Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen
Opdrachtgever: ministerie van OCW, directie Primair Onderwijs
Januari 2015 Olga Abell, IJsbrand Jepma en Tessa van Velzen Sardes, Utrecht
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Inhoudsopgave Managementsamenvatting
2
1.
De gemeente en de keuze voor een taalcursus
5
2.
Kieswijzer
8
Vier stappen inventariseren van het cursusaanbod situatie in beeld brengen aan de hand van toetsresultaten inventariseren van beschikbare tijd en budget keuze maken voor een cursus
9 9 13 15 16
3. Stap Stap Stap Stap
1: 2: 3: 4:
Bijlage 1: verantwoording van de Kieswijzer Bijlage 2: uitleg bij taalniveau 2F en 3F Bijlage 3: beschrijving van de taalcursussen
20 21 24
1
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Managementsamenvatting De Kieswijzer die gemeenten en organisaties van voorschoolse voorzieningen in de VVE-sector behulpzaam wil zijn bij het kiezen van de juiste taalcursus voor haar pedagogisch medewerkers is een dynamisch document. Deze Kieswijzer is een aanpassing van de Kieswijzer die in juli 2012 is gepubliceerd. Verschillende aanbieders van taalcursussen hebben ons verzocht opgenomen te worden in de Kieswijzer. In de vernieuwde Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen hebben de volgende aanbieders een plaats gekregen: Scholingstraject voor toetsing en nascholing pedagogisch werkers in de VVE (ROC Drenthe college), Taaltoets pedagogisch medewerkers Sam & Ko kinderopvang Deventer (ROC Graafschap college), Taalaanbod voor medewerkers in de VVE sector (ROC Nijmegen), Nederlands als onderdeel van opleiding Zorg en Welzijn (ROC Rivor), Snel van 2F naar 3F, Allemaal taal (Cedin), Sterkte taal (MBO college voor Mens en Maatschappij ROC van Twente), MeerTaal (Marant en Allemaal Taal), Taal op niveau (ROC Summa), Beter met taal in de kinderopvang (ROC Landstede en ThiemeMeulenhoff) en Taaltoetser (onderdeel van Bisbee Flexonderwijs). Bestuurlijke afspraken over het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers in de voorschoolse sector De G37 heeft bestuurlijke afspraken gemaakt met het Rijk om het taalniveau van pedagogisch medewerkers bij spreken, lezen en schrijven na te gaan en waar nodig te verhogen. Ook de G86 met relatief veel doelgroepkinderen werkt aan het taalniveau van pedagogisch medewerkers in de VVE-sector. Het is zowel in het belang van het kind als van de pedagogisch medewerker zelf om serieus werk te maken van het eigen taalniveau. Pedagogisch medewerkers die taalvaardig zijn, zijn beter in staat om (doelgroep)kinderen te ondersteunen in hun taalontwikkeling. Bovendien zorgt een voldoende eigen taalniveau voor meer werkplezier en arbeidsperspectief. Afgesproken is dat in 2015 landelijk gemiddeld 90 procent van de pedagogisch medewerkers in de VVE-sector in de G37 voor mondelinge en leesvaardigheden moet voldoen aan niveau 3F. Schriftelijke vaardigheden mogen worden beheerst op niveau 2F. 3F en 2F staan respectievelijk voor Fundamentele kwaliteit op niveau 3 en niveau 2 en zijn onderdeel van een schaal die loopt van 1 t/m 4. Deze indeling is ontleend aan de Referentieniveaus taal van Meijerink. Toetsen en nascholen Een eerste stap bij het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers is het toetsen van het taalniveau. Daarvoor bestaan verschillende taaltoetsen. De Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen1 is ontwikkeld om gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen te ondersteunen bij de keuze voor de juiste taaltoets. De voorliggende Kieswijzer is ontwikkeld om hen te ondersteunen bij de volgende fase: het nascholen van de pedagogisch medewerkers van wie is gebleken dat het taalniveau onder de grens ligt die is vastgesteld in de bestuurlijke afspraken2. Vier stappen om een gefundeerde keuze te maken voor een taalcursus Om tot een beredeneerde keuze te komen, wordt voorgesteld om vier stappen te doorlopen. Deze vier stappen worden beschouwd als een vervolg op de stappen die eerder zijn genomen bij de keuze voor een taaltoets. Ervan uitgaande dat gemeenten deze stappen hebben doorlopen en daarmee al een goede overlegstructuur hebben met het voorschoolse veld, wordt in de Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen niet meer ingegaan op het vinden van de juiste overlegstructuur. Gepubliceerd op www.sardes.nl en www.vveschakelklassenzomerscholen.nl. De huidige kieswijzer is zoveel mogelijk gelijk gehouden aan de Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen. De algemene teksten met beleidsinformatie zijn letterlijk overgenomen en de structuur van het rapport is ongewijzigd. 1 2
2
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
In stap 1 wordt het cursusaanbod bekeken. De taalcursussen zijn beschreven op grond van 16 kenmerken die kunnen worden opgedeeld in de volgende categorieën a) algemene, b) inhoudelijke, c) organisatorische en d) effectiviteitskenmerken. In stap 2 bekijkt de gemeente samen met de organisaties voor voorschoolse instellingen de resultaten van de taaltoetsen en trekt conclusies over de omvang van de groep die moet worden nageschoold en over de inhoud en intensiteit van de cursus. In stap 3 wordt bekeken wat het beschikbare budget is en hoeveel tijd de voorschoolse voorzieningen vrij kunnen maken voor het nascholingstraject. In de laatste stap wordt een keuze gemaakt voor de meest geschikte taalcursus. Hiervoor is binnen de Kieswijzer het aanbod vergeleken op vier belangrijke kenmerken: domein (welke vaardigheden worden getraind?), doel (naar welk taalniveau wordt toegewerkt?), beroepspecificiteit (is de cursus specifiek voor pedagogisch medewerkers of voor een bredere beroepsgroep en richt het zich op de praktijk van voorschoolse instellingen?) en toetsing (wordt er gebruik gemaakt van een onafhankelijke taaltoets en wordt de toets extern afgenomen?). Net als in de Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen zijn aan de kenmerken sterren toegekend, al naar gelang de kwaliteit van het kenmerk. In de Kieswijzer voor taalcursussen 2012 is ook de intensiteit, het aantal contacturen tijdens de bijeenkomsten en het aantal zelfstudie-uren, opgenomen in de waardering. In deze Kieswijzer is de informatie over de intensiteit van de cursus alleen te vinden in bijlage 3, de beschrijving van de taalcursussen. Het begrip ‘kwaliteit’ moet in deze Kieswijzer beschouwd worden als ‘tegemoetkomend aan de doelen die binnen de bestuursafspraken zijn gesteld’. Dat maakt dat een training met ambitieuzere doelen (bijvoorbeeld waarin meerdere taaldomeinen aan bod komen) een lagere sterrenwaardering krijgt dan een training die er op is gericht cursisten tot niet meer dan de nieuwe taalnorm op te scholen. Verder is de beoordeling van de cursussen gebaseerd op de beschrijvingen die de trainende instellingen van hun eigen cursus hebben gegeven. Cruciale elementen als de vaardigheid van de trainer konden daarom niet worden meegenomen in de beoordeling. Gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen doen er goed aan om zelf naar referenties of naar het c.v. van de trainer te vragen. De laagste waardering bestaat uit één ster en de hoogste waardering uit vier sterren. In tabel S.1 staat een samenvattend overzicht. Om te beoordelen welke cursussen er positief uitspringen, zijn we uitgegaan van minimaal drie sterren op de belangrijkste kenmerken. Hierbij is geen rekening gehouden met kosten, locatie en intensiteit van de training. De volgende aanbieders hebben minimaal drie sterren op de belangrijkste kenmerken: 02 Onderwijsadvies/ Zuyd Hogeschool, ROC van Amsterdam/ ROC TOP, CED-Groep/ Sardes, Cedin, ThiemeMeulenhoff en Marant. Tellen we de sterren bij elkaar op, dan springen de volgende aanbieders er het meest positief uit (met tussen haakjes het aantal sterren): ROC van Amsterdam/ ROC TOP (15), ThiemeMeulenhoff (15), Bisbee Flexonderwijs (15) en Marant (15). Deze aanbieders hebben het maximale aantal sterren behaald.
3
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel S.1: Belangrijkste kenmerken van taalcursussen en de waardering in sterren Domein
Doel
Beroepsspecificiteit
Toetsing (max. 3 sterren)
Nederlands voor VVE-sector (ROC Alfacollege)
****
***
*
***
Naar 3F taal op maat (BCO Onderwijsadvies)
****
***
****
**
Taaltoetser (onderdeel van Bisbee Flexonderwijs)
****
****
****
***
***
****
****
***
****
****
****
**
**
****
Niveauverhoging Nederlandse taal (Horizon College)
****
****
****
Nederlandse taal voor de VVE-medewerker/ medewerker kinderopvang (Da Vinci College)
****
****
****
*
Taalsterk Kinderopvang (KleurRijker)
****
****
****
**
Scholingstraject voor toetsing en nascholing voor pedagogisch werkers in de VVE (ROC Drenthe college)
****
****
****
**
Moeiteloos taalvaardig(er) (O2 onderwijsadvies & Zuyd Hogeschool)
****
***
****
***
Taalscholing VVE (ROC van Amsterdam/ ROC TOP)
****
****
****
***
Taaltoets pedagogisch medewerkers Sam & Ko kinderopvang Deventer (ROC Graafschap college)
****
****
*
***
Taalaanbod voor medewerkers in de VVE sector (ROC Nijmegen)
****
****
****
**
Nederlands in de kinderopvang (Taalpartners)
****
****
****
**
Taalniveau pedagogisch medewerker van 2F naar 3F (Vitalis College)
****
***
****
**
Nederlands als onderdeel van opleiding Zorg en Welzijn (ROC Rivor)
****
****
**
**
Snel van 2F naar 3F, Allemaal Taal (Cedin)
****
***
****
***
Taal op niveau! (Summa College Welzijn)
****
****
**
**
Sterke Taal (MBO college voor Mens en Maatschappij ROC van Twente)
****
***
****
**
Allemaal Taal (ThiemeMeulenhoff)
****
****
****
***
MeerTaal (Marant en Allemaal Taal)
****
****
****
***
Beter met taal in de kinderopvang (ROC Landstede en ThiemeMeulenhoff)
****
****
****
**
Training Allemaal Taal (Onderwijsadvies en ThiemeMeulenhoff)
****
***
****
**
Allemaal Taal (ROC Midden Nederland)
****
****
****
**
Titel en ontwikkelaar
FF Taal leren (CED-Groep en Sardes) Remediërend maatwerktraject Taal voor Pedagogisch medewerkers (Deltion College) Taalstimulering voor VVE-medewerkers (Driestar Onderwijsadvies)
** ** **
4
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
1.
De gemeente en de keuze voor een taalcursus
Naar een nieuwe taalnorm in de voorschoolse sector Pedagogisch medewerkers die binnen de G37 (37 van de grootste gemeenten van Nederland) werkzaam zijn in de voorschoolse instellingen met VVE (kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en voorscholen) voldoen idealiter aan een taalnorm. Dit is nodig om bij jonge (doelgroep)kinderen op een voldoende niveau aan taalontwikkelingsstimulering te kunnen doen. Hierover zijn afspraken gemaakt in de bestuursafspraken tussen Rijk en G4 en G33. Ook de G86 met betrekkelijk veel doelgroepkinderen hebben inmiddels extra middelen gekregen om het taalniveau van pedagogisch medewerkers op orde te brengen. Waarschijnlijk geldt straks de taalnorm voor alle pedagogisch medewerkers in de VVE-sector. Het betreft zowel zittend als nieuw personeel in de voorschoolse sector. Voor het zittende personeel geldt dat de initiële opleiding soms al wat langer geleden is gevolgd. Beginnend personeel dat net klaar is met de opleiding, heeft taalonderwijs genoten dat anders is van inhoud, structuur en examinering (toetsing). Ook de opleidingseisen van de eigen taalvaardigheden in het Nederlands is door de jaren heen veranderd binnen de opleidingen die toeleiden tot de sector van ‘het jonge kind’. Dit maakt dat het vrij onduidelijk is wat het taalniveau is van het personeel in de voorschoolse sector. De diploma-eisen op het gebied van Nederlands zijn aan verandering onderhevig geweest. De aanname dat alle pedagogisch medewerkers het vereiste taalniveau bezitten is in elk geval niet reëel. Informatiebox 1: het belang van een hoog taalniveau Het voldoen aan een hoog taalniveau is in het belang van het kind én de pedagogisch medewerker zelf. Voor kinderen die thuis weinig Nederlands horen (zogeheten ‘taalarme gezinnen’) of alleen buitenshuis Nederlands horen is het ongelooflijk belangrijk dat het taalaanbod in voorschoolse instellingen van een hoog niveau is. Pedagogisch medewerkers spelen hierbij een grote rol, ze zijn bij de taalontwikkeling een voorbeeld voor de kinderen. Van een pedagogisch medewerker die taalcompetent is, leren kinderen een grote basiswoordenschat en zinsconstructies die hen helpen bij het stellen van vragen of het vertellen over eigen ervaringen. Ook voor de pedagogisch medewerkers zelf is het gunstig om vaardig te zijn met taal. Het geeft meer voldoening en arbeidsvreugde om te zien dat kinderen sprongen maken in taal omdat jij die spelenderwijs verrijkt. Bovendien verruimt een hoog eigen taalniveau de beroepsperspectieven. Bron: Kees Broekhof, ‘Je bent een voorbeeld voor de kinderen’. Taalstimulering in de kinderopvang. KIDDO, 3, 2012.
