Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afdeling Lelystad
Jaargang 39 nr.
● 2013
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afdeling Lelystad Bestuur Voorzitter
Berry van Elst, Rozengaard 18-29 8212 DP Lelystad, 0320-242769
[email protected]
Secretaris
Martin Soesbergen, Karveel 12-38 8231 AS Lelystad, 0320-214142
[email protected]
Penningmeester & ledenadministratie & verspreiding Lokvogeltje
Jan Neuvel, Karveel 56-01 8242 CS Lelystad, 0320-243069
[email protected]
Natuurhistorisch secretaris
Petra Borsch, Zoom 18-03 8225 KM Lelystad, 06-53994608
[email protected]
Algemeen lid
Frans van Alebeek, Galjoen 13-14 8243 ME Lelystad, 0320-412867
[email protected]
Website
Vacant
Werkgroepen Heemtuingroep
Dieuwke Donders, Golfpark 153 8241 AC Lelystad, 0320-261950
[email protected]
Vogelwerkgroep
Berry van Elst, Rozengaard 18-29 8212 DP Lelystad, 0320-242769
[email protected]
Korstmossenwerkgroep
Henk Timmerman, Zoom 15-28 8225 KJ Lelystad, 0320-221071
[email protected]
Insectenwerkgroep
vacant
Redactie Lokvogeltje
Frank Böinck, Grevelingenstraat 157 8226 GD Lelystad, 0320-251097
[email protected]
Contact
Lidmaatschap
Karveel 12-38, 8231 AS Lelystad T : 0320-214142 W : http://www5.knnv.nl/lelystad E :
[email protected] KVK-nummer: 32156889
Lidmaatschap : € 29,50 Huisgenootlid : € 12,50 Donateur : € 17,50 Rekening : 4.342.384 Opzeggingen dienen te geschieden vóór 1 november.
De KNNV afd. Lelystad is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Het volgend Lokvogeltje zal begin september 2013 verschijnen, kopij inzenden vóór 15 augustus a.u.b. Disclaimer: standpunten verwoord door leden in dit lijfblad zijn niet automatisch standpunten van het bestuur van de KNNV afdeling Lelystad. Voorkant: Frank Böinck fotografeerde op 5 mei deze Blauwe metselbij in zijn tuin in Lelystad.
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
NIEUWS UIT DE VERENI GING Wie komt ons helpen? door Berry van Elst
Webmaster Helaas hebben we van Mindel de Klerk gehoord dat zij geen kans ziet de website van onze vereniging te gaan beheren. Haar nieuwe baan vraagt te veel van haar en voor iemand met weinig binding met een vereniging is het lastig een website te redigeren. Jammer, want de eerste contacten waren heel enthousiast en we hadden er (over en weer) hoge verwachtingen van. Mindel: bedankt voor het werk wat je intussen hebt verricht. Dus nu zitten we na korte tijd weer met een vacature voor deze belangrijke taak. En de website is toch een belangrijk communicatiemiddel! Het bestuur is dus naarstig op zoek naar iemand die deze taak op zich wil nemen. Het is een taak die wel regelmatig aandacht vraagt, maar op zich niet heel tijdrovend is, zeker nu John Post de mailings over de activiteiten verzorgt. We hopen dat we iemand uit de vereniging kunnen vinden die hier wat tijd voor wil vrijmaken. Wat is er nodig: tijdsbesteding: 8uur per maand (gemiddeld) flexibiliteit qua tijdsbesteding (het werk kent soms wat “pieken en dalen”) betrokkenheid bij de vereniging enige kennis van “webdesign” is handig, maar niet per se nodig. Je kunt het ook al doende leren. Iemand die hier wat meer over wil weten kan contact opnemen met Berry van Elst. Natuurhistorisch secretaris Petra heeft in de laatste jaarvergadering gezegd komend jaar te willen stoppen. En een jaar is zo voorbij! Daarom zijn we nu ook op zoek naar een nieuwe natuurhistorisch secretaris.
1
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Als er snel iemand wordt gevonden, dan kan hij/zij nog helemaal worden ingewerkt door Petra en dat heeft grote voordelen. We hopen dat “deze of gene” zijn/haar licht eens wil opsteken bij Petra, die je graag zal vertellen wat dit werk inhoudt en hoeveel tijd het kost. Het betreft wel een spilfunctie voor de vereniging en er staan gelukkig ook leuke dingen tegenover. Wie gaat er eens met Petra in gesprek?
Financieel overzicht Soortenzoekdag 2012 Door Jan Neuvel Ontvangen is een voorschot van het Streekfonds van €1200,-. De besteding van dit geld is als volgt verantwoord: Aankoop of huur van materialen en gereedschap
€283,-
PR kosten (vlaggen, drukkosten van flyers etc.)
€130,-
Reiskosten excursieleiders
€20,-
Cateringkosten excursieleiders
€492,-
Eindrapport
€354,-
Voor de Soortenzoekdag 2013 wordt getracht om binnen de begroting van €1200 te blijven.
De 2e Soorten-zoekdag van Lelystad, op 29 en 30 juni a.s. Door Frans van Alebeek Als u dit leest, is het al bijna zo ver: de tweede soortenzoekdag van Lelystad komt er aan. Na de geslaagde dag vorig jaar in het Gelderse Hout, zijn we dit jaar te gast bij het Flevolandschap in Natuurpark Lelystad. Gidsen van het Natuurpark zullen ons rondleiden, en deskundigen van de KNNV, IVN en Landschapsbeheer zullen u meer vertellen over allerlei groepen planten en dieren die in het park voorkomen. De afgelopen weken hebben veel vrijwilligers al een hoop inventarisatiewerk gedaan. We beginnen weer op zaterdagavond 29 juni om 19:30 uur met de officiële opening. Dan gaan we om 20:00 uur bevers kijken, om 22:00 uur kunt u mee op zoek naar vleermuizen met een bat-detector, en rond 23:00 uur kunt u meedoen met nachtvlinders lokken of vissen zoeken met een zaklantaarn. Zondag 30 juni kunnen ‘vroege vogels’ om 8:00 uur mee vogels luisteren. Daarna zullen er vanaf 10:30 uur de hele dag, om het uur, excursies vertrekken die over verschillende soortgroepen gaan, zoals planten, bomen, korstmossen, slakken, bodembeestjes, mossen, plantengallen, 2
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 libellen, dagvlinders, sporen van (wilde!) otters zoeken, reptielen, amfibieën, vissen, bijen en wespen. De dag eindigt rond 17:00 uur. Kijk voor meer informatie en het programma op: www.soortenzoekdag.nl. We hopen dat u deze dag met ons mee wilt beleven. En nodig vooral ook uw buren, (klein)kinderen, vrienden of andere belangstellenden uit om met u mee te gaan! Uiteraard zal er na de soorten-zoekdag weer gewerkt worden aan een mooi verslag van alle planten- en diersoorten die we in het Natuurpark hebben waargenomen. Die waarnemingen gaan ook na de soortenzoekdag nog een tijd door, en voordat het verslag helemaal kant en klaar is, is het waarschijnlijk maart 2014. Daar moet u dus nog even geduld voor hebben. Graag tot 29 of 30 juni a.s. in het Natuurpark!
