Kogelgeweren Buksen Getrokken loop 1 kogel tegelijk Lichtere kogel (7 mm = 10g)-‐ Sneller (850 m/s) • preciezer, sneller è groter bereik
Hagelwapens Gladde Loop Honderden projectielen Zwaardere kogel (12 kal = 32g) Trager (380 m/s)
Er zijn verschillende soorten Buksen • 1 loop • meerdere kogellopen • gecombineerde lopen
Indeling van Buksen 1. Buksen met 1 loop Repeteerbuks o Er moet een handeling gedaan worden elke keer er opnieuw geschoten wordt (huls verwijderen en nieuwe kogel in de kamer) o als er een handeling gedaan moet worden è Geen beperking in aantal kogels in de lader (losse lader of vast) èAlleen als manueel, als automatisch: 2 in lader, 1 in loop o voorbeelden van handelingen § grendelkarabijn § hefboomsysteem § pompsysteem zoals riotgun (kom je niet veel tegen) o onbeperkt aantal kogels hierin • kiploopbuksen o openen zoals een kiploop van een hagelgeweer o 1 kogel in de kamer doen, terug sluiten en schieten • Blokbuksen vb examenvraag: hoeveel kogels mogen er in een ladder van repeteerbuks, andere geweren,…. • Zelfladers o meerschotswapen => 2 schoten achter elkaar kunnen afgeschoten worden o Max 1 kogel in de loop, 2 in niet afneembare lader o Examen: goed lezen wat de vraag is: hoeveel kogels in lade(2)r? of in heel het geweer (3) •
2. Buksen met meer dan een loop •
dubbelbuksen /express karabijn o 2 aan elkaar bevestigde lopen § Juxtaposé = 2 lopen naast elkaar § Superposé = 2 lopen onder elkaar o 2 lopen met hetzelfde kaliber o wordt minder accuraat als loop opwarmt
3. Gecombineerde wapens
• •
• • • •
= vuurwapen met minstens 2 lopen, waarbij zowel kogel als hagelloop voorkomt Vooral belangrijk als je zowel grofwild als klein wild kan tegenkomen. Verschillende combinaties mogelijk buksdrilling o 2 lopen hagel, 1 kogelloop Mixte / buksgeweer o 1 hagel 1 kogel o er is een mechanisme dat bepaald welke loop geschoten wordt Expressdrilling o 1 hagel, 2 kogellopen (zelfde kaliber) boxdrilling o 2 kogellopen met verschillend kaliber + 1 hagelloop vieerling o 2 Kogel + 2 hagel ….
Onderdelen van een Buks • • • • •
Kamer overgangsconus loop grendelhuis kolf
1. Buksloop • • •
•
• • •
dikke wand cilindrisch è even grote diameter aan kamer als aan uitgang. voorzien van groeven o velden: kleinste diameter o trekken: grootste diameter Functie van de groeven: o Roterende beweging aan kogel geven o stabielere baan voor kogel Trekken/velden lopen spiraalvorming over de binnenzijde van de loop o de lengte van 1 omwenteling = spoedlengte / spoed Kogel moet tussen de velden en in de trekken passen o zodat kogel luchtdicht is, explosiegassen niet weg kunnen Kaliber staat altijd op kogel, nooit met ander kaliber schieten
OPM: polygoonloop = afgerond 4 of 6 hoekig profiel in loop ð ook spiraalvormig è ook rotatie van de kogel ð voordelen
o o o
betere gasdichte afsluiting minder weerstand + slijtage eenvoudiger te maken/poetsen
2. de Kamer •
Kamer is veel dikker dan de loop o Moet de enorme druk van de ontploffing het patroon aankunnen o Druk bij explosie: 3000-‐4000 bar
EX: wat is de druk in de kamer bij het afschieten van een projectiel •
