Over keuzes maken en leven volgens de wil van God (en wat dat is …) De Amerikaanse predikant Kevin DeYoung heeft niet alleen Nederlandse roots, hij schreef ook een inspirerend boekje over de vraag hoe je als christen bezig kunt zijn met Gods wil. Het boekje heet Doe iets! De ondertitel luidt: ‘een bevrijdende visie op de wil van God. Hoe goede keuzes te maken zonder dromen, visioenen, losse bijbelverzen, woorden in wolken, open deuren, dobbelstenen en bliksemschichten.’ Over (het ontdekken van) de wil van God worden veel boeken geschreven maar omdat ik vindt dat Doe iets! hieraan echt iets toevoegt, heb ik het boekje samengevat.1 Je kunt het gebruiken om met elkaar over dit onderwerp door te praten.
De knutselgeneratie Het boekje is speciaal geschreven voor mensen van de zgn. knutselgeneratie. Daarmee bedoelt DeYoung de generatie die – in tegenstelling tot de bouwers (opa’s en oma’s) en de boomers (ouders) – opgroeide in ongekende vrijheid, welvaart en keuzemogelijkheden. DeYoung is een dertiger en rekent zichzelf trouwens ook tot de knutselgeneratie. Er is niks mis met knutstelen. Knutselaars zijn echte multitaskers; ze zijn creatief, goed in improviseren. Ze zijn het tegenoverstelde van stug en traditioneel: ze leven makkelijk in verschillende werelden. Maar knutselen hoort – normaal gesproken tenminste – bij een bepaalde levensfase. Het probleem van de knutselgeneratie is dat die fase ongezond lang duurt, volgens DeYoung. De ongekende vrijheid en keuzemogelijkheden zijn de oorzaak van het probleem van de knutselgeneratie: er zijn gewoon veel te veel mogelijkheden en dat maakt onzeker. Knutselen staat ook voor besluiteloosheid, tegenstrijdigheid en gebrek aan vastigheid. Het lukt de knutselgeneratie maar niet om de overgang naar volwassenheid te maken. DeYoung: ‘Er groeit een generatie op (nou ja, groeit op…) die experimenteert met de leer en met de kerk, die ‘knutselt’ met vrienden en vriendinnen, met studiekeuze, met al dan niet thuis blijven wonen en met geestelijke zaken. We zijn geen mensen uit één stuk. We zijn niet stabiel. We binden ons niet. We weten niet of we wel goed kiezen. En we maken de dingen niet af.’
1
Ik heb de vrijheid genomen om af en toe een opmerking van mijzelf te verwerken in mijn samenvatting van het boekje van DeYoung.
Wat bedoelen we met de wil van God? DeYoung onderscheidt verschillende manieren om te kijken naar en praten over Gods wil. Aan de ene kant hebben we te maken met Gods verborgen wil. Op grond van de Bijbel mogen gelovigen erop vertrouwen dat er niets gebeurt zonder dat God het wil (Matt. 10:2930) en dat God voor wie Hem liefhebben alles doet meewerken ten goede. Nauwkeuriger gezegd: God is niet de auteur van het kwaad. Maar voor wie Hij uitgekozen heeft (voor de mensen die Hem liefhebben) kan en wil God alle omstandigheden gebruiken om hen dichter bij Jezus te brengen. In en door Jezus werkt God namelijk aan de nieuwe wereld. (Romeinen 8; Openb. 