Ledenmutaties Aangemeld
Verhuisd
Mevr. R. van LeeuwenOnderwater Kempenaar 421 8242 BE Lelystad
Dhr. J.L. Bos Middelgronden 119 1274 BE Huizen
Dhr. J. van Hee Hoogwolde 9-128 8072 PW Nunspeet
AGENDA Noteert u onderstaande activiteiten weer in uw agenda? Het zou zo zonde zijn als u een leuke lezing of excursie mist, omdat u niet op tijd het Lokvogeltje erop naslaat. U wordt verzocht u voor alle activiteiten enkele dagen van tevoren op te geven. Want afhankelijk van het aantal deelnemers kan een activiteit worden gewijzigd of afgelast. En alleen na opgave wordt u daarvan op de hoogte gesteld. Wanneer u zich opgeeft voor een auto-excursie, wordt u tevens verzocht om aan te geven of u bereid bent te rijden. Deelname aan de activiteiten is voor KNNV-leden en leden van de IVNafdeling Lelystad gratis. Aan overige deelnemers wordt een bijdrage van € 2,50 gevraagd. U kunt ook te kennen geven dat u enkele dagen van tevoren een e-mailtje wilt ontvangen, als herinnering. Stuur dan even een e-mail naar ons e-mailadres:
[email protected].
Zaterdag 22 juni: Excursie Jac. P. Thijssepark Amstelveen Vertrek om 9.30 uur vanaf het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland. De excursie begint om 10.30 uur aan de Prins Bernardlaan 8 in Amstelveen.
3
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 We maken een wandeling van 1½ à 2 uur onder leiding van een gids door het Jac. P. Thijssepark in Amstelveen. Daarna is er nog de mogelijkheid om zelfstandig de heemkwekerij en heempark de Braak te bezoeken. Opgave noodzakelijk ivm carpoolen.
Donderdag 12 september: Presentatie Adobe LightRoom De avond begint om 20.00 uur in de vergaderzaal van het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03 in Lelystad Ab Bernhart is fotograaf en geeft al jaren les over fotobewerking. Vroeger gebeurde dit in de donkere kamer tegenwoordig met Adobe LightRoom. Deze avond kunt u kennismaken met de mogelijkheden van dit programma. Voor deze avond zijn 2 data gepland (reserve-avond donderdag 3 oktober) ivm met gezondheid van Ab. Hierdoor is het noodzakelijk dat u zich opgeeft zodat ik u kan bereiken als de avond onverhoopt niet door kan gaan Donderdag 10 oktober: Leden-voor-ledenavond De avond begint om 20.00 uur in de vergaderzaal van het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03 in Lelystad Mooie vakantiefoto’s of spannende verhalen? U bent welkom om uw foto's aan anderen te laten zien en er over te vertellen. Donderdag 24 oktober: Tekenen met Tonia De avond begint om 20.00 uur in de vergaderzaal van het kantoor van Landschapsbeheer Flevoland aan de Botter 14-03 in Lelystad Op veler verzoek verzorgt Tonia een tweede avond over hoe het tekenen van dieren, vacht en dergelijk in de praktijk werkt. Zin om weer een avond creatief bezig te zijn? Kom dan ook. Voor alle activiteiten geldt (tenzij anders vermeld): informatie en opgave bij Petra Borsch (06-24720345 / 06-53994608).
4
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 HOREN ZIEN EN SCHRIJ VEN Door Frank Böinck met een bijdrage van Aly van Bokhorst
Vogels
c c c
c c c
Op 9 april vloog bij Jack Windig in de Archipel in Lelystad een Blauwborst tegen het raam. De vrouwtjesvogel heeft de klap niet overleefd. Francien Vuijsters woonachtig aan de Werfweg in Lelystad zag op 10 april twee Beflijsters in haar tuin en op 14 april had zij haar eerste Zwartkop in de tuin. De eerste zingende Tjiftjaf werd gehoord op 14 april door Frans van Alebeek. Dat is ongeveer een maand later dan 'normaal'. De eerste roepende Koekoek en zingende Fitis en Zwartkop hoorde hij op 15 april in het Natuurpark Lelystad. De eerste Braamsluiper werd gehoord door Frank Böinck op 24 april in Almere-Haven. De eerste Kleine Karekiet hoorde hij op 27 april in het Natuurpark Lelystad. Op 28 april zagen Ico Hoogendoorn en Mervyn Roos een Velduil voorbij trekken vanaf de trektelpost bij de Kamperhoek. Aly van Bokhorst schrijft: vorig jaar zat er een eksternest in de berk achter in mijn tuin. In februari van dit jaar is het eksterpaar begonnen met een grote verhuizing van het oude nest naar een veldesdoorn 30 meter verderop, dit heeft 2 maanden geduurd. Als ik brood strooide voor de mussen pakten de eksters een korst en weekten deze in de vijver voor, ook verstopten ze korstjes in de struiken voor slechte tijden. Afgelopen week op 16 mei waren ze druk hun jongen aan het voeren toen ik een groot kabaal hoorde. Er bleek een buizerd een aanval op het nest te doen. De eksters waren in paniek maar een groep zwarte kraaien, die hier altijd in de buurt zit, kwam te hulp om de roofvogel te verjagen. Ik zag hem weg vliegen zonder prooi.
Amfibieën, reptielen en vissen
n
Jeroen Reinhold zag op 10 april dat de Bruine Kikkers in zijn vijver als eiklompen hadden afgezet.
5
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Dagvlinders o
Op 7 april zag Tonia Nales haar eerste Citroenvlinder bij de Rozengaard in Lelystad. Verder zag ze die dag ook een Kleine Vos.
o
Op 13 april zag Frans van Alebeek zijn eerste Boomblauwtje in het Galjoen in Lelystad. Verder zag hij op 25 april zijn eerste Bont Zandoogje en eerste Oranjetip in het Natuurpark Lelystad.
o
Op 28 april zag Ico Hoogendoorn zijn eerste Landkaartje in de Kamperhoek en Frank Böinck de eerste Atalanta in het Knarbos.
Libellen
Jan en Marijke Verbraaken zagen op 19 mei in het Natuurpark Lelystad net als vorig jaar een Smaragdlibel. Kennelijk was het vorig jaar geen zwerver maar leeft er een kleine populatie. Ook zagen ze daar die dag de eerste Glassnijders.
Frans
van Alebeek zag op 22 mei de eerste Lantaarntjes, Variabele waterjuffers, Grote roodoogjuffer, Viervlek, Platbuik, Smaragdlibel, Vroege glazenmaker en Grote keizerlibel in het Natuurpark Lelystad.