Op dit moment zijn de eisen voor diplomering als Pedagogisch Werker niveau 3 (vanuit het wettelijke kwalificatiedossier) dat alle vaardigheden op 2F worden beheerst. Dit is lager dan het streefniveau bij taal, zoals afgesproken binnen de G37. Dit betekent dat de voorschoolse VVEsector te maken heeft met nieuwe pedagogisch medewerkers die getoetst en bijgeschoold zullen moeten worden om het vereiste taalniveau te beheersen. De drie taaldomeinen waar de nadruk op ligt in de bestuursakkoorden Taal is opgebouwd uit verschillende domeinen. In de bestuursakkoorden wordt onderscheid gemaakt tussen drie taaldomeinen, te weten: (a) mondelinge vaardigheden (luisteren, spreken en gesprekken voeren) (b) leesvaardigheden (tekstbegrip) (c) schriftelijke vaardigheden (schrijven en taalverzorging) Afgesproken is dat in 2015 landelijk gemiddeld 90 procent van de pedagogisch medewerkers in de VVE-sector in de G37 voor mondelinge en leesvaardigheden moet voldoen aan niveau 3F. Schriftelijke vaardigheden mogen worden beheerst op niveau 2F. 3F en 2F staan respectievelijk
5
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
voor Fundamentele kwaliteit op niveau 3 en niveau 2 en zijn onderdeel van een schaal die loopt van 1 t/m 4. Deze indeling is ontleend aan de Referentieniveaus taal van Meijerink (in bijlage 2 staat meer informatie). Toetsen en scholen van pedagogisch medewerkers in de voorschoolse sector Het is de bedoeling dat in de gemeenten in het kader van de bestuursafspraken tussen Rijk en G4 en G33 pedagogisch medewerkers in de voorschoolse sector getoetst gaan worden op alle genoemde domeinen van de Nederlandse taal, om te zien welk taalniveau ze beheersen. Vervolgens is het de bedoeling dat het voorschoolse personeel dat onder de taalnorm scoort, wordt bijgeschoold. De voorschoolse instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor het taalniveau van de pedagogisch medewerkers en dus ook voor bijscholing, indien nodig. Uiteindelijk zullen de voorschoolse instellingen, gefaseerd in 2013 en 2015, bij de GGD en/of Inspectie van het Onderwijs (de toezichthoudende instellingen) moeten kunnen aantonen dat hun pedagogisch medewerkers voldoen aan de gestelde taalnorm. Gemeenten hebben tussen- en einddoelen geformuleerd en budget uitgetrokken om het verhogen van het taalniveau van het voorschoolse personeel in praktijk te brengen. Het ligt daarom voor de hand dat de gemeente de regierol neemt bij het werken aan de nieuwe taalnorm, maar bij de weg daar naartoe het lokale voorschoolse veld en de opleidingsinstituten intensief betrekt. Behoefte aan een Kieswijzer Om het keuzeproces voor een taalverbeteringstraject vanuit verschillende vertrekpunten en criteria te structureren, heeft het ministerie van OCW/directie Primair Onderwijs twee Kieswijzers laten ontwikkelen door Sardes: een Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen (hierna: Kieswijzer voor Taaltoetsen) en een Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen (hierna: Kieswijzer voor Taalcursussen). De Kieswijzers zijn praktische handreikingen om gemeenten te helpen bij het kiezen van een passend scholingsaanbod. De Kieswijzer voor Taalcursussen is in mei 2012 gepubliceerd. In 2013 is de Bijlage bij Kieswijzers voor taaltoetsen en taalcursussen gepubliceerd. In de bijlage zijn gebruikerservaringen en herbeoordelingen van de taalcursussen opgenomen. De bijlage is ontwikkeld, omdat het aanbod aan cursussen sinds juli 2012 veel was veranderd en veel pedagogisch medewerkers inmiddels getoetst en geschoold waren. De voorliggende Kieswijzer is een vervolg op de Kieswijzer 2012 en de herbeoordelingen uit de bijlage. De Kieswijzer voor taalcursussen en beschrijft de stappen die worden doorlopen om tot een keuze te komen voor een taalcursus, nadat de taaltoetsen zijn afgenomen. Het is mogelijk dat gemeenten cursussen willen inkopen die niet in de Kieswijzer zijn opgenomen, bijvoorbeeld omdat ze later zijn ontwikkeld. De Kieswijzer kan dan ingezet worden als hulpmiddel om de kwaliteit van die cursussen te beoordelen. Aan de hand van de Kieswijzers kunnen gemeenten in overleg met voorschoolse voorzieningen een geschikte keuze maken voor een taaltoets en een taalcursus. De Kieswijzers bevatten stappen en overwegingen die van belang zijn bij de keuze voor een taaltoets en taalcursus. Ze verwoorden ook de ruimte waarbinnen bewogen kan worden. De beslissing wordt uiteindelijk genomen door de gemeente, in samenspraak met de betrokken voorschoolse instellingen. Samen zullen zij de stappen doorlopen om tot een keuze te komen. Bijlagen In deze Kieswijzer zijn drie bijlagen opgenomen. Bijlage 1 bevat de verantwoording van de totstandkoming van de Kieswijzer. In bijlage 2 wordt inzichtelijk gemaakt wat precies het verschil is tussen 2F en 3F en welke ontwikkeling het voorschools personeel zal moeten doormaken. Bijlage 3 bevat de lijst van bestaande taaltoetsen waaruit gekozen kan worden.
6
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Informatiebox 2: ervaring van Amsterdamse welzijnsorganisatie Dynamo Citaten uit een interview met Francis Eijlders van Welzijnsorganisatie Dynamo uit Amsterdam: Over de nieuwe taalnorm: “De taaltoets is ons weliswaar opgelegd vanuit de nieuwe taalnorm, maar uiteindelijk brengt het ons in de positie dat we goede kwaliteit kunnen bieden. Voorschoolleidsters werken doorgaans 24 uur per week. Daarvan werken ze 14 uur op de groep. In die 14 uur werken ze onder andere aan de taalontwikkeling van peuters, om de kinderen startklaar te maken voor de basisschool. In de 10 uur die ze niet op de groep staan, houden ze het administratiesysteem bij en schrijven ze observatieverslagen en bijvoorbeeld stukjes voor de nieuwsbrief. Daarnaast heeft een groot deel van hun werk betrekking op communiceren met ouders. Voorschoolleidsters moeten de taal voldoende beheersen om niet alleen met ouders gesprekken te voeren, maar ze ook te kunnen begeleiden bij de thuiscomponent van het VVE-programma. Kortom: taal is een continue factor in het werk van onze voorschoolleidsters.” Over ondersteuning vanuit de gemeente: “Wij hebben gedurende het hele traject ondersteuning gekregen van de programmamanagers uit het VVEcluster van DMO, Gemeente Amsterdam. DMO stuurde aan en gaf richting. Dat maakte dat wij zelf niet steeds het wiel uit hoefden te vinden.” Dynamo is als Amsterdamse welzijnsorganisatie begin 2011 gestart met het toetsen en nascholen van de voorschoolleidsters.
7
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
2.
Kieswijzer
Taaltoets en taalcursus als onderdeel van een taalverbeteringstraject Wanneer het taalniveau van de pedagogisch medewerkers is getoetst, zal voor de groep die een te laag taalvaardigheidsniveau blijkt te hebben een taalverbeteringstraject ingekocht worden door de gemeente. Het is verstandig om dit taalverbeteringstraject in nauw overleg met het werkveld af te stemmen. Wanneer gemeenten en voorschoolse instellingen samen afspraken kunnen maken, zal het eenvoudiger worden om de afgesproken doelen uit de bestuursafspraken op tijd te halen. Maak een beredeneerde keuze Bij het maken van de keuze voor een taalcursus spelen diverse factoren een rol. Aan de hand van diverse stappen komt een gemeente, uiteraard in overleg met de betrokken voorschoolse instellingen, tot een beredeneerde keuze. Soms kan snel een keuze worden gemaakt. Bijvoorbeeld omdat een gemeente de zorgvuldig afgewogen keuze van een andere gemeente één-op-één overneemt. De keuze voor een taalcursus kan ook min of meer open staan. De Kieswijzer voor Taalcursussen als vervolg op de Kieswijzer voor Taaltoetsen Een taalverbeteringstraject bestaat uit het toetsen van de pedagogisch medewerkers en het nascholen van de groep die beneden het niveau scoort dat als minimum is gesteld. Voor het toetsen van pedagogisch medewerkers bestaan verschillende taaltoetsen. De Kieswijzer voor Taaltoetsen is ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij de keuze voor de juiste taaltoets. De gemeente neemt daarbij de regierol. De Kieswijzer voor Taaltoetsen beschrijft vijf stappen die worden doorlopen om tot een verantwoorde keuze voor een taaltoets te komen: 1) aansluiten bij mogelijkheden en behoeften van voorschoolse instellingen en hun medewerkers, 2) nagaan van de functie van de taaltoets, 3) kijken naar de taaltoets zelf, 4) bepalen van de kosten en 5) de balans opmaken. De voorliggende Kieswijzer, de Kieswijzer voor Taalcursussen, is ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen bij de volgende fase: het nascholen van de pedagogisch medewerkers van wie is gebleken dat het taalniveau onder de grens ligt die is vastgesteld in de bestuurlijke afspraken. Ook bij de keuze voor een taalcursus neemt de gemeente de regierol. Toetsing en scholing apart Veel cursussen maken gebruik van een voortoets om het startniveau van cursisten vast te stellen, van tussentoetsen om de voortgang te meten en van eindtoetsen om het resultaat te meten. Omdat trainende instellingen belang hebben bij de uitslag van toetsen is het verstandig om toetsen en cursussen niet in één hand te beleggen. Het gebruik van een voortoets moet door een cursusaanbieder niet worden gebruikt om pedagogisch medewerkers te selecteren die in aanmerking komen voor nascholing. De aanbieder zou dan gebaat kunnen zijn bij een laag slagingspercentage. Idealiter nemen trainers de taaltoets die pedagogisch medewerkers voorafgaand aan het scholingstraject hebben gemaakt, als input voor de cursusinhoud. Pedagogisch medewerkers hoeven dan niet twee maal getoetst te worden voor zij een cursus kunnen starten. Voor een natoets geldt dat cursusaanbieders belang kunnen hebben bij een hoog slagingspercentage op de natoets, omdat dat de effectiviteit van de cursus onderschrijft. Een cursusaanbieder kan alleen met een onafhankelijke toets, het liefst afgenomen door een extern bureau, vaststellen welke cursisten er in zijn geslaagd het taalniveau tot de nieuwe taalnorm op te scholen.
8
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
3.
Vier stappen
Om tot een beredeneerde keuze te komen, worden ideaal gesproken de volgende stappen bewandeld. Informatiebox 3: de stappen bij het maken van een beredeneerde keuze voor een taalcursus Stap Stap Stap Stap
1: 2: 3: 4:
inventarisatie van het cursusaanbod situatie in beeld brengen aan de hand van de toetsresultaten inventariseren van beschikbare tijd en budget keuze maken voor een cursus
Vóór de eerste stap kan worden gezet naar een goed onderbouwde keuze voor een taalcursus moet er een goede overlegstructuur zijn met het voorschoolse veld. De kinderopvang- en peuterspeelzaalorganisaties verrichten uiteindelijk het werk; de gemeente is initiatiefnemer en legt verantwoording af aan het Rijk. De gemeente en het voorschoolse veld moeten daarom nauw samenwerken. In de Kieswijzer voor Taaltoetsen is ‘het aansluiten bij mogelijkheden en behoeften van voorschoolse instellingen en hun medewerkers’ beschreven als eerste stap naar een gefundeerde keuze voor een taaltoets. Normaliter wordt pas na het toetsen van het taalniveau een taalcursus gekozen. Er zou dan al een goede overlegstructuur met het voorschoolse veld moeten bestaan. Gemeenten die geen gebruik hebben gemaakt van de Kieswijzer voor Taaltoetsen worden voor het vinden van aansluiting met het voorschoolse veld naar deze eerste Kieswijzer verwezen3. Stap 1: inventariseren van het cursusaanbod De eerste stap is een verkenning van het bestaande aanbod. Taalcursussen hebben kenmerken die overeenkomen, maar vaak ook verschillen van andere taalcursussen. Om het aanbod aan cursussen goed te kunnen vergelijken, zijn de taalcursussen in deze Kieswijzer beschreven volgens een aantal belangrijke kenmerken. Deze staan in informatiebox 4 beschreven. Gemeenten en voorschoolse instellingen kunnen bepaalde kenmerken meer waarderen dan andere, afhankelijk van de eigen situatie. Op die manier wordt een voorkeur ontwikkeld voor een cursus. Bij stap 4 staan we daar uitvoeriger bij stil. In bijlage 3 zijn de volledige beschrijvingen van de taalcursussen opgenomen.
3
Gepubliceerd op www.sardes.nl en www.vveschakelklassenzomerscholen.nl.
9
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Informatiebox 4: kenmerken van een taalcursus 1) Titel: hoe luidt de titel van de cursus? 2) Ontwikkelaar: welke instellingen hebben de training ontwikkeld? 3) Aanbieder: - welke instelling is hoofdaanbieder van de training? - welke overige instellingen verzorgen de training? 4) Bestaansduur: vanaf welk jaar wordt de training gegeven? 5) Beroepspecificiteit: is de training voor specifiek de VVE-sector of voor meerdere beroepen? 6) Taaldomein(en): op welke taaldomeinen heeft de training betrekking? 7) Doel: welke doelen zijn geformuleerd (naar welk taalniveau wordt toegewerkt)? 8) Opbouw: hoe zijn de bijeenkomsten opgebouwd? Welke onderdelen komen aan bod? 9) Intensiteit: - hoe lang is de periode waarbinnen de training wordt gevolgd? - uit hoeveel bijeenkomsten bestaat de training? - hoeveel zelfstudie-uren zijn er voor de training vereist? - hoe vindt zelfstudie plaats (theoretisch, praktijkoefeningen, filmopnames)? - welk contact is er met de trainer buiten de bijeenkomst om (coaching op de werkvloer/online/telefonisch)? 10) Studiemateriaal: van welk studiemateriaal wordt gebruik gemaakt? 11) Groepsgrootte: wat is het minimum en maximum aantal deelnemers per training? 12) Locatie: waar wordt de training gegeven? 13) Certificaat: krijgen de deelnemers een certificaat voor deelname? 14) Toetsing: - wordt de voortgang bijgehouden met tussentoetsen? - worden gegevens van de voortoets gebruikt om de inhoud van de cursus te bepalen? 15) Effectmeting: - wordt er gebruik gemaakt van een voor- en/of natoets? Zo ja, welke? - is het effect van de training gemeten? 16) Kosten: - wat zijn de deelnamekosten? - wat zijn de extra kosten voor studiemateriaal?
Bovengenoemde kenmerken kunnen worden geclusterd in a) algemene, b) inhoudelijke, c) organisatorische en d) effectiviteitskenmerken. a) Algemene kenmerken Tot de algemene kenmerken rekenen wij de ontwikkelaar(s) en aanbieder(s) en de bestaansduur. Ontwikkelaar(s) en aanbieder(s) – Sinds de bestuursafspraken met de G37 zijn gemaakt, zijn er veel taalcursussen op de markt gebracht. Dat is goed, want de taalvaardigheid van pedagogisch medewerkers wordt de komende jaren grondig aangepakt. Met het grote aanbod dat er nu ligt zijn er ontwikkelaars en cursusaanbieders die wellicht niet bekend zijn bij gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen. Gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen zullen moeten bepalen of zij hun keuze mede af laten hangen van vertrouwdheid met de ontwikkelaar en aanbieder van de training. Een ander aandachtspunt is de trainerskwaliteit. De kwaliteit van een cursus hangt sterk samen met de kwaliteiten van de trainer. Omdat in deze Kieswijzer de beoordeling van de cursussen gebaseerd is op beschrijvingen van de cursussen en niet op bijvoorbeeld effectiviteitsmetingen of observaties, heeft de kwaliteit van individuele trainers hier geen rol in gekregen. Gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen doen er goed aan om trainende instellingen vooraf te vragen om het cv van de trainers, en om referenties. Bestaansduur – De bestaansduur van een cursus hangt samen met de reden dat de cursus is ontwikkeld. Enerzijds kan een taalvaardigheidstraining voor volwassenen al jaren tot de kerntaken behoren van een instelling. Dit zien we bijvoorbeeld bij het Graafschap College dat al sinds 2003 een cursus toegesneden op de beroepscontext pedagogisch medewerkers aanbiedt. Anderzijds
10
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
heeft het huidige beleid ervoor gezorgd dat instellingen zich zijn gaan inspannen om een passend aanbod te ontwikkelen dat tegemoetkomt aan het nieuwe beleid. In deze Kieswijzer zijn veel nieuwe aanbieders van taalcursussen opgenomen die sinds 2012 ontwikkeld zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn de Taaltoetser van Bisbee Flexonderwijs en Taal op niveau! Van Summa College Welzijn. b) Inhoudelijke kenmerken Inhoudelijke kenmerken zijn de beroepspecificiteit, de taaldomein(en), het doel, de opbouw en het studiemateriaal waar gebruik van wordt gemaakt. Beroepspecificiteit – Beroepspecificiteit heeft betrekking op de vraag of de cursus specifiek is toegespitst op de taalvaardigheid van pedagogisch medewerkers of op een meer algemene doelgroep. ROC Rivor richt zich met de taalcursus bijvoorbeeld op alle medewerkers binnen de sector Zorg en Welzijn. Anderen richten hun training op pedagogisch medewerkers in de kinderopvangsector of, nog specifieker, op pedagogisch medewerkers in de VVE-sector. Taalcursussen die specifiek ontwikkeld zijn voor pedagogisch medewerkers richten zich op sectorspecifieke situaties als het lezen van brochures over veiligheid en gezondheid en het schrijven van verslagen over de kinderen. Specifiek voor de VVE-sector is bijvoorbeeld de communicatie met ouders over thuiscomponenten van een VVE-programma. Daarnaast richten veel cursussen zich niet alleen op het taalniveau van de pedagogisch medewerkers, maar ook op de manier waarop zij de taalontwikkeling van peuters kunnen stimuleren. Daarmee wordt direct het doel gediend dat ten grondslag ligt aan de bestuursafspraken: het verhogen van de kwaliteit van het taalaanbod aan kinderen. Om een goed taalvoorbeeld te zijn voor kinderen moet het taalaanbod van pedagogisch medewerkers niet alleen correct zijn, maar ook op de juiste manier worden ingezet. De keuze voor een cursus met taalstimulering als vast onderdeel, is aan de gemeenten en het voorschoolse veld. Aandacht voor taalstimulering levert een grote bijdrage aan de kwaliteit van het taalaanbod, maar is geen onderdeel van de bestuursakkoorden. Taaldomein(en) – Het taaldomein is van belang vanwege de verschillende kwalificaties van pedagogisch medewerkers. Niet iedereen hoeft in alle, of in dezelfde, taaldomeinen bijgeschoold te worden. Een pedagogisch medewerker kan uitstekende mondelinge vaardigheden hebben en gebrekkige schrijfvaardigheden. Het is dan niet zinvol om een cursus te volgen waarin veel aandacht wordt besteed aan mondelinge taal. Iemand die een laag niveau heeft op alle domeinen zal echter baat hebben bij een integrale cursus. Idealiter biedt een cursus alle mogelijkheden om pedagogisch medewerkers met verschillende kwalificaties te kunnen opscholen naar de nieuwe taalnorm. Doel – Het doel van de cursus definiëren we aan de hand van het referentieniveau waarnaartoe wordt gewerkt. Gemeenten hebben zich met de bestuursafspraken toegelegd op het verhogen van het taalniveau van pedagogisch medewerkers naar 3F voor mondelinge taal en lezen, en 2F voor schrijfvaardigheid. Om niet minder, maar ook niet meer werk te maken van het nascholingstraject zullen idealiter precies dit de doelen zijn van de cursus. Niet alle cursussen hebben deze niveaus echter als einddoel. BCO Onderwijsadvies bijvoorbeeld, legt de lat hoger met 3F als einddoel voor alle domeinen, inclusief schrijfvaardigheid. Organisaties voor voorschoolse instellingen zullen zelf moeten bepalen of zij hierin willen investeren. Het is geen landelijk voorgeschreven norm. In sommige cursussen ligt de lat lager omdat zij zich richten op de doelgroep die eerst van 1F naar 2F gebracht moet worden, ook op mondelinge taal en lezen. De aanbieders van deze cursussen hebben doorgaans ook een aanbod dat pedagogisch medewerkers naar 3F brengt. KleurRijker is hier een voorbeeld van. Pedagogisch medewerkers die van 1F naar 3F gebracht moeten worden hebben een langer traject voor de boeg. Managers van voorschoolse instellingen moeten beoordelen of het voor deze werknemers zinvol is een dergelijk traject te starten; de pedagogisch medewerkers moeten in staat worden geacht om een hoger taalniveau te kunnen bereiken.
