Knetterende Letteren Het huistijdschrift van Luisterpunt September 2014
Inhoudsopgave: Op de Hoogte Opendeurdag in Luisterpunt De Stemmencommissie is benieuwd naar uw mening Sven Gatz, de nieuwe minister van Cultuur Minister-president Geert Bourgeois neemt onze kaartenmap over de Eerste Wereldoorlog in ontvangst Audiodescriptie bij Toneelhuis 25 procent korting bij Brussels Airlines Heerlijk ontspannend: ‘Het Janussyndroom’ van Pieter Aspe Heerlijk ontspannend: ‘Gaius’ van Johan De Boose Auteurs lezen voor: ‘De kunst van het vallen’ van Gaea Schoeters Het Neusje van de Zalm: ‘Dagboek van een dichter’ van Leonard Nolens Hedendaags: ‘The world book of love: het geheim van de liefde’ van Leo Bormans Historie. Historia. Twee boeken over Napoleon Deel 1: ‘Europeaan tegen wil en dank: in de voorhoede van Napoleons Grande Armée’ van Emiel Lamberts Deel 2: ‘Napoleons nachtmerrie: 1812: hoe de keizer en zijn soldaten ten onder gingen in Rusland’ van Johan Op de Beeck Deel 3: Skelet van soldaat gevonden bij Waterloo Een gesprek met Frans Denissen over de Decamerone van Giovanni Boccaccio U kunt nu luisteren naar het hoorspel ‘Het laatste bed’ van Hugo Claus
Op de Hoogte Opendeurdag in Luisterpunt Het is alweer twee jaar geleden dat we de deuren van onze bibliotheek in Laken wagenwijd opengegooid hebben. Ons Lustrumfeest vorig jaar –hoe leuk het er ook was- telt niet mee, want dat had plaats in Gent. Daarom dus en ook omdat we u graag zien, nodigen wij u uit om op zondag 30 november onze rangen te vervoegen. In de volgende aflevering van ‘Knetterende Letteren’ vertellen we u graag meer over het programma van onze opendeurdag.
De Stemmencommissie is benieuwd naar uw mening Dag. Mijn naam is Inés Verhoye. Voor een keer hoort u mij niet in de hoedanigheid van vaste inlezer van teksten voor ‘Knetterende Letteren’, maar in die van secretaris van de Stemmencommissie. In die commissie zetelen acht mensen die alle nieuwe stemproeven beoordelen. Daarnaast hebben wij drie jaar geleden alle inlezers op hun verdiensten beoordeeld. Sommige inlezers hebben wij toen te licht bevonden en die lezen niet langer boeken in. Hierdoor is de artistieke kwaliteit van onze Daisy-boeken erop vooruit gegaan. Toch zijn wij zeer benieuwd naar uw mening ter zake. Beluisterde u onlangs een Daisy-boek dat bijzonder goed werd ingelezen? Laat het ons weten. Beluisterde u onlangs een boek dat werd ingelezen door iemand wiens stem, uitspraak of manier van lezen u helemaal niet beviel? Laat ons ook dat weten. Met uw positieve of negatieve feedback zijn wij zeer gediend. Althans over Daisy-boeken met een boeknummer hoger dan 18.000. Dus over de Daisy-aanwinsten van de jongste drie jaren. Mijn e-mailadres is
[email protected] Of anders telefonisch op het nummer 070 2-4-6 070 en druk dan ‘3’ om een medewerker te spreken. Alvast bedankt!
Sven Gatz, de nieuwe minister van Cultuur Sven Gatz van de Open VLD is de nieuwe minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel in de Vlaamse regering. Uit dien hoofde is hij dus de voogdijminister van alle Vlaamse openbare bibliotheken en dus ook van Luisterpunt. Hij maakte al eerder kennis met onze bibliotheek. In 2009 las hij bij ons zijn boek: ‘Bastaard: het verhaal van een Brusselaar’ in. Daarin omschrijft Sven Gatz zichzelf als een bastaard. Hij vertelt ook hoe Brussel evolueerde naar een multiculturele samenleving, hoe de relatie is met het achterland, waarom vele mensen de stad ontvluchten, en hoe de verfransing en de verengelsing verlopen. Verder heeft hij het over de werkgelegenheid en het rijke culturele aanbod. Met zijn boek richt Sven Gatz zich tot iedereen die het leven in Brussel beter wil begrijpen. (…) Sven Gatz las zijn boek ‘Bastaard: het verhaal van een Brusselaar’ zelf in. Het duurt 4 uur en het boeknummer ervan is 15901. Een ander boek van hem dat we in Daisy-luistervorm hebben is: ‘De vier seizoenen van het Belgisch bier’. Er bestaan meer dan 1000 Belgische bieren in alle kleuren en smaken. Sven Gatz, die directeur van de Belgische Brouwers is, benadert deze rijkdom vanuit de onverwachte invalshoek der seizoenen. Brouwen was lang geleden immers een seizoensgebonden activiteit. Vandaag zijn daar nog steeds veel sporen van terug te vinden in de kleuren en de sterkte van de bieren. Daarom worden in deze bijzondere uitgave 100 Belgische bieren in de vier jaargetijden onderverdeeld, met informatie over smaak, historische weetjes en tips voor foodpairing. Een prachtig boek voor de bierliefhebber, een handig boek voor de bierontdekker. ‘De vier seizoenen van het Belgisch bier’ van Sven Gatz duurt 4 uur en het boeknummer ervan is 20813.
