Kerncijfers Verantwoord Financieel Gedrag 2015
www.wijzeringeldzaken.nl
Inhoudsopgave Samenvatting
Inleiding
Hoofdstuk 1. Volwassenen
1.1 Maatschappelijke uitkomsten Financieel welzijn Financiële veerkracht Vertrouwen
1.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag Management van geld Financieel plannen Financiële producten kiezen
1.3 Interventies Pensioen Online Context
Hoofdstuk 2. Kinderen en jongeren
2.1 Maatschappelijke uitkomsten Financieel welzijn Financiële veerkracht
2.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag
2.3 Interventies Leren omgaan met geld in het onderwijs Context
Bijlage 1: Geraadpleegde bronnen
Bijlage 2: Definities
Samenvatting De partners van Wijzer in geldzaken bundelen hun krachten om verantwoord financieel gedrag te bevorderen. De kerncijfers in dit rapport geven inzicht in de resultaten van het platform Wijzer in geldzaken en de mate waarin het zijn doelstellingen realiseert. Daarnaast geven de kerncijfers inzicht in trends op het terrein van verantwoord financieel gedrag. Deze trends kunnen aanleiding zijn om de strategie, prioriteiten en plannen van het platform en zijn partners bij te stellen. In de eerste plaats geeft dit rapport een overzicht van uitkomsten van verantwoord financieel gedrag op macroniveau, zoals financieel welzijn, schuldenlast van huishoudens en vertrouwen in financiële instellingen. Vervolgens krijgt u inzicht in een aantal kerncijfers op het terrein van financiële kennis, vaardigheden, houding en gedrag van individuen. Tenslotte laat dit rapport een aantal key performance indicators (KPIs) van de activiteiten van Wijzer in geldzaken zien. Kijkend naar de uitkomsten van verantwoord financieel gedrag op macroniveau, signaleren we een aantal positieve trends. De schuldenlast van huishoudens neemt af en hun vrije spaartegoeden nemen toe. Het vertrouwen in financiële instellingen klimt uit het dal en mensen zijn meer tevreden over hun financiële situatie dan een aantal jaren geleden. Het percentage jongeren met één of meer schulden is sterk gedaald en jongeren zijn in het algemeen (zeer) tevreden over hun financiële situatie. Maar er zijn niet alleen positieve ontwikkelingen te melden. Het aantal nieuwe aanmeldingen voor de schuldhulpverlening stijgt nog steeds (ook onder jongeren). En drie van de tien huishoudens hebben onvoldoende buffer om onverwachte uitgaven op te vangen. Dit maakt ze kwetsbaar voor schokken. De hoogte van studieschulden blijft de laatste jaren constant, maar met de invoering van het nieuwe studieleenstelsel mag verwacht worden dat studenten een hogere studieschuld gaan opbouwen. Ook op het niveau van financiële vaardigheden en financieel gedrag van huishoudens is een aantal positieve trends te zien. Mensen houden hun geldzaken beter in de gaten en brengen hun financiën beter in kaart. Ze betalen hun rekeningen vaker op tijd en maken vaker een begroting. Ze monitoren beter hun financiële producten, hetgeen onder meer blijkt uit het feit dat het aantal mensen dat wisselt van zorgverzekeraar gestaag stijgt. Het aantal mensen dat inlogt op www.mijnpensioenoverzicht.nl ligt de afgelopen jaren rond de 2 miljoen per jaar. Ook het aantal mensen dat een betalingsherinnering ontvangt is vrijwel constant. Het spaar- en leengedrag van jongeren is verbeterd, evenals hun houding ten aanzien van schulden. Wijzer in geldzaken richt zich op een aantal kernactiviteiten, waarin krachtenbundeling centraal staat en die gericht zijn op het bevorderen van verantwoord financieel gedrag. Alle activiteiten worden uitgebreid geëvalueerd. Dit rapport bevat een selectie van de belangrijkste resultaten (Key Performance Indicators). Tijdens de Pensioen3daagse richt Wijzer in geldzaken zich primair op de doelgroep 50-67. Van hen heeft 10% actie ondernomen naar aanleiding van de Pensioen3daagse. Het aantal bezoekers van de websites van Wijzer in geldzaken is de afgelopen jaren sterk gegroeid naar bijna 4 miljoen in 2015. Vooral online tools, die persoonlijke informatie en tips geven, zijn verantwoordelijk voor deze groei. De tools Wat moet ik doen voor mijn pensioen? en Wat betekent dit voor mij? hadden het afgelopen jaar zo´n 400.000 bezoekers, van wie 37% doorklikte naar additionele informatie. De Week van het geld – die de afgelopen jaren tot doel had om leren omgaan met geld in het primair onderwijs onder de aandacht te brengen – kan zich verheugen in een toenemende deelname van scholen. Aan de laatste editie van de Week van het geld deed 50% van de klassen mee. Zij gebruikten bijvoorbeeld lespakketten van Wijzer in geldzaken (60%), of kregen gastlessen van banken (44%), verzekeraars (5%) of De Nederlandsche Bank (5%). Naast activiteiten die direct zijn gericht op consumenten, onderneemt het platform Wijzer in geldzaken ook initiatieven die erop zijn gericht om de context waarbinnen het gedrag plaatsvindt te beïnvloeden. Zo leverde Wijzer in geldzaken op basis van gedragsinzichten input voor de discussie over de toekomstige inrichting van het pensioenstelsel. Ook pleitten de partners van Wijzer in geldzaken – waaronder het Nibud – voor structurele aandacht voor leren omgaan met geld in het toekomstige onderwijscurriculum. Dit laatste heeft ertoe geleid dat – in de toekomstvisie op het onderwijscurriculum - financiële vaardigheden zijn opgenomen in het verplichte deel: als toepassingsgebied van rekenvaardigheden en als interdisciplinair thema. Dit is een belangrijke stap naar structurele verankering van financiële vaardigheden in het onderwijs.