11
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Wellicht is het beter dat sommigen van hen een andere pad bewandelen. Als dat mogelijk is kan hen bijvoorbeeld een functie binnen een groep met kinderen beneden de VVE-leeftijd worden aangeboden. Opbouw – De opbouw heeft te maken met de onderdelen die aan bod komen binnen de bijeenkomst en met de manier waarop ze aan bod komen. Wordt het huiswerk klassikaal besproken? Wordt er zelfstandig gewerkt? Worden er rollenspellen gedaan? Worden er presentaties gegeven? Vooral wanneer een bijeenkomst meerdere uren duurt, is een gevarieerd programma prettig. Studiemateriaal – Veel cursussen maken gebruik van bestaand materiaal met theorie en grammaticaoefeningen of praktijkopdrachten. Ook wordt veel gebruik gemaakt van zelf samengestelde readers. Vanzelfsprekend wordt binnen iedere training gebruikgemaakt van studiemateriaal, overgenomen van bestaand materiaal of zelf samengesteld. c) Organisatorische kenmerken Organisatorische kenmerken zijn de intensiteit (aantal trainingsuren, aantal zelfstudie-uren, wijze van zelfstudie, et cetera), de groepsgrootte, de locatie, de kosten en het al dan niet verstrekken van een certificaat. Intensiteit – Intensiteit heeft te maken met het aantal contacturen door middel van bijeenkomsten, het contact buiten de bijeenkomsten, de tijd die cursisten besteden aan zelfstudie en de manier waarop zelfstudie plaatsvindt (alleen theoretisch of ook door middel van praktijkopdrachten). Het rendement is hoog wanneer cursisten zoveel mogelijk oefenen. De opzet van een training kan hieraan bijdragen met huiswerk en praktijkopdrachten. Ook heeft de trainer soms een rol buiten de bijeenkomsten om, bijvoorbeeld in de vorm van (online) coach. Het grote voordeel van contact buiten de training is de tijdwinst. Een intensieve cursus hangt vaak samen met veel contacturen, maar daarbij moet tegelijkertijd rekening worden gehouden met een grote afwezigheid op de groep door de pedagogisch medewerker die de training volgt. CED-Groep/ Sardes bijvoorbeeld biedt een cursus waarin online training is verwerkt, zodat cursisten ook buiten de bijeenkomsten, en vanuit huis, de training kunnen volgen. De intensiteit van trainingen loopt sterk uiteen. De standaardcursus van 2F naar 3F van Allemaal Taal (ThiemeMeulenhoff) is bijvoorbeeld 16 weken en bij het Summa college is de maximale duur van de cursus 40 weken. Zelfstudie varieert van 1 tot 6 uur per week. Aan zelfstudie wordt bij de meeste trainingen rond 2 uur per week besteed. Groepsgrootte – De groepsgrootte heeft invloed op de kwaliteit omdat een grotere groep vanzelfsprekend minder persoonlijke begeleiding met zich meebrengt. Tegelijkertijd hangt de mate van begeleiding samen met het aantal en de duur van de bijeenkomsten die zijn ingebouwd in de cursus. In deze Kieswijzer bestaat de kleinste groep uit 10 deelnemers en de grootste uit 24. Veel aanbieders geven aan dat maatwerk mogelijk is en er kleinere groepen kunnen worden gevormd. Wanneer er minder deelnemers zijn, heeft dit wel consequenties voor de prijs per persoon. Bij ROC van Amsterdam en ROC TOP is de prijs per deelnemers bijvoorbeeld 350 euro per module bij een groepsgrootte van 14 deelnemers. Bij minder dan tien deelnemers is de groepsprijs 4900 euro. Persoonlijke begeleiding is in veel gevallen ook mogelijk, maar de kosten zijn daarvoor een stuk hoger. Certificaat – Het al dan niet verstrekken van een certificaat kan voor cursisten een belangrijk kenmerk zijn, omdat ze ermee kunnen aantonen dat ze zich hebben laten nascholen. Ook speelt dit een belangrijke rol bij de verantwoording aan de toezichthouder. De reden tot het verstrekken van een certificaat is echter niet altijd eenduidig. Cursisten kunnen bij BCO Onderwijsadvies een certificaat krijgen “na een succesvolle toets”; ROC Twente geeft een Bewijs van deelname waarop het behaalde taalniveau wordt vermeld. De waarde van dergelijke certificaten is niet vastgesteld.
12
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Er is geen overkoepelende organisatie die de geldigheid van certificaten bewaakt; het staat instellingen vrij om ze naar eigen inzicht te verstrekken. Om met een certificaat aan te kunnen tonen dat een cursist is bijgeschoold tot de gewenste taalnorm, moet het certificaat gebaseerd zijn op een onafhankelijke taaltoets. Onder ‘effectiviteitskenmerken’ gaan we hier uitvoeriger op in. d) Effectiviteitskenmerken Er zijn twee manieren om de effectiviteit van een cursus aan te tonen; het meten van de cursus in het algemeen en het meten van de taalvaardigheid van de deelnemers. Effectiviteit van de cursus – Wanneer de effectiviteit van een cursus is aangetoond met een gedegen onderzoek, kan dat een goede reden zijn om voor de cursus te opteren. Het is dan immers aangetoond dat de cursus werkt. Veel cursussen maken gebruik van taalvaardigheidstoetsen om het resultaat van iedere deelnemer in beeld te brengen. Dit wordt vaak gezien als een effectiviteitsmeting van de cursus. Het geeft echter van tevoren geen informatie over de slagingskans van de gemiddelde deelnemer. Taalvaardigheidstoetsen per deelnemer – Veel cursussen maken gebruik van voor- en/of natoetsen en soms ook van tussentoetsen. Voortoetsen worden gebruikt om het startniveau te bepalen. De meeste gemeenten hebben al gebruik gemaakt van een taalvaardigheidstoets, als selectieinstrument (Welke pedagogisch medewerkers hebben een te laag taalniveau?) en als diagnoseinstrument (Wat is hun niveau op de verschillende taaldomeinen?). Indien er al toetsen zijn afgenomen is het niet nodig cursisten aan nog een voortoets te onderwerpen; dat kan als onprettig worden ervaren. De toetsgegevens uit de selectieronde kunnen aan de instelling geleverd worden die de taalcursus zal verzorgen. Deze toetsgegevens kunnen dan gebruikt worden om de inhoud en het verloop van de cursus te bepalen. Een tussentoets wordt ingezet als monitor-instrument. Met een tussentoets kan de trainer het effect van de training tussentijds meten om te bepalen of de cursist vooruitgang boekt en of de nadruk op de juiste onderdelen ligt. De tussentoets wordt gebruikt om een cursus bij te sturen. Het gebruik van een natoets is een onmisbaar onderdeel van een taalcursus. Zonder natoets kan niet worden aangetoond of een cursus het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Dat brengt een belangrijk punt met zich mee. Trainende instellingen hebben er baat bij dat cursisten slagen voor hun cursus. Deze belanghebbende positie maakt dat de instellingen niet hun ‘eigen product’ zouden moeten toetsen. Het is belangrijk dat dit door een externe, onafhankelijke toetsontwikkelaar wordt gedaan. In hoofdstuk 2 is hier al op ingegaan.
Stap 2: de situatie in beeld brengen aan de hand van de toetsresultaten Het verzamelen van de toetsgegevens De eerste stap bestaat uit het verzamelen van de toetsgegevens. De toetsgegevens worden geraadpleegd om te bepalen hoeveel pedagogisch medewerkers moeten worden nageschoold, op welke domeinen zij moeten worden nageschoold en wat hun startniveau is. Pedagogisch medewerkers die over taalniveau 2F beschikken kunnen proberen met een taalcursus op niveau 3F te komen. Het is ook mogelijk dat pedagogisch medewerkers over niveau 1F beschikken. Deze groep zal een intensievere cursus moeten volgen, wat voor hen doorgaans neerkomt op een grotere tijdinvestering. Voor pedagogisch medewerkers met een zeer laag taalniveau kan ook een ander traject in gang worden gezet, bijvoorbeeld een functie op een groep met kinderen beneden de VVE-leeftijd. Welke pad bewandeld wordt is aan de managers van de voorschoolse instellingen. Zij kunnen het beste inschatten of hun personeel leerbaar genoeg is om naar de nieuwe taalnorm te kunnen worden opgeschoold. Sommige toetsinstituten nemen ook toetsen af om de leerbaarheid van de deelnemers te meten (zie hiervoor de Kieswijzer voor Taaltoetsen).
13
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Aanbieders van taalcursussen voor pedagogisch medewerkers met een zeer laag taalniveau kunnen of differentiëren binnen een cursusgroep, of bieden verschillende cursussen aan voor verschillende niveaus. Dat geldt ook voor het aanbod aan modules; er zijn cursussen die de taaldomeinen geïntegreerd aanbieden en cursussen die de domeinen apart aanbieden. Voor pedagogisch medewerkers die niet op alle domeinen hoeven worden bijgeschoold is het aantrekkelijk om een taaldomein binnen een aparte module te volgen. Om de situatie in beeld te brengen aan de hand van de toetsgegevens moeten afspraken worden gemaakt met de managers van de voorschoolse instellingen. Het is aan te raden om met iedere organisatie een aparte afspraak te maken en als gemeente het totaaloverzicht bij te houden. De gemeente beschikt zo over een duidelijk overzicht van de omvang van de na te scholen groep. Hiervoor wordt een overzicht gemaakt als het schema hieronder. In één oogopslag kan men zien: a) hoeveel pedagogisch medewerkers worden nageschoold; b) hoe de taaldomeinen over de groep verdeeld zijn; c) welk startniveau de pedagogisch medewerkers hebben op de taaldomeinen. Tabel 1: voorbeeldtabel waarin het aantal pedagogisch medewerkers dat beneden de norm heeft gescoord op de taaltoetsen is opgenomen Beneden de norm op 1 domein
Beneden de norm op 2 domeinen
Beneden de norm op 3 domeinen
Mondelinge taalvaardigheid 1F
2F
Leesvaardigheid
1F
Schijfvaardigheid
Totaal aantal domeinen
2F
1F
1F
2F
x
x
1
2
x
3
Peuterspeelzaal Pimpeloentje PM’er 1
x
PM’er 2
x
x x
x
PM’er 3 PM’er 4 PM’er 5 PM’er 6
x
x
1
x
2
PM’er 7 Kinderdagverblijf Het Hobbelpaard PM’er x
x
x
PM’er 2 PM’er 3 PM’er 4
x
Totaal
1
Totaal aantal PM´ers
5
4
1
2
1
x
x
1
1
4
3
5
6
3
4
14
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Stap 3: inventariseren van beschikbare tijd en budget Wanneer een beeld is ontstaan van de omvang van de groep die beneden de norm scoort, is het zaak om te bekijken hoeveel ruimte er is om de groep te laten bijscholen. Die ruimte is enerzijds afhankelijk van de vraag hoeveel tijd de voorschoolse organisaties deze pedagogisch medewerkers op de groep kunnen missen, en anderzijds van het beschikbare budget waar de gemeente over beschikt. Van dit budget moet niet alleen de cursus betaald worden, maar ook vervanging op de dagen waarop de pedagogisch medewerkers op cursus is en eventueel reiskosten. In informatiebox 5 worden twee rekenvoorbeelden gegeven van de manier waarop de kosten voor een taalcursus tot stand komen. Naast kosten voor de cursus, vervangingskosten en reiskosten moeten afspraken worden gemaakt over pedagogisch medewerkers die ondanks het volgen van een taalcursus niet de gewenste taalnorm bereiken. De mogelijkheid bestaat dat een pedagogisch medewerker niet leerbaar genoeg is en daarmee niet in staat is om een hoger taalniveau te bereiken. Leerbaarheid kan gemeten worden met een voortoets (zie Kieswijzer voor Taaltoetsen). Het is verstandig om hier als gemeente afspraken over te maken met de organisaties voor voorschoolse instellingen. De Gemeente Amsterdam bijvoorbeeld, heeft met het voorschoolse veld afgesproken dat voor pedagogisch medewerkers die niet slagen, geen verletkosten worden betaald door de gemeente. De verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk pedagogisch medewerkers te laten slagen, ligt daarmee bij het voorschoolse veld. Informatiebox 5: twee rekenvoorbeelden van kosten voor het afnemen van een taalcursus Rekenvoorbeeld 1 Uit de toetsgegevens blijkt dat 50 pedagogisch medewerkers moeten worden nageschoold. 16 van hen hebben op alle domeinen een startniveau 2F. Zij scoren dus onder de norm voor twee vaardigheden (mondeling en lezen). 17 van hen hebben op lezen startniveau 2F en op schrijven startniveau 1F. Ook zij scoren onder de norm voor twee vaardigheden. 13 van hen hebben voor mondelinge taal en lezen startniveau 2F en voor schrijven 1F. Zij scoren onder de norm voor alle drie de vaardigheden. Vier pedagogisch medewerkers scoren 1F op alle domeinen. Ervan uitgaande dat de leidinggevende van deze vier pedagogisch medewerkers er vertrouwen in heeft dat zij leerbaar genoeg zijn om te worden opgeschoold, wordt ook voor hen een integraal traject ingekocht. Voor hen geldt bovendien dat zij, zodra hun taalvaardigheid op alle domeinen naar niveau 2F is gebracht, de domeinen mondelinge en leesvaardigheid naar 3F moeten brengen. Daarom rekenen we vanaf nu niet met 50, maar met 54 cursisten. De volgende cursussen moeten worden ingekocht: (16 x 2 modules) + (17 x 2 modules) + (13 x integraal) + (4 x integraal) + (4 x 2 modules). Kosten voor de cursus – Als voorbeeld nemen we het cursusaanbod van de ROC van Amsterdam. De ROCvA brengt € 305 in rekening per module. Een integraal traject kost € 915. Er worden geen aparte kosten in rekening gebracht voor de toetsen die vast onderdeel zijn voor de cursus, noch voor het studiemateriaal. De kosten voor de cursus bedragen voor deze groep (37 x € 610, -) + (17 x € 915, -) = € 38.125, -. Vervangingskosten – Een tweede kostenpost zijn de kosten die de VVE-organisatie maakt door afwezigheid van de pedagogisch medewerker. Het aantal bijeenkomst van de cursus is 30 voor een integraal traject of tien voor een module. Een bijeenkomst duurt 3 uur, met daarbij 2 uur theoretische zelfstudie. Met reistijd inbegrepen komt dit neer op meer dan een halve werkdag, zodat voor iedere bijeenkomst voor de gehele dag vervanging op de VVE-groep moet worden ingezet. Ervan uitgaande dat een werkdag uit 8 uur bestaat en de vervanging € 25, - per uur kost, komen de vervangingskosten per pedagogisch neer op € 200 per bijeenkomst. 17 pedagogisch medewerkers volgen een integraal traject van 30 bijeenkomsten en 37 pedagogisch medewerkers volgen 2 modules van gezamenlijk 20 bijeenkomsten. In totaal zijn dat 1250 bijeenkomsten: 1250 x € 200, - = € 250.000, -. Het mag duidelijk zijn dat vervangingskosten verreweg de grootste kostenpost zijn. Reiskosten – De cursussen worden gegeven op de verschillende ROCvA locaties in Amsterdam. We stellen de reiskosten vanuit de gemeente per persoon op € 9, - per bijeenkomst: 1250 x € 9, - = € 11.250, -.