Minister-president Geert Bourgeois neemt onze kaartenmap over de Eerste Wereldoorlog in ontvangst Op 30 juli nam de kersverse minister-president Geert Bourgeois onze map met Twin Visionkaarten over de Eerste Wereldoorlog in ontvangst. Albert Keersmaekers, voorzitter van Luisterpunt en initiatiefnemer, stelde tevreden vast dat de minister-president heel enthousiast was. Geert Bourgeois hoopt (met ons) dat de map zoveel mogelijk wordt verspreid bij geïnteresseerde blinde en slechtziende personen, maar ook in bibliotheken en WOIbezoekerscentra. De map werd gerealiseerd met steun van de Vlaamse overheid, waarvoor dank! De eerste oplage telt 200 exemplaren. Op 18 september wordt de map officieel voorgesteld in het In Flanders Fields Museum in Ieper. U kunt de kaartenmap nog steeds bestellen bij Luisterpunt, ze kost 60 euro. Betalen kan op rekeningnummer BE20 7350 1946 5056 met als vermelding Groote Oorlog. Telefonisch bestellen kunt u via het nummer 02 423 04 12, een e-mail kunt u sturen naar
[email protected]
Audiodescriptie bij Toneelhuis Een bericht van Toneelhuis Toneelhuis vindt het belangrijk dat iedereen kan genieten van het Toneelhuisaanbod. Daarom blijven we inzetten op het toegankelijk maken van voorstellingen in de Bourla voor mensen met een handicap. Naast de reguliere voorzieningen voor personen met een handicap biedt Toneelhuis op matineevoorstellingen speciale voorzieningen aan voor personen met een visuele beperking. Elke matineevoorstelling bieden we audiodescriptie aan. Audiodescriptie is een techniek waarbij audiovisueel materiaal – van theatervoorstellingen, films en series tot voetbalwedstrijden en tentoonstellingen - toegankelijk gemaakt wordt voor mensen met een visuele beperking. Via hoofdtelefoons wordt bijkomende informatie gegeven over wat zich afspeelt op scène en niet duidelijk wordt door de dialogen. Vóór elke matineevoorstelling voorzien we een inleiding en stellen de acteurs zichzelf voor zodat u weet welke stem bij welk personage hoort. Afspraak telkens om 14u15 in de inkomhal van de Bourla. Uw begeleider mag gratis mee. VeBeS, Ahosa en Onder Ons-leden krijgen korting (€ 12 i.p.v. € 20 in Rang A). Heeft u een blindengeleidehond bij u, laat het ons weten. Op volgende data voorziet Toneelhuis een matineevoorstelling met audiodescriptie: Zondag 21 september om 15u. De blinden Toneelhuis| Ensemble van Toneelhuismakers en spelers De blinden is een gezamenlijk project van alle theatermakers en acteurs van Toneelhuis net zoals De geschiedenis van de wereld in 10 ½ hoofdstuk (2009) en Middenin de nacht (2011). De blinden (1890) is een stuk van Maurice Maeterlinck, tot nog toe de enige Belgische winnaar van de Nobelprijs Literatuur. Guy Cassiers wil samen met het hele Toneelhuisteam
van de enscenering een politiek statement maken over de verantwoordelijkheid van het individu en over de plek van de machthebber. Zondag 2 november 2014 om 15u. AUGUSTUS ergens op de vlakte Een productie van Toneelhuis, KVS en NTGent | met Olympique Dramatique Het theaterstuk August: Osage County van de Amerikaanse toneelauteur Tracy Letts dateert van 2007. Het won een jaar later de befaamde Pulitzerprijs, wordt sindsdien wereldwijd opgevoerd, en werd onlangs ook verfilmd. Samen met de Brusselse KVS en het Gentse NTGent zet Olympique Dramatique dit fantastische acteursstuk naar zijn hand. Met een stevige cast: Els Dottermans, Mieke De Groote, Sofie Decleir, Gilda De Bal, Mieke Verdin, Frank Focketyn, Willy Thomas, Johan Van Assche, Geert Van Rampelberg, Ben Segers en Nona Buhrs. Stijn Van Opstal en Tom Dewispelaere bewerken en regisseren. Guy Cassiers tekent voor vormgeving en regieassistentie. Zondag 7 december 2014 om 15u. Maria Stuart Een samenwerking van Toneelhuis & Toneelgroep Amsterdam | met regisseur Ivo van Hove Maria Stuart van Friedrich Schiller is een majestueus koninginnendrama waarin twee legendarische vorstinnen uit de Europese geschiedenis elkaar naar het leven staan: Elisabeth I van Engeland en de katholieke Maria Stuart van Schotland. In de regie van Ivo Van Hove (Toneelgroep Amsterdam) wordt Maria Stuart niet alleen een historisch drama over macht, ambitie en verantwoordelijkheid, maar ook een intiem portret van twee vrouwen gevangen in het keurslijf van hun politieke rol. Zondag 11 januari 2015 om 15u. Sirene Een productie van Toneelhuis| met regisseur Bart Meuleman Een meisje, van op haar hoge stoel, leest hardop de gedachten en de verlangens van de man die haar bespiedt. Ze praat, ze lokt, ze verleidt, ze bezweert, ze troost. Zal hij weggaan, of komt hij toch bij haar binnen? Zes jaar na The Bult and the Beautiful maakt regisseur Bart Meuleman met Sirene opnieuw een voorstelling die de diepte peilt van de erotische fantasie. Een kleine filosofische reis waarin de stem de hoofdrol speelt, een stem die beurtelings spreekt en zingt, maar altijd vervoert. Verdere info en tickets: Bespreekbureau Toneelhuis Orgelstraat 7, 2000 Antwerpen, 03/224 88 44 (di t/m vrij van 10u tot 18u, za van 14u tot 18u) Contactpersoon toegankelijkheid: Maya Van Puymbroeck: 03/224 88 33 Website: www.toneelhuis.be Tot zover het bericht van Toneelhuis.
25 procent korting bij Brussels Airlines De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid laat weten dat personen met een handicap korting krijgen op bepaalde vluchten bij Brussels Airlines. De korting bedraagt 25% op de laagst beschikbare prijs van de vlucht. Over welke vluchten gaat het?
“b.light” vluchten met als bestemming of vertrek Europa, “economy” vluchten met als bestemming of vertrek Afrika, Tel Aviv, Helsinki en Moskou.
