Krzysztof Warlikowski . Toneelgroep Amsterdam Droomsporen di 2, wo 3 maart 2004
redactie programmaboekje deSingel inleiding door acteur Benjamin De Wit wo 3 maart 2004 . 19.15 uur . foyer druk fotogravure Godefroit de voorstelling duurt 2 uur en 30 minuten zonder pauze gelieve uw gsm uit te schakelen!
Krzysztof Warlikowski . Toneelgroep Amsterdam Droomsporen
regie Krzysztof Warlikowski tekst Andrew Bovell vertaling/bewerking Gerardjan Rijnders spel Barry Atsma, Elsie De Brauw, Nina Deuss, Roeland Fernhout, Hogo Koolschijn, Alwin Pulinckx, Gunilla Verbeke, Leon Voorberg, Benjamin De Wit scenografie lichtontwerp compositie muziek choreografie
Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO's at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag
Malgorzata Szczesniak Felice Ross Pawel Mykietyn Saar Magal
‘Droomsporen’, een psychologische thriller
In ‘Droomsporen’ gaat Andrew Bovell ingenieus te werk om in een niet-chronologisch relaas de gemoedstoestanden van acht mensen met elkaar te verbinden. Scènes die zich op een ander tijdstip of andere locatie afspelen worden door elkaar gehaald, om de impact van wat mensen elkaar aandoen direct voelbaar te maken.
© Christ Van der Burght
In de eerste akte ontmoeten twee koppels uit een wankel huwelijk elkaars partners in smerige hotelletjes. Een onenight stand, ieder op zoek naar passie tegen de verveling. De situatie in beide hotelkamers verloopt simultaan, beide koppels spreken dezelfde taal, hebben dezelfde dromen. Leon, getrouwd met Sonja, is bij Jane, getrouwd met Pete, en Pete, getrouwd met Jane, is bij Sonja, getrouwd met Leon. Terwijl Leon en Jane hun ontrouw doorzetten, doen Pete en Sonja het toch niet, met vergaande gevolgen voor beide huwelijken. De tweede akte vertelt het verhaal van een psychologe en haar man. De psychologe is verdwenen, ´s nachts op een verlaten weg na autopech. Werd ze vermoord? En zo ja, waarom? Niet de zoektocht naar de dader, maar de schuld en de betrokkenheid van alle personages staan centraal, in een pijnlijke herhaling van een reeds eerder gehoord telefoongesprek in de derde akte. Dan wordt voelbaar hoezeer al onze levens met elkaar verbonden zijn. Uit: dossier Toneelgroep Amsterdam
“Jonger en meer getalenteerd” Een gesprek met Krzysztof Warlikowski
Het Teatr Rozmaitosci (letterlijk vertaald: het Variété theater) in Warschau is momenteel één van de hipste plaatsen in het Europese theaterlandschap. De naam is een overblijfsel uit de communistische tijd, maar luchtig vermaak biedt het theater tegenwoordig niet meer. Elke avond stromen cultuurglobetrotters en hoofdstadjongeren naar de omgebouwde bioscoop met ongeveer tweehonderd stoelen. De geboden voorstellingen oogsten veel bijval, niet in de laatste plaats omdat ze iedereen in dit voormalig Oostblokland persoonlijk raken. De leiding van het theater is in handen van een ‘jongere en meer getalenteerde generatie’ theatermakers, zoals de Poolse pers hen noemt: artistiek leider en regisseur Grzegorz Jarzyna en regisseur Krzysztof Warlikowski. Beiden presenteren klassiek repertoire en hedendaagse stukken. Hun successen blijven niet tot Polen beperkt. Dit bleek onder andere tijdens de Europese tournee van ‘Festen’ (naar de film van Thomas Vinterberg) in een regie van Jarzyna en ‘Cleansed’ (van Sarah