Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen
Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen
Opdrachtgever: ministerie van OCW, directie Primair Onderwijs
Olga Abell en IJsbrand Jepma Sardes, Utrecht Juli 2012
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Inhoudsopgave Managementsamenvatting
2
1.
De gemeente en de keuze voor een taalcursus
5
2.
Kieswijzer
8
Vier stappen inventariseren van het cursusaanbod situatie in beeld brengen aan de hand van toetsresultaten inventariseren van beschikbare tijd en budget keuze maken voor een cursus
9 9 13 15 16
3. Stap Stap Stap Stap
1: 2: 3: 4:
Bijlage 1: verantwoording van de kieswijzer Bijlage 2: uitleg bij taalniveau 2F en 3F Bijlage 3: beschrijving van de taalcursussen
20 21 24
1
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Managementsamenvatting Bestuurlijke afspraken over het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers in de voorschoolse sector De G37 heeft bestuurlijke afspraken gemaakt met het Rijk om het taalniveau van pedagogisch medewerkers bij spreken, lezen en schrijven na te gaan en waar nodig te verhogen. Het is zowel in het belang van het kind als van de pedagogisch medewerker zelf om serieus werk te maken van het eigen taalniveau. Pedagogisch medewerkers die taalvaardig zijn, zijn beter in staat om (doelgroep)kinderen te ondersteunen in hun taalontwikkeling. Bovendien zorgt een voldoende eigen taalniveau voor meer werkplezier en arbeidsperspectief. Afgesproken is dat in 2015 landelijk gemiddeld 90 procent van de pedagogisch medewerkers in de VVE-sector in de G37 voor mondelinge en leesvaardigheden moet voldoen aan niveau 3F. Schriftelijke vaardigheden mogen worden beheerst op niveau 2F. 3F en 2F staan respectievelijk voor Fundamentele kwaliteit op niveau 3 en niveau 2 en zijn onderdeel van een schaal die loopt van 1 t/m 4. Deze indeling is ontleend aan de Referentieniveaus taal van Meijerink. Toetsen en nascholen Een eerste stap bij het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers is het toetsen van het taalniveau. Daarvoor bestaan verschillende taaltoetsen. De Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen1 is ontwikkeld om gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen te ondersteunen bij de keuze voor de juiste taaltoets. De voorliggende kieswijzer is ontwikkeld om hen te ondersteunen bij de volgende fase: het nascholen van de pedagogisch medewerkers van wie is gebleken dat het taalniveau onder de grens ligt die is vastgesteld in de bestuurlijke afspraken2. Vier stappen om een gefundeerde keuze te maken voor een taalcursus Om tot een beredeneerde keuze te komen, wordt voorgesteld om vier stappen te doorlopen. Deze vier stappen worden beschouwd als een vervolg op de stappen die eerder zijn genomen bij de keuze voor een taaltoets. Ervan uitgaande dat gemeenten deze stappen hebben doorlopen en daarmee al een goede overlegstructuur hebben met het voorschoolse veld, wordt in de Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen niet meer ingegaan op het vinden van de juiste overlegstructuur. In stap 1 wordt het cursusaanbod bekeken. De taalcursussen zijn beschreven op grond van 15 kenmerken die kunnen worden opgedeeld in de volgende categorieën a) algemene, b) inhoudelijke, c) organisatorische en d) effectiviteitskenmerken. In stap 2 bekijkt de gemeente samen met de organisaties voor voorschoolse instellingen de resultaten van de taaltoetsen en trekt conclusies over de omvang van de groep die moet worden nageschoold en over de inhoud en intensiteit van de cursus. In stap 3 wordt bekeken wat het beschikbare budget is en hoeveel tijd de voorschoolse voorzieningen vrij kunnen maken voor het nascholingstraject. In de laatste stap wordt een keuze gemaakt voor de meest geschikte taalcursus. Hiervoor is binnen de kieswijzer het aanbod vergeleken op vijf belangrijke kenmerken: domein (welke vaardigheden worden getraind?), doel (naar welk taalniveau wordt toegewerkt?), beroepspecificiteit (is de cursus specifiek voor pedagogisch medewerkers of voor een bredere beroepsgroep, en richt het zich op de praktijk van voorschoolse instellingen?), intensiteit (aantal contacturen en aantal uren zelfstudie) en toetsing (wordt er gebruik gemaakt van een onafhankelijke taaltoets en wordt de toets extern afgenomen?). Net als in de Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in
1
Gepubliceerd op de website van Sardes: http://www.sardes.nl/publicaties_detail.php?nav=100&publ=158 De huidige kieswijzer is zoveel mogelijk gelijk gehouden aan de Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen. De algemene teksten met beleidsinformatie zijn letterlijk overgenomen en de structuur van het rapport is ongewijzigd. 2
2
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
voorschoolse instellingen zijn aan de kenmerken sterren toegekend, al naar gelang de kwaliteit van het kenmerk. Alleen voor het kenmerk intensiteit hebben wij het aantal contacturen tijdens de bijeenkomsten en het aantal zelfstudie-uren gegeven. De intensiteit kan doorwerken in de kosten omdat een cursus met veel contacturen meer vervangingskosten met zich meebrengt. Het begrip ‘kwaliteit’ moet in deze kieswijzer beschouwd worden als ‘tegemoetkomend aan de doelen die binnen de bestuursafspraken zijn gesteld’. Dat maakt dat een training met ambitieuzere doelen (bijvoorbeeld waarin meerdere taaldomeinen aan bod komen) een lagere sterrenwaardering krijgt dan een training die er op is gericht cursisten tot niet meer dan de nieuwe taalnorm op te scholen. Verder is de beoordeling van de cursussen gebaseerd op de beschrijvingen die de trainende instellingen van hun eigen cursus hebben gegeven. Cruciale elementen als de vaardigheid van de trainer konden daarom niet worden meegenomen in de beoordeling. Gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen doen er goed aan om zelf naar referenties of naar het c.v. van de trainer te vragen. De laagste waardering bestaat uit één ster en de hoogste waardering uit vier sterren. In tabel S.1 staat een samenvattend overzicht. Om te beoordelen welke cursussen er positief uitspringen zijn we uitgegaan van minimaal drie sterren op de belangrijkste kenmerken. Hierbij is geen rekening gehouden met kosten, locatie en intensiteit van de training. De volgende aanbieders hebben minimaal drie sterren op de belangrijkste kenmerken: Arcus College, BCO Onderwijsadvies, CEDGroep/Sardes, Deltion College, KleurRijker, 02 Onderwijsadvies/Zuyd Hogeschool, ROC van Amsterdam/ROC ASA, ROC Eindhoven, Taalpartners Vitalis College en Zadkine/Albeda. Tellen we de sterren bij elkaar op, dan springen de volgende aanbieders er het meest positief uit (met tussen haakjes het aantal sterren): ROC van Amsterdam/ROC ASA (16), CED-Groep en Sardes (15), Deltion College (15), KleurRijker (15), ROC Eindhoven (14), Zadkine en Albeda (14).
3
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel S.1: Belangrijkste kenmerken van taalcursussen en de waardering in sterren Domein
Doel
Beroepspecificiteit
Intensiteit aantal uren bijeenkomst/zelfstudie
Toetsing
Plezier in taal (Arcus College)
***
***
****
45/60
***
1Naar 3F taal op maat (BCO Onderwijsadvies)
***
***
****
32/48
***
@FFF Taalleren (CED-Groep en Sardes)
***
****
****
28/78
****
****
****
****
20/?
***
**
***
****
24/16
***
****
*
*
In overleg
***
***
****
****
24/16
**
****
****
****
40/60
***
(Nova Contract)
***
*
****
16/?
**
Moeiteloos taalvaardig(er) (O2 onderwijsadvies & Zuyd Hogeschool)
***
***
****
32/48
***
Taalscholing VVE (ROC van Amsterdam/ ROC ASA)
****
****
****
90/60
****
Interactieve Taalvaardigheden (ROC Eindhoven)
****
***
****
100/60
***
**
***
**
110/200
***
****
***
***
In overleg
***
Allemaal Taal (ThiemeMeulenhoff)
***
***
***
32/48
**
Taal op Niveau (TinyEYE/SeeEzi )
**
*
***
?
**
Taalniveau pedagogisch medewerker van 2F naar 3F (Vitalis College)
****
***
***
60/90
Voortraject niveauverhoging voor VVE-leidsters naar niveau 2F (Zadkine en Albeda)
****
***
****
240/?
Titel en ontwikkelaar
Remediërend maatwerktraject Taal voor Pedagogisch medewerkers (Deltion College) Taalstimulering voor VVEmedewerkers (Driestar Onderwijsadvies) Niveauverhoging Nederlandse taal (Horizon College) Nederlands op de werkvloer voor leidsters VVE (ITTA)
Taalsterk Kinderopvang (KleurRijker)
Bijscholing Nederlands 3F niveau (ROC Leeuwenborgh) Nederlands in de kinderopvang (Taalpartners)
*** ***
4
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
1.
De gemeente en de keuze voor een taalcursus
Naar een nieuwe taalnorm in de voorschoolse sector Pedagogisch medewerkers die binnen de G37 (de 37 grootste gemeenten van Nederland) werkzaam zijn in de voorschoolse instellingen met VVE (kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en voorscholen) voldoen idealiter aan een taalnorm. Dit is nodig om bij jonge (doelgroep)kinderen op een voldoende niveau aan taalontwikkelingsstimulering te kunnen doen. Hierover zijn afspraken gemaakt in de bestuursafspraken tussen Rijk en G4 en G33. Het betreft zowel zittend als nieuw personeel in de voorschoolse sector. Voor het zittende personeel geldt dat de initiële opleiding soms al wat langer geleden is gevolgd. Beginnend personeel dat net klaar is met de opleiding, heeft taalonderwijs genoten dat anders is van inhoud, structuur en examinering (toetsing). Ook de opleidingseisen van de eigen taalvaardigheden in het Nederlands is door de jaren heen veranderd binnen de opleidingen die toeleiden tot de sector van ‘het jonge kind’. Dit maakt dat het vrij onduidelijk is wat het taalniveau is van het personeel in de voorschoolse sector. De diploma-eisen op het gebied van Nederlands zijn aan verandering onderhevig geweest. De aanname dat alle pedagogisch medewerkers het vereiste taalniveau bezitten is in elk geval niet reëel. Informatiebox 1: het belang van een hoog taalniveau Het voldoen aan een hoog taalniveau is in het belang van het kind én de pedagogisch medewerker zelf. Voor kinderen die thuis weinig Nederlands horen (zogeheten ‘taalarme gezinnen’) of alleen buitenshuis Nederlands horen is het ongelooflijk belangrijk dat het taalaanbod in voorschoolse instellingen van een hoog niveau is. Pedagogisch medewerkers spelen hierbij een grote rol, ze zijn bij de taalontwikkeling een voorbeeld voor de kinderen. Van een pedagogisch medewerker die taalcompetent is, leren kinderen een grote basiswoordenschat en zinsconstructies die hen helpen bij het stellen van vragen of het vertellen over eigen ervaringen. Ook voor de pedagogisch medewerkers zelf is het gunstig om vaardig te zijn met taal. Het geeft meer voldoening en arbeidsvreugde om te zien dat kinderen sprongen maken in taal omdat jij die spelenderwijs verrijkt. Bovendien verruimt een hoog eigen taalniveau de beroepsperspectieven. Bron: Kees Broekhof, ‘Je bent een voorbeeld voor de kinderen’. Taalstimulering in de kinderopvang. KIDDO, 3, 2012.
Op dit moment zijn de eisen voor diplomering als Pedagogisch Werker niveau 3 (vanuit het wettelijke kwalificatiedossier) dat alle vaardigheden op 2F worden beheerst. Dit is lager dan het streefniveau bij taal, zoals afgesproken binnen de G37. Bij sommige lichtingen wordt Nederlands niet eens meegewogen bij de zak-/slaagbeslissing. Zolang dit voortduurt, zal de voorschoolse VVEsector te maken blijven krijgen met nieuwe pedagogisch medewerkers die getoetst en bijgeschoold zullen moeten worden om het vereiste taalniveau te beheersen. De drie taaldomeinen waar de nadruk op ligt in de bestuursakkoorden Taal is opgebouwd uit verschillende domeinen. In de bestuursakkoorden wordt onderscheid gemaakt tussen drie taaldomeinen, te weten: (a) mondelinge vaardigheden (luisteren, spreken en gesprekken voeren) (b) leesvaardigheden (tekstbegrip) (c) schriftelijke vaardigheden (schrijven en taalverzorging) Afgesproken is dat in 2015 landelijk gemiddeld 90 procent van de pedagogisch medewerkers in de VVE-sector in de G37 voor mondelinge en leesvaardigheden moet voldoen aan niveau 3F. Schriftelijke vaardigheden mogen worden beheerst op niveau 2F. 3F en 2F staan respectievelijk voor Fundamentele kwaliteit op niveau 3 en niveau 2 en zijn onderdeel van een schaal die loopt van 1 t/m 4. Deze indeling is ontleend aan de Referentieniveaus taal van Meijerink (in bijlage 2 staat meer informatie).
