g 3-4 ep ro
Loop rond met de hond IJsselstein
kunst- en cultuurmenu: Cultuurprogramma domein: Gebouwde omgeving discipline: Beeldend, audiovisueel
2012-2013
Colofon Dit is een uitgave van: Kunst Centraal Postbus 160 3980 CD Bunnik tel: 030 - 659 55 20 fax: 030 - 659 05 10 e-mail:
[email protected] [email protected] internet: www.kunstcentraal.nl Ontwikkeling: Theo Naessens Maart 2013 Eindredactie: Ariane van Heijningen Vormgeving: BMD, Bunnik Copyright: © Kunst Centraal, Bunnik Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kunst Centraal. Laatst gewijzigd: 14-3-2013
Colofon
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................ 4 Over het project..................................................................................................................................... 5 Lessenoverzicht...................................................................................................................................... 6 Proloog.................................................................................................................................................... 7 Les 1 Hondenleven ................................................................................................................................ 9 Les 2 Ik zie ik zie wat mijn hondje ziet ................................................................................................ 11 Les 3 Loop rond met de hond............................................................................................................... 13 Les 4 Waar ben je geweest, Hondje?...................................................................................................... 15 Bijlage Het maken van de ‘hondenblikcamera’
In structiefilmpjes Ik zie ik zie wat mijn hondje ziet Het maken van de ‘hondenblikcamera
Inhoudsopgave
Inleiding Cultuurprogramma Dit project maakt deel uit van het Cultuurprogramma, dat Kunst Centraal organiseert om leerlingen te laten kennismaken met hun culturele omgeving. De culturele omgeving is verdeeld in vier domeinen: professionele instellingen, amateur- en vrijwilligersorganisaties, bebouwde omgeving en landschap & natuur. Deze domeinen worden vanuit de verschillende vakdisciplines benaderd: dans, literatuur, muziek, beeldende vorming, drama, audiovisuele vorming en erfgoed, of een combinatie daarvan.
Domein Het project Loop rond met de hond valt binnen het domein ‘bebouwde omgeving’ en een beetje binnen het domein landschap en natuur
Discipline De discipline beeldende en audiovisuele vorming is gekozen als kunstzinnige invalshoek.
Doelgroep Dit project is gemaakt voor de groepen 3 en 4 in het primair onderwijs.
Doelstelling educatief materiaal De lessen in deze handleiding voldoen aan de kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie en de kerndoelen die aansluiten bij ‘jezelf en oriëntatie op de wereld’. Bij elke les staan specifieke lesdoelen beschreven, die hierbij aansluiten.
Korte inhoud U maakt voor de leerlingen een camera-hond, (of vraagt dit aan een ouder), u bespreekt met de klas wat er voor bijzonders aan de waarneming van honden is en gaat met de leerlingen filmpjes maken vanuit een afwijkend, laag standpunt. De gemaakte filmpjes worden samen bekeken en besproken.
Organisatie Eigen school, zelfstandig project.
4
Voorwoord
Over het project Het project Loop rond met de hond gaat over het verkennen van de (omgeving van de) school. U voert dit project zelfstandig uit. In dit project bekijken deze jonge leerlingen hun vertrouwde omgeving op een bijzondere manier. - De leerlingen leren dat mensen en dieren de gebouwde omgeving verschillend gebruiken en waarderen. - De leerlingen kijken naar deze omgeving door zich in gedachten in een hond te verplaatsen. - De leerlingen leren een klein (verhalend) filmpje over de kijkwijze van een hond te maken. In de eerste les inventariseert u met de klas wat er voor bijzonders aan de manier van waarnemen van honden is. Daarna oefent u het filmen met een kleine fotocamera (of mobiele telefoon) vlak boven de grond. In de derde les maken de leerlingen een kort filmpje van de tocht van hun camerahond, (of hondencamera) langs vertrouwde objecten in de directe omgeving van de school of het schoolplein. In de laatste les kijken de leerlingen naar elkaars producten en proberen ze te achterhalen wat er precies te zien is op de mini-filmpjes.
