Lokale Klimaatagenda 2013-2020 Gemeente Oosterhout
Afdeling: Stedelijke Ontwikkeling Datum 14 november 2013
Inhoudsopgave 1 Inleiding Beleidskader en doelen De Oosterhoutse klimaatagenda 2 Organisatie Coördinatie Tijd en geld 3 Samenwerkende partijen ONE Green deal – Knauf Insulation Woningcorporatie – Thuisvester Rabobank Amerstreek 4 De Klimaatagenda 2013 - 2020 Thema Duurzame gebouwde omgeving Thema Duurzame mobiliteit Thema Duurzame bedrijven Thema Duurzame energie Thema Duurzame stad/regio Thema duurzame overheid 5 Plan van Aanpak BIJLAGEN Bijlage 1.
De gemeentelijke visie in cijfers
Begrippenlijst
1
1
Inleiding
De gemeente Oosterhout wil een duurzame gemeente zijn en een actieve bijdrage leveren aan een schone, veilige en duurzame leefomgeving. Hiertoe wil de gemeente een actieve bijdrage leveren door duurzaamheid een integraal onderdeel van de eigen bedrijfsvoering te laten zijn en door duurzaamheid centraal te stellen bij plannen en projecten. Dit programma is opgesteld om in de periode 2013-2020 aan de klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen van het milieubeleidsplan 20102016 te voldoen. Om dit te bereiken is een extra inspanning noodzakelijk, zoals blijkt uit de regionale energiemonitor 2012. De gemeente Oosterhout: 1. Maakt werk van haar eigen lokale klimaatagenda en duurzaamheidsambities en draagt dit uit, zowel intern als extern; 2. Voert een actief klimaatbeleid. De lokale klimaatagenda geeft inzicht in de activiteiten en projecten van de gemeente Oosterhout op het gebied van het lokale en regionale klimaatbeleid. Het is geen statisch document maar kan worden aangepast op basis van nieuwe ontwikkelingen en inzichten. De agenda geeft het antwoord op de vraag wat de gemeente lokaal en in regionaal verband al doet op het gebied van klimaatbeleid, de huidige score ten aanzien van de doelstellingen van de ‘Verklaring van Dussen’ en wat Oosterhout de komende jaren nog gaat doen. Jaarlijks zal worden gekeken welke projecten en activiteiten worden opgepakt op basis van het hoogste rendement en prioriteit. Het uitgangspunt bij deze keuze is de triple P benadering, wat staat voor de drie elementen people (mensen), planet (planeet/milieu) en profit (opbrengst/winst), die op harmonieuze wijze gecombineerd zouden moeten worden.
Figuur 1: Duurzaamheid volgens de triple P benadering.
Beleidskader en doelen
Lokaal en regionaal beleid Het milieubeleidsplan 2010-2016 vormt het beleidskader voor het gemeentelijk klimaatbeleid en de lokale klimaatagenda. Daarin zijn de doelstellingen uit de zogenaamde ‘Verklaring van Dussen’ nog steeds het uitgangspunt. De gemeente Oosterhout: 1. Streeft naar een aandeel duurzame energieproductie van 20% in 2020; 2. Levert een bijdrage aan reductie van CO2 en andere broeikasgassen met 30% in 2020; 3. Streeft naar realisatie van 2% energiebesparing per jaar. 2
Provinciaal beleid De ‘Energieagenda van Noord-Brabant 2010-2020’ vormt het kader voor het energiebeleid van de provincie Noord Brabant. Het beleid is gericht op langetermijndoelstellingen waarbij de duurzame energietransitie kansen voor de Brabanders en de provincie oplevert. De provincie heeft een taakstelling van 31 PJ hernieuwbare energie in 2020 verdeeld in de onderstaande aandachtsgebieden. De grootste technische potentie ligt volgens de provincie bij zonpv. Aandachtsgebied
Doelstelling akkoord Rijkprovincies (PJ)
Technische potenties (PJ)
Wind Warmte Biomassa Zon Totaal
3 7 21 0 31
6 87 43 128 264
Tabel1: Taakstelling provincie hernieuwbare energie in 2020.
De provincie heeft een taakstelling van 45 PJ energiebesparing omgerekend naar Brabantse aandachtsgebieden. Aandachtsgebied
Doelstelling akkoord Rijkprovincies (PJ vermeden primair)
Technische potentie (PJ)
Gebouwde omgeving Warmte Elektrisch Totaal
34,5 10 0,5 45
144 32 15 191
Tabel 2: Taakstelling provincie energiebesparing in 2020.
Landelijk beleid Nederland streeft naar een klimaatneutrale energievoorziening in 2050. Maatschappelijke milieuorganisaties, energiepartijen, sociale partners, overige partijen en het kabinet zijn in 2013 tot een Energieakkoord voor duurzame groei gekomen. Het Energieakkoord geeft duidelijkheid en zekerheid over de rijksdoelstellingen voor de langere termijn. Het Energieakkoord zet in op het fors terugdringen van de CO2 uitstoot, energiebesparing en hernieuwbare energie. Verder wordt ingezet op innovatie, export en banengroei. Partijen zetten zich in dit verband in om de volgende doelen te realiseren: Een besparing van het finale energieverbruik met gemiddeld 1,5 procent per jaar. 100 PJ aan besparing in het finale energieverbruik van Nederland per 2020. Een toename van het aandeel van hernieuwbare energieopwekking (nu 4 procent) naar 14 procent in 2020. Een verdere stijging van dit aandeel naar 16 procent in 2023. Ten minste 15.000 banen, voor een belangrijk deel in de eerstkomende jaren te creëren. Er komen fondsen om energiebesparingsmaatregelen te nemen in de gebouwde omgeving. Het bedrijfsleven zal hierbij worden ondersteund. De SDE+ regeling blijft het belangrijkste stimuleringsinstrument en burgers krijgen een aantrekkelijke prikkel om zelf lokaal hernieuwbare energie op te wekken in coöperatieve initiatieven. Dit Energieakkoord voor duurzame groei wil een krachtige impuls geven aan de economie en het mogelijk maken om grote stappen te zetten richting een energievoorziening die in 2050 volledig klimaatneutraal is.