5
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Toetsen en scholen van pedagogisch medewerkers in de voorschoolse sector Het is de bedoeling dat in de gemeenten in het kader van de bestuursafspraken tussen Rijk en G4 en G33 pedagogisch medewerkers in de voorschoolse sector getoetst gaan worden op alle genoemde domeinen van de Nederlandse taal, om te zien welk taalniveau ze beheersen. Vervolgens is het de bedoeling dat het voorschoolse personeel dat onder de taalnorm scoort, wordt bijgeschoold. De voorschoolse instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor het taalniveau van de pedagogisch medewerkers en dus ook voor bijscholing, indien nodig. Uiteindelijk zullen de voorschoolse instellingen, gefaseerd in 2013 en 2015, bij de GGD en/of Inspectie van het Onderwijs (de toezichthoudende instellingen) moeten kunnen aantonen dat hun pedagogisch medewerkers voldoen aan de gestelde taalnorm. Gemeenten hebben tussen- en einddoelen geformuleerd en budget uitgetrokken om het verhogen van het taalniveau van het voorschoolse personeel in praktijk te brengen. Het ligt daarom voor de hand dat de gemeente de regierol neemt bij het werken aan de nieuwe taalnorm, maar bij de weg daar naartoe het lokale voorschoolse veld en de opleidingsinstituten intensief betrekt. Behoefte aan een kieswijzer Om het keuzeproces voor een taaltoets vanuit verschillende vertrekpunten en criteria te structureren, heeft het ministerie van OCW/directie Primair Onderwijs twee kieswijzers laten ontwikkelen door Sardes: een Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen (hierna: Kieswijzer voor Taaltoetsen) en een Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen (hierna: Kieswijzer voor Taalcursussen). De kieswijzers zijn praktische handreikingen om gemeenten te helpen bij het kiezen van een passend scholingsaanbod. De Kieswijzer voor Taaltoetsen is in mei 2012 gepubliceerd. De voorliggende kieswijzer is een vervolg hierop, en beschrijft de stappen die worden doorlopen om tot een keuze te komen voor een taalcursus, nadat de taaltoetsen zijn afgenomen. Het is mogelijk dat gemeenten cursussen willen inkopen die niet in de kieswijzer zijn opgenomen, bijvoorbeeld omdat ze later zijn ontwikkeld. De kieswijzer kan dan ingezet worden als hulpmiddel om de kwaliteit van die cursussen te beoordelen. Aan de hand van de kieswijzers kunnen gemeenten in overleg met voorschoolse voorzieningen een geschikte keuze maken voor een taaltoets en een taalcursus. De kieswijzers bevatten stappen en overwegingen die van belang zijn bij de keuze voor een taaltoets en taalcursus. Ze verwoorden ook de ruimte waarbinnen bewogen kan worden. De beslissing wordt uiteindelijk genomen door de gemeente, in samenspraak met de betrokken voorschoolse instellingen. Samen zullen zij de stappen doorlopen om tot een keuze te komen. Bijlagen In deze kieswijzer zijn drie bijlagen opgenomen. Bijlage 1 bevat de verantwoording van de totstandkoming van de kieswijzer. In bijlage 2 wordt inzichtelijk gemaakt wat precies het verschil is tussen 2F en 3F en welke ontwikkeling het voorschools personeel zal moeten doormaken. Bijlage 3 bevat de lijst van bestaande taaltoetsen waaruit gekozen kan worden.
6
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Informatiebox 2: ervaring van Amsterdamse welzijnsorganisatie Dynamo Citaten uit een interview met Francis Eijlders van Welzijnsorganisatie Dynamo uit Amsterdam: Over de nieuwe taalnorm “De taaltoets is ons weliswaar opgelegd vanuit de nieuwe taalnorm, maar uiteindelijk brengt het ons in de positie dat we goede kwaliteit kunnen bieden. Voorschool leidsters werken doorgaans vierentwintig uur per week. Daarvan werken ze veertien uur op de groep. In die veertien uur werken ze onder andere aan de taalontwikkeling van peuters, om de kinderen startklaar te maken voor de basisschool. In de tien uur die ze niet op de groep staan houden ze het administratiesysteem bij en schrijven ze observatieverslagen en bijvoorbeeld stukjes voor de nieuwsbrief. Daarnaast heeft een groot deel van hun werk betrekking op communiceren met ouders. Voorschool leidsters moeten de taal voldoende beheersen om niet alleen met ouders gesprekken te voeren, maar ze ook te kunnen begeleiden bij de thuiscomponent van het VVEprogramma. Kortom: taal is een continue factor in het werk van onze voorschool leidsters.” Over ondersteuning vanuit de gemeente “Wij hebben gedurende het hele traject ondersteuning gekregen van de programmamanagers uit het VVEcluster van DMO, Gemeente Amsterdam. DMO stuurde aan en gaf richting. Dat maakte dat wij zelf niet steeds het wiel uit hoefden te vinden.” Dynamo is als Amsterdamse welzijnsorganisatie begin 2011 gestart met het toetsen en nascholen van de voorschool leidsters.
7
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
2.
Kieswijzer
Taaltoets en taalcursus als onderdeel van een taalverbeteringstraject Wanneer het taalniveau van de pedagogisch medewerkers is getoetst, zal voor de groep die een te laag taalvaardigheidsniveau blijkt te hebben een taalverbeteringstraject ingekocht worden door de gemeente. Het is verstandig om dit taalverbeteringstraject in nauw overleg met het werkveld af te stemmen. Wanneer gemeenten en voorschoolse instellingen samen afspraken kunnen maken, zal het eenvoudiger worden om de afgesproken doelen uit de bestuursafspraken op tijd te halen. Maak een beredeneerde keuze Bij het maken van de keuze voor een taalcursus spelen diverse factoren een rol. Aan de hand van diverse stappen komt een gemeente, uiteraard in overleg met de betrokken voorschoolse instellingen, tot een beredeneerde keuze. Soms kan snel een keuze worden gemaakt. Bijvoorbeeld omdat een gemeente de zorgvuldig afgewogen keuze van een andere gemeente één-op-één overneemt. De keuze voor een taalcursus kan ook min of meer open staan. De Kieswijzer voor Taalcursussen als vervolg op de Kieswijzer voor Taaltoetsen Een taalverbeteringstraject bestaat uit het toetsen van de pedagogisch medewerkers en het nascholen van de groep die beneden het niveau scoort dat als minimum is gesteld. Voor het toetsen van pedagogisch medewerkers bestaan verschillende taaltoetsen. De Kieswijzer voor Taaltoetsen is ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij de keuze voor de juiste taaltoets. De gemeente neemt daarbij de regierol. De Kieswijzer voor Taaltoetsen beschrijft vijf stappen die worden doorlopen om tot een verantwoorde keuze voor een taaltoets te komen: 1) aansluiten bij mogelijkheden en behoeften van voorschoolse instellingen en hun medewerkers, 2) nagaan van de functie van de taaltoets, 3) kijken naar de taaltoets zelf, 4) bepalen van de kosten en 5) de balans opmaken. De voorliggende kieswijzer, de Kieswijzer voor Taalcursussen, is ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij de volgende fase: het nascholen van de pedagogisch medewerkers van wie is gebleken dat het taalniveau onder de grens ligt die is vastgesteld in de bestuurlijke afspraken. Ook bij de keuze voor een taalcursus neemt de gemeente de regierol. Toetsing en scholing apart Veel cursussen maken gebruik van een voortoets om het startniveau van cursisten vast te stellen, van tussentoetsen om de voortgang te meten en van eindtoetsen om het resultaat te meten. Omdat trainende instellingen belang hebben bij de uitslag van toetsen is het verstandig om toetsen en cursussen niet in één hand te beleggen. Het gebruik van een voortoets moet door een cursusaanbieder niet worden gebruikt om pedagogisch medewerkers te selecteren die in aanmerking komen voor nascholing. De aanbieder zou dan gebaat kunnen zijn bij een laag slagingspercentage. Idealiter nemen trainers de taaltoets die pedagogisch medewerkers voorafgaand aan het scholingstraject hebben gemaakt, als input voor de cursusinhoud. Pedagogisch medewerkers hoeven dan niet twee maal getoetst te worden voor zij een cursus kunnen starten. Voor een natoets geldt dat cursusaanbieders belang kunnen hebben bij een hoog slagingspercentage op de natoets, omdat dat de effectiviteit van de cursus onderschrijft. Een cursusaanbieder kan alleen met een onafhankelijke toets, het liefst afgenomen door een extern bureau, vaststellen welke cursisten er in zijn geslaagd het taalniveau tot de nieuwe taalnorm op te scholen.
8
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
3.
Vier stappen
Om tot een beredeneerde keuze te komen, worden ideaal gesproken de volgende stappen bewandeld. Informatiebox 3: de stappen bij het maken van een beredeneerde keuze voor een taalcursus Stap Stap Stap Stap
1: 2: 3: 4:
inventarisatie van het cursusaanbod situatie in beeld brengen aan de hand van de toetsresultaten inventariseren van beschikbare tijd en budget keuze maken voor een cursus
Vóór de eerste stap kan worden gezet naar een goed onderbouwde keuze voor een taalcursus moet er een goede overlegstructuur zijn met het voorschoolse veld. De kinderopvang- en peuterspeelzaalorganisaties verrichten uiteindelijk het werk; de gemeente is initiatiefnemer en legt verantwoording af aan het Rijk. De gemeente en het voorschoolse veld moeten daarom nauw samenwerken. In de Kieswijzer voor Taaltoetsen is ‘het aansluiten bij mogelijkheden en behoeften van voorschoolse instellingen en hun medewerkers’ beschreven als eerste stap naar een gefundeerde keuze voor een taaltoets. Normaliter wordt pas na het toetsen van het taalniveau een taalcursus gekozen. Er zou dan al een goede overlegstructuur met het voorschoolse veld moeten bestaan. Gemeenten die geen gebruik hebben gemaakt van de Kieswijzer voor Taaltoetsen worden voor het vinden van aansluiting met het voorschoolse veld naar deze eerste kieswijzer verwezen 3.
Stap 1: inventariseren van het cursusaanbod De eerste stap is een verkenning van het bestaande aanbod. Taalcursussen hebben kenmerken die overeenkomen, maar vaak ook verschillen van andere taalcursussen. Om het aanbod aan cursussen goed te kunnen vergelijken, zijn de taalcursussen in deze kieswijzer beschreven volgens een aantal belangrijke kenmerken. Deze staan in informatiebox 4 beschreven. Gemeenten en voorschoolse instellingen kunnen bepaalde kenmerken meer waarderen dan andere, afhankelijk van de eigen situatie. Op die manier wordt een voorkeur ontwikkeld voor een cursus. Bij stap 4 staan we daar uitvoeriger bij stil. In Bijlage 3 zijn de volledige beschrijvingen van de taalcursussen opgenomen.
3
Gepubliceerd op de website van Sardes: http://www.sardes.nl/publicaties_detail.php?nav=100&publ=158
9
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Informatiebox 4: kenmerken van een taalcursus 1) Titel: hoe luidt de titel van de cursus? 2) Ontwikkelaar: welke instellingen hebben de training ontwikkeld? 3) Aanbieder: - welke instelling is hoofdaanbieder van de training? - welke overige instellingen verzorgen de training? 4) Bestaansduur: vanaf welk jaar wordt de training gegeven? 5) Beroepspecificiteit: is de training voor specifiek de VVE-sector of voor meerdere beroepen? 6) Taaldomein(en): op welke taaldomeinen heeft de training betrekking? 7) Doel: welke doelen zijn geformuleerd (naar welk taalniveau wordt toegewerkt)? 8) Opbouw: hoe zijn de bijeenkomsten opgebouwd? Welke onderdelen komen aan bod? 9) Intensiteit: - hoe lang is de periode waarbinnen de training wordt gevolgd? - uit hoeveel bijeenkomsten bestaat de training? - hoeveel zelfstudie-uren zijn er voor de training vereist? - hoe vindt zelfstudie plaats (theoretisch, praktijkoefeningen, filmopnames)? - welk contact is er met de trainer buiten de bijeenkomst om (coaching op de werkvloer/online/telefonisch)? 10) Studiemateriaal: van welk studiemateriaal wordt gebruik gemaakt? 11) Groepsgrootte: wat is het minimum en maximum aantal deelnemers per training? 12) Locatie: waar wordt de training gegeven? 13) Certificaat: krijgen de deelnemers een certificaat voor deelname? 14) Effectmeting: - wordt er gebruik gemaakt van een voor- en/of natoets? Zo ja, welke? - is het effect van de training gemeten? 15) Kosten: - wat zijn de deelnamekosten? - wat zijn de extra kosten voor studiemateriaal?
