vein van het 1 anb aan Veie
en cÏ^e^ 3e Deswedt - De Smet Lhr. lier. █████████ █████████ Dhoye █████ █████████ 9800 LJ1N4ZE █████ █████
KONTAKTBLAD Verschijnt d-.ri.emaardelijks Verantwoordelijke uitgever 4e
trimester
Herman
MAES
4e JAARGANG NR. 8 Kapellestraat 104 980:1 DLINZE november
1934 - BIJZONDE R NUM1.1ER
rel. 091/86.24.53
U T N 0 D I G I N G
U wordt vriendelijk uitgenodigd op het POEZIE-APERITIEF op zondag 25 november 1984 oin Huur in iet Museum van Deinze en Leiestreek.
Gilbert VAN VLAFNDEREN, Rik VERMEIRE en Jan STEEN (laureaat van o.a. De Gruyterwedstrijd) dragen voor ".MODERNE AUTEURS". Wij verwachten U
386.
470. BANKEN Tijdens de vakantiemaanden 1984 werden op de markt enkele banken geplaatst. Er kwam er ook een op het voetpad aar. de scheiding van het stadhuis en de woning van fotograaf Raoul Verstraeten, die nogal vaak in zijn deurgat het dagelijks doen en laten op de markt bekijkt. En wat doet nu een spuiter ? Die kleeft op die bank een notaatje "Reservé pour Raoul Verstraeten". Wie het gedaan heeft weet ik niet; hoelang het briefje er gehangen heeft, weet ik ook niet. Maar ik heb het er gezien. Er is nog zin voor humor. En dat is maar goed ook. Humor kwetst nooit.
471. GROEN VLAANDEREN
In de reeks van het Davidsfonds is een boek verschenen "Groen Vlaanderen", van de Deinzenaar Karel De Waele, bekend als zeer actief lid van de Wielewaal te Deznze ... en ver daarbuiten. We bevelen dit boek aan voor onze "Deinzenarijen", en omdat "doen voor groen" ons nauw aan het hart ligt. Het boek werd op de Boekenbeurs te Antwerpen gepresenteerd. liet is in de Deinse boekwinkels te koop.
472. LIEVEN PAUWELS In 1936 richtte K.O.K. een tentoonstelling in van affiches. Samensteller van de tentoonstelling was Hugo Van den Abeele. Die tentoonstelling had veel bezoekers en ruime weerklank in de dag- en weekbladpers. Richard Minne (waarschijnlijk hij ~ in een niet ondertekende nota) schreef erover in Vooruit. Hij schreef zelfs een aparte nota over het bezoekersboel, dat ter ondertekening op een tafel lag. Hij schreef over de meer dan 1.100 handtekeningen daarin, over de namen t'Kint de Roodenbeke, over de naam d'Alcantara "met nog een staart eraan", Gust De Smet, Malfalt, George Minne, Johan Fabricius e.a. Maar êén naam was hem bijzonder opgevallen in dat boek Lieven Pauwels, de naam waarbij Hugo had toegevoegd "oud 6 jaar". De enige naam in de 1.100 door Hugo van elan commentaar voorzien. Lieven Pauwels is de zoon van René. René is de broer van Armand, Leon en Fernand Pauwels; Fernand Pauwels, gehuwd met de zuster van Joris Van Seve:yen, is de vader van notaris Rudy Pauwels. Fernand Pauwels is de dichter met pseudoniem Marnix Van Gavere. Armand, Leon René, Fernand zijn de zoons van Alfons Pauwels-Seeuws. Fernand Pauwels studeerde in 1917-1918 aan de toen vernederlandste Gentse universiteit, wat de rest vanjn leven sterk bepaalde. Hij behoorde tot onze gave-gavere dichters. Hij was jarenlang ondervoorzitter van K.O.K.
387.
473. NACHTERGAELE Ter correctie van nota 430 onderaan blz. 363 moeten we noteren dat Leo Nachtergaele in de Kortrijkstraat woonde; in de Guido Gezellelaan woonde Jules Nachtergaele. Deze correctie werd ons door eer. paar aandachtige lezers gesignaleerd; waarvoor onze dank aan Mevr. G. Janssens, de heer De Backer (Dei.nzenaar die nu in De Pinte woont) en de heer Demeyer uit Waasmunster.
UITNODIGING
Sparrenhove te Eke nodigt ons uit tot het bijwonen van een Weense Avond, een opera- en belcantoconcert op zaterdag 17 november 1984 om 20 uur in de zaal Palace, Markt te Deinze met sopraan Jacqueline van Quaille, bariton Jean Segani, beiden verbonden aan de B.R.T. en aan de opera van Vlaanderen en tenor Willy Pulinx van de Opera du Nord (Fr.) die ook de algemene leiding heeft.
Toegang 250 F.
TENTOONSTELLING IN MUSEUM VAN DE VLAAMSE STRIJD TE BELLEM Van het gemeentebestuur van Aalter kreeg de K.O.K. een uitnodiging tot het bezoeken van het museum te Bellem voor een tentoonstelling tussen 20 oktober en 6 januari. Historisch Museum van deVlaanw Strijd Museumstraat 103, 9881 Aalter/Bellem - tel. 091/74.34.99. "Prof. J.F.J. Herem ans Vlaanderen".
1825-1884 pionier van het moedertaalonderwijs in
In het Historisch Museum van de Vlaamse Strijd te Aalter/Bellem is een zeer innemende tentoonstelling van documenten, boeken, foto's en brieven te zien, die betrekking hebben op de figuur van J.F.J. Heremans.
Heremans stond ondermeer aan de oorsprong van de studentenvereniging "t zal wel gaan", was actief lid van het Willenmsfonds en één van de eerste liberale schepenen van onderwijs te Gerit. Hij kenmerkt het begin van de Vlaamse aanwezigheid in het begin van het moedertaalonderwijs in België, op universitair en middelbaar niveau. Hij was eei.Qvertuigd liberaal en een overtuigd Vlaming, twee overtuigingen die 100 jaaSí^ro om;rerenigbaar waren dat hij zich verplicht zag zijn politieke loopbaan vroegtijdig af te bi.tken. Een ontgoochelde en verbitterde Heremans maakte het zijn latere biograiieschrijvers extra moeilijk door aan zijn vrouw op te dragen zijn privéarchiei te verbranden. Toch kan 11 de vele aspecten aan de figuur verbonden -wat hij op politiek vlak heeft trachten te doen, hoe voortreffelijk zijn bibliotheek was samengest_e!d, zijn brieven, zijn omgang met tijdgenoten, de grote familie van het
388.
19e eeuws flamingantisme-, in kijkkasten en op panelen aflezen in het Historisch Museum van de.Vlaamse Strijd te Aaleer /Be?lem tot 6 januari 1985. De tentoonstelling is georganiseerd in samenwerking met het archief van de Rijksuniversiteit Gent. Er is ook gezorgd voor schitterende beknopte biografie. "Prof.J.F.J. Heremans , pionier van het moedertaalonderwijs" is een vlot geschreven en ongewoon interessante biografie (84 blz.; 160 F; geillustreerd).
Openingsuren : werkdagen van 10 tot 12.15 u. en van 13.30 tot 17.15 u. zaterdag, zondag : van 13.30 u. tot 17.15 u. gesloten op maandag en wettelijke feestdagen (tenzij op afspraak).