Nachtvlinders Op 14 april zat bij Frank Böinck een Vroege Spanner in de lichtval in zijn tuin in de Waterwijk in Lelystad. Deze spanner is een soort van de zandgronden en de duinen en is daarbuiten zeldzaam.
Zoogdieren
5
Begin mei zag Ronald Kling uit Woerden een groot formaat donkergekleurde Otter aan de Wielse weg in Zeewolde. Zelf sprak hij over een gitzwart dier van anderhalve meter.
Planten
✿
Op 27 maart zag Jack Windig aan de Binnenhavenweg in Lelystad zes populieren met Maretak (Viscus album). De maretak zat op zo'n 15 meter hoogte.
6
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
OTTERSPOREN IN HET N ATUURPARK 6 april 2013 Door Tonia Nales Het natuurontdek- / excursie- / trek er-op-uit seizoen is weer begonnen, en hoe!. Misschien wat aan de frisse kant, maar zonder dat het echt hard waaide (al zijn de fietsers het daar misschien niet mee eens als ze tegenwind hebben) en met een stralend zonnetje, was het prima weer voor een otterexcursie. Even bij voorbaat wat dingen verduidelijken dan wel rechtzetten: We zijn in het Natuurpark op zoek geweest naar ottersporen (drolletjes ofwel spraints); de kans om op klaarlichte dag een echte otter tegen te komen is namelijk nihil. In het Natuurpark zijn otterverblijven, maar wij zochten naar sporen van een otter die z'n territorium buiten deze verblijven heeft. (En regelmatig bij met name het verblijf van de vrouwtjes komt buurten.) Op de foto aan het begin van dit verslag staan Aziatische kleinklauwotters. Dat is niet de soort die hier in het wild leeft. Dat is namelijk de Europese otter. Maar de Aziatische kleinklauwotters zijn ook te bewonderen in het Natuurpark, en deze otters zijn overdag actief. Z'n Europese neefje is juist 's nachts actief. Na deze formaliteiten kunnen we nu echt aan de excursie beginnen. Bij de parkeerplaats had zich inmiddels een groepje geïnteresseerden verzameld.
7
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
Maar eerst moet onze gids / excursieleider Jeroen Reinhold nog even de laatste foto's bewonderen. Om een beeld te vormen, een volwassen Europese otter kan tussen de 5 kg (klein vrouwtje) en 12 à 13 kg (groot mannetje) wegen en ziet er zo uit: Alleen is dit een opgezet exemplaar, en in de vrije natuur leven ze niet van plastic visjes... Direct bij de eerste beveroversteekplaats (ook populair bij otters) was het raak, en Vanessa was de eerste die een spraint had gevonden. Daar wilde ze uiteraard een mooie foto van.
8
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Hier gaat het om:
Ook al is dit een oud exemplaar, het is duidelijk van een otter. Jeroen heeft 'm hier al wat uit elkaar geplozen om de schubben van de vis die als maaltijd heeft gediend, nog beter te kunnen zien. Dit was niet de enige spraint die we hebben gevonden. Rond het otterverblijf vonden we er ook een paar. De otters in het verblijf hadden zelfs een speciaal plekje uitgekozen als wc en hadden inmiddels al een aardig torentje gebouwd. Zo kunnen ze communiceren met de otter(s) aan de andere kant van het hek. Waar otters voorkomen, zijn de omstandigheden voor bevers ook goed. En de beversporen waren dan ook niet te missen.
9
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Bevers vegen ook hoopjes plantaardig materiaal bij elkaar om daar hun geursporen op uit te zetten. Even ruiken... Verder hebben we nog uitwerpselen van ganzen, vossen en reeën gezien, en vraatsporen van reeën (die de bast van een boom aftrekken, en niet zoals een bever, afknaagt). En er staat alweer het een en ander te bloeien.
Nog even bij de Aziatische kleinklauwotters kijken en daarmee hebben we de excursie afgesloten. Het was een gezellige, leerzame middag in geuren en kleuren!
10
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
OP ONTDEKKINGSTOCHT IN LIMBURG 1 en 2 juni 2013 Door Tonia Nales Limburg heeft specifieke bodemsoorten en een rijke geschiedenis op het gebied van mijnbouw. Hierdoor leven er planten en dieren die je in de rest van Nederland niet zult vinden. Een goede reden dus om eens een excursie naar deze provincie te organiseren. Het zuidelijk deel van de provincie in dit geval, want onze organisator Bart Smeets komt daar vandaan. Op tijd vertrekken dus, om zoveel mogelijk te kunnen zien. We werden om 10 uur in Heerlen, bij bezoekerscentrum Schrieversheide verwacht. Om 7 uur werd ik opgehaald, ik kon met Jan Nagel en Jeroen Reinhold meerijden. Eerst even puzzelen om de bagage in de kofferbak te krijgen, want die was al bijna volgebouwd. Vrouwen hebben de reputatie dat ze veel (overbodige) bagage meenemen, maar vergeleken met wat de heren allemaal bij zich hadden stelden mijn paar tassen weinig voor. De reis verliep voorspoedig en filevrij dus al rond kwart over 9 kwamen we aan bij het bezoekerscentrum. Niet veel later kwamen ook Bart en zijn 11
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 zus, die voor de catering had gezorgd, en dus konden we van koffie of thee, en twee soorten cake genieten.
Inmiddels waren ook Petra en Ria gearriveerd, en even later kwam kwam onze gids, Jos Littmann, zodat de excursie op de Brunsummerheide kon beginnen. Al snel werd duidelijk dat de mensen grote invloed op het gebied hebben gehad. Gebieden die zijn afgegraven voor de winning van kolen en sillicium, heuvels die door graafwerkzaamheden zijn ontstaan, vervuiling (zink) waardoor ideale onmstandigheden voor bepaalde planten ontstaan. Maar ook verdedigingswerken in de vorm van geulen waar langs de randen ondoordringbare struiken werden geplant. Dit alles levert wel prachtige uitzichten op.
12
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
En interessante plantjes zoals vleugeltjesbloem en zonnedauw.
Enige voorzichtigheid was ook wel raadzaam, want de rode bosmieren waren aardig actief, en er waren ook genoeg (nesten van) eikenprocessierupsen te vinden. Als die zich niet op hun gemak voelen, laten de haren op hun rug los, en daar kun je flink last van krijgen. Afstand houden, dus!
13
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Daarentegen is de pitrus niet gevaarlijk. Van deze grassoort kun je de buitenkant van de stengel afhalen, zodat je de kern overhoudt. Dit is redelijk stevig en werd vroeger gebruikt als pit voor een olielamp. Wij hoefden ons niet bezig te houden met olielampen op klaarlichte dag en na de uitvinding van ledverlichting, dus konden wij lekker naar de vogels luisteren, en kijken of je ze ook kon vinden. Roodborsttapuit, ja gezien!
En hier een leuk sluipwespje. Dit is een mannetje, want een vrouwtje heeft een lange legboor aan haar achterlijf.
