Lesmateriaal Bloembollen voor basisscholen Inhoud: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Ditjes en datjes Geschiedenis Groei en bloei Leuke bollendingen Onderweg Pimp je huis of school
Ondersteunend materiaal: Flim Passion: http://media.groenkennisnet.nl/P2GPlayer/Player.aspx?path=Overig/Publiek/2012/6/1 3/1/Passion-1.wmv&mediaType=uploads Werkboek voor basisscholen:
1 Bloembollen - Ditjes en datjes Bloembollen, een beroemd product Wat denk je dat iemand uit een ander land van ons land, van Nederland, weet? Veel zal het niet zijn, maar drie dingen zal hij vast wel noemen. Molens, klompen en bloembollen! Vreemd eigenlijk, want dat klopt niet met de werkelijkheid. Heel veel molens zijn in de loop der jaren verdwenen. Zoveel zijn er dus niet meer over. En klompen? Wie loopt er nou nog op klompen? Bijna niemand toch? Alleen bloembollen, die horen echt bij ons land. Al vele jaren. Je ziet ze overal om je heen; het hele jaar door. In de winter staan ze binnen op de vensterbank. De rest van het jaar bloeien ze buiten in tuinen en parken; zomaar in de grond of in grote bloembakken. Dan zijn er nog de bloembollenvelden. Duizenden en nog eens duizenden bollen kun je daar zien bloeien. Veel mensen verdienen hun brood met de handel in bloembollen. Ze worden over de hele wereld verkocht. Het is beslist niet overdreven om te zeggen: Nederlandse bloembollen zijn een beroemd product!
Bollen of knollen? De meeste mensen weten niet dat er bollen, knollen én wortelstokken zijn. Ze noemen ze allemaal bollen. Eigenlijk is dat niet zo gek. Ze worden vaak in dezelfde tijd geplant. Ze worden allebei droog in een zakje of doosje verkocht. Bollen en knollen lijken ook wel wat op elkaar. Alle bollen en knollen zijn gevuld met reservevoedsel om te kunnen groeien en bloeien als ze in de grond gestopt worden. Een wortelstok ziet er wel heel anders uit, maar is een ondergrondse, meestal horizontaal lopende opgezwollen stengel. Het eind van de wortelstok buigt vaak weer omhoog en vormt zo een nieuwe plant.
Tulp=Bol
Dahlia=Knol
Lelietje van Dalen=Wortelstok
Voorjaarsbloeiers De meeste bloembollen zoals tulpen, hyacinten, narcissen en crocussen bloeien in het voorjaar. Kort na de winter staan de planten in de tuin er meestal nog dor bij. Ze hebben tijd nodig om op gang te komen. Heel voorzichtig verschijnt hier en daar een groen puntje. Bij bloembollen gaat dat heel anders. Die zijn er echt vroeg bij. Het lijken wel tovenaars. Je ziet ze haast groeien en voor je het weet springen de knoppen al open. Dan is de tuin vol kleur en dat is een prachtig gezicht na de sombere wintertijd. Je snapt nu wel hoe dat kan. Al het voedsel om te groeien zat immers al in de bol. Bovendien hebben bloembollen maar weinig zon nodig. Daarom hebben ze een grote voorsprong op andere planten in de tuin. Van alle bloembollen hoort er bijna niet één echt in ons land thuis. We zeggen ook wel: ze zijn hier niet inheems. Van oorsprong komen bloembollen bijna allemaal uit streken rond de Kaspische zee, de Zwarte Zee en de Middellandse Zee. De zomers in die verre landen zijn heet en droog. De winters streng. Die winterkou hebben veel bollen nu net nodig. Sterker nog, hoe kouder de winter, hoe sneller de bollen gaan bloeien. Daarom planten we ze in het najaar. De grond is dan nog niet te koud. Dus beginnen de wortels al te groeien. Heel langzaam komt er beweging in de bloembollen. Dan wordt het winter. Het groeien houdt op. De rusttijd is begonnen. In de koude grond wachten de bollen op warmer weer. Dan op een dag is het zover en de eerste groene puntjes verschijnen boven de grond. In het warme voorjaarszonnetje vormen de bollen dan al snel stelen, bladeren en bloemen.