474. 1984 - EEN JAAR LANG OVER WILLEM VAN ORANJE
Willem van Oranje en de vrouwen Sedert de T.V. reeks Willem van Oranje, zijn de vrouwen rond Willem in de belangstelling gekomen. Daar is eerst Juliana van Stolberg, zijn moeder, zij had in twee huwelijken 16 kinderen. Willem is de oudste uit haar 2e huwelijk, dat met Willem de Ryke (rijk aan kinderen, niet aan geld) van NassauDillenburg. En dan zijn echtgenoten; Willem van Oranje huwde viermaal 1. In 1551 met Anna van Buren en dat op wens van haar vader en door bemiddeling van Karel V en Maria van Hongarije. Uit dit huwelijk kwamen drie kinderen . een meisje dat na een jaar stierf, dan in 1554 Filips-Willem, die in 1568 uit Leuven (waar hij normaliter immuniteit genoot) werd gedeporteerd nar Spanje en zijn vader nooit meer terugzag; er kwam in 1556 nog een dochter Maria. Maar in 1558 stierf Anna van Buren (die in 1533 geboren werd). 2. In 1561 hertrouwde Willem. Zijn tweede echtgenote was Anna van Saksen die hem vijf kinderen schonk waarvan er twee vroeg stierven (o.a. een Maurits, getoren 1564 gestorven 1566 - het volgende kind werd ook een Maurits, die zou later een grote rol spelen). Anna van Saksen werd cok moeder van een dochter die Willem niet als zijn kind erkende. Het was een kind va;i Jan Rubens, de vader van Pieter Pauwel. 3. In 1575 huwde Willem Charlotte van Bourbon die hem zes dochters gaf waarvan enkele toch wel een opvallende naam kregen : na een Louisa-Juliana en een Elisabeth, was e: een Catharina Belgica (1), een Charlotte Flandrina, een Charlotte Brabantina en een Emilia Antwerpiana. In 1582 stierf Charlotte van Bourbon. Alle dochters overleefden haar 50 jaar en meer. 4. In 1583 huwde Willem Louisa de Coligu: (2) die hem slechts een zoon schonk, Frederik Hendrik, die lat,:- een grote rol speelde. Willem huwde hal, 13 april 1583 maar op 10 juli 1584 werd hij vermoord, zij leefde tot 1620 - ze was 22 jaar jonger dan Willem (ze was reeds weduwe , haar eerste echtgenoot werd in 1572 in de sart-;;^^,n^usna^l, r verr~nord),
389.
Tussen zijn eerste en zijn tweede huwelijk had Willem een zoon uit een verhouding met Eva Ellin s : Justinus , geboren in 1559; hij erkende dit
-
kind. Willem had dus in zijn vier huwelijken 15 kinderen ( waarvan er drie vroeg stierven ). Hij had een buitenechtelijk kind , en zijn tweede vrouw had daarenboven nog een kind dat niet van hem was. De vier huwelijken waren "berekende " huwelijken . Toch was hij driemaal gelukkig getrouwd . Alleen met Anna van Saksen werd het huwelijk een last. Zijn derde en vooral zijn vierde vrouw schijnen hun taak als moeder en
als stiefmoeder uitstekend te hebben vervuld. Vooral voor Louisa de Coligny, die na amper een jaar huwelijk weduwe werd met twaalf kinderen , werd dit een zware taak. Zij was toen amper 29 jaar oud. Willems moeder die pas in 1580 overleed (74 jaar oud, wat toen zeer oud was) is hem altijs een sterke morele steun geweest - ook als drie broers sneuvelden in zijn strijd. (1) Belgica betekende toen de hele Nederlanden vgl. de kaarten van de Nederlanden in de vorm van de Leo Bícus. Ik lig met een gravure (de foto ervan 1) voor mij van Abraham de Bruyn, uit de 16e eeuw, waarop een edelman te paard. Er staat bij geschreven " ein edler Furst inn Niderlant - Princeps sive Dominus BelPa".
(2) Haar vader Gaspard de Coligny werd in de Bartolemeusnacht van. 1572 te Parijs vermoord als hugenoot. Hij was de leider der Hugenoten. Een zwarte moordbladzijde in de Franse en in de Ka`holïeke geschiedenis duizenden hugenoten werden vermoord.
(voor deze gegevens steunden wij ons op een bijdrage van Mevr. De RidderSimoens in Spiegel Historiaal)
Vader Willem Senior had twee kinderen uit zijn eerste huwelijk . Moeder had vier kinderen uit haar eerste huwelijk. Uit hun beider huwelijk werd in 1533 Willem de Zwje .: geboren als oudste kind ; er volgden nog vier zoons en zeven dochters (drie van die zoons sneuvelden). Er waren dus 2 + 4 + 12 = 18 kinderen in dat gezin ( een stierf zeer vroeg) van Willem van Nassau ( S,anior), Willem var. Oranje ' s vader.
Willem van Oranje had er zelf 15. Toen zijn moeder stierf in 1580 had ze 168 kleinkinderen.
In onze stadsbibliotheek is er een mooi werk, geschreven door een Engelse historica Dr. C.V. Wedjood " Willem De Zwijger, Vader des Vaderlands", dat we ter lezing sterk kunne n aanbevelen . Het is niet onderhevig aan vaderlandse" gevoelens noch aan gelegenheids - loftrompet , maar door een buitenlander, op voldoende afstand beoordelend.
390.
475. VAN OJDE DEINZENA-ARS DI E "OP DE VUIST CINvGEN".
Oude baljuwsrekeningen zijn niet noodzakelijk dorre lektuur; ze bevatten tal van boeiende faits-divers, die ons een kijk geven hoe onze voorouders leefden, werkten en ... (soms ook) vochten. Hierbij een kleine bloemlezing over vechtpartijen en messenstekerij te Deinze en te Petegem, vermeld in de baljuwsr_ekeningen uit de jaren 1379-1381. We leren er de namen kennen van een paar dozijn "heet hoofden" onder onze Deinse voorouders van zes eeuwen geleden ... - Rekening van baljuw Pieter Hugaerts ti_--_--_----_ Jar. Lotin en Dierinck van den Aste sloegen elkaar "metter vuist" Jan kreeg 60 pond boete, Dierinc slechts 3 pond boete. Willem de Maech werd eveneens voor drie pond beboet omdat hij van Odonc had geslagen. Boidin wan - Rekeninz vanbaliuwOlivier vandenSteene ,Dezelfde Willem de Maech was op zijn beurt het slachtoffer van een messteek , hem toegebracht door ene Jan de Caes de -Jonge : deze bekwam een minnelijke schikking die hem 7 pond kostte. Nog messevechters dat jaar waren Willem van den Cnocke, die Gillis van der Craijen een messteek toebracht, en Jan van Olbeke de jonge die Gillis den Hond met een mes bewerkte. Het kostte hun resp. 10 en 11 pond. Stonden datzelfde jaar bovendien nog in het krijt met achterstallige boeten voor dezelfde feiten Willem van Wambeke voor 60 pond, wegens vuistslagen toegebracht aan Jan Caesman; Boudin van der Meere voor 3 pond, omdat hij het mes had getrokken tegen Pieter den Hond; Willem Poelare ee Willem Renauts, die elkaar met een mes waren te lijf gegaan : ze kregen resp. een boete van 60 pond en van 3 pond te betalen. - Rekening van baliuw_JhandePersonare Coppin Canfin kreeg 6G pond boete wegens slagen toegebracht aan Jan den Hudevettre, die pocrter was van Deinze. Jan Oolbeke (vermoedelijk de vader van Jan van Olbeke jr., hierboven vermeld ?) kwam er vanaf met drie pond boete wegens slagen en messteek, eveneens aan Jan den Hudevettre toegebracht. Tenslotte was er ook nog Casin van den Stappen die werd uitgewezen ("uitghesed"), "van dat hi den onderballiu ende Lodewijc van den Steene slouch". Dezelfde onderbaljuw had ook slagen gekregen van ene Hein de Neve. En benevens al deze Deinzenaren werden ook enkele Petegemnaren wegens gelijkaardige feiten beboet : Laurens de Cainerlinc, die Martin den Sa here met de vuist had geslagen, en Daneel van der Bauweeden, die met Gillis den Waghenare hetzelfde had gedaan,kregen beiden een boete van 3 pond. Laureins van den Cnocke kreeg eveneens 3 pond boete "omdat hij slouch Arend MesdaZhe met eenre pede" (= gepinde of met ijzer beslagen stok).
