Islamopleiding In september start in Leiden de opleiding islamitische theologie
Rankings
Pieterburen
Hoe betrouwbaar zijn ranglijsten van universiteiten?
Alumna werkt in zeehondencréche ‘Ze bijten hard’
Leidraad April 2006 | www.leidenuniv.nl
Prof.dr. Ineke Sluiter over botsende grondrechten:
De weerbare democraat
Leidse rector op Belgische postzegel Op 23 maart 2006 was het 400 jaar geleden dat de geleerde Justus Lipsius (Joost Lips) in Leuven stierf. In dezelfde week brachten de Belgische posterijen een postzegel van € 0.70 uit met Lipsius’ beeltenis. Lipsius werd in 1547 geboren in Overijse (B.). Hij studeerde in Keulen, Leuven en Rome en werkte daarna in Wenen en Jena. Janus Dousa, een van de oprichters van de Leidse universiteit, reisde naar Leuven en haalde Lipsius over om in Leiden hoogleraar geschiedenis te worden. Dat lukte: in 1578 kwam Lipsius naar Leiden en bleef er 13 jaar.
Lipsius’ verblijf in Leiden was een succes. Hij publiceerde naast eigen werk (De constantia) tekstuitgaven van Tacitus en Seneca. Hij correspondeerde met geleerden en beroemdheden uit heel Europa, o.a. met de Spaanse dichter Quevedo, met Ortelius, Clusius en vele anderen. In de correspondentie van Lipsius liggen kattebelletjes van en aan mensen als paus Paulus V, keizer Maximiliaan II, een koning, een kardinaal en hertogen. Hij kon inspirerend les geven en was ook een prima organisator. Lipsius was twee keer rector van de Leidse universiteit:
van 1579 tot 1581 en van 1588 tot 1590. Toch kon Lipsius niet aarden in het protestantse Leiden. Met een smoesje (kuren in Duitsland) vertrok hij via Hamburg, Mainz en Keulen naar Spa. In de Zuidelijke Nederlanden probeerde Lipsius weer vaste voet te krijgen aan de katholieke universiteiten van Luik en Leuven. Hij verzocht per brief om zijn ontslag als Leids hoogleraar. Het nieuws van Lipsius vertrek sloeg in Leiden in als een bom. Uiteindelijk ging men morrend akkoord. (JD)
Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.
inhoud
etalage
Leeuwen bellen vanuit de jungle
Veehouders in het noorden van Kameroen hebben veel te lijden van leeuwen die jacht maken op hun koeien, geiten en schapen. Uit onderzoek is gebleken dat een volwassen mannetjesleeuw in een jaar tijd 66 koeien en ruim 180 geiten en schapen kan doden, stelt het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), dat sinds 1995 onderzoek doet in het gebied. Dat is een economische waarde van zo’n € 30.000. Het onderzoek is bedoeld om het gedrag van ‘probleemleeuwen’ in kaart te brengen. De leeuwen worden voorzien van een halsband met een Global Positioning System (GPS) en mobiele telefoon (GSM). Met behulp van een satelliet wordt de plaats waar een leeuw zich bevindt, bepaald en met GSM worden de positiecoördinaten verzonden. Deze gegevens kunnen dan weer via een website overal ter wereld worden geraadpleegd. Tegelijk met het registreren van de locatiegegevens via het web, verzamelen de onderzoekers veldgegevens over het gedrag van de gezenderde leeuwen.
Dief geholpen door doorsnee-oren
Wie: Taco Kooij (1976) Wanneer: promoveerde op donderdag 9 maart cum laude bij professor Andy Waters. Wat: Kooij onderzocht de genoomorganisatie en gen-inhoud van knaagdiermalariaparasieten en vergeleek deze met die van de menselijke malariaparasiet Plasmodium falciparum. Allereerst werden de partiële genoomsequenties van drie verschillende knaagdiermalariaparasieten gecombineerd tot één samengesteld, virtueel knaagdiermalariaparasietgenoom. Vergelijking van dit samengestelde genoom met dat van P. falciparum liet zien dat zo’n 80-85 procent van de genoomorganisatie en gen-inhoud is geconserveerd, maar onthulde ook veel soort-specifieke genen, 2
voornamelijk gelegen op de uiteinden van de chromosomen, maar ook tussen de geconserveerde blokken in. Waarom: om het gebruik van knaagdiermalariaparasieten als model voor humane infectie te valideren en soortspecifieke gen-inhoud van de genomen op te helderen. Kooij liet zien dat er een grote mate van overeenkomst bestaat tussen de genoom organisatie en gen-inhoud van humane en knaagdiermalariasoorten. Veel van deze overeenkomstige genen spelen een rol bij de ontwikkeling van de parasiet tijdens de verschillende stadia van de complexe levenscyclus, bijvoorbeeld in de stofwisseling of structuur van de parasiet. Een aantal van deze genen coderen voor eiwitten die goede doelwitten (kunnen) zijn voor nieuwe medicijnen of vaccins en kun-
nen dus in de model-parasieten verder onderzocht worden. Naast deze zogeheten “huishoud”-genen kon Kooij de P. falciparum-specifieke genen ophelderen. Deze genen blijken voornamelijk een rol te spelen bij het binnendringen van rode bloedcellen van de mens of bij het ontwijken van het menselijk immuunsysteem.
Inbrekers leggen vaak letterlijk hun oor te luisteren tegen ramen of deuren. Daarbij laat de oorschelp een afdruk achter die, net als een vingerafdruk, gebruikt kan worden bij de opsporing en vervolging. Lynn Meijerman promoveerde op de bewijswaarde van oorafdrukken als identificatiemiddel. Bij een op de twintig onderzochte inbraken laat de dief een oorafdruk achter, althans in de regio Leiden en omstreken. Verschilt de oorafdruk van een individu voldoende van die van alle andere individuen op de wereld om iemand als dader te kunnen identificeren? Meijerman heeft met haar onderzoek het identificeren aan de hand van oorafdrukken een wetenschappelijke basis gegeven. Ook concludeerde ze dat een oor dat veel kenmerkende eigenschappen heeft, zich goed leent voor identificatie. Vandaar haar laatste stelling: de morfologie van een oor bepaalt mede de geschiktheid van de eigenaar voor het beroep van inbreker. Dieven met doorsnee-oren zijn dus in het voordeel.
Dioxines debet aan uitsterven paling Dioxineachtige verbindingen zoals PCB’s spelen waarschijnlijk een hoofdrol bij het uitsterven van de aal. De embryonale ontwikkeling van de soort stopt al bij dioxinewaarden die 10 keer lager zijn dan de consumptienorm voor mensen. Dit ontdekten biologen onder leiding van Guido van den Thillart, die in Leiden onderzoek doen naar het geslachtsrijp worden en de voortplanting van palingen. Tot dusver werd vooral gekeken naar kwantitatieve factoren voor de terugloop van de paling, zoals overbevissing. Van veel diersoorten was al bekend dat dioxines hebben gezorgd voor een sterke teruggang van de vruchtbaarheid en de voortplanting. Palingen blijken echter extra kwetsbaar te zijn omdat de eierstokken van geslachtsrijpe palingen zoveel vet bevatten. En dioxines worden opgeslagen in vet.
Reconstructie Tempel van Klessis
Egytoloog en meesterpuzzelaar prof.dr. Olaf Kaper heeft de reconstructie voltooid van de tempel van Klessis, gelegen in de Dachla-oase in de westelijke woestijn van Egypte. De onderste helft van de binnenmuren van de tempel van Klessis was gedecoreerd met klassieke, Romeinse mozaïeken zoals in Pompeii, en op de bovenste helft van de muren staan zo’n vierhonderd Egyptische goden geschilderd. Deze combinatie van twee stijlen komt nergens ter wereld voor. De tempel is in de derde eeuw na Christus opgetrokken uit gebakken kleisteen. Het is een gewelfkapel van ongeveer twaalf meter lang en vijf meter breed; het pleisterwerk aan de binnenkant was helemaal beschilderd. Kaper maakte een virtuele reconstructie van de hele decoratie en ijvert nu voor het maken van een replica in de Dachla-oase. Daar komt een nieuw museum met daarin een ruimte die als replica van de tempel van Klessis wordt ingericht.
Waar: Kooij deed zijn onderzoek bij de Leidse malariagroep van professor Andy Waters en Dr. Chris Janse van de afdeling Parasitologie in het Leids Universitair Medisch Centrum. De afdeling Parasitologie maakt deel uit van het Centrum voor Infectieziekten. Taco Kooij: Rodent Malaria Parasites: Genome Organization & Comparative Genomics 3
In In deze dezeeditie editie
de Mare ging
2 INHOUD
18
Taco Kooij
3 Etalage
5
Kort nieuws uit de Leidse wetenschap
De Mare ging
Het belangrijkste nieuws uit de afgelopen nummers van Mare
19
6 Islamitische theologie
Universiteit start opleiding
8 Universiteiten meten
Betrouwbaarheid van ranglijsten
Hoogleraar Griekse taal- en letterkunde Ineke Sluiter over vrijheid van meningsuiting
10 DE WEERBARE DEMOCRAAT
22
15 development Office 16 Oud-rector magnificus
Boek over het leven van Dolf Cohen
18 Frits Duparc
Spiegeleitje bakken op het ijs
19 Familiebanden
Drie generaties aan de universiteit
20 Après leiden
Van collegebank naar Pieterburen
22 Terug op kamers
Met baby in reclasseringshuis
23 Jeugdjournaal
Gezond gedrag stimuleren
24 Netwerken
Literair dispuut Literis
25 LUF Grants 27 Het Topstuk
De Spinario van Jan Gossaert
28 Leids Universiteits Fonds 30 Leiden biedt aan 32 Gedicht
Colofon
Leidraad is een uitgave van het ICS Development Office van de Universiteit Leiden. Dit blad is bestemd voor alle alumni, medewerkers en externe relaties van de universiteit, en wordt vier maal per jaar uitgegeven. Uitgever leidraad Universiteit Leiden, John Kroes, directeur ICS/Development Office Hoofdredacteur Frank Provoost (
[email protected]) Vormgeving Kade 10 Communicatie, TMPW Fotografie Marc den Haan, Bert Nienhuis Medewerkers aan dit nummer Ilse Ariëns, Jos Damen, Carolien Dircken, Steven Hagers, Dini Hogenelst, Corinne den Ouden, Hilje Papma, Linda van Putten, Hans van Scharen, Marije Siemensma, Annette de Wolde Redactieraad Piet van Sterkenburg (vz), Adriaan in t Groen, Maaike Koolhoven, Annah Neve Universiteit Leiden, Development Office Hanneke Wiessing, Alumni Officer. Rapenburg 70. Tel. 071-5273237 Fax: 071-5277182
[email protected] Website: www.alumni.leidenuniv.nl Op de cover: prof. dr. Ineke Sluiter
Scriptiedip
Het duurt studenten soms jaren om het laatste klusje te klaren: het voltooien van de afstudeerscriptie. Mare sprak met studenten die balanceren tussen afschrijven en sjezen. ‘Ik moet het wel afmaken’, aldus een van hen. ‘Ik heb het beloofd aan mijn opa voor hij stierf.’ Dat de scriptiedip geen zeldzaam verschijnsel is, mag blijken uit het feit dat de studentpsychologen van de universiteit bijna maandelijks een workshop organiseren waarin een dagdeel lang ingegaan wordt op de verschillende facetten van het scriptieschrijven. Daarnaast is er twee keer per jaar een scriptiegroep waarin studenten samenkomen om het schrijfproces weer op gang te krijgen. (Mare, 26 januari 2006)
Krokodil
De Crocodylus mindorensis is de meest bedreigde krokodil ter wereld. Samen
met de plaatselijke bevolking proberen Leidse wetenschappers het dier te redden. Ze geven de krokodillen zendertjes (‘met een boormachine boor je een gaatje in de staartschubben om ze te kunnen vastzetten’), zodat de biologen kunnen kijken waar de dieren heengaan. In sommige dorpen worden waterputten geslagen, zodat bewoners niet naar de rivier hoeven om water te halen, en daar ook geen krokodillen tegenkomen. Boeren worden aangemoedigd hun land uit te roepen tot krokodillenreservaat. ‘We zien een duidelijke toename van het aantal dieren. Wij laten zien dat het mogelijk is een soort terug te halen van de rand van de afgrond.’ (Mare, 2 maart 2006)
Oefenen voor Afrika
Indonesië. Het is een traditie die teruggaat tot 1963. Na anderhalf jaar theorie, is dit voor hen de eerste confrontatie met veldwerk. Of zoals een van de studenten het zegt: ‘Hier wonen de primitiefste stammen van Nederland.’ Gevolg van het jaarlijkse bezoek: Drentenaren zijn inmiddels over ongeveer alles ondervraagd: Mobieltjes en sociale cohesie. Drugsgebruik. Vrijetijdsbesteding van de huisvrouw. Muskusrattenbestrijding. Integratie van Marokkanen. Ouderen en eenzaamheid. Krakers. Jongeren over abortus. Vrouwen over de menopauze. Lokale voetbalidentiteit, etc. ‘Wat opvalt’, zegt een student in Gasselternijveenschemond, ‘is dat de mensen je hier groeten op straat’. (Mare, 19 januari 2006)
Elk jaar gaan zo’n zestig antropologiestudenten drie weken naar Drenthe om te oefenen voor veldwerk in Haïti of 5
Het praktische gevolg is nu wel dat de Leidse islamoloog prof. dr. Sjoerd van Koningsveld onder grote tijdsdruk staat en nog volop bezig is met het opstellen van het programma. ‘Het gaat wel lukken hoor’, zegt Van Koningsveld laconiek. ‘Maakt u zich maar geen zorgen. Het wordt een vierjarige wetenschappelijke opleiding in de religieuze disciplines van de islam parallel aan de opleiding godgeleerdheid waarmee Leiden internationaal al heel lang een heel goede naam heeft. De geest van beide opleidingen is dezelfde, er ligt een sterke nadruk op de studie van de godsdienst als literair-historische traditie. Dat betekent veel talenstudie en studie van primaire bronnen, natuurlijk ook aandacht voor moderne godsdienstwetenschappen.’ Van Koningsveld bezocht de theologische opleidingen in Turkije, Marokko, Egypte en shiitische wereld en bekeek met name welke centrale thema’s zeker aan de orde moeten komen, en dan met moderne methodieken. Hij ziet een duidelijk maatschappelijk belang van de nieuwe opleiding: ‘We kunnen een belangrijke cultureel-maatschappelijke bijdrage leveren. Er bestaat veel behoefte aan een kwalitatief hoogwaardige opleiding. Niet alleen met het oog op de vorming van imams, maar ook in het algemeen. Er zijn vele mogelijkheden voor studenten die deze studie gaan doen: onderwijs, media, beleid, onderzoek, enzovoorts. Ook bij de studie godgeleerdheid hebben we gezien dat de meeste studenten zich niet in kerkelijke richting oriënteren. Dat zal ook hier het geval zijn.’ Voor alle duidelijkheid: strikt genomen begint in september dus géén imamopleiding, zoals in de media wel voortdurend wordt gemeld. Op basis van deze vierjarige opleiding, gaat de universiteit vervolgens islamitische organisaties en kerken ondersteunen bij het organiseren van een tweejarige vervolgopleiding tot imam, die wel onder verantwoordelijkheid van de ‘islamitische zuil’ valt. Een lang proces, zo geeft Van Koningsveld aan. ‘Ik heb zelf nog twee jaar actieve dienst te gaan, dus
Opleiding islamitische theologie start in september
Het vergde even wat geduld, maar de Universiteit Leiden heeft definitief groen licht kreeg van het ministerie van Onderwijs: in september start de faculteit der Godgeleerdheid met de opleiding islamitische theologie.‘Het wordt een zeer pittige studie voor een academische elite.’ Hans van Scharen
Met ingang van het nieuwe studiejaar, september 2006, start in Leiden de opleiding islamitische theologie. Dit is een nieuwe, vierjarige opleiding waarin naast de geschiedenis en de leer van de islam in al zijn facetten de studie van islamitische bronteksten centraal staat. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de moderne godsdienstwetenschappen. Leiden was daarbij een logische keuze omdat, volgens een woordvoerder van de universiteit, een studie islamitische theologie naadloos aansluit op al bestaande opleidingen op het 6
gebied van godsdiensten en taal- en cultuurwetenschappen. De nieuwe imamopleiding zou daarop - gezien de één miljoen moslims in Nederland - eigenlijk een logisch historisch vervolg zijn. Daarbij wordt het ‘duplex ordo-principe’ in acht genomen: de wetenschappelijke onafhankelijkheid van het programma staat voorop en wordt strikt gescheiden van het religieuze. Scheiding van kerk en universiteit. Na bijna een jaar getalm honoreerde Rutte de Leidse plannen met een subsidie van 2,5 miljoen euro.
