Lespakket Planten in de Slootkant
Handleidingen
Handleidingen
Handleiding Leerkracht
Handleiding leerkracht
pagina:
Handleiding Leerkracht............................................................................................. 2 Colofon .................................................................................................................. 2 Les 1 Werkboekje .................................................................................................... 3 Les 2 Excursie naar de boerderij ................................................................................ 5 Les 3 Verwerking ..................................................................................................... 7 Antwoorden ............................................................................................................ 9 Achtergrondinformatie ............................................................................................10 Handleiding voor de boer(in)....................................................................................12
Colofon Initiatief: Den Hâneker, Vereniging voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden 1e Versie: 1998 Auteurs: Mirjam de Bruijn en Evert Jan Nieuwenhuis Afstudeeropdracht o.l.v. H. de Gier docent biologie Chr. Hogeschool De Driestar Realisatie: werkgroep Educatie van Den Haneker Tekeningen: overgrote deel uit publicaties van Het Kleine Loo met toestemming overgenomen. aanvullend door Mirjan de Bruijn (kwartetspel) Zoekkaart: is welwillend beschikbaar gesteld door het Veldstudiecentrum te Hei- en Boeicop. 2e Versie: 1999 Herziening door de werkgroep 3e Versie: 2005 Herziening; het lespakket is door de werkgroep aangepast n.a.v. opmerkingen van boeren en leerkrachten Niets uit dit lespakket mag worden overgenomen of gekopieerd zonder schriftelijke toestemming vooraf van het bestuur van Den Hâneker.
Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 2
Handleidingen
Les 1 Werkboekje De melkveehouderij
De boer en de natuur
Lesinhoud Deze les (kan in twee delen gegeven worden) gaat over de melkveehouderij en het agrarisch natuurbeheer. Onderwerpen als ‘het melken’, ‘meer over melk’ en ‘de boer en de natuur’ komen aan de orde. De kinderen praten, lezen en maken opdrachten bij deze onderwerpen. Aan het einde van de les krijgen de kinderen de gelegenheid vragen op te schrijven, die ze de volgende les aan de boer willen stellen. Kernwoorden Melkveehouderij, kuilgras, gras, hooi, snijmaïs, ligboxenstal, melklokaal, doorloopmelkstal, koeltank, tankwagen, vetgehalte, kruiden, grassen, agrarisch natuurbeheer, voedselarme grond. Lesdoelen De kinderen weten dat de boerderij er vroeger anders uitzag. De kinderen weten hoe het melken in zijn werk gaat De kinderen kunnen de weg die de melk gaat, in grote lijnen beschrijven. De kinderen kennen enkele melkproducten. De kinderen weten wat de koe op zijn menu heeft staan. De kinderen kunnen invulling geven aan het begrip ‘agrarisch natuurbeheer’ en met name het slootkantbeheer. De kinderen weten welke regeling er getroffen is tussen de boeren en de regering. Lesverloop Inleiding De kinderen krijgen het werkboek. Hierin staan de leesteksten en de vragen afgedrukt. Ieder kind heeft dus een eigen boekje. In de inleiding van de les zet de leerkracht een leergesprek op. Dit met behulp van de informatie die te vinden is op de eerste pagina van het werkboekje, met als titel ‘De melkveehouderij’. Aandachtspunten voor dit leergesprek kunnen zijn: • het voedsel van de koe: wat eet de koe, wanneer eet hij welk voedsel • soorten agrarische bedrijven: melkveehouderij, intensieve veehouderij, akkerbouw, tuinbouw, enz. • melkproducten Lees na het leergesprekje ook de tekst ‘De melkveehouderij’. Kern Lees met elkaar de tekst ‘Koeien melken’ Leg moeilijke begrippen uit of licht ze toe. Maak hierbij gebruik van de illustraties. Maak na de leestekst de werkbladen op de volgende pagina’s. De werkbladen kunnen op twee manieren gemaakt worden: • klassikaal. De vragen worden voorgelegd aan de groep. De kinderen proberen gezamenlijk tot de juiste antwoorden te komen. De leerkracht geeft de nodige extra informatie. Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 3
Handleidingen
•
individueel. De vragen worden eerst door de kinderen alleen gemaakt. Daarna wordt er klassikaal besproken. De antwoorden worden vergeleken, waarna het juiste antwoord geformuleerd wordt. Ook nu geeft de leerkracht de nodige extra informatie.