Zomerbloeiers Wist je dat er dat er bloembollen zijn die in de zomer bloeien? Ook de zomerbloeiende bloembollen zoals gladiolen, lelies, dahlia’s en begonia’s planten we buiten. Maar niet in het najaar. Ze kunnen namelijk niet tegen de winterkou, want ze komen van oorsprong uit landen met een tropisch klimaat. Als we ze toch in het najaar zouden planten komt er niets van terecht. Door de vorst zouden ze bevriezen. Daarom worden de zomerbloeiers in het voorjaar geplant. In die tijd kun je ze ook kopen. Veel van die zomerbloeiers zijn niet zo bekend. Er staan in de zomer ook zoveel andere planten in de tuin! De planten die uit bloembollen groeien, vallen daarom niet zo op. Veel mensen weten niet eens dat het bloembollen zijn!
2 Bloembollen - Geschiedenis Bollenhandel Later vertrok Carolus Clusius naar ons land. Hij werd professor aan de universiteit van Leiden en tegelijk de baas over de kruidentuin van de universiteit. De tulpen nam hij natuurlijk mee. Hij deed er allerlei proeven mee. Maar, hoe mooi en hoe zeldzaam ze ook waren, verkopen deed hij ze niet. Op een nacht gebeurde het. Een aantal van zijn mooiste tulpenbollen werd uit de tuin gestolen. Met die gestolen bollen uit Turkije begon de bollenhandel in Nederland!
Een duur cadeautje! De sultan was erg zuinig op zijn tulpen. Alleen aan heel beroemde gasten gaf hij wel eens een paar bollen cadeau. Zo’n beroemde gast was bijvoorbeeld meneer de Busbecq, een edelman uit Vlaanderen, die als gezant naar Turkije was gestuurd. De Busbecq gaf de tulpenbollen weer aan een vriend, een zekere Carolus Clusius. Deze Clusius was hoofd van de kruidentuin van de keizer van Oostenrijk. Daar, in die tuin kregen de tulpen een ereplaats.
Duur en apart De windhandel in tulpenbollen duurde maar kort: 1634 tot 1637. Toen maakte de regering er een eind aan. Sommige mensen waren in die paar jaar schatrijk geworden. Anderen waren minder gelukkig geweest en hadden al hun bezittingen verloren. Het waren rare tijden, maar de belangstelling voor bollen was heel groot geworden. Ook in het buitenland en dat is altijd zo gebleven. Het duurde vele jaren voor er in meer tuinen bloembollen kwamen. Ze bleven duur. Pas zo’n honderd jaar geleden veranderde dat. Maar ook daarna bleven bloembollen nog lange tijd iets aparts. Tegenwoordig is dat heel anders. Bloembollen zijn niet duur meer en ook niet apart. Ze zijn bovendien overal te koop. Daardoor zie je ze nu in bijna elke tuin.
Lelies veroveren de wereld Heel lang waren tulpen, narcissen en hyacinten de belangrijkste bloembollen. Veel mensen denken dat het nog zo is. Er is echter heel veel veranderd. De tulp is nog steeds bloembol nummer één. Bijna de helft van alle bollenvelden staan vol met tulpen. Op de tweede plaats staan lelies, dan komen de narcissen, hyacinten en gladiolen.
Tulpen uit Turkije Onze bekendste bloembol is de tulp. Tulp komt van het woord Tulipa. Dat is Latijn en het betekent: de bloem die lijkt op een tulband. Een vreemde naam? Niet als je weet, dat tulpen al tijdens de Middeleeuwen werden gekweekt en verhandeld in Turkije. En daar droegen de mannen in die dagen een tulband. Vandaar! Wat nou zo aardig is: onze tulpen stammen af van die uit Turkije. Rond 1550 was Turkije een machtig land. In die tijd leefde daar de rijke sultan Soeleiman. Zijn paleistuinen stonden vol met de mooiste tulpen. Hij was tenslotte rijk en rijke mensen hebben veel geld over voor luxe dingen. Daar hoorden ook tulpen bij, want tulpen stonden in hoog aanzien. Je kunt het je nauwelijks voorstellen maar een mensenleven was toen minder waard dan één enkele tulp!