ik weet niet of ik het begin van die imamopleiding nog zal meemaken. Maar ik til het van de grond en beschouw het wel als mijn kindje.’ In april organiseert de nieuwe opleiding een voorlichtingsdag. Dat zal geen overbodige luxe zijn, stelt Van Koningsveld, want het werven van studenten zal gezien de late start niet gemakkelijk zijn. ‘Maar zo’n studie trekt sowieso niet de grote massa aan, maar eerder een academische elite. Ten eerste wordt het een heel pittige opleiding, je moet een goed taalgevoel hebben, er wordt op het gebied van de studie van het Arabisch veel van je gevraagd. Ik denk dat als we in Nederland een kleine zeer goed in de islam opgeleide groep hebben, dat daar een stabiliserende en sterke uitstraling vanuit kan gaan, tot heil van de hele samenleving. Niet de kwantiteit maar de kwaliteit telt. Toen ik Semitische taal- en letterkunde studeerde met hoofd-
Prof.dr. Sjoerd van Koningsveld
vak Arabisch, was ik jarenlang de énige student. Vanuit mijn specialisme heb ik toch veel kunnen doen, en heel veel mensen opgeleid en doctorandi en leraren “afgeleverd”.’ ‘Je kunt met deze studie zeker wel een goede baan vinden’, zegt Van Koningsveld. ‘Het klopt dat het aanzien van imams in de Nederlandse samenleving op dit moment nul komma nul is.
‘Desinformatie tiert welig’ Hoewel leraren of imams die voor het ministerie van Justitie in justitiële inrichtingen werken een prima baan hebben. Wij hopen wel degelijk dat deze opleiding een bijdrage zal leveren tot verbetering van de verstandhouding tussen verschillende bevolkingsgroepen, dankzij deskundigheid en betrouwbare informatie.’ Want desinformatie over de islam tiert welig, vindt hij. ‘Neem nu die recente voorstellen van Geert Wilders rond veranderen van de grondwet in verband met moslims. Volgens hem is de joods-christelijke traditie de dominante cultuur hier en dus hoort de islam daar niet bij. Maar historisch gezien is dat een zeer aanvechtbare stelling. De invloed van de islam op de westerse cultuur door de eeuwen heen is fundamenteel geweest. De Renaissance zou niet zo hebben plaatsgevonden. ‘Wilders’ visie getuigt van een gebrek aan kennis van de eigen Europese geschiedenis en een cultuurhistorische bekrompenheid, daar word je gewoon niet goed van! Hij heeft een eng en verwrongen nationalistisch beeld. De extremistische strekking binnen de islam krijgt buitenproportionele aandacht via de media. Maar wat er in de breedte allemaal te koop is in de islamitische wereld, dat moet men toch bij deskundigen halen. De invloed van de Arabische filosofie op de universiteiten in Europa tijdens de Middeleeuwen, was erg groot. Maar dat weet die mijnheer Wilders waarschijnlijk niet.’ 7
symposium rankings
Hoe meet je een
universiteit?
Is er een betrouwbare ranglijst te maken van universiteiten? Om die vraag te beantwoorden organiseerde de Leidse universiteit het allereerste internationale symposium over university rankings. ‘Politici houden van lijstjes, maar misbruiken ze ook.’ Hans van Scharen
Even een greep uit de internationale university rankings: de ‘top-200’ van de Times Higher Education (de Universiteit Leiden eindigde op nummer 138), de top-500 hotlist van de Shanghai Ranking Group (Leiden kwam op nummer 72), de index van het Duitse Center for Higher Education Development (in onderhandeling met enkele Nederlandse en Belgische universiteiten). Dat universitaire ranglijsten geen marginaal verschijnsel meer zijn, blijkt ook uit het feit dat Unesco er een speciale werkgroep voor oprichtte. Te verwachten valt dat de academische hitparade alleen maar belangrijker zal worden. Ook onderwijsinstellingen ontsnappen niet aan de mondialisering. Het aantrekken van zoveel mogelijk talent, zowel onder studenten als docenten en onderzoekers, en dito onderzoeksbudgetten is voor elke instelling belangrijk. Evenals een goede naam en reputatie. De reputatie van de universiteit Leiden ondervindt de laatste twee jaar hinder van een jaarlijks rapport van het ministerie van Onderwijs, Kennis in kaart, over de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland. De nefaste conclusies van het rapport zijn gebaseerd op verouderde gegevens, onjuiste vergelijkingen, onduide8
lijke criteria én het onzorgvuldig trekken van conclusies uit de oorspronkelijke visitatierapporten. Het bestuur van de universiteit was hierover twee jaar geleden dermate verbolgen dat het overwoog om zowel een krant en ministerie voor de rechter te dagen. Door voor het eerst het symposium ‘The challenges of university Rankings’ te organiseren deed de Leidse universiteit een vlucht naar voren. Dagvoorzitter dr. Robert Coelen, van het Leidse Inter-
Maar, aldus Coelen, ‘als een student zo’n ranking vindt op internet, dan wekt dat toch verwachtingen. Die vraagt: “Hoe zal studeren op een universiteit met die ranking mijn carrière beïnvloeden?”’ Ook rector magnificus/collegevoorzitter Douwe Breimer sprak het internationale gezelschap toe: ‘Elke universiteit wil tot de elite behoren en weet dat rankings grote implicaties kunnen hebben. Daarom is het van belang de onderzoeksmethoden hiervan tegen het
‘De methodologie van rankings rammelt’ national Office, wees op een contradictie van de moderne communicatietechnologie. ‘Internet maakte de organisatie van dit internationale symposium mogelijk. Van uitnodigingen via e-mail kijkt men niet raar op. Internet is een informatiebron die mensen vol vertrouwen gebruiken. Tegelijk krijg je via zoekmachines een soort instant snapshot. Als je naar de kwaliteit van universiteiten zoekt, krijg je zelfs een positie op een lijst. Die ranking staat ergens tegenover de reputatie van een universiteit die is ingebed in geschiedenis, cultuur en opgebouwde kennis.’
licht te houden. Welke zijn de gebruikte criteria? Hoe zit het met subjectief onderzoek via peer reviews? Hebben kleine universiteiten even veel kans als grote? Wat is de statistische relevantie van plaats 10 in vergelijking met positie 20?’ Breimer nam een realistische houding aan: ‘Politici houden ervan, vaak om de verkeerde redenen, en misbruiken ze ook. Maar welke twijfels je ook hebt over deze rankings, ze zullen niet verdwijnen.’ Dat bleek ook uit de woorden van de Chinese professor Nian Cai Liu, die de Shanghai Ranking Group van de universiteit van Shanghai leidt: ‘World
Class universiteiten zijn een hot issue in China, omdat ze van belang zijn voor de toekomst van het land. De universiteiten van Tsing Hua en Beijing willen tegen 2016 tot de top behoren. Om te weten waar Chinese universiteiten nu staan, begonnen we onderzoek te doen naar hun positie op wereldschaal. We hebben de resultaten op internet gezet omdat collegae van andere universiteiten er naar vroegen. Sinds 2003 hebben we twee miljoen bezoekers, zo’n 2000 per dag.’ Uit het puzzelwerk van Liu en zijn studenten blijkt dat de Verenigde Staten met 57 universiteiten het best in de top-100 zijn vertegenwoordigd, met 35 gevolgd door Europa, en Azië met acht. Daarbij worden criteria gehanteerd als het aantal winnaars van de Nobelprijs en andere belangrijke wetenschappelijke prijzen, de omvang van het wetenschappelijke kader, het aantal publicaties en het aantal keer dat die geciteerd worden in vaktijdschriften. Maar Liu zag nog heel wat methodologische beren op de weg. Gerenommeerde universiteiten die goed scoren op humane en sociale wetenschappen staan opvallend laag in de top-500. Er is een ‘bias’ voor Engelstalige, grote en reeds lang bestaande universiteiten, er
is geen onderscheid tussen onderzoek en onderwijs. Er wordt geen rekening gehouden met postdoctorale opleidingen, en hoe de aan universiteiten geaffilieerde instituten als onderzoekscentra en ziekenhuizen worden meegewogen is onduidelijk. Liu stelde dat de methodologie moet worden verfijnd. Meer ranking op specifieke wetenschappelijke deelgebieden is wenselijk. Maar ook dat geeft problemen: hoe definieer je bijvoorbeeld wat een technische universiteit is? Prof.dr. Anthony van Raan gaf een onderhoudende lezing onder de amusante kop ‘For your ranking only’. Volgens hem rammelt de methodologie van de verschillende rankings aan alle kanten. Hij gaf daar verschillende statistische en methodologische voorbeelden van: ‘Op basis van dezelfde data, en grosso modo dezelfde methodologie komt men toch
tot verschillende rankings.’ Van Raan had een ontnuchterende vaststelling: ‘Er is maar ruimte voor 200 echte top-universiteiten, die op verschillende gebieden excelleren. Zij trekken de beste wetenschappers aan én dus de beste studenten. En omdat er nu eenmaal een bepaald aantal excellente wetenschappers in de wereld is, behouden de toppers hun positie.’ Maar hij waarschuwde er voor dat een te grote populariteit van academische hitlijsten en evaluaties van universiteiten het wetenschappelijke onderzoek kan bedreigen. Zo dreigt de academische hitparade uit te groeien tot een tweekoppig monster: handig vergelijkingsmateriaal voor ‘de onderwijsmarkt, dat echter door ‘de consumenten’ teveel als absolute waarheid wordt beschouwd. Een hitparade zal nooit exacte wetenschap worden. 9
Coverstory
De weerbare democraat Ineke Sluiter
Ineke Sluiter is hoogleraar Griekse taal- en letterkunde aan de Universiteit Leiden en leidt met prof. Anthonya Visser het Centrum voor Taal en Identiteit.
De Partij voor de Vrijheid (maar niet voor iedereen) wil de Gelijkheid afschaffen om zo de islam te kunnen aanpakken. Pim Fortuijn had ook bezwaar tegen artikel 1 van onze Grondwet, een obstakel immers voor een complete en onbelemmerde uitoefening van artikel 7 (vrijheid van meningsuiting). Over artikel 7 woedt een hevig debat: moet bijvoorbeeld het daarin vervatte grondrecht niet ook opgevat worden als een recht op beledigen, en, waarom niet, een recht op haat zaaien (nu allebei strafbaar)? Hoe zit het met kwetsende karikaturen? Moet artikel 7 juist ingeperkt worden in dienst van de strijd tegen het terrorisme? Vrijheid van onderwijs, vrijheid van godsdienst: de Grondwet fungeert als brandpunt van het maatschappelijk debat. Is dat erg of niet? Staat de maatschappij op haar grondvesten te daveren? De energie en kracht van het debat zelf doen anders vermoeden. Het Amerikaanse en het Duitse model: de burgers of de regels? Voorstellen tot wijziging hebben verschillende aanleidingen: één daarvan is de spanning tussen grondrechten. Een voorstel als van de PvdV is de gemakzuchtige oplossing – en gemakzuchtig denken is niet goed in het overzien van consequenties... Een andere reden om in te grijpen in Grondwet en grondrechten is het klassieke democratische dilemma: hoe gaan we om met mensen die de democratie gebruiken om ondemocratisch gedachtegoed aangenomen te krijgen? Mensen die pogingen in het werk stellen om langs democratische weg, dus niet in eerste instantie via dreiging met geweld, de democratie en de waarden waarvoor zij staat te ontregelen of omver te werpen? De jurist Bellekom vergeleek twee theorieën over dit dilemma, die je grofweg het Amerikaanse en het Duitse model kunt noemen. Het is van belang dat we ons van meet af aan realiseren dat die modellen in de toepassing dichter bij elkaar liggen dan je zou denken. Het Amerikaanse model beschermt als object de staat; er wordt pas laat ingegrepen bij bedreiging daarvan, en dan nog alleen bij dreiging met geweld en bij ‘clear and present danger’. In dat geval treedt men repressief op door middel van een verbod. Het Duitse model beschermt de Verfassung, de wet maakt ingrijpen al in een vroeg stadium mogelijk. Het criterium voor ingrijpen is Verfassungswidrigkeit, en ook hier is het middel repressie: een verbod dus.
