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
21
3.2.8 Brandveiligheid Bij het optreden van brand is het belangrijk dat vuur van zuurstof wordt afgesloten. Wanneer het gebouw niet voldoende luchtdicht is, blijft zuurstof in het gebouw binnenstromen waardoor de brand steeds wordt gevoed. Het wordt moeilijker om de brand te bestrijden. Ook wat betreft rookverspreiding is een luchtdicht gebouw veiliger dan een niet luchtdicht gebouw. Door de lekken en kieren verspreidt de rook zich gemakkelijker.
3.3 Besluit Luchtdicht bouwen is dus van cruciaal belang: • • • • • • • •
om warmteverliezen te vermijden. Luchtdicht bouwen zorgt namelijk voor een daling van het energieverbruik; om een aangenaam binnenklimaat in de winter te hebben. Door luchtdicht te bouwen wordt een droge binnenlucht in de winter verhinderd; voor de bescherming van vochtschade door convectie; om een aangenaam binnenklimaat in de zomer te hebben. Door luchtdicht te bouwen wordt hittedoorslag in de zomer vermeden; voor het verzekeren van een goede werking van de ventilatie doorheen alle ruimtes. voor een betere geluidsisolatie. Luchtdicht bouwen zorgt voor een demping van het luchtgeluid; voor een goede rook- en brandbescherming; voor de verhoging van het wooncomfort.
Referenties ABTS, G., Luchtdicht bouwen en gecontroleerde ventilatie, [online] available (http://users.skynet.be/geert.abts/meerinfo.html#lucht), 16 april 2007. Boomer, isoleren die je beter goed, [online] available, (http://www.boomerbvba.be) 21 april 2007. Competentie in dichting. Zemst, ProClima, 2006. (verzamelbundel) Deutsche Bauzeitschrift. Stuttgart (Duitsland), Fraunhofer Institut for Bauphysik, december 89, blz. 1639 en volgende. Dobbels, F., “The answer, my friend … is blowing in the wind …”, Verslag van het 9e BlowerDoor-Symposium van het Energie- und Umweltzentrum am Deister (e.u.[z]),Brussel, WTCB, 24 april 2004. (brochure) Dobbels, F., Houtskeletbouw: een systeem in volle ontwikkeling, ‘WTCB contact’, 2006, katern nr. 6, p. 1-6.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
22
Eykens, P., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 13 maart 2007. Habitos.be alles over wonen, [online] available (http://www.habitos.be), 21 april 2007. Isoproc, [online] available (http://www.isoproc.be), 21 april 2007. Jaenen, G., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 14 februari 2007. Luchtdicht bouwen, [online] available (http://www.milieuadvieswinkel.be/index.php/02.01.02.02.01/), 16 april 2007. Luchtdichte gebouwen verliezen geen warmte, [online] available (http://www.livios.be/nl/_build/_guid/_isol/_vape/1267.asp), 16 april 2007. Van Damme, M., Akoestische invloed van de afwerking van muren uit metselwerk, ‘WTCB contact’, 2004, katern nr. 6, p. 1-4. Ventilatie van woningen. ‘WTCB Digest’, 1999, nr.5, p. 1-5. Woningventilatie, de kunst van de perfecte zuigkracht. Merelbeke, Ventomatic ventilatoren, 2006. (catalogus)
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
23
4 Hoe luchtdicht bouwen? In het vorige hoofdstuk werd aangegeven welke voordelen luchtdicht bouwen met zich meebrengt. Om de luchtdichtheid van woningen te garanderen is het cruciaal van de details voor ogen te houden. De luchtdichtheid is enkel gegarandeerd als de plaatsing op de juiste manier gebeurd. Dit onderdeel geeft een beeld van welke materialen op de markt zijn en welke technieken gebruikt kunnen worden.
4.1 Algemeen Het realiseren van een goede luchtdichtheid start bij het ontwerp van de woning. De architect moet bij de keuze van materialen en aansluitingen (tussen bouwcomponenten en verschillende wanden onderling) voldoende rekening houden met de gewenste luchtdichtheid. In de uitvoeringsfase is het belangrijk om de kritische luchtdichtingsdetails1 met voldoende zorg en oog voor details uit te voeren. De aannemer is hiervoor grotendeels verantwoordelijk. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de meeste fouten die tijdens de verwezenlijking van de constructie worden gemaakt naderhand niet of slechts met grote inspanning kunnen worden verbeterd. In een bestaande woning kan de luchtdichtheid worden aangepakt door ingrepen op evidente lekken zoals slecht sluitend schrijnwerk, rolluikkasten, kelderen zolderafsluitingen, open verbrandingstoestellen … Hoewel de renovatie van bepaalde elementen van het omhulsel van het gebouw (deuren, ramen …) de luchtdichtheid ervan kunnen beïnvloeden, hangt deze voornamelijk af van de oorspronkelijke zorg die eraan besteed werd. Het zal dus moeilijk zijn om bij verbouwingen dezelfde graad van luchtdichtheid te bereiken als bij nieuwbouwwoningen.
4.2 Materialen ter verbetering van de luchtdichtheid Eerst en vooral bestaan er een aantal materialen die van zichzelf luchtdicht zijn. Hieronder is een opsomming gegeven van een aantal veel voorkomende luchtdichte materialen: • • • • • •
beton; glas; metaal; hout (meestal); pleisterwerk2; folies van polyethyleen en aluminium;
Het volgende hoofdstuk ‘Kritische luchtdichtingsdetails’ kan hierbij een grote hulp vormen. 2 Degelijk bepleisterde muren en plafonds zonder voegen zijn in het algemeen goed luchtdicht. Niet bepleisterde muren van zware betonblokken kunnen echter erg luchtopen zijn. Meer informatie over bepleisteringen is te vinden in [51] en [52]. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
• • •
24
roofing (bitumen); silicaatsteen (ook sommige andere stenen); …
Of een materiaal al dan niet luchtdicht is, hangt meestal af van de densiteit en de structuur. Ondanks de luchtdichtheid van het materiaal zelf moet er aandacht geschonken worden aan de aansluitingen tussen verschillende luchtdichte elementen om de luchtdichtheid van de volledige constructie te garanderen. Naast de natuurlijke luchtdichte materialen bestaan er ook speciaal ontworpen luchtdichtingssytemen. Luchtdichte folies (dampschermen en dampremmen), kleefbanden, siliconen, lijmen … zijn hier voorbeelden van. Bij het gebruik hiervan is het belangrijk na te gaan op welke ondergronden deze systemen toepasbaar zijn! Luchtdicht bouwen moet nauwkeurig worden uitgevoerd. De luchtschermen moeten elkaar overlappen. De naden, kieren en muuraansluitingen moeten ook zorgvuldig worden gedicht. Het is bovendien zeer belangrijk voldoende aandacht te schenken aan de compatibiliteit van verschillende producten wanneer ze gecombineerd worden. In de toekomst bestaat de mogelijkheid dat er een aantal bouw-, wand-, schrijnwerksystemen … op de markt komen die het luchtdicht bouwen enorm kunnen vereenvoudigen. Bij het ontwerp hiervan moet men aandacht schenken aan de kritische luchtdichtingsdetails. Opmerking Technisch-commerciële informatie over luchtdicht bouwen kan opgezocht worden in de TECHCOM-databank van het WTCB. Deze bevat ook informatie over bedrijven die producten aanbieden voor de uitvoering van luchtdichtingssystemen, maar niet op de Belgische markt aanwezig zijn. Op deze manier kunnen particulieren zich een beeld vormen van de mogelijkheden op technisch gebied.
4.3 Technieken ter verbetering van de luchtdichtheid Op de Belgische markt zijn er tot op heden al heel wat materialen/systemen met als doelstelling de luchtdichtheid van een constructieonderdeel verbeteren. Het gebruik ervan is echter een andere zaak. Vele bouwprofessionelen kennen deze materialen niet, of schenken er onvoldoende aandacht aan. Het is noodzakelijk om een beeld te geven over hoe de luchtdichtheid verbeterd kan worden. Hieronder zijn de meest gebruikte producten die in België probleemloos verkrijgbaar zijn, opgesomd.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
25
4.3.1 Luchtdichte aansluitingen: plaatsingstechnieken Hieronder volgt een overzicht van een aantal algemene (basis)aansluitingen (met hun plaatsingstechnieken).
4.3.1.1 Overlappingen van banen
Figuur 11: Luchtdichte aansluiting bij overlappingen van luchtdichte banen [40]
Het dichtkleven van de luchtdichtingsbanen onderling gebeurt met speciaal ontwikkelde kleefbanden. De kleefband zorgt voor een doeltreffende luchtdichte aansluiting tussen de banen.
4.3.1.2 Aansluitingen aan aangrenzende bouwdelen
Figuur 12: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm [40]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
26
Figuur 13: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm [40]
Voor de aansluiting van het luchtscherm aan bepleisterd metselwerk/beton, aangrenzende bouwelementen en minerale ondergronden (pleister en zelfs beton) worden meestal speciale aansluitingslijmen gebruikt. Deze verbindingskits garanderen de luchtdichtheid en een uitstekend hechtende en flexibele verbinding tussen alle dampremmende en aangrenzende constructiedelen. Veelal bieden deze producten een luchtdichte verbinding conform de normen, dit met of zonder aandruklatten of extra middelen ter bevestiging.
4.3.1.3 Aansluitingen in hoeken en aan ramen en deuren
Figuur 14: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm aan ramen [40]
De luchtdichte aansluiting tussen het raam en de luchtdichte laag van de wand gebeurd door middel van een speciale kleefband (op de tekening oranje aangeduid). De luchtdichte laag van het gebouw (bijvoorbeeld bepleistering) is aangeduid in een blauw-witte lijn.
Figuur 15: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm [40]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
27
Figuur 16: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm aan ramen [40]
Figuur 17: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm aan ramen [40]
Voor de aansluiting van het luchtscherm in hoeken is een kleefband of speciale folie aangewezen. Deze zijn bijzonder geschikt voor de aansluiting van ramen, balken die de luchtdichting doorbreken en hoeken gevormd door OSB-platen.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
28
4.3.1.4 Aansluitingen aan nog te bepleisteren metselwerk Voor de aansluiting van het luchtscherm aan nog te bepleisteren metselwerk bestaan er speciaal ontworpen aansluitbanden (soort kleefbanden) dewelke zorgen voor een luchtdichte aansluiting met te bepleisteren ondergronden. Na overpleistering is een luchtdichte overgang verzekerd.
Figuur 18: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm [40]
Opmerking Er kan niet genoeg gehamerd worden op het belang van de correcte naleving van de verwerkingsvoorschriften en van een zorgvuldige plaatsing (met voorafgaande controle van de geschiktheid van de ondergrond). Indien men de voorschriften volgt, is de luchtdichting verzekerd. De gebruiksvoorschriften zijn goed en verstaanbaar uitgewerkt, zelfs een doe-het-zelver kan ermee aan de slag.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
29
4.4 De duurzaamheid van luchtdichtheidssystemen [62] In Duitsland worden er eisen omtrent een duurzame luchtdichte gebouwschil gesteld in de norm DIN 4108-7. De evolutie naar normering omtrent luchtdichtheid gaat gepaard met verschillende nieuwe ontwikkelingen op het gebied van kleeftechniek. Daarnaast werd men zich sterker bewust van de nood aan luchtdichtingssystemen (vooral bij lichte constructies zoals het dak) en kwam er een heel nieuw gamma van hulpmiddelen op de markt. De toepassing van luchtdichtingssystemen kent de laatste jaren in Duitsland een groeiend succes. Langzamerhand waaien deze nieuwe technieken ook over naar België. Er is echter nog een groot probleem. Er bestaat nog geen duidelijkheid over het gedrag op lange termijn: de duurzaamheid van het luchtdichtingssysteem is ongekend. In Duitsland is er enorm veel onderzoek [62] verricht naar de duurzaamheid van kleefverbindingen als onderdeel van het luchtdichtingssysteem. De huidige kennis over het werkelijke gedrag van deze systemen op lange termijn (bijvoorbeeld 30 jaar) is beperkt aangezien ze vrij recent op de markt verschenen. Hoewel de meeste fabrikanten stellen dat hun producten meer dan 30 jaar (soms zelfs tot 70 jaar) meegaan, is de garantieperiode veel korter. In de meeste gevallen is deze beperkt tot 5 jaar (maximum 10 jaar). Het onderzoek streeft naar de ontwikkeling van een objectieve vergelijkingsmethode voor combinaties van kleefbanden (kleefstoffen zoals acrylaten of siliconen op dragers van papier, polyethyleen ...) en substraten (luchtschermen, OSB-platen of metselwerk waarop deze luchtschermen aangesloten worden) waarmee men vervolgens een ranglijst kan opstellen van de vaakst voorkomende combinaties. De sterkte van een kleefverbinding wordt bepaald door de cohesie van het (meestal visco-elastische) verbindingsmiddel en door de adhesie tussen de kleefstof en het substraat (tussen de kleefstof en de drager). Uit het onderzoek [62] is gebleken dat de adhesie bij kleefverbindingen sterk afneemt na verloop van tijd. Een kleefverbinding bezit na een periode van 50 jaar ongeveer 10 % van zijn oorspronkelijke kleefkracht. Of dit verlies aan kleefkracht in de praktijk aanleiding zal geven tot het bezwijken van de verbinding is niet geweten. Bijgevolg rijst de vraag of een bijkomende mechanische bevestiging al dan niet aangewezen is. Mits de correcte interpretatie van de Duitse norm DIN 4108-7 is het niet nodig om (genagelde of geschroefde) aandruklatten te plaatsen bij de onderlinge aansluiting van de dichtingsbanen (tenzij men producten combineert die niet op elkaar afgestemd zijn). Dit is echter wel vereist bij de aansluiting van het luchtdichtingsscherm op andere bouwelementen (muren, vloeren, gordingen, nokbalken ...), tenzij perfect wordt voldaan aan alle randvoorwaarden voor de verkleving (droge, stof- en vetvrije, voldoende draagkrachtige ondergrond en aangepaste temperatuur), wat doorgaans niet het geval is op bouwplaatsen in de winter of bij renovatie.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
30
4.5 Besluit Op de markt zijn allerhande materialen aanwezig die de luchtdichtheid van een gebouw aanzienlijk verbeteren. Belangrijk is te onthouden dat de nadruk ligt op een juiste plaatsing. Enkel indien de plaatser de instructies zorgvuldig opvolgt (de fabrikanten stellen deze ter beschikking), is de luchtdichtheid gegarandeerd. Welk materiaal op lange termijn zijn kwaliteit voldoende bewaart, blijft de hamvraag. Het gebruiken van kleefmaterialen (kleefbanden en siliconen) zorgt voor de luchtdichting maar deze zijn niet verantwoordelijk voor het opnemen van eventuele krachten (drukverschillen door wind). Om de krachten op te nemen moet er gebruik gemaakt worden van aandruklatten of moet de luchtdichting worden vastgeniet. Er dient steeds aandacht te worden geschonken aan de mechanische sterkte van de luchtdichting.
Referenties Belang van luchtdichtheid wordt sterk onderschat, [online] available (http://www.ecologischbouwen.be/ecologisch_bouwen_pdf/belang_van_luchtdi chting.pdf), 3 januari 2007. Binnenbepleisteringen, deel 1. Brussel, Technische Comité Plafonneer- en voegwerken (WTCB), maart 1996. Binnenbepleisteringen, Deel 2. Brussel, Technisch Comité Plafonneer- en voegwerken (WTCB), september 1996. Boomer, isoleren die je beter goed, [online] available, (http://www.boomerbvba.be) 21 april 2007. Competentie in dichting. Zemst, ProClima, 2006. (verzamelbundel) Debrabander, C., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 13 april 2007. Dobbels, F., “The answer, my friend … is blowing in the wind …”, Verslag van het 9e BlowerDoor-Symposium van het Energie- und Umweltzentrum am Deister (e.u.[z]),Brussel, WTCB, 24 april 2004. (brochure) Energiegids Bouwen en verbouwen, [online] available (http://www.greenpeace.org/belgium/nl/energiegids/bouwen-en-verbouwen), 21 april 2007. Eykens, P., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 13 maart 2007. Habitos.be alles over wonen, [online] available (http://www.habitos.be), 21 april 2007. Isoproc, [online] available (http://www.isoproc.be), 21 april 2007. Jaenen, G., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 14 februari 2007.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
31
Luchtdicht bouwen, [online] available, (http://www.lika.be/content/view/16/26/) 6 augustus 2005.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
32
5 Kritische luchtdichtingsdetails: problemen en oplossingen1 In het vorige hoofdstuk werden enkele technieken en materialen om luchtdicht te bouwen verhelderd. In dit onderdeel wordt een nauwkeurige omschrijving gegeven van de problemen en oplossingen bij een groot aantal kritische luchtdichtingsdetails.
Luchtdichte schil
Figuur 19: Voorbeelden van kritische luchtdichtingsdetails in een woning [87]
1 De kritische luchtdichtingsdetails uit dit hoofdstuk zijn voornamelijk van toepassing voor traditionele (nieuwbouw) woningen.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
33
De luchtdichte schil1 wordt best van bij het ontwerp vastgelegd en zo dicht mogelijk tegen de isolatieschil gekozen. Als controle kan met een potlood op de plannen de luchtdichte schil overtrokken worden. Wanneer de potlood moet worden opgehoffen is er een onderbreking in de luchtdichte schil. Zoals bij koudebruggen kunnen ook kritische aansluitingen wat betreft de luchtdichtheid (luchtbruggen) worden gedetailleerd op een plan. Opmerkingen Bijlage 2 geeft een aantal voorbeelden van luchtlekken, aangetoond met behulp van thermografische foto’s. Deze zijn het bewijs van enkele van de volgende problemen. De oplossingen die worden voorgesteld zijn ‘mogelijke’ oplossingen. Er is getracht een zo volledig mogelijk beeld weer te geven van de meest courante oplossingsmethoden (op het moment van uitgave van de thesis). De voorgestelde oplossingen in de hiernavolgende bespreking hebben steeds de bedoeling om een enkelvoudige luchtdichte schil te bekomen. Wanneer er echter meer zekerheid over de luchtdichtheid gewenst is, kan er geopteerd worden om een dubbele of zelfs drievoudige luchtdichting te construeren. Een dubbele luchtdichting bij plafonds kan bijvoorbeeld bekomen worden door enerzijds de welfsels luchtdicht uit te voeren en anderzijds een luchtdicht vals plafond te construeren. Bij het falen van de ene luchtdichting is de andere een redding.
5.1 Algemene oplossingen •
Oplossing: de windaanval op de woning2 beperken door de inrichting van de omgeving rond het huis. De meest voor de handliggende voorbeelden zijn de aanplanting van bomen, struiken en de plaatsing van terrasmuren.
Figuur 20: Verbetering van de luchtdichtheid door de aanplanting van bomen
De luchtdichte schil is de scheiding tussen het luchtdicht volume en het niet luchtdicht volume. Tot de luchtdichte schil behoren de elementen die ervoor zorgen dat de woning luchtdicht is afgesloten van de buitenomgeving. Voorbeelden van luchtdichte elementen zijn bepleistering, het luchtscherm in het dak … 2 De overheersende windrichting in België is (zuid)westen. In de winter kan er ook een ijzige noord-oostenwind staan. Indien er gekozen wordt om aanplantingen te voorzien ter verbetering van de luchtdichtheid, kunnen deze best in het (zuid)westen worden geplaatst. De invloed van de wind op de luchtdichtheid is momenteel nog niet begroot. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
34
Oplossing: de onafgewerkte delen van de woning zo snel mogelijk afwerken. Niet volledig afgewerkte woningen vertonen dikwijls belangrijke lekken. De meest voorkomende voorbeelden van onafgewerkte delen van een woning (die tevens ook verantwoordelijk zijn voor luchtlekkage) zijn: o
ramen waarvan de omkasting nog niet is aangebracht.
Figuur 21: Niet afgewerkte omkasting van de ramen [42]
o
zolders (waarbij de zolder tot het luchtdicht volume van de woning behoort) zonder luchtdichte dakafwerking. Hierbij is het belangrijk de luchtdichting zo snel mogelijk correct te plaatsen.
Figuur 22: Niet luchtdicht afgewerkte zolder [38]
•
Oplossing: luchtdichte ventilatiekanalen of schouwschachten gebruiken binnen de luchtdichte gebouwschil. Deze bestaan meestal niet uit luchtdichte materialen en in vele gevallen worden ze ook niet luchtdicht afgewerkt (bijvoorbeeld geen bepleistering bij schouwschachten). Het is dus zeer belangrijk van deze ofwel uit een luchtdicht materiaal te vervaardigen, ofwel luchtdicht af te werken.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Figuur 23: Niet luchtdichte ventilatieschachten [65]
Figuur 24: Luchtdichte ventilatiekanalen [65]
35
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
36
Oplossing: voldoende aandacht besteden aan de luchtdichtheid van houten balken (spanten, vloerbalken …) die deel uitmaken van de luchtdichte schil. Deze dienen luchtdicht te zijn (eveneens de aansluiting van de luchtdichting met deze balken). Bij oudere balken is dat vaak niet het geval.
Figuur 25: Houten balken die deel uitmaken van de luchtdichte schil
•
Oplossing: een luchtdichte afsluiting naar de onverwarmde kelder. De afsluiting naar een kelder gebeurt meestal via een kelderdeur of kelderluik. Tussen de verwarmde ruimte (het geïsoleerde luchtdichte gebouw) en de koude ruimte (de kelder in dit geval) horen goed sluitende luiken/deuren. Deze moeten luchtdicht worden uigevoerd. Meer informatie hierover is te vinden in het onderdeel ‘kritische luchtdichtingsdetails bij deuren en ramen’.