Om van deze korting te kunnen genieten, reserveert u uw ticket via het telefoonnummer: 0902/51 600. Betalen kan aan de balie van de luchthaven, op vertoon van uw nationale verminderingskaart. Brussels Airlines zal u een termijn geven waarbinnen het ticket betaald moet worden. U kunt geen korting krijgen op:
“b.business” en “b.flex” vluchten van SN Brussels Airlines lange-afstandsvluchten van SN Brussels Airlines vluchten van partnermaatschappijen van SN Brussels Airlines.
Indien u begeleid wordt:
uw begeleider moet een ticket kopen aan het normale tarief uw blindengeleidehond mag gratis met u meereizen.
Als u alleen reist en u wenst geholpen te worden in de luchthaven en in het vliegtuig, kunt u hulp vragen aan Brussels Airlines. Doe uw aanvraag wel minstens 48 uur van tevoren. Voor meer informatie over reizen met een handicap bij Brussels Airlines, surf naar http://www.brusselsairlines.com/ Tot zover het bericht van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.
Heerlijk ontspannend: ‘Het Janussyndroom’ van Pieter Aspe Een open einde is in de thrillers van Pieter Aspe ongewoon. Om niet te zeggen compleet nieuw. Overigens heeft ‘Het janussyndroom’, zijn jongste misdaadroman met het trio Hannelore, Van In en Versavel, een weinig optimistisch einde met veel twijfel over de vraag of de echte schuldigen wel ooit voor de rechtbank zullen worden gedaagd en veroordeeld. Pieter Aspe keert zich sympathiek tegen alle vormen van hypocrisie. Maar dat is niet nieuw. Ook niet nieuw: Van In 'duvelt' zich weer te pletter, steekt zowat elke pagina een sigaret op, heeft ruzie met Hannelore en blijft geïntrigeerd over de vraag hoe homo's het doen. Ten slotte ontbreekt het ook niet aan een flinke dosis, dit keer soms gore seks. Het verhaal is vrij complex en begint met de verkrachting van Freya, de dochter van een rijke industrieel. Ze wordt aangerand door vier gemaskerde mannen. Maar er klopt iets niet. Later wordt ze nog eens verkracht door een man alleen. (…) Pieter Aspe. Het Janussyndroom. Speelduur: 9 uur. Boeknummer: 21589. Braille-enkel. 12 banden. Boeknummer: 16107.
Heerlijk ontspannend: ‘Gaius’ van Johan De Boose Gaius is een weergaloze historische roman over de worsteling met het lot en de liefde. De eerste eeuw na Christus. Gaius is een succesvolle ambachtsman die zich specialiseert in het bouwen van deus ex machina's voor het theater. Hij wil hogerop in het leven, maar in Sepphoris, vlakbij Nazareth, is dat niet vanzelfsprekend. Het is daar dat een verwende timmermanszoon, genaamd Jesjoea, opgroeit. In een wereld die in de ban is van rampen en onheil, nemen diens volgelingen snel in aantal toe. Gaius ondergaat. Tot hij op een dag door het hof van keizer Nero gevraagd wordt om naar Rome te komen. Vervuld van angst en hoop laat Gaius zijn geliefde achter, een christelijke prostituee. Op weg naar Rome reist hij langs de grote steden van zijn tijd: Efese, Pergamon, Athene. Hij beleeft er even wonderlijke, wulpse als wilde avonturen. Overal loert de catastrofe, maar Gaius weet telkens te ontkomen. Tot hij in Rome aanbelandt. Straks een fragment uit het boek. Eerst even luisteren naar wat Johan De Boose aan Joos van Radio 1 te vertellen had. (…) Johan De Boose. Gaius. Speelduur: 10 uur. Boeknummer: 21536.
Auteurs lezen voor: ‘De kunst van het vallen’ van Gaea Schoeters Gaea Schoeters rekt een liefdesverhaal dat goed is voor een novelle op tot een volwaardige roman. ‘De kunst van het vallen’ maakt zijn ambitie waar. Een conservatoriumstudente piano valt voor de echtgenote van haar docent compositieleer en raakt verwikkeld in een overrompelende affaire. De liefde is uitdagend zolang ze beperkt blijft tot hotelkamers en stiekeme signalen, maar als Maya haar man verlaat, blijkt hun relatie niet bestand tegen 'openlucht'. Maya keert terug naar haar huwelijk en duikt in een nieuwe affaire. De pianiste blijft gedesoriënteerd achter. Tot zover de proloog van ‘De kunst van het vallen’ van Gaea Schoeters. De passionele start is slechts een voorgeschiedenis. In de pagina's die volgen, zoekt de pianiste een uitweg uit haar emotionele impasse. In de armen van een jonge schoonspringer. En in die van zijn moeder. Als de vertelster aan het eind van de proloog aankondigt dat ze aan geheugenverlies lijdt, is dat al een waarschuwing dat wat volgt slechts een poging tot reconstructie zal zijn. ‘De kunst van het vallen’ analyseert de pijn van het gebroken hart en onderzoekt mogelijke scenario's om het te overleven in een worsteling met de tijd. De pianiste herkauwt haar leven en heeft aan één versie niet genoeg. 'Herinneringen zijn altijd fictie, zeker als ze echt gebeurd zijn.' Mogelijke werelden worden van elkaar gescheiden door leestekens. Details blijken daarbij belangrijk, en timing. Dat Gaea Schoeters erin slaagt om een verhaal op novellemaat uit te spinnen tot een roman heeft ze aan haar beheerste techniek en taalgevoel te danken. Het tempo ligt niet hoog, de gebeurtenissen zijn slechts minieme verschuivingen van pionnen, maar toch creëert het boek spanning. Het verhaal teert op toeval en herkenning - erg geslaagd zijn bijvoorbeeld de parallellen tussen de persoonlijke perikelen en de geschiedenis van de Sovjet-Unie -, maar maakt er tegelijkertijd komaf mee. 'Als dezelfde reeks noten telkens weer in een muziekstuk opduikt, is dat geen toeval, maar een motief. Toeval is een constructie, een verbuiging van de werkelijkheid tot de wenselijkheid; precies omdat het een manier van kijken is, kunnen we er desgewenst onze ogen voor openen of sluiten. Maar aan de wetten van de compositie valt niet te ontkomen.' In de compositie van de roman staan beeldclusters centraal: muziek, schoonspringen en diepzeeduiken, het Oostblok, de Koude Oorlog en de bijbehorende ruimtewedloop. Gaea Schoeters houdt de vergelijkingen waaraan de roman ophangt consequent vol en kleedt ze aan met originele beelden. Zo schrijft ze over de Praagse culturele elite, die tien jaar na de val van de Muur nog steeds blind is voor de valkuilen van hun nieuwe maatschappij… 'Zij hadden in de nadagen van de revolutie de geur van de hoop als Vicks onder hun neusgaten gesmeerd, en ademden die dag na dag koppig verder in.' De verborgen affaire is als de Vostok I waarmee Joeri Gagarin als eerste een baan rond de aarde maakte: zeven jaar lang draaiden ze rond in de dampkring van de realiteit…