Bovengenoemde kenmerken kunnen worden geclusterd in a) algemene, b) inhoudelijke, c) organisatorische en d) effectiviteitskenmerken. a) Algemene kenmerken Tot de algemene kenmerken rekenen wij de ontwikkelaar(s) en aanbieder(s), en de bestaansduur. Ontwikkelaar(s) en aanbieder(s)– Sinds de bestuursafspraken met de G37 zijn gemaakt, zijn er veel taalcursussen op de markt gebracht. Dat is goed, want de taalvaardigheid van pedagogisch medewerkers wordt de komende jaren grondig aangepakt. Met het grote aanbod dat er nu ligt zijn er ontwikkelaars en cursusaanbieders die wellicht niet bekend zijn bij gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen. Gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen zullen moeten bepalen of zij hun keuze mede af laten hangen van vertrouwdheid met de ontwikkelaar en aanbieder van de training. Een ander aandachtspunt is de trainerskwaliteit. De kwaliteit van een cursus hangt sterk samen met de kwaliteiten van de trainer. Omdat in deze kieswijzer de beoordeling van de cursussen gebaseerd is op beschrijvingen van de cursussen en niet op bijvoorbeeld effectiviteitsmetingen of observaties, heeft de kwaliteit van individuele trainers hier geen rol in gekregen. Gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen doen er goed aan om trainende instellingen vooraf te vragen om het cv van de trainers, en om referenties. Bestaansduur – De bestaansduur van een cursus hangt samen met de reden dat de cursus is ontwikkeld. Enerzijds kan een taalvaardigheidstraining voor volwassenen al jaren tot de kerntaken behoren van een instelling. Dit zien we bijvoorbeeld bij het ITTA (Instituut voor Taalonderzoek en Taalonderwijs Amsterdam), dat al sinds 1987 functiegerichte taaltrainingen verzorgt voor beroepsgroepen. Anderzijds heeft het huidige beleid ervoor gezorgd dat instellingen zich zijn gaan inspannen om een passend aanbod te ontwikkelen dat tegemoetkomt aan het nieuwe beleid. De
10
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
bestaansduur van deze cursussen is bijvoorbeeld ‘vanaf januari 2013’ omdat ze nog in ontwikkeling zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn het Deltion College, O2 Onderwijsadvies, de CED-Groep, Driestar Onderwijsadvies, BCO Onderwijsadvies en ROC Eindhoven. b) Inhoudelijke kenmerken Inhoudelijke kenmerken zijn de beroepspecificiteit, de taaldomein(en), het doel, de opbouw en het studiemateriaal waar gebruik van wordt gemaakt. Beroepspecificiteit – Beroepspecificiteit heeft betrekking op de vraag of de cursus specifiek is toegespitst op de taalvaardigheid van pedagogisch medewerkers of op een meer algemene doelgroep. Een aantal ROC’s, zoals Leeuwenborgh en Eindhoven, richt zich met de taalcursus bijvoorbeeld op alle medewerkers binnen de sector Zorg en Welzijn. Anderen richten hun training op pedagogisch medewerkers in de kinderopvangsector of, nog specifieker, op pedagogisch medewerkers in de VVE-sector. Taalcursussen die specifiek ontwikkeld zijn voor pedagogisch medewerkers richten zich op sectorspecifieke situaties als het lezen van brochures over veiligheid en gezondheid en het schrijven van verslagen over de kinderen. Specifiek voor de VVE-sector is bijvoorbeeld de communicatie met ouders over thuiscomponenten van een VVE-programma. Daarnaast richten veel cursussen zich niet alleen op het taalniveau van de pedagogisch medewerkers, maar ook op de manier waarop zij de taalontwikkeling van peuters kunnen stimuleren. Daarmee wordt direct het doel gediend dat ten grondslag ligt aan de bestuursafspraken: het verhogen van de kwaliteit van het taalaanbod aan kinderen. Om een goed taalvoorbeeld te zijn voor kinderen moet het taalaanbod van pedagogisch medewerkers niet alleen correct zijn, maar ook op de juiste manier worden ingezet. De keuze voor een cursus met taalstimulering als vast onderdeel, is aan de gemeenten en het voorschoolse veld. Aandacht voor taalstimulering levert een grote bijdrage aan de kwaliteit van het taalaanbod, maar is geen onderdeel van de bestuursakkoorden. Informatiebox 5: demissionair minister van OCW over het nieuwe beleid “Ik wil bereiken dat kinderen zo veel mogelijk zonder taalachterstand naar de basisschool gaan. Dit doe ik door de komende jaren extra te investeren in de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve), schakelklassen en zomerscholen. Op de lange termijn verdienen deze investeringen zichzelf terug. Door extra in te zetten op taal verbeteren de kansen van deze jongeren later op de arbeidsmarkt aanmerkelijk.” Marja van Bijsterveldt, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bron: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw/nieuws/2012/03/12/concrete-afspraken-met-g37-over-aanpaktaalachterstand-jonge-kinderen.html
Taaldomein(en) – Het taaldomein is van belang vanwege de verschillende kwalificaties van pedagogisch medewerkers. Niet iedereen hoeft in alle, of in dezelfde, taaldomeinen bijgeschoold te worden. Een pedagogisch medewerker kan uitstekende mondelinge vaardigheden hebben en gebrekkige schrijfvaardigheden. Het is dan niet zinvol om een cursus te volgen waarin veel aandacht wordt besteed aan mondelinge taal. Iemand die een laag niveau heeft op alle domeinen zal echter baat hebben bij een integrale cursus. Idealiter biedt een cursus alle mogelijkheden om pedagogisch medewerkers met verschillende kwalificaties te kunnen opscholen naar de nieuwe taalnorm. Een voorbeeld hiervan is de cursus van Zadkine en Albeda College. Dit ROC biedt een vast programma waarin alle modules iedere bijeenkomst op de agenda staan en dus gelijktijdig worden getraind. Daarnaast worden de modules ook apart aangeboden, waarbij een cursist zich gedurende een gegeven periode in één module laat nascholen. Doel – Het doel van de cursus definiëren we aan de hand van het referentieniveau waarnaartoe wordt gewerkt. Gemeenten hebben zich met de bestuursafspraken toegelegd op het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers naar 3F voor mondelinge taal en lezen, en 2F voor
11
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
schrijfvaardigheid. Om niet minder, maar ook niet meer werk te maken van het nascholingstraject zullen idealiter precies dit de doelen zijn van de cursus. Niet alle cursussen hebben deze niveaus echter als einddoel. BCO onderwijsadvies bijvoorbeeld, legt de lat hoger met 3F als einddoel voor alle domeinen, inclusief schrijfvaardigheid. Organisaties voor voorschoolse instellingen zullen zelf moeten bepalen of zij hierin willen investeren. Het is geen landelijk voorgeschreven norm. In sommige cursussen ligt de lat lager omdat zij zich richten op de doelgroep die eerst van 1F naar 2F gebracht moet worden, ook op mondelinge taal en lezen. De aanbieders van deze cursussen hebben doorgaans ook een aanbod dat pedagogisch medewerkers naar 3F brengt. KleurRijker is hier een voorbeeld van. Pedagogisch medewerkers die van 1F naar 3F gebracht moeten worden hebben een langer traject voor de boeg. Managers van voorschoolse instellingen moeten beoordelen of het voor deze werknemers zinvol is een dergelijk traject te starten; de pedagogisch medewerkers moeten in staat worden geacht om een hoger taalniveau te kunnen bereiken. Wellicht is het beter dat sommigen van hen een andere pad bewandelen. Als dat mogelijk is kan hen bijvoorbeeld een functie binnen een groep met kinderen beneden de VVE-leeftijd worden aangeboden. Opbouw – De opbouw heeft te maken met de onderdelen die aan bod komen binnen de bijeenkomst en met de manier waarop ze aan bod komen. Wordt het huiswerk klassikaal besproken? Wordt er zelfstandig gewerkt? Worden er rollenspellen gedaan? Worden er presentaties gegeven? Vooral wanneer een bijeenkomst meerdere uren duurt, is een gevarieerd programma prettig. Studiemateriaal – Veel cursussen maken gebruik van bestaand materiaal met theorie en grammaticaoefeningen of praktijkopdrachten. Ook wordt veel gebruik gemaakt van zelf samengestelde readers. Vanzelfsprekend wordt binnen iedere training gebruikgemaakt van studiemateriaal, overgenomen van bestaand materiaal of zelf samengesteld. c) Organisatorische kenmerken Organisatorische kenmerken zijn de intensiteit (aantal trainingsuren, aantal zelfstudie-uren, wijze van zelfstudie, et cetera), de groepsgrootte, de locatie, de kosten en het al dan niet verstrekken van een certificaat. Intensiteit –Intensiteit heeft te maken met het aantal contacturen door middel van bijeenkomsten, het contact buiten de bijeenkomsten, de tijd die cursisten besteden aan zelfstudie en de manier waarop zelfstudie plaatsvindt (alleen theoretisch of ook door middel van praktijkopdrachten). Het rendement is hoog wanneer cursisten zoveel mogelijk oefenen. De opzet van een training kan hieraan bijdragen met huiswerk en praktijkopdrachten. Ook heeft de trainer soms een rol buiten de bijeenkomsten om, bijvoorbeeld in de vorm van (online) coach. Het grote voordeel van contact buiten de training is de tijdwinst. Een intensieve cursus hangt vaak samen met veel contacturen, maar daarbij moet tegelijkertijd rekening worden gehouden met een grote afwezigheid op de groep door de pedagogisch medewerker die de training volgt. Zowel SeeEzi en TinyEYE als CED-Groep en Sardes bieden een cursus waarin online training is verwerkt, zodat cursisten ook buiten de bijeenkomsten, en vanuit huis, de training kunnen volgen. De intensiteit van trainingen loopt sterk uiteen. Als we kijken naar de totale duur van de bijeenkomsten is de cursus van Nova Contract het minst intensief met in totaal 16 uur aan bijeenkomsten en de cursus van Zadkine het meest intensief met 240 uur aan bijeenkomsten. Aan zelfstudie wordt bij de meeste trainingen rond 2 uur per week besteed. Groepsgrootte – De groepsgrootte heeft invloed op de kwaliteit omdat een grotere groep vanzelfsprekend minder persoonlijke begeleiding met zich meebrengt. Tegelijkertijd hangt de mate van begeleiding samen met het aantal en de duur van de bijeenkomsten die zijn ingebouwd in de cursus. In deze kieswijzer bestaat de kleinste groep uit 10 deelnemers en de grootste uit 25.
12
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Persoonlijke begeleiding is in veel gevallen ook mogelijk, maar de kosten zijn daarvoor een stuk hoger. Het ITTA bijvoorbeeld, brengt voor een cursus op locatie € 775,- per cursist in rekening en voor individuele begeleiding € 2.750,-. Certificaat – Het al dan niet verstrekken van een certificaat kan voor cursisten een belangrijk kenmerk zijn, omdat ze ermee kunnen aantonen dat ze zich hebben laten nascholen. Ook speelt dit een belangrijke rol bij de verantwoording aan de toezichthouder. De reden tot het verstrekken van een certificaat is echter niet altijd eenduidig. Cursisten kunnen bij BCO Onderwijsadvies een certificaat krijgen “na voldoende inzet”; Driestar Onderwijsadvies geeft een certificaat na deelname van ongeveer 80%. De waarde van dergelijke certificaten is niet vastgesteld. Er is geen overkoepelende organisatie die de geldigheid van certificaten bewaakt; het staat instellingen vrij om ze naar eigen inzicht te verstrekken. Om met een certificaat aan te kunnen tonen dat een cursist is bijgeschoold tot de gewenste taalnorm, moet het certificaat gebaseerd zijn op een onafhankelijke taaltoets. Onder ‘effectiviteitskenmerken’ gaan we hier uitvoeriger op in. d) Effectiviteitskenmerken Er zijn twee manieren om de effectiviteit van een cursus aan te tonen; het meten van de cursus in het algemeen en het meten van de taalvaardigheid van de deelnemers. Effectiviteit van de cursus – Wanneer de effectiviteit van een cursus is aangetoond met een gedegen onderzoek, kan dat een goede reden zijn om voor de cursus te opteren. Het is dan immers aangetoond dat de cursus werkt. Veel cursussen maken gebruik van taalvaardigheidstoetsen om het resultaat van iedere deelnemer in beeld te brengen. Dit wordt vaak gezien als een effectiviteitsmeting van de cursus. Het geeft echter van tevoren geen informatie over de slagingskans van de gemiddelde deelnemer. Taalvaardigheidstoetsen per deelnemer – Veel cursussen maken gebruik van voor- en/of natoetsen en soms ook van tussentoetsen. Voortoetsen worden gebruikt om het startniveau te bepalen. De meeste gemeenten hebben al gebruik gemaakt van een taalvaardigheidstoets, als selectieinstrument (Welke pedagogisch medewerkers hebben een te laag taalniveau?) en als diagnoseinstrument (Wat is hun niveau op de verschillende taaldomeinen?). Indien er al toetsen zijn afgenomen is het niet nodig cursisten aan nog een voortoets te onderwerpen; dat kan als onprettig worden ervaren. De toetsgegevens uit de selectieronde kunnen aan de instelling geleverd worden die de taalcursus zal verzorgen. Een tussentoets wordt ingezet als monitor-instrument. Met een tussentoets kan de trainer het effect van de training tussentijds meten om te bepalen of de cursist vooruitgang boekt en of de nadruk op de juiste onderdelen ligt. De tussentoets wordt gebruikt om een cursus bij te sturen. Het gebruik van een natoets is een onmisbaar onderdeel van een taalcursus. Zonder natoets kan niet worden aangetoond of een cursus het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Dat brengt een belangrijk punt met zich mee. Trainende instellingen hebben er baat bij dat cursisten slagen voor hun cursus. Deze belanghebbende positie maakt dat de instellingen niet hun ‘eigen product’ zouden moeten toetsen. Het is belangrijk dat dit door een externe, onafhankelijke toetsontwikkelaar wordt gedaan. In hoofdstuk 2 is hier al op ingegaan.