•
Oplossing: scheuren in de luchtdichte laag zijn uit den boze! Bij vaststelling dienen deze onmiddellijk te worden hersteld.
5.2 Vloeren en plafonds1, 2 Probleem 1: doorboringen van leidingen (afvalwater, water, elektriciteit, stookolie …), ventilatiekanalen (meestal deze van de badkamer en de keuken omdat deze natte ruimtes zijn waar de afvoer van de vervuilde lucht verticaal moet gebeuren) of schouwschachten in de vloeren.
Het dak wordt hier niet als een plafond beschouwd. Het wordt verder in dit hoofdstuk als een apart onderdeel behandeld. 2 De volgende problemen zijn in principe niet geldig voor alle vloeren en plafonds. Enkel de vloeren en plafonds die deel uitmaken van de luchtdichte schil (bijvoorbeeld de vloer tussen een kelder en het gelijkvloers) zijn onderhevig aan de problemen. In de praktijk kunnen de oplossingen echter wel voor alle vloeren en plafonds worden toegepast, om een zekerheid van luchtdichtheid in te bouwen. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
Oplossing: afdichting van de doorboringen met behulp van manchetten (kabeldoorvoerelementen).
Figuur 26: Luchtdichte kabeldoorvoerelementen [33]
•
Oplossing: ingieten van de leidingen, kanalen … in beton.
•
Oplossing: afplakken van de openingen op zuivere ondergrond.
Figuur 27: Afplakken van de doorvoeropeningen [53]
37
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
38
Opmerking Een afdichting met PUR-schuim is niet luchtdicht!
Figuur 28: Afdichting van een doorboring met PUR-schuim [20]
Probleem 2: doorboringen van de luchtdichting in de plafonds door het aanbrengen van lichtpunten. •
Oplossing: uitvoeren van een leidingenspouw.
Figuur 29: Principe van een leidingenspouw [27]
•
Oplossing: gebruik maken van onderstaande constructiemethode. De rode en blauwe aanduiding vormen de luchtdichte laag. De aansluiting tussen beide luchtdichte lagen kan met behulp van silicone gebeuren.
Figuur 30: Luchtdichte constructiemethode [27]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
39
Oplossing: gebruik maken van luchtdichte inbouwdozen.
Figuur 31: Luchtdichte inbouwdozen voor spots [41]
Probleem 3: een niet luchtdichte aansluiting van de vloeren op de muren of van de muren op vloeren1.
De druklaag van welfsels en potten en balken moet de luchtdichtheid hiervan garanderen.
Figuur 32: Mogelijke luchtstromen
Bovenstaande figuur geeft de mogelijke luchtstromen bij een niet luchtdichte uitvoering van de aansluiting van vloeren en muren. De druklaag van welfsels en potten en balken moet de luchtdichtheid hiervan garanderen. Wanneer de welfsels volledig op het binnenspouwblad opgelegd worden, kan lucht in de openingen van de welfsels of potten en balken. Bij eventuele doorboringen van leidingen kan een luchtstroom ontstaan binnen het luchtdicht volume. Het is uit den boze om de openingen van welfsels en potten en balken niet te dichten.
De aansluiting van de vloeren op de muren en van de muren op de vloer moeten beide luchtdicht worden gemaakt. Dus voor één vloer moeten de twee aansluitingen luchtdicht worden afgesloten. De ene keer naar de plafondzijde en de andere keer naar de vloerzijde. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
40
Figuur 33: Luchtdichte plaatsing van welfsels [27]
Figuur 34: Luchtdichte plaatsing van welfsels [27]
Figuur 35: Luchtdichte plaatsing van welfsels [63]
•
Oplossing: een luchtdichte afwerking tussen de muur en het plafond kan gebeuren door middel van een speciale tape/folie aan te brengen tussen de bepleistering van de muur en het plafond. Dezelfde oplossingsmethode kan gebruikt worden bij de aansluiting van een muur op een vloer. Hier dient echter wel een niet capillaire (niet wateropzuigende) luchtdichting
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
(bijvoorbeeld een roofing-slab) te worden voorzien, zodat er geen vocht van het hellingsbeton naar de bepleistering kan.
Figuur 36: Luchtdichte afwerking tussen de wand en de vloer [40]
Figuur 37: Luchtdichte afwerking van de aansluitingen van een muur op vloeren
41
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
42
5.3 Muren1 Probleem 1: het niet volledig bepleisteren van het binnenoppervlak van de muren (metselwerk uit snelbouwstenen, cellenbetonblokken en betonblokken, isolatie, gevelmetselwerk en voegen zijn niet luchtdicht). o
o
o
o •
Probleem 1.1 de badkamer: in vele gevallen weet men, wanneer de stukadoor komt, waar het bad zich zal situeren. Meestal wordt de plaats waar het bad zal komen dan ook niet bepleisterd waardoor er een luchtlek ontstaat. Probleem 1.2 de toiletten: in vele gevallen weet men, wanneer de stukadoor komt, waar de afkasting van het toilet zich zal situeren. Meestal worden deze plaatsen dan ook niet bepleisterd met alle gevolgen vandien. Probleem 1.3 inbouwkasten: in vele gevallen weet men, wanneer de stukadoor komt, waar de inbouwkasten zich zullen situeren. Meestal worden deze plaatsen dan ook niet bepleisterd. Probleem 1.4 dagkanten van deuren en ramen: in vele gevallen worden deze niet bepleisterd.
Oplossing: het binnenoppervlak van de muren (dus ook de muren in de berging, garage, zolder … indien deze ruimten tot het luchtdicht volume behoren) VOLLEDIG en OVERAL bepleisteren2. Het bepleisteren van de muren vereist een uiterst zorgvuldige uitvoering. Indien hier voldoende aandacht aan besteed wordt dan zouden veel huizen al flink wat beter scoren op het vlak van luchtdichtheid. In theorie zouden enkel de muren die de luchtdichte schil vormen (de binnenkant van het binnenspouwblad van de buitenmuren) bepleisterd moeten worden. Om flankerende luchtstromen, dit zijn luchtstromen via de aansluitingen van binnenmuren op het binnenspouwblad van de buitenmuur, te vermijden moeten echter al de muren worden bepleisterd! Dit om een garantie op een goede luchtdichtheid te hebben (denk bijvoorbeeld aan scheuren die in het metselwerk zouden kunnen ontstaan met als gevolg luchtstromen).
Probleem 2: onderaan de muur, daar waar de plinten worden geplaatst, wordt vaak de bepleistering niet laag genoeg doorgetrokken of plaatst men geen luchtdichte folie zodat er een luchtdichtheidslek is. Wanneer rolluikkasten (van het onderliggende verdiep) zich ter hoogte van de plinten bevinden, wordt er een luchtstroom veroorzaakt via de rolluikkasten zo door naar de plinten en naar de woning.3 1 De volgende problemen zijn in principe niet geldig voor alle muren. Enkel de muren die deel uitmaken van de luchtdichte schil (bijvoorbeeld het binnenspouwblad van de buitenmuren) zijn onderhevig aan de problemen. In de praktijk kunnen de oplossingen echter wel voor alle muren worden toegepast, om een zekerheid van luchtdichtheid in te bouwen. 2 Indien de muren niet uit de klassieke snelbouwsteen opgebouwd is, kan, indien met zekerheid geweten is dat de gebruikte muuropbouw (dus enerzijds de bouwsteen en anderzijds de voegen) luchtdicht is, overwegen worden om de muur niet te bepleisteren. Het kan ook zijn dat de muur aan de buitenkant al een luchtdichte laag heeft. Hier kan men ook overwegen om de binnenmuur niet volledig te bepleisteren. Dit is echter niet aan te raden. 3 De oplossingen voor dit probleem kunnen ook aangewend worden ter voorkoming van luchtlekken bij de aansluiting van het binnenspouwblad met de funderings(beton)vloer.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
43
In onderstaande constructies duiden de rode cirkels op de kritische plaatsen wat betreft de luchtdichting.
Figuur 38: Aansluiting van een muur op de funderingsvloer op volle grond [3]
Figuur 39: Aansluiting van een muur boven een kruipruimte [3]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
44
Oplossing: dichten van de voegen tussen de vloerplaat en het binnenspouwblad door gebruik te maken van een niet capillaire luchtdichte folie (bijvoorbeeld een roofing-slab). De folie zorgt voor een luchtdichte aansluiting tussen de bepleistering en de vloer.
Figuur 40: Luchtdichte afwerking van een muur aan vloeren
Probleem 3: doorboringen ventilatiekanalen.
in
de
luchtdichte
schil
van
leidingen
•
Oplossing: afdichting van de doorboringen met behulp van manchetten.
•
Oplossing: ingieten van de leidingen, kanalen … in beton.
•
Oplossing: afplakken van de openingen op zuivere ondergrond.
Probleem 4: gebruik van niet luchtdichte elektrische buitenleidingen. Bij een doorboring van de luchtdichte schil door elektrische leidingen, kan er een luchtstroom ontstaan via de buis van de kabels. Dit is het geval met flexibele (geringde) buizen met kabels.
en
Luchtdicht bouwen een e vergete en must?!
45
Figuur 41: Voorbekab belde geringd de buizen [22 2]
•
Oplosssing: gebru uik maken van een lu uchtdichte e elektrisch he kabel (b bijvoorbeeld een XVB-kabel). X .
Figuur 42: XVB-kabel [2 22]
•
eidingen binnenhoud b den. Oplosssing: alle le
Probleem m 5: niet luc chtdichte uitvoering u van de rolluikkasten..
Figuur 43: Luchtle ekken bij de uitvoering va an een rolluik kkast [64]
•
uik maken van gepre efabriceerrde rolluikka asten met Oplosssing: gebru elektro onische stu uring.
•
Oplosssing: plaattsing van de d rolluikka asten langss buiten.
•
Oplosssing: wann neer de rollluikkast lan ngs binnen n uitgevoerrd wordt, moet m de omkasting en de e overgang met murren, ramen n en deure en luchtdicht afgewe erkt worde en. Door de vele kritissche punte en zijn ond derstaande e constructtiemethoden eerde er af te rad den. Enkel bij b een nau uwkeurige uitvoering g is de luchtdicht verzek kerd. In de e onderstaa ande figure en duiden de rode c cirkels op de d kritische wat betreft b de lu uchtdichtin ng.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Figuur 44: Luchtdichte uitvoering van een rolluikkast langs binnen. [77]
46
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
47
Figuur 45: Luchtdichte uitvoering van rolluikkasten langs binnen. [3] [50]
Probleem 6: niet luchtdichte brievenbus in de muur. •
Oplossing: voorzien van een luchtdichte brievenbus in de muur. Dit wordt ook wel eens een brievenbus met verhoogde tochtwering genoemd. De tochtwering kan bekomen worden door borstels of het inbouwen in een luchtdicht kastje.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
48
Oplossing: voorzien van de brievenbus buiten. Hang de brievenbus tegen de gevel of buiten zonder opening naar binnen.
Probleem 7: niet luchtdichte uitvoering bij het gebruik van stopcontacten en schakelaars. •
Oplossing: gebruik maken van luchtdichte contactdozen. Deze bestaan zowel voor nieuwbouw als renovatie. In de nieuwbouw is het een volledig luchtdichte contactdoos, bij renovatie kan een manchet over de oude stroomdoos geschoven worden.
Figuur 46: Luchtdichte contactdozen [41]
•
Oplossing: gebruik maken van luchtdichte kabeldoorvoerelementen.
Figuur 47: Luchtdichte kabeldoorvoerelementen [41]
•
Oplossing: gebruik maken van een leidingenspouw.
Probleem 8: niet luchtdichte uitvoering van de scheidende binnenmuren bij appartementen. De aansluiting van de muren met de plafonds en de vloeren worden vaak niet luchtdicht uitgevoerd. •
Oplossing: een luchtdichte afwerking tussen het plafond en de bepleistering van de muur kan gebeuren door middel van een speciale tape/folie aan te brengen. Dit is noodzakelijk daar de luchtdichte afwerking een belangrijke bijdrage levert tot de geluidsisolatie. Dezelfde oplossingsmethode kan gebruikt worden bij de aansluiting van een muur op een vloer. Hier dient echter wel een niet capillaire luchtdichting te worden voorzien. Dit is noodzakelijk daar de luchtdichte afwerking een belangrijke bijdrage levert tot de geluidsisolatie.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
49
5.4 Deuren1 en ramen Probleem 1: een slechte luchtdichting van de deur of het raam zelf. Dit is vaak merkbaar door de slechte sluiting ervan.
Figuur 48: Luchtdichtheid van ramen [47]
•
Oplossing: een rondom en ononderbroken dubbele of drievoudige rubberdichting.
Figuur 49: Luchtdichte afsluiting van een raam met dubbele rubberdichting [27]
1 Hierbij worden zowel buitendeuren als garagepoorten (deze zijn alleen kritisch indien de garage tot het luchtdicht volume behoort) bedoeld.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
50
Figuur 50: Drievoudige rubberdichting [18]
•
Oplossing: vermijden van schuiframen of vervangen door kipschuiframen.
•
Oplossing: gebruik maken van tochtstrips.
Probleem 2: slechte luchtdichting van de aansluiting van de deur of het raam met de muur.
Figuur 51: Niet luchtdichte aansluiting van een raam met de muur [64]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
51
Oplossing: bij de plaatsing van een deur of raam een tape gebruiken zodat het raamkader/deurkader luchtdicht aansluit op het pleisterwerk.
Figuur 52: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm aan ramen [53]
•
Oplossing: gebruik maken van elastische voegen (siliconen) die de continuïteit van de luchtdichtheid verzekert. Voor een verbetering van de dichting tussen de ramen en het metselwerk bestaan allerhande siliconenkitten. Onderstaande constructiemethoden zijn mogelijke oplossingen. De luchtdichtheid is hier enerzijds gegarandeerd door de elastische voegen, en anderzijds door de luchtdichte omkasting van het raam. Deze constructiemethoden worden best vermeden wegens een kleine garantie op een goede luchtdichtheid. Enkel bij een zeer nauwkeurige uitvoering, is de luchtdichtheid gegarandeerd. De rode cirkels duiden op de kritische plaatsen wat betreft de luchtdichting.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Figuur 53: Luchtdichte aansluiting van het raam met de muur [77]
52
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Figuur 54: Luchtdichte aansluiting van het raam met het pleisterwerk [77]
53
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Figuur 55: Luchtdichtheid door binnenbepleistering bij een raam in een neg [77]
Figuur 56: Bekleedsel van plaatmateriaal bij een raam in een neg [77]
54
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
55
Figuur 57: Luchtdichte aansluiting van het raam met de muur [3]
Probleem 3: de aansluiting van de onderkant van de ramen met de venstertabletten. •
Oplossing: de aansluiting van het venstertablet met het raam afwerken met een kitvoeg. De rode cirkels in de hiernavolgende figuur duiden op de kritische plaatsen wat betreft de luchtdichting.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Figuur 58: Luchtdichte aansluiting van het venstertablet met het raam.[3] [77]
56
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
57
Probleem 4: slechte luchtdichting ter hoogte van de scharnieren (vooral bij een aluminium omkadering). •
Oplossing: een kunststof overgang (luchtdichting) op de scharnieren aanbrengen of een luchtdichte afsluiting van de scharnieren door middel van de dubbele rubberdichting.
Figuur 59: Luchtdichte afsluiting van de scharnieren van ramen en deuren [27]
Figuur 60: Luchtdichte afsluiting van de scharnieren van ramen en deuren [27]
Probleem 5: geen of een slechte afdichting onder de deur. •
Oplossing: een luchtdichte afdichting onder de deur aanbrengen. Mogelijke methoden hiervoor zijn: o
Gebruik maken van een valdorpel met enkele of dubbele rubberdichting tegen een onderdorpel (beste oplossing).
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
o
58
Automatische dichtingsstrip (brede rubberen band die naar beneden komt als de deur gesloten wordt) inbouwen.
Probleem 6: een niet luchtdichte brievenbus in de voordeur. •
Oplossing: voorzien van een luchtdichte brievenbus in de voordeur.
•
Oplossing: hang de brievenbus tegen de deur of buiten zonder opening naar binnen.
5.5 Daken1 Probleem 1: slechte (of geen) vasthechting van het luchtscherm aan het timmerwerk.
Figuur 61: Niet luchtdichte afwerking van het luchtscherm aan timmerwerk [27]
Figuur 62: Niet luchtdichte afwerking van het luchtscherm aan timmerwerk [27]
1 De daken zijn voor het grootste deel verantwoordelijk voor de slechte luchtdichtheid van woningen.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
59
Oplossing: het luchtscherm op de juiste manier vasthechten aan het timmerwerk. Het luchtscherm kan worden vastgeniet aan het timmerwerk of worden vastgenageld met behulp van klemlatjes. Dit om de eventuele mechanische belasting (wind) op te kunnen nemen. Daarna wordt kleefband aangebracht. Belangrijk: enkel gebruik maken van kleefband is niet voldoende. De kleefband is namelijk niet in staat om eventuele mechanische belastingen op te nemen.
Figuur 63: Correcte vasthechting van het luchtscherm [54]
Figuur 64: Correcte vasthechting van het luchtscherm [54]
Figuur 65: Luchtdichte afwerking van het dak [54]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
60
Figuur 66: Correcte plaatsing van flensdekens [54]
Probleem 2: slechte (of geen) vasthechting tussen de luchtschermonderdelen onderling. •
Oplossing: de voegen tussen de luchtschermonderdelen zorgvuldig afkleven met tape. Ook wanneer scheuren in de luchtdichte laag zijn dienen deze zorgvuldig worden afgekleefd.
Figuur 67: Afkleven van de voegen tussen de luchtschermonderdelen [18]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
61
Probleem 3: verkeerde plaatsing van het luchtscherm. •
Oplossing: eerst en vooral is het belangrijk het luchtscherm (dat tevens dienst doet als dampscherm) aan de warme zijde van de isolatie te plaatsten. Dit om condensatieproblemen in de isolatie te vermijden. Als extra pluspunt kan geopteerd worden om het luchtscherm ter hoogte van de nokbalk doorlopend uit te voeren. Zo kunnen hier luchtlekken worden uitgesloten. Bij deze uitvoeringsmethode is het belangrijk om na te gaan of het luchtscherm hiervoor mag worden aangewend.
Figuur 68: Plaatsing van het dampscherm [54]
Figuur 69: Folie over nokbalk [25]
Bovenstaande figuur toont een innovatieve oplossing voor de uitvoering van een continu luchtscherm ter plaatse van een nokblak door middel van een tijdens de timmerwerken geplaatste folie met geïntegreerde kleefstroken, die naderhand aangesloten wordt op de banen van het luchtscherm.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
62
Probleem 4: slechte (of geen) vasthechting van het luchtscherm aan de muren. •
Oplossing: luchtscherm verlijmen aan de muur en luchtdicht laten aansluiten met de bepleistering van de muur.
Figuur 70: Luchtscherm verlijmen aan de muur [40]
Figuur 71: Luchtscherm luchtdicht aansluiten met de muur [53]
Probleem 5: doorboringen van de luchtdichting in het dak door het aanbrengen van lichtpunten, stopcontacten of schakelaars.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
63
Oplossing: het uitvoeren van een leidingenspouw.
Figuur 72: Leidingenspouw [54]
•
Oplossing: gebruik maken van een speciale constructiemethode.
Figuur 73: Luchtdichte constructiemethode [27]
•
Oplossing: gebruik maken van luchtdichte inbouwdozen.
Probleem 6: doorboringen van de luchtdichting door leidingen, ventilatiekanalen, schouwschachten of sunpipes1 in het dak.
Figuur 74: Niet luchtdichte afwerking van een doorboring in het dak [65]
1
Sunpipes zijn zonnekanalen die het zonlicht opvangen en dit als verlichting gebruiken.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Figuur 75: Niet luchtdichte uitvoering van een dakdoorboring [70]
64
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
Oplossing: afdichting van de doorboringen met behulp van manchetten.
Figuur 76: Afdichting van een doorboring in het luchtscherm [40]
•
Oplossing: nauwkeurig afplakken van de doorboringen.
Figuur 77: Nauwkeurig afplakken van de doorboring in het luchtscherm [40]
Probleem 7: niet luchtdichte uitvoering van een dakvenster in een dak.
Figuur 78: Niet luchtdichte uitvoering van een dakvenster in het dak [65]
65
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
Oplossing: zorgen voor een luchtdichte uitvoering van een dakvenster in het dak. Deze oplossingen zijn fabrikantafhankelijk. De meeste fabrikanten beschikken over luchtdichte uitvoeringsdetails. Onderstaande constructiemethode is een voorbeeld van een luchtdichte uitvoering.
Figuur 79: Luchtdichte aansluiting van een dakvenster [54]
66
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
Oplossing: gebruik maken van dakvensters waarbij een dampschermkraag aanwezig is. Deze kan luchtdicht worden verbonden met het luchtscherm, waardoor de luchtdichtheid gegarandeerd is.
Figuur 80: Dampschermkraag voor dakvensters [48]
67
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
68
Probleem 8: niet luchtdichte aansluiting van het luchtscherm rond dakbalken, spanten … •
Oplossing: voldoende aandacht besteden aan de luchtdichtheid bij de aansluiting van de luchtdichte schil met houten elementen. Wanneer houten balken tot de luchtdichte schil behoren, dient men steeds waakzaam te zijn voor mogelijke onderbrekingen in deze schil. Luchtlekken dienen hier vermeden te worden door (in de meeste gevallen) de kieren nauwkeurig af te kleven met een geschikte kleefband, de houten balk rechtstreeks te verlijmen met de luchtdichte schil of een combinatie van beide.
Figuur 81: Luchtdichte afwerking van een doorboring door een balk [53]
Figuur 82: Correcte uitvoering van het afkleven van een doorboring [53]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
69
Oplossing: doorboringen van het luchtscherm rond dakbalken proberen te vermijden. Probleem 3 geeft een mogelijke oplossing voor het vermijden van een doorboring van het luchtscherm ter plaatse van de nokbalk.