Ook zet Wijzer in geldzaken zich in voor kennisdeling op het terrein van verantwoord financieel gedrag, zowel in Nederland als internationaal. Wijzer in geldzaken wordt internationaal gezien als één van de koplopers op het terrein van financiële educatie. De Nederlandse platformaanpak dient als inspiratiebron voor vele landen.
Inleiding De kerncijfers in dit rapport zijn onderverdeeld in drie niveaus (zie de onderstaande figuur). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen volwassenen enerzijds en kinderen en jongeren anderzijds. 1. Volwassenen
2. Kinderen en jongeren
Maatschappelijke uitkomsten (.)
Maatschappelijke uitkomsten (.)
Kennis, vaardigheden houding en gedrag (.)
Kennis, vaardigheden houding en gedrag (.)
Interventie (.)
Interventie (.)
Figuur 1 Titel van dit figuur nog niet bekend
Niveau 1: Maatschappelijke uitkomsten Op het niveau van maatschappelijke uitkomsten is gekozen voor drie macro-economische uitkomsten waarvoor uit de literatuur een verband met verantwoord financieel gedrag bekend is, te weten financieel welzijn, financiële veerkracht en vertrouwen in financiële instituties. Voor kinderen en jongeren zijn deze kerncijfers beperkt van toepassing, omdat zij wat betreft hun geldzaken grotendeels afhankelijk zijn van hun ouders. Het primaire doel van het bevorderen van financiële vaardigheden is dat zij later – als volwassenen – verantwoord financieel zelfredzaam zijn.
Niveau 2: Kennis, vaardigheden, houding en gedrag Het bevorderen van verantwoord financieel gedrag is de gezamenlijke missie van de partners van Wijzer in geldzaken1. Dit gebeurt deels door middel van de projecten en programma's die in platformverband worden uitgevoerd. Maar ook daarbuiten nemen partijen initiatieven die tot doel hebben verantwoord financieel gedrag te bevorderen. Dit is niet beperkt tot voorlichtings- en educatieactiviteiten; ook veranderingen in de manier waarop financiële instellingen klanten keuzes voorleggen en regelgeving en toezicht kunnen effect hebben op financieel gedrag van burgers. In de meeste gevallen gebeurt het beïnvloeden van gedrag niet rechtstreeks, maar via het ontwikkelen van vaardigheden en houding. De kerncijfers op dit niveau laten zien in hoeverre alle partijen gezamenlijk erin slagen verantwoord financieel gedrag te bevorderen en waar tekortkomingen en uitdagingen liggen.
Niveau 3: Interventies Op dit niveau wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste resultaten van projecten van het platform. Hieruit kan worden afgeleid in hoeverre het platform zijn doelstellingen realiseert. Deze cijfers kunnen gezien worden als Key Performance Indicators (KPIs) van Wijzer in geldzaken.
Het doel van de interventies van Wijzer in geldzaken is het bevorderen van verantwoord financieel gedrag. Het zuivere effect van interventies op gedrag zou eigenlijk moeten worden gemeten door experimenten uit te voeren. Effecten van interventies zijn echter lastig te meten als maatschappelijke uitkomsten en als kennis, vaardigheden, houding en gedrag, omdat hierop een groot aantal omgevingsfactoren van invloed is. Gekozen is daarom voor een aantal indicatoren die bereik meten, aangevuld met indicatoren die zo dicht mogelijk aanliggen tegen effecten op gedrag. Naast actuele gegevens, zijn ook waar mogelijk streefcijfers opgenomen in het betreffende onderdeel van het rapport. De paragraaf Context beschrijft enkele resultaten van het platform, die niet in cijfers zijn uit te drukken.
