Voorganger: Ouderling van dienst: Organist: Muzikale medewerking:
Liturgie voor de eredienst op zondag 7 februari 2016 aanvang: 10.00 uur Thema: “De vraag om een teken…”
Ds. G.J. van Asselt Zuster G. Marsman Eg Kuiper COMBO
Inleidend spel Afkondigingen Aanvangslied (combo): Opw. 640: ‘Mijn hulp is van U, Heer’ Ik hef mijn ogen op naar de bergen, waar komt mijn hulp vandaan? Ik hef mijn ogen op naar U, Heer, die mij bij zal staan. Mijn hulp is van U, Heer, die alles heeft gemaakt. U zult voorkomen dat ik wankel of val. U bent mijn beschermer die over mij waakt, die niet sluimeren of slapen zal. Wat kan mij gebeuren door zon of door maan? U bent mijn schaduw U bent er altijd Bewaart heel mijn leven, mijn komen en gaan, U beschermt mij tot in eeuwigheid. Mijn hulp is van U, Heer! Stil gebed, bemoediging en groet (Staande) Aanvangswoord: ‘Geef mij een teken van uw goedheid’. (Psalm 86:17) Samen zingen: Psalm 86 : 5 & 7 (verootmoediging) 5. Gij zijt groot en zeer verheven, Gij doet wondren aan ons leven. Gij zijt God, jij Gij alleen, goedertieren om ons heen. Heer, Gij hebt mij aangenomen, mij weer tot het licht doen komen uit de diepten van de dood. Ja, uw goedheid is zeer groot.
7. Laat mij leven voor uw ogen, sterk uw knecht door uw vermogen. Maak Gijzelf voor hem vrij baan, die U dient van jongs af aan. Toon uw hulp mij door een teken, dat mijn vijanden verbleken, als zij zien dat Gij het zijt, die mij troost en mij bevrijdt. Woord van Gods genade Leefregel: Mattheus 22: 36-40 36 ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ 37 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ Samen zingen (combo): Opw. 733: ‘Duizend redenen’ De zon komt op, maakt de morgen wakker; mijn dag begint met een lied voor U. Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen, laat mij nog zingen als de avond valt. Refrein: Loof de Heer, o mijn ziel. O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam. Met meer passie dan ooit; o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam. Heer, vol geduld toont U ons Uw liefde. Uw Naam is groot en Uw hart is zacht. Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen; tienduizend redenen tot dankbaarheid. Refrein
En op die dag, als mijn kracht vermindert, mijn adem stokt en mijn einde komt, zal toch mijn ziel Uw loflied blijven zingen; tienduizend jaar en tot in eeuwigheid. Refrein slot: Verheerlijk zijn heilige naam. Verheerlijk zijn heilige naam. Gebed - om het licht van de Geest. De kinderen gaan naar de kindernevendienst Schriftlezing: Rechters 6: 12 - 21. (N.V.) 12 De engel van de HEER vertoonde zich aan hem en zei: ‘De HEER zij met je, dappere krijgsman.’ 13 ‘Mag ik u vragen,’ antwoordde Gideon, ‘als de HEER ons werkelijk bijstaat, waarom overkomt dit ons dan allemaal? Waar blijft hij dan met zijn wonderbaarlijke daden, waarover onze voorouders hebben verteld? Uit Egypte heeft hij ze geleid, zeiden ze toch? Nu trekt hij zich in elk geval niets van ons aan en zijn we overgeleverd aan de Midjanieten!’ 14 Toen wendde de HEER zich tot Gideon en zei: ‘Toon je moed en bevrijd Israël, dat is mijn opdracht.’ 15 ‘Mag ik u vragen,’ antwoordde Gideon, ‘hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? Mijn familie heeft in onze stam, Manasse, niets in te brengen, en ikzelf ben de jongste van de familie.’ 16 De HEER antwoordde: ‘Dat kun je omdat ik je bijsta. Je zult de Midjanieten verslaan alsof je met niet meer dan één man te doen had.’ 17 Toen zei Gideon: ‘Heer, als ú het bent die tot mij spreekt en ik uw gunst geniet, geef me dan een teken. 18 Gaat u vooral niet weg, ik wil iets halen om u aan te bieden.’ ‘Goed,’ antwoordde de HEER, ‘ik blijf hier totdat je terugkomt.’ 19 Gideon ging snel naar huis, maakte een geitenbokje klaar en bakte ongedesemd brood van een efa tarwebloem. Hij legde het vlees in een mand en goot het kookvocht in een kom, bracht het naar degene die onder de terebint zat te wachten en bood het hem aan. 20 De engel van God zei tegen hem: ‘Leg het vlees en de broden hier op dit rotsblok en giet het kookvocht erover uit.’ Gideon deed wat hem gevraagd was. 21 Toen raakte de engel van de HEER met het uiteinde van zijn staf het voedsel aan en meteen laaide er een vuur uit het rotsblok op dat het vlees en de broden verteerde. Tegelijk was ook de engel van de HEER verdwenen.
