Communicatie
LenteBericht van Buiten Crisis baart zorgen Het merendeel van de Nederlanders maakt zich zorgen over de economische crisis; vooral over de werkgelegenheid op korte termijn. Er komen immers zichtbaar meer mensen op straat te staan. De crisis zal nagenoeg iedereen financieel gaan raken, zo is de verwachting, het aanvullend coalitieakkoord van 25 maart lost dat niet op. Er is nog geen meerderheid voor de meest structurele maatregel van het akkoord, de hogere AOW-leeftijd. Mensen vertrouwen erop dat de crisis niet lang zal duren, hooguit twee jaar. In de tussentijd letten consumenten vast op hun portemonnee: een derde is meer of juist minder gaan sparen en de helft is gaan bezuinigen.
Bezorgdheid over economische crisis Tweederde maakt zich zorgen, vooral over werk en rondkomen Bijna zeven op de tien Nederlanders is half maart bezorgd over de economische crisis. Deze zal immers een groot effect hebben op Nederland, zo verwacht een even groot deel van de bevolking (69%). Zorgen zijn er vooral over werk en rondkomen, en in verhouding iets minder over hypotheken en pensioenen (zie verder). Een derde maakt zich niet zo druk om de crisis. Het consumentenvertrouwen is in maart gedaald naar een nieuw dieptepunt, meldt het CBS. Vooral de directe toekomst zien mensen somber in. De arbeidsmarktverwachtingen drukken daar zwaar op. Ook andere onderzoeken bevestigen deze resultaten: tweederde van de burgers verwacht een ongunstige economische ontwikkeling. Toch maken mensen zich in verhouding meer zorgen over andere maatschappelijke problemen: criminaliteit en veiligheid, en de manier waarop Nederlanders met elkaar omgaan. Bovendien heeft de crisis ook positieve kanten: ‘blingbling en gebakken lucht’ hebben afgedaan, welzijn gaat weer boven welvaart (SCP). Historische economische krimp De Nederlandse economie is het vierde kwartaal van 2008 gekrompen met 0,6% (CBS). De situatie is verslechterd, zoals ook uit alle media valt op te maken. Het CPB kondigt half maart een economische krimp aan van 3,5% voor 2009: “Nederland verkeert in een diepe recessie”. Voor volgend jaar voorspelt het planbureau een krimp van slechts ¼%.
Pas in het volgende Bericht van Buiten kunnen we zien hoe die zorgen zich ontwikkelen. Deze vraag is in maart 2009 voor het eerst gesteld. Dit geldt voor meer resultaten in deze nieuwsbrief.
April 2009 Inhoud - Bezorgdheid over economische crisis - Weinig draagvlak voor hogere AOW-leeftijd - “Crisis gaat mij ook raken” - Minder somber over banen in toekomst - Rumoer rond pensioenen - Geen extra armoede door crisis volgens burgers Hoe denkt de samenleving over SZW-onderwerpen als werk gelegenheid, sociale zekerheid, inkomen en de combinatie van werk en privé? Deze nieuwsbrief bundelt resultaten uit opinieonderzoek, berichtgeving in de media, reacties van burgers bij SZW, en andere relevante bronnen zoals het CBS. Deze keer: de periode januari tot en met maart 2009. Let op: het opinieonderzoek is half maart gehouden, ná de CPB-aankondiging van eco nomische krimp en vóór het crisisakkoord van het kabinet.