Prof.dr. Ineke Sluiter over botsende grondrechten: ‘Liever inzetten op weerbare democraten dan morrelen aan grondrechten’
In het Amerikaanse model ziet men echter bepaald niet werkeloos toe bij bedreigingen van de vrije samenleving. De theorie van de vrije meningsuiting gaat uit van de heilzame werking van de ‘marketplace of ideas’: mondige burgers komen verbaal in beweging bij waarneming van misstanden of bedreigingen en het publieke debat 10
11
Coverstory
is levendig. Het is een misvatting te denken dat deze theorie, die zwaar inzet op het democratische proces, zou getuigen van moreel relativisme. Zij berust integendeel op de vaste overtuiging dat de democratische waarden in het debat de grootste zeggingskracht zullen hebben. En de goede afloop van dat proces wordt ook niet aan het toeval overgelaten: wat er bijhoort is de welbewuste vorming van actieve, politiek bewuste en mondige burgers. Toch is er ook een duidelijke rol voor de rechter weggelegd: de problematiek zelf berust immers vaak op een botsing van grondrechten, en de rechter is de aangewezen instantie om de verhouding tussen die rechten in concrete gevallen vast te stellen. Hoewel er geregeld gevraagd wordt om inperking van aanstootgevende uitingen, wordt in de praktijk de vrijheid van meningsuiting verregaand beschermd, omdat die gezien wordt als welhaast een voorwaarde voor de ongehinderde uitoefening van de andere grondrechten.
Interessant genoeg is dit een punt waarop conservatieve en progressieve rechters van het Supreme Court veelal dezelfde beslissing nemen, zij het dat zij die verschillend beargumenteren. Dit is een voorbeeld van wat Cass Sunstein ‘incompletely theorized agreements’ noemt. Volgens hem is het een kenmerk van een goed functionerende (democratische) maatschappij dat die het mogelijk maakt tot overeenstemming te komen waar dat noodzakelijk is, en het onnodig maakt tot overeenstemming te komen waar dat onmogelijk is (deze zin twee keer lezen!). We kunnen het eens worden over het belang van vrijheid en gelijkheid, maar de precieze verhouding daartussen is problematisch, en definities en ideologische lading kunnen verschillen. Eisen dat een maatschappij de abstracte vraag oplost naar de verhou-
ding tussen vrijheid en gelijkheid is vragen om moeilijkheden. Het opnemen van zo’n theorie in een grondwet gaat dus niet. Maar dat hoeft ook niet. Wat wel mogelijk is, is om tot consensus te komen in een concrete casus waar de twee waarden lijken te botsen. Terug naar de twee modellen over het democratische dilemma: bij het tweede model (het Duitse) wordt de soep vaak niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Hoewel strafrechtelijk optreden mogelijk is, is er een zekere aarzeling en terughoudendheid te bespeuren in het grijpen naar dit middel. Want uiteraard moet dan door de rechter getoetst worden of er sprake is van het zware feit van ‘Verfassungswidrigkeit’. Mocht het niet komen tot een veroordeling, dan blijft licht het beeld hangen dat de groepering of de partij of het tijdschrift in feite is ‘goedgekeurd’, waarmee de aanhangers ervan onwenselijke positieve publiciteit krijgen. Hoewel de gang naar de rechter dus gemakkelijker lijkt, heeft ook hier de weg van het debat de voorkeur. In die zin lijkt de praktijk in beide landen meer op elkaar dan de theorie zou doen vermoeden. De verschillen zijn eerder te verklaren uit de geschiedenis van de twee landen. De huidige Duitse constitutie is een directe reactie op het Nazi-tijdperk en de vastberaden verdediging van de prille democratie is eraan af te lezen. De ‘framers’ van de Amerikaanse constitutie ontwierpen een democratisch bestel dat nooit aan vergelijkbare problemen is blootgesteld.
Angst, proefballonnetjes en selectieve maatregelen In Nederland zijn we de laatste tijd gewend geraakt aan pleidooien om ‘ons model’ te laten opschuiven van het Amerikaanse
‘Toen ik hier kwam was ik een Turk, daarna werd ik een allochtoon, en nu ben ik een moslim’
12
‘Hoe gaan we om met mensen die de democratie gebruiken om ondemocratisch gedachtegoed aangenomen te krijgen?’
in de richting van het Duitse model. Interessant genoeg is het de inhoud van sommige voorstellen, die naar dat Duitse model verwijst, maar blijkt uit de reactie en het debat de kracht van het Amerikaanse model in Nederland. Inhoudelijk gesproken beginnen we trouwens niet bij af. Er bestaan al wettelijke restricties op de uitoefening van onze huidige rechten. Er is jurisprudentie over botsende rechten, etc. Aan anti-discriminatie en gelijkheid van mannen en vrouwen hebben we ons via internationale verdragen gecommitteerd. Als nu andere voorstellen worden gedaan, hangen die vaak samen met acute gevoelens van angst en onrust in de samenleving, specifiek vrees voor terrorisme en (vaak niet helder daarvan onderscheiden) vrees voor de islam. Zoals een Turkse kennis het recent formuleerde: ‘Toen ik hier kwam was ik een Turk, daarna werd ik een allochtoon, en nu ben ik een moslim’. Wetgeving uit vrees leunt vaak (te) zwaar op calamiteuze incidenten, die iedereen zich direct als negatief voorbeeld te binnen kan brengen, denk aan 9/11 en de moord op Van Gogh. Wetgeving uit vrees houdt ook te weinig rekening met kansrekening en waarschijnlijkheid: worst-case scenario’s dreigen dan ingrijpende maatregelen te rechtvaardigen. Onze regering heeft tot dusverre terughoudend geopereerd, al lieten de proefballonnetjes soms anders vermoeden (‘een verbod op apologie’). Maar individuele politici zijn minder terughoudend. Een voorstel als dat van Wilders om bij veroordeling wegens een misdrijf mensen met een dubbele nationaliteit de Nederlandse nationaliteit te ontnemen is een voorbeeld van een maatregel (beter gezegd: een sanctie) die een selectieve inbreuk maakt op het gelijkheidsbeginsel (dat hij dan ook wil afschaffen). Het is eenvoudig te zien, dat deze maatregel in het bijzonder Marokkanen op het oog heeft. Nu is het gevaar van dit soort voorstellen ongetwijfeld complex, maar één aspect ervan raakt het hart van het democratische proces: het risico dat buitenproportionele in-
breuken op centrale rechten aanvaard worden, neemt drastisch toe als die inbreuk selectief is, dat wil zeggen als de meerderheid geen enkele kans loopt erdoor getroffen te worden. Onder die omstandigheden zal een democratische meerderheid eerder geneigd zijn akkoord te gaan met maatregelen die claimen dat ze de veiligheid vergroten ten koste van ‘kleine’ inbreuken op persoonlijke rechten en vrijheden ... van een minderheid. Zo kon het gebeuren dat Amerikaanse Japanners na Pearl Harbor op grote schaal preventief geïnterneerd werden in de Verenigde Staten – als maatregelen iederéén in gelijke mate treffen en toch acceptabel gevonden worden, hebben zij een duidelijk grotere legitimiteit.
Liever inzetten op weerbare democraten dan op de ‘weerbare democratie’ In dit artikel wil ik me eerder concentreren op het democratische proces dan op een eerste inhoudelijke reactie op het voorstel van Wilders. De voorspelling lijkt niet heel gewaagd dat uit het publieke debat de komende tijd ongetwijfeld een completere en veelzijdigere verdediging van artikel 1 van de Grondwet naar voren zal komen – en juist de voorspelbaarheid van die reactie
13
Thema
Development Office
demonstreert de huidige kracht van het Amerikaanse model in ons land. Moet je onder die omstandigheden wel sterker gaan inzetten op de ‘weerbare democratie’ dan op de ‘weerbare democraat’? Hoewel blijkt dat de Duitse democraten juist zeer waakzaam zijn en het publieke debat er van hoge kwaliteit is, kunnen ingrepen door de wetgever in Nederland om rechten en vrijheden meer expliciet in te perken teneinde de democratie explicieter ‘weerbaar’ te maken ook leiden tot grotere luiheid in het publieke discours. Verantwoordelijkheid voor onze democratie lijkt dan immers in nog grotere mate gedelegeerd aan de regering, de wetgever en de rechterlijke macht. Democratie is niet alleen iets wat je in regels opschrijft. Democratie is vooral ook iets wat je doet, beter gezegd: wat wij met elkaar doen. Democratie komt tot stand door het democratische proces zelf, en het debat van alerte en betrokken burgers is daarvan een wezenlijk onderdeel, inclusief trouwens de rechtsgang bij botsende grondrechten. Rechtsgang en afweging van standpunten op casuïstische basis hoort bij de ‘performance’ van de democratie.
‘Democratie is niet alleen iets wat je in regels opschrijft’
Het mag inhoudelijk onverstandig zijn om geleid door incidenten en door angst aan rechten en vrijheden te morrelen, het debat zelf bevestigt voorlopig de kracht van de democratie, en vooral de kwaliteit van de democratische burger en volksvertegenwoordiger. Een democratie is niet vooral op papier weerbaar, maar in de ‘performance’ van democratische kernprocessen als debat en onderhandeling. En die vragen om weerbare democraten, actieve en mondige burgers, die geleerd hebben wat de historische en fundamentele kernwaarden van onze samenleving zijn. Die nadenken over onze Grondwet, en daar eventueel wijzigingen in aanbrengen, maar zich daarmee in een democratische traditie plaatsen. Weerbare democraten die effectief deelnemen aan de processen die uiteindelijk een echte democratie definiëren en ook – hopelijk – veilig houden.
14
De Campagne voor Leiden is de fondsenwervende stichting voor strategische projecten van de Universiteit Leiden. De fondsen worden geworven bij bedrijven, particulieren en fondsen. De alumni zijn hierbij van groot belang voor het netwerk en andere organisaties. In het voorjaar zullen er weer nieuwe projecten worden opgenomen binnen de Campagne voor Leiden. Een van de lopende projecten, de leerstoel Digitale Mediastudies, is onlangs succesvol afgerond. Professor Paul Rutten is per 1 februari de eerste hoogleraar Digitale Mediastudies aan de Universiteit Leiden. Digitale mediastudies is een belangrijk onderdeel binnen de masteropleiding Boek en digitale media van de Faculteit der Letteren. Bijzonder aan de nieuwe leerstoel is dat deze door de inspanningen van de Campagne voor Leiden vrijwel helemaal wordt gefinancierd door het bedrijfsleven. Ruttens leeropdracht betreft de processen van productie, verspreiding, distributie, opslag en gebruik van digitale informatie. Ook de wijze waarop deze informatie functio-
Debatteren over de Grondwet: mondige burgers en identiteit Bij het democratische debat, een kernfunctie van een goed functionerende democratie, is een speciale positie ingeruimd voor een tekst als de Grondwet, met de daarin vervatte rechten. Zo’n tekst fungeert als anker, als algemeen erkend referentiepunt voor het debat. De tekst is zo algemeen geformuleerd dat hij als het ware een uitnodiging tot interpretatie in zich bergt. In die interpretatie gaat veel energie zitten. Nu weten taalkundigen dat de inspanning die de verwerking van een taaluiting kost in verhouding moet staan tot de relevantie ervan zoals die blijkt uit de effecten van de taaluiting in de omgeving van de ontvanger. Als wij bereid zijn veel energie te stoppen in de interpretatie van bepaalde tekstsoorten, halen wij daar kennelijk ook iets uit. En dat is ook zo. Een tekst als de Grondwet fungeert als fundament voor de samenleving. De opbrengst van het nadenken en het interpreteren is niet zomaar het feit dat we een antwoord op een concrete vraag hebben, maar ook dat we een antwoord hebben gevonden dat in een traditie past (het antwoord ‘hangt aan’ de Grondwet), en dat in die zin onze identiteit bevestigt. Denken ‘aan de hand van de (Grond)wet’ betekent dat je de coherentie van het maatschappelijk denken bevordert. Dat geldt, paradoxaal genoeg, óók voor wijzigingsvoorstellen. Ook een na debat en ‘due process’ gewijzigde Grondwet is onze Grondwet.
Campagne voor Leiden en gesponsorde hoogleraar
Literatuur: Bellekom, Th.L., ‘Partijverboden’, Staatkundig Jaarboek 1982-1983. Leiden 1982, 113-146. Dworkin, Ronald, Freedom’s Law. The Moral Reading of the American Constitution. Cambridge (Mass.) 1996. Fisher, Louis, Constitutional Dialogues. Interpretation as Political Process. Princeton 1988. Gunsteren, Herman van, Gevaarlijk veilig. Terreurbestrijding in de democratie. Amsterdam 2004. Sunstein, Cass R., Laws of Fear. Beyond the Precautionary Principle. Cambridge 2005. Wilson, Deirdre, & Dan Sperber, ‘Relevance Theory’, in: Laurence R. Horn & Gregory Ward (eds.), The Handbook of Pragmatics. Malden-Oxford 2004, 607-632.
neert, onder meer als basis voor communicatie in de huidige maatschappij, hoort daarbij. Rutten besteedt ook aandacht aan de maatschappelijke, filosofische en historische aspecten. Bijzonder is dat de leerstoel bijna volledig wordt gesponsord door een reeks bedrijven. Het zijn VNU, Reed Elsevier, Océ-Nederland, Royal Swets & Zeitlinger, Gottmer Uitgevers Groep en het Nederlands Uitgevers Verbond. Daarnaast heeft het Leids Universiteits Fonds eveneens een bijdrage geleverd. Alle partijen zijn zeer geïnteresseerd in het uitbouwen van de brugfunctie tussen de wetenschap en de praktijk van de digitale media. Deze media kenmerken zich door hun innovatieve en creatieve karakter. In Europa en ook in Nederland wordt deze nieuwe ‘creative industry’ gezien als een van de belangrijkste pijlers van een nieuwe economie. Voor meer informatie kunt u terecht bij Lucas Hendricks, director Campagne voor Leiden,
[email protected]
Meld u nu aan voor de gratis Digitale Nieuwsbrief De Universiteit Leiden wil niet alleen haar studenten en medewerkers maar ook haar afgestudeerden graag actueel op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen, prestaties van wetenschappers, onderwijsvernieuwingen, nieuwe cursussen, interessante lezingen, symposia en activiteiten en andere relevante wetenswaardigheden.
Vrijwel wekelijks verschijnt op dinsdag de digitale Nieuwsbrief. Eigentijds. Helder ingedeeld. Strak vormgegeven. Alle alumni kunnen deze Nieuwsbrief gratis ontvangen. Aanmelden kan per e-mail:
[email protected] o.v.v. ‘alumnus’.
15
leidse tijd
Bundel over leven en werk van oud-rector magnificus Dolf Cohen Oud-rector magnificus Dolf Cohen kwam nauwelijks toe aan zijn eigen vakgebied: de mediëvistiek. Een bundel over zijn leven en werk beschrijft hoe de Tweede Wereldoorlog en bestuurlijke verplichtingen steeds weer Cohens tijd opslokten.