Digitaal lesmateriaal Alle lesmateriaal is via de website van Kunst Centraal te downloaden. Wanneer u dit boekje op het scherm leest kunt u de blauwe links in de tekst gewoon aanklikken.
Kwaliteit Wij vragen u nadrukkelijk na afloop van het project uw bevindingen met ons te delen via het waarderingsformulier. Uw reactie/waardering is voor ons stimulerend en richtinggevend bij de kwaliteitsverbetering van onze diensten. Het waarderingsformulier staat onderaan de pagina van uw gemeente op de website van Kunst Centraal. http://www.kunstcentraal.nl/waarderingsformulier-cultuurprogramma/
5
Over het project
Lessenoverzicht Les
Korte inhoud van de les Ter voorbereiding
Nodig
Proloog ‘Mag ik Rapke uitlaten?’
Bekijk en bespreek samen
Digibord, geluid
Les 1 Hondenleven
het filmpje ‘Mag ik Rapke uitlaten?’
De leerlingen vertellen
Controleer of het filmpje beschikbaar is
elkaar wat ze over honden weten
Meegebrachte foto’s Vraag de leerlingen met een hond om een foto mee te nemen
Les 2 Ik zie ik zie wat mijn hondje ziet
De leerlingen oefenen het rondlopen met de camera aan een plankje
Maak een hondenblik camera, organiseer een hulpouder of stagiaire
hondenblikcamera (zie bijlage 1) Cardreader of laptop aan het digibord met ingang voor een geheugenkaartje hulpouders
Les 3 Loop rond met de hond
De leerlingen maken buiten een minifilmpje met een kleine gebeurtenis
Hondenblik camera Hulpouder(s) organiseren
hondenblikcamera (zie bijlage 1) Cardreader of laptop aan het digibord met ingang voor een geheugenkaartje
Les 4 Waar heeft mijn hondje gelopen?
Samen de gemaakte filmpjes bekijken en kijken wat er gebeurd is en waar.
Zet alle filmpjes klaar op de computer.
Filmpjes, computer, digibord
6
Lessenoverzicht
Proloog
Mag ik Rapke uitlaten?
Doel: Tijd: Nodig:
De leerlingen leren wat een hond belangrijk vindt tijdens de wandeling. filmpje 7 minuten, bespreken 10 minuten beamer, digibord,
Voorbereiding Controleer of het filmpje ‘Mag ik Rapke uitlaten?’ beschikbaar is via internet en het digitale schoolbord. https://vimeo.com/67298900
Inleiding Introduceer het filmpje bijvoorbeeld alsvolgt. Ergens hier in de buurt woont een dierenarts. Hij heeft een hond die Rapke heet. Nou moet Rapke natuurlijk uitgelaten worden, iedere dag wel een paar keer. Op een dag was het erg druk; de wachtkamer zat stampvol. Er zaten 7 katten, een cavia met een zeer oor, een konijn met bloed aan zijn poot, 5 honden die rillend onder de stoel zaten en een papegaai in een kooi. En Rapke zat te piepen, want die moest naar buiten. De dierenarts zuchtte, wat moest hij nu toch doen. Toen zag hij zijn buurjongen Boaz op de stoep. Hij had een bal onder zijn arm stoen keek rond, net of hij iemand zocht om mee te spelen. De dierenarts deed het raam open en riep Boaz. Wil jij Rapke even uitlaten? Dat wilde Boaz wel. Weet je waar Rapke graag wandelt? Langs het grasveld, en dan links om de vijver, dat is een mooi rondje. Zo kon de dierenarts rustig zijn werk doen. De volgende dag kwam Boaz na school langs en belde aan. Mag ik Rapke weer uitlaten? En zo begon het. De kinderen uit de buurt zagen Boaz met de hond lopen en waren een beetje jaloers. Zij wilden ook met de hond wandelen, want Rapke was een lieve en vrolijke hond. Soms liepen ze met Boaz en Rapke samen te wandelen, een blokje om de vijver, langs de school of even langs het winkelcentrum. Zo kon Rapke wel 4 keer op een dag wandelen, want er kwamen steeds meer kinderen die het wel wilde. En, dat vond Rapke heel erg fijn!