15
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Totale kosten – Het totaalbedrag om alle 50 pedagogisch medewerkers op het niveau van de nieuwe taalnorm op te scholen komt neer op € 38.125, - + € 250.000, - + € 11.250, - = € 299.375, -. Dat komt neer op €5.988,- per pedagogisch medewerker. Voor scholing hoeft geen btw betaald te worden. Rekenvoorbeeld 2 In dit tweede rekenvoorbeeld gaan we uit van de groep pedagogisch medewerkers in het eerste rekenvoorbeeld. Deze keer maken we een berekening voor cursusafname bij het O2 onderwijsadvies. O2 onderwijsadvies biedt 6 modules: gesprekken voeren, luisteren, spreken, lezen, schrijven en taalverzorging. Elke module bestaat uit twee bijeenkomsten. Voor cursisten die een te laag niveau hebben op mondelinge taalvaardigheid worden de modules gesprekken voeren, luisteren en spreken gegeven. Voor cursisten die een te laag schrijfvaardigheidsniveau hebben worden de modules schrijven en taalverzorging gegeven. Voor lezen biedt de cursus één module. We kijken naar de groep uit rekenvoorbeeld 1. 16 pedagogisch medewerkers moeten werken aan mondelinge vaardigheid en leesvaardigheid; dat zijn in deze cursus 4 modules. 17 pedagogisch medewerkers moeten werken aan lees- en schrijfvaardigheid; dat zijn in deze cursus 3 modules. 13 pedagogisch medewerkers gaan werken aan alle vaardigheden; dat zijn in deze cursus 6 modules. Vier pedagogisch medewerkers gaan werken aan alle vaardigheden vanuit startniveau 1F; dat zijn in deze cursus 6 modules. Bovendien laten zij zich daarna bijscholen om voor mondelinge en leesvaardigheid op 3F te komen. Dat zijn nog eens 4 modules. In totaal volgt deze groep (16 x 4) + (17 x 3) + (13 x 6) + (4 x 6) + (4 x 4) = 233 modules. Kosten voor de cursus – Deelname kost per module € 150, - per cursist. Voor 233 modules komt dit neer op een bedrag van € 34.950, -. Vervangingskosten – Deze cursus heeft de mogelijkheid om op locatie te worden gegeven. Omdat er drie groepen zijn van een substantieel aantal cursisten met dezelfde startkwalificaties (16, 17 en 13), kunnen er drie trainingen op een locatie in de eigen gemeente worden gegeven. Zelfstudie bestaat uit thuismateriaal waar gemiddeld 2 uur per week aan wordt besteed. Voor pedagogisch medewerkers die de cursus volgen hoeft daarom per bijeenkomst slechts voor een halve dag vervanging op de groep worden ingezet. Dat komt per bijeenkomst neer op € 100 per persoon. De vier cursisten met een startkwalificatie op niveau 1F vormen samen een te kleine groep voor een training op locatie. Zij reizen naar de locatie van de trainende instelling en daarom wordt voor een vervanger op de groep gezet voor de hele dag. Dat komt per bijeenkomst neer op € 200, - per persoon. Voor de groep die op locatie getraind wordt, wordt vervanging ingezet voor (16 x 4) + (17 x 3) + (13 x 6) = 193 modules en dus 386 bijeenkomsten. Dat komt neer op een bedrag van 386 x € 100, -, - = € 38.600,-. Voor de groep die de bijeenkomsten op locatie van de trainer volgt wordt vervanging gezocht voor (4 x 6) + (4 x 4) = 40 modules en dus 80 bijeenkomsten. Dat komt neer op een bedrag van 80 x € 200, - = € 16.000, -. In totaal bedragen de vervangingskosten € 38.600, - + € 16.000, - = € 54.600, -. Reiskosten – We stellen de reiskosten voor de vier cursisten die de training niet op locatie kunnen volgen per persoon vast op € 45, - per bijeenkomst, omdat een trainende instelling die op locatie komt trainen niet in de regio hoeft te worden gezocht. De reiskosten komen neer op een bedrag van 80 x € 45, - = € 3.600, -. Totale kosten – De totale kosten voor deze cursus bedrage voor deze groep € 34.950, -, - + € 54.600, -, - + € 3.600, - = € 93.150, -. Per cursist komt dit neer op een bedrag van € 1.863, -. Een belangrijk verschil tussen bovenstaande voorbeelden is uiteraard de intensiteit van de cursus. Het ROCvA houdt met deze groep 1250 bijeenkomsten terwijl O2 Onderwijsadvies 466 bijeenkomsten houdt. De kosten voor de cursussen zelf verschillen niet veel van elkaar. Het grootste verschil komt voort uit de mogelijkheid om de cursus op locatie te volgen, waardoor voor pedagogisch medewerkers niet voor een hele dag, maar voor een dagdeel vervanging kan worden ingezet.
Stap 4: keuze maken voor een cursus Een keuze maken op basis van de belangrijkste kenmerken van de cursus Nu de situatie in de gemeente in beeld is gebracht kan een keuze gemaakt worden voor de meest geschikte cursus. Alle cursussen zijn zorgvuldig ontwikkeld en dragen alle bij aan het verhogen van
16
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
het taalniveau van de deelnemers. De kenmerken van de cursussen lopen echter uiteen. Om een goed onderbouwde keuze te kunnen maken hebben we de meest belangrijke kenmerken in tabel 2 geselecteerd en beoordeeld. Overige kenmerken kunnen in de cursusbeschrijvingen in de bijlage worden teruggevonden. De belangrijkste kenmerken hebben betrekking op het domein (welke vaardigheden worden getraind?), het doel (naar welk taalniveau wordt toegewerkt?), de beroepspecificiteit (is de cursus specifiek voor pedagogisch medewerkers, of voor een bredere beroepsgroep?) en toetsing (wordt de voortgang bijgehouden met tussentoetsen? Worden gegevens van de voortoets gebruikt om de inhoud van de cursus te bepalen?). In de Kieswijzer voor Taalcursussen uit 2012 keken we bij toetsing naar de manier waarop gebruik wordt gemaakt van voor- en natoetsen. Vanwege huidig beleid maakt iedereen momenteel gebruik van voor- en natoetsen, welke cursus ook wordt gebruikt. We hebben er daarom voor gekozen de categorie toetsing anders te benaderen. We kijken naar de manier waarop toetsgegevens voor inhoud en verloop van de cursus zelf worden gebruikt. Het Drenthe College en Driestar Educatief geven bijvoorbeeld aan dat het cursusaanbod afgestemd wordt op de toetsgegevens. Aan de kenmerken zijn sterren toegekend, al naar gelang de kwaliteit van het kenmerk. De laagste waardering bestaat uit één ster en de hoogste waardering uit vier sterren. De totstandkoming van de waarderingen is in informatiebox 6 uitgewerkt. Informatiebox 6: totstandkoming van de waarderingen in tabel 2 Domein Geen van de domeinen mondelinge taal, lezen en schrijven: * Eén of twee van de domeinen mondelinge taal, lezen en schrijven: ** Meer domeinen dan mondelinge taal, lezen en schrijven: *** Uitsluitend de domeinen mondelinge taal, lezen en schrijven: **** Doel
Geen specifiek niveau geformuleerd: * Minder ambitieus dan de nieuwe taalnorm: ** Ambitieuzer dan de nieuwe taalnorm: *** Volgens de nieuwe taalnorm: ****
Beroepspecificiteit
Voor Voor Voor Voor
Toetsing
Toetsing speelt geen rol: de cursus is een vast traject: * Met beschikbare gegevens uit een voortoets wordt de inhoud van de cursus vastgesteld: ** Met beschikbare gegevens uit de voortgangstoetsen wordt de inhoud van de cursus tussentijds bijgesteld: ***
alle beroepsgroepen: * de sector zorg & welzijn: ** pedagogisch medewerkers in de kinderopvangsector: *** pedagogisch medewerkers in de VVE-sector én de kinderopvangsector: ****
De sterrenwaardering is gebaseerd op de afspraken die in de bestuursakkoorden zijn gemaakt; de hoogste waardering wordt gegeven aan kenmerken die niet minder ambitieus, maar ook niet ambitieuzer zijn dan deze afspraken. Op pagina 19 wordt dit uitgebreider toegelicht.
Uit de tabel komt naar voren dat een aantal cursussen de focus heeft gelegd op de belangrijkste kenmerken. Het lijkt verstandig wanneer gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen een cursus inkopen die op de belangrijkste kenmerken niet lager dan 75% scoort, oftewel met minimaal drie sterren beoordeeld is. Hierbij is geen rekening gehouden met kosten, locatie en intensiteit van de training. De volgende aanbieders hebben minimaal drie sterren op de belangrijkste kenmerken: 02 Onderwijsadvies/ Zuyd Hogeschool, ROC van Amsterdam/ ROC TOP, CED-Groep/ Sardes, Cedin, ThiemeMeulenhoff en Marant Tellen we de sterren bij elkaar op, dan springen de volgende aanbieders er het meest positief uit (met tussen haakjes het aantal sterren):
17
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
ROC van Amsterdam/ ROC TOP (15), ThiemeMeulenhoff (15), Bisbee Flexonderwijs (15) en Marant (15). Bij de keuze voor een cursus zullen gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen wellicht rekening willen houden met organisatorische kenmerken als kosten, locatie van de trainende instelling of de mogelijkheid om de training op eigen locatie te kunnen volgen. Daarvoor kunnen de cursusbeschrijvingen in de bijlage worden geraadpleegd. Belangrijk is verder dat de sterrenwaardering is gebaseerd op de afspraken die in de bestuursakkoorden zijn gemaakt. Dat betekent dat de hoogste waardering wordt gegeven aan kenmerken die niet minder ambitieus, maar ook niet ambitieuzer zijn dan deze afspraken. Gemeenten en voorschoolse instellingen kunnen er echter voor kiezen om een ambitieuzer nascholingstraject in te kopen, bijvoorbeeld met aandacht voor taalstimulering of woordenschat. Naar verwachting zullen in de toekomst nieuwe aanbieders op de markt komen, of zullen organisaties die al een cursusaanbod hebben een nieuwe cursus ontwikkelen. Hoewel deze cursussen niet in de Kieswijzer zijn opgenomen, kunnen gemeenten en organisaties voor voorschoolse instellingen voor het beoordelen van deze cursussen hoofdstuk 3 van deze Kieswijzer raadplegen om de nieuwe cursus zelf te beoordelen. Verantwoording bij de beoordeling van cursussen De beoordelingen van de cursussen op de belangrijkste kenmerken zijn door vier verschillende medewerkers van Sardes gedaan, onafhankelijk van elkaar. De beschrijving van de sterrenwaardering is voldoende specifiek om objectief te kunnen beoordelen. Bijvoorbeeld of het om een algemene taalcursus gaat of om een taalcursus voor pedagogisch medewerkers in de VVEsector. Omdat één van de cursussen een aanbod van Sardes (en de CED-Groep) betreft, is het Expertisecentrum Nederlands gevraagd deze cursus als onafhankelijke partij te beoordelen volgens de gegeven sterrenwaardering. Door deze maatregelen is een objectieve beoordeling van het gehele cursusaanbod tot stand gekomen.
18
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel 2: Belangrijkste kenmerken van taalcursussen en de waardering in sterren Domein
Doel
Beroepsspecificiteit
Toetsing (max. 3 sterren)
Nederlands voor VVE-sector (ROC Alfacollege)
****
***
*
***
Naar 3F taal op maat (BCO Onderwijsadvies)
****
***
****
**
Taaltoetser (onderdeel van Bisbee Flexonderwijs)
****
****
****
***
***
****
****
***
****
****
****
**
**
****
Niveauverhoging Nederlandse taal (Horizon College)
****
****
****
Nederlandse taal voor de VVE-medewerker/ medewerker kinderopvang (Da Vinci College)
****
****
****
*
Taalsterk Kinderopvang (KleurRijker)
****
****
****
**
Scholingstraject voor toetsing en nascholing voor pedagogisch werkers in de VVE (ROC Drenthe college)
****
****
****
**
Moeiteloos taalvaardig(er) (O2 onderwijsadvies & Zuyd Hogeschool)
****
***
****
***
Taalscholing VVE (ROC van Amsterdam/ ROC TOP)
****
****
****
***
Taaltoets pedagogisch medewerkers Sam & Ko kinderopvang Deventer (ROC Graafschap college)
****
****
*
***
Taalaanbod voor medewerkers in de VVEsector (ROC Nijmegen)
****
****
****
**
Nederlands in de kinderopvang (Taalpartners)
****
****
****
**
Taalniveau pedagogisch medewerker van 2F naar 3F (Vitalis College)
****
***
****
**
Nederlands als onderdeel van opleiding Zorg en Welzijn (ROC Rivor)
****
****
**
**
Snel van 2F naar 3F, Allemaal Taal (Cedin)
****
***
****
***
Taal op niveau! (Summa College Welzijn)
****
****
**
**
Sterke Taal (MBO college voor Mens en Maatschappij ROC van Twente)
****
***
****
**
Allemaal Taal (ThiemeMeulenhoff)
****
****
****
***
MeerTaal (Marant en Allemaal Taal)
****
****
****
***
Beter met taal in de kinderopvang (ROC Landstede en ThiemeMeulenhoff)
****
****
****
**
Training Allemaal Taal (Onderwijsadvies en ThiemeMeulenhoff)
****
***
****
**
Allemaal Taal (ROC Midden Nederland)
****
****
****
**
Titel en ontwikkelaar
FF Taal leren (CED-Groep en Sardes) Remediërend maatwerktraject Taal voor Pedagogisch medewerkers (Deltion College) Taalstimulering voor VVE-medewerkers (Driestar Onderwijsadvies)
** ** **
19
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Bijlage 1: Verantwoording van de Kieswijzer Deze Kieswijzer is op een pragmatische manier tot stand gekomen. Daarbij zijn de volgende handelingen verricht: het raadplegen van (openbare) plannen van de gemeenten Amsterdam en Rotterdam om het taalniveau van pedagogisch medewerkers in de voorschoolse sector te verhogen; het benaderen van alle onderwijs begeleidingsdiensten het benaderen van alle ROC’s die de PW opleiding aanbieden het benaderen van alle instituten die een taaltoets hebben ontwikkeld (aan de instellingen die voor de Kieswijzer voor Taaltoetsen zijn benaderd is de vraag gesteld of zij ook over cursusaanbod beschikken) het werken met het principe van de ‘sneeuwbalmethode’ (aanbieders van toetsen en cursussen vragen of ze nog andere aanbieders kennen); het inschakelen van de beleidsmedewerkers van de G37 voor de gegevens van aanbieders van taalcursussen die binnen hun gemeenten actief zijn (n.a.v. een bijeenkomst op 5 april 2012); het benaderen van de contactpersonen van www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl en hun vragen welke aanbieders van taalcursussen volgens hen benaderd zouden moeten worden het benaderen van het Bureau Kwaliteit Kinderopvang en hun vragen welke aanbieders van taalcursussen volgens hen benaderd zouden moeten worden zoekopdrachten via internet het beschrijven van de op die manier verzamelde taalcursussen het integreren van de gegevens uit de Bijlage bij de Kieswijzers voor taaltoetsen en taalcursussen (met name herbeoordelingen en actualiseringen) en het meenemen van commentaarpunten van de klankbordgroep en een technische werkgroep op eerdere versies van deze Kieswijzer. In de klankbordgroep zitten naast OCW en Sardes Anke Bruggink (ROC ter Aa) en Folkert Kuiken (UvA). In de technische werkgroep onder leiding van OCW wordt zitting genomen door Monique de Bos (gemeente Dordrecht), Jolande Pansier (gemeente Amsterdam), Elly Dekker (VNG), Eveline Perdijk (Brancheorganisatie kinderopvang), Edwin Luttik/Ernst Radius (MOgroep) en Jessica van Ruitenburg (Abvakabo). Voor de goede orde wordt opgemerkt dat we bij het maken van de Kieswijzer Taalcursussen voor pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen zijn uitgegaan van het bestaande aanbod van cursussen. Naast de organisaties en bureaus die een aanbod hebben op het gebied van cursussen, zijn er organisaties en bureaus die naar eigen zeggen op basis van maatwerk een taalcursus voor de VVE-sector kunnen maken. Dit geldt bijvoorbeeld voor veel ROC’s. Dit aanbod is niet meegenomen, omdat het niet beschreven en beoordeeld kan worden. Bovendien is het potentieel aan publieke en private cursusaanbieders in theorie heel groot. Het is moeilijk te beoordelen of al deze partijen ook werkelijk in staat zijn een taalcursus te ontwikkelen. Verder hebben wij ons in de Kieswijzer gebaseerd op het cursusaanbod van trainende instellingen die hebben gereageerd op onze oproep hun taalcursus te beschrijven. Mogelijk hebben niet alle aanbieders gereageerd en beperkt het werkelijke aanbod zich niet tot de cursussen die in deze Kieswijzer zijn opgenomen. Tot slot: de cursusbeschrijvingen in bijlage 3 zijn in nauw overleg met de ontwikkelaars/eigenaren tot stand gekomen. De verantwoordelijkheid voor de volledigheid en juistheid van de informatie over de taaltoets ligt uitdrukkelijk bij hen. Omdat de ontwikkelaars/eigenaren zelf de informatie hebben aangeleverd, is deze niet altijd even gelijksoortig. Dit bemoeilijkt soms de onderlinge vergelijkbaarheid.