'… luchtdicht afgesloten van de wereld in een capsule die precies groot genoeg was voor ons twee.' De plotse openbaarheid van hun relatie zorgt voor symptomen van duikersziekte. 'De enige remedie is recompressie. De uit hun voegen gebarsten emoties op grote diepte opnieuw samenpersen tot een beheersbaar element.' Muziek is voor de pianiste de spiegel van de ziel. Je kunt emoties aflezen aan de manier waarop iemand de toetsen bespeelt. Toen ze jong was, kon ze vrolijk spelen, onbezonnen. Maar zodra ze de liefde ontdekt, is niets nog eenduidig en kleven er andere betekenissen aan de noten… '… zoals zich, als we ouder worden, aan alles in ons leven betekenissen toevoegen. Het gewicht van de geschiedenis hecht zich aan elk woord, tot niets meer alleen nog is wat het is, en niets meer dan dat.' Die beladenheid zit ook in het boek. Het stapelt metaforen op, verbindt beelden onderling en hoewel zo steeds minder helder wordt wat waarnaar verwijst en of je wel echo's leest, weeft het een web van betekenis achter de zichtbare tekstlaag. Als je iets kan aanmerken op deze roman, is het wellicht haar ambitie, maar als je je ambitie waarmaakt, kun je dat geen minpunt noemen. Elk woord bevat twijfels, liefde, achterdocht en maakt deel uit van een groter geheel, dat alleen zo, onrechtstreeks te vatten is. En dat herinnert inderdaad, zoals de eerste zin aangeeft, aan de achterdocht die heerst in een dictatuur en aan de symbolische toevalligheden die overal opduiken in de eerste fase van een verliefdheid, als je door een roze bril voortdurend voortekens ziet. Gaea Schoeters las ‘De kunst van het vallen’ zelf voor in onze bibliotheek. (…) Gaea Schoeters. De kunst van het vallen. Ingelezen door de auteur. Speelduur: 10 uur. Boeknummer: 21592.
Het Neusje van de Zalm: ‘Dagboek van een dichter’ van Leonard Nolens Een dagboek publiceren, het is een hachelijke onderneming. Het is jezelf voor een tribunaal brengen waarin je verantwoording moet afleggen tegenover je lezers over jezelf en je werk. En dus vraagt het om genadeloosheid. In dat opzicht zijn deze verzamelde dagboeken werkelijk het resultaat van een ontzagwekkende onderneming. "Een dagboek waar je een mensenleven voor nodig hebt om het uit te lezen" … daar droomt Nolens van in 1979. Hij is dan tweeëndertig. Waarom dit zo is, verklaart hij bijna dertig jaar later zelf: "Ik vermoed dat wanneer men het dagboek leest van iemand die men denkt te kennen, men die andere als een afgerond individu voor zich ziet staan. Men wordt geconfronteerd met de brokkeligheid van zijn eigen bestaan." De dagboeknotities maken dit helemaal waar. Omdat Nolens zijn existentie, de noodzaak van leven en schrijven en dat aartsmoeilijke huwelijk tussen beide volop in de schaal werpt van de dame justitia, die wij als lezers zijn. Zonder dat Nolens al te anekdotisch wordt, krijgen we toch een inkijk in de donkere kanten van zijn bestaan: hij beschrijft zijn verliefdheden, zijn periodieke onstuitbare drankzucht, de medische ingreep waarbij op een pijnlijke plek twee poliepen verwijderd worden. Het is een beproeving voor zijn vrouw. En Nolens is zich daarvan bewust, zoals blijkt uit meerdere, prachtige passages waarin hij de pijn en de blijvende aantrekkingskracht tussen hen beschrijft. "Laat ik je te vaak alleen? Maar je weet dat ik de dagen niet doorkom zonder al was het maar enkele uren aan mijn tafel te zitten, zelfs al komt er niets concreets uit mijn vingers" … noteert hij over het isolement waarin hij en zijn Leen door zijn toedoen leven. En hij erkent dat zijn werk in grote mate dankzij zijn vrouw bestaat. Hij heeft het op haar veroverd: "In al zijn verschijningsvormen ben jij niet alleen jezelf, maar ook het jij van mijn werk. Ik heb me jou, of jij dat wou of niet, hier langzaam en vraatzuchtig, gulzig en geduldig toegeëigend." Jaren van duisternis, maar ook van schitterend licht: er blijven prachtige bundels als ‘Manieren van leven’ en ‘Derwisj’ verschijnen. Nolens trekt er zich aan op, net zoals aan ‘Laat alle deuren op een kier’, de verzamelde gedichten. Het zijn jaren van kortstondige voldoening, maar meer nog van onvoldaanheid, zelfkwelling en kwetsbaarheid. Wanneer Gerrit Komrij hem als dichter afserveert door Nolens' unieke manier waarop hij poëzie uit zijn hoofd voor het publiek brengt, schertsend op de korrel te nemen, voelt hij zich dieper geraakt dan hij eerst wil toegeven: "Het verbaast me dat zulke aanvallen mij niet langer preoccuperen. Dat zou tot voor een paar jaar anders hebben uitgepakt. Toch zal ik Komrij verzoeken mijn gedichten uit de eerstvolgende herdruk van zijn bloemlezing te verwijderen." Nolens blijft ook last hebben van schuldgevoelens over zijn bewuste isolement, die hij vaak door anderen krijgt aangepraat:
