Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen (LSFVP)
Werkplan 2014
Drs. Rob Jongejans Utrecht, augustus 2013
Inhoudsopgave
Inleiding
3
A. Landelijk Bureau
5
B. Uitvoering fvp-functie
7
C. Kwaliteit en Opleiding
9
2
Inleiding
Er is in 2013 weer veel bereikt. Zo is volgens plan de landelijke dekking van het familievertrouwenswerk gerealiseerd, het aantal aangesloten instellingen fors gegroeid, regionaal werkende fvp’en ingezet en voorbereidingen getroffen voor de uitbreiding van de landelijke hulplijn tot aan bereikbaarheid bij volledige kantooruren. Daarnaast is de website onder handen genomen en voorzien van een intranetapplicatie met een online registratiesysteem, een digitaal beschikbare kennisbank en zijn procedures en formularia voor fvp’en gestandaardiseerd. Een aanzet is gemaakt met het professionaliseren van de P-functie en het personeelsbeleid. De financiering van de LSFVP is voor 2013 en volgende jaren structureel vormgegeven. Deze meerjarige financiering heeft de positie van de LSFVP versterkt en de functie van de fvp in de ggz bestendigd. Ook heeft dit het aantrekken van goede medewerkers vergemakkelijkt, waardoor de formatie nu voldoende op sterkte is. Het meerjarenbeleidsplan beschrijft hoe de LSFVP tot 2017 wil aanhaken op de externe ontwikkelingen binnen de ggz en welke consequenties dit heeft voor de interne omgeving van de LSFVP. Ook in 2014 zijn en worden al veel van deze veranderingen gerealiseerd of voorbereid. Het blijft daarom van strategisch belang dat de LSFVP aansluiting heeft met de belangrijkste trends van dit moment zoals de transitie van de jeugdzorg, de ambulantisering van de ggz en de verwachte introductie van de wet verplichte ggz. Dit laatste heeft ook effecten voor de forensische psychiatrie en de verslavingszorg. Het is om die reden dat de LSFVP in het meerjarenbeleidsplan de keuze heeft vastgelegd ook in deze sectoren actief te zijn. De mogelijkheid van het nemen van een abonnement op onze dienstverlening door instellingen maken deze activiteiten mogelijk omdat hiermee additionele financiering verkregen wordt. De reductie van de klinische capaciteit van instellingen en de toenemende druk op mantelzorgers maakt het nodig het vertrouwenswerk te borgen in de voorzieningen vanuit de WMO en de zorginkoop van de verzekeraars. De LSFVP werkt dan ook samen met de LPGGZ om de verworvenheden van het vertrouwenswerk ook voor het ambulante veld te behouden en verdere groei te bevorderen. Een gevolg van de ambulantisering is dat de fvp’en in toenemende mate vragen van familie en naastbetrokkenen van buiten de grote intramurale instellingen tegenkomen. Deze casuïstiek wordt door de telefonische hulplijn en regionaal werkende fvp’en opgepakt. Speerpunten in 2014 zijn het aangaan van zoveel mogelijk nieuwe samenwerkingsverbanden met (veelal kleinere) instellingen die we een in de regio ingebed aanbod kunnen doen. Een relatief groot deel van deze overeenkomsten zal uit abonnementen bestaan. Naar verwachting zullen hierdoor de inkomsten toenemen, waardoor de dienstverlening naar andere aanpalende sectoren (jeugd, verslavingszorg en forensische psychiatrie) bij een gelijkblijvende subsidie uitgebreid kunnen worden. Op het terrein van “jeugd” zal de LSFVP blijven samenwerken met andere partijen die vertrouwenswerk aanbieden met als doel het familievertrouwenswerk voor met name familieleden/naastbetrokkenen die niet in zorg zijn te waarborgen. Ook op andere terreinen wordt overigens deze samenwerking gezocht. Zo helpt de LSFVP bijvoorbeeld de beroepsgroep CVP bij het opzetten van een professionele organisatie.