391.
Bron : Alg. Rijksarchief Brussel, Rolrekeningen nrs. 1480- 1482 (uitgegeven door Nap. De Pauw , " Rekeningen der Baljuws van Vlaanderen ", Gent, 1900, blz. 39, 41-43, 45-46). P. Huys.
476. SINT-VINCENTIUS TE DEINZE Deinze is een scholencentrum . Wij vermeldden reeds 100 jaar SintHendrikscollege en 25 j aar Atheneum. Maar ook het Sint-Vincentiuscollege vierde reeds een jubileum. De Congregatie werd hier in 1836 gesticht en begon vrijwel onmiddellijk met onderwijs : reeds in 1837. In 1922 begon de Vrije Beroepsschool , die dus in 1972 een gouden jubileum vierde. - Naar aanleiding daarvan stelde Monique Verhaeghe een fotoboek samen, met enkele verzen van Anton van Wilderode gesierd. Vele Deinzenaars -Deinzenaressen eigenlijk - moeten zich in die foto's herkennen.
Het V.T.I. dateert van 1923. De teken- en muziekschool zijn veel ouder. De Maricolen begonnen reeds in 1816. Daar is allemaal nog veel over te vertellen.
477. DEINZE , OUDER DAN JE DENKT ? Het is n iet omdat de oudste geschreven vermelding van Deinze pas uit ca. 840 na Chr . stamt dat onze stad niet ouder kan zijn. Een verwoesting door de Noormannen in 880 veronderstelt trouwens ook dat er reeds iets stond dat ze konden verwoesten. Wat heeft zich hier allemaal afgespeeld in de eeuwen daarvoor , m.a.w. was het een pas gesticht dorpje, of had het reeds een lange geschiedenis achter de rug '? Het is misschien aangewezen nog even terug te komen op de Leievondsten van zowat tien jaar geleden. Deze suggereren ondermeer dat er wel eens een Romeinse nederzetting kava geweest zijn op de oever van de Leie (late tot 3de eeuw , en mogelijks zelfs v63r-Romeins , Keltisch). De juiste plaats is niet gekend , maar misschien is de ligging van het kasteel van de graven van Vlaanderen , het latere Markiezaat , d.w.z. de plaats van het huidige postkantoor en de er achter liggende gronden ( tussen post en Leie ) hiermee in verband te brengen. In elk geval is het hele stadsdeel tussen postgebouw - Leiebrug en het college uitermate gunsti g gelegen door de natuurlijke bescherming die de Leie biedt. Ook andere elementen zoals stratenplan , oude kaarten en teksten, enz., Dat deel van de Tolpoortstraat heette vroeger laten een en ander vermoeden . Tussenbruggen. Archeologische opgr. nvingen of steekproeven zouden mogelijks veel kunnen duidelijk maken. Et zou wel eens een merkwaardige relatie kunnen bestaan tussen de Romeinse hearsers met een vestiging, de graven van Vlaanderen met hun buiLcnvezr` iijf, de Oostenrijkers met hun Markiezaat , en onze huidige burgervader (en K . O.t'..-ondervoorzitter), Roger Boerjan met zijn achtertuin.Een voorbestemdhe;d ? B.R.
392.
478. TAMBOER Eind juli liet Roger Hessel in eigen beheer een boek over Lionel Bauwens, beter bekend als Tamboer, verschijnen. Tamboer (1892 - 1974) is één van de populairste Vlaamse markt- en volkszangers geweest, vooral vóór de tweede wereldoorlog, toen dergelijke liedjesmakers nog echt nieuwsdragers waren. Zijn doorbraak, dankt hij overigens aan zijn levendige informatie over de geheimzinnige moordzaak te Beernem (1926). Marktzangers wisten de gevoelige plaats van de toehoorder te treffen ernst en luim, romantiek en realiteit, alles overgoten met de nodige pathos. Ook Tamboers repertorium omvat tal van die onderwerpen : liefde, huwelijk en overspel, mode, vrouwen, achterklap, oorlogs- en rampliederen, sportliederen ... thema's die ook in die tijd aansloegen, zodat de "vliegende blaadjes" met teksten gretig gekocht werden. Trouwens veel mensen bezitten ergens opzolder of in een kast nog een doosje of mapje met marktliedjes. Tamboer bracht ook spektakel op de markten of feesten in de streek Dèinze, Kruishoutem, Lotenhulle, Landegem, Nevele ... Wie hem wekelijks op de Deinse Markt heeft zien optreden, herinnert zich ongetwijfeld de temperamentvolle stijl van de zanger, die er vlug in slaagde het publiek te animeren, maar er ook niet voor terugschrok bepaalde (kategorieën) toehoorders uit te schelden, en soms last kreeg met de overheid. Vie van Boma, Liza 'hebt zwarte Knienen, 't Lollekenstribunaal, 't Komeerestraatje (niet van Karel Waeri, wel verwerkt door Walter De Buck) ... onvermijdelijk komen refreintjes en tekstfragmenten boven. Het werk van Roger Hessel is voor de liefhebber een ware schat met een 900 liedjes, 70 partituren, biografie en anekdotes (1). We hebben het plan opgevat om in Kontakt af en toe een liedjestekst te publiceren, die betrekking heeft op feiten of personen uit de streek. De auteur was zo vriendelijk daartoe zijn toestemming te verlenen. (1) R. Hessel. Lionel hauwens, de onvergetelijke. Tamboer. Brugge, 1984 (1181 blz.). Tony Vanhee.
479. HAPPENING 1984
BEDENKINGEN
1. Bij de vooropening waren er twee georganiseerde optredens a) een dans-ballet-optreden wat we aanbevelen omdat hierdoor jonge mensen leren bewegen en leren muziek te interpreteren b) een muzikaal optreden van het Deins Jeugdorkest, gedeeltelijk gesteund door de fanfare wat ons bevalt omdat hierbij jonge mensen creatief muziek beoefenen wat heel Iaat beter is dan de creativiteit te beperken tot het opleggen van platen of bandjes. 2. Bij de opening wareu de Rheinbachérs te gast a) een mannenkoor (dat sedert 1846 bestaat) dat met 48 mannen hier optrad (er zijn meer leden) l$ +^-'3 t ~ dit ?n n --r. koor riet te Deinze bestaat. Koorzar.4
393.
is een vorm van creatief muziek beleven. Het valt ons steeds op dat de Duitsers hun eigen volksliederen kentien heimatliederen (over de eigen streek), jagersliederen, liefdesliederen. Samenzang is er nog altijd in zwang en geliefd (in Engeland ook nog). Zingen is een volksvermaak dat bij ons -helaas- uitsterft.. Wij hebben echter toch ook nog enkele koren en ons Cantabilekoor staat zelfs op hoog, zeer hoog artistiek niveau. b) Het jeugdorkest van het Pallotti College dat uitstekend speelde, zowel moderne muziek als de in Vuitsland zo geliefde volksliederen. Welke school doet het na ! Met het jeugdorkest zijn we goed op weg. 3. 's Zondags was het jeugdorkest van Rheinbach weer op het podium met zowel moderne muziek als de typisch Duitse volksmuziek. 4. De Rheinbachers, de Duitsers in het algemeen, hebben een veel sterkere muzikale traditie dan wij. Wij hadden er een; er blijft niet veel van over. In de 16e eeuw (ook al in de 15e eeuw) gaven wij met onze Nederlandse polyfonistenscholen het voorbeeld aan heel Europa. Venetië, Florence, Rome , Wenen, Munchen, Parijs kwamen onze musici hier weghalen. Onze mensen spelen geen muziek meer : harmonieën en fanfares hebben het moeilijk. (Ook onze toneelkringen hebben het moeilijk). En maar spreken over creativiteit !!! Derhalve waardeerden we het Deinse jeugdorkest. Spijtig dat onze Briefpoort een slechte akoestiek heeft. Alhoewel daar wel wat aan te doen is. 5. De toespraak van de heer Hinnekint van de Lodewijk de Raetstichting was inhoudelijk rijk en was goed gestructureerd. De sfeer leende zich echter niet om een akademische toespraak te beluisteren - hoe goed die ook was.
