LIJST MET AANBEVELINGEN DIE WERDEN GEDAAN OP HET SYMPOSIUM ZWARTE VROUWEN OP WEG Sociale mobiliteit van Surinaamse en Antilliaanse vrouwen in verleden, heden en in de literaire verbeelding. Tekst: Patty D. Gomes.
Samenvatting De rapporten van het CBS en het SCP melden de laatste jaren steeds dat Surinaamse en Antilliaanse vrouwen het heel goed doen op de arbeidsmarkt en dat hun achterstand op het gebied van opleiding, werk en inkomen steeds kleiner wordt. Veel vrouwen zijn echter niet tevreden met de bereikte positie en anderen zijn bang dat ze, wat ze met veel moeite en inspanning hebben bereikt, weer zullen kwijtraken door de crisis. De centrale vraag van het symposium was daarom wat vrouwen moesten doen en laten om hogerop te komen en welke rol politieke participatie daarbij kon spelen. De nadruk lag dus niet zozeer op de oorzaken van achterstand en achterstelling, maar meer op oplossingen. Dit betekende echter niet dat het belang van racisme en discriminatie als mechanismen voor uitsluiting was afgenomen. Hun invloed in het onderwijs en op de werkvloer1 en dus ook op de (opwaartse) sociale mobiliteit, statusverwerving en statusoverdracht, was veel meer een gegeven dat bekend werd verondersteld. Het eerste deel van het symposium ging over het verleden van de zwarte vrouwen, het tweede deel ging over het heden, met ruime aandacht voor theorieën en statistiek. Het derde deel ging over de maatschappelijke situatie en bestond vooral uit persoonlijke verhalen die de eerdere, abstracte bijdragen illustreerden en levend maakten. Tot slot was er een paneldiscussie met topmensen en rolmodellen uit de politiek, wetenschap en het bedrijfsleven die hun licht deden schijnen over de waarde van wet- en regelgeving, politieke participatie en de eigen inbreng van het individu om succesvol te zijn op de arbeidsmarkt. Behalve voor wetenschap en politiek was er ook ruimte voor de literaire verbeelding van de sociale mobiliteit. De meeste spreeksters hadden hun bijdrage opgeluisterd met een toepasselijk en inspirerend gedicht. Daarnaast was er een voordracht van een slavernijgedicht uit de 19 e eeuw en een performance van een Surinaamse en Antilliaanse schrijfster die het thema van het symposium literair verwoordden. Er waren 80 enquêtes met zestien vragen uitgedeeld en op de stoelen gelegd met het verzoek die in te vullen en na afloop van het symposium in te leveren bij de ingang. Hier en daar werden ze ook opgehaald. De bedoeling van de enquête was na te gaan wie deze vrouwen waren qua opleiding, leeftijd en werk, wat ze dachten over de arbeidsparticipatie bevorderende overheidsmaatregelen, welke hindernissen ze op de arbeidsmarkt tegenkwamen en welke oplossingen en aanbevelingen ze hadden bedacht. Conclusie over het programma Er waren 138 bezoekers geteld, voornamelijk vrouwen en enkele heren. Ze vonden het symposium een groot succes. Dit bleek niet alleen uit hun enthousiaste reacties tijdens de lezingen, maar ook uit hun felicitaties na afloop. Ze voelden zich door het veelzijdige aanbod 1
Bochan, Najat. Gediscrimineerd op de werkvloer en dan …? Onderzoek naar discriminatie op het werk op grond van ras, etniciteit, nationaliteit en godsdienst. Landelijk Bureau Racismebestrijding (LBR) en het Europees Anti-Racisme Netwerk (EARN), Rotterdam. 2006
1
aan kennis, informatie en persoonlijke verhalen gesterkt en gemotiveerd om ‘’hun grenzen te verleggen” en elkaar nog meer te helpen. Over de gedichten en het literaire intermezzo waren ze ook heel tevreden. Ze zeiden dat die het thema en hun voornemens een extra dimensie hadden gegeven. Er werd nog lang na afloop van het officiële deel nagepraat. Alle sprekers en panelleden waren het er in hun bijdragen over eens dat het beter ging met de opwaartse sociale mobiliteit van zwarte vrouwen, maar dat er nog veel viel in te halen. Bij de lagere klasse en de hogere klasse nog veel meer dan bij de middenklasse. Ook waren de meeste sprekers van mening dat deze achterstand het gevolg was van persoonlijke belemmeringen en structurele hindernissen. Ze vonden allemaal dat de overheid nog veel te doen had om de structurele hindernissen te verhelpen, maar dat zij ook nog veel aan zichzelf konden verbeteren. Een enkele spreker (Artwell) benadrukte daarbij de overheersende invloed van racisme en ‘’nativisme’’. Je kunt als individu, of zelfs als groep weinig doen als je op allerlei manieren wordt buitengesloten en je burgerschap