Hoe de Middeleeuwen telkens weer verdwenen Carolien Dircken
‘Bij het begin van dit openingscollege kan de vraag rijzen: waarom deze spreker? Het antwoord is eenvoudig: het is zijn laatste kans, want het door de koningin ondertekende ontslagbesluit heeft hij al in huis. (…) Er is nog een andere vraag: wie is hij eigenlijk? Die vraag verwacht ik niet uit de kring van docenten; nog minder uit die der eerstejaars want die kennen hier nog vrijwel niemand, maar wel uit die van ouderejaars, want in het onderwijs op mijn vakgebied, de middeleeuwse geschiedenis, heb ik na het academiejaar 1971-1972 van nauwelijks tot niet gefunctioneerd.’ Met deze woorden begon oud-rector magnificus en hoogleraar mediëvistiek Adolf Emile Cohen op 18 september 1978 het openingscollege voor de subfaculteit der Geschiedenis. Vanaf 1932 verbonden aan de Leidse universiteit, als student, promovendus, hoogleraar, decaan en rector magnificus, was de inmiddels bijna gepensioneerde historicus zich ervan bewust dat zijn carrière niet gezien kon worden als een creatieve bijdrage aan zijn vakgebied, maar als een poging studenten liefde voor geschiedenis bij te brengen en een belangrijke bijdrage te leveren aan het bestuur van ‘zijn’ universiteit. De auteurs van het werk A.E. Cohen als 16
geschiedschrijver van zijn tijd, onder wie zijn zoon en kleinzoon, hebben juist de relatief korte uitstap van zijn vakgebied, die hij maakte door van 1945 tot 1960 bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie aan het werk te gaan, de boventoon laten voeren in een ruim vierhonderd pagina’s tellend boek. Vooral publicaties, interviews en oraties uit deze betrekkelijk korte periode komen uitvoerig aan bod, aangevuld met beeldmateriaal. Niet voor niets hebben NIOD-directeur Hans Blom, mediëvist Dick de Boer en beide Cohens (zoon en hoogleraar ge-
was hij ‘geboeid door de materie’ en liet hij zich ‘niet door zijn Joodse afkomst opsluiten’. Vandaar ook dat de schrijvers een belangrijk interview, dat Cohen tot aan zijn dood een als hoogtepunt in zijn leven is blijven beschouwen, volledig hebben opgenomen in het boek. Amper tweeënhalf jaar nadat hij zijn onderduikadres kon verlaten en vernam dat een aantal van zijn joodse familieleden in concentratiekampen was omgekomen, bracht Cohen de holocaust op een confronterende manier ter sprake tijdens een ruim zeven uur durend gesprek met
‘Uw nieuwe hoogleraar heeft als een Odysseus over de zeeën van de wetenschap gezwalkt’ schiedenis van de natuurwetenschap aan de Universiteit Twente, Floris Cohen en kleinzoon en geschiedenisstudent Jaap Cohen) het zwaartepunt gelegd bij deze periode. ‘Afgezien van de deskundige en toegewijde houding die hij in die tijd gebruikte om zijn honger naar begrip omtrent het ontstaan van deze wereldoorlog te begrijpen, was het idee dat hij dit juist als gepromoveerd historicus niet kon uitleggen, kenmerkend voor de persoon die hij was.’ Als historicus
met Generalkommissar für Verwaltung und Justiz in den Niederlanden, Friedrich Wimmer. Niet geleid door haat of afkeer van het nazi-regime, raakte hij in zijn zoektocht naar het begrip van eigentijdse geschiedvorming, steeds verder verwijderd van zijn promotieonderwerp en eigenlijke vakgebied. De sprong naar de Middeleeuwen, waarmee hij weer het gat der tijd weer kon vullen, maakte hij pas in 1960, toen hoogleraar Hugenholz
vertrok van Leiden naar Utrecht. Hoewel men twijfels had over zijn aanstelling als opvolger van zijn grote voorbeeld, hoogleraar Huizinga, was zijn proefschrift De visie op Troje van de Westerse Middeleeuwse geschiedschrijvers tot 1160, uit 1941, één van de weinige relevante werken op dat vakgebied. Tijdens zijn oratie op 23 september 1960 over de middeleeuwse geschiedschrijver Otto Friesinger hield de nieuwe hoogleraar een pleidooi over geschiedbeoefening van eigen tijd, dat hij besloot met de woorden: ‘Uw nieuwe hoogleraar - ge weet het - heeft als een Odysseus over
de zeeën van de historische wetenschap gezwalkt: De Middeleeuwen, de twintigste eeuw, in een andere functie de tijd na 1648. Ik vertrouw thans, in uw midden, tenslotte mijn Ithaka te hebben hervonden.’ De belangrijkste reden om terug te keren naar zijn ‘thuisbasis’, namelijk zijn kennis rechtstreeks over te brengen aan studenten in ruil voor het ontvangen van inspiratie voor eigen onderzoek, deed hij eer aan door interesse te tonen in zijn studenten. In tegenstelling tot zijn grote voorbeeld Huizinga ontbrak het Cohen misschien aan superioriteit,
maar hij kende wel de namen van alle eerstejaarsstudenten en zijn deur stond altijd open voor advies of discussie. Totdat hij in 1968 met de bestuursplicht in aanraking kwam. Cohen begon aan zijn functie als decaan met een gevoel van enthousiasme en verantwoordelijkheid en met het idee dat het voor een periode van 2 jaar zou gelden, waarna hij zich weer kon storten op de beloftevolle onderzoekslijnen die hij in die korte tijd daarvoor had uitgezet. Ondanks dat ambitieuze vooruitzicht bleek de taak meer tijd in beslag te nemen en zorgde de persoonsverandering van onderzoeker naar bestuurder ervoor dat de prille opleving van de mediëvistiek als wetenschap in de ban werd gedaan, want na de eerste twee jaar verlengde de hoogleraar zijn bestuurstaak als decaan met nog eens die periode. Een tweede terugkeer naar de middeleeuwse geschiedenis was niet meer realistisch. De wetenschappelijke loopbaan binnen zijn vakgebied sneuvelde voorgoed met het aannemen van de titel rector magnificus, die hij tot 1976 gehouden heeft. De jaren na zijn rol als rector, vervulde hij met het geven van lezingen op verschillende gebieden. Hij beperkte zich hierbij niet tot het vlak van de mediëvistiek waarin hij zich wetenschappelijk, in alle jaren aan de Leidse universiteit, toch nooit tot op de bodem had kunnen verdiepen. De laatste woorden die hij tijdens zijn afscheidsoratie richtte aan zijn studenten en collega’s hadden dan ook weinig betrekking op de wetenschappelijke tak waarin hij zich ruim 37 jaar eerder had bekwaamd, maar maakten het belang van geschiedbeoefening in het algemeen duidelijk en omvatten alle tijdszeeën die Cohen had bevaren, en waarvan hij had geleerd, voor hij zijn Leidse Ithaka weer bereikte. ‘Ik onderscheid tenminste vier redenen om geschiedenis te willen bestuderen: men is geboeid door het verleden, men wil begrijpen hoe het heden geworden is, men wil dat heden veranderen, men wil perioden in hun onderling verschil vergelijken.’ J.C.H. Blom, D.E.H. de Boer, H.F. Cohen, J.F. Cohen: A.E. Cohen als geschiedschrijver van zijn tijd, Uitgeverij Boom, 412 pgs, € 29,50 17
ALUMNUS MAGNIFICUS
familiebanden Mijn grootvader vervulde tot 1925 dezelfde functie. Bovendien maakte ik de keuze omdat het toen al mijn wens was in een museum te werken. ‘Ik droomde al in de eerste jaren van mijn studie van de baan die ik nu heb. Ik weet dat je niet alles kunt bereiken door het heel graag te willen, maar het lukt zeker niet als je de overtuiging mist. Daarom heb ik er in mijn laatste studiejaar ook voor gekozen hier, in het Mauritshuis, stage te lopen, wat toen nog erg ongebruikelijk was. En ik ging belangrijke tentoonstellingen af, zowel in binnen- als buitenland.’
Hoe was uw studententijd in Leiden buiten de boeken? ‘Fantastisch. Ik heb in Leiden echt vrienden voor het leven gemaakt. Je studententijd is een periode waarin je geen echte zorgen hebt. Je hebt nog niet het korset aan dat maakt dat je denkt: “Dit kan ik niet maken.” ‘Ik woonde in een gezellig huis aan het water, Watersteeg 4, en heb daar de gekste dingen meegemaakt. Zo werden we eens wakker, al wat later in de ochtend, toen de Rijn bevroren was. We hebben warme kleren aangedaan, daar vervolgens onze pyjama’s en pantoffels weeroverheen getrokken en zijn met stoelen en een
‘We bakten eieren op het ijs’ In deze reeks gaat Leidraad op zoek naar de student achter de bekende Nederlander. Wat deden zij tussen ontgroening en zweet-kamertje? Aan het woord is Frits Duparc, student kunstgeschiedenis en archeologie tussen 1968 en 1974, nu directeur van het Mauritshuis in Den Haag. Waarom kunstgeschiedenis? ‘De interesse voor kunst is me met de paplepel ingegoten. Mijn vader was hoofd van de afdeling musea, monumenten en archieven, op het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. 18
gasbrandertje op het ijs gaan zitten om spiegeleieren te bakken. Je zag de mensen echt kijken alsof we gek waren. Het was natuurlijk ook onzinnig, maar de pret die we hebben gehad is niet in woorden uit te drukken.’
‘Leiden lag voor de hand’ ‘Ik droomde al in de eerste jaren van mijn studie van de baan die ik nu heb’
Hoe belangrijk was uw studenten vereniging? ‘Ik heb Minerva ervaren als een plek waar ik enorm veel lol heb gemaakt en tegelijk veel leerde. De vereniging had ook een opvoedende functie, corrigeerde je waar het nodig was. We moesten tijdens onze ontgroening vooral eindeloos praten en we hebben geleerd verantwoordelijkheid te nemen en te organiseren. ‘Ik kom er nog af en toe en vind dat het fysieker is geworden. Sommige voorvallen gedurende de afgelopen jaren gebeurden in mijn tijd ook wel eens, maar sporadisch. Het was ook toen fout maar het bleven grote uitzonderingen. Het gaat overigens niet alleen in Leiden af en toe mis; ik hoor dezelfde verhalen over andere steden. Vroeger werd er ook gezooid, maar het meeste plezier hadden we zonder fysiek geweld. ‘In mijn tijd was Minerva ook niet voor softies, maar er was wel gezag. Als een commissaris zei: “Nu is het klaar”, dan was dat ook zo.’
Mist u het nog wel eens? ‘Nee. Op een gegeven moment had ik het gezien, het studentenleven. Er komt een moment dat je op eigen benen wilt staan. Mijn studietijd heeft me in belangrijke mate gemaakt tot wie ik ben, maar je ontwikkelt je, je groeit en dan komt er een moment dat je behoefte krijgt aan een privé-leven. Ik heb zes jaar een fantastische tijd met veel pret gehad. Maar toen was het mooi geweest.’ (CD)
De familie Van Houwelingen uit Noordwijk is al drie generaties lang verbonden aan de Leidse universiteit.‘Het is prettig om naar het ouderlijk huis te kunnen.’ Begin jaren zeventig studeerden vader Ad en moeder Ditsy van Houwelingen beiden theologie. Het leidde behalve tot een universitair diploma en zinvolle levensinvulling ook nog eens tot een huwelijk. Inmiddels studeert zoon Gijs filosofie en doet dochter Anne geneeskunde. Hun zestienjarig broertje Thomas twijfelt nog over rechten, maar dat het ook Leiden wordt, daarvan zijn de bloedverwanten bijna zeker. Moeder Van Houwelingen: ‘Wij studeren al drie generaties aan de universiteit in Leiden. Mijn vader, professor Verdonk, studeerde hier ook theologie en gaf er zelfs les.’ ‘Ik denk nog vaak aan mijn studietijd: erg leuke studie, druk sociaal leven. Veel van onze huidige vrienden, waren ook studievrienden. Ik was lid van Augustinus, dat toen nog een open vereniging was, los zand eigenlijk’, aldus moeder Van Houwelingen. ‘Maar wij hebben jullie niet gedirigeerd om naar de universiteit in Leiden te gaan, toch?’, vraagt ze retorisch aan haar kinderen. Gijs: ‘Nee joh, Leiden lag gewoon voor de hand.’ Anne: ‘Ik heb even getwijfeld over Maastricht, maar Leiden was toch wel erg vertrouwd. En het is prettig om ook af en toe naar het ouderlijk huis te kunnen.’ Vader: ‘De studieperiode was echt de mooiste tijd van mijn leven: de vrijheid, het ontdekken van de wetenschap, de volstrekt andere manier om met het geloof om te gaan. En gevoelsmatig is het bijna alsof die tijd in Leiden mij ontnomen werd toen ik mijn kinderen hoorde vertellen over die en die kroeg, en het studentenleven. Je realiseert je extra dat die tijd echt voorbij is, al ben
ik zijdelings nog altijd actief binnen de universiteit.’ Het studeren en de bijbehorende levensstijl is sowieso veranderd. Vader: ‘In mijn studententijd was alles politieker: we organiseerden veel debatten en hadden
‘Vroeger was alles politieker’ vlammende en naïeve discussies.’ Anne: ‘Vroeger hadden studenten veel meer tijd en ruimte om zichzelf te ontdekken. Wij hebben een veel grotere druk: ik moet in 6 jaar afstuderen. Ook zijn sommige studies wat praktischer, bij medicijnen is er bijvoorbeeld relatief weinig aandacht voor iets als ethiek.’ Gijs: ‘Er heerst nu ook een andere mentaliteit
een andere tijdsgeest: zakelijker, minder ideologisch.’ ‘Het verschilt natuurlijk per studie, want bij filosofie is er uiteraard wel veel ruimte voor verdieping, maar je ziet inderdaad bij een studie als medicijnen dat men vooral oog heeft voor de medisch-technische kant en amper voor ethiek.’ Vader: ‘Het baart me nog niet meteen zorgen, maar het economisch nut is dé maatstaf, zo lijkt het. Terwijl ik vind dat je een studie vanuit interesse moet kiezen. Als wetenschap niet vrij is van politiek, economie of ideologische dwang dan riskeer je de onderzoekende geest van de wetenschapper te beknotten. Ach, ik heb als geestelijke wel een beetje beroepsdeformatie.’ Gijs: ‘Ja, want vroeger kozen mensen heus ook wel een studie omwille van het beroep dat ze wilde uitoefenen. Al zijn mensen nu wel wat pragmatischer, maar is dat erg? Ach…’ (HvS) 19
APRÈS LEIDEN Milieubiologe Nynke Osinga (23) over haar nieuwe baan bij de Zeehondencrèche in PieterbureN
‘Zeehonden lijken
maar bijten hard’
lief,
Hoe is het om met je bul vers op zak aan je eerste echte baan te beginnen? In deze rubriek vertellen Leidse alumni over hun leven na de studie. In aflevering 4: Nynke Osinga (23). Zij werkt sinds november als onderzoekster bij de Zeehondencrèche Pieterburen. Marije Siemensma
‘Direct na mijn studie ben ik begonnen als onderzoekster op de zeehondencrèche in Pieterburen’, vertelt Nynke Osinga. ‘Vier dagen per week werk ik op de crèche aan de zeehondendatabase. Aan de hand van de gegevens die we bij binnenkomst van een zeehond verzamelen proberen we te analyseren waarom de dieren stranden of waarom ze dood zijn gegaan’, aldus de milieubiologe die in oktober 2005 cum laude afstudeerde. Lenie ’t Hart richtte 25 jaar geleden de zeehondencrèche op. ‘Op de zeehonden, maar ook op de bruinvissen die bij de crèche aankomen doen we sectie. Vorige week hebben we nog de maaginhoud van een dode zeehond onderzocht’, vertelt ze vol enthousiasme. ‘Aan de hand daarvan komen we te weten wat en hoeveel het dier heeft gegeten.