14
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Heuvels, uitzichten en afwisseling in het landschap, er valt veel te zien in de Brunsummerheide. Nadat we als lunch soep hadden gegeten (hee, dit type soepkop komt me erg bekend voor, als plantenpot) gingen we op weg naar Epen, om daar een wandeling door het Geuldal te maken.
Bart bekijkt even welke route we kunnen nemen. Maar ja, met zo’n eigenwijze groep kun je ervan uitgaan dat daarvan wordt afgeweken. We hebben in ieder geval weer prachtige uitzichten en komen ook nog even langs een watermolen. Veel interessante flora en fauna gezien hier, zoals schorpioenvliegen, wijngaardslakken en heel veel beekjuffers en wolzwevers (een bijensoort met een lange snuit). Helaas wilden de beekjuffers niet door mij gefotografeerd worden, maar het is Petra wel gelukt om er een paar mooi op de foto te krijgen. 15
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
Dan maar een klein geaderd witje. Niet heel bijzonder, wel mooi.
Tijd voor een pauze! Het een en ander aan eten en drinken wordt weer tevoorschijn gehaald, maar vooral is het een prima moment om even bij te komen van alle indrukken. Daarna heeft Jeroen het nut aangetoond van een hek met prikkeldraad: als daar een dier onderdoor gaat, blijft er een beetje vacht aan hangen en zo kun je de aanwezigheid van de das in dit gebied aantonen. Of je kijkt naar pootafdrukken. Breed en zonder dat je nagels ziet. De das zelf hebben we niet gezien, deze rups daarentegen was erg opvallend en vrij groot.
16
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 En zo was het alweer tijd om na een bezoek aan een plaatselijk restaurant, de camping in Schin op Geul op te zoeken, alwaar we in een blokhut hebben overnacht. De volgende dag was iedereen om iets voor 8 uur alweer wakker en opgestaan, en konden we samen aan het ontbijt. Zodat we uitgerust en energiek klaar waren voor de volgende wandeling. De orchideeëntuin van het Gerendal (niet ver bij de camping vandaan) stond nu op het programma. Hier groeien de wilde orchideeën bij elkaar en met een paaltje erbij met de naam. Wel zo overzichtelijk, en bovendien voorkom je zo dat mensen in de omgeving buiten de paden op zoek gaan naar orchideeën. Tijdens de wandeling naar de tuin was er alweer genoeg bijzonders te zien. We kwamen zelfs al een wilde orchidee tegen, nog voor we in de tuin waren!
En een hoornaar, die eigenlijk geen trek had in zoveel belangstelling, en liever niet op de foto wilde. Nou vooruit, een paar foto’s kan nog net. Bij de ingang van de orchideeëntuin werden we opgewacht door twee pijlstaarten. Hoewel die meer oog hadden voor elkaar dan voor de passanten. Toen we terug kwamen uit de tuin zaten ze er nog steeds. Goede keuze, die orchideeëntuin! Je loopt er over smalle paadjes op een helling waar diverse soorten orchideeën in bloei stonden.
17
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
We waren er echt op het juiste moment. Je kunt het wel raden: wij hadden weer een mooi plekje gevonden om een pauze te houden, inclusief diverse lekkere dingen. Overigens was er wel meer te zien dan alleen orchideeën. Zo vlogen er een heleboel blauwtjes rond, en we hadden ook de larve van een glimworm gevonden.
Tijd om richting de St. Pietersberg te gaan, want er stond een rondleiding door de grotten op het programma. Maar in de omgeving buiten de grotten is er ook van alles te zien. Zo vindt er nog steeds dagbouw plaats. Maar dit wordt afgebouwd en daardoor komt de natuur weer terug. We werden er voorbijgevlogen door een koninginnenpage.
Zelfs de oehoe blijkt in dit gebied te leven en er zijn al tientallen jongen groot gebracht. Wij hebben echter geen oehoe gezien. Nou ja, eentje... 18
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Het boswitje dat we tegenkwamen was wel echt, maar erg moeilijk op de foto te krijgen. Hij vliegt weliswaar traag, maar hij blijft laag tussen de planten en zit nauwelijks stil. Nou ja, hier toch eventjes dus.
Laten we maar naar het verzamelpunt voor de rondleiding door de grotten gaan. Nee, groeven, want grotten zijn natuurlijk ontstaan, en groeven zijn gegraven. We waren ruim op tijd, dus even lekker bijkomen met een ijsje voor we het donker in gingen.
19
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
Onze gids Wil wist ons van alles te vertellen over het mergel dat met slechts zaag en beitel is uitgehakt, de onderkomens in de tweede wereldoorlog inclusief bakkerij en daardoor warmwatervoorziening, kerkje en diverse wegwijzers naar verblijven. Er zijn soms ook decoraties te zien, van tekeningen op de muren tot complete beeldhouwwerken, en we hebben een rondje in het donker gelopen. Houd de muur maar vast, dan kom je vanzelf terug bij het beginpunt, waar ook de lantaarns weer zijn. Als afsluiting van de twee dagen Limburg hebben we een restaurant opgezocht in Maaseik, en daarna was het echt tijd om weer naar huis te gaan. Het is een bijzonder weekend geworden, met uitstekend weer, veel natuur, lekkere dingen en gezelligheid, en prima georganiseerd. Dit vraagt om een vervolg! 20
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
NATUURCAFÉ LELYSTAD door Arjan van der Veen Op 17 mei 2013 is het Natuurcafé Lelystad geopend. Met 14 enthousiaste bezoekers was het een geslaagde avond. Na de inloop van ca 30 minuten heeft Arjan een korte presentatie gegeven over bijen in de stad; een presentatie gemaakt voor een studiebijeenkomst van de Nederlandse Bijenhouders Vereniging. Met de interactieve discussie werd de presentatie wel net iets langer dan de geplande 30 minuten. Jeroen de Rond was aanwezig om vragen over wilde bijen te beantwoorden en voor wie interesse had, waren twee stereomicroscopen opgesteld om wat Lelystadse bijen te bekijken. Voor het vervolg zijn nog wat ideeën wat betreft thema’s: duurzaam tuinieren en maaibeleid. Als buitenlocaties voor juli en augustus zijn genoemd: ’t Zand, Kuststrook en Stuifketel. Heeft iemand nog ideeën dan zijn die natuurlijk welkom. En in het kader van ‘voor elkaar, door elkaar’ is natuurlijk hulp ook welkom. Wil je (kort) iets vertellen of een inleiding doen meldt dat dan even bij Arjan. Bij de Landelijke Insectenwerkgroep vragen we voor een weekend altijd aan de deelnemers om wat mee te nemen voor bij de koffie en/of bij de borrel. Lijkt me voor het Natuurcafé ook leuk als iedereen wat meeneemt. Het volgende Natuurcafé Lelystad is op 14 juni in het Rostock lokaal in de Hanzeborg, inloop vanaf 20.00 uur. Het thema is Duurzaam Tuinieren. Jaap Draaijer zal een inleiding verzorgen. De zaalhuur is voorlopig nog gesponsord, consumpties zijn voor eigen rekening. Geplande data in 2013: juli en augustus buiten, 20 september, 18 oktober, 15 november, 13 december. Op de hoogte blijven van Natuurcafé Lelystad? Stuur dan even een mail aan Arjan,