De windhandel in tulpenbollen In het begin konden alleen heel rijke mensen tulpen kopen. Het was dan ook heel deftig tulpen in je tuin te hebben. Vooral gevlamde en gestreepte soorten waren in de mode. En wat gebeurde er? De prijzen schoten omhoog! Heel veel mensen zagen het wel zitten om heel snel veel geld te verdienen. Ze waagden een gokje en gaven soms al hun bezit voor één enkele bol. Of liever gezegd, voor een stuk papier. Daar stond dan op dat je de nieuwe eigenaar was van een tulpenbol. De bol zelf kreeg je niet te zien. Die zat nog ergens in de grond. Soms ook bestond die bol zelfs helemaal niet. Het was de bedoeling om het papier vervolgens weer te verkopen. Natuurlijk met veel winst, want daar ging het om. Er werden belachelijk hoge prijzen betaald. Een bedrag van bijvoorbeeld € 1.800 voor één bol was helemaal niet ongewoon. Voor zeldzame bollen werd soms wel € 6.000 gevraagd! Deze vreemde handel wordt de ‘tulpenwindhandel’genoemd.
3 Bloembollen - Groei en bloei Nieuwe kleuren en vormen Tulpen zijn er in enorm veel kleuren en vormen. En nog steeds komen er nieuwe bij. Elke nieuwe tulp krijgt een eigen naam. Dat kan een fantasienaam zijn. Maar tulpen worden ook wel genoemd naar beroemde zangers, prinsessen en andere bekende mensen. Allereerst wordt gevraagd welke kweker een nieuwe bolbloem heeft en of hij die wil vernoemen naar een bekend persoon. Dat kan voor hem extra geld opleveren, omdat er veel naar deze nieuwe tulp wordt gevraagd, als er veel over wordt geschreven of zelfs op televisie komt. Deze nieuwe tulp heeft eerst nog een nummer en wordt dan gereserveerd bij de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB). Die kijken ook of de naam nog “vrij” is. Daarna wordt er een echt ‘doopcertificaat’ gemaakt, dat bij de “doop” wordt ondertekend door de kweker en de persoon waarna de tulp wordt vernoemd.
Het wordt lente! Tegen het eind van de winter gaat de strolaag er af. Dan zie je de eerste puntjes van de plant boven de grond komen. Langzamerhand wordt het wat warmer. En dan gaat het snel. Zodra de bollen bloeien, worden de bloemen afgesneden (gekopt). Bij de velden zie je dan hopen bloemen liggen. Misschien vind je dat allemaal maar jammer van deze prachtige bloemen. De teler moet wel. Als hij de bloemen er aan zou laten zitten, gebruiken die al het voedsel. Dan blijven de bollen klein en kleine bollen kan hij niet verkopen.
Hoe krijg je nieuwe soort tulp? Stel je voor dat er een hoge gele tulp is. Iedereen vindt de kleur en de vorm prachtig. Maar het is zo jammer, dat de stengel zo slap is. En eigenlijk zou hij vroeger moeten bloeien. Nu is er ook een lage, witte tulp. De vorm is niet zo mooi, maar hij bloeit vroeg. Dan gaat de kweker de twee tulpen kruisen. Een beetje stuifmeel van de ene bloem op de stamper van de andere bloem aanbrengen. Kruisen Tulp Daarna gaat hij er zaad van winnen. Uit het zaad kweekt hij bollen. Na ongeveer vijf jaar gaan die bollen bloeien. Dan is er een kans dat de kweker krijgt, wat hij wilde: een tulp met de goede eigenschappen van de gele én van de witte tulp. In dit geval dus een vroege bloeier, laag en met een mooi gevormde bloem.
Je merkt wel, dat zoiets niet zomaar eventjes gaat. De kweker moet een eerste klas vakman zijn met veel geduld. Anders komt er niets van terecht!
