Orde van de eredienst op zondag 19 april 2015 In de Oude Kerk te Veenendaal. Aanvang 09.30 uur
Thema: ‘Horen, zien en ….. geloven!’ In deze dienst mogen -
Catharina Frederika (Lieke) Swanink Sarah Rhodé (Saar) van Grootheest Saar van den Brink Inge Dina (Inge) Oosterom
het teken van Gods genadeverbond ontvangen
Voorganger Ouderling van dienst Koster Organist en pianist Pianist
: ds. C.B Stam, wijkpredikant : Jaap Uenk : Johan Bos : Harmen van Es : David Quakkelaar
1
*We zingen de schoolpsalmen: Psalm: 48: 6 en 36: 3 6.Want deze God is onze God; Hij is ons deel, ons zalig lot, door tijd noch eeuwigheid te scheiden: ter dood toe zal Hij ons geleiden.
3.Bij U, HEER’, is de levensbron; Uw licht doet klaarder dan de zon ons ’t heuglijk licht aanschouwen. Wees die U kennen mild en goed en toon d’ oprechten van gemoed Uw recht, waar z’ op vertrouwen. Dat mij nooit trotse voet vertrapp’, noch boze hand in ballingschap ellendig om doe zwerven! Daar zijn de werkers van het kwaad gevallen in een jammerstaat, waarin zij hulp’loos sterven. *Persoonlijk gebed *Votum en groet *Zingen Psalm 56: 5 en 6 5.Ik roem in God, ik prijs ’t onfeilbaar woord; ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord. ‘k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord, wat sterv’ling zou mij schenden? Ik heb beloofd, wanneer G’ in mijn ellenden mij bijstand bood en ’t onheil af zoudt wenden, tot U, o God, mijn lofzang op te zenden, door ijver aangespoord.
2
6.Gij hebt mijn ziel beveiligd voor de dood, Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer stoot’, Gij zijt voor mij een schild in allen nood, Gij hebt mijn smart verdreven, Uw dierb’re gunst is m’ altoos bijgebleven. ‘k Zal voor Gods oog naar Zijn bevelen leven: zo word’ door mij Zijn naam altoos verheven, zo word’ Zijn lof vergroot. *Geloofsbelijdenis (Apostolicum) *Zingen Op Toonhoogte lied 351: 1, 2 en 3 1.Alzo lief had God de wereld (2x) de wereld, de wereld, God had de wereld lief 2.Dat Hij aan ons heeft gegeven (2x) gegeven, gegeven, Zijn eengeboren Zoon. 3.Opdat een ieder die gelooft (2x) een ieder, een ieder, het eeuwig leven heeft.
*Onderwijzing aangaande de Heilige Doop De hoofdsom van de leer van de Heilige Doop omvat de volgende drie delen: In de eerste plaats zijn wij met onze kinderen in zonde ontvangen en geboren. Daarom zijn wij mensen op wie de toorn van God rust, zodat wij in Zijn rijk niet kunnen komen, tenzij wij opnieuw geboren worden.(Ef. 2:3 en Joh. 3:3) Dat leert ons de ondergang in en de besprenkeling met het water. (Rom. 6:4) Daardoor wordt ons de onreinheid van ons hart aangewezen. Zo worden wij opgeroepen om een afkeer van onze zonde te hebben, ons voor God te verootmoedigen, en onze reiniging en zaligheid buiten onszelf te zoeken. In de tweede plaats betuigt en verzegelt de Heilige Doop ons de afwassing van de zonde door Jezus Christus. (Hand. 22:16) Daarom worden wij gedoopt in de naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest. (Matth. 28:19) -Als wij gedoopt worden in de naam van de Vader, betuigt en verzegelt ons God de Vader, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade sluit en ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt. (Rom. 8:17) Daarom wil Hij ons met al het goede verzorgen, al het kwade van ons weren of dat kwade voor ons doen meewerken ten goede. (Rom. 8:28) -Als wij gedoopt worden in de naam van de Zoon, verzegelt ons de Zoon
3
dat Hij ons wast in Zijn bloed van al onze zonden en ons in de gemeenschap van Zijn dood en opstanding in lijft. (1Joh. 1:7) Zo worden wij van al onze zonden bevrijd en rechtvaardig gerekend voor God. -Als wij gedoopt worden in de naam van de Heilige Geest, verzekert ons de Heilige Geest door dit heilig sacrament, dat Hij in ons wil wonen en ons tot leden van Christus wil heiligen. Zo wil Hij ons schenken wat wij in Christus hebben, namelijk de afwassing van onze zonden en de dagelijkse vernieuwing van ons leven, totdat wij uiteindelijk in de gemeente van de uitverkorenen in het eeuwige leven geheel rein een plaats zullen ontvangen. (Ef. 5:27) In de derde plaats, omdat elk