Kern Bekijk samen het filmpje. Wat gebeurt er allemaal onder weg? Wat hebben de leerlingen geleerd over honden? Wat vinden honden leuk? Wat is niet zo goed voor een hond? En kunnen honden zelf oversteken? Op de film zie je Boaz wandelen met Rapke. Maar soms is het of je door de ogen van Rapke kijkt. Bekijk het filmpje nog een keer en vraag de leerlingen wanneer je (zogenaamd) door de ogen van de hond kijkt. (Bijvoorbeeld: steek je vinger op als je door de ogen van Rapke kijkt.)
Afsluiting Vertel de leerlingen dat ze de komende tijd filmpjes gaan maken over hoe een hond kijkt naar de wereld om hem heen, namelijk met een laag standpunt, met de camera vlak boven de grond.
Proloog ‘Mag ik Rapke uitlaten?’
7
8
Les 1 De kunst van het kijken
Les 1
Hondenleven
Doel:
De leerlingen leren over het gedrag van honden De leerlingen zijn in staat om hun eigen ervaringen met honden te formuleren en te luisteren naar de ervaringen van anderen over dit onderwerp 30 minuten meegebrachte foto’s van (eigen) honden
Tijd: Nodig:
Voorbereiding Vraag aan de kinderen wie er een foto van hun hond kan meenemen. Dan is er soms iets te kijken als ze gaan vertellen over hun honden.
Inleiding Introduceer het thema Wandelen met de hond. In Nederland wonen heel veel honden. Er zijn tien keer zoveel mensen als honden. Dus er zijn bijna twee miljoen honden in Nederland. Net zoveel als er mensen wonen in Amsterdam, Den Haag en Utrecht samen. Dat is heel veel. Die honden wonen bij mensen die voor ze moeten zorgen. Want een hond houdt van gezelschap. Hoe zit het met deze klas? Wat kunnen de kinderen vertellen over honden?
Kern 1. Wie heeft er in deze klas een hond? Wie heeft er een klein hondje? Wie een grote hond? En hoe hoog van de grond? Laat zien met je armen. 2. Honden hebben beweging nodig. Maar honden mogen heel vaak niet zomaar loslopen. Hoe gaat dat met jullie honden? Wie wandelt er met de hond? Ga je ook wel met vriendjes of vriendinnen samen met de hond wandelen? Waar gaan jullie meestal naar toe? Is de hond gehoorzaam? Moet je drukke wegen oversteken? Waar moet je op letten als je bij jullie in de buurt gaat wandelen? Wat vindt jullie hond leuk om te doen tijdens de wandeling? Mag de hond ook wel eens los? Is er wel eens iets gebeurd met de hond tijdens het wandelen? Gaan jullie altijd het zelfde rondje lopen, 3. Wat kunnen honden allemaal goed? Hard lopen, dingen apporteren, zitten, naast lopen, doodliggen. Maar vooral kunnen ze goed ruiken. Sommige honden kunnen wel één miljoen keer zo goed ruiken als een mens. En, ze kunnen ook ruiken of iets van links of van rechts komt. En vrouwtjeshonden kunnen beter ruiken dan mannetjes honden. Door te ruiken leert een hond van alles. Wij kijken vaak eerst naar dingen, honden snuffelen eraan. Ze kijken zou je kunnen zeggen met hun neus. Raadseltje: Een hond loopt langs een bos gras buiten. Tussen het gras ligt een konijn verstopt. Maar de hond doet niets. Waarom niet? Antwoord: Als het waait en de wind blaast de geur van het konijn juist van de hond af, dan ruikt de hond het konijn niet. Maar, als de wind omgedraaid is en de geur naar de hond toekomt, dan springt de hond in het gras en probeert hij het konijn te pakken.
