Levensverwachting en sterfte Tabel 1
Levensverwachting Utrecht bij geboorte, 4-jaarsgemiddelde 2005-2008 en 2007-2010 (Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS)
TOTAAL
2005-2008
2007-2010
79,6
80,1
GESLACHT
Man Vrouw
77,2 81,7
77,8 82,1
WIJK
West Noordwest Overvecht Noordoost Oost Binnenstad Zuid Zuidwest Leidsche Rijn Vleuten-De Meern
80,1 79,8 77,8 81,5 80,5 78,6 79,2 78,3 81,5 82,6
79,9 80,3 78,0 81,6 81,5 79,9 79,3 78,7 81,4 83,0
Tabel 2
Levensverwachting Utrecht, in goed ervaren gezondheid, in goede geestelijke gezondheid en zonder chronische ziekte bij geboorte, 4-jaarsgemiddelde 2005-2008 (Bron: RIVM/CBS)
TOTAAL
levensverwachting
levensverwachting in goed ervaren gezondheid
levensverwachting in goede geestelijke gezondheid
levensverwachting zonder chronische ziekte
79,6
67,3
62,0
44,1
GESLACHT
Man Vrouw
77,2 81,7
66,8 68,0
63,6 60,9
46,3 42,0
WIJK
West Noordwest Overvecht Noordoost Oost Binnenstad Zuid Zuidwest Leidsche Rijn Vleuten-De Meern
80,1 79,8 77,8 81,5 80,5 78,6 79,2 78,3 81,5 82,6
68,5 65,0 59,7 71,8 70,9 69,7 67,4 63,1 70,8 70,7
62,1 59,6 54,2 66,6 64,9 63,8 62,5 58,6 66,3 67,2
44,2 40,7 34,9 50,2 50,7 49,9 45,3 39,9 45,3 43,7
Tabel 3a
Levensverwachting Utrecht, in goed ervaren gezondheid, in goede geestelijke gezondheid en zonder chronische ziekte bij geboorte, 19 jaar en 65 jaar, 4-jaarsgemiddelde 2005-2008 (Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu/CBS) levensverwachting in goed ervaren gezondheid
levensverwachting
TOTAAL
0 jaar
19 jaar
65 jaar
0 jaar
19 jaar
65 jaar
79,6
80,1
83,5
67,3
69,1
77,2
GESLACHT
Man Vrouw
77,2 81,7
77,8 82,1
81,6 85,1
66,8 68,0
68,7 69,4
76,5 77,6
WIJK
West Noordwest Overvecht Noordoost Oost Binnenstad Zuid Zuidwest Leidsche Rijn Vleuten-De Meern
80,1 79,8 77,8 81,5 80,5 78,6 79,2 78,3 81,5 82,6
80,7 80,3 78,7 81,9 80,9 78,8 79,9 78,7 82,1 83,1
84,3 84,8 82,6 84,8 83,8 82,1 83,3 82,4 85,8 85,8
68,5 65,0 59,7 71,8 70,9 69,7 67,4 63,1 70,8 70,7
70,3 66,8 61,8 73,5 72,5 71,2 69,2 64,8 72,6 72,4
77,8 77,4 74,9 78,8 78,2 77,1 77,0 75,7 79,5 78,9
* Bij 19 jaar en 65 jaar geldt de verwachting bij inwoners die op dat moment een goed ervaren gezondheid, een goede geestelijke gezondheid en geen chronische ziekte hebben
Tabel 3b
Levensverwachting Utrecht, in goed ervaren gezondheid, in goede geestelijke gezondheid en zonder chronische ziekte bij geboorte, 19 jaar en 65 jaar, 4-jaarsgemiddelde 2005-2008 (Bron: RIVM/CBS) levensverwachting in goede geestelijke gezondheid
TOTAAL
levensverwachting zonder chronische ziekte
0 jaar
19 jaar
65 jaar
0 jaar
19 jaar
65 jaar
62,0
66,8
79,3
44,1
50,3
69,2
GESLACHT
Man Vrouw
63,6 60,9
67,4 66,3
78,7 79,6
46,3 42,0
52,5 48,2
69,9 68,6
WIJK
West Noordwest Overvecht Noordoost Oost Binnenstad Zuid Zuidwest Leidsche Rijn Vleuten-De Meern
62,1 59,6 54,2 66,6 64,9 63,8 62,5 58,6 66,3 67,2
66,8 65,1 60,7 70,4 69,1 67,8 67,4 63,9 70,3 71,6
79,9 79,4 77,3 81,1 79,9 78,6 79,1 77,8 80,9 81,8
44,2 40,7 34,9 50,2 50,7 49,9 45,3 39,9 45,3 43,7
50,2 47,7 44,4 54,7 54,6 53,9 51,8 47,1 51,0 50,2
69,4 69,1 68,1 70,0 69,9 69,6 69,4 68,7 69,8 69,5