Kamer sluit aan op de loop mbv overgangsconus o conus vangt de kogel eigenlijk op in een soort van trechter o als patroon afgevuurd=> huls rekt => extra luchtdichte gasafsluiting o Conus zorgt ook dat de druk de eerste momenten na het afvuren niet te hardt zou stijgen (wel het geval als direct in de trekken en velden zit)
3. Het grendelhuis Verbindt loop met o kolf o veiligheidsmechanisme o kijker o magazijn • grendel zelf o bevat nokken die precies in uitsparingen van grendelhuis passen § Vergrendeling van de kamer langs achter • Bevat trekkermechanisme + veiligheidsmechanisme A) Het trekkermechanisme • een standaardtrekker heeft tegendruk van 1-‐2 kg o als te veel: afwijking bij het vuren o als te weinig: kan geweer te vroeg afgaan •
Examen: tegendruk van trekker? • op sommige geweren een voorspanner 1) het Duitse systeem (met dubbele trekker) • voorspanner = achterste trekker • eerst aan achterste trekker trekken è trekkerdruk van voorste trekker verlaagt • Waarom? o vooral bij jagen gemakkelijk dat je met minder bewegingen moet doen o vooral veraf (kleinste beweging heeft effect op raken van doel) o minder nodig bij kortbij • Daarna kan je de trekker met minder tegendruk instellen o Wel oppassen dat druk niet te laag ingesteld => geweer mag niet zomaar afgaan met neerzetten bv 2) het Franse systeem (met 1 trekker)
• •
zelfde als vorige maar met 1 trekker trekker naar voordoen om voor te spannen.
B) Het veiligheidsmechanisme • = belangrijk bij een buks • zo moet je hele geweer laden als je een stuk wild ziet, maar is je geweer niet altijd gespannen • 2 soorten o trekkerveiligheid: blokkeert trekker § vaak aan de trekker (knopje aan de beugel) § veel bij subautomaten o slagveiligheid § blokkeert slagveer, hamer of slagpin § zodat niet kan afvuren • wit = veilig, rood = gevaar • Veiligheidssystemen o is belangrijk maar niet te vertrouwen o alleen gebruik van maken als in jagende houding o anders geweer ontladen • Wanneer is een geweer wel zeker? o kiploop: gebroken + ongeladen o grendelkarabijn: open grendel + ongeladen o Wapen altijd in veilige richting (maw, omhoog)
4. de kolf • • •
bij grendelbuksen meestal uit 1 stuk volle lade: volledige loop uit hout omringd halve lade: deel van de loop nog vrij
Bukspatronen • • •
eenvoudiger dan hagel grotere kruitlading geen prop (examen)
1. De huls •
•
Functies o gasdichte afsluiting vormen bij afvuren (= belangrijkste functie) o kruitlading bij elkaar houden o kogel voor trekken/velden positioneren o bevat slaghoedje 3 soorten hulzen o Randhuls § heeft randje aan het uiteinde
§ § §
bij bijna alle kiplopen !!!!! rand om huls in de kamer te dragen (tegen te houden zodat er niet doorvalt eigenlijk) ook als aangrijppunt voor ejectie-‐mechanisme
BELANGRIJKE OPM: randhuls is niet hetzelfde als randvuurpatroon Randvuurpatroon • • • •
geen slaghoedje ontsteking door inslag op de rand vooral kleine kalibers VERBODEN VOOR DE JACHT o Groefhuls § heeft een geul op het einde § heeft steun in de kamer van thv schouder vd huls o Gordelhuls § heeft een geul en dan nog een verhoging (figuren zie nota’s) § extra steun (gordel + schouder) è zwaardere kalibers § groef en gordel vooral bij grendelbuksen en zelfladers
2. De kogel zelf •
Diameter van de kogel bepaalt het kaliber van het patroon
Europese kaliberaanduiding •
Vb:
7 x 64 = kogel van 7 mm dik en een huls van 64 mm • •