20
‘Toen Lenie mij aan het eind van mijn studie deze baan aanbood was de keus om direct Leiden te verlaten en naar het Groningse Pieterburen te vertrekken niet zo moeilijk. Dit is al mijn zevende jaar in Pieterburen. In de weekenden gaf ik altijd voorlichting aan de bezoekers
‘De eerste keer zat ik onder de blauwe plekken’ en was ik ook al bezig met het digitaliseren van data over de zeehonden die in de loop der jaren door de crèche zijn opgevangen.’ Osinga is niet alleen met onderzoek bezig, maar helpt ook mee in de verzorging. ‘Dit wilde ik altijd al graag leren en ik begin er nu wat handigheid in te krijgen. Een zeehond voeren is nogal een zware klus. ‘Het is zwaarder dan de meeste mensen denken. Om het dier in bedwang te houden ga ik er bovenop zitten om vervolgens via een slang met trechter het dier een mix van gemalen vis en vitaminen te voeren. De eerste keren zat ik onder de blauwe plekken. De zeehonden lijken zo lief en onschuldig, maar kunnen hard bijten en zijn ontzettend sterk.’
Op de crèche moet Osinga ook pers ontvangen. Met de komst van Zwarte Lola, een volledig zwarte zeehond, stond de onderzoekster vorig jaar de pers, van SBS tot het Jeugdjournaal als een volleerd woordvoerster te woord. ‘De afgelopen periode strandden er nogal wat bruinvissen en zelfs een aantal dolfijnen. Ons netwerk van EHBZ’ers - eerste hulp bij zeehonden – zorgt ervoor dat de dieren niet op het strand blijven liggen. Gestrande dieren in Noord-Holland, Friesland en Groningen halen wij op. Een paar weken terug haalde ik samen met een aantal collega’s een aangespoelde witflankdolfijn op van Schiermonnikoog. Bij terugkomst in de haven van Lauwersoog stond de Friese radio en televisie ons al op te wachten. ‘De reden waarom we dode dieren ophalen, is omdat we graag willen weten waarom de dieren stranden. We hebben wel onze vermoedens, maar vaak blijft het een raadsel’, legt ze uit. ‘De witflankdolfijn leeft normaliter in de Atlantische Oceaan. Sectie kan ons misschien meer vertellen over de dood van het dier.’ Waarom het zo verdwaald is, blijft een groot raadsel. Niet alleen in Pieterburen, maar in heel Europa houden wetenschappers zich bezig met dergelijke vragen. ‘Begin april ga ik naar een conferentie van de European Cetacean Society (ECS) in het Poolse Gdynia. Ik presenteer daar een poster over het
monitoren van bruinvissen.’ Vorige week nog presenteerde de veearts van de crèche een poster van haar onderzoek naar de band tussen moeder zeehond en haar jong. Het blijkt dat de moeder en haar jong niet overal ter wereld constant bij elkaar blijven. ‘Factoren als stroming en afwezigheid van zandbanken die constant boven water staan maken dat moeder en jong in de Waddenzee onafscheidelijk zijn. Door de sterke getijdenverschillen komen veel zandplaten met de vloed onder water te staan. Haar Leidse leven ligt ver achter Osinga. In haar huidige woonplaats, het Groningse gehucht Westernieland, is het ’s avonds nog stil op straat. ‘Ik woon hier samen met een aantal collega’s van het opvangcentrum. Aan de rust en ruimte van het Groningse platteland was ik al gewend.’ Ze groeide namelijk op in het Friese Kollumerpomp. ‘Ik kan hier uren langs de zeedijk wandelen, zonder ook maar een
mens tegen te komen. Ik ben zo bij het wad. Als ik mazzel heb, zie ik zeehonden zwemmen. Pieterburen is vanaf hier tien minuten fietsen. Op zich ideaal, maar...’, bekent Osinga, ‘ik mis mijn vrienden uit Leiden wel en de gezelligheid van het studentenleven. Een stadsmens ben ik echter nooit geweest en zal ik ook nooit worden.’ ‘Naast mijn werk in het opvangcentrum, werk ik mee aan een monitoringonderzoek naar bruinvissen in de Noordzee. Tijdens mijn afstudeerstage bij het Rijksinstituut voor Kust en Zee en het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden heb ik twee methoden om bruinvistellingen te doen onderzocht. Vanuit een vliegtuigje en vanaf een boot. Dit onderzoek loopt nog steeds en iedere maand ga ik of projectleider Frank Zanderink met de vrachtboot van Stena Line op en neer naar Harwich om bruinvissen en dolfijnen te tellen. De bemanning noteert al ruim een jaar lang
alle waarnemingen van zeezoogdieren voor ons.’ In september verruilt ze het Groningse platteland voor de groene heuvels van Wales. ‘Ik ben aangenomen voor de 1-jarige opleiding Marine Mammal Science aan de Universiteit van Wales in het Engelse Bangor. Tijdens mijn studie in Leiden miste ik vakken over zeezoogdieren. In Engeland bieden ze deze wel aan. De kennis die ik daar straks op doe, wil ik gebruiken om verder te gaan met onderzoek naar zeezoogdieren, waar dan ook.’ Ik wil problemen als vervuiling en de gevolgen van visserij als bijvangst en verdrinking in netten niet alleen in kaart brengen, maar er ook werkelijk wat aan doen’, is haar vastbesloten mening. ‘Een terugkomst naar Pieterburen sluit ik zeker niet uit. De locatie is ideaal, zo dichtbij de kust en de waddeneilanden. Maar straks eerst weer een jaartje student zijn in Engeland.’ 21
Terug op k amers
Het Jeugdjournaal
Het ‘reclasseringshuis’ aan de Haagweg
Met een baby tussen de criminelen ‘Hier klopte de politie midden in de nacht aan, toen onze huisgenoot van zijn bed werd gelicht.’ Marjolijn Engelhard wijst naar het raam van haar oude benedenkamer aan Haagweg 50a. Samen met haar man David, een sinologiestudent bij wie ze in 1996 illegaal introk, woonde ze drie jaar lang in een pand waarvan de ‘louche makelaar’ volgens hen een pact had gesloten met reclassering. ‘Een typisch geval van een huisjesmelker die het verder wel best vond.’ ‘Het begon al toen ik hier net kwam wonen, in 1994’, vertelt David. ‘Het huis reemde jongen, zeker geen student, die met hele rare dingen bezig was. Toen Marjolijn hier kwam wonen, stonden we soms aan de deur te luisteren en vroegen we ons echt af: “Wat doet hij toch?”’ ‘Toen ik op een bepaald moment geld wilde pinnen, bleek ik 1000 gulden rood
22
te staan. Bij de bank spraken we het vermoeden uit dat onze huisgenoot mijn paspoort had gestolen en daarmee geld had opgenomen. Vreemd genoeg kregen we vervolgens de bewakingsvideo mee
Oud-huisgenoot zit nu vast voor dubbelemoord en zijn we naar de politie gestapt. Het was een rare gewaarwording om iemand waarmee je een huis deelt met jouw paspoort de bank binnen te zien stappen en met 2000 gulden te zien vertrekken.’ Na de arrestatie van deze huisgenoot, nam een andere ‘psychiatrische persoon’ intrek in de kamer. ‘Hij sliep drie maan-
den met zijn tas als kussen op de grond en had amper meubels.’ Omdat hun spullen niet meer in de benedenkamer pasten, verhuisde het tweetal door naar een mooie, grote kamer, met balkon en keuken. Marjolijn: ‘Tijdens mijn zwangerschap kwam er een jongen in huis wonen die een twintig jaar oudere zwerfster van straat had gehaald en in huis genomen.’ In het begin ‘bloeide zij helemaal op’ en leek er sprake te zijn van een ‘romantische toestand’. Maar al snel eindigde dit in een lange reeks van mishandelingen, waar de studenten alles van meekregen. ‘We zijn allebei wel eens midden in de nacht met haar naar de apotheek gereden omdat ze er zo erg aan toe was dat ze medicijnen nodig had. Maar zelfs na een nacht in het blijf-van-mijn-lijfhuis, was ze binnen de kortste keren weer terug. Het ging steeds verder bergafwaarts en uiteindelijk is hij voor langere tijd opgepakt. Inmiddels zit hij vast voor dubbele moord zonder motief.’ Toch heeft het echtpaar hele goede herinneringen aan die tijd. Behalve een moordenaar woonde er namelijk ook een hechte groep vrienden in huis, met wie we veel dingen samen deden. Marjolijn: ‘We waren nooit bang, eerder alert. We hadden nooit het idee dat hij ons iets zou aandoen en leefden er eigenlijk prima. We zaten hier vaak avonden met vrienden op het balkon, terwijl de baby sliep achter een wandje dat we hadden gemaakt. Onze vrienden waren allemaal gek op onze zoon en het was ontzettend mooi om die hele periode met hen te delen. Ondanks alles.’ (CD)
HANNAH GUTJAHR (13), scholier PEPIJN VAN EMPELEN (32), psycholoog, onderzoekt hoe je gezond gedrag kunt stimuleren
HANNAH: Meestal zijn ongezonde dingen lekker en gezonde dingen vies. Bij mij op school heb je automaten met snoep, maar ook met zakjes appel en peer. Het fruit ziet er ontzettend smerig uit, vol bruine plekjes. PEPIJN: Tja, dat is nou net het punt. De meeste mensen weten dat ze twee stuks fruit per dag moeten eten, maar er zijn allerlei dingen die ervoor zorgen dat ze het toch niet doen. Fruit is duur, het is lastig meenemen – een banaan komt vaak zwart en geplet uit je schooltas - en het is vaak niet zo aantrekkelijk als een reep. HANNAH: En je moet ook nog twee ons groente eten, dat is heel erg veel. PEPIJN: Ja, het lukt de meeste mensen niet om dat bij het avondeten naar binnen te krijgen. Je moet het dus over de dag verdelen. HANNAH: Op school kwam laatst
een sigaret kreeg aangeboden. Zou jij dan nee kunnen zeggen? Tot slot is het belangrijk om de consequenties op de korte termijn te laten zien, want dat je op latere leeftijd ziek kunt worden, daar heeft iemand van vijftien geen boodschap aan. Wat meer zal aanspreken, is dat je je op school beter kunt concentreren als je goed hebt ontbeten. HANNAH: Maakt u ook televisiereclames? PEPIJN: Nee, maar wel testjes voor op
‘Een banaan komt vaak zwart en geplet uit je schooltas‘ internet. Ik heb gemerkt dat mensen hun eigen gedrag vaak te positief inschatten. Televisiespotjes werken daardoor vaak niet. Mensen voelen zich niet aangesproken. Met testjes confronteer je ze met hun eigen gedrag. Ze merken
Beter concentreren met volle maag een vrouw over anorexia vertellen. Ze had het zelf gehad. We waren allemaal erg geschrokken van haar verhaal. Ik vind het wel een goed idee om op deze manier kinderen te waarschuwen voor ongezond eten. PEPIJN: Je bent niet de enige. Ook de overheid probeert mensen bang te maken in de hoop dat ze dan gezonder gaan leven. Denk maar aan de teksten zoals ‘roken is dodelijk’, die op pakjes sigaretten staan. Uit onderzoek blijkt dat dit soort campagnes niet werken. Integendeel: van alle griezelbeelden raken mensen zo in de stress, dat ze juist nog een extra sigaret opsteken. HANNAH: Wat moet je dan wel doen? PEPIJN: Iemand die het goed doet als voorbeeld nemen. Liefst iemand die dicht bij de scholieren staat. Ook moet je ze ervan bewust maken dat ongezond gedrag meestal geen keuze is, maar iets wat je overkomt. Jongeren denken: ik ga niet roken. Maar stel je voor dat al jouw vrienden gingen roken en jij ook
opeens dat ze meer vet gebruiken dan gezond voor ze is. HANNAH: Welke mensen eten het slechtst? PEPIJN: De middelbare scholieren. Het begint ermee dat ze thuis vaak niet ontbijten. Ze krijgen om tien uur trek en kopen snoep of een snack. Vervolgens hebben ze rond lunchtijd geen honger en slaan weer een maaltijd over. Zo gaat het de hele dag verder.