De schepen van cultuur en de burgemeester waren wijs genoeg om kort te zijn. Kort en goed; of iedereen zou gaan "wandelen" zijn. 6. Ik heb de Brabanconne zelden zo mooi uitgevoerd gehoord als op die 29e september 1984 door de muzikanten van het Pallotti-college. Hun "Vlaamse Leeuw" was minder goed. Het Deutschlandlied komt uit het Keizerkwartet van Jozef Haydn, die reeds in 1803 stierf. De tekst werd op die melodie gezet in 1857 door Hofmann van Fallersleben. Het was de periode dat Duitsland ontstond als unitaire staat : het tweede Rijk onder impuls van Bismarck en Pruisen. Dat tweede rijk duurde van 1870 tot 1918 (het eerste rijk was in de Middeleeuwen). Die Hofmann von Fallersleben reisde omstreeks 1850 ook door Vlaanderen en noteerde, als eerste, een groot aantal Vlaamse volksliederen die reeds eeuwen van generatie op generatie werden overgeleverd maar nog nooit genoteerd waren : "Het waren twee coninckskinderen" en "Het Lied van Heer Halewyn" zijn daarvan de bekendste. Zelf schreef hij toen het gedicht : Vlaanderen dag en nacht denk ik aan u waar ik ook ben of vaar
gij zijt mij altijd na(ar) 7. In 1846 bestond er een Vlaams-Duits zangverbond dat in 1846 een eerste grote samenkomst van koren organiseerde te Keulen met 2.304 deelnemers 22 Duitse koren en 27 Vlaamse koren (Gent- Brussel - Antwerpen - Leuven - Brugge - Aalst - Dendermonde - Ninove etc.) In 1847 verbroederden ze te Gent; te Gent waren er toen 1.500 Duitsers (slechts voor twee dagen, niet voor vier jaar). Deze ontmoetingen stimuleerden de koorzang in Vlaanderen en in Duitsland, vooral. in de Rijmstreek. Is het mannenkoor van Rheinbach, in 1846 gesticht, er misschien een gevolg van ? (zie hierover Vlaams België sedert 1830 - Schets ener
394.
geschiedenis derVlaamse Beweging door Prof. Paul Fredericq uitgave van het Willemsfonds, 1905-1906 naar aanleiding van het 75-jarig bestaan van België). Een Deinse "Koormaatschappij" nam met 25 leden deel aan de ontmoeting te Gent (K.O.K. 1962 p. 134). 8. Die Duitse muzikale traditie, vertrekkend van de 3 Nederlandse Polyfonisten scholen na Dufay (1400-1470) Henegouwer. le school : Jan Ockeghem (1430-1495) ° Okegem bij Ninove Jacob Obrecht (1430-1505) °Bergen op Zoom e.a. 2e school Josquin des Prez (1450-1521) Henegouwen Petrus de la Rue (Pieter van der Straeten) +1518 Kasper van Weerbeeke, Oudenaarde, +1514 (1490-1552) Nic. Gombert, Brugge Jac Clemens von Papa Brugge (+1558) Adriaan Willaert (1480-1562) Cypriaan de Rore , Mechelen of Ronse (1516-1565) e.a. 3e school : Orlandus Lassus, Bergen (1532-1594) (standbeeld in Munchen) Filipe del Monte (Van den Berghe) Mechelen 1521-1603 e.a. Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) steunt Heinrich Schiltz (1585-1672), Dietrich Buxtehude (1637-1707), Johann Sebastian Bach (1685-1750) en zonen, Georg Friedrich Handel (1685-1759), Christoph Willibald Gluck (1714-1787), Jozef Haydn (1732-1809), Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), Ludwig von Beethoven (1770-1827), Karl Maria von Weber(1786-1826), Franz Schubert (1797-1828), Johan Strauss vader (1804-1849),
Felix Mendelsohn Bartholdy (1809-1847), Robert Schumann (1$10-1856), Franz Liszt (1811-1886), Richard Wagner (1813-1883), Anton Bruckner (1824-1896), Johan Strauss zoon (1825-1899), Josef Strauss (1827-1870), Johannes Brahms (1833-1897), Gustav Mahler (1860-1916), Richard Strauss (1864-1949), Max Reger (1873-1916). Daarnaast evolueerde het volkslied, over bloemetjes : Heidenróslein, Erika, Edelweiss over meisjes : Lore Annemarie over vogeltjes, over jagers en bossen, over de eigen streek, zelfs over de stad (Lippe - Detmold - 0 Strassburg) over soldatenleven enz.
480. MOLENAARS EN "MULTERRECHT" In de rekening van de Deinse baljuw Jhan (de) Personare (20 juni 1380 - 14 januari 1381) wordt de volgende ontvangst vermeld onder de "keurboeten" te Deinze , "Michiel de Witte en Jacop Beyaerd, elc ghewijst in de boete van 10 schellingen, omdat sij nulterden boven den 16. vate." Beide molenaars overtraden aldus het "multerrecht" dat hierin bestond dat zij van elke hoeveelheid meel die zij gemalen hadden, het zestiende deel (d.i. circa 6 %) voor zich mochten behouden als vergoeding in natura. Zij hadden zich dus rijkelijker bediend dan met het hun rechtmatig rccka«<eide scheploon. dat in het Graafschap Vlaanderen (en meestal
395.
ook elders) 1/16e bedroeg. In het Brugse Vrije bv. bedongen de "Costuymen" (= het gewoonterecht ) "dat de muelenaers niet meer hebben noch nemen en zullen van malene dan tzestienste deel up de boete van thien ponden parisis " ( 1). Met een boete van amper tien schellingen, d.i. een half pond, kwamen de Deinse molenaars er dus bepaald genadig van af !
Maar dank zij hun kleine pekelzonde, eigen aan de stiel ("mulders zijn dieven" ! ), kennen we toch de namen van een tweetal Deinse molenaars van zes eeuwen geleden... Bron : Alg. Rijksarchief Brussel , Rolrekening nr. 1482 ( uitgegeven door Nap. De Pauw , Gent , 1900 : Rekeningen der Baljuws van Vlaanderen, blz. 44). ( 1) Geciteerd uit Paul Bauters , " Vlaamse molens" ( Antwerpen , 1978), blz. 100. Paul Buys.
