16-9-2010
Leerlijnen en activiteiten. Groepen 1 en 2. Een praktische workshop! Brenda van Rijn.
Wat kun je verwachten deze workshop: * opwarmertje, morgen te gebruiken * leerlijnen groep 1 en 2 * activiteiten september – februari * eigen activiteiten voor praktisch document
Teken een vierkant met 9 vakken.
Kies getallen: 1 2 3 4 5 6
1
16-9-2010
Doelgroep: Groep 1 en 2
Planning: 1e halfjaar Activiteit aanpassen, dan ook 2e halfjaar
Doelen: Vlot herkennen van de getalsymbolen Leerlijn: Tellen en getalbegrip
Vouwen van een kleurenwisselaar. • Vouw een recht kruis • Vouw de hoeken naar het middelpunt • Draai het vouwsel om en doe dat nog een keer • Draai het vouwsel om en vouw de vier ‘losse’ vierkantjes tot driehoekjes • Kleur de ene driehoekjes geel, d de andere rood (zie voorbeeld)
Doelgroep: Groep 1 en 2
Planning: 1e halfjaar Activiteit aanpassen, dan ook 2e halfjaar
Doelen: Telrij tot en met 12 Verkort tellen met sprongen van 2 Leerlijn: Tellen en getalbegrip
2
16-9-2010
Tijd. Hoeveel tijd per week besteden we aan rekenen in groep 1/2?
Leerlijn is de mentale bagage van de leerkracht! Richting geven aan het onderwijs. Plannen van reken activiteiten. Benutten van spontane reken activiteiten.
3
16-9-2010
Betekenisvolle situatie Plaatsen binnen thema
augustus februari
Reken en wiskunde activiteiten
Groep 1/2 Grote of kleine kring
Sluit aan bij leerlijn: *tellen en getalbegrip *meten *tijd en tijdsbesef *ruimtelijke oriëntatie
Tellen en getalbegrip
4
16-9-2010
Leerlijn binnen het domein tellen en getalbegrip voor groep 1
Tellen en getalbegrip
Eerste deel
Tweede deel
Tellen tot 10 Synchroon tellen tot 5 Terugtellen 5 - 0 Herkennen van cijfersymbolen tot 5
Tellen tot 20 Synchroon tellen tot 10 Rangtelwoorden tot 5 Terugtellen 10-0 Herkennen van cijfersymbolen tot 5 Koppelt symbool aan hoeveelheid v/h getal
Leerlijn binnen het domein tellen en getalbegrip voor groep 2 Eerste deel Tweede deel
Tellen en getalbegrip
tellen tot 20 + Synchroon tellen tot 15
Herkennen van cijfersymbolen tot 15 5 structuur herkennen
Tellen tot 20 +(hoeft niet geautomatiseerd te zijn) Synchroon tellen tot 20 Rangtelwoorden tot 10 Constantie van aantallen Herkennen van cijfersymbolen tot 20 Koppelt symbool aan hoeveelheid v/h getal/turven Kent getallenlijn tot 20 Kent buurgetal t/m 10(kleine getallenlijn) Splitsingen van aantallen tot 6 Maak sommen van 1 of 2 erbij/eraf
Activiteit: Post na de vakantie. Groep:
1 en 2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Tellen en getalbegrip. •Classificeren •Opzeggen van de telrij t/m 12 •Werken met tebare hoeveelheden
Doelen:
Beschrijving van de activiteit: Na de vakantie kwam ik thuis en vond ik daar een stapel met post: brieven, kaarten, kranten en folders. We gaan alle post soort bij soort leggen. Soorten tellen. Van welke stapel zijn er de meeste/minste. Dit kun je niet goed zien. Daarom gaan we een tabel maken. Onderaan starten, geen hokjes overslaan. Moeilijker: welke staaf heeft 5 hokjes erbij 2? 6 eraf 1?
5
16-9-2010
Activiteit: Tellen en lopen. Groep:
1 en 2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Tellen en getalbegrip. Doelen: •Telrij tot 10, 12 of 20 •Ritmisch tellen Beschrijving van de activiteit: Een kind loopt door de ruimte en zegt bij iedere stap een getal van de telrij. Op teken van de leerkracht tikt het kind een ander kind aan en dan is er een wissel. Het eerste kind gaat zitten en het volgende kind telt verder. Het teken van de leerkracht is non-verbaal zodat het geen onderbreking is van de telrij.
Activiteit: De raket stijgt op. Groep:
1 en 2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Tellen en getalbegrip.
Doelen: * Terugtellen vanaf 10.