Stap 2: de situatie in beeld brengen aan de hand van de toetsresultaten Het verzamelen van de toetsgegevens De eerste stap bestaat uit het verzamelen van de toetsgegevens. De toetsgegevens worden geraadpleegd om te bepalen hoeveel pedagogisch medewerkers moeten worden nageschoold, op welke domeinen zij moeten worden nageschoold en wat hun startniveau is. Pedagogisch medewerkers die over taalniveau 2F beschikken kunnen proberen met een taalcursus op niveau 3F
13
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
te komen. Het is ook mogelijk dat pedagogisch medewerkers over niveau 1F beschikken. Deze groep zal een intensievere cursus moeten volgen, wat voor hen doorgaans neerkomt op een grotere tijdinvestering. Voor pedagogisch medewerkers met een zeer laag taalniveau kan ook een ander traject in gang worden gezet, bijvoorbeeld een functie op een groep met kinderen beneden de VVE-leeftijd. Welke pad bewandeld wordt is aan de managers van de voorschoolse instellingen. Zij kunnen het beste inschatten of hun personeel leerbaar genoeg is om naar de nieuwe taalnorm te kunnen worden opgeschoold. Sommige toetsinstituten nemen ook toetsen af om de leerbaarheid van de deelnemers te meten (zie hiervoor de Kieswijzer voor Taaltoetsen). Aanbieders van taalcursussen voor pedagogisch medewerkers met een zeer laag taalniveau kunnen of differentiëren binnen een cursusgroep, of bieden verschillende cursussen aan voor verschillende niveaus. Dat geldt ook voor het aanbod aan modules; er zijn cursussen die de taaldomeinen geïntegreerd aanbieden en cursussen die de domeinen apart aanbieden. Voor pedagogisch medewerkers die niet op alle domeinen hoeven worden bijgeschoold is het aantrekkelijk om een taaldomein binnen een aparte module te volgen. Om de situatie in beeld te brengen aan de hand van de toetsgegevens moeten afspraken worden gemaakt met de managers van de voorschoolse instellingen. Het is aan te raden om met iedere organisatie een aparte afspraak te maken en als gemeente het totaaloverzicht bij te houden. De gemeente beschikt zo over een duidelijk overzicht van de omvang van de na te scholen groep. Hiervoor wordt een overzicht gemaakt als het schema hieronder. In één oogopslag kan men zien: a) hoeveel pedagogisch medewerkers worden nageschoold; b) hoe de taaldomeinen over de groep verdeeld zijn; c) welk startniveau de pedagogisch medewerkers hebben op de taaldomeinen. Tabel 1: voorbeeldtabel waarin het aantal pedagogisch medewerkers dat beneden de norm heeft gescoord op de taaltoetsen is opgenomen Beneden de norm op 1 domein
Beneden de norm op 2 domeinen
Beneden de norm op 3 domeinen
Mondelinge taalvaardigheid 1F
2F
Leesvaardigheid
1F
Schijfvaardigheid
Totaal aantal domeinen
2F
1F
1F
2F
x
x
1
2
x
3
Peuterspeelzaal Pimpeloentje PM’er 1
x
PM’er 2
x
x x
x
PM’er 3 PM’er 4 PM’er 5 PM’er 6
x
x
1
x
2
PM’er 7 Kinderdagverblijf Het Hobbelpaard PM’er x
x
x
PM’er 2 PM’er 3 PM’er 4
x
Totaal
1
Totaal aantal leidsters
5
4
1
2
1
x
x
1
1
4
3
5
6
3
4
14
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Stap 3: inventariseren van beschikbare tijd en budget Wanneer een beeld is ontstaan van de omvang van de groep die beneden de norm scoort, is het zaak om te bekijken hoeveel ruimte er is om de groep te laten bijscholen. Die ruimte is enerzijds afhankelijk van de vraag hoeveel tijd de voorschoolse organisaties deze pedagogisch medewerkers op de groep kunnen missen, en anderzijds van het beschikbare budget waar de gemeente over beschikt. Van dit budget moet niet alleen de cursus betaald worden, maar ook vervanging op de dagen waarop de pedagogisch medewerkers op cursus is en eventueel reiskosten. In informatiebox 6 worden twee rekenvoorbeelden gegeven van de manier waarop de kosten voor een taalcursus tot stand komen. Naast kosten voor de cursus, vervangingskosten en reiskosten moeten afspraken worden gemaakt over pedagogisch medewerkers die ondanks het volgen van een taalcursus niet de gewenste taalnorm bereiken. De mogelijkheid bestaat dat een pedagogisch medewerker niet leerbaar genoeg is en daarmee niet in staat is om een hoger taalniveau te bereiken. Leerbaarheid kan gemeten worden met een voortoets (zie Kieswijzer voor Taaltoetsen). Het is verstandig om hier als gemeente afspraken over te maken met de organisaties voor voorschoolse instellingen. De Gemeente Amsterdam bijvoorbeeld, heeft met het voorschoolse veld afgesproken dat voor pedagogisch medewerkers die niet slagen, geen verletkosten worden betaald door de gemeente. De verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk pedagogisch medewerkers te laten slagen, ligt daarmee bij het voorschoolse veld. Informatiebox 6: twee rekenvoorbeelden van kosten voor het afnemen van een taalcursus Rekenvoorbeeld 1 Uit de toetsgegevens blijkt dat 50 pedagogisch medewerkers moeten worden nageschoold. 16 van hen hebben op alle domeinen een startniveau 2F. Zij scoren dus onder de norm voor twee vaardigheden (mondeling en lezen). 17 van hen hebben op lezen startniveau 2F en op schrijven startniveau 1F. Ook zij scoren onder de norm voor twee vaardigheden. 13 van hen hebben voor mondelinge taal en lezen startniveau 2F en voor schrijven 1F. Zij scoren onder de norm voor alle drie de vaardigheden. 4 pedagogisch medewerkers scoren 1F op alle domeinen. Ervan uitgaande dat de leidinggevende van deze vier pedagogisch medewerkers er vertrouwen in heeft dat zij leerbaar genoeg zijn om te worden opgeschoold, wordt ook voor hen een integraal traject ingekocht. Voor hen geldt bovendien dat zij, zodra hun taalvaardigheid op alle domeinen naar niveau 2F is gebracht, de domeinen mondelinge en leesvaardigheid naar 3F moeten brengen. Daarom rekenen we vanaf nu niet met 50, maar met 54 cursisten. De volgende cursussen moeten worden ingekocht: (16 x 2 modules) + (17 x 2 modules) + (13 x integraal) + (4 x integraal) + (4 x 2 modules). Kosten voor de cursus – Als voorbeeld nemen we het cursusaanbod van de ROC van Amsterdam. De ROCvA brengt € 305 in rekening per module. Een integraal traject kost € 915. Er worden geen aparte kosten in rekening gebracht voor de toetsen die vast onderdeel zijn voor de cursus, noch voor het studiemateriaal. De kosten voor de cursus bedragen voor deze groep (37 x € 610) + (17 x € 915) = € 38.125. Vervangingskosten – Een tweede kostenpost zijn de kosten die de VVE-organisatie maakt door afwezigheid van de pedagogisch medewerker. Het aantal bijeenkomst van de cursus is 30 voor een integraal traject of tien voor een module. Een bijeenkomst duurt 3 uur, met daarbij 2 uur theoretische zelfstudie. Met reistijd inbegrepen komt dit neer op meer dan een halve werkdag, zodat voor iedere bijeenkomst voor de gehele dag vervanging op de VVE-groep moet worden ingezet. Ervan uitgaande dat een werkdag uit 8 uur bestaat en de vervanging € 25 per uur kost, komen de vervangingskosten per pedagogisch neer op € 200 per bijeenkomst. 17 pedagogisch medewerkers volgen een integraal traject van 30 bijeenkomsten en 37 pedagogisch medewerkers volgen 2 modules van gezamenlijk 20 bijeenkomsten. In totaal zijn dat 1250 bijeenkomsten: 1250 x €200 = € 250.000. Het mag duidelijk zijn dat vervangingskosten verreweg de grootste kostenpost zijn. Reiskosten – De cursussen worden gegeven op de verschillende ROCvA locaties in Amsterdam. We stellen de reiskosten vanuit de gemeente per persoon op € 9 per bijeenkomst: 1250 x € 9 = € 11.250. Totale kosten – Het totaalbedrag om alle 50 pedagogisch medewerkers op het niveau van de nieuwe taalnorm op te scholen komt neer op € 38.125 + € 250.000 + € 11.250 = € 299.375. Dat komt neer op €5.988 per pedagogisch medewerker. Voor scholing hoeft geen btw betaald te worden.
15
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Rekenvoorbeeld 2 In dit tweede rekenvoorbeeld gaan we uit van de groep pedagogisch medewerkers in het eerste rekenvoorbeeld. Deze keer maken we een berekening voor cursusafname bij het O2 onderwijsadvies. O2 onderwijsadvies biedt 6 modules: gesprekken voeren, luisteren, spreken, lezen, schrijven en taalverzorging. Elke module bestaat uit twee bijeenkomsten. Voor cursisten die een te laag niveau hebben op mondelinge taalvaardigheid worden de modules gesprekken voeren, luisteren en spreken gegeven. Voor cursisten die een te laag schrijfvaardigheidsniveau hebben worden de modules schrijven en taalverzorging gegeven. Voor lezen biedt de cursus één module. We kijken naar de groep uit rekenvoorbeeld 1. 16 pedagogisch medewerkers moeten werken aan mondelinge vaardigheid en leesvaardigheid; dat zijn in deze cursus 4 modules. 17 pedagogisch medewerkers moeten werken aan lees- en schrijfvaardigheid; dat zijn in deze cursus 3 modules. 13 pedagogisch medewerkers gaan werken aan alle vaardigheden; dat zijn in deze cursus 6 modules. 4 pedagogisch medewerkers gaan werken aan alle vaardigheden vanuit startniveau 1F; dat zijn in deze cursus 6 modules. Bovendien laten zij zich daarna bijscholen om voor mondelinge en leesvaardigheid op 3F te komen. Dat zijn nog eens 4 modules. In totaal volgt deze groep (16 x 4) + (17 x 3) + (13 x 6) + (4 x 6) + (4 x 4) = 233 modules. Kosten voor de cursus – Deelname kost per module € 150 per cursist. Voor 233 modules komt dit neer op een bedrag van € 34.950. Vervangingskosten – Deze cursus heeft de mogelijkheid om op locatie te worden gegeven. Omdat er drie groepen zijn van een substantieel aantal cursisten met dezelfde startkwalificaties (16, 17 en 13), kunnen er drie trainingen op een locatie in de eigen gemeente worden gegeven. Zelfstudie bestaat uit thuismateriaal waar gemiddeld 2 uur per week aan wordt besteed. Voor pedagogisch medewerkers die de cursus volgen hoeft daarom per bijeenkomst slechts voor een halve dag vervanging op de groep worden ingezet. Dat komt per bijeenkomst neer op € 100 per persoon. De vier cursisten met een startkwalificatie op niveau 1F vormen samen een te kleine groep voor een training op locatie. Zij reizen naar de locatie van de trainende instelling en daarom wordt voor een vervanger op de groep gezet voor de hele dag. Dat komt per bijeenkomst neer op € 200 per persoon. Voor de groep die op locatie getraind wordt, wordt vervanging ingezet voor (16 x 4) + (17 x 3) + (13 x 6) = 193 modules en dus 386 bijeenkomsten. Dat komt neer op een bedrag van 386 x € 100 = € 38.600. Voor de groep die de bijeenkomsten op locatie van de trainer volgt wordt vervanging gezocht voor (4 x 6) + (4 x 4) = 40 modules en dus 80 bijeenkomsten. Dat komt neer op een bedrag van 80 x € 200 = € 16.000. In totaal bedragen de vervangingskosten € 38.600 + € 16.000 = € 54.600. Reiskosten – We stellen de reiskosten voor de vier cursisten die de training niet op locatie kunnen volgen per persoon vast op € 45 per bijeenkomst, omdat een trainende instelling die op locatie komt trainen niet in de regio hoeft te worden gezocht. De reiskosten komen neer op een bedrag van 80 x € 45 = € 3600. Totale kosten – De totale kosten voor deze cursus bedrage voor deze groep € 34.950 + € 54.600 + € 3600 = € 93.150. Per cursist komt dit neer op een bedrag van € 1.863. Een belangrijk verschil tussen bovenstaande voorbeelden is uiteraard de intensiteit van de cursus. Het ROCvA houdt met deze groep 1250 bijeenkomsten terwijl O2 Onderwijsadvies 466 bijeenkomsten houdt. De kosten voor de cursussen zelf verschillen niet veel van elkaar. Het grootste verschil komt voort uit de mogelijkheid om de cursus op locatie te volgen, waardoor voor pedagogisch medewerkers niet voor een hele dag, maar voor een dagdeel vervanging kan worden ingezet.
Stap 4: keuze maken voor een cursus Een keuze maken op basis van de belangrijkste kenmerken van de cursus Nu de situatie in de gemeente in beeld is gebracht kan een keuze gemaakt worden voor de meest geschikte cursus. Alle cursussen zijn zorgvuldig ontwikkeld en dragen alle bij aan het verhogen van het taalniveau van de deelnemers. De kenmerken van de cursussen lopen echter uiteen. Om een goed onderbouwde keuze te kunnen maken hebben we de meest belangrijke kenmerken in tabel 2 geselecteerd en beoordeeld. Overige kenmerken kunnen in de cursusbeschrijvingen in de bijlage worden teruggevonden. De belangrijkste kenmerken hebben betrekking op het domein (welke
16
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
vaardigheden worden getraind?), het doel (naar welk taalniveau wordt toegewerkt?), de beroepspecificiteit (is de cursus specifiek voor pedagogisch medewerkers, of voor een bredere beroepsgroep?), de intensiteit (aantal contacturen en aantal uren zelfstudie en toetsing (wordt er gebruik gemaakt van een onafhankelijke taaltoets en wordt de toets extern afgenomen?). Aan de kenmerken zijn sterren toegekend, al naar gelang de kwaliteit van het kenmerk. De laagste waardering bestaat uit één ster en de hoogste waardering uit vier sterren. Alleen voor het kenmerk intensiteit hebben wij het aantal contacturen tijdens de bijeenkomsten en het aantal zelfstudieuren gegeven. De intensiteit kan doorwerken in de kosten omdat een cursus met veel contacturen meer vervangingskosten met zich meebrengt. De totstandkoming van de waarderingen is in informatiebox 7 uitgewerkt. Uit de tabel komt naar voren dat een aantal cursussen de focus heeft gelegd op de belangrijkste kenmerken. Het lijkt verstandig wanneer gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen een cursus inkopen die op de belangrijkste kenmerken niet lager dan 75% scoort, oftewel met minimaal drie sterren beoordeeld is. Hierbij is geen rekening gehouden met kosten, locatie en intensiteit van de training. De volgende aanbieders hebben minimaal drie sterren op de belangrijkste kenmerken: Arcus College, BCO Onderwijsadvies, CED-Groep/Sardes, Deltion College, KleurRijker, 02 Onderwijsadvies/Zuyd Hogeschool, ROC van Amsterdam/ROC ASA, ROC Eindhoven, Taalpartners Vitalis College en Zadkine/Albeda. Tellen we de sterren bij elkaar op, dan springen de volgende aanbieders er het meest positief uit (met tussen haakjes het aantal sterren): ROC van Amsterdam/ROC ASA (16), CED-Groep en Sardes (15), Deltion College (15), KleurRijker (15), ROC Eindhoven (14), Zadkine en Albeda (14). Bij de keuze voor een cursus zullen gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen wellicht rekening willen houden met organisatorische kenmerken als kosten, locatie van de trainende instelling of de mogelijkheid om de training op eigen locatie te kunnen volgen. Daarvoor kunnen de cursusbeschrijvingen in de bijlage worden geraadpleegd. Belangrijk is verder dat de sterrenwaardering is gebaseerd op de afspraken die in de bestuursakkoorden zijn gemaakt. Dat betekent dat de hoogste waardering wordt gegeven aan kenmerken die niet minder ambitieus, maar ook niet ambitieuzer zijn dan deze afspraken. Gemeenten en voorschoolse instellingen kunnen er echter voor kiezen om een ambitieuzer nascholingstraject in te kopen, bijvoorbeeld met aandacht voor taalstimulering of woordenschat. Naar verwachting zullen in de toekomst nieuwe aanbieders op de markt komen, of zullen organisaties die al een cursusaanbod hebben een nieuwe cursus ontwikkelen. Hoewel deze cursussen niet in de kieswijzer zijn opgenomen, kunnen gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen voor het beoordelen van deze cursussen hoofdstuk 3 van deze kieswijzer raadplegen om de nieuwe cursus zelf te beoordelen. Verantwoording bij de beoordeling van cursussen De beoordelingen van de cursussen op de belangrijkste kenmerken zijn door vier verschillende medewerkers van Sardes gedaan, onafhankelijk van elkaar. De beschrijving van de sterrenwaardering is voldoende specifiek om objectief te kunnen beoordelen. Bijvoorbeeld of het om een algemene taalcursus gaat of om een taalcursus voor pedagogisch medewerkers in de VVEsector. Omdat één van de cursussen een aanbod van Sardes (en de CED-Groep) betreft, is het Expertisecentrum Nederlands gevraagd deze cursus als onafhankelijke partij te beoordelen volgens de gegeven sterrenwaardering. Door deze maatregelen is een objectieve beoordeling van het gehele cursusaanbod tot stand gekomen.