481. GEDENKSTEEN TE OLSENE Ongeveer rechtover het kasteel van Olsene, op de hoek van de Grote Steenweg en de Voordestraat , treft men een kleine zuil aan van een 2tal meter hoogte. Het middenstuk is in baksteen en het bovenste en onderste gedeelte in betonsteen . Midden in de zuil bevindt zich een kleine nis met vrouwenhoofd in kalksteen. Hetgeen aanvankelijk een memorie - of ongevallenkruis was -op de zuil bevond zich oorspronkelijk een marmeren kruis met een Christusbeeld in arduinis sinds tientallen j aren een sierstuk op private eigendom geworden. Dit ongevallenkruis werd in 1925 opgericht voor Rond Van Hoecke (1). Hij was een zeer goed gekend en gewaardeerd i emand in de streek van Deinze. Hij was o.a. ere-voorzitter van Veloclub "Deinze Sportief", oud-lid van Z.A.B. Olsene ( Bond der Opgeëisten van de oorlog 1914-18) en directeurdirigent van de muziekmaatschappij "De Leeuw van Vlaanderen" te Olsene. Renti Van Hoecke kwam om het leven door een motorongeval en wel op zaterdagavond 6 december 1924, toen rij nog ten hoogste een 500 m van zijn bestemming was, nl. de wekelijkse muziekherhaling. De juiste oorzaak van het ongeval werd niet achterhaald. Men vond de ongelukkige naast zijn erg beschadigde motor, bloedende uit mond en oren. Hij werd binnengedragen op de hofstede Beels, gelegen naast het kasteel, waar als doodsoorzaak een zware schedelbreuk werd opgegeven. Deze inlichtingen werden mij verstrekt door Georges Meersman , uit de Oliebergstraat te Olsene . Deze was toen de jongste muzikant van de muziekmaatschappij ( 16 j.) en was na korte tijd op de plaats van het ongeval. Hij wees mij ook op het volgende : "in de jaren '20 verkeerde de grote steenweg (GentKortrijk) in een allesbehalve goede staat, bonkige kasseien en een verlichting met zeer weinig effect . Wanneer men dan ook nog rekening houdt met het feit dat Van Hoecke niet meer dan 7 minuten nodig had om zijn bestemming te bereiken is volgende oorzaak niet uitgesloten : al., dat hij gewoon uitgegleden is of plotseling heeft moeten remmen voor é én of andere hindernis , waardoor de rubberen riem van zijn motorvoertuig in één der wielen terechtgekomen is; hierdoor zou hij dan over de kop gegaan zijn. Daar er geen getuigen waren kan dit echter maar bij een loutere veronderstelling blijven. Een va:;tstaarid feit is dat hij over een voor die tijd kostbaar en modern voertuig beschikte. Dit blijkt o.a. uit de erfenisaangifte, waarin te lezen staat "erge verbri'zelde motocycle" geschat 1.200 F (in 1925 !). lomen we nog eer terug op zijn verschillende functies. Benevens zijn groothandel in aardappelen, waarvoor hij regelmatig in het buitenland ver-
396.
bleef, was hij de stichter van de Velo-Club "Deinze Sportief" waarvan hij later, zoals hierboven reeds vermeld, ere-voorzitter werd. Daar hij afkomstig was van Olsene is wellicht dat ook de reden dat hij aldaar als muziekmeester fungeerde. in de lijkrede, uitgesproken. door Camiel Haeck, staat o.m. het volgende : ... Bij zijne benoeming als muziekmeester onzer maatschappij waren wij allen zeer gelukkig onder zijn geleide de lessen te mogen ontvangen. Met hem was den bloei verzekerd en fier en opgetogen stapte hij aan onze zijde, zich opofferende voor den vooruitgang onzer maatschappij, voor het welzijn van Olsene. Alle inwoners onzer gemeente , met de overheden in 't bijzonder, waardeerden zijne diensten en allen, zonder onderscheid van rang of stand, achtten en beminden hem om zijn groote steun, zijn onmisbare medewerking, om ons Olsene in eer en vroolijke stemming te behouden Ongetwijfeld heft hij zich nog het meest verdienstelijk gemaakt bij de opgeëisten van de oorlog 1914-18. Hierbij heeft zijn goede kennis van het Frans zeker een belangrijke rol gespeeld. Hierna volgt een gedeelte van de lijkrede, uitgesproken door Arthur Meheus, in naam der "Z.A.B. Olsene" "... René werd als zoovele anderen opgeëischt (2) en weggebracht naar de folterkampen van Sedan. Daar heeft hij ook het onzeglijk lijden der ongelukkigen gedeeld. Door zijn schranderheid van geest nochtans en met den vasten wil zijn arme lotgenooten het leven eenigszins te verzachten, heeft hij zich kunnen opwerken tot taalman. Als dusdanig heeft hij onverpoosd gewerkt tot verbetering van den toestand der arme weggebrachten. Veel smarten, zoowel naar lichaam als geest heeft hij gelenigd. Eerst en vooral deed hij het onmogelijke om hun genoeg voedsel te verschaffen. Zelfs zijn eigen voedsél deelde hij broederlijk met zijne makkers. Daarbij nog stond hij moedig nevens hen om door raad en daad hen bij te staan, op te beuren , te verdedigen en zoo heeft hij menig opgeëischte van den zedelijken ondergang gered ..." René Van Hoecke ligt begraven op het kerkhof van Petegem. Het is zeker te betreuren dat de gedenksteen te Olsene niet in zijn oorspronkelijke staat bewaard werd. Tenslotte wil ik nog mijn dank betuigen aan zijn dochter mevrouw A. Van Mossevelde-Van Hoecke (Simonne), op het ogenblik van het ongeval slechts 2 jaar, die mij heel wat documentatie bezorgde. W. Verleyen.
( 1) Geboren. te Olsene de 5.1.1890 en er overleden de 6.12.1924. Groothandelaar in aardappelen en uitbater van "Taverne du Cercle", Georges Martensstraat te Deinze ( zie Kontaktblad nr. 5/84). Vdór het café lag een weegbrug en daarom sprak men ook van "In den Baskuul" ( horeca ). Hij was gehuwd met Madeleine Goeteyn. (2) Voor Deinze en omgeving was dit tussen de 4 á 5.000 man, die gezamenlijk naar Gent overgebracht werden en dan per trein naar Sedan ( Fr.). Eens ir. Sedan aangekomen werden zij gesplitst in verscheidene werkkampen.
397.
482. DUUR JACHTVERMAAK : EEN "SPOREWARE" VOOR ZEVEN POND
In de rekeningen van de Deinse baljuw Jhan de Personare (lopend over de periode van 20 juni 1380 - 14 januari 1381) noteerde de baljuw-o.m. de volgende uitgave : (Betaald ) "om eenen sporeware , die ic cochte jeghen Olivier Huugs, bi den beveelne van Mijns heeren zeghele, denwelke die van Ghent mi namen, cost 7 pond 4 schellingen". Voor zijn Heer, de graaf van Vlaanderen , Lodewijk van Male , moest de baljuw dus een sperwer kopen . Deze roofvogels werden, zoals valken, voor de jacht afgericht . Ze waren, zoals uit de aankoopsom blijkt, een luxe - speelgoed voor hoge heren.
Bron : Alg. Rijksarchief Brussel , Rolrekening nr. 1482 ( uitgegeven door Nap.. De Pauw , " Baljuwsrekeningen van Vlaanderen", Gent, 1900, blz. 47). P. Huys.