De oogst Na het koppen van de bloemen, staan alleen de stengels en bladeren nog op het veld. Daarin wordt het voedsel voor de bol gemaakt. Als de planten geel zijn geworden, hebben de bloembollen genoeg voedsel opgenomen. Zo tussen half juni en begin augustus worden ze uit de grond gehaald, dit noemen we ‘rooien’. Na het rooien worden de bollen gedroogd en schoongemaakt. Ook worden de jonge bolletjes van de dikke bollen gehaald. Dat schoonmaken noemen we ‘pellen’. De grote, dikke bollen worden verkocht. De kleintjes gaan in het najaar weer de grond in.
Het telen van bloembollen Als de bollenvelden bloeien, gaan veel mensen kijken. Voor de telers zelf zijn de bloemen niet belangrijk. Zij willen alleen maar dikke bloembollen telen. Daar gaat het om. Hoe dikker de bloembol, hoe meer geld hij opbrengt. Geen wonder dat de teler er alles aan doet om het de bloembollen naar de zin te maken. Dat begint al met het klaarmaken van de grond. Het grondwater op de geestgronden zit heel diep. Er kan dus diep worden geploegd. Zo krijgen de bloembollen steeds opnieuw verse grond. Maar er is meer nodig. Mesten bijvoorbeeld, want zoveel voedsel zit er niet in de grond achter de duinen. Daarom gaat er mest of compost door. Dat hebben de bollen nodig om extra groot en dik te worden. Ploegen en mesten is dus belangrijk. Pas als dat klaar is gaan de bollen de grond in. Dat gebeurt in oktober. De telers gebruiken er machines voor. Daarna worden de velden afgedekt met stro of riet. Op die manier worden de bollen beschermd tegen de ergste winterkou. Bovendien kan het zand zo niet wegstuiven.
Waar worden bloembollen geteeld? De telers van bloembollen ontdekten al lang geleden dat de grond achter de duinen erg geschikt is. Bollen hebben namelijk een hekel aan veel water. Daar hebben de zogenaamde geestgronden achter de duinen geen last van. Het regenwater zakt er gemakkelijk door. En het grondwater zit er diep. Bollen houden ook van kalk in de bodem. Dat is op de geestgronden ook al geen probleem. Zo vlak bij de zee zit er veel schelpengruis in de bodem. Heel lang hebben de telers gedacht dat je alleen op deze geestgronden bloembollen kon kweken. Dat is ook zo voor narcissen en hyacinten. Maar later deden ze een belangrijke ontdekking. Tulpen, lelies en gladiolen deden het ook prima op lichte klei. Je ziet nu dan ook in vele andere delen van ons land bloembollenvelden.
4 Bloembollen - Leuke bollendingen Bloemencorso Als hoogtepunt van het bloeiseizoen wordt in de 3e week van april altijd het Bloemencorso van de Bollenstreek georganiseerd. Dit is een optocht van met bloemen versierde wagens. De route loopt van Noordwijk naar Haarlem (40 km) Niet zomaar wordt het corso het gezicht van de lente genoemd, want geen corso kan zich meten met de unieke lentekleuren en geuren die dit omgeeft. Wil je meer weten? Kijk dan op: www.bloemencorso-bollenstreek.nl
Ga zelf eens kijken in Keukenhof April en mei zijn de beste maanden om de bollenvelden te gaan bekijken. Veel mensen brengen dan ook een bezoek aan het prachtige park De Keukenhof in Lisse. In Keukenhof staan voorjaarsbollen centraal. De naam zegt het al: deze bollen bloeien in het voorjaar. Keukenhof is dan ook alleen in die periode geopend. De overige maanden zijn bestemd voor onderhoudswerkzaamheden aan het park, en natuurlijk voor het planten van de bollen, zodat het volgende voorjaar weer een bloeiende kleurenpracht te bekijken is. Speciaal voor kinderen heeft de Keukenhof een leuke route uitgezet, de zogenaamde ‘bollebozenroute’. Door middel van allerlei vragen leer je de Keukenhof heel goed kennen. Voor meer informatie: www.keukenhof.nl
5 Bloembollen - Onderweg Bloementeelt Er worden ook veel bloembollen verkocht aan bloementelers. Dat zijn mensen die bollen kopen om ze in bloei te trekken. Het gaat hierbij dus niet om de bollen, maar om de bloemen. De meeste bloembollen bloeien in het voorjaar. Maar hoe zit het dan met de tulpen die je al met Kerstmis in de winkels ziet? Dat is het werk van de bloementelers. Zij regelen de temperatuur en vochtigheid. Hierdoor bloeien de bollen eerder dan in de tuin. Een deel van de bollen wordt direct in de kas geplant. Een ander deel wordt in kistjes geplant en in een koelruimte weggezet. De bollen hebben dan eerst wat kou nodig, net zoals de hyacinten waarover je eerder gelezen hebt. Als ze genoeg kou hebben gehad, dan worden ze in een warme kas gezet en al snel komt er een bloem uit. Wat gebeurt er met de bollen als de bloemen zijn afgesneden? Die bollen zijn niet meer te gebruiken. Door de snelle groei zijn ze teveel verzwakt. Ze worden weggegooid.