Na het maken en bespreken van deze werkbladen, lezen de kinderen zelfstandig de leestekst ‘De boer en de natuur’. Na het lezen van de tekst is het mogelijk deze in het kort even te bespreken. Tot slot wordt het werkblad ‘De boer en de natuur’ gemaakt. Ook nu zijn er verschillende mogelijkheden: • klassikaal. De kinderen lezen eerst de tekst, waarna de vragen klassikaal gemaakt worden. • individueel. De kinderen lezen eerst de tekst, waarna deze besproken wordt. Na de bespreking mogen ze zelf de vragen maken. Als ze hiermee klaar zijn, worden de vragen klassikaal besproken. • individueel. De kinderen lezen eerst de tekst en maken aansluitend daarop de vragen die bij de tekst horen. De vragen worden hierna klassikaal besproken. De leerkracht legt onduidelijkheden uit en licht moeilijke begrippen toe. Afsluiting Werkblad ‘Vragen aan de boer’ invullen. Het is mogelijk dit klassikaal te doen, zodat kinderen vragen van elkaar kunnen overnemen. Het is goed veelzijdig te zijn in het stellen van vragen, zodat alle behandelde onderwerpen aan bod komen en de relatie tussen de theorie en de praktijk gelegd wordt. Geef ook alvast kort aan wat er de volgende les van de kinderen verwacht wordt. Meer hierover is te vinden in de handleiding bij de tweede les. Zoekkaart planten in de Slootkant kleuren. Om kennis op te doen van de planten die vaak voorkomen in het gebied, is het goed de zoekkaarten in te kleuren. Het bijgeleverde gekleurde exemplaar kan als voorbeeld dienen. De kinderen kunnen tijdens de excursie met hun eigen zoekkaart werken. Een andere mogelijkheid is om de leerlingen op internet naar foto’s van de planten te laten zoeken en ze zelf hun zoekkaart samen te laten stellen.
Extra suggesties • De inhoud van les 1 is erg veel voor één uur. Het is daarom ook goed mogelijk deze les in tweeën te knippen. Op deze manier worden het bijvoorbeeld twee lessen van 45 minuten. • Vraag een wandplaat van de moderne melkveehouderij aan bij ‘Het Kleine Loo’. Deze is gratis. • Neem een melkpak mee. • Een vroegtijdig bezoek aan de boer is nodig voor deze les. • Bespreek het uiterlijk van de koe. Vroeger zag een koe er anders uit dan nu. Denk bijvoorbeeld aan horens. • Den Hâneker is ook in het bezit van een video over het slootkantbeheer. Het is leerzaam deze video van tevoren te bekijken. Mogelijk kunnen hierbij ook de ouders die de excursie tijdens les 2 meemaken, betrokken worden. • Op www.hetkleineloo.nl zijn nog meer werkbladen en lesideeën te vinden over de melkveehouderij • Over zuivel en de melkveehouderij is veel extra informatie te vinden op www.zuivelonline.nl • Een webpad “van koe tot melk” is te vinden op
Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 4
Handleidingen
http://www.netwijs.nl/webpaden/biologie/melk.doc de opdrachten worden uitgevoerd op de website www.schoolmelk.be
Les 2 Excursie naar de boerderij Lesinhoud Deze les gaan de kinderen naar een boerderij. Ze gaan in twee groepen uit elkaar. De eerste groep gaat met de boer mee en de tweede groep gaat met de leerkracht het weiland in. Later wordt er gewisseld. De boer leidt de kinderen rond en vertelt een en ander. De kinderen kunnen hun vragen stellen. Ook de boer stelt vragen en geeft opdrachten. In het weiland maken de kinderen een aantal opdrachten. Bij beide onderdelen staat het zelf doen en ervaren van de kinderen centraal. Kernwoorden Deze zijn in grote lijnen dezelfde als die van de vorige les. De woorden die de vorige les in theorie aan de orde zijn geweest, komen nu in de