Mensen merken dat er crisis is, in ieder geval in de media Volgens burgers in de SCP-focusgroepen kloppen de media de crisis op: “Als ik het nieuws niet volg, merk ik er niets van.” Toch constateren ze ook dat de crisis dichterbij komt: “Iedereen heeft het gevoel dat het bij de buren is.” Sommigen ondervinden de gevolgen aan den lijve of in de nabije omgeving: een op de vijf mensen kent iemand die ontslagen is, en van een even grote groep wordt het pensioen (van henzelf of familielid) bedreigd. Wat merkt u op dit moment (half maart 2009) van de crisis? Ik lees of hoor erover in de 61% media Ik ken iemand die ontslagen 22% is 19% Mijn pensioen of dat van familielid wordt bedreigd 15% Ik merk er niets/niet veel van 10% Het gaat slecht met het bedrijf waar ik werk 5% Ik raak mijn baan misschien kwijt 2% Ik heb minder/geen werk in mijn bedrijf/beroep 2% Ik ben mijn baan kwijt Ik krijg minder salaris/ inkomsten
1%
Bron: SZW-opinieonderzoek
Crisisaanpak van overheid onvoldoende bevonden Burgers geven de overheid een onvoldoende (rapportcijfer 5,3) voor de aanpak van de crisis. Dit deden zij overigens vóór het kabinet op 25 maart 2009 het maatregelenpakket presenteerde. De helft van de bevolking denkt dat de overheid niets onderneemt om noodlijdende bedrijven te helpen, of heeft geen idee welke maatregelen er genomen worden. De anderen weten vooral van de extra subsidies en financiële steun, en van de regeling voor werktijdverkorting (wtv). Minder bekend zijn de deeltijd-ww, scholing en mobiliteitscentra. Ook op de dag dat het crisispakket bekend wordt, zijn de reacties
kritisch, weten we uit TNS NIPOonderzoek. Dat de regering ingrijpende maatregelen moet nemen om de problemen te bestrijden, wordt wel erkend (door 87% van de Nederlanders). Twee op de drie Nederlanders (66%) hebben er echter weinig vertrouwen in dat het gepresenteerde crisispakket van de regering een goede oplossing zal blijken voor de financiële problemen. De overige 29% heeft wel vertrouwen in het akkoord. Het akkoord wordt in de media lauw ontvangen (“dun, weinig verrassend, laat”), maar “compromissen zijn onvermijdelijk”. Duidelijk is dat er moeizaam is onderhandeld over de aangekondigde onorthodoxe maatregelen, zoals de hogere AOW-leeftijd (zie verder): “Donner wil bezuinigen, Bos wil uitgeven”. De invloed van de sociale partners roept veel vragen op. De oppositie voelt zich erdoor buitengesloten en spreekt van “het Jongerius-akoord”. Vertrouwen in kabinet nog altijd groter dan vóór de crisis Sinds het begin van de crisis oordeelt de bevolking positiever over het kabinet. In december kreeg bijvoorbeeld het koopkracht- en werkgelegenheidsbeleid van het kabinet meer
bijval dan in september. In februari 2009 heeft 61% van de mensen vertrouwen in de Tweede Kamer en 59% in de regering (SCP). Dat beeld is redelijk constant gebleven, terwijl het vertrouwen in vakbonden en vooral grote ondernemingen zoals banken juist afnam. Eind maart blijkt het vertrouwen in het kabinet iets kleiner geworden (het rapportcijfer 6,3 van februari werd in maart een 5,6 volgens Intomart GfK). Het kabinet wordt gebrek aan creativiteit, moed en leiderschap verweten. Desondanks is er nog wel meer vertrouwen dan voor de crisis. “Laat begrotingstekort maar oplopen” Door de crisismaatregelen kan het gat in de begroting groter worden. Is dat erg? 44% vindt van niet, 38% vindt van wel, en 18% heeft er geen mening over. Er lijkt dus redelijk wat ruimte voor stimuleringsmaatregelen. En wat moet er met de lonen gebeuren? Als alles duurder wordt, moeten de lonen ook stijgen, vindt bijna de helft van de Nederlanders. Toch vindt een derde het acceptabel als de lonen bevroren worden. Al in februari roept Donner daartoe op, en wordt dat voorpaginanieuws.
“Jeugd mag niet de dupe worden…” Uit het SZW-opinieonderzoek spreekt grote zorg voor de jeugd: komt die nog aan een baan? Krijgt die voldoende kansen als ouderen langer werken? Gaat een hogere AOW-leeftijd niet ten koste van de werkgelegenheid voor jongeren? Volgens burgers zijn jongeren na mensen die door de crisis hun baan verliezen, de eerste groep waarop de overheid zich moet richten. Dat de crisis jongeren gaat treffen, staat begin maart ook uitgebreid in de media. Politieke jongerenorganisaties en FNV Jong domineren het nieuws, meer dan de bewindspersonen. De 250 miljoen voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid is een nevenonderwerp. Wel wordt opgemerkt dat staatssecretaris Klijnsma met de Wet Wij jongeren die geen werk kunnen vinden, een stage of een leerwerkplek wil garanderen.