3
Nu de LSFVP instellingssubsidie heeft gekregen, is met de Directie Bedrijfsvoering van het ministerie van VWS afgesproken dat overgegaan kan worden tot een aanpassing in de wijze van rapporteren. In tegenstelling tot voorgaande jaren is deze nu meer expliciet gericht op de te verrichten activiteiten en de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten. Hiermee is de versleuteling van salariskosten van de medewerkers van het landelijk bureau over de verschillende prestatie indicatoren tot een einde gekomen en kan in de jaarplanning en verantwoording nu een realistischer beeld gegeven worden van de voortgang bij het behalen van de doelen. Monitoring en bijsturing kunnen nu meer overwogen en sneller plaatsvinden. In dit werkplan geeft het bestuur van de LSFVP weer hoe het in 2014 zijn organisatie, werkwijze en dienstverlening verder gaat ontwikkelen om de ambities voor 2014 waar te maken: -
Een goede en hoogwaardige beschikbaarheid van vertrouwenswerk voor familie en naastbetrokkenen in de ggz; Een hoogwaardig opleidingsaanbod voor familievertrouwenspersonen; De ambitie om de LSFVP te positioneren als belangrijke en erkende gesprekspartner van VWS, GGZNederland, de politiek, zorgverzekeraars en gemeenten, daar waar het gaat om de rol van mantelzorg in ambulantisering van de GGz.
Vertaald naar concrete doelen voor 2014 betekent dit dat de LSFVP zich richt op: 1. Acquisitie van minimaal 10 algemene GGz-instellingen met wie nog geen samenwerkingovereenkomst is aangegaan; 2. Acquisitie van minimaal 2 jeugdpsychiatrische instellingen; 3. Acquisitie van minimaal 2 forensich psychiatrische klinieken; 4. Acquisitie van minimaal 2 verslavingszorg klinieken; 5. Afsluiten van 20 abonnementen voor het verrichten van dienstverlening aan familie/naastbetrokkenen; 6. Beschikbaarheid van een vertrouwenspersoon via de landelijke hulplijn gedurende volledige werkdagen; 7. Bekendheid van het familievertrouwenswerk vanuit de LSFVP in het ambulante veld, inclusief gemeenten, e 1 lijns GGZ en POH, inclusief een gericht aanbod aan familie/naastbetrokkenen die via deze kanalen contact met een fvp zoeken; 8. Afspraken met andere vertrouwenswerkorganisaties over een gezamenlijk kwaliteitskader; 9. Professionalisering van de interne organisatie, met name de ICT-, personeels- en communicatiefunctie; 10. Uitvoeren van verbeterpunten vanuit het medewerkertevredenheidsonderzoek; 11. Intensivering van het relatiebeheer; 12. Bijdragen van persoonlijke werkplannen en doelen van fvp’en aan het werkplan van 2015 volgens een vastgesteld format.
4
In de volgende hoofdstukken worden deze doelstellingen nader uitgewerkt.