Kane) in een regie van Warlikowski. Nieuw publiek Warlikowski: “Vlak voor de val van het communisme was het theater in Polen bijna dood. Het was iets voor de intelligentsia, de betere burgerij. Na de val van de muur veranderde er veel. Jongeren, waaronder theatermakers als ik, beseften dat wij de eerste generatie waren die een nieuw Polen voor onszelf kon opbouwen. In die periode van wederopbouw ontstond bij alle lagen van de bevolking de behoefte om naar theater te gaan, een noodzaak bijna. Een nieuw
publiek kwam naar het theater. Door nieuwe stukken te brengen, nieuwe vragen te stellen, kwamen ook jongeren naar het theater. En dat was essentieel, want theater bestaat enkel dankzij een publiek, dat zich aan je bindt. We voelden de problemen van de jongeren aan en daar hadden we het over.” Poëzie, geen brutaliteit Een goed voorbeeld van Warlikowski’s nieuwe theater is ‘Cleansed’ van Sarah Kane. De voorstelling was een groot succes in Polen. Theaterrecensenten, publiek, schrijvers en essayisten, iedereen sprak en schreef erover. Men vroeg zich publiekelijk af hoe ver theater kan gaan, met geweld en seksualiteit. Het taboe werd onderwerp van gesprek. Dat kwam ook door de manier waarop Warlikowski de tekst bracht. Hij begreep dat Sarah Kane een heel poëtische kijk had op theater en dat de tekst vertaald moest worden in metaforen. Het accent kwam te liggen op de zoektocht naar liefde, niet de brutaliteit: “Theater durfde eindelijk weer concreet te zijn.” Warlikowski en zijn acteurs voelden een persoonlijke noodzaak het stuk te brengen. Zij herkenden de pijn en het persoonlijke vuil van de auteur in zichzelf. Ondanks de hele mooie vormgeving van de voorstelling, bleef het heel persoonlijk. En dat bracht iets teweeg bij het publiek. Outsider Ook voor Krzysztof Warlikowski was het een zoektocht om binnen een nieuw Polen een passende theatertaal te vinden: “Ik ben naar mijn gevoel pas echt theater gaan maken toen
© Christ Van der Burght
ik een stuk deed van Bernard-Marie Koltès. Ik had voor het eerst het gevoel dat ik iets begreep wat ook van belang is voor anderen, waar anderen naar wilden luisteren. Ik had daarvoor reeds zes voorstellingen gemaakt, maar dat was voor mij eerder een oefening in fantasie en creativiteit. Ik probeerde mijn weg te vinden. En dat lukte met Koltès, een heel persoonlijke schrijver die over zichzelf schreef als een outsider in een maatschappij waarin hij zich niet thuis voelde. Ik denk dat ik begreep hoe het is om een outsider te zijn en hoe je dat met een publiek deelt, dat gevoel. Het ging over mij, het ging over hen.” Roep om liefde Warlikowski wilde graag ‘Droomsporen’ maken bij Toneelgroep Amsterdam: “Het stuk is vandaag geschreven. Het gaat over een maatschappij die ik begrijp, een maatschappij zoals mijn land er ook één is geworden. Je hebt niet altijd een provocerend stuk van Sarah Kane nodig om iets te zeggen over de maatschappij waarin je leeft. Ik weet trouwens ook niet of je vandaag nog zo makkelijk kan shockeren in het theater. ‘Droomsporen’ raakt sommige van onze problemen heel diep aan. Het heeft gemeen met Sarah Kane dat ook hier om liefde geroepen wordt en dat er geen antwoord is.” Uit: dossier Toneelgroep Amsterdam. Gesprek met Krzysztof Warlikowski tijdens ‘De Maandagen’ van Toneelgroep Amsterdam.