“… ook Wajongers niet” Zelfs in deze crisistijd moeten organisaties jongeren met een beperking aannemen, vinden mensen. Als het bedrijf er maar geen geld op toe hoeft te leggen, zegt 50%; zelfs als het hun geld kost, zegt 38%. Dit beeld komt overeen met dat in maart en september 2008. Wel denken minder mensen dan voorheen dat er bij hen in het bedrijf banen zijn waar deze jongeren aan de slag zouden kunnen. Er zijn immers minder vacatures. Het principe blijft echter overeind: Wajongers moeten de kans krijgen werkervaring op te doen.
Minderheid voor hogere AOW-leeftijd Verdeeldheid over de AOW-plannen De meerderheid van de bevolking is het niet eens met de voorgestelde verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar. De precieze percentages verschillen, vermoedelijk afhankelijk van de methode van onderzoek. In het SZW-opinieonderzoek (half maart) is 67% tegen de maatregel (13% voor, en de rest neutraal). In onderzoek van TNSNIPO is 52% tegenstander (en 45% voorstander, en weinig mensen neutraal). Dit is gemeten op 25 maart, maar komt overeen met hun resultaten van half februari. Het draagvlak voor een hogere AOWleeftijd is volgens beide onderzoeken niet groot, maar een absoluut taboe lijkt de maatregel toch niet meer. Voorheen gold een AOW-ingreep nog als ‘politieke zelfmoord’. “We hebben recht om te stoppen met 65 jaar” Vóór de hogere AOW-leeftijd pleit volgens ondervraagden dat mensen tegenwoordig langer leven en dat sociale voorzieningen daarmee in de toekomst betaalbaar kunnen blijven. Tegenargumenten zijn dat mensen er recht op hebben op hun 65e te stoppen, als ze al veertig dienstjaren hebben of als ze het werk lichamelijk niet meer aan kunnen. Het generieke karakter van de maatregel lijkt dus een bezwaar. De meeste weerstand zit bij 35- tot 54-jarigen (meer dan bij jongeren of ouderen). Degenen die de AOW-leeftijdsverhoging echt onbespreekbaar vinden, geven de voorkeur aan fiscale stimulering van bedrijven, investeringen in duurzame projecten en beperking van de hypotheekrenteaftrek. Al in februari melden de kranten dat de hogere AOW-leeftijd een reële optie is om het financieringstekort binnen de perken te houden. Eind maart is de AOW hét onderwerp van gesprek in de berichtgeving over het crisispakket van de regering. Het wordt de enige serieuze en structurele maatregel uit de plannen genoemd, maar de uitwerking ontbreekt. Bovendien is er onduidelijkheid over de status van het besluit. Nu de SER met een alternatief mag
Moeten we ouderen zoveel mogelijk aan het werk houden? Ja, zegt 36% van de mensen, want:
Nee, zegt 28% van de mensen, want:
- dan is hun kennis en ervaring te benutten - het moet mogelijk zijn om door te werken als ze dat willen/kunnen - dat scheelt geld
- ze hebben recht om te genieten van hun oude dag - jongeren moeten ook een kans krijgen op een baan - ze moeten kunnen stoppen als werken fysiek niet meer lukt
Bron: SZW-opinieonderzoek
komen voor de verhoging, lijkt het erop dat de “AOW-bom wordt doorgeschoven naar het najaar”. Naar aanleiding van de mediaaandacht komen bij Publieksinformatie van SZW kritische reacties binnen: “Mijn schoonvader was vrachtwagenchauffeur en was blij dat hij met de VUT kon. Die had z’n 65e al niet eens gehaald”. Ook worden alternatieven aangedragen, zoals het eenmalig overslaan van het vakantiegeld voor iedere AOW’er met een aanvullend pensioen. Argument van vergrijzing werkt niet echt De vergrijzing wordt steeds minder als een groot probleem gezien voor Nederland. Nog maar een kwart van de mensen vindt het in maart 2009 problematisch; bijna twee jaar geleden was dit nog 39%. De meesten vinden de steeds ouder wordende bevolking slechts een klein of tijdelijk probleem. Het vergrijzingsargument zet het plan voor een hogere AOW-grens op dit moment dus weinig kracht