Kroonlijsten van de Côte Tussen Nice en Menton lopen drie bijzondere kustwegen op verschillende hoogtes van oost naar west en weer terug. Deze corniches wedijveren om de gunst van de bezoeker, maar wie de tijd heeft en niet geplaagd wordt door hoogtevrees, neemt ze gewoon alle drie. Een oogstrelend drieluik van fenomenale vergezichten, onmogelijk gelegen dorpen en frivole kustplaatsen.
• Zicht op Monaco vanaf de Corniche Moyenne.
D
e benaming corniche is afgeleid van het Franse woord voor kroonlijst; de sierlijke horizontale dakrand van een gebouw. De streek tussen Nice en Menton kent niet één, maar drie van zulke lijsten. De corniches liggen boven elkaar en bieden elk een verschillend programma. Er is de Corniche Inférieure, die de dorpen langs de azuurblauwe Mediterranée aaneenrijgt en die u in het hoogseizoen misschien beter kunt mijden. Deze ‘laagste’ corniche loopt door mondaine kustplaatsen als Villefranche-sur-Mer, Beaulieu en Cap d’Ail; geliefde bestemmingen voor biljonairs, zonaanbidders en luxezoekers. Een niveau hoger loopt de Corniche Moyenne,
Grande Corniche
De Grande Corniche loopt langs de Via Aurelia, die de Romeinse legionairs toegang bood tot het westen. In 1795 sloeg Napoleon terug door in tegenover gestelde richting een nieuwe weg aan te leggen, waarover zijn troepen ten strijde trokken tegen de Italianen. Nou ja, weg... die kwam er eigenlijk pas vele jaren later, toen Napoleons veredelde voetpad evolueerde tot een spectaculaire kustweg tussen water en lucht. Het is hier dat we aan ons drieluik beginnen, van oost (Menton) naar west (Nice), over een afstand van zo’n dertig kilometer.
Roquebrune-Cap-Martin
Ten westen van Menton loopt de weg al snel omhoog, in de richting van Roquebrune-Cap-Martin. Dit is de opmaat voor de ‘Grote Corniche’, die pas echt begint voorbij Roquebrune. Het dorp strekt zich uit over een hoogteverschil van 300 meter, van de zee tot aan de voet van de burcht. Het chateau uit 970 biedt een van de mooiste vergezichten op de Côte
92 LEVEN IN FRANKRIJK
die bijna een eeuw geleden werd aangelegd om de toen al populaire kustweg te ontlasten en waar Grace Kelly, de prinses van Monaco, in 1983 een tragische dood stierf. Deze middelste corniche staat garant voor een reeks fraaie vergezichten en biedt bovendien toegang tot het prachtige bergdorp Èze. Maar de mooiste ‘kroonlijst’ is toch wel de Grande Corniche, voor kaartlezers de D2564. Deze route figureerde al in menige film en (auto)reclame. Zo gebruikte Hitchcock de Grande Corniche voor zijn film To Catch a Thief, met ook toen een hoofdrol voor Grace Kelly, en wordt onze eigen Famke Janssen hier in de openingsscene van GoldenEye achterna g ezeten door James Bond (Pierce Brosnan) in zijn Aston Martin DB5.
d’Azur. In de verte zijn nog net de torenflats van Monaco zichtbaar. Een tip: begin niet meteen met fotograferen zodra u een voet in de ruïne hebt gezet. De vesting kent diverse niveaus en het uitzicht wordt trap na trap spectaculairder. Nog een tip: beloon uzelf na de klim met een quiche of een aardbeien sorbet op het terras van Fraise et Chocolat, aan de voet van het kasteel. Restaurant La Grotte Italiaans restaurant dat verstopt zit in de rotsachtige ‘sokkel’ van het kasteel. Pal onder de burcht dus en schuin tegenover Fraise et Chocolat. Met een sfeervol terras, lekkere pizza’s en antipasti. Place de 2 Frères, Roquebrune-Cap-Martin, tel. +33 (0)4 93350004.