Probleem 9: niet luchtdichte aansluiting van het luchtscherm ter hoogte van de aansluiting van het dak op de gevel. •
Oplossing: wanneer de muur hoog genoeg doorloopt, kan het luchtscherm van de dakisolatie luchtdicht worden aangesloten op de onderliggende muur. Tijdens de ontwerpfase kan best gekozen worden voor deze uitvoering, daar het hierbij relatief gemakkelijk is om de luchtdichtheid te bekomen.
Figuur 83: Aansluiting van het dak op de gevel [3]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
70
Oplossing: wanneer de muur niet hoog genoeg doorloopt, kan het luchtscherm van de dakisolatie luchtdicht worden aangebracht op de zoldervloer. Hier kan ook geopteerd worden om het luchtscherm luchtdicht in de ringbalk te verwerken (inbetonneren).
Figuur 84: Aansluiting van het dak op de gevel [50]
Probleem 10: de opening van de schouw van een open verwarmingstoestel zoals een kachel, open haard … kan zorgen voor grote luchtlekken. •
Oplossing: voorzien van een goed afsluitende schouwklep zodat de schouw luchtdicht wordt afgesloten wanneer de haard niet brandt. Deze schouwklep kan onderaan geplaatst worden omdat de schouwschacht luchtdicht is uitgevoerd (meestal is dit wel gebeurd via bepleistering). Een goed sluitend deurtje van de haard, de aanwezigheid van een schouwklep en een luchtdicht afgewerkte schouwschacht zijn de ideale combinatie.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Opmerking
71
Figuur 85: Open haard (afgesloten) [37]
Rookkanalen van verbrandingstoestellen spelen een essentiële rol in de goede werking van deze toestellen. De voorschriften bepalen wanneer deze kanalen geopend moeten zijn. Het is belangrijk deze voorschriften in alle omstandigheden toe te passen. Probleem 11: niet luchtdichte afsluiting naar de onverwarmde zolder1. Deze afsluiting gebeurt meestal via een zolderluik. •
Oplossing: een goede rubberdichtende sluiting van het geïsoleerde zolderluik is een eerste vereiste. Daarna moet de hele constructie van het zolderluik zo luchtdicht mogelijk ingebracht worden in de zoldervloer. De kleine kieren die overblijven, moeten worden afgedicht met een siliconenkit. In Duitsland bestaan er fabrikanten die luchtdichte zoldertrappen (inclusief luchtdichtingsmateriaal) aanbieden.
Figuur 86: Geïsoleerd zolderluik met rubberdichtende sluiting en trap [26]
1
Indien de zolder onverwarmd is, behoort deze niet tot het luchtdicht volume.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
72
5.6 Besluit Het hoofdstuk kritische luchtdichtingsdetails geeft een overzicht van mogelijke luchtdichtheidslekken. Zoals aangegeven bestaan voor elk van deze mogelijke lekken oplossingen ter verbetering van de luchtdichtheid. Vaak worden luchtlekken via een relatief kleine investering verholpen. Het is vooral het willen toepassen van de luchtdichtingsmethoden (mentaliteitsprobleem dus) die er bestaan. Het vergt meer tijd en moeite, maar het rendeert op lange termijn! In bijlage 3 is een samenvattende checklist ‘luchtdichtheid’ opgenomen ter controle bij het ontwerp van een woning.
Referenties Albert Bauprodukte GmbH, Dach-/Wand und Bodenprodukte. [online] available (http://www.albert-bauprodukte.ch/), 24 april 2007. Altrex, ladders, trappen en overige klimmaterialen. [online] available (http://www.altrex.nl/klimmen/index.php), 21 april 2007. Architect Christophe Debrabander. [online] available (http://www.archiCD.be), 28 april 2007. Beter isoleren, nieuwe isolatie-eis K45. Zaventem, Rockwool,1 januari 2006. Bouwen voor/ aan de toekomst, 21 tips voor de 21ste eeuw. [online] available (http://www3.vlaanderen.be/duurzameontwikkeling/downloads/brochure_duurza am_bouwen_Cedubo.pdf), 24 april 2007. Daken met betonpannen, Opbouw en uitvoering. Brussel, Technisch Comité Dakbedekkingen (WTCB), december 1996. Daken met natuurleien, Opbouw en uitvoering. Brussel, Technische Comité Dakbedekkingen (WTCB), maart 1995. Debrabander, C., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 13 april 2007. Delmotte, C., Luchtdichtheid: een noodzakelijke aanvulling op de thermische isolatie, [online] available (http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub= bbricontact&pag=Contact13&art=198), 13 januari 2007. Dobbels, F., & Schaerlaekens, S., Draagvloeren in niet-industriële gebouwen. Brussel, Technisch Comité Ruwbouw (WTCB), maart 2002. Dobbels, F., & Vitse, P., Luchtbewegingen en hellende daken, ‘WTCB tijdschrift’, herfst 2002, p. 41 –49. Dobbels, F., Voor hellende daken met een betere luchtdichtheid, [online] available
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
73
(http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub=bbricontact&pag=Contact8&art=125&lang=nl) , 8 april 2005. Eisedichte, luftdichtungsmanschetten. [online] available (http://www.eisedicht.de), 28 april 2007. Eykens, P., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 13 maart 2007. Flam, inbouwkachels, kachels en sierschouwen. [online] available (http://www.flam.be), 20 april 2007. Genealogie de Zeeuw, [online] available (http://www.genealogiedezeeuw.nl/grote%20zolder.jpg), 27 april 2007. Handboek baksteenmetselwerk. Brussel, Belgische baksteenfederatie, 2005. Het platte dak opbouw, materialen, uitvoering, onderhoud. Brussel, Technisch Comité Dichtingswerken (WTCB), maart 2000. Het platte dak. Deel 2: Aansluitingen en afwerking. Brussel, Technisch Comité Dichtingswerken (WTCB), maart 1994. Housecontrol, (
[email protected]), Luchtdichtheid in de garage. E-mail aan Ceulemans, W., (
[email protected]), 16 april 2007. Jaenen, G., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 14 februari 2007. Kaiser. [online] available (http://www.kaiser-elektro.de/), 26 april 2007. Klimaatnet, energieforum, [online] available (http://bondbeterleefmilieu.be/agora/view.php?bn=bbl_lag&key=1146604898&re plies=102), 2 mei 2006. Leidingen algemeenheden. [online] available (http://users.skynet.be/btv.info/pdf/LEIDINGEN.PDF), 28 april 2007. Luchtdicht bouwen, [online] available (http://www.milieuadvieswinkel.be/index.php/02.01.02.02.01/), 16 april 2007. NBN D50-001 Ventilatievoorzieningen in woongebouwen. Brussel, BIN, 1991. Plaatsen van buitenschrijnwerk. Brussel, Technische comité schrijnwerken (WTCB), juni 1993. Salomez, L., Waterinfiltraties via het buitenschrijnwerk, ‘WTCB tijdschrift’, lente 1995, p. 21 – 27. Studie, Vergelijking van de uitdrogingspotentiaal en het beperken van de kans op bouwschade bij thermische isolatie in houtbouwconstructies. Zemst, Isoproc, 2004. (studie) Taelman, E., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 4 april 2007. Taelman, E., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 4 mei 2007.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Trelleborg consumer profiles. [online] available (http://www.trelleborg.com/consumerprofiles/), 28 april 2007. Velux. [online] available (http://www.velux.be), 20 april 2007. Vochthuishouding, [online] available (http://www.rockwool.nl/sw46992.asp#516_84734), 4 maart 2007.
74
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
75
6 De luchtdichtheid meten De Belgische norm NBN EN 13829 bepaalt de regelgeving omtrent de luchtdichtheidsmeting. Het algemeen principe wordt eerst belicht om vervolgens over te gaan naar de meting met de blowerdoor. Andere metingen kunnen gebeuren met de wincon of een thermografische infraroodcamera. Om het hoofdstuk af te sluiten worden enkele belangrijke getalswaarden verhelderd.
6.1 De Belgische1 norm NBN EN 13829 [76] De norm NBN EN 13829 ‘Thermische eigenschappen van gebouwen – Bepaling van de luchtdoorlatendheid van gebouwen – Overdrukmethode’ is de meest actuele norm aangaande de bepaling van de luchtdichtheid van gebouwen of gebouwdelen.
6.1.1 Doel De norm NBN EN 13829 heeft als doel het meten van de luchtdichtheid van gebouwen of delen van gebouwen in de praktijk. Het specificeert het gebruik van mechanische overdrukregeling of onderdrukregeling. Het beschrijft de meting van de resulterende luchtstroomcijfers voor een reeks statische binnen/buiten drukverschillen.
6.1.2 Gebruik De norm NBN EN 13829 kan gebruikt worden om: • • • • •
de luchtdoorlaatbaarheid van een gebouw of gebouwdelen te meten om aan de luchtdichtheidseisen te voldoen; de luchtdoorlaatbaarheid van een gebouw te controleren; de relatieve luchtdoorlaatbaarheid van verschillende gebouwen of gebouwdelen van hetzelfde type te vergelijken; de constructieve zwakke plaatsen van de luchtdichtheidslaag te analyseren; de vermindering van de luchtdoorlaatbaarheid te bepalen die door enkele na elkaar uitgevoerde verbeteringsmaatregelen aan een gebouw of gebouwdelen uitgevoerd werden.
In alle gevallen worden luchtstromen doorheen de gebouwschil van buiten naar binnen of omgekeerd vastgesteld.
1
De Europese norm EN 13829:2000 heeft de status van Belgische norm NBN EN 13829:2001.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
76
6.2 Algemeen principe Nadat de luchtdichting is aangebracht, kan de kwaliteit van het uitgevoerde werk worden gecontroleerd. Hiervoor bestaat er een kwalitatieve methode en een kwantitatieve methode. Bij beide metingen wordt een onderdruk of overdruk van 50 Pa opgewekt door middel van een ventilator ingebouwd in een deur- of raamopening. Door spleten kan lucht van hoge naar lage druk stromen. De luchtstromingen kunnen op verschillende manieren worden gelokaliseerd door: • • • •
het voelen van tocht; het meten van luchtverplaatsingen door een windsnelheidsmeter; gebruik te maken van rookgas (door een rookgenerator of rookgasbuisjes); een thermografische camera.
Bij de kwalitatieve methode ligt de nadruk op deze vaststellingen (en eventuele dichtingen). De kwantitatieve methode gaat een stap verder, hierbij ligt de nadruk op de meting van de luchtdichtheid. De luchtdichtheid van het gebouw wordt hier gekarakteriseerd door een getalswaarde (n50, v50 …).
Figuur 87: Kwalitatieve methode (rooktest) [64]
Figuur 88: Kwalitatieve methode (thermografische foto's) [64]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
77
De beste methode ter controle van de luchtdichtheid bestaat dus uit: 1. Een kwalitatieve meting met behulp van een blowerdoor of een wincon (deze worden beiden in het verdere verloop van dit hoofdstuk uitvoerig besproken). 2. Een kwantitatieve meting met behulp van een blowerdoor.
6.3 De meting van de luchtdichtheid met behulp van een blowerdoor1
Figuur 89: Blowerdoor [31]
Een blowerdoor is een apparaat voor het meten van de luchtdichtheid van een gebouw, conform de norm NBN EN 13829. De blowerdoor is in vele landen een erkend toestel om luchtdoorlaatbaarheidsmetingen van gebouwen of gebouwdelen uit te voeren. De blowerdoor bestaat uit een plastic zeil dat ingebouwd kan worden in verschillende deuropeningen. In dit zeil zijn een ventilator en een aantal meettoestellen bevestigd. De ventilator moet over een toerentalregelbare motor beschikken zodat de vereiste volumestromen ingesteld en gemeten kunnen worden. Zowel de plaatsing van de blowerdoor in de deuropening als de plaatsing van de ventilator in de blowerdoor moet luchtdicht zijn.
1 Een blowerdoortest of pressuratietest is hetzelfde. De naam ‘blowerdoor’ komt van de ventilator die zorgt voor het drukverschil en dus zorgt voor een windstroming in een deur.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
78
6.3.1 Het meetprincipe
Figuur 90: Het meetprincipe [29]
Voor de proef moeten alle buitendeuren en ramen van het gebouw gesloten zijn. De ventilatievoorzieningen (luchttoevoer en luchtafvoer) worden toegestopt met behulp van ballonen. Van groot belang is dat alle binnendeuren in de woning geopend blijven, zodat de druk in de woning overal ongeveer even groot is. De eenvoudigste wijze om de luchtdichtheid van een gebouw te meten is de meting met de blowerdoor, waarbij de blazende deur het gebouw in onder- of overdruk plaatst. Het beeld hierboven is een doorsnede van een woning dat het meetprincipe weergeeft. In de buitendeur op het gelijkvloers wordt de blowerdoor geïnstalleerd (zie rode pijl). De ventilator zuigt de lucht uit of in het gebouw waardoor een onderdruk/overdruk wordt gecreëerd. Hierdoor ontstaat een luchtstroming (wind ontstaat door een luchtverplaatsing van hoge naar lage druk). Vóór de test wordt de ventilator gestart. Door het toerental van de ventilator te regelen wordt gelijktijdig het debiet geregeld en zal gaandeweg de druk in de woning oplopen. Bijvoorbeeld: hoe hoger het toerental van de ventilator, hoe meer lucht in het huis wordt geblazen. Binnenin de woning bevinden zich meer luchtdeeltjes dan buiten. Er is dus een drukverschil, hoe groter dit drukverschil, hoe meer de lucht wil verplaatsen via kieren. Hoe groter dus ook het luchtdebiet. De relatie tussen het drukverschil en het luchtdebiet wordt bepaald door het meten van de hoeveelheid lucht die continu moet worden afgezogen/ingeblazen om de onderdruk/overdruk te behouden. Zo kan men ook lekken detecteren en eventueel verhelpen. De blauwe pijlen in bovenstaande figuur (die van buiten naar binnen wijzen) geven de lekken aan die bij deze onderdruk in het gebouw vastgesteld (en eventueel verholpen) worden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
79
Het debiet waarbij in de woning een drukverschil van 50 Pa wordt bewaard, is een maat voor de luchtdichtheid van de woning. Door middel van een regressieberekening wordt het luchtdebiet voor dit drukverschil bepaald (q50). Het drukverschil van 50 Pa is een goede waarde om vergelijkingen tussen metingen in verschillende gebouwen uit te voeren, maar is niet erg realistisch, omdat de reële drukverschillen gemiddeld 2 Pa bedragen. Omdat het lekdebiet afhankelijk is van de grootte (volume) van de woning, zal men dit lekdebiet uitdrukken in functie van het intern luchtvolume. Dit wordt weergegeven in ventilatievoud per uur. Heeft de woning een intern luchtvolume van 500 m³ en geeft de pressurisatietest een debiet van 1000 m³/h, dan is het lekdebiet dus 2 maal zo groot als het luchtvolume. Dit ventilatievoud wordt n50 genoemd: de verhouding van het luchtdebiet tot het gebouwvolume bij een drukverschil van 50 Pa. Opmerkingen Om een zo correct mogelijk beeld te krijgen van de luchtdichtheid kan de test best uitgevoerd worden in beide richtingen: een overdruk- en onderdruktest. Ramen sluiten bijvoorbeeld beter wanneer de woning in overdruk staat, maar vaak minder goed wanneer de woning in onderdruk wordt geplaatst. Eerst blaast de ventilator lucht in de woning (overdrukmethode). Hierbij wordt gemeten hoeveel lucht men in de woning moet pompen om een constante druk te houden. Zo weet je dus hoeveel lucht via de resterende lekken naar buiten kan. Vervolgens wordt de test in de omgekeerde richting herhaald: lucht wordt uit de woning gezogen. Hierbij meet men de hoeveelheid lucht die naar buiten wordt gezogen om eenzelfde onderdruk te behouden. Op die manier meet men hoeveel lucht langs kieren naar binnen komt.
Figuur 91: Aflezing van de waarde van de luchtdichtheid [29]
Uiteraard is het beste moment om een luchtdichtheidstest uit te voeren in de bouwfase, voor de afwerking begint. Dan zijn lekken het gemakkelijkst opspoorbaar en kunnen ze het gemakkelijkst verholpen worden. Deze methode is echter een meting volgens methode B uit de norm en wordt niet als officieel aanvaard ter karakterisering van de luchtdichtheid van een gebouw. Nadat het gebouw volledig is afgewerkt, mag er pas een kenmerkende luchtdichtheidsmeting worden uitgevoerd. Dit is de meting volgens methode A en is enkel officieel aanvaard. Toch wordt methode B vaak toegepast, wat in
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
80
principe niet correct is. Methode B levert een slechtere waarde voor de luchtdichtheid dan methode A.
6.3.2 Luchtdichtheidsmeting met computersturing
Figuur 92: Computergestuurde luchtdichtheidsmeting [31]
Bij een luchtdichtheidsmeting met computersturing wordt de blowerdoor gestuurd door een draagbare computer. De snelheid van de ventilator wordt fijn afgesteld door de software. Indien nodig geeft de software instructies om de opstelling van de blowerdoor aan te passen zodat een correctere meting mogelijk wordt. De software neemt tientallen tot honderden waarden en berekent op basis daarvan de resultaten. Door het grote aantal basiswaarden kan men een correct resultaat berekenen. Alle gegevens worden in een grafiek omgezet en uiteindelijk digitaal of op papier gegroepeerd. Het spreekt voor zich dat tijdens de test nog steeds een ronde gebeurt door het gebouw om problemen op te sporen en deze dadelijk aan te pakken. Indien herstel niet mogelijk is, worden ze vermeld in het verslag dat later wordt opgesteld.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
81
6.3.3 Gebruik van de blowerdoor Men kan de blowerdoor gebruiken voor volgende doeleinden: • • • • •
voor het controleren van gebouwen op de luchtdichtheid; voor het analyseren van de constructieve zwakke plaatsen van de luchtdichte laag; voor het beoordelen van bouwschade door vochtindringing door convectie; voor het waarborgen van de kwaliteit op de uitgevoerde werken aan de luchtdichte laag; voor het meten van de luchtdichtheid bij passiefwoningen.
6.4 De controle van de luchtdichting met behulp van een wincon
Figuur 93: Wincon [53]
Een wincon is een apparaat dat de aannemer toelaat de kwaliteit van de geplaatste luchtdichting na te gaan. Hierbij wordt door middel van een ventilator een onderdruk/overdruk van 50 Pa opgewekt. De ventilator wordt in de vensterof deuropening gemonteerd. Door spleten, doorboringen, kieren … stroomt lucht van buiten naar binnen. Deze spleten worden tijdens de controle gedicht. De staat van de luchtdichting wordt beschreven in een proefrapport. Met behulp van een wincon kan men geen getalswaarden op de luchtdichtheid plakken, deze is dus enkel bruikbaar voor het lokaliseren van lekken.
6.5 Thermografische infraroodcamera De identificatie van luchtlekken kan eveneens gebeuren met behulp van een thermografische infraroodcamera. Luchtdichtheidsmetingen in combinatie met thermografische foto’s vormen een ideale combinatie om luchtlekkages nauwkeurig vast te stellen. Vaak draait de blowerdoor een half uur onder onderdruk/overdruk, waar de camera op dat moment koude vaststelt, zijn luchtlekken aanwezig. Wind die langs openingen blaast, geeft koudeplekken en
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
82
deze zijn opspoorbaar met de thermografische camera. De kleinste luchtlekken worden opgespoord met een goede infraroodcamera die kleine temperatuurverschillen waar kan nemen. Het nadeel is dat bovenstaande methode tijdrovend en duur is.
Figuur 94: Identificatie van luchtlekken [31]
6.6 Belangrijke getalswaarden 6.6.1 Het lekdebiet bij 50 Pa Het resultaat van de luchtdichtheidsmeting is het lekdebiet bij 50 Pa: uitgedrukt in m³/h.
6.6.2 Het lekdebiet bij 50 Pa per eenheid verliesoppervlakte Deze waarde kan omgerekend worden per eenheid verliesoppervlakte: uitgedrukt in m³/(h.m²).
Figuur 95: Het lekdebiet bij 50 Pa per eenheid verliesoppervlakte [64]
Deze waarde wordt ingevoerd in de EPB1-software (indien het desbetreffende gebouw onderhevig is aan de energieprestatieregelgeving).
1
Energieprestatieregelgeving en binnenklimaat.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
83
6.6.3 Het ventilatievoud bij 50 Pa Naast bovenstaande getalswaarden is er nog de traditionele indicator van de luchtdichtheid van een gebouw namelijk het ventilatievoud bij 50 Pa1: uitgedrukt in h-1.
Figuur 96: Het ventilatievoud bij 50 Pa [64]
Deze waarde geeft aan hoe vaak het totale luchtvolume van een gebouw in één uur bij een drukverschil van 50 Pascal uitgewisseld wordt. Een voorbeeld maakt het belang van deze waarde duidelijk. Bij het meten van de n50-waarde van een woning krijgen we als resultaat een waarde tussen de 7 h-1 en 14 h-1. Dit geeft aan dat de luchtinhoud op 1 uur tijd 7 tot 14 keer uitgewisseld wordt. Om dergelijke woning te verwarmen wordt heel wat onnodige energie verbruikt. En energie is een dure aangelegenheid, zodat het zeker loont om met behulp van de blowerdoor gericht lekken in het gebouw te lokaliseren en dichten. Stel dat dankzij de metingen, de woning 15% luchtdichter gemaakt wordt, dan wordt algauw 10% bespaard op de energiefactuur.