Beschrijving van de activiteit: Vertel een verhaal over een raket of een vuurpijl. Voordat de raket gaat opstijgen, gaan we eerst aftellen. We starten bij 10. De kinderen doen hun handen boven hun hoofd. Bij ieder getal zakken de handen een stukje naar beneden. Bij 0 zijn de handen op de grond. Daarna roepen ze VROEM en springen in de lucht. Mogelijk te gebruiken bij het vieren van een verjaardag. De jarige kiest 3 keer een kleur van een vuurpijl die voor zijn/haar verjaardag de lucht ingaat. In plaats van VROEM roepen de kinderen dan de kleur van de vuurpijl.
Activiteit: Rozijnen in een doosje. Groep:
(1 en) 2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Tellen en getal begrip. •Tellen tot 12 •Werken met telbare hoeveelheden •Verdelen van rozijnen
Doelen:
Beschrijving van de activiteit: Raadsel: ze zijn klein, je kunt ze eten, ze zijn zoet, zitten in brood, oliebol, krentenbol en soms zitten ze in een doosje. Hoeveel rozijnen zitten er in een krentenbol of oliebol. Dat is moeilijk te tellen, als ze in een doosje zitten kun je ze wel tellen. Hoeveel zitten er is een doosje? Meer dan 10? Minder dan 10? Per drietallen krijgen de kinderen 1 doosje rozijnen. Ga de rozijnen verdelen. Op welke manier? Wie heeft de meeste rozijnen? Hoe kom je daar achter (tellen, op een rij leggen en vergelijken). Kaartjes met cijfers erbij leggen.
6
16-9-2010
Activiteit:
Groep:
Periode: augustus - februari Leerlijn: Doelen:
Beschrijving van de activiteit:
Meten
Leerlijn binnen het domein meten voor groep 1
Meten
Eerste deel
Tweede deel Experimenteert met lengte en inhoud Experimenteert met wegen
Leerlijn binnen het domein meten voor groep 2
Meten
Eerste deel Tweede deel Meten met Meten met standaard maat zelfgekozen maat
7
16-9-2010
Activiteit: De limonade winkel. Groep:
2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Meten. Doelen: •Tellen t/m 8 • Meten met een maateenheid Beschrijving van de activiteit: Als je van school thuis komt, heb je altijd dorst. Mama maakt dan limonade voor jou. Maar dat kun je ook zelf!!! Wat heb je daar voor nodig? Juf leest op de fles: 7 keer zoveel water gebruiken als siroop. Gebruik een grote rechte doorzichtige kan, hierop komt een strook met 8 gelijke afstanden. Het 1e stukje is voor siroop, de anderen voor water. Limonade eerlijk verdelen in glazen, zorg dat het niet allemaal dezelfde glazen zijn. Op het ook verdelen, overgieten vanuit steeds hetzelfde glas, overgieten vanuit een maatbeker. Alle materialen gebruiken om een limonadewinkel te maken.
Activiteit: Het tafelkleed. Groep: Meten.
2
Periode: augustus - februari Leerlijn: Doelen:
•Meten door afpassen (oppervlakte). • Vormen: vierkant, rechthoek, rondje. Beschrijving van de activiteit: In de huishoek gaan we een restaurant maken (bijvoorbeeld). Om het gezellig te maken gaan we de tafels dekken. Wie dekt thuis ook de tafel? Wat gebruiken jullie dan? (placemats, tafelkleed) Hoeveel placemats heb je nodig? Hoeveel tafelkleden? Hoe groot moet een tafelkleed zijn? Met handen aangeven. Met touw op de grond aangeven hoe groot het moet zijn. Geef richting aan het gesprek: kun je erop liggen? Bespreek verschillende vormen: vierkante tafel, rechthoek, ronde tafel. Wanneer is een tafelkleed te groot of te klein? Van kranten maken de kinderen tafelkleden voor 3, 6 en 8 personen. Daarna echt maken van stof en de tafels gaan dekken. Vervolgactiviteit: servetten maken.
8
16-9-2010
Is waterpret meetbaar? Groep:
Activiteit:
1 en 2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Meten.
Doelen: •Afstand meten met een maateenheid. • Begrippen als langst, kortst, langer, korter. Beschrijving van de activiteit: De zon schijnt (!) en we gaan fijn buiten spelen. Op het speelplein liggen spuitflessen (bv lege verfflessen of shampooflessen), kinderen gaan er wat mee uitproberen. Tijd voor een wedstrijdje. Er is een startlijn op de grond. Vanaf die plek gaat de kinderen een straal water spuiten. De lengte van de straal is afhankelijk van de knijpkracht. Aan het eind van de straal komt een krijtstreep (voor als de straal opgedroogd is. Op het oog schatten de kinderen welke straal het langst is. Maar we willen het precies weten en dus meten. Kinderen bedenken een oplossing: een touwtje, voetstappen, een stok etc. Mogelijk worden de scores bijgehouden. Later in de groep terugkomen op de activiteit.