praktijk terug. Lesdoelen De kinderen ervaren de samenhang op de boerderij, zodat relaties duidelijk worden. De kinderen ervaren de theorie van de vorige les nu in de praktijk. De kinderen kunnen zich, nu ze er zelf zo mee bezig geweest zijn, een concrete voorstelling maken van de gang van zaken op de boerderij. De kinderen leren (op kleine schaal) zelfstandig onderzoek te doen. In dit geval: de aanwezigheid van bloemen in de slootkant. De versterking van de relatie kind-omgeving, zodat kinderen zich verantwoordelijk weten voor hun omgeving. Lesverloop Inleiding Voordat de klas in twee groepen uiteen gaat, wordt ze eerst ontvangen door de boer en/of de boerin. De klas wordt uitgelegd wat de bedoeling is. De ene helft gaat met de boer mee, de andere helft gaat met de leerkracht het weiland in. Op de boerderij is de boer dus de leidinggevende en in het weiland de leerkracht. Als de groepen zijn verdeeld en iedereen bij het juiste onderdeel is, kunnen beide groepen beginnen. Kern Met de boer mee De boer heeft een handleiding met daarin aanwijzingen. Hij weet globaal wat er behandeld is op school en wat de kinderen weten. In zijn vraagstelling kan hij hier rekening mee houden. Ook weet de boer dat deze excursie in het kader staat van het ervaren. Daar zal hij, als het goed is, ook rekening mee houden in zijn handelen. De vragen die de kinderen willen stellen, worden waarschijnlijk in de loop van de rondleiding al beantwoord. Daarom is het noodzakelijk dat ze hun werkboekje en schrijfmateriaal bij zich hebben. De boer heeft voor dit onderdeel 45 minuten. Met de leerkracht mee Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 5
Handleidingen
De kinderen vinden opdrachten in hun werkboek. Ze maken deze in tweetallen of drietallen. Ze gebruiken hierbij de zoekbladen die de leerkracht van de boer heeft ontvangen. De leerkracht en de begeleiders helpen de kinderen bij het uitvoeren van de opdrachten. Als de eerste drie vragen van het werkblad door de meeste kinderen gemaakt zijn, kan de leerkracht de les onderbreken voor een korte bespreking. Welk groepje heeft de meeste namen goed bij vraag 3? De leerkracht heeft voor dit gedeelte 45 minuten. Wisselen Na 45 minuten wordt er gewisseld. De groep van de leerkracht gaat terug naar de boerderij. De groep die het eerste klaar is, wacht op de andere groep in de ruimte waar ze zijn ontvangen, tenzij anders afgesproken. Het bovenstaande herhaalt zich dan. Afsluiting Beide groepen komen weer bij elkaar in de ontvangstruimte. Als er kinderen zijn die nog onbeantwoorde vragen hebben, kunnen ze die nu stellen. De leerkracht bedankt de boer voor de gastvrijheid en de informatie. Daarna gaat de klas terug naar school. Organisatie Het is van groot belang dat de organisatie van een excursie goed geregeld is. Daarom enkele tips: o Ga van tevoren naar de boer. Maak kennis met hem, met de boerderij en de omgeving. Bekijk samen het perceel dat beschikbaar is voor de excursie. o Organiseer ouders die mee gaan met de excursie. Zij kunnen de kinderen vervoeren of begeleiden bij het fietsen en helpen in het weiland. o Leg de ouders die mee gaan uit wat de bedoeling is, wat er van de kinderen verwacht wordt en welke afspraken er met de kinderen gemaakt zijn. o Stippel de route uit. Van school naar de boerderij, maar ook van de boerderij naar het weiland. o Besteed enige aandacht aan de kleding (eventueel laarzen) van de kinderen. o Leg voordat de klas naar de boer gaat uit wat er van ze verwacht wordt, zodat ze precies weten