Bronnen en definities De bijlage bij dit rapport bevat een overzicht van definities van de kerncijfers, alsmede de bronnen waar de kerncijfers op zijn gebaseerd. Ook kerncijfers die Wijzer in geldzaken voornemens is in de toekomst te gaan meten zijn hier opgenomen.
1.
Zie: Strategisch Programma Wijzer in geldzaken 2014 – 2018.
Hoofdstuk 1. Volwassenen 1.1 Maatschappelijke uitkomsten Financieel welzijn De mate waarin consumenten tevreden zijn met hun financiële situatie is een indicator voor financieel welzijn1. Uit Figuur 1 blijkt dat mensen de afgelopen paar jaar meer tevreden zijn geworden met hun financiële situatie. Het percentage van de mensen die ‘tevreden’ of ‘zeer tevreden’ zijn met hun financiële situatie licht steeg van 48% in 2013 naar 51% in 2015. Tevredenheid met financiële situatie
%
%
%
%
% %
Figuur 1 Financieel welzijn volwassenen
Financiële veerkracht Financiële veerkracht gaat over de mate waarin huishoudens in staat zijn om grote en kleine schokken in hun inkomsten en uitgaven op te vangen. De meeste aspecten van financiële veerkracht in Nederland is de afgelopen jaren toegenomen. Mensen kunnen beter rondkomen, de spaartegoeden van huishoudens namen toe en de schulden namen af. Toch nam het aantal huishoudens dat instroomde in de schuldhulpverlening toe en heeft één op de drie huishoudens onvoldoende buffer om grote uitgaven op te vangen. Op korte termijn gaat het bij financiële veerkracht vooral om het opvangen van vervangingsuitgaven. De mate waarin huishoudens een adequate buffer hebben om een plotselinge uitgave op te vangen is dan ook een belangrijk onderdeel van financiële veerkracht. Dit geldt ook voor de mate waarin zij maandelijks kunnen rondkomen. In 2015 had 30% van de mensen onvoldoende buffer om de twee duurste producten te vervangen (zie Figuur 2). 41% van de mensen had hiervoor ruim voldoende en 29% net voldoende. Het percentage van mensen dat aangeeft in een gemiddelde maand ‘gemakkelijk’ of ‘zeer gemakkelijk’ te kunnen rondkomen is de laatste drie jaar gestegen van 41% naar 47% (Figuur 3). Het hebben van problematische schuld is een indicator voor gebrek aan financiële veerkracht. De instroom van nieuwe gevallen (huishoudens) in de schuldhulpverlening stijgt nog steeds, al lijkt de groei sinds 2013 wat af te vlakken (zie Figuur 4). De gemiddelde schuldenlast per huishouden en de gemiddelde vrije spaartegoeden per huishouden zijn maten voor financiële veerkracht op macroniveau. Uit de onderstaande figuren blijkt dat Nederlandse huishoudens de afgelopen jaren geleidelijk meer zijn gaan sparen en minder schulden hebben (zie Figuur 5 en Figuur 6).
Ruim voldoende
% % Voldoende
Onvoldoende
%
Figuur 2 Percentage van de mensen dat voldoende buffer heeft om de twee duurste producten te vervangen
Kunnen rondkomen
%
%
% %
Figuur 3 Mate waarin mensen kunnen rondkomen
Instroom schuldhulpverlening
Figuur 4 Instroom van huishoudens in de schuldhulpverlening
Omvang vrije spaartegoeden
€
(x € .)
€ € € € € € €
Figuur 5 Omvang vrije spaartegoeden Nederlandse huishoudens
Omvang huishoudschulden
€
(x € .)
€ € € € €
Figuur 6 Omvang huishoudschulden
Vertrouwen Vertrouwen van consumenten in financiële instellingen is een belangrijke omgevingsvariabele voor verantwoord financieel gedrag. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat financieel gedrag van consumenten vertrouwen kan beïnvloeden. De Nederlandsche Bank (DNB) meet sinds 2007 het vertrouwen dat mensen hebben in hun eigen bank, verzekeraar en pensioenfonds2. Figuur 7 laat zien dat dit vertrouwen tijdens de crisis een deuk heeft opgelopen. In 2007 had ongeveer 90% van de consumenten nog vertrouwen in hun bank en verzekeraar en 85% in hun pensioenfonds. In 2013 was dit gedaald naar 70% voor banken en verzekeraars en 55% voor pensioenfondsen. Vanaf 2014 herstelt het vertrouwen in verzekeraars en pensioenfondsen (79% respectievelijk 62%). Het vertrouwen van mensen in hun eigen bank is de afgelopen drie jaar stabiel en ligt rond de 70%.