17
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel 2: Belangrijkste kenmerken van taalcursussen en de waardering in sterren Domein
Doel
Beroepspecificiteit
Intensiteit aantal uren bijeenkomst/zelfstudie
Toetsing
Plezier in taal (Arcus College)
***
***
****
45/60
***
1Naar 3F taal op maat (BCO Onderwijsadvies)
***
***
****
32/48
***
@FFF Taalleren (CED-Groep en Sardes)
***
****
****
28/78
****
****
****
****
20/?
***
**
***
****
24/16
***
****
*
*
In overleg
***
***
****
****
24/16
**
****
****
****
40/60
***
(Nova Contract)
***
*
****
16/?
**
Moeiteloos taalvaardig(er) (O2 onderwijsadvies & Zuyd Hogeschool)
***
***
****
32/48
***
Taalscholing VVE (ROC van Amsterdam/ ROC ASA)
****
****
****
90/60
****
Interactieve Taalvaardigheden (ROC Eindhoven)
****
***
****
100/60
***
**
***
**
110/200
***
****
***
***
In overleg
***
Allemaal Taal (ThiemeMeulenhoff)
***
***
***
32/48
**
Taal op Niveau (TinyEYE/SeeEzi )
**
*
***
?
**
Taalniveau pedagogisch medewerker van 2F naar 3F (Vitalis College)
****
***
***
60/90
Voortraject niveauverhoging voor VVE-leidsters naar niveau 2F (Zadkine en Albeda)
****
***
****
240/?
Titel en ontwikkelaar
Remediërend maatwerktraject Taal voor Pedagogisch medewerkers (Deltion College) Taalstimulering voor VVEmedewerkers (Driestar Onderwijsadvies) Niveauverhoging Nederlandse taal (Horizon College) Nederlands op de werkvloer voor leidsters VVE (ITTA)
Taalsterk Kinderopvang (KleurRijker)
Bijscholing Nederlands 3F niveau (ROC Leeuwenborgh) Nederlands in de kinderopvang (Taalpartners)
*** ***
18
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Informatiebox 7: totstandkoming van de waarderingen in tabel 2 Domein
Geen van de domeinen mondelinge taal, lezen en schrijven: * Eén of twee van de domeinen mondelinge taal, lezen en schrijven: ** Meer domeinen dan mondelinge taal, lezen en schrijven: *** Uitsluitend de domeinen mondelinge taal, lezen en schrijven: ****
Doel
Geen specifiek niveau geformuleerd: * Minder ambitieus dan de nieuwe taalnorm: ** Ambitieuzer dan de nieuwe taalnorm: *** Volgens de nieuwe taalnorm: ****
Beroepspecificiteit
Voor Voor Voor Voor
Intensiteit
aantal bijeenkomst-uren / aantal zelfstudie-uren
Toetsing
Geen taaltoets: * Een lesstof gebonden of zelfontwikkelde taaltoets: ** Een onafhankelijke taaltoets, zelf afgenomen taaltoets: *** Een onafhankelijke taaltoets, afgenomen door een externe partij: ****
alle beroepsgroepen: * de sector zorg & welzijn: ** pedagogisch medewerkers in de kinderopvangsector: *** pedagogisch medewerkers in de VVE-sector: ****
De sterrenwaardering is gebaseerd op de afspraken die in de bestuursakkoorden zijn gemaakt; de hoogste waardering wordt gegeven aan kenmerken die niet minder ambitieus, maar ook niet ambitieuzer zijn dan deze afspraken. Op pagina 19 wordt dit uitgebreider toegelicht.
19
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Bijlage 1: Verantwoording van de kieswijzer Deze kieswijzer is op een pragmatische manier tot stand gekomen. Daarbij zijn de volgende handelingen verricht: het raadplegen van (openbare) plannen van de gemeenten Amsterdam en Rotterdam om het taalniveau van pedagogisch medewerkers in de voorschoolse sector te verhogen; het benaderen van alle onderwijs begeleidingsdiensten het benaderen van alle ROC’s die de PW opleiding aanbieden het benaderen van alle instituten die een taaltoets hebben ontwikkeld (aan de instellingen die voor de Kieswijzer voor Taaltoetsen zijn benaderd is de vraag gesteld of zij ook over cursusaanbod beschikken) het werken met het principe van de ‘sneeuwbalmethode’ (aanbieders van toetsen en cursussen vragen of ze nog andere aanbieders kennen); het inschakelen van de beleidsmedewerkers van de G37 voor de gegevens van aanbieders van taalcursussen die binnen hun gemeenten actief zijn (n.a.v. een bijeenkomst op 5 april 2012); het benaderen van de contactpersonen van www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl en hun vragen welke aanbieders van taalcursussen volgens hen benaderd zouden moeten worden het benaderen van het Bureau Kwaliteit Kinderopvang en hun vragen welke aanbieders van taalcursussen volgens hen benaderd zouden moeten worden zoekopdrachten via internet het beschrijven van de op die manier verzamelde taalcursussen en het meenemen van commentaarpunten van de klankbordgroep en een technische werkgroep op eerdere veries van deze kieswijzer. In de klankbordgroep zitten naast OCW en Sardes Anke Bruggink (ROC ter Aa) en Folkert Kuiken (UvA). In de technische werkgroep onder leiding van OCW wordt zitting genomen door Monique de Bos (gemeente Dordrecht), Jolande Pansier (gemeente Amsterdam), Elly Dekker (VNG), Eveline Perdijk (Brancheorganisatie kinderopvang), Edwin Luttik/Ernst Radius (MOgroep) en Jessica van Ruitenburg (Abvakabo). Voor de goede orde wordt opgemerkt dat we bij het maken van de Kieswijzer Taalcursussen voor pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen zijn uitgegaan van het bestaande aanbod van cursussen. Naast de organisaties en bureaus die een aanbod hebben op het gebied van cursussen, zijn er organisaties en bureaus die naar eigen zeggen op basis van maatwerk een taalcursus voor de VVE-sector kunnen maken. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel ROC’s. Dit aanbod is niet meegenomen, omdat het niet beschreven en beoordeeld kan worden. Bovendien is het potentieel aan publieke en private cursusaanbieders in theorie heel groot. Het is moeilijk te beoordelen of al deze partijen ook werkelijk in staat zijn een taalcursus te ontwikkelen. Verder hebben wij ons in de kieswijzer gebaseerd op het cursusaanbod van trainende instellingen die hebben gereageerd op onze oproep hun taalcursus te beschrijven. Mogelijk hebben niet alle aanbieders gereageerd en beperkt het werkelijke aanbod zich niet tot de cursussen die in deze kieswijzer zijn opgenomen. Tot slot: de cursusbeschrijvingen in bijlage 3 zijn in nauw overleg met de ontwikkelaars/eigenaren tot stand gekomen. De verantwoordelijkheid voor de volledigheid en juistheid van de informatie over de taaltoets ligt uitdrukkelijk bij hen. Omdat de ontwikkelaars/eigenaren zelf de informatie hebben aangeleverd, is deze niet altijd even gelijksoortig. Dit bemoeilijkt soms de onderlinge vergelijkbaarheid.
20
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Bijlage 2: Uitleg bij taalniveau 2F en 3F Deze bijlage is grotendeels overgenomen uit Over de verhoging van de taaleis in de kinderopvang (Bijloo, 2012). Het Referentiekader taal en rekenen geeft voor het hele onderwijs (basisschool tot en met hoger onderwijs) aan wat een deelnemer moeten kennen en kunnen op het gebied van de Nederlandse taal en rekenen. Het doel van het Referentiekader is een algehele niveauverhoging van de basisvaardigheden in het Nederlandse onderwijs. Voor taal onderscheidt het referentiekader vier verschillende niveaus (1F, 2F, 3F en 4F). Per niveau zijn er vier verschillende domeinen beschreven, die op hun beurt weer verschillende subdomeinen bevatten: 1) Mondelinge taalvaardigheid 1.1 Gespreksvaardigheid 1.2 Luistervaardigheid 1.3 Spreekvaardigheid 2) Lezen 2.1 Zakelijke teksten 2.2 Fictionele, narratieve en literaire teksten 3) Schrijven 4) Taalverzorging 4.1 Begrippenlijst 4.2 Taalverzorging 4.3 Niveaubeschrijvingen 4.4 Moeilijkheid Per domein – met uitzondering van het domein taalverzorging – worden in het referentiekader de volgende onderdelen aangegeven: Een algemene omschrijving van het domein. Taken die een deelnemer op het betreffende niveau moet kunnen uitvoeren. Kenmerken van de taakuitvoering, die aangeven aan welke karakteristieken een taak op het betreffende niveau moet voldoen. Het vierde domein kent een andere structuur, waarbij wordt beschreven wat er van deelnemers verwacht moet worden als het gaat om grammatica en spelling en er staan begrippen in die deelnemers moeten kunnen gebruiken op verschillende niveaus. In het Referentiekader taal en rekenen staan gedetailleerd de inhoudelijke vereisten per referentieniveau beschreven. Er wordt een aantal punten aangehaald waarvan het verschil tussen niveau 2F en 3F belangrijk wordt geacht. Daarbij is het steeds van belang de vraag te stellen hoeveel tijd en inspanning het iemand kost om op een onderdeel van niveau 2F naar 3F te geraken en hoeveel winst dit uiteindelijk voor diegene oplevert voor zijn of haar werkzaamheden in de kinderopvang.
21
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B2.1: Algemene omschrijving mondelinge vaardigheden Niveau 1F
Niveau 2F
Niveau 3F
Niveau 4F
Kan in eenvoudige bewoordingen een beschrijving geven, informatie geven, verslag uitbrengen, uitleg en instructie geven in alledaagse situaties in en buiten school.
Kan redelijk vloeiend en helder ervaringen, gebeurtenissen, meningen, verwachtingen, gevoelens onder woorden brengen over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard.
Kan monologen en presentaties houden over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard, waarin ideeën worden uitgewerkt en voorzien van relevante voorbeelden.
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties houden over tal van onderwerpen uit de (beroeps) opleiding en van maatschappelijke aard. Kan daarbij subthema’s integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie.
Het verschil tussen niveau 2F en 3F van het domein mondelinge taalvaardigheid, is dat er bij niveau 3F wordt verwacht dat een deelnemer een verhaal kan vertellen met een inleiding, een kern en een slot. Vragen naar aanleiding van een presentatie kan een deelnemer vloeiend en spontaan beantwoorden en een deelnemer maakt niet alleen gebruik van korte zinnen, maar kan ook langere zinnen vormen met behulp van signaal- en verbindingswoorden. Tabel B2.2a: Algemene omschrijving leesvaardigheden (zakelijke teksten) Niveau 1F
Niveau 2F
Niveau 3F
Niveau 4F
Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.
Kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de deelnemer en over onderwerpen die verder van de deelnemer afstaan.
Kan een grote variatie aan teksten over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard zelfstandig lezen. Leest met begrip voor geheel en details.
Kan een grote variatie aan teksten lezen over tal van onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard en kan die in detail begrijpen.
Het verschil tussen de omschrijvingen bij 2F en bij 3F bij het subdomein zakelijke teksten van het domein lezen, is dat de teksten die een deelnemer moet kunnen begrijpen op niveau 3F relatief complex zijn en een hoge informatiedichtheid bevatten, terwijl de teksten op niveau 2F een heldere structuur hebben, een lage informatiedichtheid en niet te lang zijn. Niveau 3F vereist dus een hoger niveau van tekstbegrip; een deelnemer moet ook zakelijke correspondentie, ingewikkelde schema’s en rapporten over het eigen werkterrein kunnen begrijpen. De woordenschat biedt geen onderscheidend kenmerk meer tussen 2F en 3F. Tabel B2.2b: Algemene omschrijving leesvaardigheden (fictionele, narratieve en literaire teksten) Niveau 1F
Niveau 2F
Niveau 3F
Niveau 4F
Kan jeugdliteratuur lezen.
Kan eenvoudige adolescentenliteratuur herkennend lezen.
Kan adolescentenliteratuur en eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch en reflecterend lezen.
Kan volwassenen literatuur interpreterend en esthetisch lezen.
Bij het subdomein fictionele, narratieve en literaire teksten van het domein lezen is het verschil tussen 2F en 3F dat de teksten die een deelnemer op 2F moet kunnen lezen, een heldere structuur hebben. Een verhaal heeft een dramatische verhaallijn waarin de spanning af en toe wordt onderbroken door gedachten of beschrijvingen. Poëzie en liedjes hebben meestal een verhalende inhoud en een emotionele lading. Op niveau 3F moeten deelnemers teksten kunnen lezen met literaire procedés, zoals perspectiefwisselingen en tijdsprongen. Naast de concrete betekenislaag is ook een sprake van een diepere laag. De teksten appelleren vooral aan persoonlijke en maatschappelijke vraagstukken.
22
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B2.3: Algemene omschrijving schrijfvaardigheden Niveau 1F
Niveau 2F
Niveau 3F
Niveau 4F
Kan korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen of over onderwerpen uit de leefwereld.
Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard.
Kan gedetailleerde teksten schrijven over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden.
Kan goed gestructureerde teksten schrijven over allerlei onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard. Kan relevante belangrijke kwesties benadrukken, standpunten uitgebreid uitwerken en ondersteunen met redenen en relevante voorbeelden.
Bij 2F moet een deelnemer verslagen en werkstukken kunnen schrijven met behulp van een stramien en informatie uit verscheidene bronnen, terwijl een deelnemer bij 3F uiteenzettende, beschouwende en betogende teksten moet kunnen schrijven.