bij. De belangrijkste reden waarom de vergrijzing geen belangrijk probleem wordt gevonden, is dat er genoeg jongeren bijkomen, waardoor het evenwicht zich vanzelf herstelt. De vergrijzing levert bovendien ook werk op, zeggen ze, zoals in de zorg. Aan de andere kant: de vergrijzing kost geld en betekent een zwaardere belasting voor het sociale stelsel. Dubbel zoveel ouderen over dertig jaar Het aantal inwoners van 65 jaar of ouder stijgt van 2,4 miljoen eind 2008 tot zo’n 4,5 miljoen in 2040. Dat is bijna een verdubbeling. Op dit moment vormt de groep ouderen 15% van de Nederlandse bevolking; over dertig jaar zou dat 26% zijn. (CBS)
Mensen zelf van plan met 64 jaar te stoppen Gemiddeld zijn mensen van plan om te stoppen met werken als ze 64,2 jaar zijn. Dit is ongeveer vergelijkbaar met eerdere metingen. Wel lijkt er langzaam meer steun te komen voor doorwerken tot 65 jaar (of ouder). 47% vindt dat mensen op hun 65e moeten kunnen stoppen, en 6% denkt aan ouder dan 65 jaar. Eind 2006 kwam ‘65 jaar of ouder’ nog maar uit op 27%, waar dat nu dus samen 53% is.
“De crisis gaat mij ook raken” Financiële voorspoed zit er niet in De lijn van de verwachte inkomensontwikkeling gaat steeds verder naar beneden. Slechts 6% van de Nederlanders verwacht dat de meeste mensen er dit jaar financieel op vooruit zullen gaan. Dit is weer duidelijk minder dan vorig kwartaal (11% in december 2008). Over hun eigen financiële situatie zijn ze – zoals altijd – optimistischer dan over die van andere Nederlanders. 17% (het blijft een kleine groep) denkt dat het komend jaar financieel beter wordt voor zichzelf. De ruime meerderheid verwacht echter geen verbetering, ook niet voor anderen. Volgens het SCP is de waardering voor de eigen financiële situatie nog steeds ruim voldoende (met het rapportcijfer 6,9 begin 2009 onveranderd ten opzichte van 7,0 begin 2008). Gepensioneerden maken zich in verhouding de meeste zorgen over hun portemonnee.
100%
Overheid mag consumenten beperkingen opleggen
80%
eigen financiële situatie
60%
financiële situatie van de meeste mensen
40%
20%
0% mrt-'06 mei-'06
sept'06
dec-'06 mei-'07
sept'07
dec-'07 mrt-'08 mei-'08
sept'08
dec-'08 mrt-'09
Figuur 1: Verwacht u dat de financiële situatie van de meeste mensen en van uzelf er het komende jaar op vooruit zal gaan? (in % ‘ja’) Het zal er financieel niet beter op worden de komende tijd, is de inschatting van de bevolking. Bron: SZW-opinieonderzoek
Crisis van invloed op eigen inkomsten Slechts 10% van de mensen denkt dat de crisis geen invloed zal hebben op hun inkomsten. De anderen denken van wel (35% verwacht een kleine invloed, 24% een grote invloed, en de rest zit ertussenin). Dit blijkt uit het SZW-opinieonderzoek van half maart 2009. Het spreekt ook uit brieven en mails die burgers aan SZW schrijven: “Lonen worden bevroren, de energiekosten en de OZB stijgen, en de consument wordt aangespoord om te blijven consumeren! Hoe kan Nederland zich door de recessie slaan als de koopkracht blijft dalen?” Er is in het SZW-onderzoek ook specifiek gevraagd naar de koopkrachtontwikkeling. De helft van de mensen verwacht dat de koopkracht van Nederlanders zal dalen; de andere helft denkt dat die gelijk blijft of zelfs zal stijgen. Feitelijk stijgt de koopkracht dit jaar volgens het CPB met 2% doordat de inflatie aanzienlijk lager uitkomt dan waar de CAOonderhandelaars van uitgingen. Minder tevreden met koopkrachtbeleid Er wordt in de ogen van de bevolking te weinig ondernomen om de koopkracht te waarborgen: 44% vindt dat de regering onvoldoende doet, 11% dat de regering voldoende doet. De steun voor het beleid loopt daarmee terug, na een stijging in het laatste kwartaal van 2008. Desondanks valt de onvrede mee in vergelijking tot vóór de crisis (in mei vorig jaar was nog 68% ontevreden).