% % % % % %
Bank
Pensioenfonds
Verzekeraar
Figuur 7 Vertrouwen van consumenten in hun bank, verzekeraar en pensioenfonds
1.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag Uit onderzoek blijkt dat verantwoord financieel gedrag bestaat uit drie componenten (management van geld, financieel plannen en financiële producten kiezen)3. Deze componenten blijken weinig correlatie te vertonen. Daarom is ervoor gekozen om voor elk van de drie componenten een aantal kerncijfers te rapporteren.
Management van geld Onder ‘management van geld’ wordt verstaan: het kunnen rondkomen en controle houden op je inkomsten en uitgaven. De mate waarin mensen hun administratie en post bijhouden is een belangrijke factor van gezond financieel gedrag, zo blijkt uit onderzoek van Madern4. De hoofdconclusie uit deze paragraaf is dat consumenten de afgelopen jaren hun huishoudfinanciën beter zijn gaan managen. Het percentage van de mensen dat zijn geldzaken altijd nauwgezet in de gaten houdt is gestegen van 47% in 2013 naar 51% in 2015 (Figuur 8). Mensen zijn sinds 2012 de competentie ‘Financiën in kaart brengen’ meer gaan uitoefenen, zo constateert ook Nibud in het onderzoek Geldzaken in de praktijk5 (zie ook Figuur 9). Ze checken vaker hun banksaldo en maken ook vaker een jaarlijks uitgavenoverzicht. Het percentage van mensen dat maandelijks de financiële administratie bijwerkt is constant gebleven (92%). Twee andere aspecten van ‘management van geld’ zijn de mate waarin mensen hun rekeningen op tijd betalen en of zij betalingsherinneringen ontvangen. Nederlanders zijn ook hierin nauwgezetter geworden. Het percentage mensen dat altijd de rekeningen op tijd betaalt is gestegen van 68% naar 73%, zo laat Figuur 10 zien. Het percentage mensen dat nooit een betalingsherinnering ontvangt is tussen 2013 en 2015 nagenoeg gelijk gebleven (rond de 68%; Figuur 11).
Geldzaken in de gaten houden
% % % % % %
Figuur 8 Percentage van de mensen dat de financiën altijd nauwlettend in de gaten houdt
% Maandelijks financiële administratie bijwerken
%
Wekelijks banksaldo checken
% Jaarlijks de uitgaven bijhouden
%
Financien in kaart brengen
% %
Figuur 9 Mate waarin mensen de competentie ‘Financiën in kaart brengen’ uitoefenen
Rekeningen op tijd betalen
% % % % % %
Figuur 10 Percentage van de mensen dat de rekening altijd op tijd betaalt
Geen betalingsherinneringen
% % % % % %
Figuur 11 Percentage van de mensen dat in het afgelopen jaar geen betalingsherinneringen heeft ontvangen
Financieel plannen ‘Financieel plannen’ geeft aan in hoeverre mensen anticiperen op zekere en onzekere gebeurtenissen die invloed hebben op de huishoudfinanciën op zowel de korte als lange termijn. De trends op het terrein van financieel plannen tonen een gemengd beeld. In sommige aspecten is een verbetering te zien, op andere stilstand. Veel mensen hebben geen realistische verwachtingen ten aanzien van hun pensioeninkomen. Spaargedrag bepaalt in belangrijke mate of mensen een adequate buffer hebben voor onverwachte uitgaven. Het percentage van de mensen dat maandelijks een vast bedrag spaart is tussen 2012 en 2014 constant gebleven (32%). Consumenten maakten in 2014 wel vaker een begroting dan in 2012. Het percentage van de mensen dat een begroting maakt steeg in die periode van 21 naar 27 (zie Figuur 12 en Figuur 13).