Les 1 Hondenleven
9
Je doet dus een hond een plezier als je hem meeneemt naar plekken waar het interessant ruikwt, liefst naar andere honden. Waarom ruiken honden aan elkaar? Omdat ze van alles via de geurtjes te weten komen van elkaar. Of het een mannetje of een vrouwtje is, waar de hond geweest is, zelfs door de geur leren ze wie de baas is.
Afsluiting Vraag de leerlingen zich voor te stellen dat ze een heel klein hondje zijn. Zo groot als een teckel. Stel je voor dat deze teckel rondloopt. We noemen de teckel Lodewijk. Dan ziet Lodewijk de wereld heel anders dan wij grote mensen. Er zijn dingen waar een mens overheen kan kijken, maar Lodewijk de teckel niet. Een stenen muurtje waar wij op gaan zitten is voor een Lodewijk hoog! Maar een konijnenhol in de grond is voor Lodewijk een spannende tunnel. Dus als je rondloopt met Lodewijk ziet hij iets heel anders dan wij. Daar gaan we de volgende les iets mee doen.
10
Les 1 Hondenleven
Les 2
Ik zie ik zie wat mijn mijn hondje ziet
Doel:
De leerlingen leren dat het standpunt invloed heeft op een videoopname. Ze ervaren dat een camerastandpunt helpt om je te identificeren met een personage in een film. Ze verkennen met een videocamera de school op dierhoogte
. Tijd: Nodig:
90 minuten Voorbeeldfilmpje Ik zie ik zie wat mijn hondje ziet - halve liter melkpak, scherp mesje, viltstift, kleine fotocamera die ook video op kan nemen, theedoek of andere schone lap, plankje van ca. 60x11cm, breed plastic tape - bijlage 1 hulpouder of stagiaire aan te raden. - fotocamera met videostand - digibord, computer met mogelijkheid om video op te nemen.
Voorbereiding Maak op basis van het instructiefilmpje en/of bijlage 1 een houdertje voor een kleine fotocamera(of mobiele telefoon) die video op kan nemen en probeer het even uit. (Of vraag aan een ouder om zo’n doosje te maken.) Probeer ook uit hoe u filmpjes via de beamer aan de leerlingen terug kunt laten zien op het digiboard. Let op! Zorg dat er een leeg geheugenkaartje in de camera zit. En, kies bij voorkeur niet voor de hoogste kwaliteit video: dit neemt vaak enorm veel ruimte in op het geheugenkaartje. Haar hier zo nodig een collega bij die hier verstand van heeft!
Inleiding Bekijk samen het voorbeeldfilmpje dat we op straat maakten. Hoe zou het filmpje gemaakt zijn? Filmpje. 1.Als ik op straat loop en je ziet dit, dan is de camera hoog, net zo hoog als mijn hoofd. 2. Als je dit ziet dan is de camera wat lager, bijvoorbeeld zo hoog, ongeveer bij je buik. 3. En als je dit ziet zit de camera heel laag, vlak boven de grond. Net zoals de kop van een kleine hond, bijvoorbeeld Lodewijk. Wij gaan nu in de klas en in de school kijken zoals de kleine hond
Kern Door te ruiken leert een hond van alles. De dierenarts vertelde ons dat voor honden de wereld bestaat uit geur, dus uit alles wat je kunt ruiken. Natuurlijk kunnen honden ook kijken, maar ze kunnen veel beter ruiken. Daarom gaat een hond overal snuffelen; zo onderzoekt hij een kamer, een huis, de stoep, een lantaarnpaal, een mens, een ander dier. Eigenlijk alles wat ie tegenkomt. In het voorbeeldfilmpje zag je hoe onze ‘Lodewijk’, overal langsloopt, aan van alles snuffelt. Op het filmpje kun je dan zien wat hij gezien heeft. Dat gaan we oefenen in de school.