"Ik heb ze gekend, die schuldgevoelens, zo tussen mijn twintigste en veertigste, en ze zijn geleidelijk maar nooit helemaal verdwenen naarmate de erkenning van mijn boeken groeide." Het hele dagboek bewijst eigenlijk het tegendeel van de vooroordelen: hoe vaak benadrukt Nolens niet dat zijn isolement noodzakelijk is om door wat hij in die afzondering schrijft met ons, lezers, in gesprek te gaan? Hij is trouwens ook niet de dichter die met zijn rug naar de wereld gekeerd verder leeft, zoals criticasters nog altijd over hem beweren. Hij leest kranten en kijkt televisie zoals iedereen. Natuurlijk is hij kritisch: over de hedendaagse beeldende kunst, die alleen nog een soort uiterlijk vertoon is, over de moderne communicatiemiddelen. "Mobiele telefoon, e-mail, internet, cyberspace: de wereld wordt een steeds hardnekkiger gerucht, een almaar grommender verwijt, een toenemende belediging" … of over de waan van de dag, waarbij men de 'mensen van het jaar' belangrijker nieuws vindt dan de duizenden doden in Irak. In dit dagboekdeel vinden we weer de uitspraak die hij kort na de gruwelijke aanslagen op de Twin Towers deed en waarmee hij bij sommigen kwaad bloed zette: "In het hoofd en het hart van de daders gebeurden al die verschrikkelijke dingen in naam van de liefde." Nolens blijft in elk geval de maatschappij in de gaten houden, vooral via zijn dagboek. En ook in zijn isolement is hij niet alleen, want hij heeft het gezelschap van grote schrijvers en denkers die hem inspireren: Seneca, Kierkegaard, Nadjezjda Mandelstam of Thoreau. Schrijvend ontstaat een voortdurende dialoog met andere auteurs, maar zeker ook met zijn vrouw, met zijn familie. En dat geeft Nolens allemaal door aan de lezer: "In ieder woord dat ik hier schrijf veranderen mijn ouders in moedertaal, dus in een deel van jou. In ieder woord dat ik hier schrijf worden mijn dode ouders jij. Jij bent dus ook mijn vader en mijn moeder. Om dat te bereiken heb ik geschreven. Om je kind te zijn. De wees van iedereen." Elders benadrukt hij het belang van het dagboek: "Hoe vaker de dagboekschrijver zijn plaats en datum noteert, hoe grondiger hij inziet dat vandaag over gisteren wordt geleefd en geschreven. Hij schept zijn eigen palimpsest, en al zijn jaren vallen samen op een onooglijk kleine maar grondeloos diepe plek." Toch noteert Nolens steeds vaker dat hij wil ophouden met zijn dagboek. Zijn notities worden, zeker vanaf 2005, echt schaars. Waarom hij er in 2007 een punt achter zet, maakt hij niet duidelijk. Misschien is het dagboek overbodig geworden omdat Nolens de weg heeft afgelegd die hij hier beschrijft: "Ik houd geen dagboek, ik schrijf mijn mens. Ik componeer geen poëzie, ik word een gedicht." (…) Leonard Nolens. Dagboek van een dichter: 1979-2007. Speelduur: 59 uur. Boeknummer: 21246. Onze Daisy-collectie bevat zes dichtbundels van Nolens en onze braille-collectie twee.
Hedendaags: ‘The world book of love: het geheim van de liefde’ van Leo Bormans Na het wereldwijde succes van ‘Geluk: The World Book of Happiness’ bestudeerde Leo Bormans twee jaar lang het wetenschappelijk onderzoek over de liefde. Hij verzamelde de grootste denkers: 100 onderzoekers uit 50 landen vatten in 1000 woorden samen wat we weten over de liefde. Het resultaat is een caleidoscopisch boek vol wijsheid en inzicht in het systeem en het mysterie van de liefde. Waar Hollywood stopt, voert ‘The World Book of Love’ je verder en dieper naar het hart van de romantische liefde. Waarom en hoe worden we verliefd ? Als we het woord ‘liefde’ zouden schrappen, zouden we 90 procent van de boeken, films, tijdschriften en liedjes vaarwel kunnen zeggen. We zijn ernaar op zoek. Thuis, op straat en op internet. ’s Morgens vroeg en ’s avonds laat. Als je het woordje love googelt, krijg je 8 miljard 930 miljoen zoekresultaten. Dat is meer dan het dubbel van wat je vindt voor seks. Niettemin valt er een dodelijke stilte als je mensen vraagt iets waardevols, fundamenteels en wezenlijks over de liefde te zeggen. Hoewel er culturele verschillen voorkomen, heeft de liefde zelf altijd bestaan. Ze is universeel en kan veel verschillende vormen aannemen. Ze is een uiterst krachtige emotionele staat. Maar we weten het allemaal: het vuur blijft niet voor eeuwig branden. Nog niet zo heel lang geleden was liefde aan universiteiten een verboden onderzoeksdomein. (‘Waarom zouden we geld uitgeven aan onderzoek naar zoiets stoms als liefde ?’) De tijden zijn veranderd. Duizenden sociologen, psychologen, antropologen, neurowetenschappers, therapeuten en seksuologen doen over de hele wereld onderzoek naar interpersoonlijke relaties en naar het hoe en waarom van romantische liefde. Hun onderzoek voert ons dichter naar het hart van de mens. Honderd van de beste onderzoekers uit bijna vijftig verschillende landen delen in dit boek wat we weten over de liefde. Ze spreken over hechting, passie en betrokkenheid, over jaloezie en misbruik, van Darwin tot sciencefiction, van verborgen geheimen tot open seks. Ze verklaren het systeem en ontsluieren het mysterie. In een geglobaliseerde en snel veranderende wereld kunnen we allemaal van elkaar leren. Van het Verre Oosten tot Amerika en van Europa tot Afrika. Ouderliefde, dieren, huwelijk en scheiding, tienerliefde en zorg voor de ouderen onder ons. De wereld van de liefde zit vol verwondering en verrassing, pijn en tranen, hoop en wanhoop. Ontmoet jezelf en je geliefden in de spiegel en het venster van dit boek. Op zijn website schrijft Leo Bormans het volgende: “Na het wereldwijde succes van ‘The World Book of Happiness’, dat door de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, als nieuwjaarsgeschenk aan alle wereldleiders werd aangeboden, heb ik twee jaar lang het internationaal wetenschappelijk onderzoek naar de liefde bestudeerd. Het is me gelukt de meest briljante geleerden en onverwachte nieuwkomers te overhalen om in hun eigen woorden te beschrijven wat we uiteindelijk weten over de liefde. Ze mochten ieder in maximaal duizend woorden hun boodschap aan jou en de wereld kwijt. Ze zijn ervan overtuigd dat we kunnen leren betere partners, vrienden, ouders en minnaars te worden. Hun inzichten zijn gebaseerd op kennis uit feiten en onderzoek. Ze maken een kruisbestuiving van ideeën mogelijk binnen een mondiale kijk op universele liefde. Ze zijn erin geslaagd informatie om te zetten in kennis, en kennis in wijsheid. Ik dank hen allen uit