HANNAH: Je hoort de laatste tijd heel veel over gezond eten. Bent daarom dit onderzoek gaan doen? PEPIJN: Niet direct, maar het heeft er wel een beetje mee te maken. Voor de meeste onderzoeken die ik doe krijg ik namelijk een opdracht. In dit geval van ZonMw. Dat is een organisatie die samen met het ministerie van Volksgezondheid prioriteiten bepaalt. En verder doe ik nog meer onderzoek naar gezond gedrag, bijvoorbeeld naar veilig vrijen, stoppen met roken en meer bewegen. HANNAH: Leeft u zelf heel gezond? PEPIJN: Ik scoor behoorlijk goed als het om gezond eten gaat. Vooral sinds ik dit onderzoek doe, let ik goed op wat ik binnen krijg. Maar sporten, dat doe ik weer veel te weinig. (IA)
23
Netwerken
LUF grants
Stokpaardjes en melkkoeien Dat de dames die ooit tot dit gezelschap behoorden, zijn geëmigreerd naar New York en Japan heeft geen oorzakelijk verband. Dit geldt evenzo voor het feit dat het Leidse restaurant waar in 1988 de oprichtingsvergadering werd gehouden, nu failliet is. De heren van de groep die zichzelf ‘de Kring’ noemt, zijn er duidelijk in: ‘We zijn geen “old boys club” maar we zijn als “oud cement”. De Kringbroeders, bestaande uit een groep van acht alumni in leeftijd variërend van 43 tot 55 jaar is zoals ze zelf zeggen een ‘oude lullen’-voortzetting van hun ontmoeting in 1988 bij het Sodalicium Literis Sacrum, een Leids dispuut van Letteren en Filosofie dat al sinds 1872 bestaat. Het doel? ‘Ach, we zijn ooit begonnen met boekbesprekingen, voordrachten en lezingen maar inmiddels zijn we dat wel ontstegen’, aldus de secretaris in functie Antoon Erftemeijer (als kunsthistoricus verbonden aan het Frans Halsmuseum): ‘We spreken wat vaag voor ons uit en we noemen dat dan intelligente improvisatie.’ 24
Het interrumperen werd een doel op zich, volgens de leden. De lezingen ontaardden meestal in discussie waarbij ze het bij voorkeur niet met elkaar eens werden. Dr. Lex Hermans (kunsthistoricus en muziekrecensent): ‘Bij voorkeur geven de leden hun mening over iets waar ze geen verstand van hebben,
‘Allemaal wilden we hoogleraar worden, maar dat is niet gelukt‘ lateraal denken viert hoogtij en bij de meeste leden is er gelukkig geen enkele sprake van exactheidsdwang. Het is over het algemeen een kwestie van stokpaardjes en melkkoeien! Gelijk krijgen is soms belangrijker dan gelijk hebben. De discussies zijn altijd fel maar uiteindelijk zonder venijn.’ De bijeenkomst worden door de Kringbroeders consequent vastgelegd in
(inmiddels 135) convocaten en altijd per papieren post en uitdrukkelijk niet per e-mail rondgestuurd. Die zouden in het Nationaal Dictee niet misstaan. Een citaat: ‘Omsloten door warm gekleurde wanden, met de voeten rustend op klein-Aziatische tapisserieën, en met zicht op nieuw verworven classicistische angehauchte boekenkasten, produceerde het ditmaal voltallig aanwezige kringgezelschap een enkele uren durende klankenbrij, bestaande uit tal van welluidende soli van de gastgever (bedoeld als imitaties van diverse professoren, tantes en ooms –de laatste als kennelijke pogingen de nog niet door alle kringleden op juiste waarde geschatte schrijver Bomans met diens oom Frits-anekdotes te emuleren) uit twee sterk van elkaar verschillende interpretaties van een pianowerk.....etcetera etceteranda!’ Hoewel de meeste leden al ver ‘terug’ gaan met elkaar, zijn nieuwe leden altijd welkom. Erik Busser (egyptoloog, hoofdredacteur) is na twee bijeenkomsten nu net gewend aan de sociale dimensies van de Kring. Hij kwam in de Kring op voorspraak van Dik van der Meulen (neerlandicus en Ako Literatuurprijswinnaar met zijn Multatuli-biografie). De andere leden bestaan nog uit Arie Vogel (classicus en vertaler), Ton van de Wouden bijvoorbeeld (Neerlandicus en momenteel in Leiden werkzaam als onderzoeker), Victor van Bijlen (Indoloog, vertaler en SP-raadslid) en Thomas de Bruin (indoloog en beleidsmedewerker aan de universiteit). Maandelijks spreken zij af bij elkaar thuis. Er is géén bier, wél sinaasappelsap en rode wijn. De gastheer zorgt voor een vegetarische maaltijd. Muziek is – vanwege de gezamenlijke passie voor piano- en orgelmuziek - altijd een vast onderdeel. ‘Al met al toch een knap geleerd stelletje’, zeggen ze zelf, niet zonder ironie. ‘Allemaal wilden we hoogleraar worden, maar dat is niet gelukt. Gelukkig zijn we allemaal nog wel goed terechtgekomen.’(CdO)
The Egyptian PhD student Umar Ryad has been awarded a scholarship from the LUF, to fund a study trip to Morocco and Germany, where he will be examining the correspondence of students of the well-known Koran scholar Mohammed Rashid Rida (1865-1935). ‘Rida was an important opinion-maker for Muslims throughout the world’, explains Ryad. ‘I am researching how he acquired his knowledge about the West and Christendom. The Syrian-Egyptian Koran scholar himself was unable to speak any Western languages, and he gave his students the task of reporting on the political and religious debates within Europe.’ Rida subsequently put forward his opinion of these issues in his own publication, ‘Al Manâr’, (the Lighthouse).
Letters and diaries of Koran scholars He wanted, for example, to know how a German biographer wrote about the prophet Mohammed and how colonial powers treated Muslims. Ryad: ‘He wrote a great deal about what he considered the corruption of Christianity. Rida wasn’t against Christians; on the contrary, he was on friendly terms with them, but he was opposed to the often questionable practices of missionaries who tried to win souls in the Muslim community.’ The Koran scholar was intensively involved in political issues and was such a fierce critic of the Dutch domination of the Dutch Indies that his magazine was banned in the colony. Ryad points to the many shelves of books and journals by Rida in his study at the university. ‘It is truly unbelievable how productive this man was. I had to seriously limit my area of research otherwise I’d never complete my dissertation in time.’ In the personal archives of Rida’s students he found reports of local events, as yet unpublished letters from Rida, contemporary newspaper articles and tapes of discussions. Ryad was allowed access to these sources by Rida’s family members. About Rida’s contacts in Germany he says: ‘I man-
aged to trace his son via the telephone directory, and he was relieved that his father’s diaries and manuscripts, which had been left lying in dusty boxes for years, are being put to good use. It is a unique opportunity because they have hardly been studied by any other writers.’ Also, Rida’s many personal diaries left useful pointers to how his ideas developed. Ryad was given the diaries by Rida’s grandson in Egypt. After studying his notes, the researcher concludes: ‘He became more conservative in his later years as a result of religious and political tensions.’ Through reading his diaries, Ryad has the feeling that Rida has become an ‘intimate friend’. Apart from his political ideas, he also gives the reader an insight into his day-to-day activities. Strong statements about politics and religion are interspersed with comments about his wife and children. Ryad won’t be drawn on the subject of whether he shares Rida’s opinions. ‘I am here to study his development, not to pass moral judgements.’ But he does believe that well-educated Muslim opinion-makers are much needed in 2006. As well as writing his dissertation, Ryad is currently helping set up the Islamic The-
ology programme in Leiden, which will start in September this year. He follows the current discussions about Islam in the Western world with amazement and a certain degree of irritation. ‘In all honesty, I am rather tired of all the debates on the subject. The media often exaggerate the riots, which just makes the situation worse. This new programme can make a firm contribution to calming things down. Well-educated Muslims have a better understanding of Western society, and, similarly, there is less likelihood of misunderstandings if the Dutch get to know more about Islam.’ (LvP)
25
Haagse C ampus
Het Topstuk
De Campus Den Haag van de Universiteit Leiden verzorgt samen met het Ash Institute van de Kennedy School of Government van Harvard University van 28 mei tot en met 2 juni in Den Haag voor het eerst het prestigieuze executive education programma ‘Innovations in Governance’. Jouke de Vries, hoogleraar bestuurskunde en directeur van de Campus Den Haag is trots: ‘Het programma is bedoeld voor mensen met werkervaring in het openbaar bestuur, maatschappelijke middenorganisaties, de “civil society” en ook het bedrijfsleven.’ Met klem benadrukt De Vries dat het gaat om governance niet om government. Onder leiding van drie docenten van het Ash Institute van Harvard en drie van het Centre for Government Studies van de Campus Den Haag discussiëren 45 deelnemers een week lang over het verbeteren van overheidspresta-
Prestigieus programma Campus Den Haag en Harvard
De democratie efficiënter maken ties, de samenwerking tussen de publieke en private sector en het bestrijden van bureaucratie. De werving van deelnemers met onder meer advertenties in bladen als The Economist heeft al de eerste twintig aanmeldingen opgeleverd, ook van buiten Europa. De cursus wordt al langere tijd in Boston gegeven en het idee van Harvard is om in samenwerking met andere universiteiten verspreid over de wereld, dezelfde cursus meer regiospecifiek
Prof.dr. Jouke de Vries
26
aan te bieden. Leiden is de eerste buitenlandse universiteit waar de cursus gegeven wordt. ‘Dat is een unieke beslissing die samenhangt met het streven van het Ash Institute naar de opbouw van een internationaal netwerk en verrijking van het curriculum door deelnemers en lesmateriaal uit andere landen’, vertelt Gowher Rizvi, directeur van het Ash Institute. ‘We hebben gemerkt dat de verschillende culturen van de cursisten een enorme invloed hebben op de analyse van problemen en de oplossingen die men aandraagt. De kernvraag in de cursus is hoe de democratie effectiever te maken is. Dan heeft die rijke schakering een zeer vruchtbare uitwerking in de discussies.’ De opzet van de cursus zelf is ook innovatief: er wordt gewerkt met cases uit de praktijk, spelsimulaties en veldbezoeken. Jorrit de Jong, directeur van het Centre for Government Studies: ‘De cursisten werken in groepen. Ze brengen hun eigen probleem, governance challenge, mee, dat ze van tevoren hebben ingediend. Elke groep onder leiding van een docent bediscussieert de verschillende cases en probeert een oplossing te vinden. De oplossingen worden gepresenteerd en weer bediscussieerd in de grote groep.’ Ze beginnen al bij het ontbijt en ze gaan door tot een uur of negen ’s avonds. Maar dan zijn
ze er nog niet, want dan moeten ze de casuïstiek voor de volgende dag nog lezen. ‘Ik heb zelden meegemaakt dat aan universiteiten zo intensief naar onderwijsprogramma’s wordt gekeken’, vertelt Jouke de Vries enthousiast. ‘Dat was in Harvard al een feest. Wij zijn een week lang daar geweest om te worden getraind. Het is heel intensief, slopend soms, maar je leert er zoveel van. Het is dus niet de docent die zijn lesje draait en weer weg is.’ De cursus biedt aan alle deelnemers een uitgelezen kans om van elkaar te leren. Naast de cases die de cursisten zelf aanbrengen, zijn er door de staf ook cases apart voor de bijeenkomsten geschreven. Op een van de middagen is er een forumdiscussie over governance in het Nederlandse onderwijssysteem, waarbij onder meer minister Maria van der Hoeven en staatssecretaris Mark Rutte aanwezig zijn. (SH) Voor aanmeldingen en meer informatie over het programma ‘Innovations in Governance’ zie de website van het Centre for Government Studies: www.cgs.leidenuniv.nl.
‘Hij mag nog éven naar buiten, maar daarna houden we hem weer minstens een paar jaar binnen’, zegt Jef Schaeps zowel trots als bezorgd. De conservator van het Leids Prentenkabinet hoedt als een ware vader over zijn kwetsbare lievelingszoon die eigenlijk geen buitenlucht verdraagt. Licht en temperatuurschommelingen zijn slecht voor oude tekeningen en de Spinario, de doornuittrekker, is in vele opzichten een topstuk van de collectie. Veel musea staan te dringen om deze bijzondere 16e eeuwse tekening tentoon te stellen. Na een aantal buitenlandse optredens is de prent sinds jaren weer in Nederland te bewonderen en wel in het Haagse Mauritshuis in de tentoonstelling ‘Droom van Italië’ (tot juni 2006). De Vlaamse schilder Jan Gossaert (ca. 1478 – 1532) reisde begin 16e eeuw in het gevolg van Filips van Bourgondië naar Rome. De kunstminnende Filips gaf hem de opdracht restanten van de Oudheid te tekenen. Er zijn maar vier tekeningen van deze reis bewaard gebleven en daarvan is de Spinaro de enige in Nederlands bezit. Met veel gevoel en krachtige pennenstreken heeft Gossaert dit beroemde bronzen beeld weergegeven van een naakte jongen die een doorn uit zijn
Gossaerts Spinario kostte een tientje voet trekt. Het beeld stamt vermoedelijk uit de eerste eeuw na Christus en stond, na lange tijd onder het puin te hebben gelegen, in Gossaerts tijd op een sokkel op het Romeinse Capitool. Dankzij Gossaerts werk dringt de Renaissance door in de Nederlanden en veel noordelijke kunstenaars volgen hem hierna naar Italië. Zijn grijsbruine pentekening is een van de eerste voorstellingen in onze contreien waarop een hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid is te zien. Gossaert stelt de mens centraal en geeft het lichaam meer driedimensionaal weer dan tot dus ver gebruikelijk is in de Nederlanden. Ook introduceert hij hier ornamentiek in zijn afbeelding. Met de naakte jongeling als middelpunt tekende de Vlaamse kunstenaar om hem
heen stoere leeuwenkoppen, rijk decoreerde pronkhelmen en blote mannenbenen in Romeinse laarzen. ‘Ik vind het echt een mooie tekening’, zegt Schaeps. ‘Het is niet zomaar een voorstudie van verschillende onderdelen, maar een heel zorgvuldige en artistieke compositie.’ De Leidse universiteit heeft de tekening in 1957 gekocht van de Amsterdamse arts A.Welcker. De arts had de voorstelling in 1937 voor tien gulden aangeschaft op een veiling en de Spinario maakte toen onderdeel uit van een bundel anonieme tekeningen. Pas later een echte Gossaert ging. Schaeps schat dat de tekening nu ruim e 200.000 waard is. Bij veel 16e-eeuwse tekeningen blijft het gissen wie de maker is, zo niet bij de Spinario meent hij. ‘Gossaert heeft een
hele karakteristieke stijl die je vooral herkent aan de verfijnde wijze waarop hij de ornamenten tekent. Bij kunstwerken uit die tijd is er vaak niets bekend over de ontstaansgeschiedenis, maar we weten dat Gossaert deze opdracht kreeg omdat Filips van Bourgondië hierover schrijft in zijn dagboeken die bewaard zijn gebleven.’ De tand des tijds heeft haar werk gedaan: fris oogt de 16e eeuwse tekening niet meer. Schaeps: ‘Hij is een beetje vies. Het papier is vergeeld en verkeert niet in een heel goede staat. In 1983 is de tekening gerestaureerd. De scheurtjes zijn geplakt en het papier is verstevigd, maar een echte poetsbeurt is natuurlijk niet mogelijk bij tekeningen op papier.’ Daarom, herhaalt hij, ‘gaat hij hierna écht weer een paar jaar de kluis in’. (LvP) 27
LEIDS UNIVERSITEITS FONDS
LEIDS UNIVERSITEITS FONDS
Njord verbouwt onderkomen met geld van het LUF Het Leids Universiteits Fonds heeft aan K.N.S.R.V. Njord voor de verbouwing van het verenigingsgebouw een subsidie toegekend. Het pand waar Njord in huist wordt aangepast aan de eisen van deze tijd. Naast subsidies ontvangt Njord een aanzienlijke kredietfaciliteit tegen zeer gunstige voorwaarden van een anoniem alumnus. Het gerenoveerde pand draagt ongetwijfeld bij aan het succes van de roeiers.
