Liturgie voor de eredienst waarin de Openbare Geloofsbelijdenis plaats vindt op zondag 20 maart 2016 om 16.45 uur in de Goede Herderkerk
Voorganger: Ds. K. Timmerman Ouderling van dienst: Berend Slijkhuis Organist / Pianist: Wim de Graaf
Welkom door ouderling Bas Koudijs Zingen: OTH 168:1, 2 & 3 Refrein Aan uw voeten Heer, is de hoogste plaats; Daarom kniel ik neer bij U. Om bij U te zijn, is de grootste eer; Daarom buig ik mij voor U. 1. Ja ik verkies nu om bij U te zijn En om naar U te luist’ren. In plaats van altijd maar weer bezig te zijn, Kom ik nu tot U, o Heer. Refrein 2. Mijn hart verlangt ernaar om samen te zijn, Hier in een plaats van aanbidding, In Geest en waarheid samen één te zijn, In aanbidding voor U. Refrein 3. Zoals een vader die zijn kind omarmt, Ja, zo omarmt U ook mij. U bent een Vader die vertroost en beschermt En ik kom tot rust bij U. Stil gebed Votum & Groet Zingen: Psalm 116:1, 10 & 11 1. God heb ik lief, want die getrouwe Heer' Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen. Hij neigt Zijn oor, 'k roep tot Hem, al mijn dagen; Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.
10. Ik zal Uw Naam met dankerkentenis, Verheffen, U al mijn geloften brengen; 'k Zal liefd' en lof voor U ten offer mengen, In 't heiligdom, waar 't volk vergaderd is. 11. Ik zal met vreugd in 't huis des Heeren gaan, Om daar met lof Uw groten Naam te danken. Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken. Elk heff' met mij den lof des Heeren aan! Geloofsbelijdenis Zingen: Psalm 118:11 & 14 11. De steen, dien door de tempelbouwers Verachtlijk was een plaats ontzegd, Is, tot verbazing der beschouwers, Van God ten hoofd des hoeks gelegd. Dit werk is door Gods alvermogen, Door 's Heeren hand alleen geschied; Het is een wonder in onz' ogen: Wij zien het, maar doorgronden 't niet. 14. Gij zijt mijn God, U zal ik loven, Verhogen Uwe majesteit. Mijn God, niets gaat Uw roem te boven; U prijz' ik tot in eeuwigheid. Laat ieder 's Heeren goedheid loven, Want goed is d' Oppermajesteit: Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid! Gebed om de opening van het Woord van God en de verlichting met de Heilige Geest Schriftlezing: Markus 8:27-9:1 27. En Jezus vertrok met Zijn discipelen naar de dorpen van Caesarea Filippi. En onderweg stelde Hij Zijn discipelen een vraag; Hij zei tegen hen: Wie zeggen de mensen dat Ik ben? 28. En zij antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elia; en weer anderen: Een van de profeten.
29. En Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? En Petrus antwoordde en zei tegen Hem: U bent de Christus. 30. En Hij gebood hun streng dat zij met niemand over Hem zouden spreken. 31. En Hij begon hun te onderwijzen dat de Zoon des mensen veel moest lijden en verworpen worden door de oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en na drie dagen opstaan. 32. En dit woord sprak Hij vrijuit. En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen, 33. Maar Hij keerde Zich om en terwijl Hij Zijn discipelen aankeek, bestrafte Hij Petrus en zei: Ga weg achter Mij, satan, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen. 34. En toen Hij de menigte met Zijn discipelen bij Zich geroepen had, zei Hij tegen hen: Laat wie achter Mij wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. 35. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen omwille van Mij en om het Evangelie, die zal het behouden. 36. Want wat zal het een mens baten als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? 37. Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? 38. Want wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben in dit overspelig en zondig geslacht, voor hem zal de Zoon des mensen Zich ook schamen wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met de heilige engelen. 1. En Hij zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat er sommigen zijn van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij gezien zullen hebben dat het Koninkrijk van God met kracht gekomen is. Collecten 1e Stichting Schuilplaats 2e Hervormde Gemeente 3e Zendingswerkers Zingen: Psalm 119:1 & 3 1. Welzalig zijn d' oprechten van gemoed, Die, ongeveinsd, des Heeren wet betrachten; Die Hij op 't spoor der godsvrucht wandlen doet; Welzalig, die, bij dagen en bij nachten, Gods wil bepeinst, en Hem als 't hoogste goed, Van harte zoekt met ingespannen krachten.
3. Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Mocht die mij op mijn paan ten leidsman strekken! 'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik onbevreesd; Dan zou geen schaamt' mijn aangezicht bedekken, Wanneer ik steeds opmerkend waar' geweest, Hoe Uw geboon mij tot Uw liefde wekken. Preek Zingen: OTH 94:1, 2, 3 & 4 1. Hij kwam bij ons, heel gewoon, De Zoon van God als mensenzoon. Hij diende ons als een knecht En heeft zijn leven afgelegd. Refrein Zie onze God, de Koning-knecht Hij heeft zijn leven afgelegd. Zijn voorbeeld roept om te dienen iedere dag, Gedragen door zijn liefd’ en kracht. 2. En in de tuin van de pijn Verkoos Hij als een lam te zijn, Verscheurd door angst en verdriet Maar toch zei Hij: ‘Uw wil geschied’ Refrein 3. Zie je de wonden zo diep. De hand die aard’ en hemel schiep, Vergaf de hand die Hem sloeg. De Man, die onze zonden droeg. Refrein 4. Wij willen worden als Hij. Elkanders lasten dragen wij. Wie is er ned’rig en klein? Die zal bij ons de grootste zijn. Refrein
Formulier voor de Openbare Geloofsbelijdenis Gemeente des Heeren, enige broeders en zusters verlangen nu in uw midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap van de kerk. Zij worden hierdoor tot het Heilig Avondmaal toegelaten en dragen medeverantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente van Christus. Wij geloven en belijden dat God in Christus Zijn kinderen vergadert uit alle rassen en volken en hen verenigt tot één lichaam, waarvan Jezus Christus het hoofd is en wij de leden zijn. In de Heilige Doop wordt ons betuigd en verzegeld, dat wij in Gods genadeverbond opgenomen zijn. Daarom behoren wij als leden van Christus’ gemeente gedoopt te zijn. Daarmee dragen wij Zijn merk- en veldteken. In het Heilig Avondmaal, waar Christus ons brood en wijn geeft als tekenen en zegelen van Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed, verbindt Hij ons telkens opnieuw tot de waarachtige gemeenschap met Zichzelf en met elkaar. Zo verenigd met Christus, zijn wij geroepen met woord en daad Hem te belijden als Heere en Heiland, en Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten. De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en kennis van de waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik u, broeders en zusters, die nu belijdenis van het geloof wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen te antwoorden op de volgende vragen: Ten eerste: Belijdt u te geloven in God, de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere, en in de Heilige Geest? Ten tweede: Aanvaardt u de roeping om, als lid van de gemeente, die God Zich in Christus tot het eeuwige leven verkoren heeft, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk? Ten derde: Wilt u, in de gemeenschap van de Protestantse Kerk in Nederland en onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en de sacramenten, volharden in het gebed en het lezen van de Heilige Schrift, en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus?
Beantwoording van de belijdenisvragen Onder handoplegging wordt een tekst meegegeven
Gerrit Jan Blankestijn, Efeze 1:3 Gertine Willemina van der Blom, 1 Johannes 4:9-10 Eva Willemijn Haanschoten, Johannes 15:5 Lenneke Joanne Arendje Hekman-Biel, Galaten 2:20 Maarten Paulus van Hooidonk, Filippensen 1:6 Marcus Hubers, Romeinen 5:1 Johanna Wouthera de Graaf, Romeinen 5:8 Lammert Jacob Strijk, 1 Petrus 3:15 Willianne Punt, 1 Petrus 5:10-11
Bediening van de Heilige Doop Lenneke Joanne Arendje Hekman-Biel Uit kracht van uw doop en als gevolg van uw persoonlijke belijdenis van het geloof, verklaren wij u, in de gemeenschap van de Kerk van Christus, tot belijdende leden van de Protestantse Kerk in Nederland en nodigen u tot de tafel des Heeren. De God van alle genade, Die u in Christus geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten. Hem zij de kracht in alle eeuwigheid. Amen [1 Petr. 5:10,11]. De nieuwe belijdende leden zingen … 1. Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta. Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt. U woord is het pad, de weg waarop ik ga, Zolang U mijn adem geeft, zolang als ik besta Ik zou niet meer vrezen, want U bent bij mij. Heer, ik bid U, blijf mij nabij 2. ‘k geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd, Eeuwige Zoon van God, die mens werd zoals wij. U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons: Eén met God de Vader en verenigd met uw volk; Tot de dag gekomen is van uw wederkomst, Dan brengt U ons thuis in Gods rijk
3. Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw. Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart. En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer; Zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd En in uw vergeving leef ik nu. Wij zingen de nieuwe belijdende leden staande toe … 4. Vader van het leven, ik geloof in U. Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U. Kom hier in ons midden, Geest van liefd’ en kracht, U die via duizend wegen ons hier samen bracht; En op duizend wegen zendt U ons weer uit, Om het zaad te zijn van Gods rijk. Geliefde broeders en zusters in de Heere, nu u door uw belijdenis in alle voorrechten van het lidmaatschap van de Kerk van Christus delen mag, bedenkt te allen tijde dat u medeburgers van de heiligen bent en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelf de hoeksteen is; in Hem wordt ook u mede gebouwd tot een woonstede van God in de Geest [Ef. 2:19-22]. Gemeente van Jezus Christus, nu u de belijdenis van deze broeders en zusters hebt gehoord (en getuige geweest bent van de doop) en hun toelating tot het Heilig Avondmaal hebt vernomen, bevelen wij hen aan in uw liefde en zorg, als leden, die met ons één zijn in de Heere. Gedenk de woorden van onze Heere Jezus Christus: ‘Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt’ [Johannes 13:34, 35]. Dankgebed en voorbede Zingen: Psalm 100:1, 2, 3 & 4 1. Juich aarde, juich alom den Heer', Dient God met blijdschap, geeft Hem eer; Komt, nadert voor Zijn aangezicht; Zingt Hem een vrolijk lofgedicht. 2. De Heer' is God; erkent, dat Hij Ons heeft gemaakt (en geenszins wij), Tot schapen, die Hij voedt en weidt; Een volk, tot Zijnen dienst bereid.
3. Gaat tot Zijn poorten in met lof, Met lofzang in Zijn heilig hof; Looft Hem aldaar met hart en stem; Prijst Zijnen Naam, verheerlijkt Hem. 4. Want goedertieren is de Heer'; Zijn goedheid eindigt nimmermeer; Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht Tot in het laatste nageslacht. Zegen