de grond van mijn hart en ik hoop dat dit boek op de een of andere manier mag bijdragen aan meer liefde en aan een meer liefdevolle wereld. Hun woorden zullen je waarschijnlijk treffen als de pijlen van Cupido. Maar onthoud dat Cupido de zoon is van de goden Venus (liefde) en Mars (oorlog). Zijn pijlen zijn gedrenkt in lieflijkheid en strijd, in harmonie en onbegrip. Welkom in The World Book of Love!” Tot zover Leo Bormans. Een wereldautoriteit op het vlak van de liefde die meewerkte aan ‘The world book of love’ is de Chinees Emil Ng Man Lun, hoogleraar en mededirecteur van de Hong Kong Family Institute. Hij is arts, psychiater en seksuoloog, en voltooide zijn opleiding in 1977 aan de University of Londen. In meer dan veertig jaar werkte hij een onvoorstelbaar curriculum vitae bij elkaar. Op zijn palmares staan meer dan twintig boeken in het Chinees, zeven in het Engels en meer dan honderd artikelen over psychotherapie, liefde en seks. Hij was de oprichter van de Hong Kong Sex Education Association in 1985, en was ook voorzitter van het veertiende World Congress of Sexuology. Ng Man Lun was ook adviseur voor onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie. In 1994 kreeg hij van de Asian Federation for Sexuology de onderscheiding van 'Seksuoloog van Azië', in 2003 ontving hij de Gold Medal in Sexuology van de World Association for Sexual Health. De professor staat zeer kritisch tegenover het monogame huwelijkssysteem dat in onze moderne samenleving gangbaar is, en hij bepleit een systeem met meer variatie. Toch is hij zelf gelukkig getrouwd met May. Hij is nu 67, zij 66. Ze zijn 45 jaar samen, en ze zeggen dat hun liefde nog steeds groter wordt. Bij hun veertigste huwelijksverjaardag publiceerde hij de liefdesbrieven die hij haar schreef, vanuit Hongkong naar Vietnam, tussen 1969 en 1972. Maar Ng Man Lun maakt zich zorgen… (…) Leo Bormans. The world book of love : het geheim van de liefde. Speelduur: 18 uur. Boeknummer: 21533.
Historie. Historia. Twee boeken over Napoleon Deel 1: ‘Europeaan tegen wil en dank: in de voorhoede van Napoleons Grande Armée’ van Emiel Lamberts Zowat twee eeuwen geleden maakten meer dan 200.000 jongemannen uit de Belgische departementen deel uit van Napoleons leger. Vaak ging het om ongeletterde kerels die vrijwel anoniem door de Franse oorlogsmachine opgeslokt werden. Enkelen slaagden er in om een dagboek bij te houden waarin ze hun ervaringen neerschreven. Voor een historicus vormen dergelijke journaals vaak een interessante bron over hoe een soldaat de ellenlange veldtochten beleefde. Een van deze dienstplichtigen of conscrits was August Lamberts uit Londerzeel. Binnen de familie was het boekje van August al langer bekend. Maar pas nu kon Emiel Lamberts, emeritus hoogleraar Nieuwste Geschiedenis aan de KU Leuven, de reizen van zijn betovergrootvader in een boek gieten. Als gevolg van het lotingsysteem werd August Lamberts in 1805 in la Grande Armée ingelijfd. Hij kwam terecht bij het derde regiment bereden jagers, een eenheid die binnen het leger het nodige aanzien genoot. Bij zijn vertrek naar zijn regiment in Noord-Italië vatte Lamberts het plan op om zijn tochten door Europa in een reisjournaal te noteren. Hij kon niet vermoeden dat hij pas acht jaar later zijn notitieboekje zou kunnen afsluiten. Zijn militaire dienst bracht hem in bijna alle hoeken van het napoleontische rijk. Hij nam deel aan de succesvolle veldslagen tegen Pruisen en Oostenrijk, voerde verkenningsopdrachten uit in Noord-Duitsland en Nederland om de Continentale Blokkade tegen Engeland te doen naleven, en was een van de gelukkigen die in 1812 de rampzalige veldtocht naar Rusland overleefden. Bij de laatste opmars naar Moskou raakte hij gekwetst, waarna hij kon aansluiten bij een van de schaarse repatriëringen die werden georganiseerd. Terug in Europa werd Lamberts in 1813 eervol uit het leger ontslagen. De Brabander had op acht jaar tijd 25.000 kilometer te paard afgelegd en zowel glorie als neergang van het Franse leger meegemaakt. De meeste dagboeken van napoleontische soldaten vertonen vaak grote hiaten en zijn niet altijd even minutieus. Het verslag van August Lamberts bevat echter nauwelijks lacunes en is daarom interessant om voor een lange periode de omzwervingen en militaire operaties van een doorsneecavalerist te volgen. Jammer genoeg nam de man nauwelijks de moeite om hierin persoonlijke indrukken te noteren, het reisjournaal vermeldt enkel de data en locaties waar het regiment van Lamberts pleisterde of doortrok. De afwezigheid van persoonlijke beschouwingen speelde zijn nazaat en bewerker van het boekje parten. Emiel Lamberts moest zich daarom behelpen met bewaarde reisverslagen van twee andere Vlaamse conscrits: Willem Kenis en Jozef Abbeel. Verder wordt de schaarse informatie van August over de talrijke veldslagen die hij meemaakte, aangevuld met de uitgebreide oorlogsliteratuur die hierover bestaat. Hierdoor krijgen we dus een nauwkeurig beeld van de opleiding, de training, de verkenningstochten, de gevechtsacties en de observatie- en politionele opdrachten van een klein onderdeel van Napoleons oorlogsmachine. De opdrachten en de belevenissen van het cavalerieregiment van Lamberts, dat tot de voorhoede van de Grande Armée behoorde, worden in de diplomatieke en militaire geschiedenis van die periode gekaderd. Daarnaast heeft het boek ook oog voor de belevingswereld van de gewone dienstplichtigen, die tegen wil en dank deel uitmaakten van de grote geschiedenis die toen in bloed werd geschreven.