Ontvanger LISF beurs geselecteerd voor Henley Boat Race
Gezocht
Dies Natalis voor alumni Op 11 februari 2006 kwamen ruim 350 alumni bij elkaar om de 431e Dies Natalis van de Universiteit Leiden te vieren. De LUF hoogleraren Worp en Van der Does hielden een lezing over respectievelijk de papyri uit Grieks – Romeins Egypte en de psychopathologie van het dagelijks leven. Professor Trimbos vertelde iets over het Female Cancer Program. Dit project heeft 2,1 miljoen euro ontvangen via de Campagne voor Leiden. Dr. Ter Haar Romeny hield een voordracht over identiteit en migratie. In het tweede gedeelte van de middag stond het debat rondom de Nieuwe Spijswetten ‘Eten is Geweten’ op het programma. De deelnemers van het debat waren Johannes van Dam, Hans Eenhoorn, Hugo Byrnes en Louise Fresco. De dag werd afgesloten met een geanimeerde borrel.
28
Op zaterdag 20 mei organiseert het Chemisch Dispuut Leiden (CDL) ter ere van het 80 jarige bestaan (16e lustrum) een reünie voor alle oud-leden. Voor deze activiteit is het CDL op zoek naar de adressen van onderstaande personen. Kent u één van deze personen of bent u het zelf? Stuurt u dan een e-mail met het juiste adres naar info@luf. leidenuniv.nl. Naam
Jaar van
aankomst
Mw. drs. J.M. de Bruin Drs. J.D.C. Codée Mw. drs. A.K. van Engen Drs. M.S. Goedhart Drs. T.P.M. Goumans Drs. E.A.E. Jamanika Mw. C.J. Kaltner Mw. drs. I.C. van Knippenberg Mw. drs. M.Y. Kwant Mw. drs. P. Nieuwenburg
1994 1993 1994 1995 1996 1997 1994 1991 1996 1997
Op 2 april jl. nam Elselijn Kingma deel aan de Henley Boat Races tussen Oxford en Cambridge. In 2004 ging deze excellente studente met een beurs van het LUF Internationaal Studiefonds (LISF) naar Cambridge. Inmiddels is zij daar aan het promoveren.
Russell Shorto op Sleuteldragersdag Op 28 april organiseert het Leids Uni-
LUF Boerhaave leerstoel De Commissie Wetenschappelijke Bestedingen van het LUF subsidieert in het kader van de LUF Boerhaave leerstoelen bij het LUMC het gasthoogleraarschap van prof.dr. David W. Scott. Professor of Surgery and of Microbiology and Immunology, University of Maryland School of Medicine. Zijn expertise sluit naadloos aan op de diverse kernprojecten bij de afdeling ImmunoHemotologie en Bloedtransfusie (IHB) op het gebied van transplantatie en tumorimmunologie en op het gebied van diabetes. LUF Boerhaave leerstoelen betreffen gasthoogleraarschappen voor eminente en gezaghebbende geleerden, bij voorkeur uit het buitenland, die een bepaald gebied van onderzoek en onderwijs binnen het LUMC kunnen stimuleren.
Shorto de voordracht “Leiden at the Center of the World”: How the Dutch “really” settled Manhattan. Shorto is de schrijver van het boek The Island at the Center of the World en verbonden aan onder meer New York Times. Voor meer informatie over het programma en het Sleuteldragerschap van de Universiteit Leiden kunt u contact opnemen met mw. drs. M. Kamp-Heering, directeur Externe Relaties, telefoonnummer 071-5130503/ kamp-heering@luf. leidenuniv.nl
Alumniborrel
Op vrijdag 12 mei van 18.00 uur – 21.00 uur organiseert het Leids Universiteits Fonds een alumniborrel in het Snouck Hurgronje huis, Rapenburg 61 te Leiden. Deze borrel is voor alle afgestudeerden uit de periode 1990 tot en met 2004. Voor meer informatie www.luf. nl, 071-5130503 of mail naar info@luf. leidenuniv.nl. Komt allen!
versiteits Fonds de Sleuteldragersdag voor de Sleuteldragers en de Leden voor het Leven. Sleuteldragers van de Universiteit Leiden zijn alumni die in vijf jaar € 2.500 of meer aan het LUF doneren. Als dank hiervoor ontvangen zij onder andere een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst. Dit jaar houdt Russell
Mythen uit de Griekse Oudheid De Studium Generale lezingen ‘De Klassiekste Klassiekers, vier hoorcolleges over grote teksten en mythen uit de Griekse Oudheid’ door Professor Ineke Sluiter, zijn uitgebracht op audio-cd.
Korting voor donateurs van het LUF Bent u donateur van het LUF? Dan ontvangt u 15% korting op de cd. U kunt de cd eenvoudig bestellen op www.home-academy.nl (u heeft hier uw jaar van aankomst nodig) of bellen naar 071-5130503.
29
LEIDEN BIEDT AAN Universiteit Leiden Marathon: De 5 kilometer van de Universiteit Leiden De universiteit sponsort de 5 kilometer van de Leidse marathon op 18 juni 2006. Loop mee! www.alumni.leidenuniv.nl en www.marathon.nl Wetenschappelijke fotowedstrijd Clair-obscur Om te vieren dat het dit jaar 400 jaar geleden is dat Rembrandt in Leiden is geboren organiseert Universiteit Leiden voor o.a. alumni de wetenschappelijke fotowedstrijd Clair-obscur. Info: Nieuws & Agenda op www.kunstenenwetenschappen.nl of e-mail
[email protected] Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO) 21 t/m 24 augustus: HOVO-zomercursus, intensieve cursus van 7 dagdelen: De stad Leiden ten tijde van Rembrandt (16061669) met colleges door o.a. prof. dr. S. Groeneveld (geschiedenis, Universiteit Leiden), prof. dr. R.C.J. van Maanen (Regionaal archief, Leiden), drs. Chr. Vogelaar (conservator stedelijk Museum de Lakenhal), prof. dr. C.W. Fock (kunstgeschiedenis, Universiteit Leiden) ‘s Middags rondleidingen door o.a. het regionaal archief, de stad Leiden, de tentoonstelling ‘De etsen van Rembrandt’ in De Lakenhal. Eventueel wordt de cursus herhaald op 28 t/m 31 augustus. Eind mei, begin juni verschijnt het programma voor najaar 2006 op de website: www.hovo.leidenuniv.nl Verdere informatie:
[email protected] of 071 5277299 (ma. t/m do 10-13 uur) Leids Universiteits Fonds Alumniborrels Wilt u ook oud-studiegenoten ontmoeten? Kom dan naar een van de alumniborrels van het LUF. In 2006 worden de borrels gehouden op 12 mei (locatie: Snouck Hurgronjehuis) en 22 september. Website: www.luf.nl 28 april Sleuteldragersdag Voor informatie over het programma en het Sleuteldragerschap Leiden kunt u contact opnemen met mw. drs. M. Kamp-Heering, directeur Externe Relaties, telefoonnummer 071-5130503/ e-mail
[email protected]. Faculteit der Archeologie Adventures in the Archaeology of the Modern World, Lecture by Professor Tim Murray (La Trobe University, Victoria, Australia) May 1, 2006,15-17hrs , Dept of Archaeology, Leiden University Lecture room: 1175/003 Lipsius Building, Cleveringaplaats 1 Prof. Murray: ’In this lecture I will reflect on the last 10 years at ‘Little Lon’. In one sense ‘Little Lon’ is contested ground, but in another it is a possibility space for the creation of diverse (both in form and content) histories that articulate the significance of the place and its documentary and material records in a frank acknowledgement of the power of places such as ‘Little Lon’ to generate interest and passion from a wide range of social and cultural interests. I will explore some of the ways we and others have made history there, by discussing some of the interests (both popular and academic) that are served by
30
the variety of ‘Little Lons’ that have come into being. (..).’ Info: w.roebroeks@arch. leidenuniv.nl
is de verwachting dat eind 2009 alle Buxtehudewerken op cd staan. Meer informatie: Linda Schuller:
[email protected].
Faculteit der Geneeskunde/LUMC FACULTEIT DER LETTEREN Voorjaarslezing LAG Het bestuur van de Leidse Alumnivereniging nodigt u van harte uit voor haar voorjaarslezing op woensdag 19 april 2006 met als thema ”Iets van vroeger en iets van nu”. Sprekers zullen onder andere zijn prof. W.J. Rietveld, fysioloog en prof.dr. R.G. J. Westendorp, geriater. Tevens zal dit jaar de eerste prijsuitreiking plaatsvinden van de LAG-scriptieprijs 2006. Er is door de jury gekeken naar de maatschappelijke oriëntatie van het onderwerp, het multidisciplinaire karakter en de originaliteit van de scriptie. U kunt zich opgeven bij het secretariaat Raad van Bestuur LUMC (071-5263243) of e-mailen naar
[email protected]. Faculteit der Kunsten Symposium Artists’ Strategies, Photography and Archives Op dinsdag 25 april organiseert de Master Photographic Studies het symposium Artists’ Strategies, Photography and Archives in Leiden. Een symposium over de verschuiving in de rol van de hedendaagse fotograaf van beeldmaker naar beeldredacteur-onderzoeker. Toonaangevende wetenschappers en practicioners op dit gebied komen bijeen. Keynote sprekers zijn Elizabeth Edwards, Susan Meiselas, Joachim Schmid en Jacqueline Hassink. 9.30-18.00 uur. Deelnamekosten: € 35,-, € 15,- (studenten). Informatie en inschrijving: www. kunstenenwetenschappen.nl, Rosalien van der Poel, rhm.anderpoel@kunsten. leidenuniv.nl À la carte studeren Bij de Faculteit der Kunsten zijn de meeste keuzevakken als à la carte-onderwijs te volgen. Ook kunnen alumni op contractbasis deelnemen aan een aantal driejarige minorprogramma’s (Vormgeving, Kunst en Zaken). U kunt de studiegids 20062007 aanvragen bij het secretariaat van de faculteit, tel. 071 5271805, e-mail:
[email protected]. (verschijningsdatum in juni). Studentconcerten en exposities Op dinsdag 25 april concerteren in de Oude UB Leidse studenten die hun studie combineren met een studie aan het Koninklijk Conservatorium. Oude UB, Rapenburg 70, Leiden, 17.15 uur. De concertagenda en de expositiekalender vindt u onder Nieuws en agenda op www. kunstenenwetenschappen.nl. aanmelden voor de facultaire digitale nieuwsbrief: Rosalien van der Poel, rhm.vanderpoel@ kunsten.leidenuniv.nl. ‘De nieuwe K’ is de naam van het gezamenlijke blad van de faculteit, het conservatorium en de kunstacademie. Gratis abonnement? Stuur een e-mail aan
[email protected]. Ton Koopman Na opnames van de complete Bach cantates (67 cd’s) heeft Ton Koopman, als hoogleraar verbonden aan de Faculteit der Kunsten en als docent klavecimbel aan het Koninklijk Conservatorium, een nieuw mammoetproject aangevat: de opnames van de complete werken van Dieterich Buxtehude (1636-1707). Het
Duitse taal en cultuur: 50 jaar! De opleiding Duitse taal en cultuur bestaat dit jaar vijftig jaar. De feestcommissie zet allerlei activiteiten op stapel, waarbij natuurlijk ook de alumni van harte worden uitgenodigd. Aanmelden: per email:
[email protected] of telefonisch bij Saskia Plevier: 071 527 2237 (ma,woe,vri). Geschiedenis: Symposium ‘Cultuur en Natuur’ Op woensdag 26 april (16.15 tot 18.00 uur) organiseert VOGeL, Vereniging van Oud-geschiedenisstudenten Leiden, een symposium rond het thema Cultuur en Natuur: de geschiedenis van de mens en zijn leefomgeving. Dit is ook het thema van het april-nummer van Leidschrift , waarin dit vanuit verschillende disciplines en perioden zal worden belicht. Zowel auteurs van Leidschrift als sprekers van buiten zullen de lezingen verzorgen. Programma: www.history.leidenuniv.nl > alumni Aanmelden: Nettie Groot,
[email protected], 0299-601 477 LITERATUURWETENSCHAP: alumni-middag Op woensdag 3 mei organiseert de opleiding Literatuurwetenschap een alumni-middag. Programma: 15:30: Koffie en ontvangst bij de opleiding, Van Wijkplaats 2, Leiden 16:00: Lezing van Maarten en Frank Meester (auteurs van Meesters in de Filosofie) over de dialoog in de filosofie en de literatuur. 17:30: Receptie Gratis toegang voor alumni. Informatie: Yasco Horsman,
[email protected], 071 527 2777 BOEKWETENSCHAP/BOOK & BYTE: alumni-avond Op woensdagavond 10 mei organiseert de alumnivereniging van Boekwetenschap een bijeenkomst voor alumni en studenten. Het thema van de avond is: digitale ontwikkelingen in de uitgeefwereld. Gastspreker Dr. Matthias Wahls (Brill Academic Publishers) zal een presentatie geven over Brill’s participatie in Google Print. Zowel huidige studenten als alumni zijn van harte welkom. Ontvangtst vanaf 18.30 uur in de nieuwe behuizing van Academic Press Leiden, Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, zaal 152. De lezingen zullen van 19.00 tot 20.30 uur worden gehouden in het Lipsiusgebouw, zaal 147. Aansluitend is er een borrel. Informatie/programma: Wilbert van der Sluys, awvandersluijs@ gmail.com, of Liesbeth Kanis,
[email protected] NEDERLANDSE TAAL EN CULTUUR: alumni-middag Op zaterdag 13 mei 2006 (13.00 tot18.00 uur) organiseert de alumnivereniging Siegenbeek een alumnidag. Op deze dag vindt de algemene ledenvergadering plaats en geven enkele docenten van de Opleiding werkgroepen over de retorica van Bush en Van der Hoeven, taalkunde in het vwo en vrouwen en religie in de Middeleeuwse stad. Na de pauze kan men kennismaken met de nieuwe hoogleraar Moderne Letterkunde, prof. dr. Jaap
Goedegebuure. Hij is oud-student van de opleiding, net als de Leidse dichter en romancier Tomas Lieske (pseudoniem van Ton van Drunen), die hij uitgebreid zal interviewen over leven en werk. De middag is voor leden gratis, studenten betalen € 2,50 en andere belangstellenden € 7,50. Aanmelden:
[email protected] SYMPOSIUM ‘Energy and Innovation in World-Historical Perspective’ In samenwerking met LUF, Faculteit der Letteren, Instituut voor Geschiedenis en Leidschrift organiseren twee master geschiedenisstudenten een internationaal symposium op zaterdag 10 juni van 9-17 uur in studentenvereniging Catena, Kolfmakerssteeg 8, Leiden. Invalshoek van dit symposium is het bekijken van mensenpopulaties als geheel om meer inzicht te verkrijgen in de werking van samenlevingen. Sprekers zijn: Paolo Malanima, Universiteit van Napels, Joachim Radkau, Universiteit van Bielefeld, John McNeill, University of Georgetown, Washington, Pieter Boot, Ministerie van Economische Zaken /Directeur Energiestrategie en Innovatie. Peer Vries, Universiteit Leiden, het aansluitende debat leiden. Het Symposium kost € 7,50, inclusief koffie/thee, lunch en aansluitende borrel. Informatie: Jonathan Even-Zohar en Steven Stegers,
[email protected]. SLAVISTIEK/RUSLANDKUNDE: Leiden Russian Summer School Van 31 juli tot 11 augustus organiseert de opleiding Slavistiek en Ruslandkunde voor het eerst de Leiden Russian Summer School. De cursus biedt gevorderde studenten en alumni de mogelijkheid om hun mondelinge beheersing van het Russisch in korte tijd aanzienlijk te verbeteren en zich tevens te verdiepen in deelgebieden van de Russische literatuuren cultuurgeschiedenis/ Gedurende deze twee weken zal het ochtendprogramma bestaan uit een intensief college spreekvaardigheid van Larissa Anissimova en een literatuurcollege van Lena Lubotsky (in het Russisch) toegespitst op het thema ‘Verleiding in de Russische literatuur’. Ook het middagprogramma bestaat uit twee onderdelen: dr. Cecilia Odé organiseert een workshop over Russische intonatie met speciale aandacht voor de transcriptie van intonatiecontouren (voertaal Engels); dr. Otto Boele geeft een serie lezingen over Ruslands voor-revolutionaire filmkunst (voertaal Russisch). Een goede (passieve) beheersing van het Russisch is gewenst. Informatie: www.slavisch.leidenuniv.nl/ summerschool/ A LA CARTE STUDEREN/ CONTRACTONDERWIJS Begin juli verschijnt de A la carte-gids voor het studiejaar 2006-2007. U kunt zich tot 28 augustus inschrijven voor de cursussen die starten in de week van 11 september (en tot 22 januari voor de cursussen die beginnen in de week van 5 februari). Prijs €205 per cursus (circa 12 weken) of €70 per studiepunt als u ook tentamen wilt afleggen. Een overzicht van de colleges en andere informatie vindt u vanaf juli ook op de websites: alacarteletteren.nl en contractonderwijsletteren.nl. Gids ontvangen? Stuur een mail naar
[email protected] of bel 071-527 6485.