[email protected]. Volg Natuurcafé Lelystad via: Facebook https://www.facebook.com/pages/Natuurcaf%C3%A9Lelystad/435379409886791#!/pages/Natuurcaf%C3%A9Lelystad/435379409886791 of via Twitter @stadsecoloog320
21
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
EEN EXCURSIE OP SCHO KLAND Door Frans van Alebeek Op zaterdag 25 mei werden we ’s avonds op Schokland rondgeleid door Jos Huijzer, werkzaam bij het Flevolandschap. Het werd een ontspannen wandeling waarin allerlei onderwerpen de revue passeerden: orchideeën, sleutelbloemen, de geologie van het eiland, bosbouw, de geschiedenis van de bewoning en ontruiming van het eiland, gewoonten van de bewoners, vogels, zoogdieren, het weer, enzovoorts. Jos liet ons zien hoe de gevarieerde beplanting van het Schokkerbos een mooie afspiegeling is van de wisselende grondsoorten: zand, veen, keileem en klei. Zo zagen we hoe essen van zo’n 60 jaar oud op de klei een stamdoorsnede van wel 40 cm hadden, terwijl even oude essen op keileem amper 10 cm in doorsnede waren. Rondom Schokland zijn de afgelopen jaren veel werkzaamheden verricht om verdere verdroging, inklinking en verzakking van het voormalige eiland tegen te gaan. In de natte weilanden zagen we een lepelaar voedsel zoeken en hoorden we tureluur, grutto en kieviten. Boerenzwaluwen vlogen af en aan om mugjes te vangen. We zagen hazen en reeën voor ons uit lopen, en een sperwer op jacht. Bij de noordpunt van het voormalige eiland, bij de haven, verblijft het enige paartje steenuiltjes van heel Flevoland. Omdat het intussen was gaan regenen, kregen we geen kans om die grappige uiltjes te zien, maar we vonden wel twee verse braakballen. Al met al was het een heerlijke avondwandeling met veel leuke verhalen en wetenswaardigheden over dit eiland met een rijke geschiedenis.
22
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
WATERVLOOIEN EN -PLANTEN IN EEN POEL IN HET KARVEEL (LELY STAD) Door Martin Soesbergen. In januari 2011 werd langs een fietspad in het Gemeentebos bij Lelystad ter hoogte van Karveel 40 een poel opgeleverd. Gedurende het hele jaar 2011 werd maandelijks de ontwikkeling van de watervlooien en -planten gevolgd (Soesbergen, 2012). Deze bemonstering is gedurende 2012 voortgezet.
Vegetatie De eerste planten die zich na vier maanden vestigden (tabel 1) waren draadwieren van het geslacht Spirogyra. Zes maanden na aanleg volgde Gewoon kransblad (een kranswier) en de eerste hogere planten: Gekroesd fonteinkruid, Klein kroos en Liesgras. Daarna volgen Gewoon sterrekroos, Aarvederkruid en Blaartrekkende boterbloem. Veel soorten verschijnen even en verdwijnen al weer snel zoals Gewoon sterrekroos en Tenger fonteinkruid. De vegetatie wordt gekarakteriseerd door de blijvende soorten: Gewoon kransblad, Gekroesd fonteinkruid, Blaartrekkende boterbloem en De poel op 1 februari 2012 met Spiraalwier (Spirogyra). De combinaijsbedekking tie van Spiraalwier en Gewoon kransblad is kenmerkend voor hard en voedselarm water en de aanwezigheid van Gekroesd fonteinkruid wijst op matige voedselrijkdom (Simons et al., 1999). In de eerste helft van 2012 gaat Gewoon kransblad domineren en Gekroesd fonteinkruid verdwijnt. Aarvederkruid komt in de tweede helft van 2012 op evenals iets later een nieuwe soort namelijk Smalle waterpest. Deze twee soorten gaan de vegetatie domineren en dat wijst er op dat het water voedselrijker geworden is. Opvallend is verder dat ook na twee jaar er nog nauwelijks oeverplanten aanwezig zijn (tabel 1).
23
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Jaar Maand Spiraalwier Gewoon kransblad Gekroesd fonteinkruid Liesgras Klein kroos Blaartrekkende boterbloem Aarvederkruid Smalle waterpest Veelwortelig kroos Tenger fonteinkruid Gewoon sterrekroos OEVERPLANTEN Grote lisdodde Blauwe waterereprijs Fioringras Grote waterweegbree Riet
2011 2012 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 .1 1 3 12 7 5 1 1 1 1 2 2 3 3 5 5 5 2 1 1 45 40 30 15 2 8 30 50 55 60 70 80 50 30 10 4 1 2 20 10 5 1 .1 5 2 .1 .1 .1 1 1 1 .1 .1 1 1 3 3 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 4 1 1 2 3 25 30 40 45 50 15 30 45 35 20 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1
1
Tabel 1: de bedekking (% van het oppervlak van de poel) van de verschillende planten in de poel van april 2011 tot en met december 2012. Van januari t/m maart 2011 was er geen sprake van bedekking door vegetatie.
Watervlooien Jaar 2011 2012 Maand 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 44 10 3 3 Daphnia longispina 56 1 2 1 1 1 1 1 3 6 12 27 15 8 6 6 1 Simocephalus vetulus 30 2 1 2 4 3 5 2 27 55 70 95 Chydorus sphaericus 11 1 Pleuroxus truncatus 20 1 1 Acroperus harpae 12 1 Pleuroxus aduncus 10 35 22 13 4 Graptoleberis testudinaria 7 Ceriodaphnia quadrangula 6 1 1 1 Scapholeberis mucronata 1 2 Alona affinis 1 Alona quadrangularis 1 Eurycercus lamellatus 1 Bosmina longirostris s.l. 1 1 1 Ilyocryptus sordidus 1 Macrothrix laticornis Aantal soorten 2 11 4 2 1 1 1 1 2 3 0 5 3 3 2 6 5 4 3
Tabel 2: De waargenomen watervlooien van januari 2011 tot en met december 2012. Van januari 2011 t/m mei 2011 zijn geen soorten waargenomen. 24
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Het eerste jaar begon met de vestiging van twee soorten na een half jaar (tabel 2). In de maand daarna waren 11 soorten aanwezig. Tot nu toe zijn 15 soorten aangetroffen. Uitzonderlijk veel als je dat vergelijkt met onderzoek in Vlaanderen waarbij in 25 nieuw gegraven poelen meestal 24 soorten werden gevonden in de eerste 15 maanden. Het maximum aantal soorten na 15 maanden was 8 (Louette & De Meester, 2005; Vandekerkhove et al., 2005). 100 90 80 70 60
Bedekking vegetatie
50
Dichtheid watervlooien
40
Jonge vis waargenomen
30 20 10 0 1
3
5
7
9
11 13 15 17 19 21 23
Figuur 3: Het verloop van de vegetatiebedekking (%), het aantal soorten watervlooien en de aanwezigheid van jonge vis in de poel. In 2012 is er maar één nieuwe soort bijgekomen: Macrothrix laticornis een vrij zeldzame bodembewonende soort. Ook in 2012 werd weer jonge vis aangetroffen, het ging om Pos (Gymnocephalus cernuus). Door een hogere vegetatiebedekking hebben de watervlooien eerder in het jaar meer dekking en zijn de dichtheden hoger. Het effect van de vispredatie is minder sterk. Na augustus is geen jonge vis meer aangetroffen en gaat de dichtheid van de watervlooien snel omhoog. Met name Graptoleberis testudinaria profiteert van de dichtere vegetatie, het is een soort van dichte begroeiingen van vederkruid, hoornblad en waterpest (NotenboomRam, 1981). In tegenstelling tot de meeste andere soorten kan zij niet filtreren, maar schraapt ze bacteriën en detritus van het substraat. Het is de slak onder de watervlooien.