5
A. Landelijk Bureau
Het landelijk bureau vervult een spilfunctie in de organisatie. In het landelijk bureau zijn alle bestuurlijke, ondersteunende, secretariële en administratieve taken ondergebracht om de bedrijfsvoering, kwaliteitsbewaking en ondersteuning van het primaire proces goed te laten verlopen. De interne organisatie is gericht op het faciliteren van de fvp’en, het implementeren van landelijke afspraken over kwaliteit, rapportage, registratie, etc., naast de acquisitie van instellingen en een adequaat relatiebeheer met als doel de klanttevredenheid optimaal te houden en te kunnen blijven werken aan een verdere inbedding van het familievertrouwenswerk in de ggz. Een aangescherpt communicatieplan is eind 2013 beschikbaar gekomen. In dat plan wordt de specifieke en periodieke communicatie met stakeholders beschreven en gepland. Het gaat hierbij niet alleen om het bekend en vertrouwd maken van het familievertrouwenswerk bij een zo breed mogelijk publiek, maar ook om relatiemanagement ten aanzien van onze huidige contacten. Met name sociale media en digitale informatievoorziening (waaronder nieuwsbrieven) worden hiertoe ingezet. Een goede informatievoorziening vraagt niet alleen een landelijke aanpak, maar is ook gericht op specifieke instellingen waar al fvp’en werkzaam zijn én op instellingen waar voor het eerst een fvp aan het werk gaat of nog geen samenwerking met de LSFVP zijn aangegaan. De LSFVP wil hiermee beter aansluiten op de vragen vanuit de instellingen en de fvp’en. Daarnaast wil de LSFVP een bijdrage leveren bij symposia en congressen. In het najaar van 2014 zal de LSFVP zelf een symposium of congres organiseren. Beginnende fvp’en ontvangen ondersteuning om de communicatie naar hun doelgroep vorm en inhoud te geven. Met de vernieuwde website is relevante informatie nu voor een brede doelgroep toegankelijk. Dit wordt in 2014 nog verder uitgebreid met relevante thema’s. Het belangrijkste doel hier is om in 2014 de families en naastbetrokkenen van cliënten nog beter te bereiken en te informeren. Ter ondersteuning van de informatie aan familie/naastbetrokkenen zal op de website, naast casusvoorbeelden die inzicht geven in de mogelijkheden die de fvp’en bieden, ook de pagina met ‘veel voorkomende vragen’ periodiek worden ververst. De gevonden antwoorden op deze vragen kunnen de landelijke advies- en hulplijn ontlasten. Ter verbetering en standaardisering van rapportage en registratie is in 2013 in samenwerking met de Stichting PVP een inhoudelijk passend geautomatiseerd systeem geïmplementeerd. Deze ondersteunt de gemeenschappelijke landelijke verantwoording van het fvp-werk en voldoet aan de privacy-voorwaarden. Eind 2013 is een vernieuwde website in gebruik genomen waarbij via een intranetapplicatie een afgeschermd gedeelte voor medewerkers beschikbaar is en waar het kwaliteitshandboek en een groeiende kennisbank is te vinden en tevens de mogelijkheid biedt om privacygevoelige informatie onder fvp’en te delen. Hierdoor is het beter mogelijk casuïstiek over te dragen, bijvoorbeeld van de hulplijn naar andere fvp’en of bij vervanging wegens vakantie of ziekte.
6
Voor het bevorderen van de politieke besluitvorming over de wet verplichte GGz bestaat regulier contact met de ambtenaren van het ministerie van VWS en incidenteel met individuele Kamerleden. Met overige relevante stakeholders, zoals GGZ Nederland, LPGGz, de Stichting PVP en de zorgverzekeraars wordt intensief contact onderhouden met als doel het werkzaam laten zijn van fvp’en en het familievertrouwenswerk in breder opzicht bekend te maken en verder te bevorderen. De toegenomen beschikbaarheid en toegankelijkheid van het vertrouwenswerk en de hiervoor noodzakelijke verdere professionalisering van de organisatie vraagt om het instellen en gebruik maken van werkgroepen. Hiermee is in 2013 gestart en deze werkgroepen zullen ook in 2014 actief blijven. Ze worden geleid door de directeur of de stafmedewerker en de