3
De Oosterhoutse klimaatagenda De vraag naar een Oosterhoutse klimaatagenda komt voort uit de wil om aan de eigen doelstellingen te voldoen en de rol die de gemeente daar in kan vervullen. Naast de rol binnen eigen plannen en projecten, waar de gemeente zelf kan bepalen hoe duurzaamheid in deze plannen en projecten wordt meegenomen, kan de gemeente ook als katalysator fungeren voor burgers en bedrijfsleven als het gaat om duurzaamheid. Deze rol wenst de gemeente ook actief op te pakken en zoekt nadrukkelijk de samenwerking met verenigingen, banken, corporaties en andere organisaties. Het klimaatprogramma 2013-2020 van Oosterhout gaat in eerste instantie uit van de eigen verantwoordelijkheid en voorbeeldrol maar gaat daarnaast ook sterk uit van het aangaan van samenwerkingsverbanden en het stimuleren, enthousiasmeren en faciliteren van initiatieven vanuit en voor de samenleving.
2
Organisatie
In 2010 is door de Oosterhoutse gemeenteraad het milieubeleidsplan 2010-2016 vastgesteld. Dit beleidsplan vormt het strategische kader voor het Oosterhoutse milieu en klimaatbeleid. De uitvoering van het beleid is in handen van het college van B&W en de ambtelijke organisatie ondersteunt het college hierbij. Coördinatie Op dit moment is duurzaamheid strategisch ondergebracht bij de afdeling stedelijke ontwikkeling. Een groot gedeelte van de klimaatagenda wordt uitgevoerd in regionaal verband. In de praktijk is de uitvoering van de klimaatagenda versnipperd over de organisatie en voeren diverse afdelingen werkzaamheden en projecten uit. Coördinatie van dit beleid is noodzakelijk om het hoogste rendement te garanderen. Tijd en geld Jaarlijks wordt een begroting, inclusief programma Natuur, Milieu en Afval door de raad vastgesteld. Het vormt de jaarlijkse basis voor de uit te voeren werkzaamheden in tijd en geld in dat jaar en dus ook ten aanzien van de klimaatagenda. In de begroting is op dit moment geen specifiek budget beschikbaar voor de klimaatagenda. In regionaal verband is in de periode 2008-2012 uitvoering gegeven aan het zogenaamde SloK programma. Vanuit het rijk is hiervoor een subsidie toegekend van €157.457. De gemeente Oosterhout heeft van deze periode nog een bedrag van ca. € 90.000,-- over en deze ‘pot’ staat bij de Regio West Brabant en is voor Oosterhout beschikbaar om haar klimaatagenda in regionaal verband uit te voeren. Ook zijn er mogelijkheden om hier op lokaal niveau gebruik van te maken. Uitvoering van de lokale klimaatagenda vraagt een structureel budget. Uitvoering van de acties en projecten uit hoofdstuk 5, vraagt een minimaal budget van ca. €125.000. Dit is exclusief een eventueel bedrag ten behoeve van een regionale duurzaamheidslening en exclusief de kosten die drukken op de projecten en waarbij uitvoering gegeven wordt aan de doelstellingen uit het Milieubeleidsplan 2010-2016. Een groot deel van dit budget kan dus worden gedekt met het restantbedrag uit de zogenaamde SLOK-periode. Het betreft hier een subsidie verstrekt door het rijk waarover richting het rijk verantwoording over dient te worden afgelegd. Dit restbedrag is dus gelabeld voor uitvoering van lokaal klimaatbeleid. Naast te maken kosten zal de uitvoering van deze lokale klimaatagenda ook besparingen dan wel extra inkomsten voor de gemeente genereren. Gedacht kan worden aan besparing op de exploitatielasten van het gemeentelijk vastgoed en het succesvol uitbreiden van het aandeel windenergie in Oosterhout op zoveel mogelijk eigen grond. De verwachting is dat deze besparingen en aanvullende inkomsten, indien besloten wordt dit (deels) aan te wenden voor uitvoering van de lokale klimaatagenda, de kosten voor de uitvoering tot aan 2020 kunnen dekken.
4
3 Samenwerkende partijen Een duurzame samenleving is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, bedrijfsleven, organisaties en burgers. De gemeente Oosterhout werkt dan ook graag samen met vertegenwoordigende partijen om de doelstellingen te bereiken. Voorbeelden: ONE (Oosterhout Nieuwe Energie) Oosterhout Nieuwe Energie is een initiatief van een aantal betrokken ondernemers en inwoners van en voor de gemeente Oosterhout. ONE wil betaalbare, duurzame en eigen energie stimuleren. Het idee achter ONE is dat iedereen kan meedoen en wil de status vervullen van een goed georganiseerde, en duidelijk zichtbare organisatie in Oosterhout. De gemeente Oosterhout stemt haar activiteiten op regelmatige basis met ONE af en ONE en de gemeente spreken elkaar regelmatig op bestuurlijk niveau.
Knauf Insulation – Green deal Knauf Insulation en de gemeente Oosterhout hebben in 2012 een zogenaamde Green deal gesloten. Knauf Insulation wenst in Oosterhout een structurele bijdrage te kunnen leveren aan het verlagen van de CO2 uitstoot. Dit doet Knauf in eerste instantie voor de eigen vestiging in Oosterhout maar wil daarnaast ook kennis, materialen en producten ter beschikking stellen aan projecten die een maatschappelijk karakter hebben. Jaarlijks selecteren Knauf Insulation en de gemeente én of twee projecten met als doel het besparen van CO2 uitstoot. De deal heeft geen commercieel karakter en is een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO).
Woningcorporatie - Thuisvester Maar liefst 36% van het jaarlijkse energiegebruik in Oosterhout komt van woningen. Dit betekent dat in de bestaande woningvoorraad nog een hoop winst te behalen is. Oosterhout streeft naar betaalbaar en duurzaam wonen. Aangezien energiekosten een steeds groter onderdeel vormen van de totale woonlasten, is energiebesparing een belangrijk onderdeel van beleid, bezien vanuit lasten evenals duurzaamheid. Als het gaat om nieuwbouw, revitalisatie en onderhoud is woningcorporatie Thuisvester een belangrijke samenwerkingspartner. Met Thuisvester zijn concrete afspraken gemaakt over het duurzaamheidsbeleid en de gemeente hecht er belang aan dat deze afspraken worden uitgevoerd en werkt hierin graag samen met woningcorporaties en ontwikkelaars e.d.
Rabobank Amerstreek Rabobank Amerstreek heeft in 2012 een rapportage opgesteld met de werktitel “Samen werken aan een duurzame Amerstreek” De rapportage biedt voldoende aanknopingspunten om de samenwerking op het gebied van duurzaamheid te zoeken.