20
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Bijlage 2: Uitleg bij taalniveau 2F en 3F Deze bijlage is grotendeels overgenomen uit Over de verhoging van de taaleis in de kinderopvang (Bijloo, 2012). Het Referentiekader taal en rekenen geeft voor het hele onderwijs (basisschool tot en met hoger onderwijs) aan wat een deelnemer moeten kennen en kunnen op het gebied van de Nederlandse taal en rekenen. Het doel van het Referentiekader is een algehele niveauverhoging van de basisvaardigheden in het Nederlandse onderwijs. Voor taal onderscheidt het referentiekader vier verschillende niveaus (1F, 2F, 3F en 4F). Per niveau zijn er vier verschillende domeinen beschreven, die op hun beurt weer verschillende subdomeinen bevatten: 1) Mondelinge taalvaardigheid 1.1 Gespreksvaardigheid 1.2 Luistervaardigheid 1.3 Spreekvaardigheid 2) Lezen 2.1 Zakelijke teksten 2.2 Fictionele, narratieve en literaire teksten 3) Schrijven 4) Taalverzorging 4.1 Begrippenlijst 4.2 Taalverzorging 4.3 Niveaubeschrijvingen 4.4 Moeilijkheid Per domein – met uitzondering van het domein taalverzorging – worden in het referentiekader de volgende onderdelen aangegeven: Een algemene omschrijving van het domein. Taken die een deelnemer op het betreffende niveau moet kunnen uitvoeren. Kenmerken van de taakuitvoering, die aangeven aan welke karakteristieken een taak op het betreffende niveau moet voldoen. Het vierde domein kent een andere structuur, waarbij wordt beschreven wat er van deelnemers verwacht moet worden als het gaat om grammatica en spelling en er staan begrippen in die deelnemers moeten kunnen gebruiken op verschillende niveaus. In het Referentiekader taal en rekenen staan gedetailleerd de inhoudelijke vereisten per referentieniveau beschreven. Er wordt een aantal punten aangehaald waarvan het verschil tussen niveau 2F en 3F belangrijk wordt geacht. Daarbij is het steeds van belang de vraag te stellen hoeveel tijd en inspanning het iemand kost om op een onderdeel van niveau 2F naar 3F te geraken en hoeveel winst dit uiteindelijk voor diegene oplevert voor zijn of haar werkzaamheden in de kinderopvang.
21
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B2.1: Algemene omschrijving Mondelinge vaardigheden (Spreken) Niveau 1F
Niveau 2F
Niveau 3F
Niveau 4F
Kan in eenvoudige bewoordingen een beschrijving geven, informatie geven, verslag uitbrengen, uitleg en instructie geven in alledaagse situaties in en buiten school.
Kan redelijk vloeiend en helder ervaringen, gebeurtenissen, meningen, verwachtingen, gevoelens onder woorden brengen over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard.
Kan monologen en presentaties houden over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard, waarin ideeën worden uitgewerkt en voorzien van relevante voorbeelden.
Kan duidelijke, gedetailleerde monologen en presentaties houden over tal van onderwerpen uit de (beroeps) opleiding en van maatschappelijke aard. Kan daarbij subthema’s integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie.
Het verschil tussen niveau 2F en 3F op de vaardigheid spreken, is dat er bij niveau 3F wordt verwacht dat een deelnemer een verhaal kan vertellen met een inleiding, een kern en een slot. Vragen naar aanleiding van een presentatie kan een deelnemer vloeiend en spontaan beantwoorden en een deelnemer maakt niet alleen gebruik van korte zinnen, maar kan ook langere zinnen vormen met behulp van signaal- en verbindingswoorden. Tabel B2.2a: Algemene omschrijving leesvaardigheden (zakelijke teksten) Niveau 1F
Niveau 2F
Niveau 3F
Niveau 4F
Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse onderwerpen en over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld.
Kan teksten lezen over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de deelnemer en over onderwerpen die verder van de deelnemer afstaan.
Kan een grote variatie aan teksten over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard zelfstandig lezen. Leest met begrip voor geheel en details.
Kan een grote variatie aan teksten lezen over tal van onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard en kan die in detail begrijpen.
Het verschil tussen de omschrijvingen bij 2F en bij 3F bij het subdomein zakelijke teksten van het domein lezen, is dat de teksten die een deelnemer moet kunnen begrijpen op niveau 3F relatief complex zijn en een hoge informatiedichtheid bevatten, terwijl de teksten op niveau 2F een heldere structuur hebben, een lage informatiedichtheid en niet te lang zijn. Niveau 3F vereist dus een hoger niveau van tekstbegrip; een deelnemer moet ook zakelijke correspondentie, ingewikkelde schema’s en rapporten over het eigen werkterrein kunnen begrijpen. De woordenschat biedt geen onderscheidend kenmerk meer tussen 2F en 3F. Tabel B2.2b: Algemene omschrijving leesvaardigheden (fictionele, narratieve en literaire teksten) Niveau 1F
Niveau 2F
Niveau 3F
Niveau 4F
Kan jeugdliteratuur lezen.
Kan eenvoudige adolescentenliteratuur herkennend lezen.
Kan adolescentenliteratuur en eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch en reflecterend lezen.
Kan volwassenen literatuur interpreterend en esthetisch lezen.
Bij het subdomein fictionele, narratieve en literaire teksten van het domein lezen is het verschil tussen 2F en 3F dat de teksten die een deelnemer op 2F moet kunnen lezen, een heldere structuur hebben. Een verhaal heeft een dramatische verhaallijn waarin de spanning af en toe wordt onderbroken door gedachten of beschrijvingen. Poëzie en liedjes hebben meestal een verhalende inhoud en een emotionele lading. Op niveau 3F moeten deelnemers teksten kunnen lezen met literaire procedés, zoals perspectiefwisselingen en tijdsprongen. Naast de concrete betekenislaag is ook een sprake van een diepere laag. De teksten appelleren vooral aan persoonlijke en maatschappelijke vraagstukken.
22
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B2.3: Algemene omschrijving schrijfvaardigheden Niveau 1F
Niveau 2F
Niveau 3F
Niveau 4F
Kan korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen of over onderwerpen uit de leefwereld.
Kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard.
Kan gedetailleerde teksten schrijven over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden.
Kan goed gestructureerde teksten schrijven over allerlei onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard. Kan relevante belangrijke kwesties benadrukken, standpunten uitgebreid uitwerken en ondersteunen met redenen en relevante voorbeelden.
Bij 2F moet een deelnemer verslagen en werkstukken kunnen schrijven met behulp van een stramien en informatie uit verscheidene bronnen, terwijl een deelnemer bij 3F uiteenzettende, beschouwende en betogende teksten moet kunnen schrijven.
23
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Bijlage 3: Beschrijving van de taalcursussen De cursussen die in deze bijlage worden gepresenteerd staan in alfabetische volgorde, volgens de naam van de ontwikkelaar.
Tabel B3.1: Beschrijving BCO Onderwijsadvies Titel
Naar 3F taal op maat
Aanbieder
BCO Onderwijsadvies, Venlo, CNO: Centrum voor Nascholing Onderwijs
Ontwikkelaar
BCO Onderwijsadvies Venlo
Bestaansduur
2012
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
□ kinderopvangsector/VVE X overig: pedagogisch medewerkers in VVEsector
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Lezen
3F
Gesprekken voeren
3F
Schrijven
3F
Spreken
3F
Taalverzorging
3F
Luisteren
3F
Taaldomein(en) en doelen
-
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Groepsgrootte
Locatie
-
Niveau wordt vastgesteld middels CITO entreetoets. Op basis van het beginniveau wordt een maatwerkprogramma ontwikkeld: een docent Nederlands verzorgt de algemene taalvaardigheden en een BCO trainer zorgt voor de specifieke onderdelen gericht op taal in de dagelijkse VVE praktijk. Duur cursus: 8 maanden Aantal bijeenkomsten: 16 Duur bijeenkomst: 2 uur Zelfstudie: 3 uur/week: theorie (2 uur) en praktijkopdracht (1 uur) Borgen van vaardigheden middels groepsopdrachten en reflecteren praktijkopnames Via sociale media wordt contact onderhouden met docenten en medecursisten Taalcoach (collega als maatje)
Methodieken uit de eigen praktijksituatie Verdiepingsmodules van Vversterk Materiaal van Expertise Centrum Nederlands Methode ‘Allemaal Taal’ Samenwerking met bibliotheek X minimum aantal 14 □ geen minimum X maximum aantal 17 □ geen maximum X op locatie □ bij trainende instelling □ beide opties mogelijk
Toetsing Effectmeting
X ja □ nee Toets Allemaal Taal, door BCO zelf afgenomen.
Certificaat
X ja □ nee Een certificaat na succesvolle toets, anders bewijs van deelname (bij voldoende inzet).
Effectmeting
X ja □ nee Toets Allemaal Taal, door BCO zelf afgenomen.
Kosten
€ 1750, - per deelnemer alles inbegrepen, € 55, - uurprijs per deelnemer
24
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.2: Beschrijving Bisbee Flexonderwijs Titel
Alles-in-één-training
Aanbieder
Taaltoetser (onderdeel van Bisbee Flexonderwijs) te Den Bosch
Ontwikkelaar
Taaltoetser (onderdeel van Bisbee Flexonderwijs) te Den Bosch
Bestaansduur
Sinds september 2014
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
Toetsing
Effectmeting Certificaat Kosten
□ kinderopvangsector/VVE X overig: pedagogisch medewerkers in VVE- sector Taaldomein Doel Taaldomein Doel Lezen 3F Gesprekken 3F voeren Luisteren 3F Schrijven 3F Spreken 3F Taalverzorging 2F (extra) Het eerste dagdeel bestaat uit een voorlichting en de afname van een quickscan. Niveau wordt vastgesteld middels een quickscan. Vervolgens wordt er een maatwerk taaltraining aangeboden. De Pedagogisch medewerkers volgen alleen de modules waar bijscholing gewenst is. Twee dagdelen worden volledig besteed aan toetstraining waarbij de cursisten oefenen met digitale TOA-toetsen. Indien uit de quickscan blijkt dat pedagogisch medewerkers extra begeleiding nodig hebben, kan individuele begeleiding gegeven worden in de vorm van Skype-coaching en huiswerk via e-mail. De alles-in-één-training bestaat uit 11 dagdelen. Dit is inclusief de voorlichting en de quickscan (1 dagdeel), taaltraining (8 dagdelen) en toetstraining (2 dagdelen). Duur cursus: 3,5 -4 maanden Duur bijeenkomsten: 3 uur Zelfstudie: 2 - 3 uur per week Langere maar ook kortere trajecten zijn mogelijk, indien gewenst. Afhankelijk van de uitslag van de quickscan en de wensen van de opdrachtgever kan maatwerk geboden worden. Methode ‘Allemaal Taal’ Extra materiaal uit ‘Lezen op B2’, ‘Luisteren op B2’ van Uitgeverij Boom Voorbeeldexamens Staatsexamen II van het CvTE X minimum aantal 12 □ geen minimum* X maximum aantal 12 □ geen maximum Eventueel tegen meerprijs tot 15 deelnemers per groep. □ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk Op de locatie van de VVE-instelling. Daarnaast kunnen taaltrainingen aangeboden worden op de locatie in Den Bosch of op een locatie in de buurt van VVE-instelling. Wanneer er lesruimte gehuurd moet worden, zijn daar extra kosten aan verbonden. Taaltoetser verzorgt naast de taaltraining ook de toetsing. De toetsing wordt afgenomen door assessoren in dienst van Taaltoetser. Hiervoor maken wij gebruik van de TOA. Toetsingskosten variëren van € 199 tot € 179 per persoon. X ja □ nee Nulmeting d.m.v. een quickscan, eindmeting: TOA-toetsen. X ja □ nee € 4.493, - voor 11 lessen bij een groep van max. 12 deelnemers. Bij maatwerktrainingen en groepsgroottes van meer dan 12 deelnemers een offerte op maat. Toetsing v.a. € 179,- p.p. (btw-vrij). Uurprijs per persoon: circa € 12, -.
25
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.3: Beschrijving CED-Groep, Sardes, IT Workz Titel FF Taal leren Aanbieder
Ontwikkelaar
a. CED-Groep (Rotterdam) b. Sardes Utrecht c. IT Workz (help desk, Etten de Leur). CED-Groep, Sardes, IT Workz
Bestaansduur
2013
Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
□ kinderopvangsector/VVE X overig: pedagogisch medewerkers in VVE- sector
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Mondelinge Taal
3F
Taalverzorging
3F
Begrijpend lezen
3F
Taalstimulering
n.v.t.
Schrijfvaardigheid
2F
36 modules verdeeld over vier domeinen: mondelinge taalvaardigheid (10 modules), lezen, (12 modules), schrijven (8 modules) en taalverzorging (6 modules). De cursus kan per domein worden afgenomen. FF Taal leren is een blended taaltraining: een mix van online leren (met instructiefilmpjes, oefeningen, directe feedback, toetsten en herhalingsoefeningen), een persoonlijke online coach, online contact met medecursisten en taalpraktijkdagen voor face-to-face begeleiding met coach en medecursisten. Cursisten ontvangen een licentie voor 2 jaar en kunnen overal inloggen en zo vaak als nodig oefenen. Er is structureel overleg tussen coach en leidinggevende. Duur cursus: 80-90 uur Scholingsbijeenkomst: 3 face-to-face bijeenkomsten van 5 uur Zelfstudie: 20 tot 30 uur per domein Theoretisch en praktijkoefeningen Contact trainer buiten de bijeenkomst: Startbijeenkomst, taalpraktijkdagen, ecoaching Elektronische leeromgeving voor zelfstudie en werkvormen tijdens de taalpraktijkdagen. -
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
□ minimum aantal □ maximum aantal
X geen minimum* X geen maximum
*15 deelnemers op taalpraktijkdagen □ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk
Toetsing
Iedere module wordt afgesloten met een toets.