(…) Emiel Lamberts. Europeaan tegen wil en dank: in de voorhoede van Napoleons Grande Armée. Speelduur: 7 uur. Boeknummer: 21728.
Deel 2: ‘Napoleons nachtmerrie: 1812: hoe de keizer en zijn soldaten ten onder gingen in Rusland’ van Johan Op de Beeck In een van de vermetelste militaire ondernemingen uit de geschiedenis, Napoleons inval van 1812 in Rusland, speelden ook jongemannen van bij ons een rol. Zij woonden in een regio die pas later België zou gaan heten en toen tot Bonapartes rijk behoorde. Als soldaat van de Franse keizer moesten deze 'Belgen' in het verre Rusland gaan vechten. Sommigen overleefden en schreven er zelfs memoires over. Johan Op de Beeck, voormalig journalist en nieuwsanker van de VRT, heeft een lijvig, vlot leesbaar en boeiend boek geschreven over Napoleons nachtmerrie, zoals hij de tragedie omschrijft over de keizer en zijn Grande Armée die smadelijk ten onder gingen in Rusland. Het boek is een combinatie van historische feiten en persoonlijke belevenissen van kleine helden zoals Joseph Abbeel en enkele anderen. Een bundeling dus van de geopolitieke en militaire gebeurtenissen met de verbijsterde lotgevallen van soldaten uit de Lage Landen. De uitdovende achttiende en de beginnende negentiende eeuw waren een scharnierperiode voor Europa en daarin werd een niet geringe rol gespeeld door de uit Corsica afkomstige kleine militair Napoleon Bonaparte, die zichzelf als een erfgenaam van de Franse Revolutie presenteerde en haar een internationale dimensie gaf. Vooral dan via wat men nadien de napoleontische oorlogen is gaan noemen. De putschist en latere keizer Napoleon I is erin geslaagd om tijdens het eerste deel van de negentiende eeuw door zegerijke veldslagen klappen toe te brengen aan de Europese grootmachten. Maar de krijgsheer gaf ook een heel pak burgerlijke en juridische hervormingen mee aan de volkeren die hij onderwierp, tot hij zich in 1812 in al zijn overmoed verslikte en Rusland aanviel. De overval op het uitgestrekte tsaristische imperium is het begin van zijn ondergang geworden, die in 1815 in Waterloo definitief bezegeld werd en waaruit nadien een nieuw Europa werd geboren. Johan Op de Beeck noemt de Ruslandveldtocht en wat eraan voorafging het "strafste verhaal uit de moderne Europese geschiedenis" en uit elk hoofdstuk blijkt telkens weer dat het dat met zijn gigantische dimensies ook wel geweest zal zijn. Enkele cijfers: la Grande Armée telde in 1812 maar liefst 600.000 soldaten, een jaar later was het uitgedund tot 25.000 man; van de 250.000 paarden die Rusland binnentrokken, keerden slechts 18.000 strompelende skeletten terug; meer dan 1.000 kanonnen hadden de Fransen meegebracht en amper 100 brachten ze terug naar huis. Deze getallen doen de napoleontische triomfen Jena, Wagram, Austerlitz en Eylau verbleken. Zowel in de successen als in de nederlagen en in de dramatische terugtocht uit Moskou speelden vele duizenden gewone en onbekende soldaten een essentiële rol. Die kwamen ook uit Vlaanderen en sommige overlevenden schreven hun belevenissen zelfs op. Dit is voor de auteur materiaal geworden dat hij consequent in zijn historische werk heeft ingeweven.
Een van die soldaten was de loteling Joseph Abbeel uit het West-Vlaamse gehucht Kaster, die op zijn twintigste het uniform van de Fransen moest aantrekken en op zijn dertigste al een veteraan was en de "droevige voorvallen die mij geschied zijn" aan het papier toevertrouwde. Voor een dorpsjongen een heuse uitzondering in die tijd. Als titel koos de soldaat van de keizer: ‘Gedenkschriften over Napoleons veldtochten, meegemaakt als soldaat bij het tweede regiment carabiniers te paard van 1805-1815’. Tijd voor een fragment uit ‘Napoleons nachtmerrie’. Daarna kunt u luisteren naar een gesprek met Johan Op de Beeck zoals dat te horen was in het Radio 1-programma ‘Interne Keuken’. (…) Johan Op de Beeck. Napoleons nachtmerrie: hoe de keizer en zijn soldaten ten onder gingen in Rusland. Speelduur: 18 uur. Boeknummer: 21257. Braille-enkel. 21 banden. Boeknummer: 15850. De Daisy-versie van een ander boek van Johan Op de Beeck, ‘Waterloo: de laatste honderd dagen van Napoleon’, is in voorbereiding.