verbond twee kanten in zich heeft, worden wij door God door middel van de doop opgeroepen en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid. Dit betekent dat wij innig verbonden zijn met deze enige God -Vader, Zoon en Heilige Geest -, Hem vertrouwen en liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, in heel ons denken en met al onze krachten. (Matt. 22:37) Verder, dat wij ons van de wereld afkeren, onze oude natuur doden en in een nieuw godvrezend leven wandelen. (Tit. 2:12) En wanneer wij soms uit zwakheid in zonde vallen, moeten wij aan Gods genade niet twijfelen en ook niet in de zonde blijven liggen. De doop is immers een zegel en volkomen betrouwbaar getuigenis dat wij een eeuwig verbond der genade met God hebben. Hoewel onze kinderen dit alles niet begrijpen, mogen we hen toch niet van de doop uitsluiten. Want zonder dat zij het weten, hebben ze ook deel aan de verdoemenis in Adam, en zo worden zij ook zonder het te weten in Christus tot genade aangenomen. Immers, wat God zegt tot Abraham, de vader van alle gelovigen, geldt ook voor ons en onze kinderen: ’Ik zal mijn verbond maken tussen Mij en tussen u, en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig verbond, om voor u tot een God te zijn en voor uw nageslacht na u’. (Gen.17:7) Hetzelfde verklaart Petrus met deze woorden: ‘Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere onze God er toe roepen zal’. (Hand. 2:29) Daarom heeft God vroeger bevolen de kinderen te besnijden. Deze besnijdenis was een zegel van het verbond en van de gerechtigheid van het geloof. (Rom. 4:11) Zo heeft ook Christus de kinderen omhelsd, de handen opgelegd en gezegend. (Mark.10:16) Omdat (onder het nieuwe verbond) de doop in de plaats van de besnijdenis gekomen is, behoort men de kleine kinderen als erfgenamen van het rijk van God en Zijn verbond te dopen. De ouders hebben de plicht hun kinderen bij het opgroeien hierin uitvoeriger te onderwijzen. *Gebed met het oog op de bediening van de Heilige Doop *Zingen Op Toonhoogte lied 299: 1 en 4 (de baby’s worden binnen gedragen)
4
1.Here Jezus, wij zijn nu in het heiligdom verschenen, met ons kind gaan wij tot U, wil Uw zegen ons verlenen, waar de roepstem wordt vernomen: laat de kind’ren tot Mij komen.
4.Herder, neem Uw schaapje aan. Hoofd, maak het één van Uw leden. Wees zijn weg, wijs het zijn baan. Vredevorst, wees Gij zijn vrede. Wijnstok, laat dit rankje bloeien, dat er eens veel vruchten groeien.
*Stellen van de vragen en beantwoording door doopouders Geliefden in de Heere Christus, u hebt gehoord dat de doop een instelling van God is, om aan ons en onze kinderen Zijn verbond te verzegelen. Daarom moeten wij de doop met dat doel, en niet uit gewoonte of uit bijgeloof gebruiken. Opdat het dan openlijk bekend wordt dat u zo gezind bent, zult u op de volgende vragen oprecht antwoorden: -Ten eerste: Belijdt u dat onze kinderen, hoewel ze in zonde ontvangen en geboren zijn en daarom aan allerlei ellende, zelfs aan de verdoemenis onderworpen zijn, toch in Christus geheiligd zijn en daarom als leden van de gemeente van Christus behoren gedoopt te zijn? -Ten tweede: Belijdt u dat de leer die in het Oude en Nieuwe Testament en in de 12 artikelen van het christelijk geloof samengevat en in de christelijke kerk hier geleerd wordt, de ware en volkomen leer van de zaligheid is? -Ten derde: Belooft u en neemt u voor uw rekening dit kind, van wie u de vader en de moeder bent, bij het opgroeien in deze leer naar uw vermogen te onderwijzen of te laten onderwijzen? Wat is hierop voor God en Zijn gemeente uw antwoord? *Kindermoment, korte uitleg rond het doopvont *Zingen Op Toonhoogte lied 431 : 1 (Refrein) Jezus is de goede Herder Als je ’s avonds niet kunt slapen Jezus, Hij is overal. en je bang in ’t donker bent, Jezus is de goede Herder, denk dan eens aan al die schaapjes, brengt mij veilig naar de stal. die de Heer bij name kent. (Refrein) *Bediening heilige Doop Psalm 134 : 3 3.Dat ’s HEEREN zegen op u daal’, Zijn gunst uit Sion u bestraal’. Hij schiep ’t heelal, Zijn naam ter eer; looft, looft, dan aller heren HEER’!