Waar gaan die bloembollen nu naar toe? Heel veel worden er verkocht in het buitenland. Ze kunnen direct worden verkocht aan het bedrijf dat ze uitvoert. Maar er worden ook heel wat bollen op de veiling verkocht. Vooral de landen waar het niet te warm is, kopen veel bloembollen van ons. Dat brengt ons land veel geld op. De regering is dan ook blij met die bloembollenteelt. Veel bloembollen worden aan de tuinliefhebbers verkocht. Die kopen ze in een winkel of tuincentrum. Ook bestellen veel mensen bloembollen uit een prijskrant. Die krant krijgen ze thuis gestuurd. De bollen worden in de tuin of op het balkon geplant.
Bloembollen op reis Een kweker kan natuurlijk niet alle soorten bloembollen op zijn velden hebben staan. Daarom kopen handelaren hun bollen bij verschillende kwekers. Zo kunnen ze toch veel soorten leveren. Veel bollen worden meestal in grote dozen en in kistjes verpakt. In de winkel zie je ze vaak in netjes en in kleine doosjes met mooie plaatjes er op. Dan weet de klant wat hij zo ongeveer kan verwachten. Met bloembollen moet je voorzichtig omgaan. ‘Behandel de bollen als eieren’, zeggen de bloembollenmensen. Een bloembol kan namelijk beschadigen. Natuurlijk mogen er ook geen zieke bollen tussen zitten. Vooral bollen die naar het buitenland gaan, worden
streng gecontroleerd. Zijn ze goed, dan krijgen ze een planten-paspoort. Anders mogen de bollen de grens niet over. Tijdens de reis moeten de bollen natuurlijk ook goed blijven. Vrachtauto’s, vliegtuigen en schepen brengen ze over de hele wereld. Die zijn zo ingericht dat de bollen kerngezond bij de klant komen
6 Bloembollen - Pimp je huis of school De amaryllis is een REUS! De amaryllis is eigenlijk niet het juiste woord voor deze reuzenbol, maar wordt wel door bijna iedereen zo genoemd. De echte naam luidt: ‘Hippeastrum’ (spreek uit hippee astrum) en komt uit de tropische gebieden van Zuid-Amerika. Je kunt hem dus niet buiten planten, maar binnen lukt het prachtig. Je hebt ze in verschillende kleuren: oranje, zalmkleurig, wit. Maar de rode zie je het meest. Weet je wat zo fijn is van de amaryllis? Je kunt hem een lange tijd planten. Wil je de bol heel vroeg in bloei hebben? Dat kan, dan plant je in oktober. Maar je kunt ook later planten. Wel 6 maanden lang. Tot eind april dus! Eigenlijk is een bloembol een klein wonder. Nu wil je natuurlijk wel eens een groot wonder meemaken? Dat kan met het planten van een amaryllis. Heb je ooit wel eens zo’n grote bol gezien? En kijk eens naar die pruik van dikke wortels! Daar moet wel een reuzenbloem uitkomen. Dat zal wel moeilijk zijn, denk je? Mis, helemaal mis! De amaryllis is juist de gemakkelijkste van alle bollen. Wil je weten hoe het gaat? Zet de pot op een warm plekje in het licht. Zolang je niets ziet veranderen geef je weinig water. Komt de stengel te voorschijn, geeft dan wat meer water. Draai de pot elke dag. Dan trekt de stengel niet krom naar het licht. Op een dag zie je de kleur van de bloem door de knoppen heen schijnen. De ‘reus’ onder de bollen gaat bloeien!