Les 2 Ik zie ik zie wat mijn hondje ziet
11
1. Doe voor wat de leerlingen daarna gaan doen. - éen leerling houdt de plank met de Lodewijkcamera vast, plank rechtop. - u zet de camera aan: opname is gestart. - schuif de camera terwijl hij opneemt in het kartonnen doosje - neem de plank van de leerling over - Lodewijk springt nu op de grond (voorzichtig) - Lodewijk gaat snuffelend langs de voeten van de kinderen door de klas - misschien praat u ondertussen tegen Lodewijk (“wat doe je nou Lodewijk, vind je die schoen soms lekker ruiken? Ga je nou weer mee?...” - Lodewijk springt weer op de tafel en u haalt de camera uit het doosje en stopt de opname. 2. Verbind de camera met de laptop, of wat vaak handiger is, haal het geheugenkaartje eruit en schuif het in de sleuf aan de zijkant van de laptop of computer aan het digibord. 3. Bekijk samen het filmpje. Laat na afloop de kinderen benoemen wat ze gezien hebben.
Opdracht: oefenen Nu gaan kinderen in groepjes van drie korte opnames maken. Ieder groepje gaat even kijken waar ze met de camera gaan lopen. Het moet een heel kort filmpje worden. Twee minuten is het maximum. Een volwassene start de camera en zet de camera in de houder, houdt de tijd in de gaten en stopt de opname. Zo weet je zeker dat er opgenomen wordt.
Afsluiting
12
Bekijk een aantal van de opnames terug. (Afhankelijk van de beschikbare tijd kunt u de groepjes ook terug laten kijken op de camera zelf.) Wat ziet er ‘echt’ uit en wat werkt niet? Vertel de leerlingen dat in de volgende les er buiten opnames worden gemaakt. En dat Lodewijk een klein wandelingetje maakt, op het schoolplein, of op de stoep in de buurt van de school. Laat ieder groepje alvast iets bedenken wat er onderweg kan gebeuren. bijvoorbeeld een ontmoeting met iemand die komt aaien, iemand die bang is voor de hond, een interessante geur bij een lantaarnpaal, snuffelen aan een andere hond, een knuffel hond waar Lodewijk heel bang voor is, etc.
Les 2 Ik zie ik zie wat mijn hondje ziet
Les 3
Loop rond met de hond
Doel:
De leerlingen kunnen het ‘kijken als een hond’ via de camera, toepassen bij een eigen verhaaltje
Tijd: Nodig:
30 minuten per groepje hondenblik camera hulpouders of stagiaire - fotocamera met videostand - digibord, computer met mogelijkheid om video weer te geven - eventueel cardreader voor het geheugenkaartje
Voorbereiding Zorg voor voldoende begeleiding. Zorg voor een opgeladen camera en een leeg geheugenkaartje. Spreek (met begeleiders, stagiares, collega’s) helder af wat de leerlingen buiten mogen en waar ze naar toe kunnen. Bedenk zelf een aantal dingen, personen, voorwerpen die ‘het hondje’ op het tochtje kan tegenkomen. Het is aardig als de leerlingen ook voorkomen in hun filmpje. Misschien kunnen de leerlingen van het groepje voor dat ‘het hondje’ het hokje verlaat even met het gezicht om de beurten vlak voor de opening komen en hallo ‘hondje’ , ik ben Karin, Sven, Steven..., zeggen. Daarna start de tocht.
Inleiding Bekijk indien nodig nog even samen het voorbeeldfilmpje dat we op straat maakten. Bedenk samen hoe een hond loopt en snuffelt. Lopen, stilstaan, snuffelen, lopen, stilstaan snuffelen... En als de hond de kans krijgt kan hij ook heeeel lang snuffelen! Spreek af hoe lang het filmpje mag duren. Laat een kind even iets voordoen in de klas en houd de tijd in de gaten. Misschien is een minuut als oefening al genoeg.