Bevolking past spaar-, leen- en koop gedrag aan De crisis heeft een zichtbaar effect op het spaar- en leengedrag van burgers. De invloed werkt twee kanten uit: 24% is mínder gaan sparen, 9% is juist méér gaan sparen sinds de economische malaise. De eerste groep houdt vermoedelijk minder over, de tweede groep houdt er rekening mee dat er magere tijden aanbreken. Ook bij lenen doet zich zoiets voor: een deel (4%) lost minder af op zijn lening, een ander deel (3%) lost juist meer af. Verder is 7% vanwege de crisis geen nieuwe lening aangegaan. Het merendeel van de Nederlanders meldt dat hun spaar- en leengedrag nog hetzelfde is.
Nederland haalt de broekriem aan
Het grootste deel van de Nederlanders vindt het terecht als de overheid te grote schulden van consumenten probeert tegen te gaan. 75% vindt dat de overheid de mogelijkheden om rood te staan mag beperken, en 80% dat de mogelijkheden om te lenen beperkt mogen worden. Dit komt niet zozeer door de crisis; ook in september vorig jaar stond het merendeel achter deze maatregelen. De steun lijkt wel iets groter te zijn. (SZW) Veel Nederlanders passen bovendien hun uitgavenpatroon aan als gevolg van de crisis: de helft is zuiniger gaan leven. Een derde bezuinigt op grote uitgaven, en ook een derde op kleine uitgaven. Sinds januari is dit bezuinigingsgedrag stabiel, weten we uit andere metingen. Aankoopbesluiten worden uitgesteld (Intomart GfK), vooral over een nieuwe koopwoning, nieuwe auto’s, meubels, pensioenstortingen en computers, en ook wordt er geminderd met uitgaan, kleding en luxe-artikelen. Het CPB voorziet dat consumptieve bestedingen door huishoudens komend jaar met (slechts) ½% dalen.
CBS: er zijn meer banen dan ooit
Wist u dat… … jongeren optimistischer zijn over de crisis dan anderen? Ze zien de economie, de koopkracht en hun eigen financiën niet zo zwaar in. Ook vinden ze een begrotingstekort niet zo erg. (SZW) … hoogopgeleiden de hogere AOW-leeftijd in verhouding acceptabeler vinden? Dit geldt ook voor veelverdieners en CDA- en VVD-stemmers. (TNS NIPO) … er meer vragen binnenkomen bij SZW over de mogelijkheid om het tegoed op de levensloopregeling op te kunnen nemen? Een link met de crisis lijkt aannemelijk, maar is niet direct te leggen. (Publieksinformatie) … w w’ers gemakkelijker uit een uitkeringssituatie komen dan bijstandsgerechtigden? Ook jongeren en mannen met een uitkering maken meer kans een baan te vinden. (CBS) … het aantal vacatures het vierde kwartaal van 2008 scherp gedaald is? Het aantal niet-vervulde functies nam met 54.000 af tot in totaal 198.000. (CBS)
Minder somber over banen in toekomst Weinig vertrouwen in beschikbaarheid van banen Het gaat niet goed met de werkgelegenheid in ons land, koppen de kranten. 29% van de bevolking denkt dat er op dit moment voldoende banen zijn. In december 2008 was dit nog 36%, en in september 2008 zelfs nog 64%, zoals figuur 2 laat zien. Een derde geeft aan dat dit de reden is dat werkzoekenden niet aan de bak komen (een drie keer zo grote groep als voorheen). Minister Donner is half januari de eerste minister die massaontslagen in het verschiet ziet liggen. Hij breektdaarmee met de eerdere uitingen van het kabinet om de crisis niet groter te maken dan die is.
Donner verlengt tot twee keer toe de werktijdverkorting en ziet de oplossing in de bemiddeling van werk naar werk, in scholing en ook in deeltijdwerkloosheid, aldus de media. Vertrouwen in toekomstige werkgelegenheid komt terug Meer burgers dan vorig kwartaal geloven dat het op termijn weer beter gaat met de werkgelegenheid. Dat vertrouwen liep sterk terug (in september 2008 dacht nog 51% dat er in de toekomst genoeg banen zouden zijn, in december was dat afgenomen tot 25%), maar trekt nu weer aan (tot 42%, zie figuur 2). Dit komt vermoedelijk doordat mensen verwachten dat de crisis niet zo heel lang zal duren, zo’n twee jaar.