De theatrale eilandengroep op planeet Polen
De historische gebeurtenissen van 1989, die niet alleen in politieke zin verstrekkende gevolgen hadden, liggen reeds meer dan tien jaar achter ons. De verandering van het systeem en de terugkeer van democratische vrijheden moeten ook gevolgen hebben gehad voor het theater. Het theater - een levende kunstvorm die enkel in het hier en nu plaats vindt - resoneerde steeds sterk met of was in harmonie met de extratheatrale realiteit die van nature erg nauw verbonden was met politiek. In ‘Wesele/de Huwelijksreceptie’ van Stanislaw Wyspianski observeren de Polen zichzelf, zoals in een spiegel. Ze onderzoeken hun nationale, spirituele gezondheidstoestand. Het stuk begint met de zin : “En, wat is er nieuw onder de zon op politiek vlak?” Voor 1989 was het Pools theater vaak een plaats van weerstand, een plek waar men vocht voor het behoud van een eigen identiteit en voor spirituele vrijheid. Toen met de val van het communisme in 1989 de grote vrijheidsdroom ineens in vervulling ging, verloor het theater onverwacht zijn richting. Het verloor zijn geprivilegieerde positie als plaats waar mensen openlijk of door middel van een complex symbolensysteem de waarheid konden zeggen en elkaar konden aanmoedigen om mee te vechten voor het einde van censuur en voor vrijheid van denken. Een plek ook waar mensen democratie en soevereiniteit konden eisen. De waarheid was nu schijnbaar ook op straat te vinden en niemand verwachtte dat het theater een politieke missie had. Bovendien kwam er samen met democratie een vrije markteconomie. Ook het culturele leven - en dus ook het theater - werden nu onderworpen aan de wetten van de markt en dit was erg moeilijk in tijden van een globaal tekort aan geld,
aan subsidies en bij gebrek aan een traditie van private steun. Het werd dus van levensbelang dat het theater zichzelf herdefinieerde, dat het nieuwe taken en nieuwe verantwoordelijkheden voor zichzelf uittekende die de publieksvlucht uit de theaters zou tegenhouden. Begin jaren negentig was een moeilijke periode voor het theater. Alles leek aantrekkelijker dan theater. Het leven was boeiend en bood een overvloed aan mogelijkheden. De traditionele kracht van het Poolse theater, erg geworteld in de negentiende-eeuwse romantiek, kwijnde weg. Het leek erop dat het paradigma veranderd was. Maar als het romantisch paradigma voorbij was, wat was er dan precies begonnen? Welke theatrale stijl of conventie nam het over? Het theater had niet veel tijd. Het geraakte snel verdeeld over de te volgen principes. Sommige theaterhuizen (het repertoiretheater dat gebaseerd is op vaste groepen van acteurs is nog steeds dominant in Polen) gaven toe aan de druk van de vrije markt. Ze gaven hun hoge artistieke ambities op en boden hun publiek gemakkelijk entertainment - soms goed voorbereid, soms gemakkelijk en pretentieus. Nochtans verliet niet iedereen het artistieke pad; sommigen bleven bereid om de grootste risico’s te nemen en kozen niet voor een warme en comfortabele plaats in de nieuwe wereld. Vandaag zien we dat diegenen die doorgezet hebben, triomferen. Zo ziet de Poolse theatrale eilandengroep er vandaag uit. Het bestaat uit vele fantastische eilandjes die samen het redelijk herkenbaar landschap beginnen te vormen van een eilandengroep. Uit: Piotr Gruszczynski, ‘The nineties in Polish “exploratory” theatre’, www.polishculture.org.uk (vertaling Leen Driesen)
© Christ Van der Burght
“Even labyrintisch als onverwacht” Andrew Bovell over ‘Droomsporen’
‘Droomsporen’ (oorspronkelijke titel: ‘Speaking in Tongues’) werd in 1996 geschreven, maar zijn genese ligt in vroegere vormexperimenten. Het begon in 1992. Toen gaf de Five Dollar Company, een theatergroep uit Melbourne, mij de opdracht om een kort stuk te schrijven in het kader van een reeks stukken getiteld ‘Suitcases in a Thousand Room Hotel’. Het uiteindelijke stuk, ‘Like Whiskey on the Breath of a Drunk you Love’, maakte gebruik van verschillende theatertechnieken zoals gesplitste scènes en simultane dialoog. Alhoewel het een ironische benadering was van het verleidingsspel en de valkuilen van het huwelijk, voelde ik toch dat er iets fundamenteler aan de hand was. De vier