23
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Bijlage 3: Beschrijving van de taalcursussen De cursussen die in deze bijlage worden gepresenteerd staan in alfabetische volgorde, volgens de naam van de ontwikkelaar.
Tabel B3.1: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Plezier in Taal
Aanbieder
Arcus College, afdeling Welzijn (Heerlen)
Ontwikkelaar
Arcus College
Bestaansduur
2012
Beroepsgroep
Werkzaam binnen de VVE-sector, Peuterspeelzaalmedewerkster(s), Leidster(s) kinderopvang, BSO-leidster(s)
Taaldomein(en)
Doel
Opbouw
Lezen Luisteren Spreken Gesprekken voeren Schrijven Beroepsspecifiek: Jeugdfictie Taalstimulering Opleiden naar 3 F 1: Niveau bepaling 2: Werken aan eigen vaardigheden op gebied van de verschillende domeinen 3: Toepassen binnen de beroepscontext
Studiemateriaal
a) Afhankelijk van beginniveau: Van 1 F naar 3 F = 2 jaar Van 2 F naar 3 F = 1 jaar b) 1x per 14 dagen = 20 bijeenkomsten van 3 x 45 minuten c) zelfstudie 3 uur per week d) combinatie, afhankelijk van de domeinen e) online Eigen materiaal, aangevuld met studiemeter van Deviant
Groepsgrootte
15 a 20 deelnemers
Locatie
Intern of op locatie
Certificaat
Certificaat Nederlands op 3 F Examinering op landelijke norm 3 F
Effectmeting
Afname TNT 2x per jaar De toets wordt door het Arcus college zelf afgenomen
Kosten
€ 750,- per studiejaar Uurprijs pp: 17 Euro.
Intensiteit
24
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.2: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Naar 3F taal op maat.
Aanbieder
BCO Onderwijsadvies (Venlo) CNO: Centrum voor Nascholing Onderwijs
Ontwikkelaar
BCO Onderwijsadvies Venlo
Bestaansduur
start september 2012
Beroepsgroep
Pedagogisch medewerkers in de VVE sector
Taaldomein(en) Doel
mondelinge taalvaardigheden (gespreksvaardigheden, luistervaardigheden, spreekvaardigheden), lezen (zakelijke teksten, narratieve, literaire teksten), schrijven (zakelijk, creatief), taalverzorging (spelling en grammatica) Niveau 3F op alle domeinen
Groepsgrootte
niveau wordt vastgesteld middels CITO entreetoets op basis van het beginniveau wordt een maatwerkprogramma ontwikkeld: een docent Nederlands verzorgt de algemene taalvaardigheden en een BCO trainer zorgt voor de specifieke onderdelen gericht op taal in de dagelijkse VVE praktijk. Duur cursus: 8 maanden Aantal bijeenkomsten: 16 Duur bijeenkomst: 2 uur Zelfstudie: 3 uur/week: theorie (2 uur) en praktijkopdracht (1 uur) Borgen van vaardigheden middels groepsopdrachten en reflecteren praktijkopnames Via sociale media wordt contact onderhouden met docenten en medecursisten Taalcoach (collega als maatje) - Methodieken uit de eigen praktijksituatie - Verdiepingsmodules van Vversterk - Materiaal van Expertise Centrum Nederlands - Methode ‘Allemaal Taal’ - Samenwerking met bibliotheek 14 tot 17 personen
Locatie
BCO Onderwijsadvies, Venlo
Certificaat
een certificaat na succesvolle toets, anders bewijs van deelname (bij voldoende inzet).
Effectmeting
Toets “Allemaal Taal”, door BCO zelf afgenomen
Kosten
€ 1750 per deelnemer alles inbegrepen Uurprijs pp: 55 Euro
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
-
25
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.3: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
@FFF Taalleren
Aanbieder
CED-Groep en Sardes (Rotterdam en Utrecht)
Ontwikkelaar
CED-Groep, Sardes, IT-Workz
Bestaansduur
Start oktober 2012
Beroepsgroep Taaldomein(en)
Doel
Opbouw
Pedagogisch medewerkers in de VVE-sector Mondelinge taalvaardigheid (gesprek , spreken, luisteren), Leesvaardigheid (zakelijke teksten, fictionele en literaire teksten), Schrijfvaardigheid, Taalverzorging (spellen, grammatica) en Woordenschat. - 3F op het gebied van Mondelinge taalvaardigheid (gesprek , spreken, luisteren), Leesvaardigheid (zakelijke teksten, fictionele en literaire teksten), Grammatica en Woordenschat. - 2F op het gebied van Schrijfvaardigheid. - Inzicht in de eigen rol in de taalontwikkeling van het kind (de modelfunctie). - Goed taalgebruik in de dagelijkse beroepspraktijk. Jaar 1 - Instructie (instructiefilms) en veelvuldig oefenen (e-oefenboeken met feedback van tutor) van alle taalgebieden. In de e-learning omgeving ligt de nadruk op taalverzorging, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, instructie van gespreks- en spreektaken, begrijpen van de onderlinge samenhang van de leerdoelen en de samenhang met de dagelijkse werkpraktijk. In de cursusbijeenkomsten is aandacht voor het oefenen van de mondelinge taalvaardigheid en de link naar de praktijk. Tweede jaar: Nadruk op oefenen in de praktijk. De leidinggevende op de locaties is een spil in het web. Zowel leidinggevende als de lerende worden ondersteund. - De leidinggevende volgt twee groepsbijeenkomsten over begeleiden van taalleren op de werkvloer, ondersteund door de tutor. De lerende maakt opdrachten per email, krijgt/vraagt feedback van leidinggevende, volgt twee terugkomdagen, kan terugvallen op alle instructiefilms uit jaar 1 en krijgt ondersteuning van de tutor. Alle taalgebieden komen aan de orde. De nieuwe doelstellen zijn geïntegreerde/ samengestelde doelstellingen altijd direct gekoppeld aan het uitvoeren van een taak. Binnen het uitvoeren van die taak worden de doelstelling uit het eerste jaar herhaald. Om de leertijd zo effectief mogelijk te benutten is gekozen voor blended learning: een mix van leren tijdens cursusbijeenkomsten, zelfstandig leren op afstand via de computer, oefenen met ondersteuning van een tutor op afstand. Eerste jaar: De stof is verdeeld over 36 weken. Per doordeweekse dag twee keer tien minuten zelfstandig leren is voldoende (plus feedback doornemen van tutor). Zes groeps-/teambijeenkomsten van drie uur. Vier tutorgesprekken via Skype/telefoon van 30 minuten. Totale belasting circa 80 uur
Intensiteit
Studiemateriaal
Tweede jaar: Uitvoeren praktijkopdrachten gedurende werkdag. Extra tijdsinvestering half uur per werkweek. Contacten met leidinggevende over taal; half uur per maand. Twee cursusbijeenkomsten van drie uur. Herhaling van stof eerste jaar ongeveer een half uur per week. In totaal circa 40-45 uur Leidinggevende: Twee cursusbijeenkomsten van drie uur (teamsgewijs) begeleiden praktijkopdrachten (circa een half uur per maand) In totaal ongeveer 25 uur afhankelijk van het aantal cursisten in het tweede jaar Instructiefilms, e-oefenboeken, contacten met tutor, face tot face cursusbijeenkomsten, het boek Praten met Volle Mond
Groepsgrootte
Individueel onderwijs via e-learning omgeving Persoonlijk contact met tutor Groepsbijeenkomsten 15 of afhankelijk van de teamgrootte
Locatie
Thuis, op de werklocatie, groepsinstructie in Rotterdam, Utrecht of locatie in het land bij voldoende animo voor desbetreffende locatie
Certificaat
Certificaat wanneer op een erkende, onafhankelijke toets 2f voor schrijfvaardigheid en 3f voor de andere gebieden behaald is.
Effectmeting
Wij leggen per gemeente contacten met een partij die een onafhankelijke taaltoets afneemt. Dit kan verschillen per gemeente.
Kosten
1739,- voor 2 jaar. Uurprijs pp: 16 Euro
26
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.4: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Remediërend maatwerktraject Taal voor Pedagogisch medewerk(st)ers
Aanbieder
ROC Deltion College (Zwolle)
Ontwikkelaar
ROC Deltion College te Zwolle
Bestaansduur
2012
Beroepsgroep
Specifiek voor pedagogisch medewerk(st)ers in de vve-sector
Taaldomein(en) Doel
Opbouw
Intensiteit
Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Taalstimulering is geen vast onderdeel van de cursus Leesvaardigheid 3F Schrijfvaardigheid 2F Naar aanleiding van de intake en taaltoets (apart in te kopen) worden de leervragen per individu vastgesteld. Op grond van deze leervragen wordt een maatwerktraining samengesteld. De deelnemers krijgen klassikale instructie met betrekking tot het verwerven van lees- en schrijfstrategieën waarbij uitgegaan is van de volgende didactische uitgangspunten. Mensen leren door middel van instructie, vanuit voordoen en zelf oefenen. Echt leren vindt plaats als deelnemer een taak moet uitvoeren op een niveau dat iets boven zijn eigen beheersingsniveau ligt (in de zone van naaste ontwikkeling). Een adequate, effectieve lees- en schrijfdidactiek komt tegemoet aan deze uitgangspunten en voorziet zowel in directe instructie als in ‘modeling’ en gelegenheid tot toepassing van het geleerde. Verder moet binnen het begrijpend leesonderwijs ruimte zijn voor verschillen in ontwikkelingstempo en ervaring. Afhankelijk van de leervragen van cursist. Minimaal 2 uur per week gedurende 10 weken (semester), eventueel te verlengen met semesters van elk 10 weken.
Groepsgrootte
Reader Leesvaardigheid, reader Schrijfvaardigheid. Reader Woordenschat (gericht op allochtone deelnemers). Aanvullend: computerprogramma Taal de Baas (2F). Minimaal 12 en maximaal 20 cursisten
Locatie
ROC Deltion, Zwartewaterallee 6-8 te Zwolle
Certificaat
Cursisten ontvangen een bewijs van deelname waarop het behaalde taalniveau wordt vermeld.
Effectmeting
De cursisten worden aan het eind van het traject getoetst met de TOA toets. Deze toets wordt door Deltion College zelf afgenomen.
Studiemateriaal
Kosten
Kosten per cursist voor een semester van 10 lesweken, 2 uur les per week: € 300,Kosten per cursist voor een semester van 10 lesweken, 4 uur les per week: € 600,Uurprijs pp: 15 Euro
27
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.5: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Remediërend maatwerktraject Taal voor Pedagogisch medewerk(st)ers Spreekvaardigheid van 2F naar 3F
Aanbieder
ROC Deltion College (Zwolle)
Ontwikkelaar
ROC Deltion College te Zwolle
Bestaansduur
Beroepsgroep
Het Deltion College heeft jarenlange ervaring met het verzorgen van spreekvaardigheidslessen voor allochtone deelnemers. De inhoud van de spreeklessen wordt zoveel mogelijk aangepast aan de beroepspraktijk van de deelnemers. Allochtone medewerksters in de Kinderopvang
Taaldomein(en)
Spreken van A2 naar B1 (=2F) Spreken van B1 naar B2 (=3F)
Doel
Het verhogen van het spreekvaardigheidsniveau.
Opbouw
Spreeklessen met docent.
Intensiteit
Afhankelijk van de leervragen van cursist. Minimaal 2 uur per week gedurende 10 weken (semester), eventueel te verlengen met semesters van elk 10 weken.
Studiemateriaal
Readers Spreken; Oefenen met Staatsexamens NT2-I (2F) en NT2-II (3F)
Groepsgrootte
Minimaal 10 en maximaal 12.
Locatie
ROC Deltion, Zwartewaterallee 6-8 te Zwolle
Certificaat
Diploma Staatsexamen II Spreken NT2
Effectmeting
De cursisten worden aan het eind van het traject getoetst met het Staatsexamen II Spreken. Deze toets wordt door deltion College zelf afgenomen.
Kosten
Kosten per cursist voor een semester van 10 lesweken, 2 uur les per week: € 300,Kosten per cursist voor een semester van 10 lesweken, 4 uur les per week: € 600,Uurprijs pp: 15 Euro
28
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.6: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Taalstimulering voor VVE-medewerkers
Aanbieder
Driestar Onderwijsadvies (Gouda/ Ridderkerk/ Barneveld/Zeeland)
Ontwikkelaar
Driestar Onderwijsadvies
Bestaansduur
Nieuw (start januari 2013)
Beroepsgroep
Pedagogische medewerkers (binnen VVE)
Taaldomein(en)
Mondeling en schriftelijk taalgebruik, zowel op eigen niveau als op niveau baby, dreumes en peuter.
Doel
Verbeteren van eigen taalniveau (3F), zodat dit weer ingezet kan worden ten dienste van baby’s, dreumesen, peuters, ouders en collega’s.
Opbouw
Intensiteit
In de cursus wordt aandacht besteed aan: taalontwikkeling bij jonge kinderen, Nederlands als tweede taal, woordenschatontwikkeling (theorie en didactiek), interactief voorlezen, leidstervaardigheden om taal bij jonge kinderen te stimuleren (m.b.v. Combilist), eigen vaardigheid spelling, stijl en grammatica. 8 dagdelen van 3 uur binnen tijdsbestek van een half jaar (voorjaar of najaar). Zelfstudie 2 uur per bijeenkomst , waaronder oefeningen eigen vaardigheid, lezen studiemateriaal en maken videoopnames. Buiten de cursus om mag met de trainer gemaild worden.
Studiemateriaal
Een instelling kan ook kiezen voor maatwerk: wij passen de scholing dan in overleg aan om de aandachtspunten te behandelen die de instelling zelf centraal wil stellen. Reader + boek ‘Praten met Volle Mond’ (uitgave van Sardes)
Groepsgrootte
12 tot 20 personen per groep
Locaties Certificaat
Gouda/ Ridderkerk/ Barneveld/Zeeland in overleg met cursisten en afhankelijk van het aantal deelnemers per regio. Bij voldoende deelnemers (12) kan de cursus ook op locatie plaatsvinden. Na de cursus ontvangen de deelnemers een certificaat. Er mag maximaal één bijeenkomst gemist worden.