100%
80%
genoeg banen op dit moment genoeg banen in de toekomst
60%
40%
20%
0% sept-'08
dec-'08
mrt-'09
Figuur 2: Zijn er genoeg banen beschikbaar op dit moment en in de toekomst? (in % ‘ja’) Half maart 2009 is het slecht gesteld met het aantal banen volgens de bevolking, maar de toekomst ziet er rooskleuriger uit. Bron: SZW-opinieonderzoek
De economische krimp heeft geleid tot meer werklozen en minder vacatures. Het aantal banen onder werknemers is alleen niet afgenomen; er kwamen het laatste kwartaal van 2008 zelfs 100.000 banen bij. Ook begin 2009 zet de groei door, al is die wel wat vlakker. De groei deed zich voor in de handel, het onderwijs, de cultuursector en de zorg. Tegelijkertijd loopt de werkloosheid op, na een jarenlange daling (CBS). De geraamde werkloosheid is 5½% van de beroepsbevolking in 2009 en zelfs 8¾% in 2010 (CPB). Dit aandeel is wel lager dan in de rest van Europa..
Arbeidsparticipatiebeleid moet zich richten op ontslagenen en jongeren Het kabinet doet onvoldoende om mensen aan het werk te houden, zegt 41% van de bevolking. Het aandeel critici lag de afgelopen twee jaar steeds duidelijk hoger. Dit betekent niet automatisch dat méér mensen vinden dat het kabinet er vóldoende aan doet (de tevredenheid daalde juist van 32% vorig kwartaal naar 21% nu). Vooral de groep mensen zonder mening is in verhouding groter geworden (38%). Wellicht kunnen mensen minder goed inschatten wat het kabinet doet aan banenbehoud. Op welke groepen moet de overheid zich richten in het arbeidsparticipatiebeleid volgens de bevolking? Vooral op degenen die door de crisis hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen (36%) en op jongeren (33%). Allochtonen, deels arbeidsgeschikten en ouderen krijgen minder prioriteit. Scholing kan uitkomst bieden Door voortdurende scholing kunnen mensen gemakkelijker een baan vinden of van functie veranderen. Die overtuiging is er ook onder het publiek. Nu het slechter gaat met de werkgelegenheid, wordt die overtuiging echter wel op de proef gesteld: in september 2008 geloofde 71% in de kracht van scholing, in maart 2009 is dat afgenomen tot 61%. De
In het nieuws: wtv en acceptatieplicht in de ww Er wordt uitvoerig bericht over de verscherping van de acceptatieplicht: werklozen die langer dan een jaar ww ontvangen, worden vanaf 1 juli verplicht elke baan te accepteren die ze aangeboden krijgen. Ook als je hoger opgeleid bent, en daardoor minder gaat verdienen. Hierop wordt in de publiciteit verontwaardigd gereageerd. De SP verwijt minister Donner kennis te vernietigen door ingenieurs te verplichten tomaten te gaan plukken. Donner constateert daarop dat de SP “met een zeker dedain praat over werk in de kassen”. Het eerste kwartaal van 2009 is ook de wtv nog prominent en succesvol in het nieuws, inclusief de bijbehorende scholing en detachering. Alleen al in de metaalsector gaat het om 20.000 mensen. Bij de sluiting van de wtvregeling (op 21 maart) zijn er 849 aanvragen voor de regeling toegewezen, voor bij elkaar 761.678 uur werktijdverkorting. Afgaand op de vragen bij Publieksinformatie zijn veel bedrijven dit kwartaal op zoek naar informatie over de opvolger van de wtv: de deeltijd-ww. De pagina over deeltijd-ww op szw.nl wordt ook veel bezocht.