bijeenkomsten blijven beperkt tot enkele keren per jaar. De mogelijke participatie aan werkgroepen maakt onderdeel uit van de samenwerkingsovereenkomst met instellingen, zodat de kosten voor de LSFVP beperkt blijven tot reiskosten. De werkgroepen rapporteren periodiek in de landelijke bijeenkomsten. De werkgroepen zijn: Werkgroep Personeel Deze werkgroep personeel levert voorstellen en denkt mee over beleid en ontwikkeling van de P-functie Werkgroep Registratie en Rapportage & intranet Deze werkgroep levert voorstellen voor procedures registratie, beheer van gegevens en bewaking van privacy. Tevens begeleidt deze werkgroep de invoering van de kennisbank. Werkgroep Visie en Deskundigheidsbevordering Deze werkgroep schrijft het opleidingsjaarplan en biedt deze ter goedkeuring aan de directeur aan. Daarnaast evalueert deze werkgroep de uitvoering van de opleidingsactiviteiten. Deze werkgroep denkt tevens mee met de stafmedewerker en directeur over visieontwikkeling. Werkgroep Ambulantisering De werkgroep Ambulantisering bestaat uit fvp’en die werken in een regionale functie. Het doel is om bij te dragen aan een versteviging van het familievertrouwenswerk in het ambulante veld en bij kleinere instellingen. Binnen de werkgroep worden kennis en ervaringen over best practices gedeeld. Tot slot: De toename van het aantal dienstverbanden en van het aantal aangesloten instellingen en contractvormen én de anticipatie op de complexiteit van de omgeving maken een bescheiden uitbreiding van de formatie op het landelijk bureau noodzakelijk. Zowel de formatie stafmedewerker als de formatie bureaumanager wordt met 0,2 fte opgehoogd. Daarnaast is een uitbreiding van de dienstverlening door de Stichting PVP aan de LSFVP als gevolg van verdere professionalisering van de organisatie noodzakelijk gebleken. De controller van de Stichting PVP coördineert deze inzet die voornamelijk gebruikt wordt voor de ontwikkeling en ondersteuning van de P-functie en ICT-ondersteuning.
7
B. Uitvoering FVP-functie
De LSFVP heeft met alle instellingen waar nog geen fvp werkzaam is in 2013 contact opgenomen. Met een aantal van deze instellingen zijn afspraken gemaakt over de inzet van de fvp. Deze afspraken zijn contractueel vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst of er is een abonnement afgesloten. In 2014 zal evaluatie van de dienstverlening aanleiding geven tot enkele wijzigingen in de inzet van uren. In 2014 verwachten we in een aantal nieuwe instellingen fvp’en te kunnen plaatsen. Hiervoor zal niet of nauwelijks geworven hoeven te worden omdat in eerste instantie regionaal werkende fvp’en “inschuiven” in nieuw geacquireerde instellingen. Vanaf het moment dat de vergoedingen vanuit deze instellingen werving van nieuwe regionale fvp’en mogelijk maken, zal werving worden overwogen. Er zal uiterst terughoudend worden omgegaan met het werkzaam laten zijn van fvp’en in dienst van instellingen. Daarmee blijft enerzijds de regionale functie op voldoende sterkte en anderzijds ontstaat zo een groeiend cohort van medewerkers in dienst van de LSFVP, waarmee de onafhankelijkheid ten opzichte van instellingen ook op deze manier benadrukt wordt. Eind 2013 hebben circa 80 ggz-instellingen in Nederland diensten afgenomen bij de LSFVP. Met deze instellingen zijn samenwerkingsovereenkomsten voor het jaar 2014 gesloten in de vorm van een inleen-, detacherings- of abonnementsconstructie waarin afspraken vastgelegd zijn over de inzet, toegang en faciliteiten van de fvp om in de instelling zijn werk te kunnen doen. De grootte van de te bedienen instelling bepaalt de omvang van aantal in te zetten uren. In de samenwerkingsovereenkomst is vastgelegd dat de dienstverlening onafhankelijk van de instelling plaats vindt. Het doel blijft om samenwerkingsovereenkomsten aan te gaan met zo veel mogelijk instellingen. Om de familieleden en naastbetrokkenen rond deze instellingen te kunnen bedienen worden de volgende combinaties van mogelijkheden