wat wel en niet mag. o De kinderen hebben een pen, evt. potlood, schrijfplankje en hun werkboek nodig. o Maak eventueel vooraf een groepsindeling, zodat er op het moment van verdelen geen onduidelijkheden zijn. o Maak de kinderen bewust van hun eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het verloop van de excursie. o Zorg dat alles opgeruimd wordt en dat alle meegenomen materialen ook weer terug gaan. o Bedank de boer voor de gastvrijheid en de informatie. Extra suggestie Laat de leerlingen foto’s maken tijdens de excursie, de foto’s kunnen goed van pas komen bij de verwerkingsopdracht. Extra gekleurde zoekkaarten zijn te downloaden via www.denhaneker.nl , Educatie, of per mail ontvangen van Den Hâneker (
[email protected]) U kunt ook geplastificeerde zoekbladen met plantenafbeeldingen bestellen tegen kostprijs bij ‘t Veldstudiecentrum in Hei- en Boeicop. Veldstudiecentrum Hei- en Boeicopseweg 143
Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 6
Handleidingen
4126 RH Hei- en Boeicop tel. 0347-342085 fax 0347-342279
[email protected]
Les 3 Verwerking Lesinhoud We gaan een kwartet maken. Allereerst maken we een woordveld met de begrippen die te maken hebben met de boerderij en agrarisch natuurbeheer. Daarna worden de woorden in rubrieken verdeeld. Groepjes gaan aan de slag om een kwartetspel te maken. De taken moeten verdeeld worden, wie maakt welk kwartet. Leerlingen maken de kwartetten, zoeken plaatjes of maken tekeningen. Deze opdracht kan een rijke leeropdracht zijn als zoveel mogelijk denkwerk aan de kinderen over gelaten wordt. Deze les leent zich uitstekend voor het gebruik van computers en internet. Als er tijd over is, kan het kwartet gespeeld worden. Zo is het een leuke herhaling van de aangeleerde begrippen. Kernwoorden Ook deze les komen de kernwoorden uit de vorige lessen weer naar voren. Als kernwoorden noemen we bijvoorbeeld: woonhuis, stal, weiland, hooiberg, doorloopmelkstal, melkmachine, melkwagen, melk, gras, hooi, snijmaïs, krachtvoer, kuilgras, boter, kaas, yoghurt, slagroom, sloten, bemesten, maaien, afrasteren, slootkantbeheer, weidevogelbeheer, wilgen knotten, erfbeplanting, allerlei oeverplanten. Lesdoelen De kinderen herhalen op deze wijze de aangeleerde begrippen. De kinderen zoeken de relatie tussen de begrippen (bijvoorbeeld: bij slootkantbeheer hoort niet de doorloopmelkstal). De kinderen verwerken de informatie op een creatieve manier. De kinderen oefenen met samenwerken en taken verdelen. De kinderen hebben een blijvende herinnering aan de lessenserie. Lesverloop Inleiding We gaan een kwartet maken over De boerderij en Agrarisch Natuurbeheer. Welke woorden kunnen/moeten in het spel. 1. Woordveld: We maken een woordveld op het bord, alle begrippen die met de boerderij en agrarisch natuurbeheer te maken hebben kunnen daarin een plaatsje krijgen. 2. Rubriceren: U kunt kiezen om de rubrieken ook klassikaal te maken, maar als uw groep het aan kan is het beter om groepjes te maken en de kinderen zelf te laten rubriceren. Voorbeeldrubrieken: Melken, Gebouwen, Oeverplanten, Slootkantbeheer, Agrarisch Natuurbeheer, Melkproducten, Menu van de Koe, Werktuigen, Dieren, … 3. Afspraken maken: We gaan per groepje een kwartet maken, probeer de kinderen zelf te laten bedenken waarover afspraken gemaakt moeten worden: hoeveel en welke kwartetten gaan we maken, wie maakt welk kwartet, hoe gaan de kaartjes er uit zien, de grootte van de kaartjes, hoe zie je welk onderwerp je hebt (bijv vet of een andere kleur).
Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 7
Handleidingen
Kern De kinderen gaan aan de slag, het mooiste is om de groepjes vrij te laten in de te gebruiken materialen en hulpmiddelen. Ze kunnen dan met elkaar nadenken welke werkwijze zij het beste vinden. Wellicht is het wel goed om klassikaal de vraag te beantwoorden welke mogelijkheden er zijn: Zo kan er geknipt, geplakt, getekend worden, maar ook het gebruik van de computer met word, een tekenprogramma, eigen gemaakte foto’s, plaatjes van internet of scannen zijn allemaal mogelijkheden, laat de kinderen daar zelf keuzes in maken. U kunt natuurlijk wel beperkingen stellen. Maak afspraken over de beschikbare tijd. Afsluiting In de afsluiting moet de samenwerking besproken worden, waren de afspraken goed gemaakt. De verschillende werkwijzen die de groepjes gekozen hebben kunnen besproken worden. Waar liepen kinderen tegenaan. Ook de juistheid van de rubrieken moet aandacht krijgen. Natuurlijk is het nu leuk om de kwartetspellen (van elkaar) te spelen.
Extra suggesties U kunt ook het kant en klare knip en kleur kwartet gebruiken. Deze kopieerbladen zijn dit jaar ook meegestuurd met het lespakket. U kunt natuurlijk iedere willekeurige verwerkingsvorm kiezen: tentoonstelling, opstellen, muurkranten, enz. De foto’s die tijdens de excursie gemaakt zijn komen daarbij van pas.
Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 8
Handleidingen
Antwoorden Hoofdstuk 1: 1. Voornamelijk door de melk van zijn koeien te verkopen. 2.
Een paar keer per week (2 à 3 keer).
3.
Een gedeelte van het vet is er uit gehaald. Extra informatie: Halfvolle melk heeft 1,5 % vet, volle melk heeft 3,5 % vet
4.
4,5 % Vet is best wel veel, als je regelmatig melk drinkt.
5.
Gras, hooi, kuilgras, snijmaïs, krachtvoer (= biks), water.
6.
De computer. Extra informatie: De koe heeft een halsband om. In deze halsband zit een chip. Bij de voerautomaat en in de melkstal wordt het nummer van de halsband gelezen. De computer stelt vast welke koe er staat en regelt automatisch de hoeveelheid krachtvoer voor deze koe.
7.
Kruiden (ook: bloemen, planten, enz.).
8.
Dat er minder gras kan groeien (voor de koeien).
9.
Veel kruiden → minder gras voor de koeien → lagere melkproductie.
10.
In de slootkant.
Hoofdstuk 2 ‘De boer en de natuur’: 1) a 2) c 3) b 4) b 5) a
6) c
Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 9
Handleidingen
Achtergrondinformatie De melkveehouderij De dag van een melkveehouder begint vroeg. ‘s Morgens rond zes uur is hij al bezig met het melken van de koeien. Gelukkig heeft hij hiervoor een machine. Deze machine haalt de melk uit de uier van de koe. Het melken neemt nogal wat tijd in beslag, omdat de boer dikwijls een groot aantal koeien heeft. De koeien lopen van april tot oktober buiten. In de winter zijn ze binnen. Gedurende deze periode krijgen ze ingekuild gras en soms snijmaïs, bietenpulp, hooi, enz. Vaak krijgen de koeien ook krachtvoer. Veel boeren kunnen tegenwoordig op de computer uitrekenen hoeveel krachtvoer een koe nodig heeft. Voor het gras en de snijmaïs moet de boer zelf zorgen. Daarom wordt het grasland van tijd tot tijd bemest en wordt er van begin mei tot half september gras gemaaid, geschud en ingekuild. De maïs wordt eind april/begin mei gezaaid en zo rond september is het klaar om geoogst te worden. De boeren krijgen steeds meer met regelgeving te maken. Zo mogen ze ieder een bepaalde hoeveelheid melk leveren. Ook moeten ze rekening houden met het milieu. Een veel voorkomend probleem is dat van de mestoverschotten, alhoewel dit probleem zich niet direct voordoet in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden.