* Bij 19 jaar en 65 jaar geldt de verwachting bij inwoners die op dat moment een goed ervaren gezondheid, een goede geestelijke gezondheid en geen chronische ziekte hebben
Tabel 4
Levensverwachting Utrecht en Nederland bij geboorte en bij 65 jaar, 4-jaarsgemiddelde 2007-2010 (Bron: CBS) levensverwachting bij geboorte
TOTAAL GESLACHT
Man Vrouw
levensverwachting bij 65 jaar
Utrecht¹
Nederland
Utrecht t.o.v. Nederland
Utrecht¹
Nederland
Utrecht t.o.v. Nederland
80,1
80,5
-0,4
83,8
84,2
-0,4
77,8 82,1
78,3 82,5
-0,5 -0,4
81,9 85,3
82,3 85,7
-0,4 -0,4
¹ wijken allen significant af van het Nederlands gemiddelde.
Tabel 5a
Levensverwachting bij geboorte en bij 65 jaar: vergelijking Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Nederland, 4-jaarsgemiddelde 2007-2010 (Bron: CBS) levensverwachting bij geboorte Gemeente Utrecht¹
Gemeente Amsterdam¹
Gemeente Den Haag¹
Gemeente Rotterdam¹
Nederland
80,1
79,4
79,8
78,9
80,5
Man 77,8 Vrouw 82,1 ¹ wijken allen significant af van het Nederlands gemiddelde.
77,0 81,5
77,5 81,9
76,6 81,1
78,3 82,5
TOTAAL GESLACHT
Tabel 5b
Levensverwachting bij geboorte en bij 65 jaar: vergelijking Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Nederland, 4-jaarsgemiddelde 2007-2010 (Bron: CBS) levensverwachting bij 65 jaar Gemeente Utrecht¹
Gemeente Amsterdam¹
Gemeente Den Haag¹
Gemeente Rotterdam¹
Nederland
83,8
84,0
83,7
83,9
84,2
Man 81,9 Vrouw 85,3 ¹ wijken allen significant af van het Nederlands gemiddelde.
82,2 85,5
81,8 85,2
82,0 85,4
82,3 85,7
TOTAAL GESLACHT
Tabel 6
Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode 2007-2010, uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS)
TOTAAL
totaal
mannen
vrouwen
1839.25
854.50
984.75
LEEFTIJD
0-jarigen 1-24 jaar 25-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-69 jaar 70-74 jaar 75-79 jaar 80-84 jaar 85 jaar en ouder
18.50 16.25 61.75 88.00 193.50 131.25 182.50 242.75 307.50 597.25
9.75 9.50 38.50 50.50 113.75 79.50 108.00 136.00 134.75 174.25
8.75 6.75 23.25 37.50 79.75 51.75 74.50 106.75 172.75 423.00
WIJK
West Noordwest Overvecht Noordoost Oost Binnenstad Zuid Zuidwest Leidsche Rijn Vleuten-De Meern
154.25 218.50 356.75 197.25 134.25 76.00 185.25 290.50 52.75 173.75
75.75 123.50 150.25 89.00 59.50 33.75 84.50 123.00 28.75 86.50
78.50 95.00 206.5 108.25 74.75 49.00 100.75 167.50 24.00 87.25
Tabel 7
Bruto sterfte, de absolute sterfte per 10.000 inwoners in Utrecht, 4-jaarsgemiddelde 2007-2010, naar geslacht (Bron: CBS)
TOTAAL WIJK
Tabel 8
West Noordwest Overvecht Noordoost Oost Binnenstad Zuid Zuidwest Leidsche Rijn Vleuten-De Meern
totaal
mannen
vrouwen
61.23
58.85
63.45
57.33 54.00 113.88 55.46 45.49 46.22 71.04 83.63 24.66 45.75
58.77 63.30 99.13 53.49 43.55 40.98 67.02 72.35 26.73 46.16
56.00 45.34 127.71 57.20 47.16 51.47 74.80 94.44 22.57 45.36
Bruto sterfte, de absolute sterfte per 10.000 inwoners in Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, 4-jaarsgemiddelde 2007-2010, naar geslacht (Bron: CBS)
TOTAAL GESLACHT
Man Vrouw
Gemeente Utrecht
Gemeente Amsterdam
Gemeente Den Haag
Gemeente Rotterdam
Nederland