Effectmeting
□ ja X nee
Certificaat Kosten
X ja □ nee -
Totaalpakket van 4 domeinen: € 1.775, Per domein (altijd incl. taalverzorging): € 735, Geen kosten voor extra studiemateriaal (en weinig verletkosten) Op aanvraag is maatwerk mogelijk
26
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.4: Beschrijving Cedin Snel van 2F naar 3F, Allemaal Taal
Titel
Aanbieder Ontwikkelaar
Cedin ThiemeMeulenhoff/ Cedin
Bestaansduur
2013 (Cedin is in 2013 getraind door ThiemeMeulenhoff
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Taaldomein
Doel
Mondelinge taalvaardigheid Lezen
3F
Schrijven
3F
-
Intensiteit
-
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................ Taaldomein
Doel
3F
Door een erkende instelling worden pedagogisch medewerkers getoetst. Wanneer het niveau op alle onderdelen 2F is, wordt er in zestien lessen van twee uur het taalniveau verhoogd naar 3F. Zitten de pedagogisch medewerkers alleen op bepaalde onderdelen op 2F en verder op 3F-niveau, dan is een verkorte cursus met losse modules mogelijk. Duur cursus: In zestien lessen van twee uur in twee jaar Studiebelasting totaal 80 uur: twee uur les per week, twee uur huiswerk en één praktijkopdracht. Zelfstudie in de vorm van theoretische opdrachten die via de mail ingeleverd worden, praktische opdrachten binnen de instelling met feedback. Contact trainer buiten de bijeenkomst: Buiten de bijeenkomsten is er met de trainer contact via de mail en op vraag d.m.v. coaching.
1 leerwerkboek Losse opdrachten in een groeimap X minimum aantal van 5 □ geen minimum X maximum aantal van 12 □ geen maximum □ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk
Toetsing
Tussentijds wordt getoetst en de uiteindelijke toetsing met certificering vindt plaats door een erkende instelling
Effectmeting
□ ja X nee
Certificaat Kosten
X ja □ nee Op aanvraag, afhankelijk van het aantal deelnemers Leerwerkboek: € 45, - ThiemeMeulenhoff
27
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.5: Beschrijving Da Vinci College Titel
Nederlandse taal voor de VVE-medewerker/ medewerker kinderopvang
Aanbieder
a. Da Vinci bedrijfsopleidingen en trainingen b. Da Vinci College, domein Welzijn
Ontwikkelaar
Da Vinci College, domein Welzijn
Bestaansduur
2013
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
Toetsing
Effectmeting Certificaat
Kosten
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Spreken
3F
Schrijven
2F
Luisteren
3F
Schrijven optioneel
3F
Lezen
3F
Het onderwijs bestaat uit een combinatie van begeleid onderwijs, (groeps-)opdrachten en thuisopdrachten. Afronding met een beroepsgericht assessment (mondeling en schriftelijk). Duur cursus: er is een keuze uit 3 varianten: 5 maanden, 11 maanden en 14 maanden. Bijeenkomsten: 5 maanden (8 lessen), 11 maanden (20 lessen), 14 maanden (40 lessen) Zelfstudie: gemiddeld 2 uur per week Opdrachten: theorie en praktijkoefeningen Contact met de trainer buiten de bijeenkomst: online via ITs Learning Boek: Allemaal taal, taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal. Digitaal onderwijs instrument Studiemeter. X minimum aantal 15 □ geen minimum X maximum aantal 20 □ geen maximum □ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk Beroepsgericht assessment: Een groepsopdracht voor spreken, luisteren en lezen. Individuele beoordeling ahv een beroepsgericht rollenspel. Een digitale toets voor schrijven (inclusief taalverzorging). □ ja X nee X ja □ nee Richtprijs inclusief studiemateriaal bij uitvoering op het Da Vinci College (20 deelnemers). Start afhankelijk van het instapniveau: 5 maanden € 799, 11 maanden € 1.199, 14 maanden € 1.799, -
28
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.6: Beschrijving Deltion College Titel Aanbieder
Remediërend maatwerktraject Taal voor Pedagogisch medewerk(st)ers Deltion College te Zwolle
Ontwikkelaar
Deltion College te Zwolle
Bestaansduur
2012
Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
Toetsing
Effectmeting Certificaat Kosten
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Lezen
3F
Schrijven
2F
Luisteren
3F
Taalverzorging
2F
Spreekvaardigheid
3F
Naar aanleiding van de intake en taaltoets (TOA € 225,- per persoon) worden de leervragen per individu per taaldomein vastgesteld. Op grond van deze leervragen wordt een maatwerktraining samengesteld. De deelnemers krijgen klassikale instructie met betrekking tot het verwerven van lees- en schrijfstrategieën waarbij uitgegaan is van de volgende didactische uitgangspunten: mensen leren door middel van instructie, vanuit voordoen en zelf oefenen. Echt leren vindt plaats als deelnemer een taak moet uitvoeren op een niveau dat iets boven zijn eigen beheersingsniveau ligt (in de zone van naaste ontwikkeling). Een adequate, effectieve lees- en schrijfdidactiek komt tegemoet aan deze uitgangspunten en voorziet zowel in directe instructie als in ‘modeling’ en gelegenheid tot toepassing van het geleerde. Verder moet binnen het begrijpend leesonderwijs ruimte zijn voor verschillen in ontwikkelingstempo en ervaring. Duur cursus: Afhankelijk van de leervragen van cursist. Minimaal 2 lesuren per week gedurende 10 weken (semester) per taaldomein per niveau, eventueel te verlengen met semesters van elk 10 weken. Naast het wekelijks docentcontact, krijgt men een digitaal abonnement voor E-learning (advies is gemiddeld 5 uur per week E-learning). De docent is middels e-mail bereikbaar en middels de wekelijkse lesuren. E-learning abonnement en eigen samengesteld lesmateriaal X minimum aantal 12 □ geen minimum X maximum aantal 16 □ geen maximum
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk Middels CITO of Deviant, prijs per taaldomein per examen per cursist varieert afhankelijk van de tijdsduur: Lezen € 90, Luisteren € 90, Gesprekken voeren € 180, Schrijven en Taalverzorging € 180, □ ja X nee X ja □ nee Per cursist 10 weken les (semester), 2 lesuren per week per taaldomein per niveau € 300, Abonnement E-learning € 30, -
29
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.7: Beschrijving Drenthe College Scholingstraject voor toetsing en nascholing voor pedagogisch werkers in de VVE. Titel Aanbieder
a. ROC Drenthe College b. Hogeschool Stenden
Ontwikkelaar
Drenthe College en hogeschool Stenden
Bestaansduur
Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal 10. Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) 11. Locatie
12. Toetsing 13. Effectmeting 14. Certificaat 15. Kosten
2014 □ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
X kinderopvangsector/VVE □ overig: .......................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Mondelinge vaardigheid Lezen
3F
Taalverzorging
2F
Schrijven
2F
3F
De opbouw is een combinatie van theorie en praktijk: een basisprogramma, zelfstudieopdrachten, praktijkopdrachten, losse modules, praktische voorbeelden van werkvormen en activiteiten, die de taalontwikkeling van jonge kinderen stimuleren. Vier workshops: over taalverwerving bij jonge kinderen, leerstijlen, ontwikkelingspsychologie en interculturele communicatie. Duur cursus: 6 tot 7 maanden Duur bijeenkomsten: 25 bijeenkomsten van 2 klokuren, vooraf maximaal 2 dagdelen voor de begin toets en na afloop maximaal 2 dagdelen voor de eindtoets Zelfstudie: 2 tot 8 klokuren per week Opdrachten: theorie, praktijkopdrachten Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: via e-mail, skype en telefoon Bestaand materiaal Nederlands in de opleiding SAW PW 4 Praten met volle mond van Sardes Materiaal ontwikkeld voor de cursus X minimum aantal 12 □ geen minimum X maximum aantal 15 □ geen maximum □ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk TOA toetsen zowel als instap toets als afsluitende toets. Op basis van de toets resultaten werken de deelnemers aan niveauverhoging. Voor het basisprogramma wordt gebruik gemaakt van de toetsgegevens. X ja □ nee In te zien/op te vragen bij:
[email protected] X ja □ nee Per deelnemer inclusief toetsing en lesmateriaal € 1600, -.
30
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.8: Beschrijving Driestar Educatief Taalstimulering voor VVE-medewerkers Titel Aanbieder
Driestar Onderwijsadvies
Ontwikkelaar
Driestar Educatief
Bestaansduur
2013
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Taaldomein
Doel
Mondelinge communicatie Schriftelijke communicatie Woordenschat
3F
-
Opbouw
-
Intensiteit
Studiemateriaal
Duur cursus: een halfjaar Duur bijeenkomsten: acht bijeenkomsten in dat half jaar, circa twee uur per bijeenkomst Zelfstudie: via theorie, praktijk en video Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: Met de trainer kan altijd tussendoor gecommuniceerd worden via de mail Praten met volle mond, Uitgave Sardes en Vversterk; Reader, samengesteld door trainer -
Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk
Certificaat Kosten
Doel
Kennis van woordenschatdidactiek Intro en voortoetsing Taalontwikkeling 0 – 4 jr.; eigen mondelinge taalvaardigheid; taalstimulerende interactie met de kinderen Woordenschatontwikkeling; woordenschatdidactiek NT2; eigen schriftelijke taalvaardigheid Interactief voorlezen; eigen mondelinge en schriftelijke taalvaardigheden Vaardigheden van de pedagogisch medewerkers voor taalstimulering; eigen mondelinge- en schriftelijke taalvaardigheden Ontluikende geletterdheid; eigen mondelinge- en schriftelijke taalvaardigheden Toetsing en evaluatie
X minimum aantal 12 X maximum aantal 20
Effectmeting
Taaldomein
3F
Groepsgrootte
Toetsing
X kinderopvangsector/VVE □ overig: .......................................
□ geen minimum □ geen maximum
Aan het begin worden taalniveaus getoetst d.m.v. zowel bestaande als eigen toetsen. Het cursusaanbod wat betreft eigen vaardigheid wordt hierop afgestemd. Ook aan het eind van de opleiding vindt toetsing plaats. □ ja X nee X ja □ nee € 800, -
31
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.9: Beschrijving Horizon College Niveauverhoging Nederlandse taal voor leidsters VVE Titel Aanbieder Ontwikkelaar Bestaansduur
Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
ROC Horizon College afdeling Cursussen & Trainingen Zorg en Welzijn ROC Horizon College afdeling Cursussen & Trainingen Zorg en Welzijn 2014 □ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
X kinderopvangsector/VVE □ overig: .......................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Lezen
3F
Luisteren
3F
Schrijven
2F
Taalverzorging
2F
Spreken/gesprek voeren 3F Opbouw -
Intensiteit
-
Er wordt klassikaal en zelfstandig gewerkt. Er wordt gewerkt met activerende beroepsspecifieke werkvormen, rollenspel m.b.v. trainingsacteur behoort tot mogelijkheden. Deelnemers kunnen zelf situaties filmen, die in de les worden besproken of nagespeeld. Veel ruimte voor oefenen van mondelinge taalvaardigheid. Aan het eind van iedere les wordt mondeling geëvalueerd. Aan het eind van de cursus wordt schriftelijk geëvalueerd. Deze evaluaties worden met de opdrachtgever nabesproken. Duur cursus: sterk afhankelijk van startniveau deelnemers/uitslag intaketoets Duur bijeenkomsten: minimaal 10 bijeenkomsten van 3 uur Zelfstudie: ca. 2 uur per bijeenkomst
Studiemateriaal
Digitaal oefenmateriaal, boek.
Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep)
X minimum aantal 10 X maximum aantal 20
Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling
Toetsing
X beide opties mogelijk Onafhankelijke toetsen van TOA/ Toets.nl, intaketoets en eindtoets, afgenomen door Horizon College (toetsing niet bij prijs inbegrepen).
Effectmeting
Certificaat Kosten
□ geen minimum □ geen maximum
Zie toetsing
X ja □ nee Toetsresultaten TOA + bewijs van deelname Horizon College Alleen in-company € 750, - pp (exclusief intaketoets, eindtoets en evt. reiskosten). Cursus kan op maat worden samengesteld naar wens opdrachtgever.
32
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.10: Beschrijving Kleurrijker Titel
Taalsterk VVE
Aanbieder
a. IVIO-Integratie b. Uitgeverij KleurRijker
Ontwikkelaar Bestaansduur
Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep)
Uitgeverij KleurRijker 2011 □ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Luisteren
2F/3F
Schrijven
2F/3F
Lezen
2F/3F
Taalverzorging
2F/3F
Spreken
2F/3F
Grammatica
2F/3F
De theorie wordt aangeboden in een VVE context, om deze vervolgens in de praktijk te brengen in functiegerichte opdrachten. De theorie bestaat uit grammatica, spelling, woordenschat, interpunctieregels en zinsconstructies. Hiermee gaat men aan de slag met functiegerichte opdrachten: verslagen schrijven, notuleren van werkoverleggen, instructies lezen en interne processen begrijpen. Ook worden omgangsvormen en gespreksvaardigheden geoefend door rollenspellen met ouders/leidinggevenden/collega's te simuleren. Aan taalverzorging wordt integraal in de modules gewerkt, maar deelvaardigheden (lezen, schrijven, spreken, luisteren) kunnen tevens separaat geoefend worden. Duur cursus: tussen 5 en 16 weken (hangt af van start- en eindniveau deelnemer) Duur scholingsbijeenkomsten: 1 x per week (zie hierboven), 2,5 uur per bijeenkomst Zelfstudie: ca. 50% van het traject Opdrachten: via e-learning, huiswerkopdrachten, werkvloeropdrachten. Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: de docent is bereikbaar (buiten de les) via mail, telefoon of skype. IVIO heeft wekelijks contact met cursist ivm presentie, voortgang en evt problemen. Ook wordt regelmatig geëvalueerd met werkgever en opdrachtgever. KleurRijker Taalsterk VVE en materiaal vanuit werkgever. □ minimum aantal X maximum aantal 16
X geen minimum □ geen maximum
Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk
Toetsing
Er wordt gebruik gemaakt van een erkende toets. Op verzoek werken wij ook met andere toetsen.
Effectmeting
X ja □ nee In te zien/op te vragen bij:
[email protected]
Certificaat
X ja □ nee -
Kosten -
kosten per groep: afhankelijk van aantal deelnemers en aantal modules. Volledig traject (16 lessen plus examentraining): ongeveer € 750, - per deelnemer. kosten lesmateriaal per deelnemer: € 49, kosten toetsmateriaal: € 30, -
33
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.11: Beschrijving Marant MeerTaal Titel Aanbieder
Marant
Ontwikkelaar
Marant en Allemaal Taal
Bestaansduur
Het Marant gedeelte bestaat sinds 2008
Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomein
Doel
Spreekvaardigheid
3F
Schrijfvaardigheid
2F
Leesvaardigheid
3F
x kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................ Taaldomein
Doel
Als de groep bestaat uit deelnemers die alle taaldomeinen willen verbeteren, dan is de opbouw van een les als volgt: Opbouw -
Intensiteit
-
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
Effectmeting Certificaat Kosten
Duur cursus: De training bestaat uit 18 bijeenkomsten inclusief de eigen toetsen Wekelijks maken deelnemers opdrachten, met name op de werkvloer. Tijd die men hiervoor nodig heeft kan erg wisselen, afhankelijk van het niveau van de deelnemer. Zelfstudie door middel van: praktijkoefeningen ( film) opnames) en feedback hierop per mail? Contact met de trainer buiten de bijeenkomst: Er is wekelijks contact me de trainer per mail en telefonisch. Ook worden voor feedback eigen opnames online gezet.