Om realistische pensioenverwachtingen te hebben is het belangrijk dat mensen regelmatig inloggen op www.mijnpensioenoverzicht.nl. In het jaar van lancering was het aantal mensen dat inlogde ruim 3 miljoen. In de jaren daarna fluctueert het aantal mensen dat inlogt tussen de 2 miljoen en de 2,3 miljoen (zie Figuur 14). Knoef e.a. (2015) concluderen in hun onderzoek in samenwerking met de AFM dat één op de drie mensen afstevent op een tekort ten opzichte van hun beoogde bestedingen (zie Figuur 15). Spaargedrag: Automatisch sparen
% % % % % % %
Figuur 12 Percentage van de mensen dat maandelijks (automatisch) een vast bedrag spaart
Begroting maken
%
%
%
%
Figuur 13 Percentage van de mensen dat elk jaar een begroting maakt
Inloggen pensioenoverzicht
Figuur 14 Aantal mensen dat inlogt op www.mijnpensioenoverzicht.nl
% % % % % % % %
Figuur 15 Percentage van de mensen dat afstevent op een pensioentekort
Financiële producten kiezen Onder ‘financiële producten kiezen’ wordt verstaan: het weloverwogen aanschaffen van financiële producten en evalueren van reeds aangeschafte financiële producten. Uit de cijfers in deze paragraaf kan voorzichtig de conclusie getrokken worden dat de zorgvuldigheid waarmee men eenvoudige financiële producten aanschaft ongeveer gelijk is gebleven. Het monitoren van financiële producten toont een licht positieve trend. Bij eenvoudige financiële producten gaat het erom dat men verschillende aanbieders vergelijkt. Daarnaast is het van belang dat men regelmatig kijkt of aangeschafte financiële producten nog bij de situatie passen. Figuur 16 laat zien dat het eerste aspect vrijwel constant bleef (rond de 50%). Het monitoren van financiële producten laat een positieve trend zien (van 36% in 2013 naar 43% in 2015). Figuur 17 laat voor één financieel product – de zorgverzekering – zien in hoeverre huishoudens daadwerkelijk overstappen6. Het aantal overstappers vertoont een stijgende trend. Stapte in 2011 nog 5,5% van de huishoudens over, in 2015 was dit gestegen naar 7,3% (met een piek van 8,2% in 2013). Kiezen van eenvoudige financiële producten
%
Monitoren financiële producten
%
%
%
%
Figuur 16 Bewust omgaan met het kiezen van financiële producten
Overstapgedrag zorgverzekering
%
% % % % %
Figuur 17 Percentage overstappers van zorgverzekering
1.3 Interventies Pensioen De partners van Wijzer in geldzaken organiseren een aantal activiteiten die ervoor moeten zorgen dat mensen maatregelen nemen voor hun pensioen. De Pensioen3daagse vervult hierbij een aanjaagfunctie. De Pensioen3daagse richt zich primair op de doelgroep 50-67. Figuur 18 laat zien dat in 2015 10% van de werkende 50-plussers actie onderneemt naar aanleiding van de Pensioen3daagse. Dit is in lijn met de doelstelling. In 2014 nam 9% van de doelgroep actie. Idem: doelstelling Actie als gevolg van Pensioendaagse
%
%
%
%
Figuur 18 Percentage werkende 50+-ers dat actie onderneemt naar aanleiding van de Pensioen3daagse
Online Het online bereik van Wijzer in geldzaken is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De website van Wijzer in geldzaken is een belangrijk kanaal naar consumenten. De site biedt laagdrempelige informatie, tools en tips met als doel consumenten aan te zetten tot verantwoord financieel gedrag. Twee elementen zijn van belang om te bepalen in hoeverre de website deze doelstelling realiseert: het aantal mensen dat wordt bereikt en het effect per individuele bezoeker (impact = effect x bereik). Figuur 19 laat zien dat het bereik van de websites van Wijzer in geldzaken de afgelopen jaren sterk gegroeid is7. Lag het aantal bezoeken in 2011 nog rond de 1,2 miljoen, in 2015 is dit opgelopen tot bijna 4 miljoen. De groei in bereik komt vanaf 2014 voornamelijk voort uit de ontwikkeling van tools. Het is van belang op te merken dat de belangrijkste tools pas vanaf 2015 worden meegenomen in Google Analytics. De cijfers voor 2014 geven daarom een vertekend beeld en zijn hoger dan hier gerapporteerd8.