13
Kern Werkwijze ongeveer als volgt De volwassene 1. start de camera in het hok, 2. schuif de camera in het doosje, 3. draait de camera naar de opening: de kinderen komen met hun gezicht voor de opening en zeggen dag hondje, ga je mee wandelen?? 4. geef de plank over aan het kind. De leerling neemt het over 1. De hond stapt het hok uit, 2. loopt, snuffelt, loopt, komt iets tegen, loopt terug naar het hokje, klimt erin, Volwassene neemt het over camera draait naar de zijkant, uit het doosje, camera stopt Controleer met de leerlingen of de opname is gelukt. Klaar!
Les 3 Loop rond met de hond
Het plannetje Ieder groepje van 3 maakt een miniplannetje voor buiten. Waar begint de film. Waar staat dan het hokje? Waar loopt Lodewijk? Waar snuffelt hij/ zij aan? Wat komt Lodewijk onderweg tegen? Wie komt Lodewijk tegen?Wat gebeurt er? Praten de leerlingen ondertussen tegen Lodewijk? Is ze ondeugend? Een van de leerlingen kan het hokje meenemen en onderweg dragen en op een andere plaats neerzetten. Dan hoeft Lodewijk niet helemaal dezelfde weg terug te lopen. Volgorde Stel de volgorde vast. Neem het hok mee naar het startpunt en breng het nadat de opname klaar is mee naar binnen. Daarna een volgend groepje. Noteer zelf de volgorde van de groepjes, als er dan iets is misgegaan met het voorstellen dan weet u nog welk filmpje bij welke groep hoort. Attentie Pas op dat niet halverwege de opname de batterijen op zijn. De volwassene neemt indien mogelijk tijdens de opname reservebatterijen mee. De mislukte opnames meteen verwijderen, uithuilen en opnieuw beginnen!
Afsluiting Als alle opnamen geslaagd zijn vertelt u dat er de volgende keer er een filmvoorstelling komt. En, dat de kinderen elkaar niet verklappen wat ze gedaan hebben onderweg. Dat moeten de anderen tijdens het kijken ontdekken! Verzamel de geslaagde filmpjes in een mapje op de computer en kijk of ze te vertonen zijn. Schrijf de bestandsnummers bij de groepjes of geef de bestanden de naam van de leerlingen. 14
Les3 Loop rond met de hond
Les 4
Waar ben je geweest Hondje?
Doel:
De leerlingen bekijken elkaars filmpjes en begrijpen welk verhaaltje uitgebeeld is Ze ervaren de mogelijkheden en de beperkingen van de camera die laag boven de grond beweegt. Ze leren zich te verplaatsen in het standpunt van de lage camera Ze begrijpen welke route de camera heeft gevolgd. 60 minuten
Tijd: Nodig:
filmpjes van de leerlingen beamer, digibord, laptop of computer met cardreader geheugenkaartjes
15 Voorbereiding Zet de filmpjes klaar. Controleer geluid en volume. Als u problemen met afspelen hebt kunt u eenvoudig de VLC-player downloaden. Die speelt bijna alle soorten filmpjes af. http://www.videolan.org/
Inleiding Als het goed is hebben de leerlingen elkaar niet verklapt waar ze met hun ‘Hond’ gelopen hebben en wat ze onderweg zijn tegengekomen. Vertel de leerlingen dat ze gaan proberen te ontdekken waar de andere kinderen gelopen hebben en wat er onderweg gebeurde. Zonder te praten bekijken ze samen een filmpje en pas daarna geven ze hun commentaar
Les 4 Waar ben je geweest hondje?