vb:
als niets achterstaat => groef of gordelhuls randhulzen krijgen nog een R in het kaliber
7 x 64 R = kogel van 7 mm met een randhuls van 64 mm •
vb:
kogeldiameter x lengte van de huls o lengte van de huls = maat voor de hoeveelheid kruit o hoe groter 2e getal, hoe meer kracht erachter zit
Soms ook naam van fabrikant vermeld
6.5 x 54 Mauser = 6.5 mm dik, 54 mm lange huls van firma Mauser
OPM: kaliber staat in loop van geweer gegraveerd. Nooit ander kaliber gebruiken dan wat in de loop staat => geen gasdichte afsluiting => vuurt niet af Ofwel: ontploffen van de loop. Amerikaanse aanduiding
• • • • •
• •
Zelfde systeem, vooral gebaseerd op kogeldikte Enig verschil: alle getallen staan in inch (duim) o 1 duim = 25,4 mm 2 benamingen worden op het examen veel door elkaar gebruikt hoe Amerikaanse herkennen: als er een punt voor staat => Amerikaanse benaming Vbn .22 kogel = 0.22 duim = ong 5.7 mm .234 win = 0.243 duim = 0.243 x 25,4 = 6.17 mm patroon van fabrikant winchester . 300 win mag = .300 van winchester in magnumeditie (meer kruit) .22 is meestal randmunitie = verboden tenzij het toch een slaghoedje bevat .30 – 06 springfield = 0.3 inch eerst gemaakt in 1906 Zien dat je goed kan omrekenen geeft eigenlijk alleen dikte van kogel, geen info over slagkracht e.d.
Zowel Amerikaanse als Europese kalibers gebruiken eigenlijk een benadering van het kaliber vb: .240, .243 en . 244 worden allemaal beschreven als .243 of 6.2 mm . 25, .250 en .257 => reëel 0.257 inch of 6.5 mm Een aantal belangrijke getallen Amerikaans .220 . 243 .300 .318 .358 .375
Europees 5.7 mm 6.2 7.6 mm 8.1 mm 9 mm 9.5 mm
ER IS 1 SPECIAAL GEVAL: de 8 mm kogel Normaal: 8 mm is eigenlijke afmeting 8.07 mm vb: 8 x 57, 8 x 57 R Maar Duitsers hebben een 8 mm patroon gemaakt dat iets groter is è aangeduid met een S vb: 8 x 57 RS Vaak ook nog een letter I of J (infanterie) Hoe 8-‐S patronen herkennen? -‐ -‐ -‐
heeft ALTIJD zwart/rood slaghoedje SOMS karteling in ring rond kogel S bij de patroonaanduiding
-‐
heeft een zwaardere kruitlading
8x57 JR op de loop è GEEN 8x57 JRS patroon gebruiken -‐ -‐
omgekeerd zou eventueel nog lukken, maar minder performantie aangezien niet volledig luchtdicht is ALTIJD schieten met patronen die op de loop staan
Wat kan er dus op een kogel staan? R: randhuls I/J: vaak bij 8 mm omdat oorspronkelijk voor infanterie S: extra grote 8 mm (8.2 ipv 8.07 mm) Snelheid van een kogel • • •
• •
Beginsnelheid (aan uiteinde van de loop) = 650-‐1200 m/s (Examen!!!!) 100 m vd monding: ong 100m/s gedaald hoe zwaarder projectiel, hoe minder snelheid verlies o Als afgeschoten onder hoek van 30° è 2 km ver (ev 6 km voor magnum patronen) daarom altijd in de grond schieten, wel oppassen voor afketsen op rotsen e.d. druk bij afschieten: 3000-‐4000 bar
Soorten Kogels •
•
Deelmantelkogels o langs voor niet volledig gesloten (een kleine opening is voldoende) o alleen voor de jacht o Gaat vervormen bij impact o vormt een soort van paddenstoel bij impact § geeft kinetische energie volledig over aan dier § groot uitschot § doel: snellere dood van dier o tegenwoordig: Mantel vaak zinklegering = hard gedeelte + kern (lood zorgt voor penetratie) = H mantelkogel Volmantel o alleen militair gebruik dus niet bij jacht o is volledig toe vooraan o vervormt niet bij inslag è verwondt alleen è verboden