Voor de boer is het van belang dat zijn voer van goede kwaliteit is. Het gras moet goed zijn, de hoeveelheid krachtvoer juist zijn, enz. Dit omdat het van invloed is op de melkgift van de koe. Het eiwit- en vetgehalte van de melk bepalen welke prijs de boer ervoor krijgt.
De boer is iemand die zijn werk dicht bij de natuur heeft. Hij heeft te maken met het weer, het milieu en de hele omgeving. Het is belangrijk dat de boer rekening houdt met deze omgeving. Dat is niet altijd makkelijk voor de boer, want als hij rekening wil houden met de vogels, betekent dit dat hij zijn gras niet in het vroege voorjaar kan maaien, terwijl dit het beste gras is. Hetzelfde geldt voor het slootkantbeheer. Als de boer zijn slootkant niet maait, kunnen daar allerlei kruiden groeien. Dit kost hem wel een strook weiland. Daarom is er een regeling getroffen tussen de overheid en de boeren. Als boeren in hun werk rekening houden met de natuur, met zichtbaar resultaat, worden ze hiervoor beloond. Op deze manier is de boer bezig met agrarisch natuurbeheer.
Agrarisch Natuurbeheer Agrarisch natuurbeheer kan op veel manieren invulling krijgen. Een aantal voorbeelden: •
weidevogelbeheer: rekening houden met vogels, met de tijd van broeden, met de nesten, etc.
•
wilgen knotten
•
windsingel: het plaatsen van bomen rond de boerderij, als erfafscheiding, bescherming van het huis en de schuren, beschutting van een boomgaard, leefplaats voor insekten, etc.
•
kleinschalige natuurontwikkeling: aanleg van poelen en terrastaluds
Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 10
Handleidingen
•
slootkantbeheer: het niet bemesten en niet maaien van de slootkanten
De lessenserie gaat voornamelijk over het slootkantbeheer, daarom nog iets meer informatie hierover.
Veel planten langs de slootkant, zoals pinksterbloem, koekoeksbloem, veldzuring, etc., kunnen alleen maar overleven in voedselarme grond. Boeren kunnen verschillende maatregelen nemen om deze slootkant voedselarm te houden.
Bemesten: Als boeren kunstmest strooien op de randen langs de sloot, verdwijnen deze planten, omdat er dan teveel voedsel bij deze planten komt. Daarom is het de bedoeling dat de boer deze slootkant niet bemest. Dit kan bijvoorbeeld door de meststrooier af te stellen.
Baggeren: Ook verdwijnen deze planten als de boer de bagger, die hij uit de sloot haalt, direct langs de slootkant gooit. In deze bagger zit erg veel voeding. Daarom is het voor deze planten beter als de boer de bagger een eind weg het land in spuit. Want de bagger komt dan in het gras terecht en wat extra voeding voor het gras kan geen kwaad.
Hieronder de lijst met 25 plantensoorten die worden beloond. - Vergeet-mij-nietje
Sloten:
(zomp- en moeras-)
Als een boer de rand van de sloot weer recht en netjes wil hebben,
- Moeraswalstro
dan haalt hij met een machine de overtollige planten weg en gooit
- Egelboterbloem
deze op de slootkant. Door deze resten verder het land in te gooien,
- Moerasrolklaver - Water- en akkermunt
verstikken de planten in de slootkant niet. Zo hebben ze meer
- Echte koekoeksbloem
overlevingskans.
- Moeraswederik - Gele lis - Kale Jonker
Afrasteren:
- Waternavel
Als de koeien los lopen in het weiland, is de kans groot dat ze de
- Kattenstaart
bloemen in de slootkant vertrappen. Als de boer daarom een
- Vogelwikke
afrastering plaatst, weet hij zeker dat ze hier niet komen en dat de
- Beekpunge
bloemen blijven staan.