Hyacinthen in de winter Je kunt voor hyacinten een pot of schaal gebruiken. Het liefst eentje met een gaatje onderin. Zet de bollen dicht tegen elkaar aan. Dan lukt het beter. 1. Leg wat potscherven op de bodem van de pot. Een laagje grind kan ook. 2. Vul de pot voor een deel met potgrond of aarde. 3. Zet de bollen op de potgrond. De bovenkant van de bollen moet net boven de potrand uitsteken. 4. Vul de pot nu verder met grond. Druk de grond een beetje aan. De ‘neuzen’ van de bollen blijven net boven de grond. 5. Geef zoveel water dat de grond goed nat is. Maak er geen modderbad van.
6. Zet de bollen op een koel donker plekje. Het beste is een temperatuur van ongeveer 9 graden Celsius. Het mag er in elk geval niet warmer zijn dan 13 graden Celsius. En natuurlijk mag het er niet vriezen. Kijk elke week of alles goed gaat. Houd de grond vochtig. 7. Is er bij jullie niet zo’n plekje te vinden? Geen nood. Je kunt de pot met bollen ook buiten ingraven. Zorg dat de bovenkant van de pot ongeveer 10 centimeter onder de grond komt. Water geven hoeft nu niet. Het regent vaak genoeg. 8. Na ongeveer 10 tot 12 weken is het zover. Dan mogen de bollen naar binnen. Zet ze niet direct in het volle licht bij het raam en houd ze zover mogelijk van de verwarming vandaan. Planten trekken naar het licht. Dan groeien ze scheef. Draai de pot daarom elke dag een halve slag. 9. Na een paar dagen mogen de bollen wel in het volle licht. Zorg ervoor dat de grond vochtig blijft. Over een paar weken zullen de bollen bloeien. Je kunt hyacinten ook zonder grond in bloei krijgen. Daarvoor kun je een speciaal hyacintenglas gebruiken. Maar met een gewone jampot gaat het ook wel. Vul het glas met water en zet de bol erop. Zorg ervoor dat het water de bol net raakt. Na een paar dagen zie je de eerste wortels verschijnen. Verzorg de bol net als de bollen in de pot. Je kunt hyacintenbollen op water natuurlijk niet ingraven. Zoek een plekje in een kelder/garage of in kast waar het koel is. Een ander leuk idee is om eerst je eigen bloempot te schilderen. Misschien is er binnenkort wel iemand jarig, die je een pot met bloembollen wilt geven
Bloeiende bollen in de winter Elk najaar worden er overal op de hele wereld ontelbare bloembollen geplant. Niet alleen in de tuin, maar ook op het balkon. Want wie geen tuin heeft, kan natuurlijk bloembakken gebruiken. Ook worden er in die tijd heel wat bloembollen binnen geplant. In potten, schalen of glazen. Zo halen we in de winter een stukje voorjaar in huis. Er zijn soorten die zelfs al in december bloeien. Weet je welke bollen je daarvoor nodig hebt? Hyacinten en narcissen bijvoorbeeld. Hyacinten zijn er in roze, wit en blauw. Narcissen zijn meestal geel, wit en oranje. Deze bollen zijn al rond half september in de winkel te koop; los of verpakt in mooie doosjes.