Kern Stel bijvoorbeeld de volgende vragen. Wie zaten er in dit groepje? Vraag de kinderen precies te vertellen waar de makers van het filmpje liepen. Waar kwam de hond langs? Zeiden de kinderen iets tegen de hond? Was het een brave of een ontdeugende hond? Liep de hond langzaam of snel? Hoe weet je dat? Wat gebeurde er onderweg? Kwamen ze iets of iemand tegen? Waar snuffelde de hond aan? Leek het echt of je door de ogen van een hond keek? Hoe kwam dat?
Afsluiting Wanneer alle opnamen vertoond zijn vraagt u: Als je het nog eens over zou kunnen doen, wat zou je dan je dan willen filmen? Sommige plekken in de buurt van de school zouden misschien wel gevaarlijk zijn voor een hond. Weet je zo’n plek? Wat was goed gelukt? Zou je nog iets anders kunnen doen om het nog echter te maken? Hoe was het om zo bezig te zijn?
16
Les 4 Waar ben je geweest hondje?
Bijlage 1
Het maken van de ‘hondenblikcamera’
Organiseer een kleine digitale fotocamera die ook video op kan nemen. In principe kan het ook goed met een mobiele telefoon, maar vermoedelijk moet de ‘hondenblik camera’ dan iets anders uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld met een veel kleiner doosje, zoals het doosje van de bouillonblokjes. Het instructiefilmpje laat het stap voor stap zien. Ook handig om door te spelen aan een bereidwillige ouder. 1. Compactcamera Neem een leeg halve liter melkpak. Zet de compactcamera met de lens uitgeschoven, (dus aangezet) op het pak en trek de vorm om met een watervaste stift. Pas op, teken niet op de camera zelf, dat zou jammer zijn!Teken langs de zijkant van het pak naar beneden een stuk waar de lens straks doorheen kan kijken. Snij met een afbreekmesje de getekende stukken er uit. Het ziet er dan ongeveer zo uit. Spoel nu eerst het pakje nog eens goed uit, droog het met keukenpapier droog. Controleer of de camera er met de lens uitgeschoven goed in past. Snij een beetje bij indien nodig. Vouw een theedoek op en prop die tegen de achterkant van het pakje. Die zorgt er dan voor dat de camera tijdens het filmen op zijn plaats blijft zitten. Plak de doos met plastic tape aan een plankje vast. De tape kan als dat gemakkelijker is ook over de gaten vallen, die snij je gemakkelijk weer weg als de boel vast zit. 2. Mobiele telefoon Met een mobiele telefoon kán het ook. Het is zoeken naar een geschikt doosje. Voor de Samsung Galaxy S was een bouillonblokjesdoosje precies goed. Doe er tijdelijk een stukje triplex of dik karton in om het gaatje voor de lens te snijden, dat snijdt gemakkelijker. 3. De plank met het doosje er aan vast kan nog wat versierd worden. Wie kan er een mooie lodewijk opw schilderen/tekenen? Daarna kan die ook nog op de plank geplakt worden
17
Bijlage 1
vervolg
4. Neem een flinke kartonnen doos. Snij met een stanleymes een sleuf in de zijkant. Voeg attributen doe, samen met de kinderen om er een gezellig ‘hokje’ van te maken voor ‘het hondje’. Bij de video opnames die met ‘het hondje’ aan de stok opgenomen worden is het mooi als ze starten in het hok. Steun de plank/stok waar het cameradoosje aan vast zit in het hok met het gezicht naar de zijkant. Hou de camera of telefoon binnen de doos, met het gezicht naar de zijkant. Als je nu de camera aanzet en in de doos laat zakken heb je geen storende rommelige start op het filmpje. Nu pakt de leerling die gaat opnemen de hondenblik-camera over, draait hem naar de opening en laat hem door de deur naar buiten klimmen. Zo ‘verlaat’ hij echt het hokje. Bij terugkomst klimt hij weer het hok in, draait hij naar de zijkant, haal je de de camera er uit en stop je de opname.
18