5
4 De Lokale Klimaatagenda 2013 - 2020 Zes thema’s en tien speerpunten staan centraal in deze agenda1. Bij ieder speerpunt zijn concrete acties geformuleerd: 4.1 Thema Duurzame gebouwde omgeving De gebouwde omgeving in Nederland is verantwoordelijk voor 30 tot 40% van ons energiegebruik. Zeker in de gebouwde omgeving is dus een zeer grote efficiencyslag te maken. Er zijn een aantal redenen te bedenken om vol in te zetten op energiebesparing in de bestaande bouw, namelijk het grote CO2-besparingspotentieel, de economische voordelen die energiebesparing biedt en dus een stad waar het goed en prettig wonen is en blijft.
Speerpunt 1: Bestaande woningen/gebouwen energiezuiniger Actielijn 1: Koppeling van energie- en armoedebeleid, waardoor lagere energielasten voor met name lagere inkomens groepen en energiebesparingsmaatregelen worden gerealiseerd. Actielijn 2:
Isolatie van bestaande koopwoningen door het volgen van landelijke programma’s (Meer met Minder), vertaald naar de lokale situatie.
Actielijn 3:
Energiebesparing doorvoeren in de gemeentelijke organisatie, zowel wat betreft vastgoed, (openbare verlichting) verlichting als ICT.
De energie-eis voor nieuwbouwwoningen vanuit het Bouwbesluit is de afgelopen jaren steeds strenger geworden en zal de komende jaren nog strenger worden. Zo zal vanaf 2014 de EPC norm uit het Bouwbesluit verder aangescherpt worden en vanaf 2020 zal alle nieuwbouw energieneutraal moeten worden opgeleverd. De gemeente Oosterhout zet zich tot 2020 actief in om nieuwbouw te realiseren die energiezuiniger is dan de dan geldende landelijke norm. Dit op basis van vrijwilligheid en door het maken van afspraken met partners die betrokken zijn bij de ontwikkeling van deze nieuwbouw. In de praktijk blijkt dat de kwaliteit van bouwwerken veelal niet voldoet aan de EPC eisen van het Bouwbesluit. Daarom is handhaving van de bouwkwaliteit van groot belang.
Speerpunt 2: Naar energieneutrale nieuwbouw Actielijn 1: De bouwkwaliteit van de op te leveren nieuwbouw wordt nageleefd en zo nodig gehandhaafd, zodat de wettelijke energie-prestatie-eisen in zowel woning- als utiliteitsbouw daadwerkelijk gerealiseerd worden. Actielijn 2:
1
Vrijwillige afspraken maken met ontwikkelaars om energiezuiniger te bouwen.
Naar voorbeeld van de Lokale Klimaat Agenda 2011-2014 ‘Werk maken van Klimaat’, Agentschap NL’ 6
4.2 Thema Duurzame mobiliteit Duurzame mobiliteit gaat over reductie van CO2 uitstoot en leefbaarheid (luchtkwaliteit en geluid). Oosterhout zet in op een aantal gerichte speerpunten.
Speerpunt 3: Naar betere ketenmobiliteit Actielijn 1: Verduurzamen lokaal en regionaal vervoer door het aanbod duurzame deelauto’s te verhogen. Actielijn 2:
Verbeteren van de lokale en regionale fietsinfrastructuur.
Actielijn 3:
Duurzaam regionaal OV
Speerpunt 4: Duurzaam goederenvervoer Actielijn 1: Stimuleren vervoer over water en rail. Actielijn 2:
Stimuleren van verduurzaming van het vrachtwagenpark.
Speerpunt 5: Multifuel brandstoffen en Elektrisch vervoer Actielijn 1: Stimuleren en realiseren van tankpunten voor multifuel brandstoffen en oplaadpunten voor elektrische voertuigen. Actielijn 2:
Inkopen en/of stimuleren van duurzame voertuigen voor eigen gebruik.
4.3 Thema Duurzame bedrijven Een economie die minder afhankelijk is van fossiele brandstoffen is toekomstbestendig en staat op voorsprong. Economie en duurzaamheid versterken elkaar. Steeds meer bedrijven zien dit in. De gemeente Oosterhout wil samenwerken met bedrijven om het tempo te versnellen. Aan de andere kant biedt de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit de gemeente de mogelijkheid om bedrijven energiebesparende maatregelen te laten nemen die binnen vijf jaar terug te verdienen zijn. Te veel bedrijven en instellingen laten rendabele energie-besparingsmaatregelen achterwege door onbekendheid, hoge investeringskosten of een te lage prioriteit. Zij hebben daardoor hogere energiekosten dan noodzakelijk. Voorlichting en actieve handhaving kunnen deze bedrijven helpen om milieudoelstellingen te halen en de energiekosten te verlagen.
Speerpunt 6: Lokale duurzame economie Actielijn 1: Aangaan structurele samenwerkingsverbanden (green deals) tussen bedrijven en kennisinstellingen. Actielijn 2:
Organiseren workshops en themabijeenkomsten over duurzaam ondernemen.
Speerpunt 7: Energiebesparing bedrijven via handhaving Actielijn 1: Intensiveren handhaving en het toezicht op naleving van de Wet milieubeheer en het Bouwbesluit door prioriteitstelling, kennisverspreiding en inzet van capaciteit. 4.4 Thema Duurzame energie De gemeente Oosterhout zet in op een aandeel van 20% duurzame energie (DE) in 2020. De gemeente heeft een belangrijke rol bij de realisatie van duurzame energieprojecten, als bevoegd gezag, beleidsmaker maar ook als inkoper van duurzame energie. Voor de realisatie van DE in Oosterhout zal de samenwerking gezocht worden met lokale partijen en overige overheden als regio West Brabant, provincie en waterschap. Het is zaak de lokale potentie van DE-productie, versneld, te benutten.
Speerpunt 8: Lokale duurzame energieproductie. Actielijn 1: Stimuleren van zelflevering door burgers, bedrijven en organisaties. Actielijn 2:
Versnelling en opschaling van lokale DE-projecten. 7
4.5 Thema Duurzame stad/regio Duurzaamheid houdt niet op bij de gemeentegrens. Een duurzame ontwikkeling vereist samenwerking tussen stad, omgeving en regio, tussen gemeente, provincie en waterschap. De gemeente Oosterhout zoekt deze samenwerking met bedrijven, organisaties en burgers. Verder wordt een belangrijk deel van de klimaatagenda in regionaal verband uitgevoerd.