benut: Een (afnemend) aantal fvp’en is in dienst van een ggz-instelling en werken voor familie/naastbetrokkenen van bij die instelling in zorg zijnde cliënten. Een (toenemend) aantal fvp’en heeft een dienstverband met de LSFVP en worden door de instellingen ingeleend. Een (toenemend) aantal fvp’en verricht diensten op basis van afgesloten abonnementen. Hiervoor vindt jaarlijks een éénmalige vergoeding van € 1.000,= euro plaats en een uurtarief van € 65,= voor onderhanden casuïstiek. De inkomsten uit deze abonnementen worden tevens aangewend om de kosten te dekken van de inzet in de regio en/of bij instellingen voor jeugd-ggz, verslavingszorg en forensische psychiatrie (additionele financiering). Een volledige dekking zonder de regionale fvp en de hulplijn is echter niet mogelijk. Er zullen ook in 2014 instellingen overblijven met wie geen samenwerking tot stand zal (kunnen) komen. Het is dus van belang om steeds goed voor ogen te hebben welke instellingen bij de LSFVP zijn aangesloten en welke niet. Medewerkers van de hulplijn moeten goed kunnen doorverwijzen. Dat voorkomt ook het “shoppen” van familieleden/naastbetrokkenen of de situatie dat meerdere naastbetrokkenen rond een cliënt bij verschillende
8
fvp’en “in zorg zijn”. Een en ander vraagt ook een goede overdracht bij waarneming. Als gevolg van de ambulantisering en de daarmee gepaard gaande toenemende druk op mantelzorgers zal de regionaal werkende fvp een belangrijke rol blijven vervullen. De hiervoor benodigde formatie en de daarmee samenhangende grootte van een regio is mede afhankelijk van de ontwikkelingen rond de ambulantisering. Hiervoor brengt het landelijk bureau in kaart welke instellingen wel en welke geen samenwerkingsovereenkomst of abonnement hebben afgesloten. Dit geeft tevens een overzicht van aantallen cliënten per regio wiens familie/naastbetrokkenen door een regionale fvp bediend worden. Het is mogelijk dat op termijn (nagenoeg) elke fvp een “stukje” regio krijgt toegewezen. Daarnaast is er voor families en naastbetrokkenen van mensen met psychische problematiek die op zoek zijn naar informatie, hulp en ondersteuning, de landelijke advies- en hulplijn ingesteld. Buiten kantooruren kan via voicemail contact opgenomen worden en kan de website bezocht worden. Op alle meldingen buiten de openingstijden wordt de volgende werkdag actie ondernomen. Relatief eenvoudige casuïstiek kan telefonisch worden afgehandeld. Meer ingewikkelde casuïstiek wordt doorverwezen naar een fvp van de betrokken instelling of regio. Om deze centrale rol van de landelijke hulplijn goed te kunnen vervullen wordt vanaf begin 2014 een bereikbaarheid tijdens volledige kantooruren georganiseerd. Nu we inmiddels circa 28 medewerkers in dienst hebben, valt dit gemakkelijk in te roosteren en kan de telefonische hulplijn onderdeel gaan uitmaken van de samenwerkingsovereenkomsten, zodat er geen formatie mee gemoeid is. De contracten voor 2014 met de instellingen zijn op dit punt eind 2013 aangepast. De fvp’en stellen jaarlijks een verslag op van hun werk en hun bevindingen t.a.v. de casuïstiek die zich heeft aangediend. Dit verslag wordt aangeboden aan en besproken met de Raad van Bestuur en afhankelijk van de organisatie met directies van de betrokken eenheden. Tot slot: Er zijn situaties die zo specialistisch zijn dat dit om specifieke deskundigheid van familievertrouwenspersonen vraagt. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij jeugd, forensische psychiatrie of verslavingszorg. Het opleidingsaanbod gaat in samenwerking met categorale instellingen in deze behoefte voorzien. Daarnaast willen sommige instellingen en klanten met een specifiek levensbeschouwelijk mensbeeld een fvp uit eigen kring. De LSFVP voldoet aan deze wens, zonder dat dit voor de betrokken fvp’en een uitzonderingspositie binnen de stichting of onder collega’s met zich mee brengt. Het vertrouwenswerk bij deze instellingen kan heel goed landelijk georganiseerd worden.