Eigen map & Allemaal Taal □ minimum aantal X maximum aantal 16
X geen minimum, in overleg □ geen maximum
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk -
Toetsing
Start bestaat uit intensieve uitspraak en spreekoefeningen. In de eerste helft van de cursus: grammaticale onderwerpen en direct het toepassen van de nieuwe kennis. Aan de slag rond een tekst. Didactiek : docent doet aan modelen (hardop denkend voordoen hoe een tekst te begrijpen is of hoe je een tekst kunt schrijven). Uitleg van de praktijkopdracht (nb inleveren & feedback telkens per mail).
-
De inhoud van de cursus wordt afgestemd op beschikbare toetsgegevens per taaldomein. Halverwege en op het eind is er een eigen toets om voortgang te meten. Indien er geen of weinig voortgang is, wordt samen met de cursist bekeken welke belemmering er is. Hiervoor volgt deskundig advies.
X ja □ nee X ja □ nee Op aanvraag. Afhankelijk van o.a. locatie. Materiaalkosten: kostprijs boek Allemaal Taal. Marant materialen zijn inclusief bij de trainingskosten.
34
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.12: Beschrijving O2 Onderwijsadvies & Zuyd Hogeschool Titel
Naar 3F taal op maat
Aanbieder
O2 onderwijsadvies (Geleen) in samenwerking met Hogeschool Zuyd, de nieuwste PABO
Ontwikkelaar
Combinatie O2 onderwijsadvies - BCO onderwijsadvies
Bestaansduur
2012
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
□ kinderopvangsector/VVE X overig: pedagogisch medewerkers in VVE- sector
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Mondelinge vaardigheden
3F
Taalverzorging (spelling, grammatica)
3F
Lezen
3F
Schrijven
3F
Taaldomein(en) en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Groepsgrootte
Op basis van de entreetoets (nog in ontwikkeling, CITO) wordt het beginniveau vastgesteld. Daarop wordt een maatwerkprogramma gemaakt . Gedurende de training wordt ook maatwerk geleverd bij het koppelen van de theorie aan de praktijk. De taaltraining bestaat uit een drietal onderdelen: 1. Scholingsbijeenkomst: 2 uur 2. Zelfstudie/ huiswerk: 2 uur 3. Praktijkopdrachten: 1 uur De taaltraining bestaat uit 16 bijeenkomsten verspreid van september tot april. Op jaarbasis 16 X 5 uur = 80 uur studiebelasting Toetsen afgenomen door Hogeschool Zuyd. - Methode ‘Allemaal Taal’ van ThiemeMeulenhof - Methodieken VVE uit de eigen praktijksituatie: (Uk en Puk, Startblokken, Piramide en Speelplezier) - Verdiepingsmodules van VVersterk - Aanvullend materiaal, diverse bronnen X minimum aantal 14 □ geen minimum, in overleg X maximum aantal 17 □ geen maximum
Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk
Certificaat
X ja □ nee Bij niet behalen van de eindtoets: Bewijs van deelname
Effectmeting
X ja □ nee Beginmeting met de CITO toets (nog in ontwikkeling) of een online toets 3F, waarna maatwerkprogramma wordt opgesteld. Portfolio afspraken, bijhouden van reflecties op taalvaardigheden. Tussentoets na 8 bijeenkomsten (In ontwikkeling of eigen toets). Eindtoets waarna mogelijke certificering (CITO, in ontwikkeling).
Kosten
De kosten per deelnemer bedragen € 1750, - (exclusief de methodematerialen van Allemaal Taal). Op scholing is geen BTW van toepassing.
35
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.13: Beschrijving OnderwijsAdvies Training Allemaal taal Titel Aanbieder
OnderwijsAdvies
Ontwikkelaar
Jenny van der Ende/ ThiemeMeulenhof
Bestaansduur
2013
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Gespreksvaardigheid
3F
3F
Luisteren
3F
Lezen zakelijke teksten Lezen literaire teksten
Spreekvaardigheid
3F
Schrijven
3F
X minimum aantal 8 X maximum aantal 12
Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk
Effectmeting Certificaat Kosten
3F
Rode draad is de vaardigheid taalstimulering. De pedagogisch medewerker wordt zich bewust van de rol die zij heeft. D.m.v. het doorwerken van thema’s, gesprekken met deelnemers en docent en het uitvoeren en reflecteren op de praktijkopdrachten kunnen deelnemers de taalstimulering als constante factor in het werk toepassen. De nadruk bij taalstimulering ligt op het spreken met kinderen, interactief voorlezen en uitbreiding van de woordenschat. Duur cursus: minimaal 8 bijeenkomsten, maximaal 16 bijeenkomsten. De bijeenkomsten zijn om de week. Duur van de bijeenkomsten: 16 bijeenkomsten van 2 uur of zo mogelijk op maat dan zijn het 8 bijeenkomsten, afhankelijk van de taaltoets. Zelfstudie: 80 uur of op maat 40 uur. 2 uur per week en een praktijkopdracht Opdrachten: Theorie en praktijk Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: alleen op de bijeenkomsten. Leer- en werkboek hoort bij de training
Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep)
Toetsing
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
□ geen minimum □ geen maximum
Aan het einde kan men opnieuw de taaltoets van de VU afnemen X ja door de toets □ nee X ja □ nee Training voor 16 bijeenkomsten kost: € 1550, Training voor 8 bijeenkomsten kost: € 800, Leer- en werkboek € 45, - excl. btw
36
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.14: Beschrijving ROC Alfa- College Nederlands voor VVE-sector Titel Aanbieder
ROC Alfa-college
Ontwikkelaar
ROC Alfa-college
Bestaansduur
2014
Beroepsgroep
X alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
8. Intensiteit
9. Studiemateriaal 10. Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) 11. Locatie
□ kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Lezen
3F
Spreken
3F
Schrijven
3F
Gesprekken voeren
3F
Luisteren
3F
Nulmeting om hiaten op te sporen. Cursus gericht om de onderliggende basiskennis aan te vullen, zodat het eindniveau behaald kan worden Duur cursus: afhankelijk van de hiaten, 25 weken Duur trainingsbijeenkomsten: volledige cursus duurt 20 weken Zelfstudie: 5 uur per week Opdrachten: boek, digitaal, praktijkoefeningen Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: online, telefonisch en werkvloer Eigen ontwikkeld materiaal Digitale oefenen omgeving Boek / cd-rom X minimum aantal 12 □ geen minimum X maximum aantal 24 □ geen maximum -
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk Intake m.b.v. de TOA-toetsen Nederlands (lezen, taalverzorging) en eigen toetsmateriaal Voortgang m.b.v. eigentoets materiaal en methode gebonden toetsen Afronding m.b.v. eigentoets materiaal en methode gebonden toetsen en COE en IE □ ja □ nee -
12. Toetsing
13. Effectmeting 14. Certificaat 15. Kosten
X ja □ nee In overleg met ROC Alfa-College
37
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.15: Beschrijving ROC Graafschap College Taaltoets pedagogisch medewerkers Sam & Ko kinderopvang Deventer Titel Aanbieder
ROC Graafschap College, Sector Educatie en Participatie, Taalschool
Ontwikkelaar
Taalschool in de Sector Educatie en Participatie van ROC Graafschap College
Bestaansduur
2003
Beroepsgroep
X alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
□ kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Mondelinge vaardigheid
3F
4.
Leesvaardigheid
3F
5.
Schrijfvaardigheid
2F
6.
Volledig toegesneden op beroepsspecifieke context pedagogisch medewerkers, want Graafschap College biedt zelf deze beroepsopleiding aan. Er is dus lesmateriaal uit de beroepspraktijk en er zijn gastdocenten uit de beroepsopleiding beschikbaar. Cursusgroepen samengesteld o.b.v. gelijk startniveau en gelijke leervraag. Cursisten trainen luisteren, spreken, gesprekken voeren, lezen en schrijven. Duur cursus: 1 jaar Duur trainingsbijeenkomsten: 40 weken 6 uren per week Zelfstudie: 3 uren per week Opdrachten: theoretische en praktijkoefeningen Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: online en telefonisch Mix van methoden en materialen, aangezien cursusgroep ook een mix is qua leeftijd, opleiding en achtergrond
Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep)
□ minimum aantal x maximum aantal 15
11. Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling x beide opties mogelijk
12. Toetsing 13. Effectmeting
14. Certificaat 15. Kosten
Doel
x geen minimum □ geen maximum
Leerstofonafhankelijke toetsing (TOA toets van ICE) als intaketoets, tussentijdse toets en eindtoets. Cursus wordt gebaseerd op uitkomst intaketoets, cursisten worden tussentijds getoetst om versnelde uitstroom mogelijk te maken. x ja □ nee In te zien/op te vragen bij: Anja Reimert,
[email protected] x ja □ nee waarin resultaat toets vermeld € 10, - per uur per deelnemer
38
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.16: Beschrijving ROC Landstede Beter met Taal in de Kinderopvang Titel ROC Landstede Aanbieder Ontwikkelaar
Jenny van der Ende, cursusmateriaal uitgegeven door ThiemeMeulenhoff
Bestaansduur
De methode Allemaal Taal bestaat sinds 2012.
Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomein
Doel
Gesprekken voeren
3F
Lezen
3F
Schrijven
2F
-
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................ Taaldomein
Doel
Bespreken uitgevoerde praktijkopdracht en schrijfopdracht In groepjes huiswerk bespreken Aanbieden thema van de avond aan de hand van een tekst Onderwijsleergesprek naar de inhoud en vorm van de tekst Groepsopdracht bij thema, bijv. plan maken voor interactief voorlezen Bespreken van uitleg die nodig is voor de schrijfopdracht bij het thema Voorgesprekken praktijkopdracht en schrijfopdracht
Intensiteit
Duur cursus: 16 weken plus methode-onafhankelijke begin- en eindtoets Duur scholingsbijeenkomsten: 16 bijeenkomsten van 2 uur per bijeenkomst Zelfstudie: 3 uur huiswerk per week en daarnaast wekelijks een praktijkopdracht. De minimale studielast voor niveauverhoging van 2F naar 3F is 80 uur: lestijd en zelfstudie. Opdrachten: praktijkopdrachten op de werkvloer en huiswerkopdrachten uit het boek. Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: de trainer bespreekt elke week de opdrachten tijdens de bijeenkomst; contact tussendoor is mogelijk via de mail. Cursisten leveren schrijfopdrachten in (op papier of via de mail) en krijgen daarop feedback van de docent. Doordat de lesstof direct gekoppeld is aan de beroepspraktijk, is het mogelijk om binnen 16 lessen het taalniveau te verhogen voor die vaardigheden die een pedagogisch medewerker nodig heeft binnen zijn of haar beroep.
Studiemateriaal
Leerwerkboek Allemaal Taal van ThiemeMeulenhoff
-
Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep)
Locatie
Toetsing Effectmeting
Certificaat Kosten
X minimum aantal X maximum aantal
12 20
□ geen minimum □ geen maximum
□ op locatie □ bij trainende instelling x beide opties mogelijk De cursus kan zowel op locatie als bij ROC Landstede verzorgd worden. Dit is afhankelijk van het aantal deelnemers en de wensen van de gemeente. ThiemeMeulenhoff adviseert voor het afnemen van de begin- en eindtoets de UvA taaltoets. Ook is het mogelijk om cursisten bij ROC Landstede met de TOA-toetsen te laten toetsen. □ ja □ nee Op de site www.allemaaltaal.nu zijn ervaringen met de Pilot Allemaal Taal te lezen. x ja □ nee Na afloop van de cursus krijgen de deelnemers een certificaat met de bij de eindtoets behaalde niveaus. Kosten totale cursus van 16 lesweken, 2 uur les per week is € 480, - plus: kosten leerwerkboek: € 45, - incl. btw. Totale kosten € 525, -
39
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.17: Beschrijving ROC Midden Nederland Allemaal Taal Titel Aanbieder Ontwikkelaar Bestaansduur Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
ROC Midden Nederland, afdeling bedrijfsopleidingen, Utrecht/Amersfoort ThiemeMeulenhoff i.s.m. ROC Albeda Rotterdam 2012 □ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
x kinderopvangsector/VVE x overig: onderwijsassistenten
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Schrijven
2F
Spreken
3F
Taalverzorging
2F
Luisteren
3F
Lezen
3F
0-meting Alle medewerkers nemen eerst deel aan de toetsen (luisteren, lezen, schrijven en taalverzorging) en leggen vervolgens het mondelinge examen af. Is dat voldoende dan ontvangen ze het getuigschrift. Er is een mogelijkheid tot herkansing. Vervolg Medewerkers die tussen 2F en 3F scoren starten met de cursus ‘Allemaal Taal’. -
Duur van de cursus: 4 tot 6 maanden Duur van de trainingsbijeenkomsten: 16 bijeenkomsten van 2 uur Zelfstudie: 32 uur, theoretische en praktijkoefeningen. Contact met de trainer buiten de bijeenkomst: via e-mail, telefonisch of faceto-face (afhankelijk van soort vraag/probleem)
Studiemateriaal
Lespakket Allemaal Taal, uitgever ThiemeMeulenhoff Oefenmateriaal en -toetsen vanuit Pedagogisch/didactische opleidingen (Mbo-4)
Groepsgrootte
□ minimum aantal X maximum aantal
Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling x beide opties mogelijk
Toetsing
We maken gebruik van erkende toetsen. Luisteren en taalverzorging: digitale toets (TOA-ICE) Spreken: mondeling van 30 minuten (beroepsgericht) Lezen en schrijven: digitale toets TOA-ICE (algemeen) of op verzoek schriftelijk (beroepsgericht)
Effectmeting
x ja □ nee in te zien/op te vragen bij:
[email protected]
Certificaat
x ja □ nee officieel getuigschrift van ROC Midden Nederland
Kosten
16
X geen minimum □ geen maximum
Deelnamekosten per deelnemer: 0-meting € 90, Mondeling examen (spreken en gesprekken voeren) € 85, Cursus Allemaal Taal € 625, - (inclusief lesmap) Eindtoets € 45, - tot € 90, -
40
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.18: Beschrijving ROC Nijmegen Taalaanbod voor medewerkers in de VVE sector Titel Aanbieder
ROC Nijmegen
Ontwikkelaar
ROC Nijmegen (voor de praktijkopdrachten worden opdrachten gebruikt uit de sector VVE.) Voor deelnemers van 1F naar 2F geldt dat het materiaal en de werkwijze zijn ontwikkeld door ROC Nijmegen. Voor 2F naar 3F wordt Deviant ingezet.
Bestaansduur
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Groepsgrootte Locatie Toetsing Effectmeting Certificaat Kosten
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................ X kinderopvangsector/VV
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Lezen
3F
Schrijven
2F
Luisteren
3F
Spreken en gesprek 3F voeren Opbouw programma: - Toetsing/screening: (bij ROC Nijmegen of elders) lezen en luisteren om daarmee een eerste indicatie te krijgen van het taalniveau; - Intakegesprek: 1 uur per intake deelnemer inclusief verslaglegging (indien toetsing elders heeft plaatsgevonden 1,25 uur) - Traject 36 weken: 2 bijeenkomsten van 2,5 uur voor deelnemers op weg naar 2F 1 bijeenkomst van 2,5 uur voor deelnemers 2F naar 3F - Eindtoetsing: 2 bijeenkomsten van 2,5 uur Duur van de cursus: 38 weken Duur trainingsbijeenkomsten: boven Zelfstudie: 5 zelfstudie uren per week de zelfstudie bestaat uit: theorie oefeningen, praktijkopdrachten, gerelateerd aan de eigen praktijk van de deelnemers en daarmee wordt ook in de eigen praktijk geoefend Contact trainer buiten de bijeenkomsten: via mail en bij een aantal praktijkopdrachten coachen op de werkvloer. - Op weg naar 2F: reader ondersteund met computerprogramma’s. - Van 2F naar 3F: de methode Deviant 3F . - Portfolio waarin de resultaten worden bijgehouden en waarin verslagen en resultaten worden weergegeven van de Praktijkopdrachten. X minimum aantal 10 □ geen minimum X maximum aantal 15 □ geen maximum □ op locatie □ bij trainende instelling x beide opties mogelijk Intaketoetsing + eindtoetsing (+ verslaglegging) X ja □ nee X ja □ nee Screening /toetsing lezen en luisteren € 67,50 ex btw (21%) Taalcursus: 38 weken, waarvan 36 weken 1x per week € 1450, - ex btw (0%) Taalcursus: 38 weken, waarvan 36 weken 2 x per week € 2750, - ex btw (0%) (indien op locatie: op offertebasis)
41
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.19: Beschrijving ROC Rivor Nederlands als onderdeel van opleiding Zorg en welzijn Titel Aanbieder
ROC Rivor
Ontwikkelaar
ROC Rivor: Academie voor Zorg & Welzijn
Bestaansduur
1 augustus 2012
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen X beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw Intensiteit
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Mondelinge taalvaardigheid
2F/3F
Taalverzorging/ begrippenlijst
2F/3f
Lezen
2F/3F
Schrijven
2F/3F
-
Per lesblok wisselende vaardigheden Vaardigheden zo mogelijk geïntegreerd Blokken worden afgesloten met een vaardighedentoets Duur cursus is afhankelijk van startniveau deelnemers Trainingsbijeenkomsten: 1 tot 1,5 klokuur per week
Studiemateriaal
Taalblokken (Malmberg)
Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep)
X minimum aantal 15 X maximum aantal 20
Locatie
Toetsing Effectmeting
14. Certificaat
15. Kosten
□ kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
□ geen minimum □ geen maximum
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk Bloktoetsen van Taalblokken Toets onderwijs en Arbeidsmarkt (ICE) Eigen toetsen X ja □ nee n.a.v. instaptoets X ja □ nee op verzoek mogelijk De kosten zijn afhankelijk van het beginniveau van de deelnemers. Indicatie: Bij aanmelding van een lesgroep (15-20 deelnemers) 1,5 klokuur per week: € 200, - per week. Bij aanmelding individu en plaatsing in bestaande ROC-lesgroep 1,5 klokuur per week € 25, - per week.