6.7 Besluit De luchtdichtheid kan op verschillende manieren gecontroleerd worden. Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen een kwalitatieve (de controle van de luchtdichting) en een kwantitatieve methode (de eigenlijke meting). De blowerdoor, wincon en thermografische infraroodcamera zijn verschillende meettoestellen die een beeld geven over de luchtdichtheid. Ze hebben elk hun voordelen en hun beperkingen. Het meest nauwkeurige beeld wordt gegeven door een combinatie van de technieken.
Merk op dat er voor n50 gerekend wordt met het interne luchtvolume en niet met het totale beschermd volume waarmee de compactheid wordt berekend.
1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
84
Referenties Blowertechnic, als de storm door huis raast, [online] available (http://www.blowertechnic.be), 28 december 2006. Blowertechnic, (
[email protected]), Prijsvraag luchtdichtheidsmeting. E-mail aan Ceulemans, W., (
[email protected]), 28 februari 2007. Boomer, isoleren die je beter goed, [online] available, (http://www.boomerbvba.be) 21 april 2007. Energie sparen door de luchtdichtheid van een gebouw te meten, [online] available (http://www.sanidetectif.be/blowerdoor.html), 16 april 2007. Energiegids Bouwen en verbouwen, [online] available (http://www.greenpeace.org/belgium/nl/energiegids/bouwen-en-verbouwen), 21 april 2007. EPB Module 2.4 Residentiele ventilatie: aanbevelingen. Brussel, De Vlaamse Overheid, februari 2006. (powerpoint presentatie) Hens, H., (
[email protected]) , Luchtdichtheidsmetingen: waarden van de luchtdichtheid van woningen. E-mail aan Ceulemans, W., (
[email protected]), 22 maart 2007. Luchtdichte gebouwen verliezen geen warmte, [online] available (http://www.livios.be/nl/_build/_guid/_isol/_vape/1267.asp), 16 april 2007. NBN EN 13829 Thermische eigenschappen van gebouwen- Bepaling van de luchtdoorlatendheid van gebouwen – overdrukmethode (ISO 992:1996, gewijzigd). Brussel, BIN, 2001. Taelman, E., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 4 april 2007.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
85
7 Luchtdichtheid en de energieprestatieregelgeving De energieprestatieregelgeving is een begrip wat steeds meer opduikt in de bouwwereld. Luchtdichtheid is een belangrijk principe op het gebied van energieverbruik en wordt bij de berekening van het E-peil in rekening gebracht. In dit hoofdstuk wordt de link gelegd tussen de energieprestatieregelgeving en luchtdicht bouwen.
7.1 Verwerking van de luchtdichtheid in de EPB Bij de berekening van het E-peil houdt men rekening met twee groepen warmteverliezen: • •
de transmissieverliezen: de warmteverliezen via ramen, deuren, daken, muren … Deze warmteverliezen worden gekarakteriseerd door een Uwaarde en op basis hiervan wordt het K-peil berekend; de ventilatieverliezen1: bij de ventilatieverliezen wordt een onderscheid gemaakt tussen: o
o
bewuste ventilatie: de absolute noodzaak om goede binnenluchtkwaliteit te garanderen. Hiermee worden de warmteverliezen van het ventilatiesysteem bedoeld. Omdat het verplicht is om te ventileren, kunnen we hier niet buitenuit. Een vrij groot deel van dat verlies kan gerecupereerd worden door het plaatsen van een gebalanceerd ventilatiesysteem met warmteterugwinning; in/exfiltratie: de warmteverliezen die ontstaan door ongewilde ventilatie via spleten, kieren, poreuze wanden … Om deze te minimaliseren is een goede luchtdichting belangrijk. Het zijn deze warmteverliezen die gereduceerd kunnen worden (en dusdanig een effect hebben op het E-peil).
7.1.1 De in/exfiltratie ventilatieverliezen in de EPB De ventilatieverliezen als gevolg van in- en exfiltratie worden in rekening gebracht door het lekdebiet bij 50 Pa. Er zijn twee manieren om deze ventilatieverliezen in rekening te brengen bij de berekening van het E-peil: 1. gebruik maken van een waarde van ontstentenis (standaardwaarde) voor het lekdebiet bij 50 Pa: 12 m³/(h.m²); 2. uitvoeren van een luchtdichtheidsmeting waarbij het lekdebiet bij 50 Pa van de luchtdichte schil nauwkeurig gemeten wordt.
1 Met ventilatie gaan warmteverliezen gepaard: in de winter moet de binnenkomende koude buitenlucht opgewarmd worden tot op binnentemperatuur.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
86
Figuur 97: Ingave van de meetwaarde van het lekdebiet in de EPB-software [66]
7.1.2 Enkele belangrijke aandachtspunten bij de luchtdichtheid Hieronder bevindt zich een overzicht van enkele aandachtspunten waarmee rekening moet worden gehouden bij de uitvoering van de luchtdichtheidsmeting (of wanneer men overweegt een dergelijke meting uit te voeren): • •
bij het uitvoeren van de luchtdichtheidsmeting moet het gebouw voldoende zijn afgewerkt. Het is het eindresultaat dat telt: de meting na uitvoering (dus een meting volgens methode A); de gemeten luchtdichtheid hangt af van: o o
•
•
•
zowel het ontwerp (aandacht voor diverse details); als de uitvoering (zorg, nauwkeurigheid …).
veiligheidshalve: ook al wordt van in het begin van het ontwerp een luchtdichtheidsmeting gepland, wordt het ontwerp toch best zo gemaakt dat ook met de waarde bij ontstentenis E 100 gehaald wordt. Stel dat de meting een onverwacht slecht resultaat oplevert en verbetering niet meer mogelijk is, komen er boetes opduiken; de luchtdichtheidsmeting moet minstens gebeuren voor het volledige EPW/EPU-volume (of desgevallend een groter deel van het beschermd volume, bijvoorbeeld inclusief appartementen, winkels, andere EPW/EPUvolumes …); de luchtdichtheidsmeting is conform NBN EN 13829.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
87
Figuur 98: Luchtdichtheidsmeting met behulp van een blowerdoor [29]
Recentelijk is vastgesteld dat de luchtdichtheid van nieuwe woningen en andere gebouwen veelal hoger (beter dus) is dan wat oorspronkelijk was bepaald in de EPB-berekening. De standaardwaarde is gebaseerd op een onderzoek van 10 jaar geleden (de SENVIVV), wat dus niet representatief is. De standaardwaarde in de EPB-software is dus aan de negatieve kant (negative fault programming). Dit heeft tot gevolg dat de werkelijke energieprestatie door deze afwijkingen ook slechter uitvalt met als gevolg dat de uitvoering van een blowerdoormeting een positief effect heeft. [91]
7.2 De invloed van de luchtdichtheid van een woning op het Epeil Dit onderdeel bespreekt het effect van de energiebesparende maatregel ‘luchtdichtheid’ op het E-peil van woningen. De maatregel is uitgewerkt aan de hand van twee voorbeeldwoningen: een rijwoning en een vrijstaande woning. De beschrijving van de voorbeeldwoningen is te vinden in de bijlage van [81] ‘Bijlage: Voorbeeldwoningen'. De invloed van de maatregel op het E-peil hangt niet alleen af van de maatregel zelf, maar soms ook van de geometrie, de oriëntatie, het beglazingspercentage en de uitvoering van de woning. Dit gedeelte geeft een richtlijn voor de te verwachten invloed van de maatregel ‘luchtdichtheid’ op de voorbeeldwoningen, maar geen exacte voorspelling van het effect ervan op een andere woning. Het effect van de maatregel is berekend met versie 1.0 van de EPB-software. Het is mogelijk dat narekening met een latere softwareversie kleine verschillen oplevert.
Luchtdicht bouwen een e vergete en must?!
88
De invloe ed van de d verand dering van n de luchtdichtheid d op het E-peil wordt berekend d door verrschillende e meetwaa arden van n het lekde ebiet (gaa ande van 12 m³/hm² tot 0,6 m³/h hm²) achte ereenvolgens in te geven, g en telkens he et E-peil do oor de softwa are te laten berekenen. Dit leve ert volgend de resultatten op: Meetwaarrde van het llekdebiet [m m³/hm²] 12 (waarde b bij onstenten nis) 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1,5 1 0,6 (passiefh huisstandaarrd)
E‐peil [E … …] 90 89 87 86 85 83 82 80 79 77 76 75 75 74
K‐peil [K …] 41 41 41 41 41 41 41 41 41 41 41 41 41 41
E‐peil [E...]
Tab bel 1: De invlo oed op het E-peil van een n vrijstaande e woning
94 92 90 88 86 84 82 80 78 76 74 72 70
90
89 87
86
85 8 83
82 8 80
79 77 7
76
Meetwaarrde van het lekdebiet [m³/h hm²] Figuur 99: De invlloed op het E-peil E van ee en vrijstaande e woning
75
75
74
Luchtdicht bouwen een e vergete en must?!
89
Meetwaarde van het le ekdebiet [m³/hm²] 12 (waaarde bij onsstentenis) 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1,5 1 0,6 (p passiefhuisstaandaard)
E‐peil [E …] 88 87 86 85 84 4 83 82 81 80 0 79 78 77 77 76
K‐peil [K …] 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39 39
Tabel 2: De D invloed va an de luchtdic chtheid op het h E-peil van n een rijwonin ng
90 88 86 84 82 80
88
87
86
85
84
83
82
81
80
79
E‐peil [E...]
78
78
77
77
76
76 74 72 70
Meetwaaarde van het lekdebiet [m³³/hm²] Figuur 100: De invloed van v de luchtd dichtheid op het E-peil va an een rijwon ning
gebouwen n: per luchttwisseling per p uur datt je beter scoort ten opzichte o v van Bij woong de basisswaarde daalt d ook k het E-pe eil gemiddeld met één pun nt. Dus een e luchtdich hte woning g kan een verschil va an 10 à 11 E-punten opleveren n (op de 100 1 die je ma aximaal ma ag behalen volgens de nieuwe e wetgevin ng).
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
90
Hierna volgt een berekening van de energiewinst in functie van de verandering van de luchtdichtheid aan de hand van de verandering van het E-peil. De EPBsoftware bezit een functie voor de berekening van de energiekosten. De energieprijzen die hier werden gehanteerd zijn: • • •
stookolie: 0,55 EUR/l [32]; elektriciteit: 0,15 EUR/kWh [45]; gas: 0,07 EUR/kWh [28]. Meetwaarde van het lekdebiet [m³/hm²] 12 (waarde bij onstentenis) 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1,5 1 0,6 (passiefhuisstandaard)
Energiekosten [Euro] 1909,64
1550,12
Tabel 3: De invloed op de energiekosten van een vrijstaande woning
Meetwaarde van het lekdebiet [m³/hm²] 12 (waarde bij onstentenis) 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1,5 1 0,6 (passiefhuisstandaard)
Energiekosten [Euro] 1177,90
1003,93
Tabel 4: De invloed op de energiekosten van een rijwoning
Hieruit blijkt duidelijk dat er toch heel wat energie wordt verspild via kieren en lekken. Bijvoorbeeld bij de vrijstaande woning is het kostenvoordeel bij het uitvoeren van een woning met een luchtdichtheid van drie luchtwisselingen per uur (in vergelijking met dezelfde woning met een luchtdichtheid van 12) ongeveer 350 Euro per jaar.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
91
Opmerking Er wordt geen rekening gehouden met de inflatie, stijging van de energieprijzen …
7.3 Maatregelenpaketten voor woningen Om een idee te geven van de maatregelen die nodig zijn om een bepaald E-peil te behalen, heeft de overheid een aantal maatregelenpakketten voor eengezinswoningen uitgewerkt. Een maatregelenpakket is een combinatieset van technische maatregelen waarmee men bij benadering een bepaald E-peil kan bereiken, onafhankelijk van de exacte geometrie van het gebouw. Voor woongebouwen zijn de maatregelenpakketten samengesteld op basis van een doorrekening van de verschillende maatregelen op een steekproef van de geometrie van 200 woongebouwen (de SENVIVV-woningen). Volgende reële geometrische gegevens werden beschouwd: • • •
het beschermd volume; de warmteverliesoppervlakte; gegevens van de vensters: dagmaten, oriëntatie en helling.
Bij de 200 woongebouwen zijn zowel eengezinswoningen als appartementsgebouwen in vrijstaande, halfopen- en rijbebouwing. Een maatregelenpakket is samengesteld uit twee luiken: • •
het ene luik omvat alle maatregelen die de netto-energiebehoefte bepalen (de linkerkolom in elk pakket). Hiertoe behoren de verliezen door luchtdichtheid; het andere luik omvat alle maatregelen met betrekking tot de installaties voor de ruimteverwarming, het warme tapwater, de ventilatie en de koeling (de rechterkolom in elk pakket).
7.3.1 Basisreferentie als uitgangspunt Voor twee brandstoffen, aardgas en gasolie, zijn basisreferentiemaatregelenpakketten of basisreferenties samengesteld. Die basisreferenties worden gebruikt als uitgangspunt om één of meerdere maatregelen op het vlak van energiezuinigheid te laten variëren in de doorrekeningen op de steekproef van woongebouwen. Eén of meerdere aspecten van een basisreferentie energiezuiniger uitvoeren en dus verbeteren, levert nieuwe maatregelenpakketten op met als resultaat een lager E-peil dan het basisreferente E-peil. Hieronder zijn beide basisreferenties weergegeven.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
92
Opmerking 'Gasolie' is de officiële benaming voor de brandstof die beter bekend staat als ‘stookolie’.
Figuur 101: De basisreferentie aardgas [81]
De doorrekening van de basisreferentie aardgas op een steekproef van de geometrie van tweehonderd woongebouwen geeft een gemiddeld E-peil van 97,3 of afgerond E 97.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
93
Figuur 102: De basisreferentie gasolie [81]
De doorrekening van deze basisreferentie op een steekproef van de geometrie van tweehonderd woongebouwen geeft een gemiddeld E-peil van 95,8 afgerond E 96.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
94
7.3.2 Maatregelenpakket 90
Figuur 103: Maatregelenpakket 90 variant D (aardgas) [81]
In vergelijking met de basisreferentie aardgas wordt één energiezuinigere maatregel in het pakket opgenomen: •
een betere luchtdichtheid van de gebouwschil. In het pakket is de waarde bij ontstentenis (12 m³/h-m²) vervangen door de gemeten waarde 7 m³/hm².
Impact op het E-peil: daling van gemiddeld E 97 naar gemiddeld E 90.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
95
Energiebesparende maatregelen met dezelfde impact op het E-peil1: • • •
condenserende gasketel: de lagetemperatuurgasketel (η30% = 88 %) is vervangen door een condenserende gasketel (η30% = 104 %); een betere thermische isolatie: K 40 is vervangen door K 33; de toepassing van een ventilatiesysteem met warmteterugwinning. De toegevoerde lucht wordt voorverwarmd. Hiervoor wordt een kruisstroomwisselaar gebruikt met een testrendement ηtest van 55 %. Er is ook een zomerbypass-systeem geïnstalleerd. Dat betekent dat de voorverwarming van de toevoerlucht wordt uitgeschakeld als de buitentemperatuur in de zomer te hoog oploopt, om te beletten dat er nog warmere lucht wordt ingeblazen.
Opmerking Van bovenstaande maatregelen is de verbetering naar luchtdichtheid toe de goedkoopste. De meeste woningen halen, bij een minimale zorg voor de luchtdichtheid, de waarde 7. • •
1
Blowerdoormeting + luchtdichtheidsmateriaal (alles erop en eraan): 500 Euro Î éénmaligekost [13] E-winst (negatief geteld): 150 Euro per jaar Ö Onder deze negatieve veronderstellingen mogen we tellen op een terugverdientijd van ongeveer 4 waarbij je een aangenaam en gezond binnenklimaat (wanneer luchtdichtheid gecombineerd is met ventilatie) cadeau krijgt. Is dat niet aantrekkelijk om luchtdicht te bouwen?
Een meer gedetailleerd overzicht hiervan is te vinden in [81].
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
96
Figuur 104: Maatregelenpakket 90 variant H (gasolie) [81]
In vergelijking met de basisreferentie gasolie wordt één energiezuinigere maatregel in het pakket opgenomen: •
een betere luchtdichtheid van de gebouwschil. In het pakket is de waarde bij ontstentenis (12 m³/h-m²) vervangen door de gemeten waarde 8 m³/hm².
Impact op het E-peil: daling van gemiddeld E 96 naar gemiddeld E 90.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
97
Energiebesparende maatregelen met dezelfde impact op het E-peil1: • • •
condenserende ketel: de lagetemperatuurgasolieketel (η30% = 88 %) is vervangen door een condenserende gasolieketel (η30% = 102 %); een betere thermische isolatie: K 40 is vervangen door K 34; de toepassing van een ventilatiesysteem met warmteterugwinning. Hiervoor wordt een kruisstroomwisselaar gebruikt met een testrendement ηtest van 55 %. Er is geen zomerbypass-systeem geïnstalleerd.
Opmerkingen Van bovenstaande maatregelen is de verbetering naar luchtdichtheid eveneens de goedkoopste. In de syllabus energieprestatieregelgeving [81] zijn nog een aantal maatregelenpaketten vooropgesteld. Deze zijn echter combinaties, waardoor het enige effect van de verandering van de luchtdichtheid niet kan worden uitgeklaard. Deze worden niet opgenomen in dit document. Wel moet vermeld worden dat bovenstaande impact op het E-peil niet veralgemeend mag worden voor laagenergiewoningen en passiefhuizen alvorens het onderzoek hierop uit te voeren.
7.4 Besluit Zoals blijkt uit voorgaande voorbeelden heeft de luchtdichtheid een aanzienlijke impact op het E-peil. Per luchtwisseling per uur dat je beter scoort daalt ook het Epeil gemiddeld met één punt. Om de luchtdichtheid in de berekening van het Epeil op te nemen, ben je wel genoodzaakt om een meting uit te voeren. Dit is een éénmalige kost dewelke terug te verdienen is op een relatief korte termijn.
Referenties Belgische gastarieven en gasprijzen. [online] available (http://www.gastarieven.be), 18 april 2007. Blowerdoor. [online] available (http://www.blowerdoor.de), 7 maart 2007. Decreet van 22 december 2006 betreffende de EPB, Belgisch Staatsblad, EPB, 27 maart 2007, Belgisch staatsblad, 27 maart 2007, p. 16680 – 16695. De mazoutprijs in België. [online] available, (http://www.mazoutprijs.be), 18 april 2007. EPB Module 4.2 Ruimteverwarming EPU: netto energiebehoefte, Brussel, De Vlaamse Overheid, 1 januari 2006. (powerpoint presentatie) Stroomtarieven in België en Vlaanderen in het bijzonder. [online] available (http://www.stroomtarieven.be), 18 april 2007.
1
Een meer gedetailleerd overzicht hiervan is te vinden in [81].
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
98
Syllabus energieprestatieregelgeving. Brussel, De Vlaamse Overheid, maart 2006. Zweite Europäisches BlowerDoor- Symposium, Dichte Gebäudehülle, Thermografie und Wohnungslüftung. Kassel (Duitsland), Energie und Umweltzentrum am Deister, Verband für Angwandte Thermografie & Verband für Wohnungslüftung, 2007. (symposium verslag)
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
99
8 De luchtdichtheid van woongebouwen in Vlaanderen Tot op heden is in Vlaanderen nog maar weinig onderzoek gebeurd naar de luchtdichtheid van de Vlaamse woongebouwen. Dit maakt dat er weinig informatie te vinden is over de luchtdichtheid van woningen anno 2007. Het meest bekende (en meest uitgebreide) onderzoek dateert van 1995 tot 1999: de zogenaamde SENVIVV.
8.1 De SENVIVV 8.1.1 Het onderzoek De SENVIVV was bedoeld om een representatief beeld te bekomen van de karakteristieken die de recente woningbouw in Vlaanderen vertoonde op energetisch vlak. Het onderzoek werd uitgevoerd door het WTCB en door het Hoger Architectuurinstituut Sint Lucas te Gent (Hogeschool voor Wetenschap en Kunst). Een representatieve selectie van 200 woongelegenheden werd gebruikt als basis voor de studie. Vooraf werd een verdeling vooropgesteld van 50 woningen van voor de isolatiewetgeving, 50 woningen uit de periode 1 september 1992 - 31 augustus 1993 (K65-eis en maximale U-waarden voor de verschillende wanddelen) en 100 woningen die in principe moeten voldoen aan de K55-eis en maximale Uwaarden. DATUM VAN DE BOUWVERGUNNING Voor 1/9/92 Tussen 1/9/92 en 1/9/93 Na 1/9/93 TOTAAL
open 22
SOORT BEBOUWING halfopen gesloten appartement 5 6 17
TOTAAL 50 (50)
20
8
5
17
50 (51)
42 84 (83)
15 28 (32)
8 19 (17)
35 69 (69)
100 (99) 200 (200)
Tabel 5: Beoogde verdeling van de woningen uit de steekproef [71]
De studie geeft een nauwkeurig beeld in termen van energie en binnenklimaat van de karakteristieken van de woningen (alleenstaande woningen, koppelwoningen en appartementen) en hun installaties. Hieronder zijn de belangrijkste onderzoekselementen van de woningen opgesomd: •
• •
thermische isolatie van de gebouwen: U-waarde van de wanden en ramen, koudebruggen, berekend volgens de norm NBN B 62-002 ‘Berekening van warmtedoorgangscoëfficiënten van wanden van gebouwen’; K-niveau van de woningen, berekend volgens de norm NBN B 62-301 ‘Warmte-isolatieprestatie van gebouwen - Globaal warmte-isolatiepeil (Kpeil) van een gebouw’; netto-energiebehoeften en zonnewinst, berekend volgens de methode van de thermische reglementering van het Waalse Gewest;
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
• • •
100
verwarmingsinstallaties: soorten verwarming, energiebronnen, dimensionering … ; meting van de luchtdichtheid van de woningen volgens de norm NBN EN 13829; ventilatievoorzieningen: mate waarin het ventilatievoud aan de norm NBN D 50-001 voldeed.