Deel 3: Skelet van soldaat gevonden bij Waterloo Twee jaar geleden was dat. In de krant toen stond daarover volgend artikel: “Bijna 200 jaar na de Slag bij Waterloo is het volledige skelet van een jonge soldaat blootgelegd op het wereldberoemde slagveld. Zijn nationaliteit is voorlopig onbekend. Bouwvakkers stootten op het lichaam tijdens werken om de site herin te richten. Volgens archeologen gaat het om een zeldzame vondst. Ze hopen nu ook zo snel mogelijk de nationaliteit en de identiteit van de jongeman te achterhalen. De stoffelijke resten zijn na twee eeuwen bijzonder goed bewaard gebleven. Er werden ook delen van zijn uitrusting teruggevonden: munten, een lepel en knopen van zijn uniform. Tussen de ribben van de soldaat is de kogel van een musket te zien. "Je ziet hem bijna sterven voor je ogen", aldus archeoloog Dominique Bosquet. Het skelet lag amper 40 centimeter onder de aarde, wat erop zou wijzen dat hij inderhaast is begraven. Het is nog niet duidelijk welke nationaliteit de soldaat had. "Maar aan de hand van zijn uniformknoppen kun je uitmaken tot welk leger de soldaat behoorde", zegt Napoleonkenner Johan Op de Beeck. Dat de soldaat is getroffen door een musketkogel, zou er volgens Op de Beeck kunnen op wijzen dat het om een Franse ruiter gaat. "De Franse cavalerie heeft die dag negen keer aangevallen, telkens met 10.000 ruiters. Zij werden genadeloos neergeschoten door het Engelse leger van de hertog van Wellington." Toch was het gebied waar de soldaat is gevonden in Engelse handen. Op de Beeck heeft bovendien nog een betere reden om aan te nemen dat het om een Brit gaat. "Dat de soldaat werd begraven, is een eer die een Fransman niet werd gegund: die werd meestal verbrand of in een massagraf gedumpt."
Op 18 juni 1815 werd de Franse keizer Napoleon Bonaparte bij Waterloo verslagen door een alliantie van Britten, Pruisen, Nederlanders en Belgen. Zowat 200.000 soldaten bekampten elkaar op een gebied van amper vier vierkante kilometer. De veldslag was het begin van het einde voor Napoleon. Na zijn nederlaag werd hij opgepakt en stierf hij in ballingschap op het eiland Sint-Helena.” Tot zover het krantenartikel. En om een en ander te duiden deden ze ook bij Radio 1 beroep op Johan Op de Beeck. (…) In 1880 schreef Tsjaikovski zijn beroemd geworden ‘Ouverture 1812’. Aanleiding tot het componeren daarvan was de inwijding van de Kathedraal Christus Verlosser van Moskou die was gebouwd ter herinnering aan de Russische overwinning op het leger van Napoleon in 1812. In de uitvoering die u nu kunt horen en die een kwartier duurt zijn echte kanonschoten te horen. (…)
Een gesprek met Frans Denissen over de Decamerone van Giovanni Boccaccio Mei 1348, de Zwarte Dood bereikt Florence en maakt in enkele dagen tijd duizenden slachtoffers. In de kerk Santa Maria Novella nemen zeven jonge vrouwen en drie jongemannen het besluit om op het platteland te wachten tot de pestepidemie is uitgewoed. Ze trekken naar een afgelegen kasteel, waar ze de dagen vullen met het vertellen van vermakelijke verhalen. Het is het begin van een cyclus van tien keer tien verhalen, die met elkaar de Decamerone vormen. De Decamerone geldt als een van de absolute meesterwerken uit de wereldliteratuur, niet alleen vanwege de virtuoos vertelde verhalen, maar ook door het ingenieuze raamwerk waarin die verhalen zijn ingebed. De Decamerone wordt wel gezien als de 'wereldlijke' tegenhanger van de Divina commedia, al was het maar vanwege de honderd verhalen tegenover Dantes honderd canto's. Maar de Decamerone is meer; het is de verheerlijking van het menselijk vernuft, van het improvisatievermogen, van het rake woord, van de vriendschap, en van de liefde - zowel geestelijk als lichamelijk. Daarbij wijst Boccaccio geregeld op de waarde van het vertellen zelf, dat behalve amuseert ook levens kan redden. De tien vertellers overleven de pest. De Decamerone werd kort na 1348 geschreven en heeft sindsdien telkens weer nieuwe lezers getrokken. De verhalen van Boccaccio werden ontelbare malen nagevolgd, maar nooit overtroffen. In deze nieuwe, alle details van het origineel recht doende, vertaling van Frans Denissen kan de lezer als nooit tevoren kennismaken met de subtiliteiten in de verhalen over vorsten, vorstinnen, ridders, jonkvrouwen, kooplieden, oplichters, gauwdieven, schilders, monniken en hoeren. De Decamerone werd ingelezen door de gewezen VRT-journalist Dirk Lesaffer. Hier alvast een voorproefje… (…) De Daisy-versie van de Decamerone van Boccaccio duurt 33 uur en het boeknummer ervan is 21451. U kunt nu luisteren naar een gesprek met de vertaler van de Decamerone: Frans Denissen. (…)
U kunt nu luisteren naar het hoorspel ‘Het laatste bed’ van Hugo Claus In ‘Het laatste bed’ beschrijft Hugo Claus de liefde tussen twee vrouwen, een muzieklerares uit een gegoede familie en een gymnastieklerares. Seksueel misbruik door ouders, absoluut onbegrip van familie en omgeving, de dood van het kind van een van hen…, alles draagt bij tot de gruwelijke afloop van hun relatie. (…)