61.23
73.19
86.35
94.83
81.79
58.85 63.45
71.06 75.26
78.79 93.66
90.29 99.20
80.16 83.39
Tabel 9
Sterfte naar doodsoorzaken (per 10.000) en Standardized Mortality Ratio (SMR) in Utrecht, 4-jaarsgemiddelde 2007-2010, naar geslacht (Bron: CBS) totaal sterfte per 10.000
SMR (NL=100)
Kwaadaardige nieuwvormingen Alvleesklier Borst Dikkedarm- en endeldarm Luchtpijp (-vertakkingen) en long Lymfatisch en bloedvormend weefsel Maag Prostaat Slokdarm
22.64 1.42 1.74 2.46 6.30 1.25 0.74 1.47 0.82
102 113 97 92 116 79 93 109 101
Ziekten van hart- en vaatstelsel Ziekten van de kransvaten Acuut hartinfarct Hersenvaatletsel (CVA) Hartfalen Overige hartziekten Overige ziekten van kransvaten
20.49 5.82 3.96 4.36 3.03 6.18 1.85
97 98 99 91 93 96 95
Ziekten van de ademhalingsorganen Longontsteking COPD
8.08 2.77 3.92
112 100 117
Niet-natuurlijke doodsoorzaken Ongevallen Vervoersongevallen Accidentele val Accidentele verdrinking en accidentele vergiftiging Zelfdoding Moord en doodslag en "gebeurtenissen opzet onbekend"
3.54 2.10 0.31 1.51 0.15 0.95 0.13
3.77 2.28 3.49 1.89 3.24 2.04 1.25
Sterfte aan overige doodsoorzaken Dementie Diabetes mellitus Psychische stoornissen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Ziekten van de spijsverteringsorganen Ziekten urinewegen en geslachtsorganen Infectueuze en parasitaire ziekten
Alle doodsoorzaken 74.75 * vetgedrukt is significant afwijkend van het Nederlands gemiddelde.
mannen 95% BI
sterfte per 10.000
SMR (NL=100)
(97 – 106) (95 – 134) (83 – 113) (80 – 105) (107 – 126) (66 – 94) (72 – 118) (91 – 128) (80 – 126)
23.57 1.44 0.07 2.27 7.70 1.55 0.87 2.91 1.06
101 119 232 85 115 93 94 115 89
18.70 6.44 3.93 3.19 2.45 5.10 2.52
98 98 91 88 103 94 114
(104 – 120) (89 – 112) (105 – 129)
7.96 2.69 4.02
114 110 114
114 112 70 132 119 110 112
(103 – 126) (97 – 127) (49 – 97) (112 – 155) (71 – 188) (90 – 133) (64 – 182)
3.66 1.97 0.46 1.10 0.21 1.18 0.24
89 137 94 81 113 119 115
(80 – 98) (120 – 157) (85 – 104) (70 – 94) (101 – 126) (104 – 137) (95 – 137)
103
(101 – 106)
(93 (90 (89 (83 (83 (88 (81
– – – – – – –
101) 106) 109) 100) 104) 103) 110)
vrouwen 95% BI
sterfte per 10.000
SMR (NL=100)
95% BI
(96 – 108) (93 – 152) (48 – 677) (70 – 103) (103 – 127) (73 – 116) (67 – 127) (97 – 136) (66 – 118)
21.52 1.39 3.39 2.62 4.82 0.94 0.61 0.00 0.59
104 108 94 101 124 65 95 n.v.t. 136
(98 – 110) (83 – 137) (81 – 110) (84 – 120) (108 – 141) (48 – 86) (64 – 137) n.v.t. (92 – 195)
22.11 5.14 3.98 5.47 3.57 7.21 1.17
97 99 111 93 88 97 73
(92 – 103) (87 – 112) (96 – 127) (82 – 104) (76 – 102) (87 – 107) (56 – 95)
(103 – 126) (92 – 130) (99 – 132)
8.12 2.83 3.77
113 94 125
(102 – 125) (79 – 110) (108 – 145)
104 101 73 122 113 97 138
(90 – (83 – (48 – (92 – (60 – (75 – (73 –
3.43 2.24 0.16 1.90 0.09 0.72 0.06
129 125 66 139 143 141 64
(111 – 149) (103 – 149) (30 – 125) (113 – 170) (46 – 333) (102 – 191) (13 – 186)
1.87 2.27 1.90 1.77 3.04 1.66 1.11
85 159 92 91 123 122 113
(68 – 104) (130 – 192) (75 – 112) (73 – 112) (104 – 145) (97 – 151) (85 – 148)
5.63 2.28 5.05 1.99 3.41 1.91 1.38
89 122 94 75 106 119 117