JAPANSE TAAL EN CULTUUR– JapanAlumnidag 2006 In juni 2005 is de Leidse Alumni Kai ’Van hier tot Tokyo’ opgericht, een alumnivereniging met als belangrijkste doel het opbouwen en onderhouden van een wereldwijd netwerk voor de vele honderden studenten die in de laatste decennia Japans in Leiden hebben gestudeerd. Met ruim 170 inschrijvingen biedt het netwerk een boeiende mix van Japanologen uit diverse jaargangen, landen en beroepsgroepen. Op zaterdag 18 maart 2006 werd de eerste alumnimiddag gehouden in het Arsenaal. Op het programma stonden onder meer een inspirerende rondleiding door het totaal vernieuwde SieboldHuis en het knallende debuutoptreden van Japanologenband ‘Article 9’. Het bestuur van de Alumni Kai zit alweer vol nieuwe plannen, zoals een ‘bonenkai’ (eindejaarsborrel) in november. Alumni kunnen zich inschrijven op www.alumnikai.nl. Alumnicoördinator (wnd.) Faculteit der Letteren Drs. Leony van der Splinter, Loopbaancentrum Letteren, Telefoon: 071-527 2235, loopbaancentrum@let. leidenuniv.nl www.loopbaancentrumletteren.nl Faculteit der Rechtsgeleerdheid Rechten experimenteert: alumni in het onderwijs Professor H.G. Schermers, emeritus-hoogleraar aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid organiseert, samen met mr. S.L.H. Gosses, van 1995 tot 2005 Nederlands ambassadeur in Turkije, een bijzondere serie discussiecolleges op het gebied van de Europese integratie. Tot de docenten behoren onder meer prof. Szász, voormalig lid van de directie van de Nederlandse Bank en lid van het Monetair Comité van de EG, Dr. W.F. van Ekelen, naast veel andere functies voormalig Minister van Defensie, mr. Gualthérie van Weezel, actief in tal van nationale en internationale functies, en mr. E. Kist, oudpresident van ING. De colleges zijn speciaal bedoeld om de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen. Allerlei aspecten van het functioneren van Europese Unie komen ruimschoots aan de orde. De collegeserie zal worden gegeven op woensdag en vrijdag van 15.00 tot 17.00 van 19 april tot 24 mei 2006. Het vak is te volgen als keuzevak en is vooral bedoeld voor studenten, juristen en politicologen, uit de B-3 en de Masterfase. Schermers en Gosses worden ondersteund door de Leidse student Tjaarda van der Vijver. Voor meer informatie zie www.studiegids. leidenuniv.nl/rechten (keuzevakkenaanbod). Inschrijving rechtstreeks telefonisch bij professor Schermers, tel: 071- 5124294 of via de e-mail: t.d.o.van.der.vijver@umail. leidenuniv.nl Twintig jarig bestaan van het International Instituut voor Lucht- en Ruimterecht In verband met het jubileum zal er van 21-23 april a.s. een alumni viering worden georganiseerd, evenals een conferentie op 23 en 24 april met als onderwerp:‘A competitive aerospace environment: is globilasation the answer?’ Volg de ontwikkelingen en activiteiten van ons Instituut op de website: http://iiasl.leiden.edu. Het feestprogramma rond het jubileum is ook te volgen op de volgende website: http://www.alumni.
leidenuniv.nl. Voor meer informatie en vragen neemt u contact op met Mr. Judith Sandriman
[email protected]. nl Visiting address: Steenschuur 25, 2311 ES, Leiden. P.O.Box 9520, 2300 RA, Leiden Tel: 071 5278825 fax: 071-5277509 Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen De Leidsche Flesch Alumni Avond: Alumni gezocht! De Leidsche Flesch, studievereniging voor natuurkunde, sterrenkunde, wiskunde en informatica, organiseert op vrijdagavond 2 juni een gevarieerd programma voor al haar oud-leden. Naast een ontvangst met een hapje en een drankje zal het huidige bestuur een korte presentatie geven over De Leidsche Flesch op dit moment en in de afgelopen decennia. Daarnaast zijn er enkele lezingen op ons vakgebied en is er een volledig verzorgd buffet. Ook zal er ruime gelegenheid zijn om met andere Leidsche Flesschers te borrelen. Als u actief geweest bent bij De Leidsche Flesch en interesse heeft in deze avond, of op de hoogte wilt blijven van ontwikkelingen, dan horen we dat graag via bestuur@ deleidscheflesch.nl of 071-5277070. Daarnaast zijn we ook op zoek naar gegevens van andere oud-leden, om ons bestand aan te vullen. We hopen dat u ons hiermee kunt helpen en natuurlijk hopen we u te ontmoeten op 2 juni! Website: www.deleidscheflesch.nl Tinbergenlezing De ‘Tinbergen lecture on Evolution’ (Engelstalig) zal woensdag 24 mei om 20.15 beginnen in de Pieterskerk te Leiden. Spreker is Edward O. Wilson, Pelligrino Research Professor in Entomology in the Department of Organismic and Evolutionary Biology aan de Harvard University. Hij is auteur van o.a. Social Biology, On human nature en Ants, voor de laatste twee heeft hij de Pulitzer prijs gewonnen. De lezing wordt georganiseerd in samenwerking met het NRC Handelsblad (waarin een artikel over Wilson zal verschijnen), het Naturalis, het NWO en de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van Universiteit Leiden. Er zal binnenkort meer informatie op de website van W&N verschijnen. Studium Generale Rembrandt Het Studium Generale Universiteit Leiden organiseert in samenwerking met Stedelijk Museum De Lakenhal drie series lezingen gedurende het Rembrandtjaar 2006. Deze lezingenseries zijn gerelateerd aan de drie tentoonstellingen in de Lakenhal. Tentoonstelling Rembrandt de Verteller. Etsen uit de verzameling Frits Lugt (13 april 2006 t/m 3 september 2006) Programma lezingen: 25 april 2006 Drs. Mària van BergeGerbaud, Directeur van de Fondation Custodia: Rembrandt, een passie De verzamelaar Frits Lugt en zijn collectie 2 mei 2006 Theo Laurentius Prenthandelaar: Kijken naar Rembrandt 9 mei 2006 Drs. Jef Schaeps, Conservator Prenten & tekeningen, UB/Prentenkabinet, Universiteit Leiden: Rembrandttekeningen in de achttiende eeuw Tijd: 18.45-20.15 uur Plaats: zaal 011, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden. Afsluiting serie: 15 mei 2006 Drs. Christiaan Vogelaar,
Hoofdconservator Stedelijk Museum De Lakenhal. Inleiding tot en exclusief bezoek aan de tentoonstelling. Tijd: 12.00-14.00 uur (kassa open vanaf 11.30 uur) Plaats: Stedelijk Museum De Lakenhal, Oude Singel 28-32, Leiden (gereduceerde toegangsprijs €8.-; met museumkaart etc. € 6.-) Informatie: Studium Generale Universiteit Leiden, Rapenburg 70, Postbus 9500, 2300 RA Leiden 071 5277295/7283
[email protected] Het programma van serie 3 vindt plaats van 10 oktober tot en met 7 januari 2007 en komt mettertijd op www.studiumgenerale.leidenuniv.nl te staan en in aparte programmaboekjes BATTLE of the UNIVERSITIES: Team WARNAR strijdt voor ACADEMISCHE JAARPRIJS Iedereen die verbonden is aan een Nederlandse universiteit mocht meedingen naar de Academische Jaarprijs. Het team dat het beste plan opstelt om eigen wetenschappelijk onderzoek uit te leggen aan een breed publiek kan de prijs van 100.000 euro winnen en aan de realisatie ervan besteden. Literatuurhistoricus Geert Warnar en historicus Anneke Mulder-Bakker hadden van de zeven Leidse teams het beste voorstel. Zij geven een voorproefje van de plannen die zij in de eindronde van de Academische Jaarprijs aan de jury gaan voorleggen. Anneke Mulder-Bakker: Kluizenaressen in de stad: Verborgen Vrouwen of Wijze Wijven? Geert Warnar: Vrouwen, geloof en boeken in de late Middeleeuwen. U kunt stemmen op www. academischejaarprijs.leidenuniv.nl Woensdag 26 april 2006, 16.00 17.30 uur, zaal 005, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden 071 5277295/7283,
[email protected] Toegang gratis Debat: Lang zullen we leven? In het debat ‘Lang zullen we leven?’ staat de paradox centraal van de steeds fitter en ouder wordende mens die maatschappelijk steeds minder heeft te betekenen. Wat vraagt dat van ouderen zelf, maar ook van jongeren, werkgevers en de politiek? Het debat wordt georganiseerd door het Rathenau Instituut in samenwerking met Studium Generale Universiteit Leiden, stichting De Kunst van het oud worden en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Na afloop van het debat kan u in de ‘Galerie LUMC’ de expositie bekijken in het kader van De kunst van het oud worden. Woensdag 17 mei 2006 van 15:30 – 17:30 uur, in het Leids Universitair Medisch Centrum, collegezaal 1, Albinusdreef 2, Leiden Toegang gratis. Zie www.dekunstvanhetoudworden.nl Het Studium Generale Universiteit Leiden en studievereniging Corpus Delicti organiseren: Misdaad en straf in populaire cultuur De populaire cultuur staat in de beklaagdenbank. MTV wordt ‘medeschuldig’ geacht aan de groepsverkrachtingen in Rotterdam. De jeugdige daders zouden op het idee zijn gebracht door de videoclips op de televisiezender. ’Wat toont de populaire cultuur ons? Laat ze zien dat er andere opvattingen onder jongeren bestaan over goed en kwaad? Toont ze in haar diagnose van de samenleving nieuwe aspecten van misdaad en straf? In twee lezingen wordt het verband gelegd
tussen populaire cultuur en nieuwe opvattingen over misdaad en straf. Met criminoloog Bob Hoogenboom (Nyenrode Business Universiteit) over The Soprano’s en Alex de Jong (architect) en jurist/filosoof Marc Schuilenburg (Vrije Universiteit) over oorlogsgames. Daarna is er een forumdebat onder leiding van Wim Huisman. Maandag 29 mei van 16:00 – 18.00 uur, Kamerlingh Onnes gebouw, Steenschuur 25, Leiden 071 5277296/7283 RTP.Wiche@ ics.leidenuniv.nl www.studiumgenerale.leidenuniv.nl STUDENTEN L.S.V. Minerva (http://minerva.corps.nl) 14 oktober 2006 Reünistenavond LSC 1956 21 oktober 2006 Reünistenavond LSC 1929-1950 04 november 2006 Reünistenavond LSC 1951-1960 11 november 2006 Reünistenavond LSC 1961-1967 25 november 2006 Reünistenavond LSC, VVSL en LSV Minerva 1968-1975 02 december 2006 Reünistenavond LSV Minerva 1976-1985 A.L.S.V. Quintus (www.antikwariaat.nl) 24 mei 2006 Hemelvaartsborrel 1 juli 2006 Reünisten familiedag SSR-Leiden (
[email protected]) 14 oktober 2006 Lustrumreünie VSL Catena (www.horusfonds.org ) 20 mei 2006 reünistenfeest e-mail:
[email protected] Reünie SGL (voorheen CGL) De Studentengroepering Leiden (SGL), voorheen CGL, is een studentenpartij die op facultair en universitair niveau vertegenwoordigd is in de medezeggenschap. Dit jaar wil de SGL een reünie organiseren voor alle mensen die namens de SGL of CGL in de Universiteitsraad hebben plaatsgenomen. Ben of ken jij zo iemand? E-mail
[email protected] of kijk op www.stemsgl. nl. Contactpersoon: Maaike van Hooidonk, 06 42082223 DIVERSEN Grensverleggend Ondernemen. Op 16 juni 2006 organiseert de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel haar jaarcongres in het Kamerlingh Onnes Gebouw te Leiden met het thema “grensverleggend ondernemen”. Deelname aan dit evenement -met o.a. 10 masterclasses- staat open voor iedereen die zich betrokken voelt bij ondernemerschap. De maximaal 300 deelnemers kunnen op een zeer interactieve wijze participeren in de 10 master classes die worden gegeven. Daarna zal in een plenaire bijeenkomst onder leiding van dagvoorzitter Jeroen Smit een discussie plaatsvinden. U kunt nu reeds inschrijven via www.nmnh.nl. Contact: Arjen Pels Rijcken, via 06-55320397 of pelsrijcken@ berckheijde.nl.
31