8.1.2 De luchtdichtheid Eén van de onderzochte parameters was de luchtdichtheid van de woningen. 51 woongebouwen1 waren onderhevig aan een luchtdichtheidsmeting. De resultaten zijn samengevat in onderstaande figuur.
Figuur 105: Luchtdichtheid van de onderzochte woongebouwen [71]
Uit de resultaten van de luchtdichtheidsmetingen bleek dat het droevig gesteld is met de luchtdichtheid van woningen in Vlaanderen. Er valt duidelijk op dat er maar enkele (4 van de 50) woongebouwen een eerder goede luchtdichtheid vertoonden (n50 ≤ 3 h-1). Meerdere woongebouwen (10 van de 50) vertoonden een zeer slechte luchtdichtheid (n50 ≥ 10 h-1). Waar de n50-streefwaarde (voor toepassing van gebalanceerde ventilatie) 3 luchtwisselingen per uur bedraagt (en 1 luchtwisseling per uur bij toepassing van warmterecuperatie), bedraagt het Vlaamse gemiddelde 7,8 luchtwisselingen per uur met een zeer grote spreiding. Nochtans betekent deze grote luchtopenheid van de gebouwschil niet dat er voldoende geventileerd wordt. Van groot belang is op te merken dat bij de studie aan het licht kwam dat in vele globaal niet luchtdichte woningen er toch ruimten waren (slaapkamers vooral) waar de luchtdichtheid zeer goed was. Ook in een zeer luchtondichte woning (grote n50) heeft extra ventilatie zin, er zijn immers kamers met zeer lage in- en exfiltratie en bijgevolg verluchtings- en Het bepalen van de luchtdichtheid van een woning vergt relatief omslachtige en tijdrovende metingen. Daarom werd bij het begin van het project voorzien deze metingen slechts in 50 van de 200 woningen uit te voeren. Uiteindelijk werden metingen uitgevoerd in 51 woningen. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
101
vochtproblemen. De luchtdichte ruimten worden vaak overdag gelucht met open ramen (terwijl de luchtvervuiling ’s nachts optreedt bij gesloten ramen). Dit is geenszins een goede manier van ventileren.
Figuur 106: Ventileren via open vensters is niet de juiste manier [12]
8.1.3 Eigen visie: SENVIVV versus ANNO 2007 De studie kan niet vergeleken worden met de luchtdichtheid van woningen anno 2007. Wel mag verondersteld worden dat de Vlaamse woningen nog niet aan de ideale waarde zitten. Er zijn wel luchtdichtheidswaarden van vrij recente massieve woningen waarvan de luchtdichtheid bepaald is, maar bij deze woningen was het vooropgestelde doel een goede luchtdichtheid realiseren, waardoor deze niet representatief zijn voor alle massieve woningen.
8.2 Andere onderzoeken Het WTCB heeft tussen 1985 en 1993 een groot aantal pressurisatiemetingen in woningen, scholen en kantoren uitgevoerd. Ze geven een vrij goed inzicht in de luchtdichtheid van Belgische gebouwen. De voornaamste besluiten zijn de volgende: • • • •
de gemiddelde luchtdichtheid van het Belgische woningbestand bedraagt ongeveer n50 = 10 h-1; de spreiding op deze gemiddelde waarde is zeer groot : bepaalde zeer luchtdichte appartementen hebben een n50-waarde van minder dan 1 h-1, terwijl andere woningen n50-waarden van 40 h-1 en meer hebben; het lekdebiet via ramen en deuren is meestal klein, dit wil zeggen gemiddeld ongeveer 20 % en in sommige woningen bedraagt het slechts enkele procenten; in tegenstelling met de resultaten bekomen op afgewerkte woningen in Nederland en Frankrijk blijkt dat soortgelijke woningen in België meestal nog zeer luchtopen zijn. De voornaamste oorzaak daarvan heeft te maken met de afwerking en de typische Belgische bouwwijze: meestal zoekt een individuele bouwheer een architect en een aannemer die het grootste gedeelte van de bouw op zich nemen. Een al dan niet belangrijk gedeelte van de afwerking wordt verondersteld door de bouwheer zelf te gebeuren. In onze buurlanden daarentegen vindt men meer projecten waarbij een groot aantal identieke of gelijkaardige woningen door één enkele
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
•
102
aannemer worden gebouwd en volledig afgewerkt. Dit biedt een grotere garantie op luchtdicht bouwen; hoewel het merendeel van de Belgische woongelegenheden eerder luchtopen zijn, vindt men in de meeste woningen diverse ruimten die zeer luchtdicht zijn.
8.3 Besluit De meeste onderzoeken dateren van enkele jaren geleden. Toch kunnen we veronderstellen dat doorheen de jaren weinig vooruitgang is geboekt op gebied van luchtdichtheid. Een recent nauwkeurig onderzoek zal een adequaat beeld geven over de huidige toestand in Vlaanderen. Enkel op basis van nieuwe resultaten kunnen er conclusie getrokken worden en aanbevelingen gedaan worden naar de toekomst toe.
Referenties Isolatie, ventilatie en verwarming in nieuwbouwwoningen: resultaten van een enquête. Brussel, WTCB, 1999. (rapport) Ventilatie van woningen, deel 1 algemene principes. Brussel, Werkgroep Woningventilatie (WTCB), juni 1994. Vandaele, L., (
[email protected]) , Voorbeeldwoningen EPB. E-mail aan Ceulemans, W., (
[email protected]), 21 februari 2007.
Luchtdicht bouwen een e vergete en must?!
103
9 Kritische refflecties en aan nbevelin ngen Anno 200 07 wordt he et alsmaarr belangrijk ker om ene ergiezuinig en duurza aam te bouwen, gecombin neerd met een gezond en com mfortabel b binnenklimaat.
Figuur 107: De D 3 pijlers va an het energiiezuinig bouw wen1
Wat mij sterk s opva alt, is dat er e in België ë op het vlak v van issolatie en ventilatie de laatste ja aren al hee el wat verb beterd is. De D energie eprestatiere egelgeving g eist immers maximale e U-waard den voor constructie c onderdele en (isolatie e-eis) en de e toepassiing van geco ontroleerd ventileren n (ventilatie e-eis). Op basis b van d deze regelg geving wa aait er een po ositieve wind die hop pelijk in de e toekomstt gunstig b blijft evolue eren. De brrug tussen iso oleren en ventileren (de luchtdichtheid) is de sle echtst uitgevoerde (en ( uitgewerk kte) pijlerr van de e drie. Be elgen bessteden w weinig aan ndacht aan a luchtdich htheid. Enk kel bij laag genergiew woningen en e passiefh huizen worrdt het be eter toegepast. In principe kan de e bouwhee er zijn won ning perfec ct isoleren (diktes tot 40 cm bijvoo orbeeld) en e perfect ventileren (bijvoorbe eeld een b balansventtilatiesystee em met warm mterecupe eratie). Ma aar wat alss het gebo ouw niet lu uchtdicht is? Is het dan energiezu uinig? Nee en …
Naast de e 3 pijlers zijn n er nog andere (welisw waar op ditt moment m minder belan ngrijk) elementen n die zorgen voor enerrgiezuinig bo ouwen. De 3 pijlers zijn dus niet de e enige variabelen n waarmee e rekening moet m gehou uden worde en bij het en nergiezuinig bouwen. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
Dikke isolatie (veel €)
104
Balansventilatie met warmterecuperatie (veel €)
Slecht uitgevoerde luchtdichtheid
Figuur 108: Is bovenstaande figuur energiezuinig? Ik denk het niet.
Luchtdichtheid is de brug tussen isoleren en gecontroleerd ventileren. Wat wordt hier nu concreet mee bedoeld? Een betere isolatie vraagt meer aandacht voor luchtdichtheid. Bij dikke isolatie zorgen spleten en kieren voor de warmteverliezen. Denk aan de winterjas! Deze metafoor verheldert het belang van luchtdichtheid en is voor een leek zelfs begrijpbaar. Schuilen achter ‘de materie is te moeilijk’, is slechts een mager excuus voor het niet toepassen.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
105
Wat maakt dan dat luchtdichtheid niet wordt toegepast? Een woning luchtdicht maken is een werk van lange adem. De uitvoering is zeer arbeidsintensief, het zijn niet zozeer de materiaalkosten die doorslag gevende zijn in de kostenberekening, maar vooral de arbeidsprestaties. Tevens is er weinig juiste en volledig informatie. Door dit gebrek krijgt de Vlaming niet de kans om luchtdichtheid te verkennen. Oordelen over de achterliggende reden van het niet luchtdicht bouwen, is moeilijk door deze lacune. Is het een gebrek aan kennis of een tekort aan motivatie dat doorslaggevend is? Het wordt tijd dat iedereen kennismaakt met het thema, een promotiecampagne van de overheid zou hiervoor een ideaal middel zijn.
Luchtdicht bouwen is de brug tussen isoleren en gecontroleerd ventileren Met deze informatie als achtergrond vond ik het interessant om te kijken hoe de luchtdichtheid in de traditionele woningbouw verbeterd kan worden. Luchtdichtheid zorgt immers voor een vermindering van het energieverbruik en lagere energiekosten. Mijn oorspronkelijk idee was de kritische luchtdichtingsaansluitingen aanpassen. Bij onderzoek hiernaar bleek dat er heel wat materialen op de Belgische markt beschikbaar zijn. Daarom gooide ik het over een andere boeg. Mij leek het zinvol om een checklist ‘luchtdichtheid’ te ontwerpen. Praktisch werkte ik dit uit aan de hand van een oplossingsboek. Kijkend naar luchtdichtheidslekken zocht ik passende verbeteringen. Luchtdichtheid is een onontbeerlijke maar geen uitsluitende voorwaarde. Luchtdichtheid alleen is dus niet voldoende. Een checklist ‘isolatie’ en ‘ventilatie’ is eveneens noodzakelijk. Een gecombineerd gebruik van deze drie zou resulteren in een goed evenwicht en een voortreffelijk energiezuinige woning. Maatregelen om luchtdicht bouwen aan te moedigen: •
•
Meer uitleg geven over luchtdichtheid: er is weinig literatuur ter beschikking (in vergelijking met isolatie en ventilatie), zeker voor de gewone consument. Dat heb ik aan de lijve ondervonden bij het schrijven van deze thesis. Wat is noodzakelijk? Brochures, handleidingen … Organiseren van opleidingen/cursussen: er zijn in de loop van de vorige twee jaren een aantal opleidingen/cursussen aangeboden. Uit gesprekken met bouwprofessionelen blijkt dat deze cursussen weinig respons genieten. Ik schreef me in voor een cursus bij SyntraWest: resultaat: afgelast wegens een gebrek aan belangstelling! Ook een cursus bij het centrum duurzaam bouwen werd omwille van de zelfde reden afgelast.
Hoe kan het beter? Waaraan zou België zich moeten spiegelen, wie moet het grote voorbeeld zijn? Er bestaan op de markt voldoende complete professionele luchtdichtingssystemen waarin alle componenten perfect op elkaar afgestemd zijn. Om de laatste snufjes omtrent luchtdicht bouwen te verkennen, ben je genoodzaakt om in Duitsland op zoek te gaan. Hier is men op dat gebied vóór op de rest van Europa. De luchtdichtingssystemen die in Duitsland enkele jaren
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
106
geleden zijn uitgevonden, en nu al vlot worden toegepast, vinden hun weg geleidelijk aan naar de Belgische markt. Er bestaan goede systemen om luchtdicht te bouwen, het probleem is echter dat weinig mensen er weet van hebben en laat staan het nut ervan inzien (het kost meer, bouwen is al zo duur, waarom daar nog geld insteken?). In België zou men er goed aan doen om de Duitse eisen wat betreft luchtdichtheid over te nemen in een Belgische norm. De situatie in België is verre van ideaal, veranderingen zijn noodzakelijk. Ik geef alvast een aantal aanbevelingen. • •
•
• •
•
•
•
Tussen 1990 en 2000 hebben er een aantal onderzoeken plaatsgevonden over luchtdichtheid in België. Dat vuur is spijtig genoeg gedoofd. Het zou zinvol zijn om de SENVIVV opnieuw uit te voeren, maar dan enkel rekening houdend met de luchtdichtheid van de woning, dit met hetzelfde opzet als 15 jaar geleden. Men kan dit als project toepassen in de sociale woningbouw. Aan de hand van onderzoeken kan achterhaald worden waar de meeste luchtlekken voorkomen, hoe deze best worden aangepast, de aanpassingen doorvoeren en het effect evalueren. Er is nood aan een case-study (energieaudits) bij andere gebouwen (eventueel ook naar renovatie toe). Deze gebouwen mogen jong of oud zijn (ongeveer tot 15 jaar geleden gebouwd). Bij woningen die vanaf 1 januari 2007 gebouwd zijn, kan men nagaan wat de evolutie is van luchtdichtheid onder invloed van de EPB. De kosten van luchtdicht bouwen bekijken ten opzichte van de totaalkost van andere energiezuinige maatregelen, een economische studie dus. Welke maatregel is het meest efficiënt en effectief? Er bestaat in België het ‘TAD – Daken en lichte wanden’ opgericht door het WTCB waar men onderzoek verricht omtrent de luchtdichtheid van gebouwen (vooral de luchtdichtheid van lichte bouwcomponenten). Het TAD geeft informatie, cursussen en hulp bij problemen. Verder doet het team onderzoek naar innovatieve oplossingen (nieuwe dampschermen, luchtschermen, aansluitingen, oplossingen …). De voortzetting van hun werk biedt in de toekomst een meerwaarde voor de Belgische bedrijven. Voorstel tot oprichting van een werkgroep over luchtdichtheid: fabrikanten van luchtdichtingssystemen, mensen die luchtdichtheid meten, importeurs luchtdichte materialen, WTCB … Hierin worden een aantal richtlijnen vastgelegd naar enerzijds plaatsing en fabricage en anderzijds metingen. Een laatste kans om de luchtdichtheid in te brengen in de energieprestatieregelgeving is het opnemen van de waarde van de luchtdichtheid in een energiecertificatie. Er zou bij de volledig afgewerkte woningen een energiecontrole uitgevoerd worden ter verkrijging van een energiecertificaat. Bij een volledige energiecontrole behoort een luchtdichtheidsmeting in samenwerking met een thermografische camera, zodoende worden dus ook koudebruggen opgespoord. Het certificaat vermeldt de n50-waarde en geeft een perfect beeld van de luchtdichtheid van de woning. Spijtig genoeg vinden de meeste bouwheren de uitvoering van een luchtdichtheidsmeting met een thermografische camera te duur. Voor deuren, ramen, dakvlakvensters, zolderluiken … is het misschien nodig om bepaalde luchtdichtheidsklassen (naar analogie met Duitsland) te bepalen. Net hetzelfde dient te gebeuren voor materialen: men zou kunnen aangeven welke mate van luchtdichtheid een bepaald materiaal bezit.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
o
107
Het is zelfs mogelijk om voor bepaalde constructievormen aan te geven hoe luchtdicht ze zijn. Bijvoorbeeld een goed uitgevoerde aansluiting tussen gevel en dak is … luchtdicht. Men zou dat kunnen onderzoeken voor een bepaalde aansluiting aan de hand van een tabel: Methode A (tape)
Goed uitgevoerde oplossing (uitleg wat dat inhoudt) Minder goed uitgevoerde oplossing (uitleg wat dat inhoudt) Slecht uitgevoerde oplossing (uitleg wat dat inhoudt
Methode B (silicone) …
Methode C (folie)
…
…
…
…
…
…
… m³/h luchtdichtheid
…
Tabel 6: Voorbeeld onderzoek
De puntjes geven een waarde aan die kenmerkend is voor de luchtdichtheid van de uitvoeringsmethode: de zogenaamde luchtdichtheidswaarde. Wat moet hier echter nog voor gebeuren? Het uitdenken van een proefmethode en dan het uitvoeren van proeven. Men kan deze proeven ook baseren op de proefmethode voor de duurzaamheid van een verbinding waardoor hier dus ook een karakterisatie op basis van klasse kan gebeuren. • •
Een vertaling van de meetnorm is noodzakelijk voor een juist begrip. Aannemers drukken op het feit dat luchtdichtheid belangrijk is. De uitvoering van luchtdichtheid kan gebeuren via de vermelde kritische luchtdichtingsdetails. De aannemers moeten het juist uitvoeren. Maar zoals altijd ligt het financiële aspect in de weg.
Een groot deel van deze thesis bestaat uit een informatief gedeelte. Waarom nu eigenlijk? Iets gelijkaardigs is in België niet te vinden. Enkel via betalende cursussen kan je op het gebied van luchtdichtheid bijleren. Nu, met deze thesis, is er een begrijpbaar naslagwerk. Luchtdichtheid is voor velen nog steeds onbekend terrein. Het is noodzakelijk dat hier meer licht opgeworpen wordt. Luchtdichtheid komt in de EPB als eerste aan bod, mensen worden voor de leeuwen geworpen met als gevolg dat er veel vragen rijzen omtrent het onderwerp. Met deze thesis wil ik die vraagstellingen proberen weg te werken. Besluit: de theorie is meer naar voren geschoven en dat was mijn inziens nodig om een belangrijke toekomst van energiezuinig bouwen te verzekeren. Dit is slechts een voeling geweest. Zoals uit de reflecties blijkt zijn er een hele hoop elementen die verder verhelderd dienen te worden. Vooral naar onderzoek toe zijn er een aantal cruciale punten. Een verdere uitwerking in de praktijk is zeker noodzakelijk. Het is mogelijk dat deze thesis een opstap is naar een volgende die dichter bij de praktijk aanleunt. De ontwikkeling van een eenvoudige rekenmethode voor luchtdichtheid is hier maar een voorbeeld van.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
108
Besluit Zoals de titel aangeeft zijn er twee centrale vragen te beantwoorden: 1. Is luchtdicht bouwen een must? a. Luchtdichtheid is naast isolatie en ventilatie één van de pijlers van een energiezuinige woning. Gezien de cumulatieve aandacht voor dit thema, wordt luchtdichtheid ook van rijzend belang. b. Een luchtdichte woning biedt verscheidene voordelen: een beperking van de warmteverliezen, een aangenaam binnenklimaat gedurende het hele jaar, een bescherming tegen vochtschade, een goede werking van de ventilatie, een goede geluidsisolatie, een betere brandveiligheid, een verhoging van het wooncomfort en een dalende energiefactuur. 2. Wordt luchtdicht bouwen vergeten? a. Er is weinig juiste en volledige informatie over luchtdicht bouwen te vinden. b. Over het thema bestaan geen eisende normeringen, wat voor isolatie en ventilatie wel het geval is. c. Op de markt is een groot aantal materialen voorhanden. Op dat gebied lijkt luchtdichtheid niet vergeten. Een probleem dat aangestipt dient te worden, is het beperkte gebruik van deze materialen. Verder kan ook aangegeven worden dat de nadruk ligt op een juiste plaatsing en net op dit gebied ontbreekt het de meeste mensen aan ervaring en kennis. d. Bouwers en verbouwers schenken een minieme aandacht aan de kritische luchtdichtheidsdetails van hun woning. Ze investeren geen tijd en geld in een verbetering van de luchtdichtheid. Hier kunnen verscheidene achterliggende redenen voor bestaan: gebrek aan kennis over kritische plaatsen en/of materialen, gebrek aan motivatie om te investeren, ontwetendheid over de voordelen … e. Via de opkomst van de energieprestatieregelgeving wordt de luchtdichtheid belicht. Ondanks het feit dat de luchtdichtheid een aanzienlijke invloed heeft op het E-peil, krijgt het onderwerp niet de aandacht die het verdient. f. Verder blijkt dat de onderzoeken handelende over luchtdichtheid van enkele jaren geleden dateren.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
109
Om af te sluiten, wil ik een kort en krachtig besluit van het WTCB aangeven waar ik voor 100% achter sta: “Hoewel het als een paal boven water staat dat het verzekeren van de luchtdichtheid een noodzakelijke voorwaarde is om de doeltreffendheid van de thermische isolatie te waarborgen en om vocht- en tochtproblemen te vermijden, stelt men in de praktijk niet zelden vast dat het belang van luchtdicht bouwen onderschat wordt en dat de uitvoering ervan te wensen overlaat, met alle comfortproblemen vandien.” [8] Luchtdicht bouwen een vergeten must!
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
110
Literatuurlijst Bronvermelding boeken [1] Erdtsieck, P., Kuijpers, I., Van der linden, A.C., Zeegers, A., e.a. Bouwfysica. Utrecht/Zutphen, ThiemeMeulenhoff, 2006. [2] Floor, K., Weerkunde, Meteorologie voor iedereen. Rijswijk, 29 mei 2006. [3] Handboek baksteenmetselwerk. Brussel, Belgische baksteenfederatie, 2005. [4] Nieman, H.M. & Ruiter, C.J.W. Luchtdicht bouwen. A: Ontwerpaanbevelingen. Rotterdam, Stichting Bouwresearch, 2001. [5] Nieman, H.M. & Ruiter, C.J.W. Luchtdicht bouwen. B: Uitvoeringsaanbevelingen. Rotterdam, Stichting Bouwresearch, 2001.