Speerpunt 9: Transitie naar een duurzame stad en regio. Actielijn 1: Inzetten op (sub) regionale samenwerking. Actielijn 2:
Sluiten duurzaamheids-allianties met bedrijven, organisaties en burgers.
4.6 Thema Duurzame overheid De gemeente Oosterhout heeft een voorbeeldrol als het gaat om het in de praktijk brengen van het klimaatbeleid. Een eerste stap die de gemeente wil zetten is realiseren van een forse energiebesparing binnen de gemeentelijke gebouwen. Het uitgangspunt hierbij is dat alle maatregelen worden uitgevoerd die binnen 10 jaar worden terugverdiend. Verder voldoet de gemeente aan wet- en regelgeving vanuit de Wet milieubeheer en Activiteitenbesluit. Voor (nieuw)bouw van zowel woningen als utiliteitsgebouwen hanteert de gemeente het instrument GPR Gebouw. Het instrument kijkt niet alleen naar energie maar er wordt ook naar andere duurzaamheidsaspecten gekeken. De gemeente moet hiermee kunnen laten zien dat het goed mogelijk is om energiezuinig en duurzaam te (ver)bouwen. Het eigendom en onderhoud van gemeentelijke gebouwen is verspreid over diverse afdelingen. Een aantal afdelingen zijn al actief aan de slag met projecten gericht op energiebesparing, maar samenwerking kan de slagkracht vergroten. Het onderhoud is al gecentraliseerd. Verdere afstemming en samenwerking wordt gezocht. Om de CO2 uitstoot van het eigen vervoer te verlagen zullen diverse stappen gezet moeten worden, zoals het verminderen van het aantal gereisde kilometers, gebruik van fiets of openbaar vervoer en het eigen wagenpark schoon en zuinig maken.
Speerpunt 10: De gemeente geeft het goede voorbeeld Actielijn 1: Inzetten op energiebesparing binnen de gemeentelijke gebouwen en toepassing van duurzame energie. Actielijn 2:
Voor eigen nieuwbouw hanteert de gemeente het GPR instrument.
Actielijn 3:
Er vindt coördinatie plaats voor verdere afstemming en samenwerking binnen de eigen organisatie.
Actielijn 4:
De gemeente zet in op verlaging van de CO2 uitstoot door eigen vervoer.
8
5 Plan van aanpak In het onderstaande plan van aanpak staan per speerpunt de acties en projecten weergegeven die de basis vormen van deze lokale klimaatagenda. Het plan van aanpak is opgebouwd uit alle activiteiten en projecten uit de regionale energieagenda (hier kunnen projecten uit worden gekozen), ruimtelijke projecten (vanaf 2013) en lokale duurzame projecten. Jaarlijks zal worden bepaald welke projecten worden opgepakt dan wel wordt er gekozen projecten door te schuiven of niet uit te voeren. Op basis van het verwachte rendement, nut en noodzaak is een voorlopige prioritering (*, **, ***) aangebracht van de activiteiten en projecten. De prioritering is per activiteit en project aangegeven. Onderwerp Omschrijving Actie Duurzame gebouwde omgeving Speerpunt 1: bestaande woningen / gebouwen energiezuiniger RG1 Campagne Energie Bewust, De publiekscampagne is gericht thuis besparen. op informatieoverdracht over * de mogelijkheden van energiebesparing in en rond de eigen woning. RG2 Energiebesparingsmaatregelen De actie is gericht op het bestaande woningen. ondersteunen (adviezen op *** maat) van woningeigenaren bij het treffen van energiebesparingsmaatregelen. RG3 Verduurzamen bestaande Uniform (regionaal) beleid ten woningvoorraad. aanzien van duurzaam bouwen. *** Bij bestaande bouw worden op gebouwniveau maatregelen toegepast.
Doel
Wie
Tijd
MaxBijdrage
Kosten
Uitgangspunt is 10% energiebesparing op gas en elektriciteit bij 3.000 regionale woningen. Woningverbetering tot energie label B bij 1% van de woningen per jaar.
Regio Woningcorporaties Scholen
Na 2014
Bijdrage aan regionale besparingsdoelstelling 380.952 GJ
€ 10.000
Regio Installateurs Adviseurs Avans HS
Vanaf 2013
Bijdrage aan regionale besparingsdoelstelling 380.952 GJ
€1.000
Regio Woningcorporaties Ontwikkelaars
Vanaf 2013
Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
€2.000 (waarvan €1.000/jr voor GPR Gebouw)
RG4
Creëren van een fonds van waaruit leningen kunnen worden verstrekt voor energiebesparende en –opwekkende technieken. Toegankelijk voor burgers.
Regio Financiële instellingen SVN
Vanaf 2013
Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
Financieringsconstructies.
**
In samenwerking met financieringsorganisaties worden mogelijke constructies bekeken en wordt zo mogelijk een regionaal startkrediet opgebouwd.
Duurzamere woningvoorraad. Beheersbaar houden van energielasten.
25uur/wijk
35uur
40uur €10.000 + te bepalen bedrag voor het vullen van het fonds 50uur/jr beheer 75 uur coördinatie
Speerpunt 2: Naar energieneutrale nieuwbouw RG2 Zie ook RG2. Bij nieuwbouw worden op gebouwniveau maatregelen *** toegepast. RG5 Praktijkcontroles EPC/GPR. Het vergroten van de kennis en ervaring bij toezichthouders * (indien nodig) en vergroten van inzicht in de vastgelegde prestaties en de naleving hiervan in de praktijk. PG1 Nieuwbouw De Contreie. Woningen in De Contreie worden duurzaam gebouwd. ** De ambitie is een GPR score van minimaal 7,5 voor de thema’s milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Voor energie geldt een ambitie van 8,0 (op een schaal van 0-10). De gemeente hanteert ter stimulatie een regeling waarbij particuliere bouwers korting krijgen op de kavelprijs indien aan de ambitie voor duurzaam bouwen wordt voldaan. PG2 Santrijngebied. Renovatie en uitbreiding van het gebouw De Bussel (theater ** en bibliotheek) en aanleg van een parkeergarage met appartementen worden conform de vastgestelde GPR ambities ontwikkeld. PG3 Slotjes-Midden. In dit renovatiegebied worden ongeveer 900 nieuwe ** woningen gebouwd: grondgebonden woningen en appartementen in de koop en huursector. In de prestatieafspraken met Thuisvester zijn afspraken gemaakt op het vlak van duurzaamheid. De ambitie van Thuisvester is om gemiddeld op een energielabel B qua energie uit te komen. In regionaal verband zullen met woningcorporaties GPR ambities voor duurzaamheid worden vastgelegd.