Activiteit: Goochelen met zand. Groep: 2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Meten.
Doelen: •Meten door overgieten (inhoud) • Seriëren. Beschrijving van de activiteit: Een activiteit bij de zandtafel. Er zijn 5 verschillende bakjes. Een kind kiest het bakje waar het meest in past en vult deze met zand. Van de overige bakjes wordt opnieuw gekozen waar het meest in past. Er is een controle door het zand uit het 1 e bakje over te gieten in het 2 e bakje. Als het overloopt is het 1e bakje inderdaad groter. Zo doorgaan tot alle bakjes geweest zijn. De bakjes worden neergezet van meest naar minst gevuld of andersom. Uit te breiden naar andere vormen (zandtaartfiguren).
Ruimtelijke oriëntatie.
9
16-9-2010
Leerlijn binnen het domein ruimtelijke oriëntatie voor groep 1 Ruimtelijke oriëntatie Begrippen Kleuren
Vormen Classificeren
Eerste deel
Tweede deel
Begrippen op, in, onder, boven, voor, achter, bij rood, geel, blauw, groen, oranje, paars, bruin, zwart, wit, grijs, roze Cirkel/rondje vierkant classificeren op 1 kenmerk Reeks van 2 op kleur of vorm
Naast, achteraan, onderaan, bovenaan, midden
Serieren Grootte
Licht en donker Lichtste en donkerste
Driehoek rechthoek Classificeren op 2 kenmerken reeksen van 2 kenmerken maken op kleur en vorm Rangschikken van groot naar klein Rangschikken op een kenmerk Lang – kort Dik – dun Hoog – laag
Groot - klein
Vergelijken
Evenveel
Veel – weinig Meer - minder
Leerlijn binnen het domein ruimtelijke oriëntatie voor groep 2 Ruimtelijke oriëntatie Begrippen
Eerste deel
Tweede deel
Kleuren
Lichtste en donkerste
Links rechts Een na laatste Nalopen van een route Reeks van licht naar donker
Vormen
Benoemt kubus
Classificeren
Classificeert op 2 kenmerken
Classificeert op meer kenmerken
Reeksen van 3 a 4 leggen op kleur of vorm Serieren
Series herkennen op een kenmerk
Grootte
Vol – leeg Zwaar – licht
Breed- smal Overtreffende trap benoemen
Vergelijken
Meer dan – minder dan
Meeste – minste
De fotograaf. Groep:
Activiteit:
1 en 2
Ruimtelijke oriëntatie.
Periode: augustus - februari Leerlijn: Doelen:
•Ruimtelijke begrippen: naast, achter, voor, links, rechts, boven en onder. • Oriënteren in de ruimte. Beschrijving van de activiteit: De fotograaf is op school geweest en heeft groepsfoto’s gemaakt. De foto van de groep vergroten en uitprinten (in kleur). Spelletjes in de kring, later zelf te spelen in een hoek. Wie zie je allemaal op de foto? Ik zie een jongetje met zwart haar? Raden door het stellen van vragen? Waar sta jij zelf? Niet aanwijzen maar uitleggen op welke plaats. Wie staat er helemaal aan de rechterkant/linkerkant/in het midden?
10
16-9-2010
Bruggen bouwen. Groep:
Activiteit:
2
Ruimtelijke oriëntatie.
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Doelen: •Bouwen van een brug naar aanleiding van plaatjes. • Seriëren van de bouwplaten. Beschrijving van de activiteit: Laat foto’s zien van verschillende soorten bruggen. Wie maakt deze bruggen , wat gaan ze dan eerst maken. Ik heb 6 bouwtekeningen van een brug, maar ze zijn door elkaar geraakt. Oplossingen bedenken in een gesprek. Per plaatje gaan bouwen, kan dit al of moet er eerst iets anders gebeuren. Volgorde bepalen. Bouwtekeningen in de kring uitdelen en een bruggenbouwer uitkiezen. De bruggenbouwer vertelt waarmee hij gaat beginnen, de goede bouwtekening wordt erbij gelegd. Totdat de brug klaar is. Nu alleen met de bouwtekeningen, haal er 1 tussenuit. Later in de bouwhoek ophangen.