Bronvermelding tijdschriftartikels [6] Delmotte, C., Luchtdichtheid van ventilatiekanalen, ‘WTCB tijdschrift’, herfst 2002, p. 51 – 55. [7] Dobbels, F., & Vitse, P., Luchtbewegingen en hellende daken, ‘WTCB tijdschrift’, herfst 2002, p. 41 – 49. [8] Dobbels, F., Houtskeletbouw: een systeem in volle ontwikkeling, ‘WTCB contact’, 2006, katern nr. 6, p. 1-6. [9] Janssens, C., Lecompte, J., Golfplaten van vezelcement, ‘WTCB tijdschrift’, lente 1994, p. 30 – 39. [10] Salomez, L., Waterinfiltraties via het buitenschrijnwerk, ‘WTCB tijdschrift’, lente 1995, p. 21 – 27. [11] Van Damme, M., Akoestische invloed van de afwerking van muren uit metselwerk, ‘WTCB contact’, 2004, katern nr. 6, p. 1-4. [12] Ventilatie van woningen. ‘WTCB Digest’, 1999, nr.5, p. 1-5.
Bronvermelding elektronische bronnen E-mail [13] Blowertechnic, (
[email protected]), Prijsvraag luchtdichtheidsmeting. E-mail aan Ceulemans, W., (
[email protected]), 28 februari 2007.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
111
[14] Hens, H., (
[email protected]) , Luchtdichtheidsmetingen: waarden van de luchtdichtheid van woningen. E-mail aan Ceulemans, W., (
[email protected]), 22 maart 2007. [15] Housecontrol, (
[email protected]), Luchtdichtheid in de garage. E-mail aan Ceulemans, W., (
[email protected]), 16 april 2007. [16] Vandaele, L., (
[email protected]) , Voorbeeldwoningen EPB. E-mail aan Ceulemans, W., (
[email protected]), 21 februari 2007.
Internet – artikels [17] Belang van luchtdichtheid wordt sterk onderschat, [online] available (http://www.ecologischbouwen.be/ecologisch_bouwen_pdf/belang_van_lu chtdichting.pdf), 3 januari 2007. [18] Bouwen voor/ aan de toekomst, 21 tips voor de 21ste eeuw. [online] available (http://www3.vlaanderen.be/duurzameontwikkeling/downloads/brochure_d uurzaam_bouwen_Cedubo.pdf), 24 april 2007. [19] De Cuyper, K., Dobbels, F., Vitse, B., Technologische ‘Duurzame uitvoeringstechnieken voor daken en lichte buitenwanden’, [online] available (http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=services&sub=innov_suppo rt&pag=08), 13 februari 2007. [20] Delmotte, C., Luchtdichtheid: een noodzakelijke aanvulling op de thermische isolatie, [online] available (http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub= bbricontact&pag=Contact13&art=198), 13 januari 2007. [21] Dobbels, F., Voor hellende daken met een betere luchtdichtheid, [online] available (http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub=bbricontact&pag=Contact8&art=125&lang=nl) , 8 april 2005. [22] Leidingen algemeenheden. [online] available (http://users.skynet.be/btv.info/pdf/LEIDINGEN.PDF), 28 april 2007. [23] Luchtdicht bouwen, [online] available, (http://www.lika.be/content/view/16/26/ ) 6 augustus 2005.
Internet – andere informatie [24] ABTS, G., Luchtdicht bouwen en gecontroleerde ventilatie, [online] available (http://users.skynet.be/geert.abts/meerinfo.html#lucht), 16 april 2007. [25] Albert Bauprodukte GmbH, Dach-/Wand und Bodenprodukte. [online] available (http://www.albert-bauprodukte.ch/), 24 april 2007.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
112
[26] Altrex, ladders, trappen en overige klimmaterialen. [online] available (http://www.altrex.nl/klimmen/index.php), 21 april 2007. [27] Architect Christophe Debrabander. [online] available (http://www.archiCD.be), 28 april 2007. [28] Belgische gastarieven en gasprijzen. [online] available (http://www.gastarieven.be), 18 april 2007. [29] Blowerdoor. [online] available (http://www.blowerdoor.de), 7 maart 2007. [30] Blowertechnic, als de storm door huis raast, [online] available (http://www.blowertechnic.be), 28 december 2006. [31] Boomer, isoleren die je beter goed, [online] available, (http://www.boomerbvba.be) 21 april 2007. [32] De mazoutprijs in België. [online] available, (http://www.mazoutprijs.be), 18 april 2007. [33] Eisedichte, luftdichtungsmanschetten. [online] available (http://www.eisedicht.de), 28 april 2007. [34] Energie sparen door de luchtdichtheid van een gebouw te meten, [online] available (http://www.sanidetectif.be/blowerdoor.html), 16 april 2007. [35] Energiegids Bouwen en verbouwen, [online] available (http://www.greenpeace.org/belgium/nl/energiegids/bouwen-enverbouwen), 21 april 2007. [36] Energieprestatieregelgeving, [online] available (http://www.energiesparen.be/energieprestatie/), 21 april 2007. [37] Flam, inbouwkachels, kachels en sierschouwen. [online] available (http://www.flam.be), 20 april 2007. [38] Genealogie de Zeeuw, [online] available (http://www.genealogiedezeeuw.nl/grote%20zolder.jpg), 27 april 2007. [39] Habitos.be alles over wonen, [online] available (http://www.habitos.be), 21 april 2007. [40] Isoproc, [online] available (http://www.isoproc.be), 21 april 2007. [41] Kaiser. [online] available (http://www.kaiser-elektro.de/), 26 april 2007. [42] Klimaatnet, energieforum, [online] available (http://bondbeterleefmilieu.be/agora/view.php?bn=bbl_lag&key=114660489 8&replies=102), 2 mei 2006. [43] Luchtdicht bouwen, [online] available (http://www.milieuadvieswinkel.be/index.php/02.01.02.02.01/), 16 april 2007.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
113
[44] Luchtdichte gebouwen verliezen geen warmte, [online] available (http://www.livios.be/nl/_build/_guid/_isol/_vape/1267.asp), 16 april 2007. [45] Stroomtarieven in België en Vlaanderen in het bijzonder. [online] available (http://www.stroomtarieven.be), 18 april 2007. [46] Technische Pagina. [online] available (http://www.boomerbvba.be/new/index.php?option=com_content&task=vi ew&id=18&Itemid=29), 7 maart 2007. [47] Trelleborg consumer profiles. [online] available (http://www.trelleborg.com/consumerprofiles/), 28 april 2007. [48] Velux. [online] available (http://www.velux.be), 20 april 2007. [49] Vochthuishouding, [online] available (http://www.rockwool.nl/sw46992.asp#516_84734), 4 maart 2007.
Andere bronvermeldingen [50] Beter isoleren, nieuwe isolatie-eis K45. Zaventem, Rockwool,1 januari 2006. [51] Binnenbepleisteringen, deel 1. Brussel, Technische Comité Plafonneer- en voegwerken (WTCB), maart 1996. [52] Binnenbepleisteringen, Deel 2. Brussel, Technisch Comité Plafonneer- en voegwerken (WTCB), september 1996. [53] Competentie in dichting. Zemst, ProClima, 2006. (verzamelbundel) [54] Daken met betonpannen, Opbouw en uitvoering. Brussel, Technisch Comité Dakbedekkingen (WTCB), december 1996. [55] Daken met natuurleien, Opbouw en uitvoering. Brussel, Technische Comité Dakbedekkingen (WTCB), maart 1995. [56] Damit Dächer aufatmen können, Feuchteschutz- und winddichtsysteem Isover Vario. Ludwingshafen (Duitsland), Saint-Gobain Isover G+H AG, 2004. (technische productinformatie) [57] Damprem en luchtdichting Intello. Zemst, Isoproc, 2006. (technische product informatie) [58] Decreet van 22 december 2006 betreffende de EPB, Belgisch Staatsblad, EPB, 27 maart 2007, Belgisch staatsblad, 27 maart 2007, p. 16680 – 16695. [59] Deutsche Bauzeitschrift. Stuttgart (Duitsland), Fraunhofer Institut for Bauphysik, december 89, blz. 1639 en volgende. [60] De universele oplossing voor uw dak, gewapende onderdakfolie, uitermate dampdoorlaatbaar. Zellik, Dörken, 2006. (technische productinformatie)
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
114
[61] DIN 4108-7 Luftdichtheit von Bauteilen und Anschlüssen Planungs- und Ausführungsempfehlungen sowie –beispielen. Berlijn (Duitsland), DIN, 2001. [62] Dobbels, F., “The answer, my friend … is blowing in the wind …”, Verslag van het 9e BlowerDoor-Symposium van het Energie- und Umweltzentrum am Deister (e.u.[z]),Brussel, WTCB, 24 april 2004. (brochure) [63] Dobbels, F., & Schaerlaekens, S., Draagvloeren in niet-industriële gebouwen. Brussel, Technisch Comité Ruwbouw (WTCB), maart 2002. [64] EPB Module 2.4 Residentiele ventilatie: aanbevelingen. Brussel, De Vlaamse Overheid, februari 2006. (powerpoint presentatie) [65] EPB Module 2.7 Niet-residentiele ventilatie: aanbevelingen. Brussel, De Vlaamse Overheid, februari 2006. (powerpoint presentatie) [66] EPB Module 4.2 Ruimteverwarming EPU: netto energiebehoefte, Brussel, De Vlaamse Overheid, 1 januari 2006. (powerpoint presentatie) [67] Hellende daken en houten constructies. Zaventem, Rockwool, november 2006.(technische productinformatie) [68] Hellende daken. Zaventem, Rockwool, maart 2006. (technische productinformatie) [69] Het platte dak opbouw, materialen, uitvoering, onderhoud. Brussel, Technisch Comité Dichtingswerken (WTCB), maart 2000. [70] Het platte dak. Deel 2: Aansluitingen en afwerking. Brussel, Technisch Comité Dichtingswerken (WTCB), maart 1994. [71] Isolatie, ventilatie en verwarming in nieuwbouwwoningen: resultaten van een enquête. Brussel, WTCB, 1999. (rapport) [72] Klober, Professionele daktoebehoren. Eupen, Klober Benelux PGmBH, Mei 2006. (brochure) [73] Luchtdichtheid, ventilatie en warmte, Drie pijlers voor energiezuinig bouwen. Etterbeek, Belgium WoodForum, 31 maart 2006. (brochure) [74] NBN D50-001 Ventilatievoorzieningen in woongebouwen. Brussel, BIN, 1991. [75] NBN EN 13779 Ventilatie voor niet-residentiële gebouwen- Prestatie-eisen voor ventilatie- en kamerbehandelingssystemen. Brussel, BIN, 2004. [76] NBN EN 13829 Thermische eigenschappen van gebouwen- Bepaling van de luchtdoorlatendheid van gebouwen – overdrukmethode (ISO 992:1996, gewijzigd). Brussel, BIN, 2001. [77] Plaatsen van buitenschrijnwerk. Brussel, Technische comité schrijnwerken (WTCB), juni 1993.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
115
[78] Probe: stap-voor-stap-renovatie van kantoorgebouwen, Voor een beter binnenklimaat met minder energie. Brussel, WTCB, 2002. (rapport) [79] Pro cilma System, Innendichtung, DB+ Baupappe. Schwetzingen (Duitsland), MOLL bauökologische Produkte GmbH, 2005. (technische productinformatie) [80] Studie, Vergelijking van de uitdrogingspotentiaal en het beperken van de kans op bouwschade bij thermische isolatie in houtbouwconstructies. Zemst, Isoproc, 2004. (studie) [81] Syllabus energieprestatieregelgeving. Brussel, De Vlaamse Overheid, maart 2006. [82] Taelman, D., & Taelman, E., Blowerdoormeting met infrarood onderzoek. Duffel, Sanidetectif, 4 januari 2007. (onderzoek Berchem) [83] Taelman, D., & Taelman, E., Blowerdoormeting met infrarood onderzoek. Duffel, Sanidetectif, 4 januari 2007. (onderzoek Ekeren) [84] Taelman, D., & Taelman, E., Blowerdoormeting. Duffel, Sanidetectif, 3 januari 2007. (onderzoek) [85] Taelman, D., & Taelman, E., Vochtonderzoek. Duffel, Sanidetectif, 28 maart 2007. (onderzoek) [86] Taelman, E., Opsporen Luchtlekken. Duffel, Sanidetectif, 14 december 2006. (onderzoek) [87] Ventilatie van woningen, deel 1 algemene principes. Brussel, Werkgroep Woningventilatie (WTCB), juni 1994. [88] Verhoogde vloeren. Brussel, Werkgroep lichte binnenwanden, verlaagde plafonds en verhoogde vloeren (WTCB), december 2006. [89] Woningventilatie, de kunst van de perfecte zuigkracht. Merelbeke, Ventomatic ventilatoren, 2006. (catalogus) [90] Zekerheid voor dak en wand. Zemst, Isoproc, 2003. (brochure) [91] Zweite Europäisches BlowerDoor- Symposium, Dichte Gebäudehülle, Thermografie und Wohnungslüftung. Kassel (Duitsland), Energie und Umweltzentrum am Deister, Verband für Angwandte Thermografie & Verband für Wohnungslüftung, 2007. (symposium verslag)
Mondelinge bronnen [92] Debrabander, C., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 13 april 2007. [93] Eykens, P., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 13 maart 2007. [94] Jaenen, G., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 14 februari 2007.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
[95] Taelman, E., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 4 april 2007. [96] Taelman, E., Mondeling gesprek. Formeel gesprek, 4 mei 2007.
116
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
117
Lijst van de figuren Figuur 1: Mogelijke luchtlekken in gebouwen [89] .......................................................... 9 Figuur 2: Gemiddelde luchtdichtheid bij diverse woningtypen [71] .......................... 10 Figuur 3: Vergelijking van de aanbevelingen [87] ....................................................... 12 Figuur 4: De 3 sleutelbegrippen om comfortabel en energiezuinig te bouwen...... 15 Figuur 5: Warmteverliezen [53] .......................................................................................... 16 Figuur 6: Te droog binnenklimaat in de winter [53] ....................................................... 17 Figuur 7: Bouwschade als gevolg van vochtige binnenlucht [53] ............................. 17 Figuur 8: Bescherming tegen zomerhitte [53] ................................................................. 18 Figuur 9: Ventilatiestromen volgens de luchtdichtheid van het gebouw [89] ......... 19 Figuur 10: Bepleisterde muur [11]...................................................................................... 20 Figuur 11: Luchtdichte aansluiting bij overlappingen van luchtdichte banen [40] 25 Figuur 12: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm [40] ...................................... 25 Figuur 13: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm [40] ...................................... 26 Figuur 14: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm aan ramen [40] ................ 26 Figuur 15: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm [40] ...................................... 26 Figuur 16: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm aan ramen [40] ................ 27 Figuur 17: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm aan ramen [40] ................ 27 Figuur 18: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm [40] ...................................... 28 Figuur 19: Voorbeelden van kritische luchtdichtingsdetails in een woning [87] ...... 32 Figuur 20: Verbetering van de luchtdichtheid door de aanplanting van bomen .. 33 Figuur 21: Niet afgewerkte omkasting van de ramen [42] .......................................... 34 Figuur 22: Niet luchtdicht afgewerkte zolder [38] .......................................................... 34 Figuur 23: Niet luchtdichte ventilatieschachten [65] .................................................... 35 Figuur 24: Luchtdichte ventilatiekanalen [65] ................................................................ 35 Figuur 25: Houten balken die deel uitmaken van de luchtdichte schil ..................... 36 Figuur 26: Luchtdichte kabeldoorvoerelementen [33] ................................................. 37 Figuur 27: Afplakken van de doorvoeropeningen [53] ................................................ 37 Figuur 28: Afdichting van een doorboring met PUR-schuim [20] ................................ 38 Figuur 29: Principe van een leidingenspouw [27] .......................................................... 38 Figuur 30: Luchtdichte constructiemethode [27] .......................................................... 38 Figuur 31: Luchtdichte inbouwdozen voor spots [41] ................................................... 39 Figuur 32: Mogelijke luchtstromen .................................................................................... 39 Figuur 33: Luchtdichte plaatsing van welfsels [27] ........................................................ 40 Figuur 34: Luchtdichte plaatsing van welfsels [27] ........................................................ 40 Figuur 35: Luchtdichte plaatsing van welfsels [63] ........................................................ 40 Figuur 36: Luchtdichte afwerking tussen de wand en de vloer [40] .......................... 41 Figuur 37: Luchtdichte afwerking van de aansluitingen van een muur op vloeren 41 Figuur 38: Aansluiting van een muur op de funderingsvloer op volle grond [3] ...... 43 Figuur 39: Aansluiting van een muur boven een kruipruimte [3] ................................ 43 Figuur 40: Luchtdichte afwerking van een muur aan vloeren .................................... 44 Figuur 41: Voorbekabelde geringde buizen [22] ........................................................... 45 Figuur 42: XVB-kabel [22] .................................................................................................... 45 Figuur 43: Luchtlekken bij de uitvoering van een rolluikkast [64] ................................ 45 Figuur 44: Luchtdichte uitvoering van een rolluikkast langs binnen. [77] .................. 46 Figuur 45: Luchtdichte uitvoering van rolluikkasten langs binnen. [3] [50] ................ 47 Figuur 46: Luchtdichte contactdozen [41] ..................................................................... 48 Figuur 47: Luchtdichte kabeldoorvoerelementen [41] ................................................. 48 Figuur 48: Luchtdichtheid van ramen [47] ...................................................................... 49 Figuur 49: Luchtdichte afsluiting van een raam met dubbele rubberdichting [27] 49 Figuur 50: Drievoudige rubberdichting [18] .................................................................... 50
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
118
Figuur 51: Niet luchtdichte aansluiting van een raam met de muur [64] ................. 50 Figuur 52: Luchtdichte aansluiting van het luchtscherm aan ramen [53] ................ 51 Figuur 53: Luchtdichte aansluiting van het raam met de muur [77] .......................... 52 Figuur 54: Luchtdichte aansluiting van het raam met het pleisterwerk [77] ............. 53 Figuur 55: Luchtdichtheid door binnenbepleistering bij een raam in een neg [77] 54 Figuur 56: Bekleedsel van plaatmateriaal bij een raam in een neg [77] .................. 54 Figuur 57: Luchtdichte aansluiting van het raam met de muur [3] ............................ 55 Figuur 58: Luchtdichte aansluiting van het venstertablet met het raam.[3] [77] .... 56 Figuur 59: Luchtdichte afsluiting van de scharnieren van ramen en deuren [27 .... 57 Figuur 60: Luchtdichte afsluiting van de scharnieren van ramen en deuren [27 .... 57 Figuur 61: Niet luchtdichte afwerking van het luchtscherm aan timmerwerk [27] . 58 Figuur 62: Niet luchtdichte afwerking van het luchtscherm aan timmerwerk [27] . 58 Figuur 63: Correcte vasthechting van het luchtscherm [54] ....................................... 59 Figuur 64: Correcte vasthechting van het luchtscherm [54] ....................................... 59 Figuur 65: Luchtdichte afwerking van het dak [54]....................................................... 59 Figuur 66: Correcte plaatsing van flensdekens [54] ...................................................... 60 Figuur 67: Afkleven van de voegen tussen de luchtschermonderdelen [18] .......... 60 Figuur 68: Plaatsing van het dampscherm [54] ............................................................. 61 Figuur 69: Folie over nokbalk [25] ..................................................................................... 61 Figuur 70: Luchtscherm verlijmen aan de muur [40] ..................................................... 62 Figuur 71: Luchtscherm luchtdicht aansluiten met de muur [53] ............................... 62 Figuur 72: Leidingenspouw [54]......................................................................................... 63 Figuur 73: Luchtdichte constructiemethode [27] .......................................................... 63 Figuur 74: Niet luchtdichte afwerking van een doorboring in het dak [65] .............. 63 Figuur 75: Niet luchtdichte uitvoering van een dakdoorboring [70] .......................... 64 Figuur 76: Afdichting van een doorboring in het luchtscherm [40]............................ 65 Figuur 77: Nauwkeurig afplakken van de doorboring in het luchtscherm [40] ........ 65 Figuur 78: Niet luchtdichte uitvoering van een dakvenster in het dak [65] .............. 65 Figuur 79: Luchtdichte aansluiting van een dakvenster [54] ....................................... 66 Figuur 80: Dampschermkraag voor dakvensters [48] ................................................... 67 Figuur 81: Luchtdichte afwerking van een doorboring door een balk [53].............. 68 Figuur 82: Correcte uitvoering van het afkleven van een doorboring [53] .............. 68 Figuur 83: Aansluiting van het dak op de gevel [3] ...................................................... 69 Figuur 84: Aansluiting van het dak op de gevel [50] .................................................... 70 Figuur 85: Open haard (afgesloten) [37] ........................................................................ 71 Figuur 86: Geïsoleerd zolderluik met rubberdichtende sluiting en trap [26] ............. 71 Figuur 87: Kwalitatieve methode (rooktest) [64] ............................................................ 76 Figuur 88: Kwalitatieve methode (thermografische foto's) [64] .................................. 76 Figuur 89: Blowerdoor [31].................................................................................................. 77 Figuur 90: Het meetprincipe [29] ...................................................................................... 78 Figuur 91: Aflezing van de waarde van de luchtdichtheid [29] ................................. 79 Figuur 92: Computergestuurde luchtdichtheidsmeting [31]........................................ 80 Figuur 93: Wincon [53] ........................................................................................................ 81 Figuur 94: Identificatie van luchtlekken [31] ................................................................... 82 Figuur 95: Het lekdebiet bij 50 Pa per eenheid verliesoppervlakte [64] .................... 82 Figuur 96: Het ventilatievoud bij 50 Pa [64] ..................................................................... 83 Figuur 97: Ingave van de meetwaarde van het lekdebiet in de EPB-software [66] 86 Figuur 98: Luchtdichtheidsmeting met behulp van een blowerdoor [29] ................ 87 Figuur 99: De invloed op het E-peil van een vrijstaande woning ............................... 88 Figuur 100: De invloed van de luchtdichtheid op het E-peil van een rijwoning ...... 89 Figuur 101: De basisreferentie aardgas [81] ................................................................... 92 Figuur 102: De basisreferentie gasolie [81] ...................................................................... 93 Figuur 103: Maatregelenpakket 90 variant D (aardgas) [81] ...................................... 94
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
119