21). Anderzijds hebben gelovigen te maken met Gods geboden en aanwijzingen in de Bijbel, zijn geopenbaarde wil. Het verschil tussen het één en het ander is dat Gods geopenbaarde wil, voor zover de Bijbel er iets over zegt (en dat is lang niet bij alles!) kenbaar is en Gods verborgen wil – zijn voorzienigheid – niet. Of hoogstens soms en dan ook nog alleen maar achteraf. God bestuurt alles, van de belangrijke momenten in de wereldgeschiedenis tot de kleinste details van individuele levens. Op grond van de belijdenis over Gods voorzienigheid kunnen gelovigen zeggen dat het Gods wil was wanneer iemand ziek werd, een baan kreeg of kinderloos bleef. Sterf je op je 80e, dan is dat Gods wil. Maar ga je op je 40e, dan ook. Maar het hoe, wat en waarom blijft grotendeels verborgen.2 Maar veel mensen vragen op een andere manier naar Gods wil. Heel concreet: wat zal ik morgen gaan doen? Wat moet ik studeren? Wat voor carrière wil ik? Wil ik trouwen? Met wie? Wil ik dan kinderen? Hoeveel? Zal ik ander werk gaan doen? Zal ik de zending in gaan? Vrijwilligerswerk doen? Een huis kopen? Waaraan geef ik mijn geld? Naar welke kerk ga ik? Kortom: we willen, volgens DeYoung ten onrechte, van te voren weten wat Gods speciale plan is voor het wie, wat, waar, wanneer en hoe van ons leven. DeYoung: ‘[…] als je verwacht dat God zijn verborgen wil aan jou zal openbaren, volgt er onvermijdelijk teleurstelling en onzekerheid. Vertrouwen op Gods besloten wil is goed. Het volgen van Gods geopenbaarde wil is wat Hij van je vraagt. Maar wachten op Gods wil die vooraf een bepaalde richting op wijst, dat wordt één grote mislukking. Het is slecht voor je leven, schadelijk voor je heiliging en het maakt dat veel te veel christenen besluiteloos blijven ‘knutselen’ met hun leven […].’
Waarom we de verkeerde vragen stellen Er is dus een manier van bezig zijn met vragen over Gods wil die niet gezond is: als je van te voren wilt weten wat Gods-wil-voor-jou is over zaken die je niet kúnt weten omdat God er niets over bekend maakt! Wat zit daar achter? DeYoung noemt vijf redenen:
2
Het lijkt mij dat DeYoung hier wat zwart/wit over Gods wil schrijft. We weten uit Gods Woord dat Hij het kwade niet wil maar wel kan laten meewerken voor wie Hem liefhebben (Rom. 8:28).
(1) Zulke christenen willen God oprecht behagen omdat ze God liefhebben. DeYoung: ‘Ze geloven dat God een bepaalde richting voor hen heeft bepaald en die willen ze niet missen en ze willen God ook niet teleurstellen.’ (2) Sommigen durven niet goed door faalangst. Als je overal de beste in wilt zijn doe je al snel niks uit angst om ‘af’ te gaan. Deze mensen moeten goed luisteren naar Paulus in 1 Tess. 5:14: ‘Wij sporen u aan, broeders en zusters, iedereen die zijn dagelijks werk verwaarloost terecht te wijzen, de moedelozen hoop te geven, op te komen voor de zwakken, met iedereen geduld te hebben.’ (3) Veel christenen zijn op zoek naar (een gevoel van) totale vervulling in dít leven. DeYoung: ‘veel mensen hebben het zo goed dat ze de hemel op aarde zijn gaan zoeken. Het gevoel van pelgrim-zijn is totaal afwezig.’ (4) We hebben te veel keuzes. Hele generaties voor ons hebben lang niet zo zoveel geworsteld met de vraag wat God wil omdat ze niet zoveel te kiezen hadden. Vroeger bleef je wonen op de plek waar je geboren werd, deed je het werk dat je vader ook deed en trouwde met de huwelijkskandidaat die beschikbaar was. Ironisch genoeg hebben we vandaag een eindeloze stroom van mogelijkheden maar komt er minder uit onze handen dan bij mensen vóór ons, die veel minder te kiezen hadden. (5) We zijn te laf. DeYoung wijst op mensen die risico namen in de Bijbel: keuzes maakten in vertrouwen op God zonder te overzien wat de consequenties waren voor henzelf. DeYoung gebruikt het voorbeeld van Esther. Maar de lijst is langer. Denk bijvoorbeeld aan David, Daniël, Elia, Paulus, enz.