(79 – 100) (101 – 147) (83 – 106) (61 – 91) (91 – 123) (99 – 142) (91 – 148)
70.79
105
(101 – 108)
78.15
103
(100 – 106)
(92 (88 (78 (75 (85 (83 (94
– – – – – – –
105) 110) 105) 104) 123) 107) 136)
120) 123) 107) 159) 193) 124) 235)
Tabel 10
Sterfte naar doodsoorzaken en Standardized Mortality Ratio (SMR): vergelijking Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Nederland, 4-jaarsgemiddelde 2007-2010, naar geslacht (Bron: CBS) totaal sterfte per 10.000
Alle doodsoorzaken Gemeente Utrecht Gemeente Amsterdam Gemeente Den Haag Gemeente Rotterdam Nederland * vetgedrukt is significant afwijkend
SMR (NL=100)
74.75 78.35 76.22 80.90 72.12 van het Nederlands
103 107 104 111 100 gemiddelde.
mannen 95% BI
(101 (106 (103 (109 (100
– – – – –
106) 109) 106) 112) 100)
sterfte per 10.000
SMR (NL=100)
70.79 74.69 72.59 77.89 67.52
105 110 107 114 100
vrouwen 95% BI
(101 (108 (104 (112 (100
– – – – –
108) 112) 109) 117) 100)
sterfte per 10.000
SMR (NL=100)
78.15 81.05 79.54 83.05 75.31
103 106 104 109 100
95% BI
(100 (104 (102 (107 (100
– – – – –
106) 108) 106) 111) 100)
Tabel 11
Verloren levensjaren (ratio en per 100.000 van de bevolking) in Utrecht, 4-jaarsgemiddelde 2007-2010, naar geslacht (Bron: CBS) totaal
mannen ratio
YPPL per 100.000
1932.91 111.68 198.40 149.39 585.79 114.33 72.77 63.99 72.13
0.98 1.10 0.91 0.80 1.22 0.74 1.13 1.38 0.92
Ziekten hart- en vaatstelsel Ziekten van de kransvaten Acuut hartinfarct Hersenvaatletsel (CVA) Hartfalen Overige hartziekten Overige ziekten van kransvaten
882.64 270.53 198.62 178.28 61.00 249,38 71,91
Ziekten van de ademhalingsorganen Longontsteking COPD Niet-natuurlijke doodsoorzaken Ongevallen Vervoersongevallen Accidentele val Accidentele verdrinking en accidentele vergiftiging Zelfdoding Moord en doodslag en "gebeurtenissen opzet onbekend"
Kwaadaardige nieuwvormingen Alvleesklier Borst Dikkedarm- en endeldarm Luchtpijp (-vertakkingen) en long Lymfatisch en bloedvormend weefsel Maag Prostaat Slokdarm
Sterfte aan overige doodsoorzaken Dementie Diabetes mellitus Psychische stoornissen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Ziekten van de spijsverteringsorganen Ziekten urinewegen en geslachtsorganen Infectueuze en parasitaire ziekten Alle doodsoorzaken
YPPL per 100.000
vrouwen ratio
YPPL per 100.000
ratio
2031.37 136.70 2547.90 154.23 638.83 177.98 95.52 131.01 108.22
0.99 1.19 0.88 0.73 1.17 0.97 1.20 1.41 0.87
1838.90 87.78 387.03 144.77 535.14 53.56 51.05 n.v.t. 37.66
0.97 1.00 0.91 0.90 1.30 0.43 1.04 n.v.t. 1.14
0.97 0.84 0.81 1.01 1.07 0,97 0,96
1214.82 416.68 294.44 203.74 93.33 350,35 122,24
0.99 0.86 0.79 1.09 1.20 0,98 1,06
565.44 130.96 107.11 153.97 30.13 152,97 23.85
0.94 0.81 0.85 0.93 0.82 0,97 0.68
270.49 68.49 133.34
1.16 0.97 1.19
317.22 108.22 127.50
1.20 1.24 1.10
225.86 30.54 138.91
1.11 0.57 1.29
638.31 243.56 118.53 45.76 54.92 333.84 52.56
0.96 0.82 0.72 1.06 1.07 1.10 1.00
906.10 358.67 189.81 44.60 88.77 445.86 84.48
0.93 0.80 0.77 0.74 1.07 1.02 1.18
382.59 133.64 50.46 46.86 22.59 226.86 22.09
1.07 0.91 0.61 1.77 1.14 1.33 0.66