zelfs wordt uitgehold. Uit zijn lezing viel te concluderen dat gebrekkige mogelijkheden tot opwaartse sociale mobiliteit de sociale cohesie uiteindelijk geen goed doen. Alle deelnemers waren het met elkaar eens dat de zwarte vrouw door de eeuwen heen had getoond grote kracht te bezitten. Ze hadden dan ook alle vertrouwen in de toekomst. Aanbevelingen van de sprekers: Saskia Wieringa: ontmoeten en onderzoek doen Marilyn Haimé: opleidingen volgen en vinger aan de pols houden Luanda Landveld: grondbezit (m.b.t. Marronvrouwen), het volgen van opleidingen, je organiseren in netwerken en samenwerking zoeken met intermediairs en NGO’s.) Paula Kibbelaar: vrouwen kunnen door het glazen plafond heen breken als ze voldoende tijd zouden krijgen om zich te ontwikkelen en netwerken te vormen die hen verder kunnen helpen. Vrouwen moeten ook anders gaan denken over zichzelf, hun omgeving en hun mogelijkheden. Pretty Liem: goed onderwijs volgen en elkaar steunen en waarderen. Jacqui Robertson: om op het werk te slagen moeten vrouwen drie dingen doen: be aware; be relevant; be collaborative. Vrouwen moeten ook niet op hun gelijk gaan staan, maar naar andere manieren zoeken om dingen gedaan te krijgen ‘’You can be right, but you don’t have to be death right.’’ Vrouwen hoeven zich ook niet als een man te kleden om de top te bereiken. Ze moeten professioneel zijn, hun werk goed beheersen, en zich aanpassen. Ze moeten er ook voor waken geen vijanden te maken op hun weg naar de top, want als ze vallen komen ze die zelfde mensen weer tegen. Ook is het niet erg om fouten te maken, want daar leer je van. ‘’Nothing beats a failure, but a try’’. Als een vrouw de top niet heeft bereikt, moet ze zich dat niet al te zeer aantrekken, maar genieten van de weg er naar toe. Ze moet haar relaties onderhouden en positief denken. Ze moet zich niet uit het veld laten slaan door een feit, maar een gedachtenproces volgen om met dat feit aan de slag te gaan. En ze moet niet opgeven, vooral niet op het moment dat dit het moeilijkst is. Hannah Belliot: de vrouwen moeten de mannen weer bij het leven van de vrouwen en de kinderen betrekken Artwell Cain: de erkenning van racisme en nativisme als uitsluitingsmechanismen moeten de opwaartse sociale mobiliteit vergemakkelijken voor mensen van kleur. Joan Leslie en Usha Marhé: zie je eigen kracht en doe er wat mee, denk aan de Law of attraction Emine Bozkurt: steek de handen uit de mouwen, wees doelbewust, zorg dat je kennis van zaken hebt, ga netwerken en samenwerken.
2
Ondervonden hindernissen en aanbevelingen van de bezoekers Deze hindernissen en aanbevelingen zijn geïnventariseerd uit een vragenlijst die aan het begin van het symposium was uitgedeeld. Deze vragenlijst werd slechts door 18 bezoekers (17 vrouwen en 1 man) in meerdere of mindere mate ingevuld. Bij navraag hier en daar naar het waarom van deze magere oogst antwoordden de meeste bezoekers dat ze er geen tijd voor hadden gehad en dat ze enquêtes zouden opsturen. Dit is niet gebeurd. Uit de vragenlijst konden daardoor geen conclusies worden getrokken. Hieronder zijn slechts de antwoorden van de vragen 13 t/m 16 opgenomen omdat zij de ondervonden hindernissen en oplossingen/aanbevelingen betreffen. Uit deze antwoorden blijkt dat de respondenten vaak hetzelfde hebben geantwoord. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat meer antwoorden weinig nieuwe hindernissen en aanbevelingen zouden hebben opgeleverd. Alle 18 respondenten (vraag 13) vonden dat het bij de arbeidsmarktparticipatie niet alleen mag gaan om het krijgen van werk, maar ook om de toegang tot goed betaald werk met carrièremogelijkheden? Op de vraag (vraag 14) wat de overheid of de gemeenten moeten doen om de toegang tot goed betaald werk met carrièremogelijkheden mogelijk te maken gaven de respondenten de volgende antwoorden. De overheid/ gemeente moet: bewust diversiteitsbeleid uitvoeren bewustwording bij gevestigde orde stimuleren en diversiteitsbeleid uitvoeren faciliteiten creëren en uitsluiting erkennen en bestrijden. Kiezen op kwaliteit en niet op evenbeeld zwarte vrouwen moeten eisen stellen aan de overheid werken aan kwaliteit op alle niveaus van de organisatie, deskundigen met kennis van diversiteit aannemen, conferenties organiseren individuele arbeidsbemiddeling aanbieden coaching aanbieden, wijzen op de mogelijk tot netwerken; belang van scholing en opleiding benadrukken veilige werkvloer