483. KARNAVAL 1984 Karnaval 1984 was te Deinze aan zijn vierde uitgave - maar dan toch van de derde reeks. Ie reeks : in de middeleeuwen vastenavondfeeste met vastenavondhere en kinderbisschop (vanaf de oudst bewaarde stadsrekening 1401) 2e reeks : van 1890 tot 1914 in de 17e en 18e eeuw heb ik nog geer. sporen gevonden maar wellicht zijn ze er wel, maar werden ze nog niet ontdekt (contra reformatie in de 17e eeuw was karnaval niet gunstig) 3e reeks : 1981 begonnen (na mislukte pogingen in het interbellum en in de jaren 50/60)
1982 karnavalbal 1983 kindertekeningen 3.200 stuks op 3e karnavalbal 1984 Ie maal kinderkarnaval en 4e karnavalbal
1985 ? Het woordje "karnaval " is tot hiertoe nog niet afdoend verklaard . Er zijn vermoedens en hypothetische verklaringen over de betekenis van het woord, maar geen algemeen aanvaarde verklaring. Ook het Duitse Fassnacht en Fasching waarvan "vastenavond " waarschijnlijk een voïksetymologi . sche vervorming is, is niet verklaard. Die onwetendheid wortelt in het feit dat het feest dateert uit de tijd toen er nog niet geschreven werd : 2 á 3.000 jaar geleden . Het is het oudste feest , een feest van kultische -r ituele oorsprong (denk aan rituele dansen en erbij horende kledij bij primitieve volkeren).
Fe,,stvieret. is een Kunst.
398.
484. RHEINBACHS KARNAVAL SEDERT 1895
De Rheinbachers en de verbroedering + verzustering hebben wel hun invloed gehad op de Deinse Karnavalisten. Daarom waren de Rheinbachers ook telkens aanwezig op het Deinse karnavalfeest - en trokken de Deinse Kaardemakers naar de Rheinbachsé feesten. Maar dat hoeft niet te blijven duren. Ze waren ein stimulans, maar we moeten niet nabootsen. We moeten het zelf creëren. Op het 4e Deins bal waren ze er al niet meer (1984) - wel nog op het le kinderkarnaval (1984 - een week later). Maar Rheinbach heeft een karnavaltraditie sedert 1895 ... en, al hebben 2 wereldoorlogen elk voor een onderbreking gezorgd, de draad en de traditie werd telkens weer opgenomen. Men moest niet van niets herbeginnen. Zij hebben jaarlijks een prinsenpaar : meestal man + echtgenote soms zelfs vader + dochter.
485. RAAD AAN DE KARNAVALISTEN OPEN BRIEF Een raadgevend lid van de Kaardemakers schreef in februari 1984 volgende open brief aan de Deinse Heren. We mochten hem overnemen De Raad derRaadgevende leden tot bijstand van de Gilde der Kaardemakers, bijeengekomen zijnde om zich te beraden over de te geven raad aan de Raad der Elf heeft besloten en besluit vast te stellen - dat vele Deinse Heren van zich zelf een te hoge dunk hebben en zich zelf te hoog en te ernstig schatten en achten; - dat vele Deinse lieren het lachen hebben verleerd in het zich aanmeten van overerristige houdingen; - dat vele Deinse Heren de geneugten van Wijn, Wijf en Gezang in het openbaar schijnen te versmaden terwijl ze anderzijds schijnheilig de katjes niet alleen in het donker maar ook in het schemerdonker schijnen te knijpen; - dat vele Deinse Heren zo ernstig doen alsof zij het genoegen niet kennen schone vrouwen en der vrouwen schoonheid met ogen te strelen; - dat vele Deinse Heren het zingen en vrolijk zijn hebben verleerd en vervangen door pseudt) ernstige praat; - dat vele Deinse Heren de vreugde van het samenzijn niet meer kennen ten gevolge van aangeleerde ernst en uit misprijzen voor de zotheid. Derhalve raden wij alle Deinse Heren en vooral het College van Burgemeester en Schepenen, dat wij op de hoogdagen der Zotheid en op het feest der Narren onttronen en vervangen, aan - te pepasten tijde en te gelegener tijd, zo vaak als mogelijk is, de zotskap met ons op te zetsten; - hun stadszaken met meer zLn voor vrolijkheid te bestieren; - wet de andersdenkenden o? zwier te gaan;
399.
- zich in de rij te gaan stellen om met ons Vastenavond te vieren; - zich in koor voor te bereiden om met ons het Kaardemakerslied te zingen; - ons op een of twee Filli.erskens uit te nodigen; - met ons de stad tot een vrolijke gemeenschap te vormen. Aldus doende kunnen wij Deinze ook in sombere tijden met medewerking van allen tot een vrolijke stad maken waarin het goed is te leven.
Dit alles gezegd zijnde ende beraden groeten wij U allen zeer met onzen vrolijken groet. De Raad van Elf op Raad van de Raadgevende leden, die zich daarover hebben beraden in de Raadzaal ten stadhuize op 11.11 om 11.11 ten jare 1983 N.B. Alleen wie geen zin voor humor heeft, zal zich hier persoonlijk aangevallen voelen. En dan terecht
486. DE NAR
Vaak krijgen we bezoek van studenten die als opdracht hebben een aspekt ( je) van Deinze te onderzoeken . Soms kunnen we ze op weg helpen, soms ook niet. ook telefonisch komen vragen. Een student die over narren in Vlaanderen opzoekingen doet had de nota nr. 190 in ons kontaktblad gelezen en schreef ons een brief en vroeg of we narrengegevens hadden over de 17e eeuw. Nu, er lopen wel altijd wat mensen rond waarvan men zegt : die is zot, die is gek. Maar die zocht hij niet. Wel de nar als instelling, de nar van de schutters, van de rederijkers, van vorsten, abten enz... van vastenavond. Daarover vindt men in de 17e eeuw zo goed als geen sporen . Waarom niet? Men vindt narrenaantekeningen tot de godsdiensttwisten in de 16e eeuw beginnen. Vanaf 1566 begint de uitwijking; vanaf 1568 begint de verbanning, de oorlog, de vernieling. In de jaren '80 ligt Deinze in puin, in 1585 is Deinze ontvolkt. Er zijn drie huisjes in Deinze die niet totaal vernield zijn. Er werd vrijstelling van belasting gegeven omdat er hier niemand was om te betalen en niemand om de belasting te innen. Pas in 1592 á 1593 komen mensen terug en begint de heropbouw -opnieuw vernield- opnieuw opbouwen. Het duurt een generatie eer de huizen weer herbouwd zijn (het verklaart waarom Deinze geen oude gebouwen heeft), vooraleer de Kerk weer kan gewijd worden en de stadshalle weer bruikbaar is. Eén generatie heeft die alleen ir, puin gekend. Intussen heeft de Kerk de Contra-reformatie ingezet : toneel en feesten (behalve kerkelijke) zijn uit den boze. Het is verboden zich in een herberg te bevinden terwijl kerkelijke diensten bezig zijn. Het wordt allemaal streng ... en toch. Maar het klimaat is niet goed voor vastenavondfeesten . Wij vinden geen sporen van k.arnaval'-lering in de jaren 1600. Die godsdiensttwisten hebben r. -^ u^..-1 gad.4r-u. Die- guds:lienstoorlogen natuurlijk ook niet.
400.