La Turbie
Na Roquebrune-Cap-Martin gaat de tocht verder in de richting van Nice. Enkele kilometers en een tweetal fotostops later rijden we La Turbie binnen,
het enige dorp van betekenis langs de Grande Corniche. En wat voor dorp! Hoog boven alles uit torent de Trophée d’Auguste, een indrukwekkend Romeins monument dat ruim tweeduizend jaar geleden werd neergezet als herinnering aan keizer Augustus’ bloederige opmars. Aan de voet ervan ligt een lieflijke dorpskern met smalle straten, verscholen pleinen en bloemrijke huizen. La Turbie is een betoverende mix van middeleeuwse, klassieke en barokke architectuur. Hier zette het flirtende stel Grace Kelly en Cary Grant hun Rover P5 aan de kant in Hitchcocks To Catch a Thief uit 1955; ruim een kwart eeuw voordat Kelly als prinses Gracia van Monaco ter hoogte van La Turbie de controle over haar Rover 3500 zou verliezen, naar verluidt als gevolg van een beroerte. De gevolgen zijn bekend: de prinses stortte samen met haar toen zeventienjarige dochter Stéphanie in een metersdiep ravijn en liet daarbij het leven. Haar dochter kwam er met wat lichte verwondingen een stuk gelukkiger vanaf.
Corniche Moyenne
Het mooiste uitzicht op La Turbie hebt u als u de D2564 vervolgt richting Nice. Terwijl het hooggelegen dorp langzaam uit zicht verdwijnt, doemt voor ons alweer de Col d’Èze op (531 meter). Dit zijn de laatste kronkelende kilometers van de Grande Corniche, die voorbij de Col afdaalt richting Nice. De Col d’Èze (een regelmatige passant in de wielerkoers ParijsNice) beloont ons nog eenmaal op een bijzonder panorama, ditmaal van de stad Nice, de kust en de besneeuwde alpentoppen in het noorden. Hierna zetten we de afdaling in, tot we op het punt staan Nice binnen te rijden. Zover laten we het echter niet komen, omdat we de borden richting Èze volgen, onze eerste stop langs de D6007. Deze route staat hier ook wel bekend als de Corniche Moyenne.
Linkerpagina, met de klok mee: La Turbie; de citroenen van Menton; zicht vanaf Château Eza in Èze Village. Deze pagina, met de klok mee: Roquebrune-CapMartin; Le Troubadour in Èze Village; strand Èze Village van Beaulieu-sur-Mer; Èze kondigde zich al aan toen we nog een corniche het oude centrum van hoger reden en we voor een uitzicht op de Côte over > La Turbie. dit bijna onmogelijk gelegen dorp moesten turen.
LEVEN IN FRANKRIJK 93
Maakte deze aanblik al nieuwsgierig naar Èze Village (er is ook een Èze-sur-Mer), die nieuwsgierigheid wordt alleen maar groter als we over het viaduct het dorp binnenrijden. Met de bouw van het viaduct kort voor de Eerste Wereldoorlog was de Corniche Moyenne voltooid. De brug over de kloof van Gaffinel heeft als bijnaam ‘Duivelsbrug’. Volgens een legende zou het viaduct gebouwd zijn door een duivel, in ruil voor de ziel van zijn eerste passant. Voorbij de brug parkeren we onze auto en lopen we verder omhoog. Èze meet op zijn hoogste punt 450 meter. Dan sta je al in de prachtige tuin van het kasteel, waar je simpelweg niet weet waar je je camera op moet richten: op de tientallen verschillende soorten cactussen, de een nog mooier dan de ander, of de klassieke beelden die zich verdekt opstellen tussen de planten. Naar de spectaculaire kustlijn of de daken van het middeleeuwse dorp. Èze Village is niet alleen een van de oudste dorpen aan de Côte d’Azur, het is ook een van de allermooiste. De klim naar het kasteel en Le Jardin d’Èze is een onvergetelijke ervaring. Je loopt door een labyrint
94 LEVEN IN FRANKRIJK
Volgens de legende zou de brug over de kloof van Gaffinel zijn gebouwd door een duivel, in ruil voor de ziel van zijn eerste passant van middeleeuwse doorgangen, langs antiekwinkels, kunstgalerieën en kleurrijke terrassen, om vervolgens aan te komen bij de ingang van de ruïne en zijn tuin vol met cactussen, die je gezien móét hebben, al is het maar vanwege het uitzicht, dat nergens mooier is dan hier. Restaurant Le Troubadour De oude dorpskern van Èze telt een aantal uitstekende restaurants. Sommige, zoals Château Eza en Le Chèvre d’Or maken deel uit van het luxe kasteelhotel en bieden maaltijden op sterrenniveau. Een leuk en betaalbaar alternatief is Le Troubadour, een charmante bistro met Provençaals-Italiaanse keuken. Op de kaart staan heerlijke gerechten als eendenborst met truffel en een millefeuille van slakjes. > 4, rue du Brec, Èze Village, tel. +33 (0)4 93411903.