Prioritering:
*Lage prioriteit,
Zie RG2
De naleving van prestatie-eisen in de bouw wordt verbeterd.
Duurzame nieuwbouw volgens GPR Gebouw.
Regio Woningcorporaties Ontwikkelaars Regio Bouwpartijen
Lokaal Woningcorporaties Ontwikkelaars Burgers
Vanaf 2013 Na 2014
Vanaf 2013
Bijdrage aan regionale besparingsdoelstelling 380.952 GJ Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ. Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
Zie RG2
€ 3.000 25uur
De regeling wordt gefinancierd door een korting op grondprijs met een maximum van €10.000. 60uur
Duurzame nieuwbouw en verbouw volgens GPR Gebouw.
Lokaal Ontwikkelaars
Vanaf 2014
Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
20uur
Duurzame nieuwbouw en verbouw volgens GPR Gebouw.
Lokaal Woningcorporaties
Vanaf 2013
Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
20uur
**Gemiddelde prioriteit,
***Hoge prioriteit. 9
Onderwerp Omschrijving Actie Duurzame gebouwde omgeving (Vervolg) Speerpunt 2: Naar energieneutrale nieuwbouw PB1 Beneluxweg-Zuid. Dit gebied wordt/is uitgegeven voor de bouw van bedrijven. ** De eerste kavel is inmiddels uitgegeven en de bouw gerealiseerd met certificaat BREEAM-very good (de op twee na hoogste score voor duurzaamheid). De tweede kavel wordt uitgegeven via een aanbesteding met GPR Gebouw als duurzaamheidsambities. Duurzame mobiliteit Speerpunt 3: Naar betere ketenmobiliteit RM2 Verduurzamen gemeentelijk Verduurzamen gemeentelijk vervoer. Werk-werk-vervoer vervoer. * (verduurzamen wagenpark) en woon-werk-vervoer (nieuwe werken). Speerpunt 4: Duurzaam goederenvervoer LM1 Overslagkade. Aan het Wilhelminakanaal op het bedrijventerrein Vijf Eiken ** wordt een overslagkade voor schepen aangelegd. Dit scheelt ca. 25 vrachtautoritten per dag. Speerpunt 5: Multifuel brandstoffen en Elektrisch vervoer LM2 Elektrische laadpalen. In de gemeente worden op een aantal centraal gelegen en * openbare locaties laadpalen voor elektrisch vervoer geplaatst. Aangesloten wordt bij een provinciaal project. Duurzame bedrijven Speerpunt 6: Lokale duurzame economie Stimuleren van RB1 Quickscans en implementatie energie voor MKB. energiemaatregelen bij MKB* bedrijven. Aan de bedrijven wordt een quickscan aangeboden RB2 Duurzaam ondernemen. Stimuleren van bedrijven in de regio om duurzaam te * ondernemen.
RM1 *
LD1
Drive Green, stimulering duurzaam vervoer.
Reststromen Oosterhout.
***
LD2
PV op daken bedrijven.
**
PD3
Multifuel tankstation.
*
Prioritering:
Stimuleren duurzame mobiliteit bij bedrijven.
Op basis van vraag en aanbod worden bedrijven aan elkaar gekoppeld door middel van het onderling uitwisselen van reststromen als warmte, CO2 en biomassa.
Bedrijven die dakoppervlak beschikbaar hebben zullen worden benaderd om een businesscase op te stellen voor plaatsing van PV panelen. Mogelijkheden worden onderzocht voor eigen gebruik dan wel voor het opwekken van energie via zonnecoöperaties. In Oosterhout wordt een multifuel-tankstation gerealiseerd. Hier kunnen naast de reguliere brandstoffen, schone brandstoffen als bio-ethanol, elektriciteit, aardgas, etc. worden getankt.
*Lage prioriteit,
Doel
Wie
Tijd
MaxBijdrage
Kosten
Duurzame nieuwbouw.
Lokaal Ontwikkelaars
2013 en 2014
Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
20uur
Verduurzamen van het gemeentelijk vervoer
Regio
Na 2014
Dit project draagt bij aan het realiseren van de totale duurzame energie doelstelling van West-Brabant.
p.m.
Verduurzamen van vervoer.
Lokaal Rijkswaterstaat Bedrijven
Start 2013
Dit project draagt bij een de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 30% te verminderen vergeleken met 1990.
20 uur
Stimuleren elektrisch rijden. CO2 reductie
Lokaal Provincie
Na 2014
Dit project draagt bij een de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 30% te verminderen vergeleken met 1990.
€ 4.000 /punt
Bijdrage aan de regionale doelstelling voor gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
€4.000
Bijdrage aan de regionale doelstelling voor gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
€1.500
Dit project draagt bij aan het realiseren van de totale duurzame energie doelstelling van West-Brabant.
€1.000
Het project kan maximaal een bijdrage van 0,5% aan de doelstelling voor duurzame energie leveren. Daarnaast kan het bijdragen aan de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 30% te verminderen vergeleken met 1990. Bijdrage aan de regionale doelstelling voor ZONPV van 5.900 GJ bij bedrijven.
€5.000
Dit project draagt bij een de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 30% te verminderen vergeleken met 1990.
20uur
Energiebesparing en toepassing van duurzame energie bij MKB-bedrijven.
Regio Regionale MKBbedrijven
Na 2014
Bedrijven kopen groene stroom in of produceren deze zelf. Forse energiebesparing bij de bedrijven. De kennis en het draagvlak voor duurzame mobiliteit bij wagenparkbeheerders wordt vergroot. Nuttige toepassing van reststromen en duurzaam ondernemen.
Regio Bedrijven Stichting Stimular KvK
Na 2014
Regio Regionale bedrijven
2013
Bedrijven ONE Provincie Regio
Vanaf 2013
Benutten beschikbare daken ten behoeve van zonne-energie.
Bedrijven Regio ONE
Vanaf 2014
Toename gebruik van schone brandstoffen en CO2 reductie.