Figuur 20 en Figuur 21 geven een aantal kerncijfers weer voor de drie meest gebruikte tools, te weten de tool Wat moet ik doen voor mijn pensioen? (kortweg Pensioentool), de tool Wat betekent dit voor mij? en de AOW leeftijd-tool. Deze drie tools geven gepersonaliseerde informatie en bieden concreet handelingsperspectief op basis van één of meer eenvoudige vragen over de persoonlijke situatie van de gebruiker. Het aantal gebruikers van deze tools tezamen is in 2015 verdubbeld naar 1,2 miljoen. De groei komt grotendeels voor rekening van de AOW leeftijd-tool. Maar ook het gebruik van de andere twee tools laat een (stevige) groei zien. Voor twee van de tools (Wat betekent dit voor mij en Wat moet ik doen voor mijn pensioen) is tevens gemeten welk percentage van de gebruikers de tool afmaakt. Voor beide tools ligt dit percentage zeer hoog (boven de 90%). Het percentage van de gebruikers dat vanuit de tool doorklikt naar additionele informatie en tips laat in beide gevallen een sterke groei zien, naar ongeveer 37%. Aantal website bezoekers
Figuur 19 Bezoekersaantallen websites
AOW-Tool
Tool Wat betekent dit voor mij Pensioentool
Figuur 20 Aantal gebruikers voor de drie belangrijkste tools
%
Afmaakpercentage Wat betekent dit voor mij
%
Afmaakpercentage pensioentool
%
Percentage doorkliks pensioentool
% Percentage doorkliks Wat betekent dit voor mij
% %
Figuur 21 Afmaakpercentage en doorklikpercentage twee belangrijkste tools
Context Het platform Wijzer in geldzaken richt zich met zijn projecten en programma’s vooral rechtstreeks op consumenten. Uit onderzoek blijkt dat de context waarbinnen dit gedrag plaatsvindt (ook wel de keuzearchitectuur genoemd) veel invloed heeft. In toenemende mate richt Wijzer in geldzaken zich dan ook op het beïnvloeden van deze context. Hiervoor zijn meestal geen kwantitatieve indicatoren te definiëren. Deze paragraaf geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten die het platform Wijzer in geldzaken heeft geboekt om verantwoord financieel gedrag te bevorderen door de context waarbinnen financiële beslissingen worden genomen te beïnvloeden. • Wijzer in geldzaken heeft – op basis van wetenschappelijke inzichten over keuzegedrag van mensen – advies gegeven in het kader van de Nationale pensioendialoog9. Wijzer in geldzaken belicht in haar advies de toegevoegde waarde en de beperkingen van het bieden van keuzemogelijkheden ten aanzien van pensioen. Op basis van de gezamenlijke gedragswetenschappelijke kennis van de partners doet Wijzer in geldzaken vier aanbevelingen. (1) Zorg dat verplichte pensioenopbouw in tweedepijlerpensioen daar waar mogelijk blijft. (2) Geef deelnemers daarbinnen beperkt meer keuzemogelijkheden. (3) Overweeg automatische pensioenopbouw met uitstapmogelijkheden voor zelfstandigen en werknemers zonder tweedepijlerpensioen en (4) Zorg voor effectieve ondersteuning voor mensen bij het maken van keuzes. We zijn verheugd dat deze aanbevelingen terug te vinden zijn in de kamerbrief ‘Hoofdlijnen van een toekomstbestendig pensioenstelsel’ van Staatssecretaris Klijnsma (SZW). • Vanuit de pensioensector en daarbuiten worden vele inspanningen geleverd om mensen te activeren zich in hun pensioen te verdiepen, zodat zij realistische verwachtingen hebben ten aanzien van hun pensioen en zo nodig actie ondernemen om een tevredenstellend pensioen te realiseren. Ondanks deze inspanningen is het pensioenbewustzijn in Nederland nog laag en zijn er nog weinig interventies die bewezen effectief zijn. Om de ontwikkeling van effectieve interventies te stimuleren, introduceerde Wijzer in geldzaken in 2015 de Pensioenwegwijzer; een prijs voor de meest effectieve, innovatieve interventie op het terrein van pensioen. Uit de liefst 20 aanmeldingen koos een vakjury vijf finalisten. WomenInc werd tijdens de Pensioen3daagse uitgeroepen tot winnaar met hun inzending I love pensioen en ontving de Pensioenwegwijzer uit handen van staatssecretaris Klijnsma van SZW. We hopen dat deze prijs een gezaghebbende prijs kan worden. Als competitie tussen partijen op kernpunten van onze missie kan worden bevorderd, beïnvloeden we interventies ten behoeve van verantwoord financieel gedrag. • Er is nog weinig wetenschappelijk onderzoek waaruit de effectiviteit van interventie op het terrein van verantwoord financieel gedrag blijkt. Wijzer in geldzaken draagt bij aan het verzamelen van gegevens en het vergroten van kennis hierover. Zo is Wijzer in geldzaken – samen met de Pensioenfederatie - actief betrokken bij het onderzoek van studenten van Erasmus en Harvard naar de wijze waarop het beste naar deelnemers kan worden gecommuniceerd over de risico’s ten aanzien van pensioen. Ook wordt in samenwerking met Erasmus Universiteit onderzoek gedaan naar het effect van de online tool Wat moet ik doen voor mijn pensioen. • Een belangrijk onderdeel van de krachtenbundeling die Wijzer in geldzaken beoogt is kennisdeling. Het platform organiseert hiertoe jaarlijks een symposium. In 2015 stond het jaarlijkse symposium in het teken van financiële veerkracht. Daarnaast organiseert Wijzer in geldzaken regelmatig netwerkbijeenkomsten – in het kader van specifieke thema’s of projecten. • Ook in internationaal verband wisselt Wijzer in geldzaken kennis en ervaring uit, vooral in OESO-verband. Nederland is als vicevoorzitter actief in het bestuur van het Internationale Netwerk voor Financiële Educatie (INFE), waarvan inmiddels 120 landen lid zijn. Nederland wordt internationaal gezien als een voorbeeldland voor financiële educatie. Nederland vervult een voortrekkersrol in internationale kennisdeling. Een aantal partners van Wijzer in geldzaken (onder meer Nibud, NVB en het Verbond van Verzekeraars) is hier actief bij betrokken. Ook Hare Majesteit Koningin Máxima vervult – als erevoorzitter van Wijzer in geldzaken en UN Special Advocate for Inclusive Finance – een voortrekkersrol op dit terrein. Financiële vaardigheden staan de laatste jaren hoog op de agenda. Dit blijkt onder meer uit het feit dat G20-leiders prioriteit geven aan het bevorderen van financiële vaardigheden. In 2016 organiseert Nederland het OECD global symposium in Financial resilience throughout life op 20 en 21 april in de Beurs van Berlage in Amsterdam.