487. CINEMA IN DE JAREN '30 Toen we kleine kinderen waren mochten we 's zondagsnamiddags naar de cinema; naar de kindervertoning. Ja, zo heette dat toen : men toonde in de namiddag andere films dan 's avonds. En we kregen twee films : een voorfilm en een hoofdfilm, met tussenin een pauze. De films die wij te zien kregen ? Charlie Chaplin - Tarzan De dikke en de dunne, nog in domme film. Ook westerns kregen we, met beroemde cowboys als Tom Mix en Tom Tyler. In een western waren er goeien en slechten. En de hele zaal met jonge mensen kommentarieerde en riep : begeleidde de paarden met "ju ju ju 1", waarschuwde de goeden als de slechten gingen schieten "pas op 1 pas op !". We riepen geestdriftig als de goeden klopten op de slechten : "klopt erop, nog ne keer 1 Patat !" Op de laatste rij van de cinemazaal zaten toen de koppels van de "grote mensen"; zij die al 18 of 19 jaar oud waren en die van het donker in de zaal genoten in de plaats van van de films te genieten. Men mocht toen nog luidop lachen, schreeuwen en roepen in de zaal. Nadien kwam de gesproken film en een overzicht van de gebeurtenissen. Daarbij moest dan gezwegen worden. Het was helemaal anders geworden. Voor kinderen begon de vertoning om half vijf. Dat paste goed, want we moesten 's zondagsnamiddags nog eerst naar school om te drie uur lof en vespers bij te wonen. Dat duurde zowat een uurtje. En dan naar de cinema. Die kindervertoning eindigde omstreeks zeven (19) uur. De avondvertoning begon om acht uur. Maar dan lagen wij al te bed, want 'smaandags om zes uur moesten we van huis weg om tegen halfzeven de mis bij te wonen in de kerk die aan onze school verbonden was, bij de broeders Hiëronymieten in de Nieuwstraat te SintNiklaas. Wie daar ook school liep, twee jaar ouder dan ik, was Jef Burm (nu bekend o.a. van T.V.). Reeds als kleine pagadder organiseerde hij optredens en nummertjes bij het feest van meneer de directeur of van broeder-overste. Jef Burms vader was beenhouwer in de Nieuwstraat. En de Nieuwstraat organiseerde jaarlijks een braderij. Jef Burm verzorgde op die braderij (ja, ja, nog vóór W.O. II) reeds eigen optredens in een tent. In die school kreeg toen ook Maurits Coppieters les, en Ferdinand De Bondt, twee mensen die in het politieke leven van de jaren 60 en 70 wel een merkwaardige rol hebben gespeeld : beiden in de Vlaamse Volksbeweging (met Wilfried Martens) en de ene nadien in de V.U., de andere in de C.V.P. Te Sint-Niklaas waren ze leiders van de V.V.K.S. Maurits Coppieters was toen mijn Akela en Ferdinand de Bondt mijn Bagheera (of was het Baloe ?) want dat waren toen mannen ! geen "meiskens" die de wolfkens leidden. 0 Tempora ! 0 Mores ! Kan men de scholieren van toen vergelijken met de teenagers van nu ? Het was in alle geval een dankbare tijd.
488. STILLE (= STOMME) FILMS MET MUZIEKBEGELEIDING Op zaterdag 25 maart 1922 ging de eerste filmvoorstelling door in de nieuwe feestzaal-cinemazaal "voor Ons Recht", Stationsstraat 8 te Deinze.
401.
Het was nog de tijd van de geluidloze film , maar de vertoningen werden "opgeluisterd met kunstuitvoeringen van muziekstukken rechtstreeks voor dé op te voeren films gekozen " ( zo staat vermeld in de reklamebladen, die aan de bevolking uitgedeeld werden). In de week van 13 mei 1922 werd de film "arbeid " ( naar het boek van Zola) gedraaid ; er was "kunstmuziek " voorzien , direkt voor de film gekozen. In de week van 12 augustus : "Mireille". Deze kunstfilm werd begeleid door een symfonisch orkest, dat de muziek uit de opera "Mireille " (van F. Mistral ) uitvoerde . Later vinden we terug hoe dit symfonisch orkest er uit zag. Bij de opvoering i n de week van 24 februari 1923 (gewoonlijk werd. er gespeeld op zaterdag , zondag en maandag ) van "Madame Butterfly " vinden we weer iets nieuws op de reklamebladen : "De vertoningen van deze film zullen opgeluisterd worden door kunstzangeres DECLERCQ uit Gent , welke de bijzonderste aria's uit de opera (van Puccini) zal voordragen. Bij de film "De jodin - la Juive " tijdens de week van 28 juli 1923 vinden we : "Volledige uitvoering van de prachtige muziek van Halévy". In de week van 8 december 1923 : Het prachtige en wereldberoemde heldendicht van Lamartine ".Jocelyn " met muzikale uitvoeringen, uitsluitend op het werk toegepast en uitvoering van het "Wiegelied van Jocelyn " door ANNA VAN DEN BERGHE ( die we ook in onze toneelkring weervinden). Ook voor de "wereldberoemde opera van Skakespeare HAMLET" in de week van 29 maart 1924 was er "uitroering der prachtige muziek van de opera en fantazijen gezongen door mejuffer ANNA VAN DEN BERGHE. Bij 't onsterfelijk meesterwerk van Mozart DON 3U.MN i n. de week van 20 december 1924, vinden we natuurlijk " uitvoering der muziek uit de opera van Mozart". Voor de Paasweek van 11 april 1925 was er een speciale attractie : tussen het cinemaprogramma i n, alleen op zaterdagavond , zondagvertoning en 's avonds "Mijnheer José Rodrigue Guerra , de sabelslikker in zijn bovennatuurlijke waaghalzerijen , goocheltoeren en kunststukken welke het publiek der variététheaters de wereld door in beroering brengt". Dat de begeleiding door het symfonisch orkest tijdens de jaren 1925 en 1926 nog steeds doorgaat kunnen we enkel afleiden uit het reklaamblad van 28 augustus 1926 : "Bezoekt regelmatig de kinema " Voor Ons Recht " ! Schone filmen , symfonisch orkest , gemakkelijke zitplaatsen ", zo staat onderaan gedrukt.
Maar vanaf 1927 vinden we meer aanwijzingen. In de week van 4 juni 1927 : bij de veelbesproken en succesvolle film "De naakte vrouw " vinden we : "Het bestuur onzer inrichting , welke deze film in de beste voorwaarden wil ten aanschouwe brengen, heeft zich de speciale muziekaanpassing aangeschaft , iets wat de waarde zijner vertoningen nog ongemeen zal verhogen". Ter gelegenheid van Sint-Martens en Petegem -kermis 1927 ( week van 1 oktober ) zijn er 5 prachtige vexbningen ( ook op dinsdag ) van "De scheeptrekkers van de Volga"; de film wordt in al de vertoningen opgeluisterd met zang. Het i s een krachtig lied dat de werklieden zingen terwijl zij hun lastig werk verrichten. De uitvoering ervan is toevertrouwd aan de heer J. Monnier, kunstzanger te Gent. Het absolute hoogtepunt schijnt evenwel bereikt te zijn met de vertoning van "De grote P arade ". Van vrijdag 27 januari tot donderdag 2 februari 1928 werd de film vertoond en hij werd aangekondigd als een machtige en indrukwekkende oorlogsfilm met speciale middelen en met versterkt orkest . De namen van de leden van het v ersterkt orkest vinden we later nog terug,maar -achter het fi.l-ndoek was er ook een tros elaar , voor de begeleiding van het mitrailleurvuur , terwijl Maurice Speeckaert de grote trom bediende om het kanonvuur te ae.entueren ; er schijnt ook :jog een soort wagentje gebruikt te zijn om het ratelen van de tanks na te bootsen . Dit wagentje werd rond de scene ge-
402.