**Gemiddelde prioriteit,
Lokaal Ontwikkelaar Burgers
Na 2014
30uur
40uur
25 uur
30uur
20uur
80uur
€5.000
80uur
***Hoge prioriteit.
10
Onderwerp Omschrijving Actie Duurzame bedrijven (Vervolg) Speerpunt 6: Lokale duurzame economie PD4 Everdenberg-Oost. Het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein Everdenberg** Oost wordt duurzaam ontwikkeld. De openbare ruimte wordt duurzaam ingericht met o.a. duurzame materialen en energiezuinige ledverlichting voor de openbare ruimte. Daarnaast zal bij voorkeur een duurzame energievoorziening als bijvoorbeeld WKO of biomassa WKK worden aangeboden voor de zich te vestigen bedrijven. Speerpunt 7: Energiebesparing bedrijven via handhaving LB1 Energiebesparing verankeren Via de Wet milieubeheer heeft in vergunningen. de gemeente de bevoegdheid * om energiebesparende maatregelen via de omgevingsvergunning of relevante besluiten dwingend op te leggen. Het gaat dan wel om maatregelen die het bedrijf binnen 5 jaar terug kan verdienen door een besparing op de energielasten.
Doel
Wie
Tijd
MaxBijdrage
Kosten
Ontwikkeling duurzaam bedrijventerrein.
Lokaal Ontwikkelaars Bedrijven
Na 2014
Dit project draagt bij aan het realiseren van de totale duurzame doelstelling van Oosterhout.
80uur
Energiebesparing bij bedrijven.
Bedrijven Lokaal OMWB
Na 2014
Dit project draagt bij een de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 30% te verminderen vergeleken met 1990.
100uur/jr
Forse toename van PV panelen in de regio.
Regio Inkoopbureau West-Brabant
2013
€1.000
Opstellen van een bodemkansenkaart voor de toepassing van bodemenergie.
Toename toepassing bodemenergie
Regio
Na 2014
Oosterhout onderzoekt de mogelijkheden voor extra windenergie.
Uitbreiding aandeel windenergie in Oosterhout.
Bijdrage aan de regionale doelstelling voor ZONPV van 417.125 GJ bij woningen en 5.900 GJ ZONPV bij bedrijven. Bijdrage aan de regionale doelstelling voor bodemenergie, namelijk 303.000 GJ utiliteitsbouw en 116.301 GJ woningbouw. Dit project draagt maximaal 2-3% bij aan de doelstelling van 20% duurzame energie in 2020. Bijdrage aan de regionale doelstelling voor ZONPV van 417.125 GJ bij woningen en 5.900 GJ ZONPV bij bedrijven. Dit project draagt bij aan het realiseren van de totale duurzame doelstelling van Oosterhout.
Dit project draagt bij aan het realiseren van de totale duurzame energie doelstelling van West-Brabant. Dit project draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen doelstellingen van Oosterhout.
€500
Dit project draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen doelstellingen van Oosterhout. Dit project draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen doelstellingen van Oosterhout.
100 uur/jr
Duurzame energie Speerpunt 8: Lokale duurzame energieproductie RD2 Een collectief inkooptraject Regionaal aanbod zonnevoor zonnepanelen is/wordt energie. ** georganiseerd voor huishoudens en bedrijven.
RD3 *
RD6
Stimuleren toepassen bodemenergie.
Windenergie.
***
LD3 ***
LB2
PV-Panelen op gemeentelijke gebouwen.
MKB Duurzaam ondernemen.
**
Plaatsen van PV-panelen op gemeentelijke gebouwen waar mogelijk. De gemeente beschikt over ca. 20.000m2 geschikt dakoppervlakte voor PV-panelen. Faciliteren en stimuleren van jaarlijks twee middagen Duurzaam Ondernemen.
Duurzame stad / regio Speerpunt 9: Transitie naar een duurzame stad en regio RD5 Stimuleren van duurzame Lokale duurzame Energie Initiatieven. initiatieven in de regio West ** Brabant.
LD4
Burgerparticipatie.
*
LB3
Green Deal.
**
LG1
Communicatie.
*
Prioritering:
Burgers kunnen profiteren van lokale initiatieven voor productie van duurzame energie door wind en/of PVpanelen. De gemeente stimuleert de vorming van energiecoöperaties en brengt vraag en aanbod bij elkaar. De gemeente sluit een Green Deal met lokale bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en die bereid zijn tijd en kennis in te zetten. Vergroten van aandacht voor en kennis van duurzame ontwikkeling bij inwoners en bedrijfsleven. Daarnaast promoten van gemeentelijke voorbeeld projecten.
*Lage prioriteit,
Regio Provincie Ontwikkelaars
Vanaf 2013
Toename PV panelen op gemeentelijke gebouwen.
Investeerders Bedrijven Burgers ONE
2013
Bewustwording en stimuleren duurzaam ondernemen, netwerken en kennis delen.
Lokaal Bedrijven ONE
Vanaf 2014
Toename van het aantal succesvolle duurzame energie initiatieven in de regio West-Brabant. Burgers en bedrijfsleven zijn betrokken bij initiatieven en kunnen profiteren van de mogelijkheden die er zijn.
Regio ONE Particulieren
Vanaf 2013
Lokaal ONE Burgers Bedrijven
Na 2014
Kennis en kunde gebruiken om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen
Lokaal Bedrijven ONE
Vanaf 2013
Bewustwording en kennisdelen
Burgers Bedrijven
Vanaf 2013
**Gemiddelde prioriteit,
40uur
€6.000 40 uur
€20.000 Aanloopkosten 150uur €5.000 100 uur
€.1500/jr
16 uren
€5.000 60uur
40uur/jr Binnen bestaande begroting
***Hoge prioriteit.
11
Onderwerp Omschrijving Actie Duurzame overheid Speerpunt 10: De gemeente geeft het goede voorbeeld RG6 Energiebeheer. Door scholing gebouwbeheerders en * medewerkers openbare verlichting besparen gemeenten op de exploitatielasten DE0 Stimuleringsbeleid ZONPV. Bij nieuwe ontwikkelingen 1 wordt zoveel mogelijk zongericht verkaveld. Waar * mogelijk passen gemeenten zelf zonnepanelen toe en voor overige gebouwen wordt plaatsing van zonnecellen mogelijk gemaakt. RD4 Optimalisatie bedrijfsvoering Op basis van een in 2012 groenstromen. uitgevoerde inventarisatie * groenstromen. Mogelijkheden voor composteerinrichting onderzoeken en betrekken bij project reststromen. LG2 Toepassing GPR Gebouw. De gemeente past het instrument GPR Gebouw als ** beleidsinstrument toe. Het GPR instrument vervangt het verouderde beleid t.a.v. duurzaam bouwen. Gebouwen worden duurzaam ontworpen en (ver)- gebouwd. De GPR score voor energie bedraagt minimaal 8 en voor de overige thema’s minimaal 7,5. LG3 Verduurzamen gemeentelijk Op basis van het vastgoed. meerjarenonderhoudsprogram ** ma verduurzamen van het vastgoed in eigen beheer. In eerste instantie door het extra isoleren van gebouwen.