25
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 Tot slot In twee jaar tijd is de poel veranderd van een kale plas in een dichtbegroeide vijver. Het optreden van jonge vis heeft in het eerste jaar sterke effecten gehad op de dichtheid van de watervlooien. In het tweede jaar is vanaf het begin vegetatie aanwezig en lijkt de invloed van vis op de dichtheid van de watervlooien minder groot. Dit kan verklaard worden doordat er meer schuilmogelijkheid voor de watervlooien is in de dichte vegetatie. In het tweede jaar verandert de vegetatie sterk en wordt dichter. Van deze verandering in vegetatie profiteert Graptoleberis testudinaria. Dit jaar zal ik hooguit nog eens in het kwartaal een monster nemen in de poel.
Literatuur 1. Louette, G. & L. de Meester 2005. High dispersal capacity of cladoceran zooplankton in newly founded communities. Ecology 86(2): 353-359. 2. Notenboom-Ram, E. 1981. Verspreiding en ecologie van de Branchiopoda in Nederland. Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Leersum. 3. Simons, J., G.M. Lokhorst & A.P. van Beem 1999. Benthische zoetwateralgen in Nederland. KNNV Uitgeverij, Utrecht. 4. Soesbergen, M. 2012. Watervlooien en –planten in een nieuw gegraven poel in het Karveel (Lelystad). Lokvogeltje 38(1): x-y. 5. Spikmans, F. & J. Kranenbarg 2006.Herkenning zoetwatervissen. Stichting RAVON, Nijmegen. 6. Vandekerkhove, J., G. Louette, L. Brendonck & L. de Meester 2005. Development of cladoceran egg bank in new and isolated pools. Archif für Hydrobiologie 162(3): 339-347.
26
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
NIEUWS OVER DIER EN PLANT IN POLDERLAND Tekst: Nico Dijkshoorn
Ik zal in deze aflevering eens wat extra aandacht besteden aan de bomen en beplantingen in Flevoland. Misschien niet het meest interessante onderwerp, maar toch wel eens wat extra aandacht waard. Ik bedacht me onlangs dat we toch wel erg gemakkelijk voorbijgaan aan de fraaie beplantingen in Flevoland. Op veel plaatsen staan al forse bomen en je zou bijna vergeten dat dit landschap nog betrekkelijk jong is. De polder Oostelijk Flevoland is pas in 1957 drooggelegd en Zuidelijk Flevoland volgde in 1968. Zuidelijk Flevoland is dus nog maar 45 jaar oud. Aanvankelijk was het woest en ledig. Kale slikvlaktes en uitgestrekte ondiepe wateren. Al gauw werd dit 50.000 ha grote gebied door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders met riet ingezaaid om vestiging van onkruiden op het droogvallende slik tegen te gaan. Toch ontkiemden op grote delen van Zuidelijk Flevoland miljoenen wilgjes. Een indrukwekkend getal, maar als je 50 kiemplantjes op een vierkante meter hebt, staan er op een hectare al een half miljoen boompjes(..). Het merendeel van deze wilgjes is door concurrentie tussen de wilgjes en andere planten snel ter ziele gegaan. Later heeft de RIJP bij de ontginning van Flevoland op duizenden hectares poldergrond de wilgen doodgespoten, gerooid en verbrand. Op enkele plaatsen kregen de wilgenbossen de kans om zich verder te ontwikkelen. Dat is ondermeer het geval in het Wilgenreservaat aan de Knardijk, Het Wilgenbos nabij het gemaal de Blocq van Kuffeler en de wilgenbossen in de Lepelaarplassen. Ook in de Oostvaardersplassen kwamen zowel in het moerasgedeelte als in het later toegevoegde droge 27
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 gedeelte uitgestrekte wilgenbossen voor, maar deze zijn door de Grote grazers de afgelopen jaren merendeels vernield. Alleen tussen de spoorlijn en de Lage Vaart komen nog enkele stukken natuurlijk wilgenbos voor. Na het verwijderen van de wilgen heeft de RIJP weer miljoenen boompjes geplant. Dit vooral rond de dorpen en steden, want de ontwikkelaars van Flevoland vonden dat er in de nieuwe dorpen en steden een goed leefklimaat moest komen. Niet alleen nabij de dorpen zijn uitgestrekte bossen aangelegd, maar ook op grotere afstand van de bebouwing. Denk daarbij aan het Larserbos, Het Knarbos, maar ook aan de bossen langs de Randmeren. In totaal zijn duizenden hectares poldergrond voor het welzijn van de mens aangelegd. (De afgelopen jaren is een politieke rel ontstaan over het al dan niet aanleggen van het Oostvaarderswold; de robuuste verbindingszone tussen de Oostvaardersplassen en het Horsterwold. De omvorming van ca. 2000 ha bouwland tot een natuurstrook met bossen, waterpartijen, recreatieterreinen e.d. bleek niet haalbaar. In de beginjaren van Flevoland heeft men dit “gewoon” even intern geregeld.) Om die duizenden hectares bos te kunnen inplanten, had de RIJP in het Roggebotse bos zelfs een eigen boomkwekerij. Dat bood de mogelijkheid om de teelt van bomen goed af te stemmen op de vraag van de plannenmakers en men had de kwaliteit in eigen hand. In Flevoland zijn in het begin vooral veel populieren aangeplant. Een boomsoort met een snelle groei die dus al snel een aantrekkelijk bosbeeld kon bieden. Daarnaast kan al na vijftien jaar een deel van het hout worden geoogst en kan vervolgens gespreid over de tijd voortgegaan worden met de omvorming van de pionierbossen naar bossen met meer duurzame soorten. De populier is een boomsoort die veel licht nodig heeft en daarom in een ruim plantverband moet worden aangeplant. Betrekkelijk goedkoop in aanplant, maar toch wel met als nadeel dat de bomen allemaal in rijen staan. De mensen van de RIJP hebben dat effect nog versterkt door de populieren nauwgezet in bepaalde plantverbanden te plaatsen. Wanneer men wat slordiger te werk was gegaan en de plantmachines wat ruime bochten had laten maken, zou dit rijeffect veel minder opvallend en voor velen minder storend zijn geweest. Naast een grote oppervlakte bos is door de RIJP ook veel laanbeplanting aangebracht langs de wegen in Flevoland. Ook daar is een groot deel van de populieren inmiddels geveld en door andere soorten vervangen. Op 28