5
*Dankgebed na het dopen en gebed om de opening van de Schrift *Schriftlezing Johannes 20: 24 t/m 31 24
En Thomas, één van de twaalf, Didymus genoemd, was niet bij hen toen Jezus daar kwam. 25 De andere discipelen dan zeiden tegen hem: Wij hebben de Heere gezien. Maar hij zei tegen hen: Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven. 26 En na acht dagen waren Zijn discipelen weer binnen en Thomas was bij hen. Jezus kwam terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zei: Vrede zij u. 27 Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig. 28 En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God! 29 Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven. 30 Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, 31 maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam. *Zingen Psalm 116 : 1, 2, 5 en 10 Allen 1.God heb ik lief, want die getrouwe HEER’ hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen. Hij neigt Zijn oor, ‘k roep tot Hem al mijn dagen, Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer. Vrouwen 2.Ik lag gekneld in banden van de dood, daar d’ angst der hel mij alle troost deed missen, Ik was benauwd, omringd door droefenissen, maar riep de HEER’ dus aan in al mijn nood: Mannen 5.Gij hebt, o HEER’, in ’t dood’lijkst tijdsgewricht mijn ziel gered, mijn tranen willen drogen, mijn voet geschraagd: dies zal ik voor Gods ogen steeds wandelen in ’t vrolijk levenslicht.
6
Allen 10.Ik zal Uw naam met dankerkentenis verheffen, U al mijn geloften brengen. ‘k Zal liefd’ en lof voor U ten offer mengen in ’t heiligdom, waar ’t volk vergaderd is. *Preek Thema: Horen, zien en…… geloven!
*Zingen Op Toonhoogte lied 389, 353 en 444 -Als je gelooft in de Here Jezus dan komt er vrede in je hart. Vrede voor jou en iedereen en voor de wereld om ons heen.
) )2x ) )2x
-Jezus, ik wil U bedanken voor wat U voor mij hebt gedaan. Omdat U voor mij bent gestorven, maar ook weer bent opgestaan. (Refrein) Jezus, ik dank U, U gaf Uzelf voor mij. Jezus, ik dank U en geef mijzelf aan U, ik geef mijzelf aan U. U werd geschopt en geslagen. Ze lachten en scholden U uit. En zelfs door Uw vrienden verlaten, hing U voor mij aan het kruis. (Refrein) U hebt mij zonden gedragen en ook al mijn pijn en verdriet. Dat U zoveel van mij kon houden, nee, Heer, dat begrijp ik niet. (Refrein)
-‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God. Want in Zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, Zijn vrede woont in mij. ‘k Zie naar Hem op en ‘k weet: Hij is mij steeds nabij! *Dankgebed en voorbede
7
*Collecte:
Kerkbeheer: Jeugdwerk Diaconie : Gehandicapten, zieken en mensen in zorg
*Zingen Psalm 149 : 1 en 2 staande 1.Looft, looft de HEER’, Die onbedwongen een nieuw gezang zij toegezongen in ‘t midden Zijner gunstelingen, die Hem ter ere zingen. Dat Israël met blijde klank, zijn milde Schepper loov’ en dank’, dat Sions kroost met lofgejuich zich voor zijn Koning buig’. 2.Laat d’ ijverige tempelreien op fluiten ’s Hoogsten naam verbreien, hun psalmgezangen vrolijk paren met trommelen en snaren, nu God met lust Zijn ogen slaat op Jakobs uitverkoren zaad, zachtmoedigen Zijn gunst betoont en hen met heil bekroont. *Zegen
*Zingen Op Toonhoogte 135: 1, 2 en 3 1.Vrede van God, de vrede van God, de vrede van God zij met jou. Vrede van Hem, vrede van God, de vrede van God zij met jou. 2.In Jezus’ naam, in Jezus’ naam, in Jezus’ naam geef ik jou: vrede van Hem, vrede van God, de vrede van God zij met jou. 3.Heilige Geest, de Heilige Geest, de Heilige Geest zij met jou. Vrede van Hem, vrede van God, de vrede van God zij met jou.
8