personages (twee getrouwde koppels: Leon en Sonja en Jane en Pete) deelden een onbestemd verlangen dat ik niet probeerde expliciet te maken. Ik liet het niet aan de oppervlakte komen, met als achterliggend idee dat ik het ergens onderweg wel verder zou exploreren. Wat later kreeg ik de opdracht van een ander gezelschap uit Melbourne om een nieuw kort stuk te schrijven. Het stuk, ‘Distant Lights from Dark Places’, werd voor het eerst in 1994 in La Mama in Melbourne opgevoerd. Het onderzoekt een ketting van verwantschappen tussen vier geïsoleerde figuren, Valerie, Sarah, Nick en Neil. Alhoewel het een donkerder en gesofistikeerder stuk is dan ‘Whiskey’, maakt het ook gebruik van parallelle verhaallijnen, opgesplitste scènes en simultane dialoog. Ik experimenteerde ook met gefragmenteerde taal en creëerde een soort van gedeeld droomlandschap tussen de vier karakters. (Later adapteerde ik het stuk voor de radio en het won de gouden medaille voor drama
op het New York Radio and Television Festival in 1997). In deze vroege stukken experimenteerde ik met formele ideeën die mijn werk verder dan het naturalisme zouden brengen en die op die manier de vorm van het menselijk ervaren zouden onthullen zoals ik die zag. Dankzij mijn samenwerking met Ros Horin en the Griffin Theatre Company in Sydney kon ik deze ideeën consolideren. Ros regisseerde ‘Whiskey’ bij het Stabels Theatre in 1992. Een beetje later stelde ze mij voor om een seizoen ‘Whiskey’ en ‘Distant Lights’ te spelen en om er nog een derde nieuw stuk aan toe te voegen. Als alternatief stelde ik voor om een lang stuk te schrijven dat de twee verenigde. Het idee voor ‘Droomsporen’ was geboren. Oppervlakkig gezien hadden de twee weinig gemeen. Stilistisch zijn ze verschillend en hun toon is helemaal anders, maar de karakters van beide stukken delen hetzelfde vaag gevoel van verlangen. Ze waren allen op zoek naar een verklaring in hun emotionele leven. Ik besliste vanaf het begin om de verschillen te behouden, omdat ik geloofde dat dit een onverwachte en verrassende dramatische structuur kon opleveren. Ik ging eerst terug naar Leon, Sonja, Jane en Pete. ‘Whiskey’ - of een versie ervan - maakte de eerste twee scènes van ‘Droomsporen’ uit. Vervolgens volgde ik hun levens over de strenge parameters van het originele stuk heen. Ik kon nu effectief de consequenties van wat plaats gevonden had ontdekken. Ik kon het onderhuidse verlangen uit Whiskey verder uitwerken. Ik gebruikte de theatrale hoogmoed waarin elk karakter de anderen kan ontmoeten als een structureel principe. Zo kreeg het stuk een bevredigende voltooiing.
‘Distant Lights’ bleef bijna onveranderd en maakt het centrale deel uit van ‘Droomsporen’. De uitdaging bestond er nu in om het verband tussen de twee stukken explicieter te maken. Ik bereikte dit door twee karakters uit ‘Whiskey’ (Leon en Jane) getuige te laten zijn van cruciale gebeurtenissen die gespeeld werden of waar naar verwezen werd in ‘Distant Lights’. Leon en Jane konden nu meer betekenis aan hun eigen leven geven, terwijl ik hetgeen komen moest in het drama, kon aanzetten. De levens van de acht personages zijn vanaf dit punt met elkaar gelinkt en dit gevoel van verbondenheid tussen compleet verschillende mensen komt als een sterk thema naar voor in het stuk. In de derde en laatste akte, nam ik Leon uit ‘Whiskey’ en ik zette hem in de wereld van ‘Distant Lights’. Hij speelt de politieman die het verdwijnen van Valerie onderzoekt. In het vroegere stuk werd het verhaal van Valerie verteld door middel van een serie telefoonboodschappen die ze voor haar man John achterlaat. Toen ik het aan het schrijven was vroeg ik mij vaak af hoe het moet zijn voor een man om die boodschappen te horen wanneer hij thuiskomt op de avond dat zijn vrouw verdwenen is. ‘Droomsporen’ gaf me nu de kans om het verhaal van John te vertellen. Hij werd het negende personage en leverde onverwacht de ontknoping; zijn laatste onthullingen in het stuk zijn erg verwarrend en zinderen verder en terug in het stuk na. Voor mij onthult het iets over de morele zwakheid waar we allemaal gevoelig aan zijn, gewoon door het feit dat we menselijk zijn. Dit stuk gaat over de tragische gevolgen van zulke zwakheden.