• Bij veel financiële beslissingen hebben consumenten de beschikking nodig over (financiële) gegevens, die vaak versnipperd zijn over verschillende bronnen. Dit zorgt ervoor dat mensen veel moeite moeten doen om deze gegevens te verzamelen, laat staan om ze verder te verwerken. Met als gevolg dat mensen dit veelal achterwege laten. Digitale ontwikkelingen bieden kansen om (financiële) gegevens van burgers online op een laagdrempelige manier bij elkaar te brengen. Tegelijkertijd spelen hier vragen over de omgang met de persoonlijke gegevens. Met andere woorden: hoe kunnen privacy, transparantie en accountability goed worden geregeld? Daarom heeft Wijzer in geldzaken in 2015 onderzocht wat er nodig is om te bevorderen dat consumenten gemakkelijker toegang krijgen tot online gegevens. De resultaten van de studie zullen de komende jaren een belangrijke rol spelen om te stimuleren dat toegang tot online gegevens gemakkelijker wordt. • Agendasetting is een belangrijk instrument om de missie van Wijzer in geldzaken en de autoriteit van het platform te ondersteunen. De partners van Wijzer in geldzaken hebben ertoe bijgedragen dat de persoonlijke financiën van consumenten steeds meer aandacht krijgen in de media; alle landelijke en lokale media hebbennu een speciale rubriek over personal finance. Het platform heeft de afgelopen jaren succesvol aan zijn autoriteit gebouwd. De activiteiten en onderzoeken van het platform krijgen ruime aandacht in de media, waardoor financiële professionals, journalisten en consumenten het platform en zijn partners goed weten te vinden.
CBS (2015): Welzijn in Nederland. Het CBS noemt twee aspecten van financieel welzijn: de mate waarin men tevreden is over de huidige financiële situatie en de mate waarin men zich zorgen maakt over de persoonlijke financiële toekomst. 3. Banken, verzekeraars en pensioenfondsen hebben ook hun eigen metingen voor vertrouwen. Deze meten meestal het algemene vertrouwen in de betreffende sector. Er is gekozen om in dit rapport de metingen van DNB op te nemen, omdat dit de onderlinge vergelijkbaarheid ten goede komt. 4. Bron: Publieksmonitor (Wijzer in geldzaken, 2013) 5. Madern (2015). Op weg naar een schuldenvrij leven. 6. Nibud (2015). Geldzaken in de praktijk 7. Belangrijke kanttekening bij deze cijfers is het feit dat consumenten vooral switchen van zorgverzekeraar. Bij andere soorten verzekeringen is de overstapbereidheid lager (Bron: CVS Consumentenmonitor 2014). 8. Hier wordt gesproken van websites, omdat naast www.wijzeringeldzaken.nl ook www.weekvanhetgeld.nl is meegenomen in de cijfers. 9. Vóór 2014 hadden tools een veel minder groot aandeel in het bereik. 10. Het volledige advies is getiteld Pensioenstelsel en keuzegedrag en is hier te vinden. 2.