9
C. Kwaliteit en opleiding Kern van het opleidingsprogramma is competentiegericht leren. Het opleidingsprogramma bestaat uit een algemeen aanbod voor elke fvp, een op individuele maat toegesneden programma en een regionaal georganiseerde intervisie. Het algemene aanbod staat open voor fvp’en die (nog) niet bij de LSFVP zijn aangesloten. Ieder jaar wordt voor iedere bij de LSFVP aangesloten fvp individueel het opleidingsprogramma vastgesteld. Ook wordt desgewenst in individuele coaching voorzien. De begeleiding en ondersteuning van de fvp’en zal ook in 2014 plaats vinden in de vorm van landelijke bijeenkomsten (6 keer per jaar), die deels een beleidsmatige invulling krijgen (4 keer per jaar) en deels gericht zijn op scholing (alle bijeenkomsten). Daarnaast worden er per landsdeel vijf intervisiebijeenkomsten gehouden, waarin casuïstiek van de deelnemers aan de orde komt. Intervisie kan input leveren voor beleids- en methodiekontwikkeling. De stafmedewerker LSFVP verzorgt en leidt de intervisiebijeenkomsten. De fvp’en hebben regelmatig behoefte aan specifieke en specialistische informatie. Via intranet zal de ‘kennisbank’ verder worden gevuld. Met behulp van trefwoorden worden informatie, documenten en verwijzingen beschikbaar gesteld, onder andere op de terreinen: - relevante wetgeving en recht; - jurisprudentie op relevante gebieden; - sociale kaart gegevens per regio, toegespitst op vragen/behoeften van familie/naastbetrokkenen; - psychopathologie en systeemleer; - voorbeelden van best practices uit ggz-instellingen; - methodieken voor gespreksvoering, groepsbijeenkomsten, etc. Voor de kennisbank is een redactieraad van enkele fvp’en ingesteld om zo goed mogelijk aan behoeften van de fvp’en tegemoet te komen. De redactieraad komt enkele keren per jaar bijeen. De cursus “De fvp en de ontwikkelingen binnen de GGz” en de cursus “Juridisch Kader startende fvp’en” worden in samenwerking met de VU Amsterdam verzorgd door de heer K. Blankman. Overige nog in te huren docenten, gespreksleiders en deskundigen voor de overige opleidingsactiviteiten worden zijn bij het schrijven van dit werkplan nog niet bekend. Het is daarnaast ook mogelijk dat op basis van specifieke deskundigheid fvp’en worden gevraagd en ingezet voor opleidingsactiviteiten. In het najaar van 2013 is een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) gehouden. Hiermee is inzicht verkregen in de ervaringen van medewerkers. Deze evaluatie is van belang om het beleid van de LSFVP, de organisatie en dienstverlening van het landelijk bureau en de functie-uitoefening in het veld te evalueren. In het vierde kwartaal van 2013 wordt een plan opgesteld om met de uitkomsten van het onderzoek aan de slag te gaan. De uitkomsten zullen input leveren voor verdere professionalisering van de werkgeversfunctie en een verbeteringsprogramma opleveren als daar naar aanleiding van de conclusies aanleiding toe is. Hierover zal uiteraard intensief met de medewerkers worden gecommuniceerd, naast verslaglegging over alle stappen aan het bestuur.
10
Opleidingsprogramma Van algemene opleidingsactiviteiten wordt een videoregistratie of verslag gemaakt, zodat ook kennisoverdracht uit voorgaande jaren beschikbaar blijft. Daarnaast zal in 2014 onderzocht worden of een e-learning programma ondersteunend kan zijn en zal met een beperkt aantal modules ervaring worden opgebouwd.