Linkerpagina: de boulevard van Beaulieusur-Mer. Deze pagina, met de klok mee: fort bij Menton; zicht vanaf de cactustuin in Èze; atelier in kunstenaarsdorp Èze Village; de ‘Duivelsbrug’; straatje met atelier in Èze.
LEVEN IN FRANKRIJK 95
Corniche Inférieure
Na Èze Village zetten we koers richting Menton. Onderweg worden we niet voor het eerst vandaag getrakteerd op de mooiste vergezichten, zo kijken we bijvoorbeeld uit op de hoogbouw van Monaco en de stranden van het ernaast gelegen Cap d’Ail. Voorbij Roquebrune-Cap-Martin dalen we af richting Menton, de laatste stad voor de Italiaanse grens, waar we de middelste corniche verlaten voor een rit in tegenovergestelde richting, langs de kust en over de Corniche Inférieure (N98).
Menton
De meest fotogenieke stad van alle aan de Côte d’Azur gelegen steden laat zich het best fotograferen vanaf de kade tussen haven en zee. Hier is goed te zien hoe de pastelkleurige huizen opeengestapeld langs de flanken van een heuvel liggen. Nergens anders is het cliché ‘schilderachtig’ meer van toepas sing dan hier. Het is moeilijk om níét vrolijk te worden van de kleuren van Menton, die fel oplichten onder de zon en weerspiegeld worden in het water. Hoewel alle
kleuren ruim vertegenwoordigd zijn, speelt geel een absolute hoofdrol. Hoe kan het ook anders; Menton is de stad van de citroenen en wordt in het achterland omringd door citrusboomgaarden. Menton is ook de meest Italiaanse stad van Frankrijk, waar de voertaal eerder Italiaans dan Frans is. Voor de Tweede Wereldoorlog was dit het toevluchtsoord van de beau monde, maar tegenwoordig trekken de allerrijksten liever naar Nice, Monaco of Saint-Tropez. Daardoor heeft het 17de-eeuwse dorp weer iets van zijn oude charme teruggekregen, die mooi samengaat met de nog tastbare grandeur van weleer. Gebleven zijn de fraaie tuinen, het Palais Carnolès, de fin-de-sièclehotels, het casino en de promenade. Maar Menton is op zijn mooist in het oude centrum vol trappen, stegen, pleinen, barokkerken en die hoge huizen in hun opvallende pasteltinten. Restaurant La Belle Escale Prima restaurant met een ruime keuze uit schaal- en schelpdieren en (volgens de inwoners van Menton) de lekkerste pizza’s ten oosten van Nice. Zelfs Italianen
trekken regelmatig de grens over voor een maaltijd in La Belle Escala. 25, quai Bonaparte, Menton, tel. +33 (0)4 92073914.
Cap d’Ail
Het overschatte Monaco passeren we ten faveure van de kustplaatsen die meer westelijk liggen, om te beginnen met Cap d’Ail. Na de drukte van Monte Carlo (waar het zicht belemmerd wordt door tunnels en torenflats) komt de relatieve rust van Cap d’Ail als geroepen. Het dorp is een soort chique buitenwijk van Monaco, met veel exclusieve modezaken en overwoekerde tuinen. Plage Mala is een van de mooiste stranden aan de kust. De halvemaanvormige baai met zijn witte strand en azuurblauwe water ligt ingeklemd tussen de begroeide rotsen en is alleen via een steil voetpad bereikbaar.