Doel
Wie
Tijd
MaxBijdrage
Kosten
Realiseren van 10% tot 30% besparen op het energieverbruik
Regio Gebouwbeheerders Gemeente
Vanaf 2014
Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
€1.000 (per cursist)
Toename van ZONPV bij woningen en bedrijven
Regio Branche
Vanaf 2013
Bijdrage aan de regionale doelstelling voor ZONPV van 417.125 GJ bij woningen en 5.900 GJ ZONPV bij bedrijven.
40uur
Vrijkomend groenafval op een duurzame manier verwerken
Regio*
n.v.t.
Bijdrage aan de regionale doelstelling voor bio-energoe van 3,4 PJ.
Verlagen energieverbruik vastgoed en omlaag brengen exploitatielasten.
Lokaal Bedrijven
LG4
Verlagen energieverbruik en toepassing duurzame energie.
Lokaal
Revolving fund.
*
LM1
Verduurzamen gemeentelijk wagenpark.
*
PD1
Recreatieoord De Warande.
**
PD2
Sportpark De Contreie.
**
PD3
Gym- /Turnhal Strijen.
**
Prioritering:
Opzetten van een duurzaamheidsfonds waarbij inkomsten en/of besparingen die bereikt worden door verduurzaming en/of rendabele duurzame investeringen, rechtstreeks terugvloeien naar dit fonds. Met dit fonds kunnen dan nieuwe investeringen worden gedaan die zichzelf op hun beurt weer terugverdienen. Vervangen van gemeentelijke voertuigen voor duurzame varianten op natuurlijke momenten.
Recreatieoord De Warande wordt aangepast tot een nieuwe zwemvoorziening met binnen- en buitenbad. Het optimaliseren van de exploitatielasten is de drijfveer en dit moet o.a. in uiting komen in een duurzaam ontwerp. De uitgangspunten van het Milieubeleidsplan 20102016 zijn van toepassing. Realisatie van een nieuw sportpark De Contreie. Duurzaamheid is in de ontwerpfase mede bepalend geweest. Dit resulteert in een 40% lagere duurzaamheidsscore dan het wettelijk minimum. GPR sportgebouw is als instrument toegepast. Op de locatie van het voormalige buurthuis Strijen aan de Hoofseweg zal de nieuwe gymzaal, ter vervanging van de Santrijngymzaal, worden gerealiseerd. Door het toepassen van deze maatregelen is er sprake van het meest duurzame gemeentelijke sportgebouw van Nederland, met een GPRscore van 9,4 (op een schaal van 0-10).
*Lage prioriteit,
*Niet relevant voor Oosterhout
€2.000 20 uur
Duurzaam bouwen en verbouwen van (gemeentelijk) vastgoed.
Composteerinrichting. Lokaal Ontwikkelaars Burgers
Vanaf 2013
Vanaf 2013
Na 2014
Bijdrage aan het realiseren van de regionale doelstelling van gebouwgebonden opties van 1,4 PJ.
Via RG3 al gefinancierd
Dit project draagt bij een de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 30% te verminderen vergeleken met 1990. Dit project draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen doelstellingen van Oosterhout.
Via regulier onderhoud
Dit project draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen doelstellingen van Oosterhout. Dit project draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen doelstellingen van Oosterhout.
p.m.
80uur
80uur
€15.000 als start van een fonds 80uur/jr
Toename gebruik van schone brandstoffen en CO2 reductie.
Lokaal
Vanaf 2013
Ontwikkeling van een duurzame centrale zwemvoorziening. Fors verlagen energielasten en CO2 uitstoot.
Lokaal ONE Bedrijven
Vanaf 2014
Ontwikkeling van een duurzaam sportpark.
Lokaal Ontwikkelaar
Vanaf 2014
Dit project draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen doelstellingen van Oosterhout.
15uur
Ontwikkeling duurzaam sportgebouw.
Lokaal Ontwikkelaar
2013
Dit project draagt bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen doelstellingen van Oosterhout.
Gereed
Voorbeeldfunctie.
**Gemiddelde prioriteit,
40uur
***Hoge prioriteit. 12
Bijlage 1. De gemeentelijke visie in cijfers Bij het opstellen van de regionale duurzaamheidsvisie is het energiegebruik in beeld gebracht Het gebruik in Oosterhout was destijds 5.744.116 GJ (toetsjaar 2009) is als volgt verdeeld over de verschillende energiegebruikers:
Figuur 2. Lokaal energiegebruik per sector (Bron: Visie op duurzame energie West-Brabant).
In het onderstaande figuur staat het energiegebruik van gemeenten binnen de regio West Brabant weergegeven in absoluut gebruik. De gemeente Oosterhout is de op drie na grootste energiegebruiker van de regio met een iets meer dan gemiddeld energiegebruik door de industrie.
Figuur 2. Regionaal energiegebruik per gemeente in regio West Brabant. Figuur 3: Energiegebruik van gemeenten binnen de regio West Brabant, peiljaar 2009.
13
Uit de energiemonitor 2012 blijkt dat Oosterhout anno 2012 een aandeel duurzame energie (DE) van 7,49% opwekt van het totale gebruik. In 2011 was dit aandeel 7,33%. Onderstaand figuur geeft de bijdrage in procenten en in PJ weer voor o.a. Oosterhout.
Figuur 3. Bijdragen gemeenten in % en in PJ anno 2012. Figuur 4: Aandeel duurzame energie gemeenten, plus aandeel onderverdeeld naar herkomst, jaar 2012.