27.18 132.27 71.87 155.47 191.94 41.31 75.29
0.98 1.58 1.10 0.90 1.09 1.09 1.00
27.17 185.34 105.95 198.13 247.12 45.57 91.49
1.07 1.66 1.36 1.01 1.09 1.11 0.98
27.20 81.59 39.33 114.73 139.25 37.24 59.83
0.92 1.44 0.74 0.76 1.10 1.07 1.03
5295.69
1.01
6364.00
1.02
4275.53
1.01
Definities Bruto sterfte: Het aantal overledenen per 10.000 inwoners over een periode van vier jaar. Levensverwachting: De levensverwachting is de verwachte levensduur van een individu in een groep op een bepaald moment. SMR: De ‘indirect gestandaardiseerde mortaliteitsratio’ (SMR) geeft de verhouding weer tussen het aantal sterfgevallen in een bepaalde regio (Utrecht) en het aantal sterfgevallen dat theoretisch verwacht kan worden als in die regio dezelfde leeftijdsspecifieke sterfte zou voorkomen als in een referentieregio (Nederland). SMR (betrouwbaarheidsinterval): In de sterfte data is vooral het betrouwbaarheidsinterval rond de SMR belangrijk. Is het betrouwbaarheidsinterval breed, dan is de sterfte in een bepaald jaar sterk beïnvloed door kansfluctuatie. Is het betrouwbaarheidsinterval smal, dan is kansfluctuatie van weinig invloed op de SMR. Is er geen verschil tussen de regio (Utrecht) en Nederland dan zal de SMR de waarde 100 hebben. Ligt de waarde 100 binnen het betrouwbaarheidsinterval van de SMR, dan is het verschil tussen de sterfte in de regio en de verwachte sterfte op grond van de Nederlandse sterfte door kans ontstaan met een waarschijnlijkheid die groter is dan 5%. Dit betekent dat het verschil is ontstaan omdat in dat jaar of die periode er toevallig in de regio wat meer of minder mensen overleden. Sterfte per 10.000: Direct gestandaardiseerde aantallen naar 34 oorzaken per 10.000 inwoners. Bij directe standaardisatie worden de leeftijdsspecifieke cijfers van de indexpopulatie (inwoners Utrecht) toegepast op een standaardpopulatie, in dit geval de bevolking van heel Nederland per 1 januari 2000. De resulterende aantallen overledenen per 10.000 van de standaardpopulatie zijn direct vergelijkbaar, zonder dat verschillen in de leeftijdsopbouw als verklaring een rol spelen. Sterfte per leeftijdsgroep: Het gemiddeld aantal sterfgevallen per jaar gedurende de periode van vier jaar. YPLL: De YPLL (het aantal potentieel verloren levensjaren) geeft het totaal aantal jaren dat een groep mensen extra zouden hebben geleefd tot aan een bepaalde leeftijd als zij niet waren overleden aan een bepaalde doodsoorzaak. Alle sterfgevallen naar doodsoorzaak zijn genomen voor de leeftijdsgroep tussen de 0 en 80 jaar, en het aantal leefjaren dat ieder sterfgeval verliest bij overlijden is: 80 minus de leeftijd van overlijden. Om vergelijkingen te maken wordt YPLL ook per 100.000 van de betreffende bevolking gepresenteerd. YPLL-ratio: De YPPL-ratio geeft het relatieve percentage van de waargenomen YPPL vergeleken met de verwachte YPPL indien de indexpopulatie (inwoners Utrecht) dezelfde leeftijd en geslacht specifieke sterftekansen hadden gehad als de Nederlandse bevolking. Op deze manier worden leeftijdsverschillen tussen groepen weggenomen (indirecte standaardisatie).