zeuld en bijna werd het een ramp toen één der twee wielen afdraaide. Met ware heldenmoed werd tot aan het einde der vertoning het wagentje langs één kant op zijn as rondgesieurd, tot groot nadeel echter van de plankenvloer der scène. Waarschijnlijk werden nog andere apparaten gebruikt. Weet iemand soms nog wat ? Reeds voor de week van 18 februari 1928 vinden we weer iets buitengewoons : de superrevue "de gekheid van den dag" (la folie du jour) waarin optreden gans het gezelschap van de "Folies Bergères" van Parijs en de beroemde danseres Josephine Baker, de creoolse danseres in de dans welke zij in Europa bracht : de Charleston. De film was met muziekaanpassing, uit te voeren door het versterkt orkest en begeleiding van jazz-band. Mevrouw Sylvette Gauthier en heer Philips Gauthier zullen als commère en compère de film opluisteren met Vlaamse liederen en voordrachten. De liederen van de revue waren tijdens de vertoningen te verkrijgen tegen 0,50 F. In de week van 17 maart 1928 vinden we dan vertoningen van de wereldberoemde operette-film "Walsdroom" (van Oscar Strauss) met speciale muziekaanpassing en versterkt orkest. In de week van 7 april 1928 (Pasen) werd de film "de Schaakspeler" gedraaid; er was een muzikale aanpassing van M. Rabaud en de symfonie stond onder de leiding van mej. Emma De Gryse. Eindelijk vinden we hier ook de samenstelling van de symfonie terug : Mej. Emma De Gryse, piano - Mevr. Solange Malfait-De Gryse, harmonium Mr. Valère De Volder, viool - Mr. M. De Meulemeester, viool Mr. René De Caluwé, cello. Het ging hier wel om de uitgebreide symfonie; gewoonlijk waren er minder muzikanten. We vinden dit orkest of deze symfonie ook terug op de programma's van toneelopvoeringen o.a. zangspelen. Wie al die leden van de symfonie en andere medewerkers waren, zullen we U op het einde van deze artikelenreeks vertellen. Op woensdag 15 augusts 1928 was er een speciale vertoning van Zola's meesterwerk "de Droom" : er was een bijzondere symfonie voorzien en het harmonium werd bespeeld door mej. Emma De Gryse. Gezien het overgroot succes moest de film ook op donderdag gespeeld worden. In het reklameblad vinden we ook nog vermeld : "de Droom" werd in 1920 in onze inrichting vertoond. Het heeft toen op ons publiek zo een indruk gemaakt dat, wanneer het gekend was dat die film terug werd uitgegeven, het beheer van alle kanten gevraagd werd "de Droom" weer op doek te brengen, wat dan ook gebeurt. In 1920 moet het dan wel een voorstelling betreffen in het oud lokaal "Voor Ons Recht" op de Markt nr. 142. André Heyerick.
OPROEP Werp doodprentjes, doodsantjes en rouwbrieven niet weg, maar geef ze aan de Kring (via het museum of via de bestuursleden). Uit zo een verzameling is veel te leren; meer dan alleen maar een naam en wat data.
403.
UITNODIGING - sterk aanbevolen Voordrachtreeks " Kunsthistorische fragmenten van de XXste eeuw". Een 7-delige cyclus in het Museum van Deinze en Leiestreek , steeds op zaterdagnam iddag van 14 tot 17 uur ( met korte pauze). Toegangsprijs 50 F per voordracht 200 F voor de gehele reeks ( abonnement) Programma ( er werden al 3 voordrachten gegeven) 24 november : Anne Desmet ( lic. kunstgeschiedenis) "Cobra en de j eune Peinture" 15 december : Bart De Baere (lic. kunstgeschiedenis en journalist) "Roger Raveel en de Nieuwe Visie" : Jan De Zutter ( lic. kunstgeschiedenis en 5 januari kunstenaar) "Foto- en hyperrealisme" 19 januari : Willem Elias ( kunstkritikus) "De kunstenaar en het fragment" Zeer bevattelijke voordrachten met dia's (door specialisten). Er zijn ook telkens kleine samenvattingen van de uiteenzettingen voorzien. Organisatie : Bart Ryckbosch en Jean-Pierre Van Hee. (met medewerking van het stadsbestuur).
489. STUDENT ZIJN Er zijn veel mensen die beweren dat hun soldatentijd de schoonste tijd in hun leven was. Dat zijn dan mensen die alleen in goede vredestijd soldaat waren en die de kleinzieligheid en kleinzerigheid van het leger gemakkelijk verdroegen.
Een gewezen student zal nooit zeggen dat de legertijd zijn mooiste tijd was, wel zijn studententijd. Student zijn betekende in onze tijd : absoluut vrij zijn en tijd hebben om gezellig samen te zijn. Absoluut vrij ! 0 ja, we moesten naar de les , we moesten scripties maken en lezingen voorbereiden , opzoekingen doen, examens afleggen . We moesten met ons klein budget toekomen , we moesten met alles en nog wat rekening houden en ook met anderen ( ouders - lief - medestudenten ...) rekening houden. Maar wie het evenwicht vond, vond ook nog genoeg vrije tijd. Er waren blokkers , vrijers, rolders . Er waren er die de drie soorten van studenten in zich verenigden. En dat lukte. Bij sommigen mislukte het. Bij velen mislukte de hele studie. Maar wie zich in het studentenleven kon thuis voelen als een vis in het water, beleefde een heerlijke tijd waarvan men na dertig, veertig jaar, nog geniet. Wij hadden op 30 maart 1984 Mon de Goeyse op bezoek te Deinze : 77 jaar oud en nog genietend van de studentenvreugde , van de studentenromantiek, beleefd omstreeks 1925-1930. Ik beleefde het van 1945 tot 1949. Het studentenleven is nu anders. Beter ??? Dat zal blijken. Als men een heel leven vreugde kan hebben aan wat men destijds beleefde , dan moet dat iets goeds zijn. 0 ! heerlijke studententijd.
404.
Worden er nu meer studenten gebuisd, geflest ? Correct : zakken er nu meer ? In absolute cijfers zeker (er zijn nu 4 A 5 maal zoveel studenten als 40 jaar geleden). Maar procentsgewijze ? Wij begonnen in 1945 met 48 studenten - eerstejaars ; we eindigden in '49 met 11. D.i. 22 %, bijna 1 op 4, 1 op 5.
EEN KONTAKTBLAD VERONDERSTELT KONTAKT : INBRENG - VRAGEN - ANTWOORDEN VAN LEDEN BLIJF NIET INAKTIEF, MAAR WERK MEE. DEEL MEE AAN ANDERE LEDEN.
490. OOSTVLAAMSE LEIESTREEK Wanneer men spreekt over de Leiestreek kan dat Deinze zijn en omgeving, maar ook Kortrijk en omgeving . Daarom is er een Oostvlaamse en een Westvlaamse Leiestreek. De Oostvlaamse Leiestreek loopt van Afsnee tot Zulte : Afsnee, Drongen met Baarle - Drongen , Sint-Martens - Latem , Deurle, Sint -MartensLeerne, Maria -Leerne en Bachte , Astene , Deinze, Petegem, Machelen, Gottem , Grammene , Olsene, Zulte ; wat verder van het water ook Zeveren en Vinkt en de gemeenten aan de vaart , het Kanaal van Schipdonk, van Noorderwal naar Nevele. Waterlopen bepalen sterk de groei en de aanleg van het landschap, van stad en dorp. Let eens op de plaats waar de parochiekerken staan ten opzichte van de rivier. Vergeet daarbij dan niet dat tot 1826 de vroegere kerk van Astene op een "berg" stond, een heuvel, een duin, nadien afgegraven (1955) voor wat nu de firma Versele is. De afgebroken kerk werd vervangen door een herinnerend kapelletje (vandaar de naam Kapellestraat) dat op zijn beurt in 1956 vervangen werd door een nieuw kapelletje, dat in 1981 verdween (met nieuwe verplichting).
Het jaarboek 1985 is in druk. Maar ben jij in orde voor 1984 ? Zo reet , stort dan het lidgeld (500 F) op prk. 000 -0434500-37 van K.O.K. voor het jaarboek 1984 (nr. 51). Op 29 maart 1985 verschijnt jaarboek !985.