Figuur 104: Maatregelenpakket 90 variant H (gasolie) [81]......................................... 96 Figuur 105: Luchtdichtheid van de onderzochte woongebouwen [71] ................. 100 Figuur 106: Ventileren via open vensters is niet de juiste manier [12] ...................... 101 Figuur 107: De 3 pijlers van het energiezuinig bouwen .............................................. 103 Figuur 108: Is bovenstaande figuur energiezuinig? Ik denk het niet. ....................... 104 Figuur 109: Dauwpunt [80] ............................................................................................... 123 Figuur 110: Polyethyleenfolie [67] ................................................................................... 127 Figuur 111: Spijkerflensdekens [68].................................................................................. 128 Figuur 112: Dampremmers [60] [90] ............................................................................... 128 Figuur 113: Dampremmen met vochtgestuurde diffusieweerstand [56] [57] [79] . 129 Figuur 114: Blowerdoor (links) met het meetprincipe (rechts) [29] ........................... 131 Figuur 115: Infraroodcamera (links) en thermografische foto (rechts) [29] ............ 131 Figuur 116: Windsnelheidsmetingen met behulp van een anemometer [30] ........ 132 Figuur 117: Normale foto [86] .......................................................................................... 132 Figuur 118: Infraroodfoto onder normale druk [86] ..................................................... 133 Figuur 119: Infraroodfoto in onderdruk [86] .................................................................. 133 Figuur 120: Windsnelheidsmetingen [86] ....................................................................... 133 Figuur 121: Normale foto [86] .......................................................................................... 134 Figuur 122: Infraroodfoto onder normale druk [86] ..................................................... 134 Figuur 123: Infraroodfoto in onderdruk [86] .................................................................. 135 Figuur 124: Normale foto [86] .......................................................................................... 135 Figuur 125: Infraroodfoto onder normale druk [86] ..................................................... 136 Figuur 126: Infraroodfoto in onderdruk [86] .................................................................. 136 Figuur 127: Normale foto [86] .......................................................................................... 137 Figuur 128: Infraroodfoto onder normale druk [86] ..................................................... 137 Figuur 129: Infraroodfoto in onderdruk [86] .................................................................. 138 Figuur 130: Normale foto [84] .......................................................................................... 138 Figuur 131: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 138 Figuur 132: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 139 Figuur 133: Normale foto [82] .......................................................................................... 139 Figuur 134: Infraroodfoto onder normale druk [82] ..................................................... 139 Figuur 135: Infraroodfoto in onderdruk [82] .................................................................. 140 Figuur 136: Normale foto [82] .......................................................................................... 140 Figuur 137: Infraroodfoto onder normale druk [82] ..................................................... 140 Figuur 138: Infraroodfoto in onderdruk [82] .................................................................. 141 Figuur 139: Normale foto [83] .......................................................................................... 141 Figuur 140: Infraroodfoto onder normale druk [83] ..................................................... 142 Figuur 141: Infraroodfoto in onderdruk [83] .................................................................. 142 Figuur 142: Normale foto [84] .......................................................................................... 142 Figuur 143: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 143 Figuur 144: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 143 Figuur 145: Normale foto met windsnelheidsmeting [86] ........................................... 144 Figuur 146: Infraroodfoto in onderdruk [86] .................................................................. 144 Figuur 147: Normale foto [84] .......................................................................................... 145 Figuur 148: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 145 Figuur 149: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 145 Figuur 150: Normale foto [84] .......................................................................................... 146 Figuur 151: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 146 Figuur 152: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 146 Figuur 153: Normale foto [86] .......................................................................................... 147 Figuur 154: Infraroodfoto onder normale druk [86] ..................................................... 147 Figuur 155: Infraroodfoto in onderdruk [86] .................................................................. 148 Figuur 156: Normale foto [83] .......................................................................................... 148
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
120
Figuur 157: Infraroodfoto onder normale druk [83] ..................................................... 149 Figuur 158: Infraroodfoto in onderdruk [83] .................................................................. 149 Figuur 159: Normale foto [84] .......................................................................................... 149 Figuur 160: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 150 Figuur 161: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 150 Figuur 162: Normale foto [82] .......................................................................................... 151 Figuur 163: Infraroodfoto onder normale druk [82] ..................................................... 151 Figuur 164: Infraroodfoto in onderdruk [82] .................................................................. 151 Figuur 165: Normale foto [82] .......................................................................................... 152 Figuur 166: Infraroodfoto onder normale druk [82] ..................................................... 152 Figuur 167: Infraroodfoto in onderdruk [82] .................................................................. 152 Figuur 168: Normale foto met windsnelheidsmeting [86] ........................................... 153 Figuur 169: Normale foto [84] .......................................................................................... 153 Figuur 170: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 154 Figuur 171: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 154 Figuur 172: Normale foto [84] .......................................................................................... 154 Figuur 173: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 155 Figuur 174: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 155 Figuur 175: Normale foto [84] .......................................................................................... 155 Figuur 176: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 156 Figuur 177: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 156 Figuur 178: Normale foto [84] .......................................................................................... 157 Figuur 179: Infraroodfoto onder normale druk [84] ..................................................... 157 Figuur 180: Infraroodfoto in onderdruk [84] .................................................................. 157 Figuur 181: Normale foto [82] .......................................................................................... 158 Figuur 182: Infraroodfoto onder normale druk [82] ..................................................... 158 Figuur 183: Infraroodfoto in onderdruk [82] .................................................................. 158 Figuur 184: Normale foto [82] .......................................................................................... 159 Figuur 185: Infraroodfoto onder normale druk [82] ..................................................... 159 Figuur 186: Infraroodfoto in onderdruk [82] .................................................................. 159 Figuur 187: Normale foto [83] .......................................................................................... 160 Figuur 188: Infraroodfoto onder normale druk [83] ..................................................... 160 Figuur 189: Infraroodfoto in onderdruk [83] .................................................................. 161 Figuur 190: Normale foto [82] .......................................................................................... 161 Figuur 191: Infraroodfoto onder normale druk [82] ..................................................... 161 Figuur 192: Infraroodfoto in onderdruk [82] .................................................................. 162
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
121
Lijst van de tabellen Tabel 1: De invloed op het E-peil van een vrijstaande woning .................................. 88 Tabel 2: De invloed van de luchtdichtheid op het E-peil van een rijwoning ........... 89 Tabel 3: De invloed op de energiekosten van een vrijstaande woning ................... 90 Tabel 4: De invloed op de energiekosten van een rijwoning ..................................... 90 Tabel 5: Beoogde verdeling van de woningen uit de steekproef [71] ..................... 99 Tabel 6: Voorbeeld onderzoek ....................................................................................... 107 Tabel 7: Diffusieweerstandsgetal voor enkele materialen [49] ................................. 125
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
122
Bijlagen Bijlage 1
Bouwfysische begrippen ........................................................................... 123
Bijlage 2
Thermografische foto’s .............................................................................. 131
Bijlage 3
Checklist luchtdichtheid ............................................................................ 163
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
123
Bijlage 1 Bouwfysische begrippen In deze bijlage worden een aantal belangrijke bouwfysche begrippen uitgelegd. Na het lezen van deze bijlage zijn begrippen als condensatie, dampscherm … niet meer onbekend.
1.1 Condensatie – dauwpunt – hoeveelheid condensaat Thermische isolatie in constructies scheidt de warme binnenlucht (met een hoog vermogen aan vochtopname) met hoge absolute vochtigheid van de koude buitenlucht (met een laag vermogen aan vochtopname) met een lagere absolute vochtigheid1. Warme binnenlucht die tijdens de winter een buitenwand doordringt, koelt op zijn weg doorheen de constructie af. Bij deze afkoeling kan er vocht worden afgegeven. De oorzaak van deze vochtafgifte is het vochtgedrag van lucht: warme lucht kan meer vocht opnemen dan koude lucht. Bij een hogere relatieve vochtigheid2 van de binnenlucht (bijvoorbeeld 65 %) ligt de dauwpunttemperatuur3 hoger en treedt er vlugger condensatie op. De grafieken hieronder illustreren dit.
Figuur 109: Dauwpunt [80]
Wanneer er zich een diffusiedichte laag4 bevindt in de zone met een temperatuur onder het dauwpunt, dan treedt er ter hoogte van deze laag condensatie op. De absolute vochtigheid is de hoeveelheid vocht (meestal uitgedrukt in g) die een hoeveelheid lucht (meestal 1 m³) bevat. De absolute vochtigheid wordt dus meestal uitgedrukt in gram (vocht) per m³ (lucht). 2 De relatieve vochtigheid is de verhouding van de absolute vochtigheid tot de maximale absolute vochtigheid die de lucht bij een bepaalde temperatuur kan bevatten. De relatieve vochtigheid wordt meestal uitgedrukt in %. 3 De dauwpunttemperatuur is die temperatuur waarbij de lucht volledig verzadigd is. De relatieve vochtigheid is bij de dauwpunttemperatuur 100 % waardoor de lucht dan een maximale hoeveelheid vocht bezit. Bij een lagere temperatuur dan de dauwpunttemperatuur zal er condensatie optreden omdat de lucht zoveel vocht niet kan vasthouden. 4 Een diffusiedichte laag laat quasi geen vocht door. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
124
Dat betekent dat het ongunstig is om aan de buitenzijde van de isolatie materialen te voorzien die dampdichter zijn dan de materialen aan de binnenzijde van de isolatie. De condensatie zou immers optreden ter hoogte van de meest dampdichte laag, waardoor de isolatie dus vochtig kan worden en op zijn beurt minder zal isoleren. Bijzonder problematisch wordt het wanneer warme lucht (met hoge absolute vochtigheid) door convectie, ingevolge onvolkomenheden in de luchtdichting, in het bouwelement binnendringt! Dit zorgt voor veel vocht in de isolatie. Is er eenmaal condensatie in de constructie opgetreden dan kan dit negatieve gevolgen hebben. Bij een koud winterklimaat kan er rijm- en ijsvorming optreden. Water en ijs zijn ondoorlatend voor waterdamp, waardoor deze een dampscherm vormen aan de buitenzijde van de isolatie. Constructies met aan de buitenzijde een sterk dampremmende of dampdichte laag zijn bouwfysisch veel kritischer dan bouwelementen die opgebouwd zijn met materiaallagen die naar buiten toe steeds meer diffusie-open worden.
1.2 Vochtbelastingen van een constructie Verschillende oorzaken kunnen een vochtbelasting binnenin een thermisch geïsoleerde constructie tot gevolg hebben. Zo kan bijvoorbeeld doorheen een ondicht dak water binnendringen. Het kan daarbij om grote hoeveelheden vocht gaan, waarbij het water zelfs tot in de woning druipt. Kleine lekkages kunnen leiden tot een sluipende toename van de vochtigheid. Dikwijls gaat dit gepaard met schimmelaantasting op de gebruikte constructiematerialen. Een belasting van de constructie met vocht kan ook van binnenuit gebeuren. De belangrijkste vochtbelastingen van binnenuit zijn: •
te berekenen vochtbelastingen: o
•
vochttransport door diffusie;
niet te berekenen vochtbelastingen: o o
convectie (luchtstroming door luchtdichting); bouwvocht (aanwezigheid van bouwmaterialen).
onvolkomenheden vocht
in
de
in
de
gebruikte
Hierna volgt een bespreking van vochttransport door diffusie en vochttransport door convectie. De aanwezigheid van bouwvocht in de constructie wordt hier niet besproken.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
125
1.2.1 Vochttransport door diffusie Vochttransport door diffusie heeft als oorzaak een verschil in dampdrukken tussen de binnen- en buitenomgeving. Hierdoor gaat waterdamp afkoelen met condensatie tot gevolg. Het is belangrijk om condensatie te vermijden ter hoogte van de isolatie: er wordt dus een dampscherm geplaatst aan de warme zijde van de isolatie!
1.2.1.1 De µd-waarde De μd-waarde wordt gedefinieerd als het product van het diffusieweerstandsgetal μ (dimensieloze materiaaleigenschap, maat voor de weerstand tegen vochttransport door diffusie) en de dikte van het materiaal (uitgedrukt in meter): μd = μ x d. Zeer diffusie-open zijn bouwelementen met een equivalente luchtlaagdikte μd < 0,20 m. Deze bouwelementen bieden weinig weerstand tegen vochttransport door diffusie. Een lage μd-waarde (kleine weerstand tegen vochttransport door diffusie) kan bijgevolg worden bereikt door een lage μ-waarde gecombineerd met een grotere materiaaldikte (bijvoorbeeld een isolerende houtvezelplaat) of door een hogere μ-waarde bij een zeer geringe laagdikte (bijvoorbeeld een dampopen onderdakfolie). Waterdamp is gevoeliger voor de μ-waarde dan voor de dikte van het materiaal: bij eenzelfde μd-waarde van twee materialen met een verschillende μ-waarde zal bij het materiaal met een hogere μ-waarde sneller condensatie ontstaan dan bij het materiaal met een lagere μ-waarde. [80] Materiaal
Waarde µ
Lucht
1
Rotswol
≤ 1,3
Cellulair beton
10
Gipspleister
10
Baksteen
15
Kalkzandsteen
20
Timmerhout
20
Multiplex
50
Vezelcementplaat
70
Gewapend beton
130
Roofing
10.000
Polyethyleenfolie
100.000 - 200.000
Arduin, graniet
1012
Glas, staal
oneindig
Tabel 7: Diffusieweerstandsgetal voor enkele materialen [49]
Tot de diffusiedichte constructies (de kritische constructies dus) behoren bijvoorbeeld platte daken, groendaken, daken met metalen bekleding en hellende daken met een diffusiedicht onderdak of een dakbedekking in
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
126
bijvoorbeeld bitumen. Tegen de diffusiedichte laag kan het vocht zich in de constructie opstapelen.
1.2.2 Vochttransport door convectie Er is hier eigenlijk niet echt sprake van ‘vochttransport’. Om correct te zijn is het eigenlijk condensatie door convectie. Bij convectie zal een koude luchtstroom zorgen dat er op de plaats waar de koude luchtstroming plaatsvindt, niet zoveel waterdamp zal worden opgenomen. De afkoeling van de lucht zorgt ervoor dat deze koudere lucht minder waterdamp opneemt dan de warme lucht, waardoor condensatie ontstaat. Door convectie (luchtstromen) worden aanzienlijk grotere hoeveelheden vocht in de constructie gebracht als door diffusie. De door convectie binnengedrongen hoeveelheid vocht kan gemakkelijk het duizendvoudige bedragen van het vocht naar aanleiding van diffusie.
1.3 Winddicht/luchtdicht 1.3.1 Winddicht Onder invloed van drukverschillen en temperatuurverschillen ontstaat wind. Om te voorkomen dat wind het energieverbruik of comfort van een huis negatief beïnvloedt, moet het gebouw aan de buitenzijde winddicht zijn. Vooral voor isolatielagen is dit belangrijk. Men wil namelijk niet dat die laag gaat opwarmen of afkoelen door warme of koude lucht die er door overdruk wordt ingeblazen of door onderdruk wordt ingezogen. De winddichtheid wordt verzekerd door de gevelafwerking en het onderdak bij daken.
1.3.2 Luchtdicht Er wordt gestreefd naar een zo luchtdicht mogelijke isolatielaag. Luchtdicht bouwen is noodzakelijk omdat onnodige luchtcirculatie in het isolatiemateriaal vele nadelen heeft. De luchtdichting gebeurt in principe aan de binnenzijde van de isolatie met behulp van luchtdichtingsmembranen met bijhorende hulpproducten. Meestal doet de luchtdichting ook dienst als dampscherm. De bepleistering verzekert de luchtdichtheid bij metselwerkwanden. Bij daken is een damprem of dampscherm nodig om de luchtdichtheid te garanderen. De aansluitingen tussen verschillende constructieonderdelen (die onderdeel zijn van de luchtdichte schil) vereisen de nodige aandacht, dit om luchtlekken te vermijden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
127
1.4 Dampremmende folies Eerst wordt het verschil tussen dampopen en dampdicht uitgelegd. Daarna volgt een beschrijving van de verschillende soorten dampschermen/dampremmen.
1.4.1 Dampopen/dampdicht Een dampopen materiaal (lage μd-waarde) laat waterdamp nagenoeg ongehinderd door. Waterdamp zal niet vlug condenseren tegen een dampopen materiaal. Een dampdicht materiaal (hoge μd-waarde) laat echter waterdamp moeilijk door. Waterdamp kan tegen een dampdicht materiaal condenseren (afhankelijk van de temperatuur)! De voorkeur van vele bouwfysici is de werking met een dampopen opbouw aan de buitenzijde: een dampopen onderdak, een dampopen gevelafwerking en dampopen isolatie. Deze dampopenheid is noodzakelijk om mogelijke condensatie tussen de isolatie en de buitenafwerking te vermijden. Aan de binnenzijde (de warme zijde van de isolatie) wordt de constructie luchtdicht gemaakt met een dampdichte folie. Op deze manier wordt een veilige opbouw verkregen. Het is best de constructie van binnen naar buiten dampopener te maken!
1.4.2 Damp- en luchtscherm Een dampscherm is nagenoeg volledig damp- en luchtdicht. Een dampscherm verhindert enerzijds luchttransport en anderzijds vochttransport door diffusie. Het aanbrengen van een dampscherm aan de warme zijde van de isolatie zorgt ervoor dat condensatie zal optreden aan de warme zijde van het dampscherm, en niet in de isolatie. Een dampscherm zorgt ervoor dat de isolatie niet vochtig wordt.
Figuur 110: Polyethyleenfolie [67]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
128
Figuur 111: Spijkerflensdekens [68]
Een dampscherm kan eenvoudigweg worden gerealiseerd met een plasticfolie (meestal van polyethyleenfolie). Indien een dak wordt geïsoleerd met spijkerflensdekens, dan dient de aluminium-zijde tegelijk als dampscherm.
1.4.3 Damprem De typische eigenschap voor een damprem is dat er een zekere hoeveelheid waterdamp doorheen kan, maar geen lucht. Een damprem kan tamelijk dampopen zijn maar is net zoals een dampscherm volledig luchtdicht (en meestal ook waterdicht). Een damprem kan worden gebruikt als onderdak in de traditionele woningbouw.
Figuur 112: Dampremmers [60] [90]
1.4.4 Damprem met vochtgestuurde diffusieweerstand Telkens als de temperatuur aan de buitenkant van de isolatie hoger is dan aan de binnenkant (in de zomer dus), keert de diffusiestroom om. Als de luchtdichte damprem dan diffusie-open is, dan kan het vocht dat zich eventueel in de constructie bevindt uitdampen naar binnen toe. Een diffusie-open damprem laat echter in de winter te veel vocht in de constructie doorsijpelen en kan daardoor bouwschade veroorzaken. Ideaal is dus een damprem met een hoge diffusieweerstand in de winter (bescherming van de constructie tegen condensatie) en een lage diffusieweerstand in de zomer (uitdroging van vocht
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
129
naar binnen toe). Deze damprem dient geplaatst te worden aan de warme zijde van de isolatie.
Figuur 113: Dampremmen met vochtgestuurde diffusieweerstand [56] [57] [79]
De dampremmende membranen met een diffusieweerstand die verandert in functie van de relatieve vochtigheid van de omgeving houden de constructie en de isolatie droog: • •
in de winter (lage relatieve vochtigheid binnen, vochttransport van binnen naar buiten) zijn de membranen sterker dampremmend. Dit met een betere bescherming tegen condensatie; in de zomer (hoge relatieve vochtigheid binnen, vochttransport van buiten naar binnen) zijn de membranen meer dampopen met als gevolg een aanzienlijke mogelijkheid van uitdrogen naar binnen toe.
Referenties Damit Dächer aufatmen können, Feuchteschutz- und winddichtsysteem Isover Vario. Ludwingshafen (Duitsland), Saint-Gobain Isover G+H AG, 2004. (technische productinformatie) Damprem en luchtdichting Intello. Zemst, Isoproc, 2006. (technische product informatie) De unversele oplossing voor uw dak, gewapende onderdakfolie, uitermate dampdoorlaatbaar. Zellik, Dörken, 2006. (technische productinformatie)
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
130
Erdtsieck, P., Kuijpers, I., Van der linden, A.C., Zeegers, A., e.a. Bouwfysica. Utrecht/Zutphen, ThiemeMeulenhoff, 2006. Hellende daken en houten constructies. Zaventem, Rockwool, november 2006.(technische productinformatie) Hellende daken. Zaventem, Rockwool, maart 2006. (technische productinformatie) Pro cilma System, Innendichtung, DB+ Baupappe. Schwetzingen (Duitsland), MOLL bauökologische Produkte GmbH, 2005. (technische productinformatie) Studie, Vergelijking van de uitdrogingspotentiaal en het beperken van de kans op bouwschade bij thermische isolatie in houtbouwconstructies. Zemst, Isoproc, 2004. (studie) Technische Pagina. [online] available (http://www.boomerbvba.be/new/index.php?option=com_content&task=view&i d=18&Itemid=29), 7 maart 2007. Vochthuishouding, [online] available (http://www.rockwool.nl/sw46992.asp#516_84734), 4 maart 2007. Zekerheid voor dak en wand. Zemst, Isoproc, 2003. (brochure)
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
131
Bijlage 2 Thermografische foto’s1 In deze bijlage worden een aantal veel voorkomende luchtlekken bij traditionele woningen opgesomd (met als bewijs gewone foto’s, thermografische foto’s, foto’s van windsnelheidsmetingen …). Eerst wordt even kort toegelicht hoe de blowerdoor en een infraroodcamera kunnen gecombineerd worden ter lokalisatie van luchtlekken.