- Dotterbloem - Veldlathyrus - Grote wederik - Moeraspirea
Maaien: De breedte van de slootkant is meestal 1-1½ meter. Als de boer gaat maaien, slaat hij deze rand over, zodat de planten door kunnen
- Brunel - Knoopkruid - Wilde Bertram
groeien en tot bloei komen. Bovendien is dit prettig voor vogels die
- Margriet
langs de sloot broeden, zoals de wilde eend en het waterhoen.
- Moeraskartelblad - Grote ratelaar - Spaanse ruiter
Als de boer met de bovenstaande punten rekening houdt, komen er
- Wateraardbei
plantensoorten terug, die er vroeger groeiden. Voor het zichtbare resultaat kan de boer vergoeding krijgen. Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 11
Handleidingen
Handleiding voor de boer(in) Algemeen De excursie naar uw boerderij wordt gemaakt door tien- en elfjarige kinderen van een basisschool. Deze excursie is een onderdeel van een lespakket over de boerderij en het agrarisch natuurbeheer. Aan deze excursie is een les op school voorafgegaan. Dit betekent dat de kinderen al het een en ander weten over dit onderwerp. Wat de kinderen al weten Hier volgt in grote lijnen wat er op school behandeld is: - de melkveehouderij in het algemeen - het melken - het agrarisch natuurbeheer, waarvan met name het slootkantbeheer De volgende begrippen zijn ter sprake gekomen: Melkveehouderij, kuilgras, gras, hooi, snijmaïs, ligboxenstal, melklokaal, doorloopmelkstal, koeltank, tankwagen, vetgehalte, kruiden, grassen, agrarisch natuurbeheer, voedselarme grond. Ook hebben de kinderen een aantal vragen opgeschreven. Deze willen ze graag aan u stellen. Geef daarvoor de gelegenheid, of beantwoord de vragen tijdens de rondleiding. Doel van de excursie - Het is de bedoeling dat de kinderen zich een concrete voorstelling kunnen maken bij de begrippen die op school behandeld zijn. - De kinderen moeten niet alleen theoretische kennis hebben, belangrijker is het ervaren. Daarom is het ook de bedoeling dat de kinderen actief bezig zijn. Suggesties Hieronder volgt een aantal suggesties die u kunt gebruiken bij het bereiken van de doelstelling. Het zal hierbij voornamelijk gaan om het zien en het ervaren. U hoeft zich niet verplicht te voelen alle punten ook daadwerkelijk uit te voeren. Het zijn slechts tips die u kunt gebruiken om invulling te geven aan deze excursie. zien: Laat de kinderen al vertellend zoveel mogelijk van de boerderij zien en waarnemen. Het is leuk om de kinderen af en toe een vraag te stellen. Over het stellen van vragen komt nog informatie. ervaren: laat kinderen - voer bekijken, voelen en ruiken - zelf de dieren voeren - hooi op de vork nemen - de zuigbeweging van de tepelhouders voelen - dieren aanraken of aaien, bijvoorbeeld een kalfje - kennismaken met de trekker Kortom: probeer er een leuke, afwisselende rondleiding van te maken. Voorbereiding planten zoeken in ‘t weiland Om de weiland-excursie goed te laten verlopen kunt u als boer(in) het volgende doen: - Vooraf 4 vakken van 5 m. Lang en 1 m. Breed uitzetten met stokjes en draad. Vak A en B langs de slootkant en vak C en D midden in het weiland. - De letters duidelijk zichtbaar bevestigen. Gebruik daarvoor eventueel een stuk stevig karton en een viltstift. Het karton aan een stokje prikken of met knijpers vastmaken. - De kinderen gaan de plantensoorten in de vakken tellen en noteren. - Daarnaast kunt u 10 planten langs de slootkant met een genummerd stokje markeren. Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 12
Handleidingen