Waarom bepaalde vragen verkeerd zijn Niet alleen bij de motivatie, ook bij de vragen zelf kunnen vraagtekens gezet worden. Opnieuw vijf redenen: (1) We stellen vragen waar God in de Bijbel geen antwoord op geeft. God vertelt ons niet waar we moeten gaan wonen en met wie we moeten trouwen. (2) We doen soms net alsof God een spelletje speelt met mensen door ervan uit te gaan dat er een verborgen plan is voor ieder leven. Een plan, dat God – zo is de redenering – verbergt maar waarvan Hij toch wil dat wij het (vooraf!) ontdekken. (3) Veel vragen komen voort uit een gebrek aan vertrouwen dat God ons leven ook in de toekomst leidt, al weten we niet hoe. Luister naar de apostel Jakobus: ‘Dan iets voor u die zegt: ‘Vandaag of morgen gaan wij naar die en die stad. Daar blijven we een jaar, we zullen er handeldrijven en geld verdienen.’ U weet niet eens hoe uw leven er morgen uitziet. U bent immers maar damp, die heel even verschijnt en dan al verdwijnt. U zou moeten zeggen: ‘Als de Heer het wil, zijn we dan in leven en zullen we dit of dat doen.’ (Jak. 4 vs. 13-15) (4) God wil dat wij onze verantwoordelijkheid nemen, ook als niet bij voorbaat duidelijk is hoe een beslissing uitpakt in de toekomst. DeYoung: ‘Als je bidt, betekent dat nog niet dat je besluiten geen onderwerp van kritiek meer mogen zijn.’ En als je een beslissing neemt kan je vragen niet ontduiken met de enkele bewering dat het Gods wil is omdat je ervoor gebeden hebt (een voorbeeld. Iemand zegt: ‘God wil niet dat ik verkering met jou krijg’ terwijl je eigenlijk bedoelt: ‘ik wil geen verkering met je’)
(5) Sommige vragen draaien te veel om je eigen gevoel en je eigen ik terwijl je meer op God gericht zou moeten zijn. Op zich is er niks mis met gevoelens in het nemen van beslissingen. Maar Jezus zegt wel: ‘Maak je niet druk om eten, drinken en kleding. Zoek eerst Gods koninkrijk.’ (Matt. 6)
Wat wil God dan wél? Hier schetst DeYoung een paar bijbelse hoofdlijnen. Allereerst: God wil niet dat we ons zorgen maken over de toekomst. God weet allang wat iedereen nodig heeft. Jezus wil dat mensen gericht zijn op God: zoek eerst zijn koninkrijk (en zijn gerechtigheid). De vraag die God het meest interesseert is niet: ‘waar zal ik gaan studeren?’ Maar: heb je Mij lief met heel je hart, geest en verstand en je naaste als jezelf? God wil dat mensen – Paulus schrijft dat – een heilig, toegewijd leven leiden (1 Tess. 4:3). Verder dat we altijd blij zijn, onophoudelijk bidden en God danken onder alle omstandigheden (1 Tess. 5:16-18). Christenen moeten zoeken naar inzicht in de wil van God (Kol. 1:9) en daarbij vol zijn van de Heilige Geest (Ef. 5:17). Gods wil is dat gelovigen groeien in het gelijkvormig worden aan Jezus Christus (Romeinen 8 v.a. vs. 28). God wil ons zó gelukkig maken! DeYoung: ‘trouw dus maar, mits jullie geloof bij elkaar past en je het fijn vindt om bij die ander te zijn. Zoek dus maar werk, als het eerlijk werk is. Ga maar ergens wonen, waar dan ook, met iemand of met niemand. Maar schudt de passiviteit van je af, en houdt op met de speurtocht naar het gevoel van absolute vervulling en volmaaktheid en dat steeds maar bezig zijn met de toekomst, en neem in ’s hemelsnaam beslissingen in je leven. […] Als je allereerst het koninkrijk van God zoekt en zijn gerechtigheid, dan volg je Gods wil, dus kom op: ga ervoor en doe iets.’
Gods leiding: soms gewoon, soms verrassend DeYoung gebruikt Hebreeën 1:1-2 als sleuteltekst om te begrijpen hoe God mensen leidt: ‘Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen.’