Effectmeting
De training wordt gestart en afgesloten met een taaltoets. Deze toets wordt door Driestar Onderwijsadvies zelf afgenomen.
Kosten
€ 800,00 per persoon inclusief reader en boek ‘Praten met Volle Mond’ Uurprijs pp: 33 Euro
29
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.7: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Niveauverhoging Nederlandse taal
Aanbieder
Horizon College afdeling Cursussen & Trainingen Zorg en Welzijn (Alkmaar)
Ontwikkelaar
Horizon College afdeling Cursussen & Trainingen Zorg en Welzijn
Bestaansduur
Vanaf najaar 2012
Beroepsgroep
alle
Taaldomein(en)
Lezen, schrijven. luisteren, spreken/gesprek voeren, taalstimulering
Doel
Het verhogen van het taalniveau
Opbouw
5 modules: lezen, schrijven, luisteren, spreken, gesprek voeren
Intensiteit
Afhankelijk van uitslag taaltoets in overleg met opdrachtgever
Studiemateriaal
Computerlicentie voor taal (toets.nl) Moduleboekjes met zelfstudiemateriaal
Groepsgrootte
Minimaal 12, maximaal 15
Locatie
Horizon College Kruseman van Eltenweg 4 Alkmaar
Certificaat
Officieel meetresultaat na eindtoets
Effectmeting
Ja TOA/Toets.nl De toets wordt door Horizon college zelf afgenomen.
Kosten
Kosten op aanvraag i.v.m. vraaggerichte opzet van de cursus, alleen in-company Uurprijs pp: onbekend
30
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.8: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Nederlands op de Werkvloer voor leidsters VVE: een functiegerichte taaltraining
Aanbieder
ITTA, Instituut voor Taalonderzoek en Taalonderwijs Amsterdam (Amsterdam)
Ontwikkelaar
ITTA
Bestaansduur Beroepsgroep
Taaldomein(en)
Doel
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte Locatie
Sinds 1987 Pedagogisch medewerkers in de VVE-sector. Optie 1. Maatwerk open-inschrijvingstrainingen: één vaardigheid voor alle acht bijeenkomsten (Lezen, Luisteren, Schrijven, Spreken/Gesprekken voeren). Optie 2: maatwerk incompanytrainingen 8 bijeenkomsten al naar gelang de behoefte ingevuld met één of juist meerdere vaardigheden. Optie 3: individuele training: naar behoefte van de deelnemer. Spreken/gesprekken voeren, Lezen en Luisteren: 2F of 3F Schrijven: 1F of 2F (afhankelijk van het startniveau van de deelnemers.) - mondelinge en schriftelijke intake - verschillende taaltaken (bijvoorbeeld: schrijven van een e-mail, mondeling verslag doen aan een ouder, meepraten in een overleg met collega’s, het voeren van een gesprek met kinderen.). Deelnemers dragen zelf voorbeelden aan. - algemene taalkwesties - schriftelijke evaluatie op inhoud en proces aan het eind van de training Duur cursus: 3 maanden Aantal bijeenkomsten: 8 Duur bijeenkomsten: 1,5 uur (individueel) 3 uur (groepstraining) Zelfstudie: 2 uur per bijeenkomst (praktijkoefeningen, zelfevaluatie, feedback van collega’s (indien mogelijk) en eventueel filmopnames Tussentijd contact: coaching op de werkvloer behoort tot de mogelijkheden. - Situaties die de deelnemers zelf inbrengen, en die dienen als oefenmateriaal. - Op functie- en taaltaakgerichte praktijkopdrachten. - Digitaal beschikbaar oefenmateriaal. Groepstraining: minimaal 10 en maximaal 12 deelnemers. -
Open-inschrijvingstraining: Universiteit van Amsterdam. Incompanytraining: op een eigen locatie van de opdrachtgever. Individuele begeleiding: Universiteit van Amsterdam.
Certificaat
Bij minimaal 70% aanwezigheid en 80% afgetekende praktijkopdrachten.
Effectmeting
Voor- en natoets: Eigen Taalvaardigheid Docenten van het ITTA afgenomen (2F/3F) voor alle vaardigheden.
Kosten
- maatwerk open-inschrijvingstraining: € 850,- per persoon. Uurprijs pp: 35 Euro - maatwerk incompanytraining: € 775 per persoon. Uurprijs pp: 32 Euro - individuele begeleiding € 2.750,-.
31
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.9: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel Aanbieder Ontwikkelaar Bestaansduur Beroepsgroep Taaldomein(en) Doel
Opbouw
Taalsterk Kinderopvang IVIO-Integratie (Almere) KleurRijker Sinds 2011 VVE Sector Luisteren, lezen, spreken, schrijven, gesprekken voeren, grammatica 1F, 2F, 3F (afhankelijk van doelstelling opdrachtgever). Niveau 3F is gereed medio 2012. Vanuit VVE context wordt gewerkt aan grammatica, spelling en interpunctieregels. Dit doen we naast theorie ook door functiegerichte opdrachten zoals verslagen schrijven, notuleren van werkoverleggen, instructies lezen en interne processen begrijpen. Maar ook door zinsconstructies, omgangsvormen en gespreksvaardigheden te oefenen door, naast theorie, ook rollenspellen met bv ouders/leidinggevenden/collega’s te simuleren a. Afhankelijk van start- en eindniveau van de deelnemer. Tussen de 10 en 30 weken
Intensiteit
b. zie boven. 1 x per week is advies. Totaal dus 10 of 30 bijeenkomsten (2 uur per bijeenkomst) c. ongeveer 2/3 van het traject. Tussen 40 – 80 uur d. zelfstudie via e-learning, huiswerkopdrachten. Beide worden nagekeken door docent/begeleider e. IVIO heeft contact met cursist (wekelijks) buiten de lestijden om en evalueert regelmatig met werkgever
Studiemateriaal Groepsgrootte Locatie Certificaat Effectmeting
KleurRijker “Taalsterk Kinderopvang” en materiaal vanuit werkgever varierend tussen 1 en 16 deelnemers, afhankelijk van samenstelling en wensen opdrachtgever op de locatie van de opdrachtgever. Mocht hier geen geschikte ruimte aanwezig zijn dan beschikt IVIO over ruim 20 leslocaties door heel Nederland (additioneel € 10,- per uur) Deelnemer ontvangt IVIO Certificaat met uitslagen van de onafhankelijke en landelijk erkende toets en met korte samenvatting van de inhoud van de training a. + b. Door toetsing aan begin en eind van het traject wordt effect gemeten en wordt afgezet tegen doelstelling traject. Er wordt gebruik gemaakt van de TOA toets. De toets wordt door de trainende instelling afgenomen. a. kosten per groep, per les van 2 uur: 180,- Euro
Kosten
b. kosten lesmateriaal basisversie per deelnemer: € 79,- (elearning) of € 99,- (e-learning+boek), kosten toetsmateriaal : € 0,- = Totaal: € 109,- (of € 129,-) c. Intake per deelnemer: € 90,Uurprijs pp: hangt van groepsgrootte af
32
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.10: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel: Aanbieder:
Nova Contract (Haarlem, Beverwijk en Hoofddorp)
Ontwikkelaar:
Nova Contract
Bestaansduur:
± 2 jaar
Beroepsgroep:
Medewerkers in de VVE
Taaldomeinen:
Spreken, gesprekken, lezen, schrijven en luisteren
Doel: Opbouw:
Het taalniveau van de leidster in de kinderopvang zodanig verhogen/verbeteren dat zij in staat is de taalontwikkeling van het kind te bevorderen. De medewerker wordt daarnaast getraind in het motiveren en stimuleren van taalontwikkeling bij het kind. 8 lessen rondom een taalthema aangevuld met maatwerk afgestemd op de leervraag van de deelnemer.
Intensiteit:
2 uur per week voor een periode van 8 weken, plus zelfstudie.
Studiemateriaal:
Het startniveau wordt bepaald door middel van het afleggen van een intaketoets. Er wordt gebruik gemaakt van een reader en ViaStarttaal online voor de eigen taalontwikkeling
Groepsgrootte:
maximaal 12 personen
Locaties:
Haarlem, Beverwijk en Hoofddorp
Certificaat:
Deelnemercertificaat
Effectmeting: Kosten:
Effect wordt gemeten door een lesstofgebonden taaltoets en een praktijkopdracht in de VVE. € 850 p.p. Voor de kosten van de incompanytraining kunt u contact opnemen met Gijs Gons Uurprijs pp: 53 Euro
33
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.11: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Naar 3F taal op maat
Aanbieder
O2 onderwijsadvies (Geleen) in samenwerking met Hogeschool Zuyd, de nieuwste PABO
Ontwikkelaar
Combinatie O2 onderwijsadvies - BCO onderwijsadvies
Bestaansduur
Vanaf september 2012
Beroepsgroep
Pedagogisch medewerkers, met name werkzaam in VVE-setting
Groepsgrootte
Er wordt gewerkt naar 3F taalniveau op de volgende taaldomeinen uit de referentieniveaus: (l)mondelinge taalvaardigheden (ll) lezen (lll)schrijven (lV) taalverzorging (spelling, grammatica) Daarbij wordt voortdurend de pendelbeweging tussen theorie en (VVE-)praktijk gemaakt. De cursus gaat uit van maatwerk. Het verhogen van het kennis- en vaardigheidsniveau naar referentieniveau 3F gekoppeld aan praktische toepasbaarheid, w.o. verhogen taalniveau van jonge kinderen. Op basis van de entreetoets (nog in ontwikkeling, CITO) wordt het beginniveau vastgesteld. Daarop wordt een maatwerkprogramma gemaakt . Gedurende de training wordt ook maatwerk geleverd bij het koppelen van de theorie aan de praktijk. De taaltraining bestaat uit een drietal onderdelen: 1. Scholingsbijeenkomst 2 uur 2. Zelfstudie/ huiswerk 2 uur 3. Praktijkopdrachten 1 uur De taaltraining bestaat uit 16 bijeenkomsten verspreid van september tot april. Op jaarbasis 16 X 5 uur = 80 uur studiebelasting Toetsen afgenomen door Hogeschool Zuyd. -Methode ‘Allemaal Taal’ van Thieme Meulenhof. -Methodieken VVE uit de eigen praktijksituatie: (Uk en Puk, Startblokken, Piramide en Speelplezier) -Verdiepingsmodules van VVersterk; -Aanvullend materiaal, diverse bronnen 14 tot 17 personen
Locatie
O2 onderwijsadvies, Rijksweg Zuid 170, Geleen of op nader te bepalen locatie
Certificaat
Ja, of bij niet behalen van de eindtoets: Bewijs van deelname
Taaldomein(en)
Doel
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Effectmeting
Kosten
Beginmeting met de CITO toets (nog in ontwikkeling) of een online toets 3F, waarna maatwerkprogramma wordt opgesteld. Portfolio afspraken, bijhouden van reflecties op taalvaardigheden. Tussentoets na 8 bijeenkomsten (In ontwikkeling of eigen toets) Eindtoets waarna mogelijke certificering (CITO, in ontwikkeling) De kosten per deelnemer bedragen € 1750,-(exclusief de methodematerialen van "Allemaal Taal"). Op scholing is geen BTW van toepassing. Uurprijs: 55 Euro
34
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.12: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel Aanbieder
Taalscholing VVE a) b)
ROC van Amsterdam ROC ASA
Ontwikkelaar
ROC van Amsterdam en ROC ASA
Bestaansduur
Februari 2010
Beroepsgroep
Specifiek VVE: voorschoolleidsters en onderwijsassistenten
Taaldomein(en)
Spreken, schrijven en lezen
Doel Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Voorschoolleidsters niveau B2-B1-B2 Onderwijsassistenten niveau B2-B2-B2 Voor respectievelijk spreken, schrijven, lezen. Afhankelijk van de groepsindeling en de te oefenen vaardigheden. Periode 1 tot maximaal 1½ jaar. Modules van 10 weken, 1 dagdeel per week 3 klokuur les. Per week 2 zelfstudie-uren. Theoretisch; ook oefenen via het internet. Geen contact met de trainer buiten de bijeenkomst om. Divers – zoveel mogelijk maatwerk; trainers putten o.a. uit bestaand lesmateriaal, zelfgemaakt lesmateriaal, authentieke teksten.
Groepsgrootte
Minimum aantal deelnemers 12, maximum aantal deelnemers 20 (afhankelijk van te trainen vaardigheden en startniveau)
Locatie
Verschillende locaties van het ROC van Amsterdam, in Zuidoost, Oost en Centrum/West.
Certificaat
Nee. Deelnemers krijgen een certificaat van UvA Talen als ze geslaagd zijn voor de toetsen.
Effectmeting Kosten
Start en eindtoetsen ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam (dhr. F. Kuiken) in opdracht van de gemeente Amsterdam (DMO). Het effect van de training is niet gemeten. € 305,= per deelnemer per module van 10 dagdelen. Uurprijs pp: 10 Euro
35
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.13: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Taal op niveau!
Aanbieder
ROC Eindhoven
Ontwikkelaar
ROC Eindhoven
Bestaansduur
Vanaf september 2012
Taaldomein(en)
Voor werknemers in de welzijnssector met een taalniveau tussen 1F en 2F. Voor werknemers met een taalniveau tussen 2F en 3F is een aangepast traject te volgen met meer nadruk op taalstimulering bij jonge kinderen. Lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren, schrijven en taalverzorging
Doel
Het bereiken van taalniveau 3 F
Beroepsgroep
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Starten met intake d.m.v. de TOA toetsing van ICE. 4 modules van elk 10 weken 4 domeinen te weten: 1. Lezen 2. Luisteren 3. Spreken en gesprekken voeren 4. Schrijven en taalverzorging Duur cursus: maximaal 40 weken Aantal bijeenkomsten: maximaal 4 taaldomeinen van ieder 10 bijeenkomsten Duur bijeenkomsten: 2,5 uur Zelfstudie: 1 a 2 uur per week. Afhankelijk van het domein digitaal oefenen of luisteroefeningen of eigen filmopnames van gesprekken voeren. Tussentijdsc ontact: online begeleiding door docent. Uitgave eigen taalvaardigheid in combinatie met VVE van Sardes, de methode Deviant en een reader taaldidactiek en interactievaardigheden.