De kinderen gaan de namen zoeken en opschrijven. Kiest U wel planten die op de zoekkaarten staan? - Maak ook vooraf een lijstje van de 10 gemarkeerde planten, voor uzelf of de leerkracht. - Pluk voor de leerlingen enkele planten en plaats deze in de ontvangstruimte. - Op het werkblad van de leerlingen staat dat zij NIETS mogen plukken in het weiland. Als u het plukken WEL toestaat, wilt u dit dan aan de leerkracht/leerlingen meedelen. Het stellen van vragen Het is belangrijk om te weten dat de kinderen 10 à 11 jaar zijn, omdat dit gevolgen heeft voor uw taalgebruik. Probeer te spreken in de taal van de kinderen, zodat ze begrijpen waar het om gaat. Vaktermen die voor u heel begrijpelijk zijn, kunnen voor kinderen onduidelijk zijn. Probeer daarom deze woorden uit te leggen. Ook in het stellen van vragen moet u rekening houden met de leeftijd van de kinderen. Probeer vragen kort en helder te formuleren. Denk ook aan variatie in de vragen. Hieronder enkele suggesties: - stel denkvragen: Waarom... - stel waarnemings- of vergelijkingsvragen: Wat gebeurt er als.. of: Hoe kun je... - probeer een relatie te leggen met de begrippen die op school behandeld zijn. Ze zien dan meteen hoe het in de praktijk functioneert. Wie doet wat? De groep die op bezoek komt, wordt gesplitst. De ene helft van de klas gaat met u mee, de andere helft gaat het weiland in. Daar maken ze een aantal opdrachten die betrekking hebben op het slootkantbeheer. De leerkracht is hier de leidinggevende. U begeleidt de groep die achterblijft op de boerderij. Als begeleiders kunnen er ouders aanwezig zijn, die helpen bij het vervoeren van de kinderen. Organisatie - De kinderen komen bij u aan op de boerderij. Zorg ervoor dat de kinderen ergens kunnen zitten (denk aan: stoelen, balen hooi, planken, etc.). - Het is leuk als u wat vertelt over uzelf, de boerderij, en het leven van elke dag. - U kunt de kinderen wat laten drinken. - Na een aantal minuten wordt de klas gesplitst, de ene helft blijft achter op de boerderij, de anderen gaan met de leerkracht mee. - Geef de zoekbladen, die de kinderen nodig hebben bij het determineren van planten, mee aan de leerkracht. En geef de leerkracht een lijstje met de genummerde planten. - De rondleiding op de boerderij duurt ongeveer 45 minuten. - Na deze 45 minuten gaat u terug naar de ontvangstruimte. De leerkracht komt ook na 45 minuten terug. Nu kan er gewisseld worden. De groep van de leerkracht blijft achter op de boerderij, de groep die de rondleiding heeft gehad, gaat nu het land in. Ook dit gedeelte duurt 45 minuten. - Er zijn streekgidsen die u extra kunnen ondersteunen tijdens de excursies. Neem daarvoor contact op met Den Hâneker. Veiligheid - Sluit ruimtes waar kinderen niet mogen komen af (bijv. bestrijdingsmiddelenkast). - Laat kinderen niet in het hooi spelen als de omgeving niet veilig is. - Schakel alle machines uit, sluit evt. stroom af. - Zorg dat er niet tegen het mes/zaag van de kuilvoersnijder gelopen kan worden. - Zorg er voor dat de mestkelders afgesloten zijn. - Leg uit hoe het zelfsluitend voerhek werkt. Waarschuw de kinderen dat ze met hun vingers tussen de beweegbare delen terecht kunnen komen. - Let erop dat de kinderen de deuren achter zich sluiten als dat nodig is, om te voorkomen dat er vee los loopt - Laat de kinderen geen rauwe melk drinken, het is niet toegestaan melk zonder verhitting aan te bieden. Als u toch graag melk trakteert, koop dan een paar pakken.
Onderdeel van Lespakket Planten in de Slootkant – Den Hâneker Educatie 13