Rumoer rond pensioenen
overheid moet de opleidingen betalen, vindt de helft van de mensen. Anderen vinden dat het voor eigen rekening komt om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten (39%), en 15% wijst naar de werkgever die iemand ontslaat. Er wordt dus betrekkelijk weinig verantwoordelijkheid voor om- of bijscholing bij de werkgever gelegd. Waarom zou scholing niet helpen? Omdat werkervaring belangrijker is dan scholing, zeggen ze, en omdat er te weinig vacatures zijn. Dit laatste argument werd in september 2008 nog nauwelijks gebruikt, en nu door 13% van de mensen. Zoals we al eerder zagen: iedereen is ervan doordrongen dat de banen niet meer voor het oprapen liggen.
Werkzoekenden moeten wat over hebben voor een baan Je moet wel bereid zijn om je te laten bijscholen voor een baan, stelt 83%. Ook in een ander beroep gaan werken moet bespreekbaar zijn (69%), functies accepteren waarvoor je niet opgeleid bent (60%) of langer reizen naar je werk (56%). Verhuizen voor een baan voert te ver; slechts 20% vindt dat werkzoekenden daartoe bereid moeten zijn. De flexibiliteit wordt niet alleen aan anderen opgelegd, ook aan zichzelf. Als mensen zich voorstellen dat ze zelf ontslagen zouden worden, oordelen ze redelijk vergelijkbaar over de benodigde bereidheid. Ongeveer de helft denkt overigens redelijk snel (binnen een jaar) weer een nieuwe baan te vinden, mocht het ze overkomen.
Informatie gewenst over pensioenontwikkelingen In januari 2009 verschijnen veel sombere verhalen over de vermogens van pensioenfondsen in het nieuws. ABP en PFZW gaan de pensioenen niet indexeren, de hersteltermijn voor pensioenfondsen wordt verlengd, en de pensioenpremies gaan mogelijk omhoog. De media zijn de spreekbuis van verontruste gepensioneerden: “Korten op de pensioenen zou diefstal zijn, de overheid moet de fondsen redden”. De Telegraaf krijgt net als SZW veel telefoontjes en organiseert daarop de actie ‘mailen met Donner’ op 25 februari. Het ministerie beantwoordt via dit ‘pensioenspreekuur’ ongeveer 2.000 vragen van Telegraaf-lezers. Onderzoek bevestigt de informatiebehoefte: tweederde van de mensen wil geïnformeerd worden over de pensioenen en de koopkrachteffecten (MijnOpinie.nl).
Opstand onder pensioengerechtigden Ook bij Publieksinformatie is die informatiebehoefte merkbaar. Verder leiden de pensioenontwikkelingen tot felle reacties, zeker in combinatie met de verontwaardiging over de bonussen bij banken: “Ik heb tot mijn 61e gewerkt in de bouw en moet nu meemaken dat mijn pensioen voor vijf jaar wordt bevroren. En dat terwijl pensioenfondsen in de goede tijd met ons geld hebben gegokt. Ik vind het onterecht dat die slechte dekkingsgraad op ons wordt afgewenteld. Desnoods springt de regering maar bij, dat kan men beter doen dan bij de banken, waar te veel geld naar de graaiers gaat.” De toonzetting in de e-mails over de pensioenen wordt steeds minder diplomatiek. Strekking: banken worden geholpen, wij niet. De schrijvers verwachten dat de minister de indexering afdwingt. Ze klagen er ook over dat pensioenfondsen niet (meer) meewerken aan waardeoverdracht van het pensioen als gevolg van de crisis. “Waarom moet Jan met de pet bloeden voor de fouten van de hoge heren?” 62% van de mensen is bezorgd over de waarde van hun pensioen, aldusMijnOpinie.nl. Dat was in eerdere peilingen minder. Ook in het SZWonderzoek (zie eerder in tabel) zagen we dat een vijfde van de mensen hun
eigen pensioen of dat van een familielid onder druk ziet staan.
Geen extra armoede door crisis volgens burgers “Niet meer armoede door crisis” De crisis leidt in de ogen van burgers niet tot meer armoede. Volgens driekwart (73%) komt er wel armoede voor in Nederland, maar eerder lag dit percentage hoger. Vooral minima met kinderen hebben problemen om rond te komen, is de inschatting. Dit was voor de crisis ook zo. De armoedebestrijding van de overheid is nog steeds onder de maat, vinden Nederlanders. Gemiddeld geven ze het overheidsbeleid – conform eerdere peilingen – het rapportcijfer 5,1. Wel denken weer iets meer mensen dat onze sociale voorzieningen voldoende bescherming bieden, namelijk 49% (en dat was in september 2008 44%). Anderen vinden de uitkeringen te laag en/of het leven te duur. Dit argument komt veel vaker voor dan voorheen. Veel minder vaak denken critici van het huidige stelsel dat het geld terecht komt bij de verkeerde personen.