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 sommige plaatsen is het landschapsbeeld daardoor opnieuw opener geworden. Langs sommige wegen zijn al in het begin geen populieren, maar andere boomsoorten aangeplant. Zo hebben er tot voor een tiental jaren geleden langs de Meerkoetenweg ten zuiden van Lelystad een imposante laanbeplanting van iepen gestaan. Maar door iepziekte moesten er geregeld bomen worden geveld en heeft men besloten de iepen door eiken te vervangen. Nu staan daar boompjes die in vergelijking met de iepen slechts dwergjes zijn en dan dwergjes met een slechte stamvorm. Mogelijk is dit veroorzaakt doordat de toppen van de eikjes het gewicht van de buizerden -die hier vaak in de top van de boompjes gingen zitten- niet konden dragen, maar ook zou het kunnen zijn, dat hier plantmateriaal van slechte kwaliteit is gebruikt. Tot voor enkele jaren waren beheerders verplicht zieke iepen te verwijderen en te ontschorsen om te voorkomen dat de iepespintkever de iepziekte naar andere iepen kon overbrengen. Sinds het vervallen van deze vellingsplicht gaan sommige beheerders erg laks om met de iepziekte en blijven zieke en dode iepen lang staan. De uit deze zieke bomen kruipende iepespintkevers krijgen dus alle gelegenheid om zich over de laanbeplantingen te verspreiden en de schimmel naar nog gezonde iepen over te brengen. Een triest voorbeeld van verwaarloosde laanbeplantingen zijn de iepenlanen langs de Adelaarsweg en de Nijkerkerweg. De betreffende beheerders doen niets aan het opruimen van de zieke iepen. Pas als de bast in grote lappen los aan de stam hangt, worden de bomen omgezaagd en ook dan nog laten de beheerders de dode stammen liggen. Toch wel een zeer opmerkelijke vorm van beheer. Naast de iep zijn er andere boomsoorten die door ziekten en plagen belaagd worden. Zoals bijvoorbeeld de wilg. Deze is gevoelig voor de watermerkziekte. Ook hier is de boosdoener een bacterie die de houtvaten verstopt, waardoor de takken in de top van de boom beginnen af te sterven. Meestal een proces van enkele jaren en wanneer de beheerder tijdig ingrijpt en de aangetaste takken verwijdert, kan de boom meestal voor verder verval worden behoed. Ook de bekendste wilg van Flevoland, de schietwilg op het voormalig werkeiland Lelystad-haven, is enkele jaren geleden besmet geraakt. De beheerder heeft hier wel ingegrepen, maar te lang gewacht en te voorzichtig geweest bij het wegzagen van de zieke takken. Er zitten nog steeds zieke takken aan de boom en ik verwacht dat deze boom het daardoor niet zal redden en binnen enkele jaren uit het landschapsbeeld zal verdwijnen. Dat zal ook gaan gebeuren met veel paardenkastanjes. Ook hier is enkele jaren geleden een ernstige ziekte tot ontwikkeling gekomen: de kastanje29
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 bloederziekte. De ziekte openbaart zich met donkere plekken op de stam, waar een donkerrood stroperig sap uit sijpelt. Het schijnt een bacterie te zijn, maar welke bacterie het is en hoe de ziekte kan worden bestreden is nog onduidelijk. Gevreesd wordt dat de helft van de paardenkastanjes de komende jaren zal sneuvelen. Spijtig omdat de paardenkastanje in het stedelijk gebied een belangrijke rol speelt. Naast populieren en iepen hebben de landschapsarchitecten in Flevoland relatief veel laanbeplantingen met lindes aangeplant. Zo staan er in Lelystad ondermeer lindes rond het Stadshart, langs de Bosweg in het Zuigerplaspark en langs de provinciale weg tussen Lelystad en Harderwijk. Waar deze voorliefde voor lindes op gebaseerd is, is mij onduidelijk. Of het zo’n goede keuze is geweest, is de vraag. De beworteling van de linde is slecht en in de loop der jaren gaan veel lindes scheef staan. Wanneer u een laanbeplanting ziet met veel scheefstaande bomen of opengevallen plaatsen (omdat men de scheefstaande bomen al omgezaagd heeft) is de kans erg groot dat het om lindes gaat. Wat dat betreft kunnen de beheerders van de weg naar Harderwijk de komende jaren hun lol op: deze rijen met lindes staan haaks op de in Nederland overheersende windrichting. Zo, genoeg gezegd over de bomen in Flevoland. Nog even iets over de gebruikelijke items. Na de vrij koude en sneeuwrijke winter duurde het lang voordat er sprake was van echt lenteweer. Door hogedruk boven Scandinavië overheersten de oostenwinden. Vooral eind maart stond er dagenlang een schrale harde noordoostenwind en vroor het in de nacht op sommige plaatsen nog matig en viel er af en toe wat sneeuw. Ook de maanden daarna bleven kil. Ondanks de wereldwijde stijging van de temperatuur beleefde Nederland een koud voorjaar. Mei was de vijfde maand op rij met lagere temperaturen dan normaal. De natuur loopt daardoor nog steeds twee weken achter op wat gebruikelijk is. Door het koude voorjaar lijkt het ook een slecht voorjaar voor de insecten. De afgelopen weken heb ik betrekkelijk weinig vlinders, hommels, wespen e.d. gezien. Ook weinig rupsenvraat. Dat kon voor veel zangvogels toch wel een probleem zijn bij het op conditie komen voor de eileg en het grootbrengen van de jongen. De vogels bleven dit jaar dan ook lang op de vetbollen en pindanetjes afkomen. Zoals te verwachten was, hebben de ijsvogeltjes het deze langdurige winter zwaar te verduren gehad. Er worden slechts op enkele plaatsen ijsvogeltjes waargenomen. In de Lepelaarplassen heeft minstens één paartje ijsvogels met succes het eerste legsel uitgebroed. De woudaap heeft zich in mei wel een enkele 30
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 maal laten horen in de Kwelzone van de Lepelaarplassen, maar heeft hier waarschijnlijk niet gebroed. Roerdompen lieten zich dit jaar wat weinig horen, dus ook deze lijken een slechte winter te hebben gehad. Met de lepelaars en grote zilverreigers lijkt het in de Oostvaardersplassen goed te gaan. Ze zijn ook dit jaar door de aalscholvers van het wilgeneilandje in de Grote plas verdreven, maar lijken succesvol te broeden in het rietland in de westpunt van de Oostvaardersplassen. Met de aalscholvers lijkt het wat minder te gaan. Aanvankelijk waren in de wilgjes in het westelijk deel van de Grote plas honderden nesten gevestigd, maar het zag er daar de afgelopen weken nogal rustig uit. Ook de aalscholverkolonie in de Lepelaarplassen lijkt in aantal achteruit te gaan. De aalscholvers in de bomen nabij de Lepelaarhut worden door een boommarter lastig gevallen en hebben dit deel van het terrein verlaten. De zeearenden hadden een goed jaar. In het Roggebotsebos werd een jong groot en van een ring voorzien. In de Oostvaardersplassen zagen twee jongen het