42
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.20: Beschrijving ROC van Amsterdam en ROC TOP Taalscholing VVE Titel Aanbieder
a. ROC van Amsterdam b. ROC TOP
Ontwikkelaar
ROC van Amsterdam en ROC TOP
Bestaansduur
februari 2010
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
Toetsing Effectmeting
Certificaat Kosten
Taaldomein
Doel
Spreken
B2 / 3F
Schrijven
B1 / 2F
Lezen
B2 / 3F
X kinderopvangsector/VVE X overig: onderwijsassistenten Taaldomein
Doel
onderwijsassistenten
B2 / 3F
De opbouw van de lessen is afhankelijk van de groepsindeling en de prognose van het aantal te volgen lessen. In sommige groepen wordt gewerkt aan de 3 genoemde taaldomeinen. Er zijn ook groepen waarin voornamelijk gewerkt wordt aan het taaldomein lezen, omdat de deelnemers het vereiste niveau voor spreken en schrijven al behaald hebben. Duur cursus: kan variëren van 10 weken tot maximaal 1½ jaar. Duur trainingsbijeenkomsten: modules van 10 weken, 1 dagdeel per week 3 klokuur les. Zelfstudie: Per week 2 zelfstudie-uren. Opdrachten: Theoretisch en oefeningen op het internet. Contact trainer buiten de bijeenkomsten: Geen contact met de trainer buiten de bijeenkomsten om. Divers, zoveel mogelijk maatwerk; trainers putten onder andere uit bestaand lesmateriaal, zelfgemaakt lesmateriaal, authentieke teksten. X minimum aantal 10 X maximum aantal 18
X geen minimum, mogelijkheid groepsprijs □ geen maximum
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk De beschikbare toetsgegevens worden gebruikt om het startniveau van de deelnemers en het aantal te volgen modules te bepalen. De indeling van de groepen en inhoud van de training wordt daarop afgestemd. Tijdens een module worden er oefentoetsen afgenomen. Deze oefentoetsen zijn door de trainers ontwikkeld. □ ja X nee □ ja X nee Deelnemers ontvangen een certificaat van UvA Talen als ze de taalnorm behaald hebben. € 350, - per deelnemer per module bij een groepsgrootte van 14 deelnemers. Groepsprijs bij minder dan 10 deelnemers: € 4900, - (inclusief studiemateriaal).
43
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.21: Beschrijving ROC van Twente Sterke Taal (Maatwerktraject taalniveau 3F voor pedagogisch medewerk(st)ers o.a. in Titel de VVE- sector) Aanbieder Ontwikkelaar Bestaansduur Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
Toetsing
Effectmeting
Certificaat Kosten
MBO College voor Mens & Maatschappij ROC van Twente MBO College voor Mens & Maatschappij ROC van Twente 2013 □ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Lezen
3F
Gesprekken voeren
3F
Luisteren
3F
Schrijven
3F
Spreken
3F
Door middel van een instaptoets (apart in te kopen), wordt per individu het begin niveau vastgesteld. Er wordt vervolgens een maatwerktraject samengesteld met een gevarieerd programma, o.a. : veel aandacht voor taalstimulering klassikale opdrachten rollenspelen presentatie oefeningen De lessen worden verzorgd door een bevoegd docent Nederlands Duur cursus: 40 wekelijkse bijeenkomsten van 3 uren Duur scholingsbijeenkomsten: 40 bijeenkomsten Zelfstudie: 4 tot 6 uren per week Opdrachten: Theoretisch, praktijkoefeningen, digitaal via Studiemeter.nl Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: online, telefonisch. Via Handboek 3F, Via Werkboek 3F, Studiemeter.nl, Readers □ minimum aantal □ geen minimum X maximum aantal 15 □ geen maximum Maatwerk □ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk Ja, via de methode Deviant. Het is mogelijk een eindtoets af te nemen door het Toets Taal en Rekencentrum van het ROC van Twente (apart in te kopen) X ja □ nee Bij trajecten die gaan lopen vanaf 2013, is het na afloop mogelijk een effectmeting in te zien. X ja □ nee Cursisten ontvangen een bewijs van deelname waarop het behaalde taalniveau wordt vermeld. Bij deelname van 15 deelnemers € 1.235, - per persoon Verdere maatwerktrajecten mogelijk in overleg.
44
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.22: Beschrijving Summa College Taal op niveau! Titel Summa College Welzijn Aanbieder Ontwikkelaar
Summa College Welzijn
Bestaansduur
oktober 2013
Beroepsgroep
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep)
□ alle beroepsgroepen x beroepen binnen zorg & welzijn
x kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
Lezen
3F
Spreken
3F
Luisteren
3F
Schrijven en taalverzorging
2F
Gesprekken voeren
3F
Starten met intake m.b.v. Deviant 0-meting luisteren, lezen en taalverzorging Afhankelijk van uitkomst 0-meting de volgende opbouw: a. Luisteren, spreken en Gesprekken voeren van 2F.1 naar 3F.1 15 weken b. Luisteren spreken en Gesprekken voeren van 2F.2 naar 3F.1 10 weken c. Lezen, spreken en Gesprekken voeren van 2F.1 naar 3F.1 20 weken d. Lezen, spreken en Gesprekken voeren van 2F.2 naar 3F.1 10 weken e. Taalverzorging van 1F.2 naar 2F.1 minimaal 10 weken met digitale zelfstudie f. Spreken en gesprekken voeren van 2F.1 naar 3F.1 15 weken g. Spreken en gesprekken voeren van 2F.2 naar 3F.1 10 weken h. Schrijfvaardigheid inclusief taalverzorging van 1F.2 naar 2F.1 20 weken - Duur cursus: maximaal 40 weken. - Maximaal 4 taaldomeinen. Spreken en gesprekken voeren worden samen genomen. - Duur bijeenkomsten: 2,5 uur per week. - Zelfstudie: 1 á 2 uur per week. Afhankelijk van het domein digitaal oefenen. - Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: tussentijds contact begeleiding door docent op digitaal lesmateriaal. Uitgave eigen taalvaardigheid in combinatie met “Spreken met volle mond” van Sardes en de methode Deviant. Voor taalverzorging Spellingskracht en Via starttaal van Deviant. X minimum aantal 17 □ geen minimum X maximum aantal 20 □ geen maximum
Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk
Toetsing
Voor luisteren, lezen en schrijven TOA examens. Door inspectie goedgekeurd. Voor spreken en gesprekken voeren instellingsexamens.
Effectmeting
X ja □ nee 0-meting Deviant en eindmeting TOA en instellingsexamens (zie boven). Is te zien/op te vragen bij:
[email protected]
Certificaat
X ja □ nee Certificaat met behaalde TOA examens van ICE
Kosten
- Boekengeld: € 80, - afhankelijk van het aantal modules - Kosten intake: € 25, - Lesgeld per module: 10 weken € 350, -, 15 weken € 525, 20 weken € 700, - Kosten examens: lezen € 25, - luisteren € 25, - schrijven (inclusief taalverzorging) € 90, - spreken € 30, - gesprekken voeren € 30, -. Summa College rekent geen btw.
45
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.23: Beschrijving Taalpartners Nederlands voor de kinderopvang - vve-groepen (hbo'ers en mbo'ers) Titel Aanbieder
Taalpartners
Ontwikkelaar
Taalpartners
Bestaansduur
2012
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep) Locatie
Toetsing Effectmeting
Certificaat Kosten
Taaldomein
Doel
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................ Taaldomein Doel
Spreken en Gesprekken Lezen
3F of 4F
Schrijven
2F, 3F of 4F
3F of 4F
Taalverzorging
2F of 3F
Luisteren
3F of 4F
De trainingen zijn modulair en gericht op twee doelen: de taaltoets voor de vve en beter worden met taal op het werk. Medewerkers leren gaan na een korte instructie zelf aan de slag. Ze oefenen in een veilige omgeving en krijgen feedback van de trainer. Wat in de les is geleerd, wordt op het werk gebruikt. In een volgende bijeenkomst is er terugkoppeling. De onderwerpen in de training zijn gebaseerd op het Referentiekader Taal van Meijerink Duur cursus: 5 tot 15 weken (afhankelijk van de intensiteit) Duur bijeenkomsten: mbo'ers 8 lessen (totaal 20 uur)/ hbo'ers 5 lessen (totaal 15 uur) Zelfstudie: per les is er 3 à 4 uur zelfstudie nodig Opdrachten: zelfstudie via internet en reader, en in de werkpraktijk Contact met de trainer buiten de bijeenkomst: contact met trainer in de les, e-mailcoaching is mogelijk Er wordt gewerkt met een reader (ontwikkeld door Taalpartners), met Vlekkeloos Nederlands (Dik Pak) en audiofragmenten die online beschikbaar zijn. X minimum aantal 4 X maximum aantal 10
□ geen minimum □ geen maximum
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk Bij inschrijving kijkt Taalpartners naar beschikbare toetsgegevens en stelt groepen samen op basis van instroomniveau en uitstroomdoel. Taalpartners neemt instroom- en/of eindtoetsen af als opdrachtgever dat wil. Er wordt gewerkt met TOA-toetsen van bureau ICE. □ ja X nee X ja □ nee De training kost € 395, - per deelnemer en per vaardigheid. Daarbij komen toetskosten: schrijven en spreken € 75,- p.s./ gesprekken € 100,- / lezen, luisteren en taalverzorging € 30,- p.s.
46
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.24: Beschrijving ThiemeMeulenhoff Allemaal taal Titel Aanbieder
a. Agens b. Jenny van der Ende, diverse instituten en ROC’s
Ontwikkelaar
ThiemeMeulenhoff i.s.m. Jenny van der Ende
Bestaansduur
Sinds februari 2012 wordt de methode gebruikt
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomeinen en doelen
Opbouw
Intensiteit
Studiemateriaal
Taaldomein
Doel
Taaldomein
Doel
1. Lezen
3F
4. Schrijven
2F/3F
2. Luisteren
3F
5. Taalverzorging
2F/3F
3. Spreken
3F
Het uitgangspunt van de lessen is interactief onderwijs. De lessen zijn opgebouwd rond een thema uit de praktijk. Tijdens de lessen oefenen de deelnemers met kennis en vaardigheden om hun taalniveau te verhogen. De deelnemers kunnen deze kennis en vaardigheden direct in de praktijk toepassen waardoor het leren een onderdeel wordt van de werkzaamheden. Duur cursus: 16 weken voor standaardcursus van 2F naar 3F Duur bijeenkomsten: 16 bijeenkomsten van 2 uur Zelfstudie: 3 uur zelfstudie Opdrachten: theorie en opdrachten in de praktijk Contact met de trainer buiten de bijeenkomsten: via de mail kan extra begeleiding geboden worden. Maatwerk voor een enkele module of examentraining is mogelijk Leerwerkboek ‘Allemaal taal’. Extra materiaal en tussentijdse toetsen zijn via de website beschikbaar.
Groepsgrootte (aantal deelnemers per groep)
□ minimum aantal X maximum aantal 20
Locatie
□ op locatie □ bij trainende instelling X beide opties mogelijk
Toetsing
Effectmeting
Certificaat Kosten
X kinderopvangsector/VVE □ overig: ........................................
X geen minimum □ geen maximum
Allemaal taal adviseert voor methodeonafhankelijke toetsen de UvA Taaltoets van UvA Talen. X ja □ nee In te zien/op te vragen bij: De effecten van de training zijn gemeten bij instellingen in Rotterdam en Delft. Het slagingspercentage ligt voor alle onderdelen boven de 80% bij de reguliere groepen, van 2F naar 3F. Voor meer info bij Y. Turlings. X ja □ nee Leer-werkboek € 45,00. Cursuskosten afhankelijk van de opdracht.
47
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Tabel B3.25: Beschrijving Vitalis College Taalniveau pedagogisch medewerker van 2F naar 3F. Titel Aanbieder Ontwikkelaar
Vitalis college Breda Vitalis college Breda
Bestaansduur
Aanbod is in 2012 ontworpen op verzoek van regionale kinderopvangorganisaties.
Beroepsgroep
□ alle beroepsgroepen □ beroepen binnen zorg & welzijn
Taaldomein(en) en doel
Taaldomein Lezen Spreken
Doel 3F 3F
□ kinderopvangsector/VVE X overig: pedagogisch medewerkers in VVE- sector Taaldomein Doel Gesprekken 3F Taalstimulering Geen vast onderdeel, maar kan op aanvraag
Luisteren 3F Stap 1: vaststellen beginniveau door uitvoeren van een nulmeting voor de onderdelen: Lezen: tijdsduur 75 minuten (afname digitaal/computer) Spreken: tijdsduur 30 minuten (afname door 2 assessoren) Luisteren: tijdsduur 45 minuten (afname digitaal/computer) Schrijven: tijdsduur 60 minuten (afname digitaal/computer) Gesprekken: tijdsduur 45 minuten (afname door 2 assessoren)
Opbouw
Intensiteit Studiemateriaal
Stap 2: verbetertraject van niveau 2F naar niveau 3F. Inhouden worden gekoppeld aan de beroepscontext. Optie A: Cursus voor groep van 14 deelnemers Traject: looptijd (maximaal) 30 weken Klokuren les per week Uur tot 4 uur zelfstudie per week Lesmateriaal paperbased en digitaal Coaching op de werkvloer en online. Optie B: Maatwerktraject voor individuele deelnemers gebaseerd op vastgestelde niveaus nulmeting. (Inschatting duur/looptijd vooraf niet te maken.) Stap 3: vaststellen bereikte niveau 3F door inzet eindtoets. Stappen zijn gelijk aan die bij stap 1. Zie opbouw Afgestemd op nulmeting deelnemer en op beroepscontext.
Groepsgrootte
□ minimum aantal X maximum aantal 14
Locatie
□ op locatie X bij trainende instelling (Vitalis college Breda) □ beide opties mogelijk
Certificaat
X ja □ nee
Effectmeting Kosten
□ geen minimum □ geen maximum
X ja □ nee Zie opbouw TOA, zelf afgenomen € 15.504 euro voor een groep van 14 deelnemers, inclusief materiaal. Uurprijs pp: € 18,-
48
Kieswijzer voor Taalcursussen, Sardes 2015
Colofon Titel: Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen Auteurs: Olga Abell, IJsbrand Jepma en Tessa van Velzen Project: 2014 Implementatietraject Bestuursafspraken G37 Sardes projectnummer: TR01165 Opdrachtgever: Ministerie van OCW, directie Primair Onderwijs Datum: januari 2015
49