Activiteit: Waar stond ik? Groep:
2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Ruimtelijke oriëntatie. • Lokaliseren • Positie innemen •Oriënteren in de ruimte
Doelen:
Beschrijving van de activiteit: Van tevoren een 4tal foto’s maken van bekende voorwerpen in de groep of op het schoolplein. Wat valt je op aan deze foto’s? Hoe komt dat? ZELF ontdekken dat het uitmaakt waar je staat als je een foto maakt. De kinderen gaan aan de slag met verschillende stapeltjes foto’s van verschillende voorwerpen. Als je de mogelijkheid hebt om een echt fototoestel te gebruiken, kunnen de kinderen proberen dezelfde foto te maken. Uitprinten en vergelijken zorgt voor een rijke gesprekskring. Begrippen als veraf/dichtbij, verschil in hoogte en zelfs kijklijnen behoren tot de mogelijkheden.
11
16-9-2010
Spiegelspel. Groep:
Activiteit:
1 en 2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Ruimtelijke oriëntatie.
Doelen: •Opereren met vormen en figuren • Spiegelbeeld inzien en mee werken. Beschrijving van de activiteit: Verhaal over een handpop (die altijd al in de groep aanwezig is), er is in de groep nog zo’n handpop, precies dezelfde (zorg voor een spiegel in de groep). Met de spiegel kunnen we een spiegelspel spelen. Daarvoor heb je een armbandje (touwtje) nodig om je rechterpols. In tweetallen tegenover elkaar staan. Spreek goed af wie er voor de spiegel staat. De ander is het spiegelbeeld en moet het nadoen. Geef opdrachten: wijs je neus aan, kriebel door je haar, maak een armbeweging. Maak de opdracht iets moeilijker: steek je rechterarm omhoog, til je rechterknie op, zwaai met je linkerhand. Wat valt de kinderen op? Doe de beweging nog eens, maar dan langer zodat de kinderen het goed kunnen observeren. Laat de kinderen vertellen wat ze zien.
Activiteit: Groter of kleiner. Groep:
2
Ruimtelijke oriëntatie.
Periode: augustus - februari Leerlijn: Doelen:
•Opereren met schaduw • Begrippen: groter, kleiner, dichtbij en veraf. Beschrijving van de activiteit: Kinderen groeien, wat hebben ze hiervoor nodig? Raadsel: op welke manier kunnen we onszelf heel snel laten groeien? Met behulp van een beamer of diaprojector ontstaat een lichtbundel op de muur. Laat een kind stilstaan in de lichtbundel. Uitproberen hoe de schaduw groter of juist kleiner wordt. Probeer te verklaren hoe dat komt. Leg een relatie naar de zon. Geef tweetallen een wc rolletje om door te kijken. Kijk naar de ander, zorg dat iemand het helemaal in past. Wat moet je dan doen?
12
16-9-2010
Activiteit: Boekenkring. Groep:
1 en 2
Periode: augustus - februari Leerlijn:
Ruimtelijke oriëntatie.
Doelen: * Opereren met vormen en figuren.
Beschrijving van de activiteit: Dit kan een doorlopende activiteit zijn door het schooljaar heen. Kinderen bereiden thuis samen met papa of mama een prentenboek voor en kunnen het verhaal vertellen naar aanleiding van de plaatjes. Uit het verhaal worden 3 voorwerpen gekozen, die ook in het echt bestaan. Deze voorwerpen worden ingepakt. Meten van papier, hoeveel heb je nodig? Op school raden de andere kinderen na het verhaal wat er in de pakjes zit. Inpakken en meten van pakpapier past ook goed in de Sinterklaas periode.
Tijd en tijdsbesef
Leerlijn binnen het domein tijd en tijdsbesef voor groep 1 Tijd en tijdsduur Eerste deel Dag en nacht
Tweede deel Dagdelen: ochtend, middag, avond
Leerlijn binnen het domein tijd en tijdsbesef voor groep 2 Tijd en tijdsduur
Eerste deel Herkent de kenmerken van de seizoenen Morgen, gisteren Kent de dagen van de week
Tweede deel Verschil tussen toen, nu en straks
13
16-9-2010
Activiteit:
Groep:
Periode: augustus - februari Leerlijn: Doelen:
Beschrijving van de activiteit:
Bronnen: * Kleuterplein, Marlou Bijlhout, Julie Menne en Kim van der Zouw * Alles Telt, Yvonne Leenders en Andre Janssen * TAL publicaties, M. van den Heuvel-Panhuizen * Effectief omgaan met verschillen in het rekenonderwijs, Gert Gelderblom
Dank voor uw aand8! Veel suc6!
14