Uitkeringen fraudebestendiger Dit strookt met het beeld van de toegenomen fraudebestendigheid. Sinds mei 2007 denken steeds minder mensen dat het makkelijk is om te frauderen met sociale voorzieningen. Er lijkt sowieso meer vertrouwen in een gestroomlijnd uitkeringsproces: 46% van de mensen denkt dat het de regering lukt om de administratieve lasten voor burgers en bedrijven op dit punt te verminderen. In september 2008 had nog maar 31% van de mensen daar vertrouwen in. Dit najaar is hier veel over te doen geweest in de pers; mogelijk heeft dat tot een gunstiger oordeel geleid. De sociale zekerheid is er voor mensen met een laag inkomen, meent 66% van de bevolking, en ook voor mensen die geen werk kunnen vinden (11%). Deze beide percentages zijn het afgelopen half jaar flink gestegen. In september 2008 vonden ze vooral dat de voorzieningen bedoeld zijn voor mensen die zich niet kunnen redden.
Waar of niet waar? De Nederlandse economie groeide in 2008 met 2%. Waar. Op jaarbasis was er sprake van groei, hoewel vooral het laatste kwartaal de economische bedrijvigheid fors terugliep. (CPB) Er in 2008 meer kinderen zijn geboren dan het jaar ervoor. Waar. In 2008 werden 185.000 kinderen geboren; 3.000 meer dan in 2007. In 2009 wordt door de conjunctuur weer een daling verwacht. Het aantal Nederlanders groeit overigens vooral door de toegenomen immigratie. (CBS) De werkloosheid onder vrouwen is gedaald. Waar. De werkloosheid onder vrouwen daalde in de periode december 2008 tot en met februari 2009 met 26.000. Onder mannen is de werkloosheid juist 19.000 hoger. Vooral sectoren waar mannen werken worden door de crisis getroffen. (CBS) Door de crisis en de oplopende werkloosheid laten mensen de sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders los. Niet waar. Net als eerder is ongeveer tweederde het eens met de afschaffing van de sollicitatieplicht voor eenoudergezinnen met jonge kinderen. (SZW) Het aantal bijstandsuitkeringen is in het vierde kwartaal van 2008 in de vier grote steden gestegen. Niet waar. Juist gedaald. In andere grote gemeenten deed zich wel een stijging voor, zoals in Almere, Apeldoorn, Emmen en Haarlemmermeer. (CBS)
Colofon Bericht van Buiten is een uitgave van de directie Communicatie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Gebruikte bronnen: - SZW: Rapport Opinieonderzoek t.b.v. Issuemonitor SZW, Intomart GfK, 2 april 2009 (onderzoek gehouden van 11 tot en met 18 maart 2008). Mediaanalyse Persvoorlichting januari-maart 2009. Rapportage Publieksinformatie (vragen en reacties die binnengekomen zijn bij SZW via de Informatietelefoon, e-mail en brieven). - SCP: Kwartaalbericht 2009-1 Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) in opdracht van de Voorlichtingsraad, april 2009 (veldwerk half januari-half februari 2009). - CBS: Sociaaleconomische trends, 1e kwartaal 2009. Diverse pers- en nieuwsberichten tussen 18 december 2008 en 30 maart 2009. - CPB: persbericht Centraal Economisch Plan, 17 maart 2009. - TNS NIPO in opdracht van RTL: Verdeeldheid over verhoging AOWleeftijd, 25 maart 2009. - Intomart GfK: Hoe beleeft Nederland de kredietcrisis? 26 maart 2009. - Newcom Research & Consultancy: MijnOpinie.nl, 23 maart 2009.
SZW 70R172
Uw suggesties voor Bericht van Buiten zijn van harte welkom. Mail naar: *Postbus
[email protected]
Postbus 90801 2509 LV Den Haag april 2009 Aan dit informatiebulletin kunnen geen rechten worden ontleend.