creëren, werk maken van sociale insluiting op de arbeidsmarkt meer stageplaatsen aanbieden, migranten meer en betere kansen aanbieden, minder beoordelen op uiterlijke kenmerken en meer op kwaliteit participatie anders dan via positieve actie organiseren de overheid moet meer outreachend werken meer uitnodigend zijn naar zwarte vrouwen als het om goed betaalde functies gaat Op de vraag (vraag 15) enkele voorbeelden te geven van hindernissen die men tijdens het opbouwen van de carrière was tegengekomen, schreven 14 van de achttien respondenten het volgende: problematische herintreding na werkpauze in verband met opvoeding de waarde die wordt gehecht aan witte assesments en tests jaloezie, misgunnen, weinig kansen/mogelijkheden krijgen te weinig aanmoediging het ontbreken van de juiste netwerken, niet gericht invulling geven aan de eigen carrière, onvoldoende kennis van de eigen rechtspositie op de arbeidsmarkt te hoge opleiding, te oud, niet genoeg ervaring gebrek aan kinderopvang
3
de omgang met cultuurverschillen op de werkvloer, belemmeringen op het persoonlijke vlak het achterhouden van relevante informatie, saboteren van je werkzaamheden, pesterijen en discriminatie onderschatting, discriminatie, vooroordelen harder moeten werken om jezelf te bewijzen, strategisch moeten handelen en altijd weldoordacht bezig moeten zijn opboksen tegen negatieve beeldvorming (ontstaan door onwetendheid, politieke invloeden en de media), je extra inzetten om aansluiting te vinden en opgenomen te worden in de groep omgangsvormen zijn anders wederzijds onbegrip van culturele achtergronden bij de Nederlandse samenleving, onderwijsinstellingen, hulpverlenende instantie en werkgever startersangst op een hoger niveau, angst je te profileren, jezelf te verkopen, solidair met collega zijn, voorzichtig zijn vanwege jaloezie, zeker als het om grote sprongen gaat Op de vraag (vraag 16) wat een vrouw moet doen, behalve het volgens van onderwijs, om vooruit te komen op de arbeidsmarkt gaven 15 respondenten de volgende aanbevelingen: Het opbouwen van zelfvertrouwen; opbouwen en onderhouden van netwerken; het werk en gezin goed organiseren brede maatschappelijke interesse hebben en actief zijn netwerken netwerken, zelfbewust zijn, durven, bijscholen, sociale netwerken het uitwerken van je persoonlijke droom, lezen en je kennis over je persoonlijke ontwikkeling eigen maken, zorgen dat je een coach hebt hetzelfde doen wat mannen doen om betere banen te krijgen ambitie hebben, handen uit de mouwen steken, zelfkennis en zelfvertrouwen ontplooien netwerk opbouwen en onderhouden, Nederlandse werkcultuur goed begrijpen en er op in kunnen spelen; politie bewust zijn sociale vaardigheden vergroten, coaching doorzetten, kansen nemen, komen in het machtscentrum, jezelf blijven presenteren, selfbelieve. een goed netwerk hebben, tijd investeren om met anderen (vooral vrouwen) te praten en ondersteuning vragen Ervoor zorgen dat de mensen je kennen op het werk, netwerk opbouwen, ervoor zorgen dat je naam wordt gekoppeld aan kwaliteitsproducten die je hebt gemaakt (best lastig), wees representatief maar behoud je identiteit, blijf geïnteresseerd, op de hoogte van de ontwikkelingen blijven werken aan inburgering, contact leggen in de buurt, deelnemen aan buurtactiviteiten, contact onderhouden op de school van de kinderen, vrijwilligerswerk doen, allochtonen begeleiden vanuit hun competentie, de taal beter leren beheersen, hulp zoeken bij reguliere instellingen, opkomen voor hun rechten, verplichtingen nakomen specifieke sociale vaardigheden leren om die stap te zetten, durven naar de kwaliteit van jezelf te kijken, genieten en verkopen, zelfverzekerder zijn, meer zelfvertrouwen hebben.
4
Op basis van deze antwoorden kan in de eerste plaats worden gesteld dat 18 bezoekers vonden dat de opwaartse sociale mobiliteit groter zal zijn als de overheid of de gemeenten meer maatregelen nemen om de structurele hindernissen op te heffen en zwarte vrouwen te stimuleren. In de tweede plaats kan worden gesteld dat zwarte vrouwen vinden dat ze meer en beter aan zichzelf en hun omgeving moeten werken om hoger op te komen. De nadruk lag dus niet zozeer op anti-iscriminatiemaatregelen, maar meer op maatregelen die de vrouwen verder op weg helpen, stimuleren en informatie verschaffen. De sprekers en deze 18 bezoekers zijn het wat hindernissen en aanbevelingen betreft in grote lijnen met elkaar eens.
5