daglicht, maar zij werden dit jaar vanwege de moeilijke terreingesteldheid niet geringd. Al enkele jaren wordt het rietland van de Oostvaardersplassen door ruiende grauwe ganzen en rietstengelboorders zwaar aangetast. Vorig jaar zag het rietland er tot ver in juli winters uit. Alle uitlopende rietscheuten waren door de rietstengelboorderlarfjes aangetast. Ook dit jaar lijkt het niet goed te gaan. Ook nu zijn (9 juni 2013) de rietvelden zwaar begraasd door de ganzen en lijken ook de stengelboorders massaal de winter overleefd te hebben. Riet is een krachtige plant die veel kan verdragen, maar deze jarenlange aantasting zal waarschijnlijk leiden tot een verdere afname van de rietoppervlakte. Momenteel wordt gewerkt aan een beheerplan voor dit Natura 2000-gebied. Waarschijnlijk zullen hierin plannen worden gepresenteerd om een deel van de Oostvaardersplassen óf het totale gebied enkele jaren droog te laten vallen. Het droog laten vallen van het westelijk deel lijkt mij een prima maatregel. Dan kan het riet zich herstellen. Maar zou men besluiten tot een drooglegging van het gehele gebied, dan kan dat grote nadelige gevolgen hebben voor de broedvogels van het moeras, zoals de lepelaar, de roerdomp en de bruine kiekendief. De waterstand in de Oostvaardersplassen lijkt -ondanks de vele regen in mei- lager dan in voorgaande jaren. Waarschijnlijk een gevolg van veel waterafvoer tijdens langdurig harde noordoosten winden dit voorjaar. In de noordoostelijke punt van de Grote plas vindt veel opslibbing plaats. Daar staat op dit moment een hoekje moerasandijvie prachtig in bloei. Deze plant stelt zeer specifieke eisen aan de groeiplaats en is daardoor in heel Europa zeldzaam. In de beginjaren van Flevoland is de moerasandijvie massaal ontkiemd op de drooggevallen polderbodem, 31
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013 maar daarna sterk afgenomen. Dit hoekje moerasandijvie groeit op een goed zichtbare plaats. Er zijn andere moerasandijvieveldjes die niet zo goed zichtbaar zijn. Die groeien op een oeverwal aan de zuidzijde van de Grote plas. Hier wordt tijdens harde wind steeds nieuw slib afgezet en dit vormt een geschikte ontkiemingsbodem voor de moerasandijvie. Waarschijnlijk is deze oeverwal een van de fraaiste stukjes van Flevoland. Het aantal kwartelkoningen in Flevoland is tot op heden wat teleurstellend. Slechts op twee plaatsen werd een kwartelkoning gehoord, waaronder in het stukje ruige vegetatie op het bedrijventerrein Larserpoort. Dit jaar zijn geen kwartelkoningen gehoord in Natuurpark Lelystad en de Burchtkamp. De weidevogels hadden dit jaar een redelijk seizoen op het Trekvogelgraslandje en de Natte graslanden van de Lepelaarplassen, in het Gruttoveld in Zuidelijk Flevoland en het natuurontwikkelingsproject De Rotterdamse hoek in de Noordoostpolder. Zelfs op de graslanden in het droge deel van de Oostvaardersplassen broedden dit jaar enkele kieviten en tureluurs. Door het schrale voorjaar bleef het op deze graslanden lang kaal. De grote grazers in de Oostvaardersplassen moesten dit voorjaar dan ook lang wachten op het beschikbaar komen van voedsel. Tot eind april moesten de beheerders uitgehongerde dieren afschieten. Uiteindelijk zijn er deze winter ongeveer 1700 herten, koeien en paarden gesneuveld. Merendeels afgeschoten, maar toch zijn er veel dieren door gebrek aan voedsel gestorven. Ook in het moerasgedeelte lopen inmiddels vele tientallen herten. Waarschijnlijk hebben juist deze dieren het erg zwaar te verduren gehad. De graslanden in de Oostvaardersplassen zien er nu weer groen uit, maar het gras is nog erg kort. Het lijkt erop, dat de groeicapaciteit van grassen, riet en kruiden door de al jaren durende overbegrazing afneemt. De voorstanders van de Grote grazers ijveren nog steeds voor uitbreiding van het begrazingsgebied met ondermeer een groot deel van de Hollandse hout. Wat er dan van dit bos overblijft kunnen we nu al zien aan de Almeerse kant van de Oostvaardersplassen: een verwoest bos, sterke afname van de natuurwaarde en veel beperkingen aan de toegankelijkheid voor bezoekers. De inplant van de bossen heeft de belastingbetaler destijds veel geld gekost. Als dit opgeofferd wordt aan de modegril van begrazing, is dit ondermeer kapitaalvernietiging. Niet doen dus!!! Hopelijk weet de Gemeenteraad van Lelystad zich staande te houden onder de druk vanuit Den Haag. Lelystad, 9 juni 2013.
32
Lokvogeltje 39-2 t juni 2013
INHOUDSOPGAVE Nieuws uit de vereniging .......................................................................... 1 Wie komt ons helpen? .......................................................................... 1 Financieel overzicht Soortenzoekdag 2012 .......................................... 2 De 2e Soorten-zoekdag van Lelystad, op 29 en 30 juni a.s. ................. 2 Ledenmutaties ...................................................................................... 3 Agenda ..................................................................................................... 3 Horen zien en schrijven ............................................................................ 5 Ottersporen in het natuurpark .................................................................. 7 Op ontdekkingstocht in Limburg ............................................................. 11 Natuurcafé Lelystad ............................................................................... 21 Een excursie op Schokland .................................................................... 22 Watervlooien en -planten in een poel in het Karveel (Lelystad) ............. 23 Vegetatie............................................................................................. 23 Watervlooien ....................................................................................... 24 Tot slot ................................................................................................ 26 Literatuur............................................................................................. 26 NIEUWS OVER DIER EN PLANT IN POLDERLAND ............................ 27 Inhoudsopgave ....................................................................................... 33
33