Algemeen aanbod Intervisie. De 28 professionals die werkzaam zijn als fvp werken in soortgelijke functies. Intervisie stelt hen in de gelegenheid om actuele casuïstiek en andere aspecten van het functioneren te bespreken met ervaren collega’s. Daarmee ontwikkelen zij hun visie en werkstijl. De fvp’en nemen deel aan 5 intervisiebijeenkomsten per jaar. Themabesprekingen ontwikkelingen ggz en ambulantisering. De doelstelling van de themabespreking is dat de fvp’en op de hoogte zijn en blijven van actuele ontwikkeling in de behandeling en organisatie van de ggz. Zij zijn bijvoorbeeld inhoudelijk op de hoogte van het proces van ambulantisering en decentralisatie. Het opleidingsprogramma ondersteunt dit met themabesprekingen voor alle medewerkers. Juridisch kader FVP. De doelstelling is dat fvp’en over voldoende juridische kennis en vaardigheden beschikken waar de casuïstiek in de praktijk om vraagt. Zij kunnen bijvoorbeeld de familie adviseren over de wetgeving BOPZ, WGBO, klachtrecht en de Wet op de Privacy. Fvp’en zijn voorbereid op de implementatie van de Wet verplichte ggz. Het opleidingsprogramma voorziet in een tweedaagse training en een studiedag over de implementatie van de Wvggz. Tevens voorziet het programma in juridisch advies op aanvraag. Digitaal registreren en rapporteren. De doelstelling is dat de fvp’en in staat zijn om digitaal te registreren en te rapporteren over hun activiteiten. Zij kunnen effectief gebruik maken van de ICT ondersteuning. De LSFVP biedt ondersteuning bij deze taken door middel van een workshop en een helpdeskfunctie. Excellente Communicatievaardigheden: De fvp werkt met verschillende functionarissen en doelgroepen. In 2014 biedt de LSFVP een communicatietraining die zich richt op excellent communiceren in de kaders van de functie Familievertrouwenspersoon. Het gaat om een tweedaagse in company training. Congressen en seminars, individuele deelname. (30 deelnames). Een fvp kan op kosten van de LSFVP maximaal 2x per jaar een congres/seminar of workshop bezoeken. De activiteit heeft een duidelijke relatie met de uitoefening van het beroep. De opgedane kennis en ervaringen worden gedeeld met de collega’s. Educatieve Literatuur, documentaires, intranetdocumenten alle medewerkers. Voor medewerkers worden vakliteratuur en documentaires via intranet ter beschikking gesteld. Fvp’en kunnen verzoeken hiertoe kenbaar maken.
11
Individuele trajecten deskundigheidsbevordering Inwerktraject nieuwe medewerker (2 trajecten). Elke nieuwe medewerker doorloopt een inwerktraject van 3 maanden met 2 ervaren familievertrouwen personen. Er wordt elke maand een begeleidingsafspraak gemaakt. Bijscholing deficiëntie nieuwe medewerkers (2 trajecten). Aan medewerkers die bij binnenkomst bepaalde noodzakelijke kennis ontberen kan externe bijscholing worden aangeboden. Individuele coaching trajecten (6 trajecten). Medewerkers kunnen aankaarten dat zij een individueel begeleidings-, of trainingstraject willen volgen, gericht op concrete, haalbare doelen. Assessments. De kennis, vaardigheden en competenties van sollicitanten voor de functie van fvp worden getoetst aan de functiebeschrijving en de lijst van gezichtspunten. Tevens wordt een assessment afgenomen op basis van de kerncompetenties zoals geformuleerd door de LSFVP, waarna aanstelling kan volgen.
Teamactiviteiten (Training, Cursus, Themamiddag in Company) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
5 intervisiebijeenkomsten in 5 regionale teams (verplicht). De fvp en de Wet Verplichte GGz: Alle medewerkers 2 dagdelen in company Utrecht. (verplicht). Cursus Juridisch Kader fvp-en 4 dagdelen (deelname in overleg). Externe deelname mogelijk. Training op het gebied van communicatie 2 dagdelen. In company (deelname in overleg). 2 Themabesprekingen ontwikkelingen ggz, ambulantisering en decentralisatie. 2 dagdelen (deelname in overleg). Themadag Familievertrouwenswerk en Jeugd (facultatief). Externe deelname mogelijk. Themamiddag actualiteit fvp 2013. Nader in te vullen. Externe deelname mogelijk.
12