God leidt ons altijd op ieder moment van de dag door middel van zijn onzichtbare voorzienigheid. God kan spreken op allerlei manieren. Bijvoorbeeld via dromen, visioenen of geduldig overleg. Maar vooral door profeten (die je in de Bijbel kunt lezen). God heeft zijn beslissende Woord gesproken in en door Jezus. Dat zegt natuurlijk ook iets belangrijks over de vraag waarmee christenen eigenlijk zouden moeten worstelen: Jezus stierf voor de zonden van mensen.
God spreekt nog steeds tot mensen door zijn Zoon via zijn Geest in de Bijbel. DeYoung: naast de Geest, die door middel van de Bijbel werkt, belooft God ons geen enkel ander middel om de weg te wijzen, en we moeten dat ook niet van Hem verwachten. God gebruikt wel andere middelen, maar belooft dat niet. Buitengewone middelen heten ook niet voor niets buiten-gewoon. In de Bijbel werden dromen, ingevingen en verschijningen van engelen door de ontvangers ervan (bijv. Paulus, Petrus) niet als normaal ervaren. Zulke dingen gebeur(d)en niet om de haverklap, maar soms. Paulus bedacht plannen, strategieën (en hield daarbij soms een behoorlijke slag om de arm – 1 Kor. 16) en nam zelf beslissingen.
Geopende deuren, tekenen, toeval en ingevingen Door de jaren heen hebben onzekere christenen een aantal middelen bedacht waarmee Gods wil kan worden vastgesteld. Soms zeggen we, als een bepaalde kans zich voordoet, dat God heeft een deur geopend heeft. Dat is prima. Als we het maar niet gaan gebruiken als excuus voor luiheid: waar zich geen mogelijkheden voordoen wil God vaak dat we zelf (moeilijke) beslissingen nemen. Bovendien, niet elke kans die zich voordoet komt van God. In het geval van Jona bijvoorbeeld het schip naar Tarsus. Andere keren vragen we God om een teken. Het risico is alleen dat je God zo makkelijk op de proef stelt (Matt. 4:7!) door Hem te laten kiezen tussen opties die jij van te voren bedacht hebt. Soms help je God daarbij ook nog een handje door de ene optie een stuk voor de hand liggender te maken dan de ander. Ook goed om te bedenken: de mensen die zoiets wel deden in de Bijbel (Gideon, bijvoorbeeld) hadden waarschijnlijk geen Bijbel om in te lezen! Hoe ‘toevallig’ leidt God, bijvoorbeeld door het openslaan van willekeurige bijbelteksten? DeYoung: ‘Het pleit niet bepaald voor dit gebruik dat de heidenen, die de Bijbel niet kenden, hun heilige boeken vak ook op dezelfde manier gebruikten […]’ Er zijn ook situaties waarin christenen afgaan op ingevingen. Dat is op zich prima. DeYoung: ‘Het probleem met ingevingen is niet dat ze subjectief zijn. Het probleem is dat je denkt dat God ze ingeeft.’ Bovenstaande middelen zijn niet verkeerd. Maar ze kunnen heel makkelijk worden misbruikt. Er kan mee worden gemanipuleerd en ze lenen zich makkelijk voor bijgeloof. DeYoung citeert Newton: ‘Over het algemeen leidt en bestuurt Hij [God] zijn volk door hen in antwoord op het gebed zijn Heilige Geest te geven, die maakt dat zij de Schriften leren verstaan en liefhebben.’
Hoe wél? Voor een vroom leven is wijsheid nodig. De eerste les is: stel God centraal, heb ontzag voor God (Spreuken 1). Wil je weten wat God wil, lees dan de Bijbel (2 Tim. 3:15-17). In de Bijbel staat dat God wil dat je jezelf als een levend, God welgevallig offer in zijn dienst stelt. Daarbij moet je jezelf 1) niet aanpassen aan deze wereld maar 2) veranderen door je gerichtheid te vernieuwen. Alleen zo ontdek je wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is (Rom. 12:1-2). Verder: vraag advies en goede raad bij andere mensen die vertrouwd zijn met wat er in de Bijbel staat. Het gebed is ook belangrijk. Maar in plaats van God te vragen wat je precies, wanneer en hoe moet doen, moeten we leren vragen om inzicht zodat we Gods woord beter gaan begrijpen en toepassen op ons leven. God wil dat we, door ons zijn Geest te geven, meer op Christus gaan lijken. Bid ook voor Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid. Want daar gaat de Bijbel over. DeYoung: ‘En als je hebt gebeden, goede raad hebt ingewonnen en alles goed hebt overdacht, neem dan een besluit en vergeestelijk dat dan niet. Doe wat je het beste lijkt.’