Toen ik dit stuk begon te schrijven wou ik nieuwe narratieve vormen voor het theater vinden. Ik wilde op een lateraal in plaats van op een lineair niveau werken. Ik was geboeid door de willekeurige verbanden tussen mensen en door het gegeven dat we de zin van ons eigen leven ontdekken door andere mensen te ontmoeten. Ik werd beïnvloed door multinarratieve vormen die ik in films van Robert Altman en later ook in films zoals ‘Happiness’ van Todd Solondz en in ‘Magnolia’ van Paul Thomas Anderson terugvond. Ik geraakte meer en meer ontevreden over verhalen die de reis van één protagonist volgden en over theater dat binnen één enkele stilistische vorm bleef. Ik was erg hongerig naar verhaal en was niet langer voldaan met een enkelvoudig gezichtspunt. Ik zocht naar werk dat probeerde om de menselijke ervaring op een bredere manier te dekken. ‘Droomsporen’ is een emotioneel labyrint. Het lijkt op een strak geweven stuk stof: neem willekeurig twee draden, volg ze en je zal op compleet verschillende plaatsen uitkomen. Ik vond dat deze vorm mij toeliet om de wereld waarin we leven te begrijpen op een manier die met de oorzaakgevolg regel van het naturalisme niet mogelijk is. Maar bovenal wilde ik een aangrijpend en obsederend verhaal vertellen over de menselijke feilbaarheid. ‘Droomsporen’ ging in 1996 in première in het Stables Theatre in Sydney. Alvorens het zijn weg vond naar regisseur Mark Clemants in Engeland ging het in 1998 op een nationale tournee. Iedereen die in het Engels schrijft hoopt dat zijn werk zijn weg vindt naar andere culturen. Maar Australië is ver van Europa en Amerika. Het is erg moeilijk om contact
te leggen over zo’n grote afstanden heen. Ik sta erg bij Mark in het krijt dat hij het stuk eerst in Engeland bracht en daarna in New York. Ik had nooit gedacht dat mijn werk daar ooit te zien zou zijn. De City heeft altijd een plek gehad in mijn verbeelding, zoals bij zoveel schrijvers. Het gedacht alleen al om naar New York te komen, vervult me met een vernieuwde energie. Uit: Andrew Bovell, ‘Into the Dark’, www.roundabouttheatre.org (vertaling Leen Driesen)
© Christ Van der Burght
Krzysztof Warlikowski
Krzysztof Warlikowski werd in 1962 geboren in Szczecin, Polen. Hij studeerde geschiedenis en filosofie aan de Jagellonia Universiteit in Krakow, en bracht drie jaar door in Parijs aan de Ecole Pratique des Hautes Etudes van de Sorbonne. Hij begon zijn regieopleiding in 1989 aan de Theater Academie in Krakow waar hij zijn eerste voorstellingen regisseerde, ‘Witte Nachten’ van Dostojevski en ‘Autoda-fe’ van Elias Canetti in 1992. Stukken van Shakespeare, Griekse tragedies en stukken van Koltès, Kafka en Proust volgden. Krzysztof Warlikowski is een van de meest belangwekkende regisseurs van dit moment. In 2001 bracht hij een zinderende versie van Euripides’ ‘Bacchanten’ en in 2002 ‘Hamlet’, waarin hij aandacht besteedde aan de man-vrouw verhoudingen. Veel indruk maakte zijn enscenering van ‘Cleansed’ van Sarah Kane. Hierin kwam het intense verlangen naar liefde ter sprake. ‘Hamlet’ en ‘Cleansed’ stonden op verschillende podia van Europese theaterfestivals. De voorstellingen van Warlikowski zijn introvert en emotioneel. Zij wekken een suggestie op die het publiek raakt. Warlikowski ziet theater als een collectieve ervaring; acteurs inspireren het publiek en het publiek inspireert de acteurs. ‘Droomsporen’ inspireerde Krzysztof Warlikowski door de structuur van het stuk; het einde dat al in het begin van het stuk vorm krijgt, de vragen met mogelijke antwoorden, de zoektocht naar liefde en de donkere kant van de schijnbare alledaagse karakters uit alle lagen van de bevolking. In Amsterdam zoekt hij de vervreemding in het dagelijks leven.
Andrew Bovell De Australische auteur Andrew Bovell schrijft niet alleen toneel maar ook filmscenario’s. ‘Droomsporen’ is een toneelstuk met filmische sfeer. Het stuk schept een emotioneel landschap waarin individuen de leegte proberen te bestrijden. Als in een film worden tijd en toeval gemanipuleerd. Mysterieuze gebeurtenissen benadrukken het gevoel van een verloren generatie. Bovell’s stukken worden vooral gespeeld in Angelsaksische landen. Voor ‘Droomsporen’ (‘Speaking in Tongues’) kreeg hij de AWGIE award, de Australische prijs voor het beste toneelstuk. Andere stukken van Bovell zijn ‘After Dinner’ (1989), ‘Strictly Ballroom’ (1992), ‘Scenes from a Separation’ (1995) en ‘Who´s afraid of the working class’ (1999). Voor ‘Lantana’, de filmadaptatie van ‘Droomsporen’, kreeg Bovell een prijs voor het beste scenario. Het is voor het eerst dat een toneelstuk van zijn hand bij ons wordt opgevoerd.