Groepsgrootte
15 tot 20 personen. Afwijkende aantallen in overleg.
Locatie
ROC Eindhoven of in company.
Certificaat
Certificaat met vermelding van behaalde TOA examens.
Effectmeting
Kosten
Nulmeting TOA Eindmeting TOA ROC Eindhoven neemt de toetsen zelf af Boekengeld maximaal 70,00 afhankelijk van aantal modules Lesgeld per module 250,00 p.p. Kosten intake 150,00 (verplicht) ROC Eindhoven rekent geen BTW Uurprijs pp: 19 Euro
36
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.14: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel Aanbieder Ontwikkelaar Bestaansduur Beroepsgroep Taaldomein(en) Doel
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte Locatie Certificaat
Effectmeting
Kosten
Bijscholing 3F ROC Leeuwenborgh (Maastricht) ROC Leeuwenborgh Begin 2012 Medewerkers binnen de sector Zorg en Welzijn met minimaal niveau 2F Lezen, luisteren en gespreksvaardigheden Taalstimulering vormt geen vast onderdeel van de cursus Deelnemer behaalt Nederlands 3F niveau op de aangegeven domeinen. Er wordt gewerkt met niveaugroepen. Voor de niveaubepaling wordt de entreetoets afgenomen en tussentijds getoetst. De instructie wordt centraal gegeven waarna de studenten zelfstandig aan de slag kunnen en de docent de tijd heeft voor de individuele begeleiding. Duur cursus: 1 jaar Aantal bijeenkomsten: 40 Duur bijeenkomsten: 2,5-3 uur/week (mogelijk in avonduren) Zelfstudie: ongeveer 5 uur (theoretisch en dmv opdrachten, alle in digitale vorm) Tussentijds contact: online Diviant 10-25 In company of bij ROC Leeuwenborgh locatie Maastricht of Sittard. Ja De deelnemers starten met een 0-meting, na 2 maanden en na 6 maanden doen zij een digitale tussentijdse toets om de voortgang te meten. Aan het einde van het traject doet de deelnemer examen. De sector Zorg & welzijn van ROC Leeuwenborgh maakt gebruik van TOA toetsen. De toetsen worden door Roc Leeuwenborgh zelf afgenomen. Circa 450 euro per groep bij groepsgrootte van 20 deelnemers. Exclusief de methode Diviant. Uurprijs pp: 0,23 Euro
37
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.15: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Nederlands in de kinderopvang (vve-training)
Aanbieder
Taalpartners (Rotterdam)
Ontwikkelaar
Taalpartners
Bestaansduur
Het vve-traject wordt aangeboden sinds 2012.
Beroepsgroep
Leidsters in de kinderopvang
Taaldomein(en)
schrijven, spreken/gesprekken, luisteren, lezen, taalverzorging
Doel
niveau 3f (Meijerink)
Intensiteit
Deelnemers maken een intaketoets om het beginniveau te bepalen. Vervolgens volgen ze alleen een training op die domeinen waar ze nog niet 3f in hebben behaald. De verschillende domeinen worden in een workshopachtige training aangeboden. Na afloop van de lessen volgt een toetsing. Daarna beginnen de lessen voor een van de andere domeinen. De gemiddelde lengte van een totaal traject is een kalenderjaar. Voor de individuele deelnemers kunnen de verschillen groot zijn. Sommigen zijn na twee maanden klaar, anderen moeten het hele jaar les volgen. Per domein zijn er 10 tot 20 lessen (afhankelijk van beginniveau en de hoeveelheid tijd die deelnemers aan zelfstudie kunnen/moeten besteden). In de lessen is plaats voor theorie en veel oefening. Naast de lessen is e-mailcoaching een optie bij deze training. In overleg met de organisatie te bepalen.
Studiemateriaal
Materialen ontwikkeld door Taalpartners en Vlekkeloos Nederlands (Taalverzorging).
Groepsgrootte
Variabel: 1 tot 8 personen.
Locatie
Lessen worden op de werkvloer aangeboden en lesmomenten worden in overleg met de organisatie vastgelegd.
Certificaat
Na afloop van de training krijgen de deelnemers de uitslagbrieven van de TOAtoetsen.
Opbouw
Effectmeting Kosten
Deelenemers maken TOA-toetsen (intake en eindtoetsen). De toetsen worden door Taalpartners zelf afgenomen. De trajecten lopen nog, dus een eindmeting is nog niet gedaan. De kosten van de training zijn variabel en afhankelijk van beginniveau, trajectduur en groepsgrootte. Uurprijs: onbekend
38
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.16: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Allemaal Taal
Aanbieder
- Diverse ROC’s, trainingsinstituten - De auteur, Jenny van der Ende
Ontwikkelaar Bestaansduur Beroepsgroep
Taaldomein(en)
Doel
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte Locatie Certificaat
Effectmeting
Kosten
Jenny van der Ende, cursusmateriaal uitgegeven door ThiemeMeulenhoff 2012 Pedagogisch medewerkers in de kinderopvang -
Mondelinge taalvaardigheid: Gesprekken voeren Lezen Schrijven Taalbeschouwing en Taalverzorging
Het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers die voor het Nederlands onder niveau 3F zitten, voor de uitoefening van voor het beroep relevante taaltaken met de nadruk op taalstimulering bij kinderen. Opbouw van een cursusbijeenkomst: - Bespreken uitgevoerde praktijkopdracht en schrijfopdracht - In groepjes huiswerk bespreken - Aanbieden thema van de avond aan de hand van een tekst - Onderwijsleergesprek naar de inhoud en vorm van de tekst - Groepsopdracht bij thema, bijv. plan maken voor interactief voorlezen - Bespreken grammatica en spelling die nodig is voor de schrijfopdracht bij het thema - Voorbespreken praktijkopdracht en schrijfopdracht. 16 weken plus begin- en eindtoets 2 uur per bijeenkomst 2 uur huiswerk per week 1 uur praktijkopdracht per week de trainer bespreekt elke week de opdrachten tijdens de bijeenkomst; contact tussendoor is mogelijk via de mail.
Leerwerkboek ‘Allemaal taal’. Max. 20 personen Divers Ja , met uitslag eindtoets zodra beschikbaar Nulmeting en eindmeting middels een nog te ontwikkelen, gevalideerde toets, gekoppeld aan de methode. De toetsen zullen na de zomer beschikbaar zijn, nog niet gevalideerd. Het effect van de training wordt op dit moment middels twee pilots gemeten, een pilot bij een organisatie voor kinderopvang in Rotterdam en een bij een organisatie voor kinderopvang in Den Haag. Kosten totale cursus bepaalt de instelling die de cursussen geeft. Daarbinnen: - kosten leerwerkboek: 45,00 euro incl. btw - kosten train de trainer voor docenten: 395,00 euro. Uurprijs: onbekend
39
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.17: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Taal op Niveau
Aanbieder
SeeEzi BV (Groningen)
Ontwikkelaar
TinyEYE /SeeEzi BV
Bestaansduur
2011
Beroepsgroep
Pedagogisch medewerkers
Taaldomein(en)
Luistervaardigheid, woordenschat uitbreiding en eigen spreekvaardigheid
Doel
a. Verbeteren van de eigen luistervaardigheden met als doel de kinderen beter te kunnen begrijpen en meer inzicht te hebben in het taalniveau van de kinderen. b. Verbeteren van de eigen spreekvaardigheid met als doel beter verstaanbaar te zijn. c. Woordenschat op een hoger niveau brengen om een rijker taalaanbod te hebben naar de kinderen toe.
Groepsgrootte
Module 1: Eigen luistervaardigheden Wat is luistervaardigheid ? Nulmeting: Inzicht krijgen in eigen luistervaardigheid middels toets Trainen in het verbeteren van de eigen luistervaardigheid Eindtoets van de eigen luistervaardigheid Module 2: Eigen spreekvaardigheid Wat is spreekvaardigheid ? Nulmeting: Inzicht krijgen in eigen spreekvaardigheid middels toets Trainen in het verbeteren van de eigen spreekvaardigheid Eindtoets van de eigen spreekvaardigheid Module 3: Woordenschat uitbreiding Nulmeting: Meting huidige niveau woordenschat middels toets Oefeningen voor uitbreiding woordenschat Eindtoets woordenschat Module 4: Coaching op werkvloer Optionele module: Bij uitval bij modules 1, 2 of 3 individueel traject middels intensieve persoonlijke begeleiding Modules 1, 2, 3 en 4 worden parallel gegeven. - de periode waarbinnen de training wordt gevolgd is 4 maanden. - de training bestaat uit 1x observatie op de werkvloer, 2x klassikale bijeenkomsten met filmopnames, 16x online sessies, 1x coaching op de werkvloer en 1x terugkomdag - voor de training zijn er 16 zelfstudie-uren vereist - zelfstudie vindt plaats via praktijkoefeningen - contact met de trainer buiten de bijeenkomsten om vindt plaats via online training en videotelefonisch consult TinyEYE software Cursisten handboek Technisch: beeldtelefoons en PC 8
Locatie
Op eigen locatie en online
Certificaat
Ja
Effectmeting
Een voor – en natoets wordt gebruikt. Deze meet het effect van de training.
-
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Kosten
Deelname kosten: € 5 605,- per deelnemer ex BTW op basis van 8 deelnemers Studiemateriaal kosten: € 105,- per deelnemer ex BTW, exclusief PC Reis en verblijfkosten op basis van nacalculatie
40
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.18: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel
Taalniveau pedagogisch medewerker van 2f naar 3f.
Aanbieder
Vitalis college (Breda)
Ontwikkelaar
Vitalis college Breda
Bestaansduur
Aanbod is in 2012 ontworpen op verzoek van regionale kinderopvangorganisaties.
Beroepsgroep
Pedagogisch medewerkers in de kinderopvang.
Taaldomein(en)
Doel
Lezen Spreken Luisteren Schrijven Gesprekken Taalstimulering is geen vast onderdeel van de cursus, maar kan op aanvraag worden opgenomen. Het taalniveau verhogen van niveau 2f naar niveau 3f Stap 1: Vaststellen beginniveau door uitvoeren van een nulmeting voor de onderdelen: Lezen tijdsduur 75 minuten afname digitaal/computer Spreken tijdsduur 30 minuten afname door 2 assessoren Luisteren tijdsduur 45 minuten afname digitaal/computer Schrijven tijdsduur 60 minuten afname digitaal/computer Gesprekken tijdsduur 45 minuten afname door 2 assessoren
Opbouw
Stap 2: Verbetertraject van niveau 2F naar niveau 3F. Inhouden worden gekoppeld aan de beroepscontext. Optie A: Cursus voor groep van 14 deelnemers. Ttraject: Looptijd (maximaal) 30 weken 2 klokuren les per week 2 uur tot 4 uur zelfstudie per week Lesmateriaal paperbased en digitaal Coaching op de werkvloer en online. Optie B: Maatwerktraject voor individuele deelnemers gebaseerd op vastgestelde niveaus nulmeting. Inschatting duur/looptijd vooraf niet te maken. Stap 3: Vaststellen bereikte niveau 3F door inzet eindtoets. Stappen zijn gelijk aan die bij stap 1.
Intensiteit
Zie opbouw
Studiemateriaal
Afgestemd op nulmeting deelnemer en op beroepscontext.
Groepsgrootte
14
Locatie
Vitalis college Breda
Certificaat
Ja
Effectmeting
Zie opbouw TOA, zelf afgenomen
Kosten
15504 euro voor een groep van 14 deelnemers, inclusief materiaal. Uurprijs pp: 18 Euro
41
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Tabel B3.19: Beschrijving taaltoets voor pedagogisch medewerkers Titel Aanbieder Ontwikkelaar Bestaansduur Beroepsgroep Taaldomein(en) Doel
Taaltraject voor VVE leidsters naar niveau 3F Zadkine en Albeda College (Rotterdam) Zadkine en Albeda College Sinds 2011 VVE leidsters alsmede ouderconsulenten Lezen, Schrijven, Spreken, Gesprekken, Luisteren, Taalverzorging Taalstimulering vormt alleen voor het traject naar 2F een vast onderdeel van de cursus. Er wordt toegewerkt naar niveau 3F op alle vaardigheden. Ook worden cursussen aangeboden waarbinnen naar 2F wordt toegewerkt - Begintoets Mister Dutch - Trajectadvisering - keuze voor vaardigheidsmodules of integraal aanbod met alle zes de vaardigheden
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Groepsgrootte Locatie Certificaat
Deelnemers kunnen desgewenst alleen die onderdelen volgen die men nog moet behalen met het oog op een efficiënte inzet van tijd. Er wordt gewerkt met een combinatie van generieke taalmethodes voor het MBO en contextgerichte opdrachten voor de VVE. Duur cursus: 40 weken (Bij eerder behalen van het niveau kan het traject korter zijn.) Aantal bijeenkomsten: 2 per week Duur bijeenkomsten: 3 uur (of: 1 uur per vaardigheidsmodule per week) Zelfstudie: Combinatie van digitale lesmaterialen en praktijkopdrachten voor op de werkplek Tussentijds contact: geen Deviant BBL 3F + Studiemeter Vlekkeloos Nederlands Syllabus teksten in de context VVE Portfolio met praktijkopdrachten VVE Muiswerk Online Min. 12 – max 17 deelnemers Diverse locaties in Rotterdam Gezamenlijke niveauverklaring ROC’s + Mister Dutch
Effectmeting
Resultaatmeting aan de hand van de TOA, door Zadkine en Albeda zelf afgenomen. Mogelijk wordt deze in 2012 vervangen oor een andere eindtoets/ taalassessment.
Kosten
In overleg met de opdrachtgever te bepalen. Materiaalkosten: circa € 125 of per module € 75 Uurprijs: onbekend
42
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2012
Colofon Titel: Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen Auteurs: Olga Abell en IJsbrand Jepma Project: Vversterk III Taalniveau Sardes projectnummer: TR0825M2 Opdrachtgever: Ministerie van OCW, directie Primair Onderwijs Datum: juli 2012
43
Sint Jacobsstraat 63 3511 BP Utrecht (NL) Postbus 2357 3500 GJ Utrecht (NL) T .. 31 (0)30 23 26 200 F .. 31 (0)30 23 33 017. E-mail secretariaat @ sardes . nl