Ondanks dat de tussendoelstelling van 5% DE in 2012 is behaald, is ook duidelijk dat een extra inspanning en andere aanpak noodzakelijk is om de doelstellingen van 2020 binnen bereik te houden. Een meer programmatische aanpak is hierbij noodzakelijk. Dit om duurzaamheid als voorwaarde toe te passen en niet als thema achteraf. Dit laatste is namelijk minder effectief is gebleken. Ook dient ingezet te worden op die maatregelen die het meeste rendement opleveren. Op deze manier worden investeringen in tijd en geld effectiever. Uit de energiemonitor 2012 blijkt verder dat op dit moment 4,43% door het huidige windmolenpark op Weststad wordt opgewekt, 2,92% door bio-energie en slechts 0,14% door de gebouwde omgeving. Een doorkijk naar 2015 leert dat, met de huidige bekende projecten, maximaal 11,79% opgewekt kan worden en in 2020 maximaal 13,35%. Dit wordt alleen behaald indien alle nu bekende projecten en plannen worden gerealiseerd. De kans dat dit daadwerkelijk gebeurt is nihil. Daarom wordt uitgegaan van het reële scenario. Het reële scenario gaat uit van 10,52% in 2015 en 11,51% in 2020. Schematisch ziet dit er als volgt uit: Bio-energie Gebouwgebonden opties 2012 2,92 % 0,14 % 2015 reëel 3,47 % 0,50 %
Windenergie 4,43 % 6,55 %
Totaal (%) 7,49 % 10,52 %
2015 max. 2020 reëel
3,67 % 4,06 %
0,89 % 0,67 %
7,23 % 6,78 %
11,79 % 11,51 %
2020 max.
4,70 %
1,16 %
7,48 %
13,35 %
Tabel 3: Aandeel duurzame energie, reële en maximale scenario 2015 en 2020 gemeente Oosterhout, jaar 2012.
Om aan de doelstelling van 20% duurzame energie in 2020 te kunnen voldoen is een extra inspanning noodzakelijk. Dit onderstreept de noodzaak voor een andere aanpak als het gaat om duurzaamheid. In Oosterhout.
14
Begrippenlijst Activiteitenbesluit:
Het Activiteitenbesluit bevat algemene milieuregels voor bedrijven.
Bio-energie:
Bio-energie is de verzamelnaam voor energie gewonnen uit (biomassa).
Bodemkansenkaart:
Geeft inzichtelijk waar WKO en geothermie makkelijk kan worden toegepast
Bouwbesluit:
Het Bouwbesluit is een verzameling bouwtechnische voorschriften waaraan alle bouwwerken in Nederland moeten voldoen.
BREEAM-very good:
BREEAM-NL is een beoordelingsmethode om de duurzaamheidprestatie van gebouwen te bepalen.
Burgerparticipatie:
Participatie van individuele burgers en/of belangengroeperingen.
CO2 :
Dit is een kleurloos en reukloos gas dat van nature al in de atmosfeer voorkomt. Te veel koolstofdioxide (CO2) in de lucht verandert het klimaat.
Deelauto’s:
Een deelauto is een auto, beheerd door een professionele aanbieder, die je deelt met meerdere abonnementhouders in de buurt.
Drive Green:
Een project gericht op het stimuleren van duurzame mobiliteit (zuinig, elektrisch, etc.)
Energiemonitor:
De regionale energiemonitor met behaalde resultaten op het gebied van duurzame energieopwekking, met een doorkijk naar maximale en reële score op weg naar 2015 en 2020.
EPC-norm:
De Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) is een index die de energetische efficiëntie van nieuwbouw aangeeft.
GGO:
Gebouw gebonden opties, zoals isolatie, zonnepanelen, WKO, etc.
GJ:
De Gigajoule (symbool GJ) is een eenheid van energie. Het betreft hier één Giga, één miljard oftewel 1.000.000.000 Joules. Een gemiddeld gezin van 4 personen gebruikt +/- 40GJ per jaar.
GPR Gebouw:
GPR Gebouw meet duurzaamheidsprestaties van bestaande bouw, nieuwbouw en grootschalige renovatie van woning- en utiliteitsbouw.
Green Deal:
Een Green Deal helpt burgers, bedrijven, gemeenten en andere partijen bij het realiseren van duurzame initiatieven.
Hernieuwbare energie:
Hernieuwbare energie komt van bronnen die constant worden aangevuld, zoals zon, wind en water.
MKB-bedrijven:
MKB is een in Nederland gebruikte afkorting voor Midden- en Kleinbedrijf.
Multifuel brandstoffen:
Dit zijn milieuvriendelijke brandstoffen als bio-diesel, bio-ethanol, electriciteit, etc.
OV:
Openbaar Vervoer
PJ:
De Petajoule (symbool PJ) is een eenheid van energie. 1 PJ is gelijk aan 1.000.000 GJ en staat gelijk aan het gemiddelde energieverbruik van ca. 25.000 huishoudens.
PV panelen:
Een zonnepaneel of fotovoltaïsch paneel, kortweg pv-paneel is een paneel dat zonne-energie omzet in elektriciteit. 15
Reststromen:
Een reststroom is een grondstof die nuttig kan worden ingezet.
Revolving fund:
Een "revolving fund" (oftewel ronddraaiend geld) is een fonds, opgezet door de overheid, dat investeert in een bepaald soort projecten. Vaak zijn het projecten die anders niet of slechts moeizaam van de grond komen. Door aflossing (en eventueel rentebetaling) komt het uitgeleende geld weer terug in het revolving fund en is weer beschikbaar voor nieuwe leningen. Het voordeel is dat de middelen tot in lengte van jaren – oneindig feitelijk – inzetbaar blijven. Met een revolving fund maakt eenmalig subsidiëren plaats voor duurzaam financieren.
SDE+:
De SDE+ subsidieregeling van de overheid stimuleert de productie van duurzame energie en richt zich op bedrijven en (non-profit) instellingen.
SLOK-Programma:
Dit is een financiële bijdrage van het rijk voor gemeenten en provincies die structureel werken aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De SLoK-periode liep tot 31 december 2012.
Triple P:
People Planet Profit (ook wel: de drie P's) is een term uit de duurzame ontwikkeling. Het staat voor de drie elementen people (mensen), planet (planeet/milieu) en profit (opbrengst/winst), die op harmonieuze wijze gecombineerd zouden moeten worden.
Verklaring van Dussen: De Verklaring van Dussen is een intentieverklaring van de 19 gemeenten over
duurzaam energiebeleid. Wet milieubeheer:
De Wet milieubeheer (Wm) is de belangrijkste milieuwet. Deze wet bepaalt welk wettelijk gereedschap kan worden ingezet om het milieu te beschermen.
WKO:
Warmte-koudeopslag of warmte- en koudeopslag (WKO), is een methode om energie in de vorm van warmte of koude op te slaan in de bodem. De techniek wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen en/of te koelen.
16