Narcissen op water De narcis die je het gemakkelijkst in bloei krijgt is de ‘Paperwhite’ (spreek uit peperwijt). Het is een Engels woord, dat ‘zo wit als papier’ betekent. Het lukt met deze bollen altijd en supervlug. Je hebt zelfs geen potgrond nodig. Paperwhites kwamen vroeger alleen uit Israël en Zuid-Frankrijk. Maar nu worden ze ook in Nederland gekweekt. Buiten kun je ze namelijk niet planten. Daar zouden ze bevriezen. Het zijn namelijk echte ‘binnenbollen’. Je kunt ze van begin oktober tot het eind van het jaar gebruiken. Na 4 tot 6 weken bloeien ze en verspreiden een heerlijke geur. 1. Vul een (glazen) schaal voor een deel met grind. 2. Zet de bollen op het grind. De bovenkant van de bollen moet net boven de schaal uitsteken. 3. Vul de schaal voorzichtig met water. Het water mag de onderkant van de bollen net raken. 4. Vul de schaal verder op met grind. Nu staan de bollen lekker stevig. 5. Zet de schaal direct voor het raam. Zo kun je elke dag zien wat er gebeurt. 6. Na een week beginnen de bollen al uit te lopen. Let er op dat je op tijd water bijvult. 7. Het is zover. De trossen met bloemen gaan open. Wat zijn ze mooi! En wat ruiken ze lekker! 8. Houd het water in de gaten, dan heb je ongeveer drie weken plezier van je narcissen. Als de bollen zijn uitgebloeid, kun je ze wegdoen. Paperwhites zullen het tweede jaar niet bloeien.
Bloembollen in bakken Bloembollen kun je heel goed in bakken en potten planten. Die bakken maak je van hout of je kunt er natuurlijk ook een paar kopen of lenen. Zorg ervoor dat er gaten in de bodem van de bakken zitten. Anders kan de grond te nat worden en dan gaan de bloembollen rotten. Verder heb je wat potscherven (of grind) en aarde nodig. De potscherven of het grind leg je in een laag op de bodem van de bak. Daaroverheen komt een laag potgrond of aarde. Leg hier nu eerst de bollen op die het laatst bloeien zoals tulpen. Dek deze tulpen af met weer een laag potgrond. Leg hierop de bollen die wat eerder bloeien dan de tulpen, zoals narcissen of hyacinten. Dek ook deze bloembollen weer af met een laag potgrond. Als laatste leg je bollen neer, die als eerste gaan bloeien, zoals blauwe druifjes (Muscari) of crocussen. Zo krijg je allerlei verschillende lagen met bloembollen, die achter elkaar in bloei komen. Weet je hoe ze dit ook wel noemen? Een ‘lasagne’ beplanting. Deze manier van planten zorgt ervoor dat je heel lang plezier beleeft van je bloembollenbak.
Bloembollen in de tuin In de tuin kunnen bloembollen op veel plaatsen geplant worden, in het gras, onder en tussen de struiken, en tussen andere kleinere planten. Om de bollen te kunnen planten maak je eerst de grond wat los. Daarna graaf je een plantbed. Dat is een soort gat met een vlakke bodem. Het gat is overal even diep. Alle bollen van dezelfde soort zet je in het plantbed. Niet stijf op een rij, maar in groepjes. Dat staat veel natuurlijker. Hoe diep je de bollen moet planten en hoe ver uit elkaar kan je zien in onderstaand lijstje: Soort Plantdiepte Afstand tussen de bollen Narcis 15-20 cm 15 cm Tulp 10-15 cm 10 cm Crocus 10 cm 8 cm Hyacinth 20 cm 15 cm Sneeuwklokje 5-10 cm 5-8 cm
Als het planten klaar is, bedek je de bollen met de uitgegraven aarde. Schrijf de naam van de bollen op een steeketiket. Steek het etiket in de grond bij de bollen. Nu weet je ook over een poosje nog waar je de bollen hebt geplant. Gaat het erg hard vriezen, bedek de plantbedden dan met een laag dor blad. Het is misschien ook een leuk idee om samen met je klas bollen te planten rondom de school, in een schooltuin of in bakken bij de school. In het voorjaar staat jullie school er dan fleurig bij. Vanaf september zijn er bollen te koop in tuincentra, supermarkten, en zelfs in warenhuizen.