2.1 Localisering van luchtlekken mbv een blowerdoor en een infraroodcamera
50 Pa
Figuur 114: Blowerdoor (links) met het meetprincipe (rechts) [29]
Figuur 115: Infraroodcamera (links) en thermografische foto (rechts) [29]
De woning wordt in onderdruk (overdruk) gebracht waardoor de koude lucht van buiten naar binnen (van binnen naar buiten) wordt getrokken. Op de plaatsen waar luchtlekken aanwezig zijn, zullen de materialen door de koude lucht afkoelen. Hierdoor is het mogelijk de luchtlekken met de infraroodcamera te lokaliseren en visueel zichtbaar te maken. De donkere zones op de infraroodfoto wijzen op een afkoeling door verplaatsing van lucht in die zone.
De thermografische foto’s zijn vastgelegd met een Flir infraroodcamera met een nauwkeurigheid van 0,08 °C. 1
Luchtdicht bouwen een e vergete en must?!
132
ng gebeurtt onder een constante druk bij 50 Pascal wat overe eenkomt met m De metin een wind ddruk op de d gevels van v ongev veer 4 à 5 Beaufort1. Er hoeft geen g officië ële meting worden w uitgevoerd ter bepaling van de d n50-wa aarde van de woniing wanneerr enkel de luchtlekken l n moeten gelokalisee erd worde en.
Figuur 116 6: Windsnelhe eidsmetingen n met behulp p van een anemometer [3 30]
atje kan de e windsnelheid geme eten worde en mbv ee en anemom meter. Als extraa
2.2 Luchtlekken n ter plaa atse van n daken 2.2.1 Vo oorbeeld d1 • • • • •
Aa ard van he et onderzoe ek: opsporring luchtle ekken. Da atum van het h onderzzoek: 14 de ecember 2006. 2 Uittvoerder va an het ond derzoek: SA AnIDetectif (Duffel). n500-waarde van v de wo oning: mee er dan 13 lu uchtwisselin ngen per uur. u Aa ansluiting: niet n luchtd dichte aanssluiting tusssen de muur en de dakbalken. d .
Figuur 117: Normale N foto o [86]
Bovensta aande foto o geeft de d plaats weer waa ar de infrraroodfoto o’s genom men werden.
Een wind ddruk van 4 à 5 Beaufo ort komt ove ereen met een e windsne elheid van 8,5 8 meter pe er seconde of o 30 kilome eter per uur.. 1
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
133
Figuur 118: Infraroodfoto onder normale druk [86]
Op bovenstaande infraroodfoto is een afkoeling merkbaar aan de zijkant van het dak. De purper en donkerblauwe kleur (zie gele cirkel) geven een eerste indruk van aanwezige luchtlekken.
Figuur 119: Infraroodfoto in onderdruk [86]
Onder 50 Pa koelt het hele dak af. Men kan duidelijk zien dat tussen de tand-groef verbinding van de houten schroten en de muur de infraroodfoto zwart en purper kleurt.
Figuur 120: Windsnelheidsmetingen [86]
Tijdens de constante onderdruk van 50 Pa was er een wind van meer dan 1 beaufort, 2,4 meter per seconde om precies te zijn, aanwezig in de woning.
Luchtdicht bouwen een e vergete en must?!
134
2.2.2 Vo oorbeeld d2 • • • • •
Aa ard van he et onderzoe ek: opsporring luchtle ekken. Da atum van het h onderzzoek: 14 de ecember 2006. 2 Uittvoerder va an het ond derzoek: SA AnIDetectif (Duffel). n500-waarde van v de wo oning: mee er dan 13 lu uchtwisselin ngen per uur. u Aa ansluiting: niet n luchtd dichte aanssluiting tusssen de muur en een dakbalk.
Figuur 121: Normale N foto o [86]
aande foto o geeft de d plaats weer waa ar de infrraroodfoto o’s genom men Bovensta werden.
Figuur 122 2: Infraroodfo oto onder norrmale druk [8 86]
Op bove enstaande infraroodffoto zijn luc chtlekken vast te ste ellen aan de d afwerkiing van het dak d (zie rod de cirkel).
Luchtdicht bouwen een e vergete en must?!
135
FL LIR Systems
17.2 °C °
16
14 4
12.4
Figuur 123: Infraroo odfoto in ond derdruk [86]
enstaande Infraroodfoto is duidelijk zich htbaar datt de muurr en het dak d Op bove hard afko oelen doorr de koude e wind (zie purper-zw warte kleur).
2.2.3 Vo oorbeeld d3 • • • • •
Aa ard van he et onderzoe ek: opsporring luchtle ekken. Da atum van het h onderzzoek: 14 de ecember 2006. 2 Uittvoerder va an het ond derzoek: SA AnIDetectif (Duffel). n500-waarde van v de wo oning: mee er dan 13 lu uchtwisselin ngen per uur. u Aa ansluiting: niet n luchtd dichte aanssluiting tusssen de muur en het dak. d
Figuur 124: Normale N foto o [86]
aande foto o geeft de d plaats weer waa ar de infrraroodfoto o’s genom men Bovensta werden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
136
Figuur 125: Infraroodfoto onder normale druk [86]
In de hoeken aan de muren en het dak zijn luchtlekken aanwezig. Dit is al merkbaar onder normale omstandigheden (zie rode cirkel). FLIR Systems
17.2 °C
16
14
12.3
Figuur 126: Infraroodfoto in onderdruk [86]
Hier is de foto bijna volledig zwart. Dit komt door de koude lucht die via het dak en de houten schroten naar binnen komt.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
137
2.2.4 Voorbeeld 4 • • • • •
Aard van het onderzoek: opsporing luchtlekken. Datum van het onderzoek: 14 december 2006. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: meer dan 13 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting tussen de muur en een dakbalk en een niet luchtdichte aansluiting van een stopcontact.
Figuur 127: Normale foto [86]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Figuur 128: Infraroodfoto onder normale druk [86]
In de badkamer was er koudeinfiltratie door luchtlekken (zie rode cirkel).
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
138
FLIR Systems
15.9 °C
14
12 11.0
Figuur 129: Infraroodfoto in onderdruk [86]
Bovenstaande foto laat zien dat er bij onderdruk van 50 Pa zeer veel koudeinfiltratie merkbaar is in de badkamer.
2.2.5 Voorbeeld 5 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte afsluiting naar de onverwarmde zolder (in dit geval via een zolderluik).
Figuur 130: Normale foto [84]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
17.5 °C 16 14 12
10.3
Figuur 131: Infraroodfoto onder normale druk [84]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
139
Figuur 132: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Via het deurtje dat naar de zolder toegang geeft, is er koude infiltratie vast te stellen (bij een onderdruk van 50 Pa).
2.2.6 Voorbeeld 6 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 15,3 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van een lichtkoepel.
Figuur 133: Normale foto [82]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
16.0 °C 16
14
12 11.7
Figuur 134: Infraroodfoto onder normale druk [82]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
140
Figuur 135: Infraroodfoto in onderdruk [82]
Aan de koepel bevinden zich veel luchtlekken. Deze zijn waar te nemen in bovenstaande foto’s.
2.2.7 Voorbeeld 7 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 15,3 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de dak- en draagbalken.
Figuur 136: Normale foto [82]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
14.8 °C 14
12
10.7
Figuur 137: Infraroodfoto onder normale druk [82]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
141
Figuur 138: Infraroodfoto in onderdruk [82]
Op de zolderkamer is er via het dak veel luchtinfiltratie. Op het moment van de meting was de zolder niet volledig afgewerkt. Ook aan de draagbalk zijn er luchtlekken vastgesteld.
2.2.8 Voorbeeld 8 • • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 6,9 luchtwisselingen per uur. Bouwjaar van de woning: 1965. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van het dak en de muur.
Figuur 139: Normale foto [83]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?! FLIR Systems
142 13.9 °C
12
10 9.7
Figuur 140: Infraroodfoto onder normale druk [83]
Figuur 141: Infraroodfoto in onderdruk [83]
Op de zolderverdieping is een kleine luchtlek merkbaar in de hoek aan het dak. Ook rondom de kleine luchtlek is er luchtinfiltratie via de niet goed afgewerkte wand (rode afwerking) en de uitsparing linksbeneden in de hoek.
2.2.9 Voorbeeld 9 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte uitvoering van een open haard.
Figuur 142: Normale foto [84]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
FLIR Systems
143
20.5 °C 20
Sp1 17,1°C
18 16 14 12 11.2
Figuur 143: Infraroodfoto onder normale druk [84] FLIR Systems
20.5 °C 20
Sp1 11,9°C
15
11.2
Figuur 144: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Op bovenstaande foto’s is duidelijk te zien dat koude lucht via de haard naar binnenkomt. Er is geen klep voorzien om de schouw af te sluiten wanneer deze niet in gebruik is. Hierdoor kan veel warmte naar buiten.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
144
2.3 Luchtlekken ter plaatse van vloeren en plafonds 2.3.1 Voorbeeld 1 • • • • •
Aard van het onderzoek: opsporing luchtlekken. Datum van het onderzoek: 14 december 2006. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: meer dan 13 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de draagbalken van het plafond.
Figuur 145: Normale foto met windsnelheidsmeting [86]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
17.2 °C
16
14
12.3
Figuur 146: Infraroodfoto in onderdruk [86]
Aan de houten draagbalken komt de wind binnengeblazen tegen 10,97 meter per seconde. Het voelt aan alsof je buiten staat.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
145
2.3.2 Voorbeeld 2 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de draagbalken van het plafond.
Figuur 147: Normale foto [84]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
21.2 °C 20
18
16 14.5
Figuur 148: Infraroodfoto onder normale druk [84]
Figuur 149: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Tussen de houten balken is de koude uitstraling door de frisse wind duidelijk zichtbaar.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
146
2.3.3 Voorbeeld 3 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: doorboring van de luchtdichting in de plafonds door het aanbrengen van verlichting.
Figuur 150: Normale foto [84]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
17.5 °C 16 14 12
10.3
Figuur 151: Infraroodfoto onder normale druk [84]
Figuur 152: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Aan dit lichtpunt is er een luchtlek aanwezig. Aan de zichtbare koude strepen die u ziet op het plafond kan men afleiden dat dit geplaatst is met holle betonblokken of een potten- en balkensysteem.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
147
2.4 Luchtlekken ter plaatse van muren 2.4.1 Voorbeeld 1 • • • • •
Aard van het onderzoek: opsporing luchtlekken. Datum van het onderzoek: 14 december 2006. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: meer dan 13 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van het binnenspouwblad aan het plafond.
Figuur 153: Normale foto [86]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Figuur 154: Infraroodfoto onder normale druk [86]
Op bovenstaande infraroodfoto is de luchtinfiltratie door de wand duidelijk zichtbaar.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
148
FLIR Systems
15.9 °C
14
12
11.0
Figuur 155: Infraroodfoto in onderdruk [86]
In onderdruk is de luchtcirculatie groter.
2.4.2 Voorbeeld 2 • • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 6,9 luchtwisselingen per uur. Bouwjaar van de woning: 1965. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de rolluikkasten met de muur.
Figuur 156: Normale foto [83]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
149
Figuur 157: Infraroodfoto onder normale druk [83]
De blauwe zone op de foto (zie gele kader) is de draagbalk boven het raam die rechtstreeks contact heeft met de buitenmuur. Dit zorgt voor een koudebrug.
Figuur 158: Infraroodfoto in onderdruk [83]
Er bevinden zich ook luchtlekken ter hoogte van de rolluikkasten.
2.4.3 Voorbeeld 3 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van houten balken op de schouwmuur.
Figuur 159: Normale foto [84]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
150
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Figuur 160: Infraroodfoto onder normale druk [84]
Onder normale druk is duidelijk een afkoeling vast te stellen ter hoogte van de ingewerkte houten balken naast de schouw.
Figuur 161: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Ook bij onderdruk is hetzelfde fenomeen merkbaar.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
151
2.4.4 Voorbeeld 4 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 15,3 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte uitvoering van de doorboring van leidingen.
Figuur 162: Normale foto [82]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
17.8 °C
16
14
12 11.7
Figuur 163: Infraroodfoto onder normale druk [82]
Figuur 164: Infraroodfoto in onderdruk [82]
Ook in de keuken zijn luchtlekken aanwezig. Vooral waar de afvoerbuis naar buiten gaat, alsook rondom de plaat.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
152
2.4.5 Voorbeeld 5 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 15,3 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de vloer met de muur. Dit wordt vaak veroorzaakt door de bepleistering die is weggelaten onder de plint.
Figuur 165: Normale foto [82]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
16.7 °C 16
14
12.5
Figuur 166: Infraroodfoto onder normale druk [82]
Figuur 167: Infraroodfoto in onderdruk [82]
Aan de plint op de slaapkamer zijn grote luchtlekken waargenomen. Op deze plaats bevindt zich onder de vloer de rolluikkast van de woonkamer.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
153
2.5 Luchtlekken ter plaatse van ramen 2.5.1 Voorbeeld 1 • • • • •
Aard van het onderzoek: opsporing luchtlekken. Datum van het onderzoek: 14 december 2006. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: meer dan 13 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: slechte luchtdichtheid van het raam.
Figuur 168: Normale foto met windsnelheidsmeting [86]
Aan het raam komt de wind binnen tegen meer dan 7 meter per seconde!
2.5.2 Voorbeeld 2 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de omkasting van de ramen tegen de muur.
Figuur 169: Normale foto [84]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?! FLIR Systems
154 21.2 °C 20
18
16 14.8
Figuur 170: Infraroodfoto onder normale druk [84]
Figuur 171: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Aan het kassement boven het raam in de eetkamer is koude infiltratie.
2.5.3 Voorbeeld 3 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de gordijnkast aan de muur.
Figuur 172: Normale foto [84]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
155
Figuur 173: Infraroodfoto onder normale druk [84]
Figuur 174: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Aan het raam in de zithoek is een grote afkoeling ter plaatse van de gordijnkast.
2.5.4 Voorbeeld 4 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de gordijnkast met de muur en een niet luchtdichte aansluiting van de plafondbalken op de muur.
Figuur 175: Normale foto [84]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
FLIR Systems
156
20.4 °C 20
18
16
14.6
Figuur 176: Infraroodfoto onder normale druk [84]
Figuur 177: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Hier is aan de gordijnkast en de houten plafondbalk een koude infiltratie waar te nemen.
2.5.5 Voorbeeld 5 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoormeting. Datum van het onderzoek: 3 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 12,6 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van de onderkant van de glaspartij met het venstertablet.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
157
Figuur 178: Normale foto [84]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
12.6 °C 12
10
8.4
Figuur 179: Infraroodfoto onder normale druk [84]
Figuur 180: Infraroodfoto in onderdruk [84]
Aan de glasdals in de inkomhal komt koude lucht tussen de glasdal en dorpel.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
158
2.5.6 Voorbeeld 6 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 15,3 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van het raam met de muur.
Figuur 181: Normale foto [82]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
17.4 °C
16
14 13.2
Figuur 182: Infraroodfoto onder normale druk [82]
Figuur 183: Infraroodfoto in onderdruk [82]
Aan de afwerking aan het raam is duidelijk een probleem.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
159
2.5.7 Voorbeeld 7 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 15,3 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: niet luchtdichte aansluiting van het raam met de muur.
Figuur 184: Normale foto [82]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Figuur 185: Infraroodfoto onder normale druk [82]
Figuur 186: Infraroodfoto in onderdruk [82]
Langsheen de afwerklat naast het raam treedt een luchtlek op.
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
160
2.6 Luchtlekken ter plaatse van deuren 2.6.1 Voorbeeld 1 • • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 6,9 luchtwisselingen per uur. Bouwjaar van de woning: 1965. Aansluiting: geen luchtdichte aansluiting van de deur met de ondergrond.
Figuur 187: Normale foto [83]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden.
Figuur 188: Infraroodfoto onder normale druk [83]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
161
Figuur 189: Infraroodfoto in onderdruk [83]
Aan de onderkant van de voordeur komt veel tocht naar binnen (zie rode lijn).
2.6.2 Voorbeeld 2 • • • • •
Aard van het onderzoek: blowerdoor meting met infrarood onderzoek. Datum van het onderzoek: 4 januari 2007. Uitvoerder van het onderzoek: SAnIDetectif (Duffel). n50-waarde van de woning: 15,3 luchtwisselingen per uur. Aansluiting: slechte luchtdichtheid van de deur zelf (door een slechte sluiting).
Figuur 190: Normale foto [82]
Bovenstaande foto geeft de plaats weer waar de infraroodfoto’s genomen werden. FLIR Systems
15.0 °C 14
12
10.1
Figuur 191: Infraroodfoto onder normale druk [82]
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
162
Figuur 192: Infraroodfoto in onderdruk [82]
Op bovenstaande foto’s is duidelijk te zien dat de deur niet goed afsluit en er veel lucht infiltreert.
2.7 Besluit Uit dit document komt duidelijk naar voor dat luchtlekken op vele plaatsen voorkomen. De metingen met een infraroodcamera (in combinatie met een blowerdoor) geven een nauwkeurig beeld van de specifieke plaatsen en de ernstigheid van deze lekken. De meeste luchtlekken komen voor bij aansluitingen met houten balken en aansluitingen van ramen (niet luchtdichte uitvoering van het kassement of de gordijnkast) met muren. Het niet aanbrengen van bepleistering (bijvoorbeeld ter plaatse van plinten), een slechte dichting van ramen en deuren, de aansluiting van rolluikkasten en de doorboringen van leidingen zijn ook veel voorkomende luchtlekken. Ook een slechte luchtdichting van de aansluiting naar een onverwarmde zolder en het niet aanbrengen van een terugslagklep bij de open haard zorgen soms voor grote luchtverliezen. De gegeven voorbeelden benadrukken nogmaals dat luchtdicht bouwen noodzakelijk is.
Referenties Taelman, D., & Taelman, E., Blowerdoormeting met infrarood onderzoek. Duffel, Sanidetectif, 4 januari 2007. (onderzoek Berchem) Taelman, D., & Taelman, E., Blowerdoormeting met infrarood onderzoek. Duffel, Sanidetectif, 4 januari 2007. (onderzoek Ekeren) Taelman, D., & Taelman, E., Blowerdoormeting. Duffel, Sanidetectif, 3 januari 2007. (onderzoek) Taelman, D., & Taelman, E., Vochtonderzoek. Duffel, Sanidetectif, 28 maart 2007. (onderzoek) Taelman, E., Opsporen Luchtlekken. Duffel, Sanidetectif, 14 december 2006. (onderzoek)
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
163
Bijlage 3 Checklist luchtdichtheid De bedoeling is dat bij de ontwerpfase van een woning dit document als checklist kan worden aangewend ter voorkoming van luchtlekken.
CHECKLIST LUCHTDICHTHEID Algemeen
1. De woning is volledig afgewerkt. 2. De ventilatiekanalen en schouwschachten zijn luchtdicht (alsook de verbindingen). 3. De houten balken die deel uitmaken van de luchtdichte schil zijn luchtdicht. 4. De afsluiting naar een onverwarmde kelder is luchtdicht.
Muren
Vloeren en plafonds
5. Er zijn geen scheuren in de luchtdichte schil. 1. De doorboringen van leidingen en ventilatiekanalen zijn luchtdicht afgewerkt. 2. De doorboringen van lichtpunten zijn luchtdicht afgewerkt. 3. De aansluitingen van de vloerplaat op de muren en de muren op de vloerplaten zijn luchtdicht. 1. Het binnenoppervlak van alle muren is volledig bepleisterd. 2. De aansluitingen van de vloerplaat met de luchtdichte laag van de muren zijn luchtdicht uitgevoerd. 3. De doorboringen van leidingen en ventilatiekanalen zijn luchtdicht afgewerkt. 4. Er worden luchtdichte elektrische buitenleidingen gebruikt. 5. De rolluikkasten zijn luchtdicht uitgevoerd. 6. De brievenbus in de muur is luchtdicht. 7. De stopcontacten en schakelaars zijn luchtdicht uitgevoerd.
Deuren en ramen
8. De scheidingsmuren (bij appartementen) zijn uitgevoerd. 1. De deuren of ramen bevatten luchtdichte sluiting.
luchtdicht
2. De aansluitingen van de deuren of ramen met de luchtdichte laag zijn luchtdicht. 3. De aansluitingen van de onderkant van de ramen met de venstertabletten zijn luchtdicht. 4. De scharnieren van de ramen en deuren zijn luchtdicht uitgevoerd. 5. De aansluitingen van de onderkant van de deuren met de ondergrond zijn luchtdicht. 6. De brievenbus in de voordeur is luchtdicht afgewerkt.
Daken
1. Het luchtscherm is luchtdicht vastgehecht aan het timmerwerk. 2. De luchtschermonderdelen zijn vastgehecht. 3. Het luchtscherm is correct geplaatst.
luchtdicht
aan
4. Het luchtscherm is luchtdicht vastgehecht aan de muren.
elkaar
□ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
Luchtdicht bouwen een vergeten must?!
5. Doorboringen van lichtpunten, stopcontacten of schakelaars in de luchtdichte laag van het dak zijn luchtdicht afgewerkt. 6. Doorboringen van leidingen of ventilatiekanalen zijn luchtdicht afgewerkt. 7. Het dakvenster is luchtdicht uitgevoerd. 8. Het luchtscherm is luchtdicht aangesloten rond dakbalken, spanten … 9. Het luchtscherm is luchtdicht aangesloten ter hoogte van de aansluiting van het dak op de gevel. 10. De opening van de schouw van een open verwarmingstoestel bevat een luchtdichte sluiting. 11. De aansluiting naar de onverwarmde zolder is luchtdicht.
164
□ □ □ □ □ □ □
De nummering komt overeen met de probleemstellingen in hoofdstuk 5 ‘Kritische luchtdichtingsdetails’.