Examen: Welke kogels zijn verboden -‐ -‐ -‐
zonder slaghoedje te klein kaliber volmantelkogels
Kinetische energie Wetgever geeft minimum energie voor dat een kogel nog moet hebben Hoe berekenen? Ekin = (m x v ²) / 2 Ekin = kinetische energie, in joule
m = massa van de kogel
v= snelheid van de kogel
è kinetische energie dus afhankelijk van massa en snelheid Je kan zo de kin energie berekenen aan de loop, 100 m vd loop, 200 m van de loop, …. Hoe heeft een kogel een dodelijke werking? -‐ Schokwerking op centraal zenuwstelsel -‐ Bloedverlies -‐ beschadiging van vitale organen o best te raken als dier in blad staat o = schouder + iets erachter
3. de patroonkeuze (wetgeving) = wettelijke voorschriften voor welke patronen te gebruiken voor jacht •
•
•
•
Bers-‐ en loerjacht op ree o getrokken loop o >5.6 mm kaliber o > 980 Joule op 100 m van loopmond overig grof wild o getrokken loop o > 6.5 mm o 2200 J op 100m van loopmond Drijfjachten everzwijn o > 8 mm kogel o = aangeraden, NIET VERPLICHT Jacht op overig wild o >5.6 mm o getrokken loop o geen minima voor kin energie
OPM: • •
in Wallonië = gladloopkogel toegestaan in Vlaanderen: enkel bij drijfjachten op grof wild
maar: in Vlaanderen eigenlijk geen drijfjachten toegestaan tenzij bij uitzonderlijke omstandigheden wel alleen op korte afstand o groot afstoppingsvermogen o maar minder accuraat o trager maar meer massa o
•
4. Kogelbalistiek Kogelbaan -‐ baan van kogel bepaald door zwaartekracht en luchtweerstand -‐ baan van kogel is dus parabool -‐ is heel afhankelijk van vorm, massa, diameter,… van kogel. Een kijker staat iets hoger è Baan en kijker op elkaar afstellen anders mis je zeker è laten inschieten zodat max 4 cm afwijking op normale afstanden
5. Richtmiddelen Open vizieren -‐ keep en korrel -‐ is vrij moeilijk: doel, keep en korrel moeten op 1 lijn zijn Richtkijker -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Optisch toestel met lenzen die vergroten kan zowel vast als afneembaar gemonteerd worden op buks Cijfers op vizier zijn belangrijk (=optische gegevens) betekenis van cijfers? vergroting x diameter van objectieflens (= grootste lens, = achterste lens, = verste van oog) o Diameter: bepaald hoeveel lichtinval je krijgt o hoe groter, hoe beter je kan kijken in het donker
vb: 4 x 32 = lens die vergroting 4 geeft en met een diameter van 32 mm vb: 2,5-‐10 x 32 = lens die van 2,5 tot 10 maal kan vergroten met objectiefdiameter van 32 mm Belangrijke punten bij kijkers • •
accuraatheid afh van montage: zorg dat goed gemonteerd is oogpunt: op 8 cm van bundelt al het licht uit kijker bij elkaar o altijd op ong 8 cm door kijker kijken § te dicht bij: kijker tegen uw oog => blauw oog
•
•
•
§ te ver: geen scherp zicht Gezichtsveld o = aantal meter dat je kan zien op een bepaalde afstand o hoe groter de zoom, hoe kleiner het gezichtsveld er zijn verschillende modellen o kruisdraad (dikke draad vooral handig bij weinig licht o puntjes o … Montage = belangrijkste oorzaak bij problemen bij inschieten
Inschieten • • •
altijd zelfde kogel gebruiken als waarmee je jaagt regelmatig laten inschieten zien dat kijker goed vastzit