Samen zingen: Gezang 170 : 1 & 5 1. Meester, men zoekt U wijd en zijd, komend langs velerlei wegen. Oudren gaan rustig welbereid jongeren aarz-lend U tegen. Maar vroeg of laat, ’t zij dag of nacht, eens vindt Ge ons moe en zonder kracht, hunkerend naar uwe zegen. 5. Opperste Leidsman, geef ons raad, wij zijn door tweedracht gescheiden. Opstand der zinnen, twijfel, haat, maken ons zwak in het strijden. Stralende held, breng ons weer saam, ga voor ons uit, uw grote naam zal tot de zege ons leiden. Schriftlezing: Rechters 6: 36 - 40. (N.V.) 36 Toen zei Gideon tegen God: ‘Ik wil graag weten of het werkelijk uw bedoeling is door mijn toedoen Israël te bevrijden, zoals u hebt gezegd. 37 Daarom leg ik hier op de dorsvloer een wollen vacht. Als er morgenochtend dauw ligt op de wol terwijl de grond eromheen droog is, dan weet ik zeker dat u inderdaad door mijn toedoen Israël zult bevrijden.’ 38 En zo gebeurde het. De volgende morgen wrong Gideon de wol uit. En er kwam water uit, wel een kom vol. 39 Toen zei Gideon tegen God: ‘U moet niet kwaad op me worden als ik nog één keer aandring, maar ik wil nog een laatste proef nemen: nu moet de wol droog blijven en de grond eromheen nat zijn van dauw.’ 40 Die nacht deed God wat Gideon had gevraagd: de wol bleef droog en de grond eromheen werd nat van dauw. Samen zingen (combo): opw. 687: ‘Heer, wijs mij uw weg’ 1. Heer, wijs mij U weg en leid mij als een kind dat heel de levensweg slechts in U richting vindt. Als mij de moed ontbreekt om door te gaan, troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.
2. Heer, leer mij Uw weg, die zuiver is en goed. Uw Woord is onderweg als een lamp voor mijn voet. Als mij het zicht ontbreekt, het donker is, leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is. 3. Heer, leer mij uw wil aanvaarden als een kind dat blindelings en stil U vertrouwt, vrede vindt. Als mij de wil ontbreekt uw weg te gaan, spreek door uw Woord en Geest mijn hart en leven aan. 4. Heer, toon mij uw plan: maak door uw Geest bekend hoe ik U dienen kan en waarheen U mij zendt. Als ik de weg niet weet, de hoop opgeef, toon mij dat Christus heel mijn weg gelopen heeft. Verkondiging: De vraag om een teken… ‘Geef me een teken’. (Rechters 6:17)
Samen zingen (combo): ‘Als het leven soms pijn doet’ Als het leven soms pijn doet en de storm gaat te keer in een tijd van moeite en verdriet alsof de zon niet meer opkomt en het altijd donker blijft en de ochtend het daglicht nooit meer ziet. Refrein: Juist op die momenten als het echt niet meer gaat laat me merken, laat me voelen dat u werkelijk bestaat dat u armen om mij heen zijn en uw liefde mij omgeeft dat ik zal zien als ik terugkijk dat uw mij gedragen heeft Als ik kom met al mijn vragen met mijn twijfels en mijn pijn met mijn angst en onveiligheid lijkt de hemel soms van koper geen gebed komt er doorheen en ik verstik in onzekerheid. Refrein. Heer wilt u mij helpen als ik moe ben of verward dat het geloof in mijn verstand ook zal leven in mijn hart! Refrein. en dat u armen om mij heen zijn en uw liefde mij omgeeft dat ik zal zien als ik terugkijk dat u mij gedragen heeft. Collecte Dankgebed en voorbeden
Slotlied: Gezang 160: 2 & 3 2. Geen ander teken ons gegeven geen licht in onze duisternis dan deze mens om mee te leven een God die onze broeder is. Zingt voor uw God, Hij openbaarde in Jezus zijn menslievendheid. Zo wordt de wereld nieuwe aarde en alle vlees aanschouwt het heil. 3. Zoals de zon komt met zijn zegen een bruidegom van licht en vuur, zo komt de koning van de vrede - voorgoed gekomen is zijn uur. Hij huwt de mensen aan elkander zijn liefde gaat van mond tot mond. Hij geeft zijn lichaam ons in handen. Zo leven wij zijn nieuw verbond. Zegen Uitleidend spel
(Staande)
(Staande)