Beaulieu-sur-Mer
Nergens anders aan de Rivièra loopt de temperatuur zo hoog op als in Beaulieu-sur-Mer, waar de omrin gende heuvels voor een broeierig klimaat zorgen. Voor enige verkoeling ben je al snel aangewezen op het
96 LEVEN IN FRANKRIJK
fraaie stadsstrand ten westen van de haven, of op de schaduw van de hoge palmbomen in het aangrenzende park. De vele belle-époquevilla’s verraden de voormalige status van Beaulieu, dat net als Menton een verleden heeft van koninlijke bezoekers. Onder andere keizerin Sissi van Oostenrijk-Hongarije bracht hier haar vakanties door. Beaulieu’s grootste beziens waardigheid is de Griekse villa van Kérylos, op de punt van een uitstekende rots. Het meest tot de verbeelding spreekt het klassieke interieur met zijn mozaïekwanden en vloeren van marmer, bronzen beelden, pilaren en fresco’s.
Cap Ferrat
Kapitale villa’s en tropische tuinen domineren deze kaap ten oosten van Nice. Met als voornaamste trekpleister Villa Ephrussi de Rothschild. Onder de vuurtoren op het meest zuidelijke puntje van Cap Ferrat leidt een wandelpad naar een indrukwekkende rotspartij, vanwaar we een mooi uitzicht hebben op de Middellandse Zee. Even later rijden we Saint-JeanCap-Ferrat binnen, waar de villa-eigenaren en de > bezoekers over zee hun jacht parkeren en een
Linkerpagina, met de klok mee: de vuurtoren van Cap Ferrat; terras aan de baai van Villefranche-sur-Mer; fonteintje in Menton; het kleurrijke Menton weerspiegeld in het water. Deze pagina, met de klok mee: doorkijkje in Menton; standbeeld in Beaulieu-sur-Mer; uitzicht op Villefranchesur-Mer.
LEVEN IN FRANKRIJK 97
Kroonlijsten van de Côte
Van boven naar beneden: eten bij restaurant L’Oursin Bleu in Villefranche-sur-Mer; uitzicht op Èze vanaf Château Eza.
vorkje prikken op een van de terrassen aan de haven. Ondanks die zichtbare weelde heerst er in het dorp een relaxte en toegankelijke sfeer die niets of niemand lijkt uit te sluiten. Restaurant La Table du Royal Dit restaurant van Hotel Royal Rivièra is deels het domein van sterrenchef Alain Parodi. Hier worden exclusieve mediterrane en Provençaalse gerechten geserveerd met een al even exclusief uitzicht op zee. 3, avenue Jean Monnet, Saint-Jean-Cap-Ferrat, tel. +33 (0)4 93763100.
Villefranche-sur-Mer
De leukste kustplaats tussen Menton en Nice is tevens het eindpunt van onze verkenning van de drie corniches. Leuk is Villefranche-sur-Mer vooral vanwege de (letterlijk) kleurrijke haven, een soort mini-uitvoering van Menton waar je de cafés en restaurants voor het uitzoeken hebt. Achter de in geel, oranje, rood en blauw geverfde huizen loop je via een doolhof van steile trapjes en nauwe straten langzaam omhoog. De overwelfde Rue Obscure uit de 13de eeuw – een straat die zijn naam alle eer
98 LEVEN IN FRANKRIJK
aandoet – bood tijdens de Tweede Wereldoorlog beschutting tegen bombardementen. Aan het eind van de haven werpt een stoere 16de-eeuwse citadel zijn schaduw over zee. Het is moeilijk voor te stellen dat deze oude vissersplaats nu de belangrijkste Franse haven voor cruiseschepen is. Daar merk je overigens weinig van. Alle moderne luxe ten spijt ademt Villefranche nog steeds de sfeer van een oude vissersplaats, waar je je direct thuisvoelt en waar we onze rondreis besluiten met een langdurig verblijf op een terras aan de haven. Restaurant L’Oursin Bleu Van alle visrestaurants in Villefranche-sur-Mer is dit een van de beste. De artistieke presentatie gaat hier eens niet ten koste van de hoeveelheid. Vooral de royale salade niçoise is onovertroffen. Binnen kijk je uit op een uitzonderlijk aquarium, buiten op de gekleurde huizen en bedrijvigheid op de kade. 1, quai Amiral Courbet, Villefranche-sur-Mer, tel. +33 (0)4 93019012.
Tekst jeroen jansen foto’s: samuel Restrepo Hernández illustraties: iris dijkers