Concreet: werk, huwelijk en de wil van God Wat is Gods wil als je concreet een baan of levenspartner zoekt? Over het vinden van een baan: in de Bijbel staan geen vacatures. Wel algemene dingen. Zoek bijvoorbeeld eerlijk werk. Andere bijbelse principes vind je in 1 Tim. 5:8 (werk moet kunnen voorzien in het levensonderhoud van jou en van je gezin). Kijk verder niet alleen naar het salaris, een goede school in de buurt en reistijd maar onderzoek ook of er in de buurt van je nieuwe werkplek (als je ervoor moet verhuizen) een bijbelgetrouwe kerk is waarbij je je kunt aansluiten. Vraag goede raad aan familie en vrienden die jou goed kennen en bid. Vraag God dan niet wat je precies moet doen. Vraag of God jou oprecht wil laten zijn en de juiste motieven wil geven in je overwegingen en (sollicitatie)gesprekken. Ten slotte: neem een beslissing. Er zijn honderden beroepen waarin je God kunt dienen, of je nu dominee, ondernemer of kaarsenmaker wordt. DeYoung: ‘Je wordt door God tot allerlei dingen geroepen. Soms heb je bij je werk een gevoel van roeping. Tja, en soms niet. Dan doe je gewoon je werk. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik mijn dagelijks werk fijn vind. Ik heb echt te doen met mensen die weinig of helemaal geen zin hebben in het werk dat ze doen. Toch moeten we God dienen met ons hart, onze ziel, onze kracht en onze geest – welke plek Hij ons ook gegeven heeft.’ Nu over trouwen. Volg dezelfde stappen. Stap 1: onderzoek de Schriften. Daarin staat niet met wie je moet trouwen. Wel dat het huwelijk bedoeld is voor één man en één vrouw en dat christenen met christenen moeten trouwen (Mal. 2:11; 1 Kor. 7:39). Niet in alle gevallen kan je als christen trouwen met iemand die gescheiden is (Matt. 19:9; 1 Kor. 7:15; Matt. 5:31-32).
Stap 2: vraag goede raad en luister naar het advies van ouders, familie en vrienden. Stap 3: bid. Vraag God om zuivere motieven. Bid niet alleen of God je wil laten zien wie de juiste man/vrouw voor jou is maar of je zelf een goede huwelijkspartner mag zijn. Stap 4: neem een beslissing. Wacht niet op een bijzonder teken ofzo. Een beslissing kan ook zijn om, als je dat aankunt, ongetrouwd te blijven. Alleengaanden kunnen een bijzonder geschenk voor God en de kerk zijn. Tot slot DeYoung over het sprookje van de ware Jakob(ien): ‘Zoeken naar dat ene puzzelstukje dat precies bij jou past, is onzin. ‘Jij maakt mijn bestaat compleet’ kan heerlijk romantisch klinken, maar het is niet waar. Natuurlijk, man en vrouw zijn door God bedoeld om elkaar bij te staan in het huwelijk. Maar de Bijbelse rekenformule van het huwelijk is niet: een halve persoon plus nog een halve persoon is één. De rekensom van Genesis is één plus één is één (Genesis 2:24).’ N.a.v. KEVIN DEYOUNG, Doe iets! Een bevrijdende visie op de wil van God. Hoe goede keuzes te maken zonder dromen, visioenen, losse bijbelverzen, woorden in de wolken, open deuren, dobbelstenen en bliksemschichten, Barneveld (de Vuurbaak), 2010. Vert. uit het Engels: Just do Something!