Hoofdstuk 2. Kinderen en jongeren 2.1 Maatschappelijke uitkomsten Financieel welzijn De mate waarin jongeren tevreden zijn met hun financiële situatie is een indicator voor financieel welzijn1. Uit Figuur 22 blijkt dat de meeste jongeren tevreden zijn over hun financiële situatie. Het percentage van de jongeren tussen 18 en 24 jaar dat ‘tevreden’ of ‘zeer tevreden’ is met zijn of haar financiële situatie daalde van 56% in 2013 naar 51% in 2014, om in 2015 weer te stijgen naar 55%. Tevredenheid financiële situatie
%
%
%
%
Figuur 22 Financieel welzijn jongeren
Financiële veerkracht De trends op het terrein van financiële veerkracht bij jongeren laten een gemengd beeld zien. Minder jongeren hebben een schuld, maar het aantal jongeren dat instroomt in de schuldhulpverlening neemt toe. Figuur 23 laat zien dat het percentage jongeren met een schuld daalt. In 2013 was het percentage van de jongeren tussen 18 en 24 met minimaal één schuld nog 47%, in 2015 was dit gedaald naar 37%. Bij studieschulden en betalingsachterstanden is een dalende trend te zien. Het percentage jongeren dat een roodstandfaciliteit heeft blijft vrijwel constant (rond de 5%). Het percentage van de jongeren dat geld geleend heeft van anderen is gestegen van 20% naar 28%. Figuur 24 laat zien hoeveel mensen elk jaar klaar zijn met studeren en beginnen met aflossen (telkens per 1 januari). Daarin is een duidelijke stijging te zien (van ongeveer 65.000 in 2007 naar ruim 100.000 in 2015). De gemiddelde hoogte van de studieschuld van de mensen die beginnen met aflossen is – na een aanvankelijke stijging – de afgelopen jaren redelijk constant en ligt tussen de € 14.000 en € 15.000 (Figuur 25). De effecten van de invoering van het nieuwe leenstelsel zijn hierin nog niet te zien. Naar verwachting zal de gemiddelde studieschuld de komende jaren gaan stijgen. Net als bij volwassenen, is ook bij jongeren de instroom in de schuldhulpverlening een maat voor problematische schulden en voor gebrek aan financiële veerkracht. Figuur 26 laat zien dat de instroom in schuldhulpverlening van jongeren een stijgende lijn vertoont, met een piek in 2013.
%
Percentage jongeren van - met minimaal één schuld
%
Studieschuld
% Geleend van anderen
% Betalingsachterstand
% Roodstandfaciliteit
%
Figuur 23 Percentage jongeren met een schuld
Instroom (aantal personen dat klaar of gestopt is met de studie en begint met aflossen)
Figuur 24 Instroom aflossing studieschuld
Gemiddelde studieschuld op moment van instroom
€
€
€
€
€
Figuur 25 Gemiddelde studieschuld op het moment van instroom
Instroom jongeren schuldhulpverlening
Figuur 26 Instroom van jongeren tot 25 in de schuldhulpverlening
2.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag De houding van jongeren ten opzichte van schulden is de afgelopen jaren verbeterd en minder jongeren onder de 18 jaar lenen. Ook kan voorzichtig de conclusie getrokken worden dat het spaargedrag van jongeren licht verbetert. In het Nibud-jongerenonderzoek wordt aan jongeren van 18 t/m 24 jaar met één of meer soorten schulden gevraagd of zij zelf vinden dat zij een probleem hebben. Jongeren ervaren het hebben van een schuld vaker als een probleem. Dit geldt voor vrijwel alle type schulden (studieschuld, betalingsachterstand, lening bij anderen)2 (zie Figuur 27). De manier waarop ouders met financiële opvoeding omgaan is een voorspeller voor verantwoord financieel gedrag van het kind op latere leeftijd. Het geven van zakgeld is een belangrijk instrument in de financiële opvoeding. In 2013 kreeg 60% van de kinderen op een vast tijdstip in de week of in de maand zakgeld (Figuur 28). Figuur 29 geeft inzicht in het spaargedrag van jongeren. Het Nibud heeft jongeren de vraag gesteld of zij (automatisch) een vast bedrag sparen. De grafiek laat tussen 2013 en 2015 een lichte stijging zien. Het percentage jongeren dat (automatisch) een vast bedrag spaart, is tussen 2013 en 2015 gestegen van 18 naar 20. Opvallend is dat jongeren minder vaak een vast bedrag gaan sparen, naarmate zij ouder worden. Figuur 30 laat zien dat het percentage van de jongeren onder de 18 jaar dat regelmatig of vaak leent tussen 2013 en 2014 is gedaald van 19 naar 173. %
Probleemervaring schuld (totaal)
% %
Probleemervaring studieschuld
%
Probleemervaring betalingsachterstanden
% Probleemervaring lening
% % %
Figuur 27 Percentage van de jongeren dat een schuld als een probleem ervaart (naar type schuld)
% % % % % %
Figuur 28 Percentage van de kinderen dat op een vast tijstip in de week zakgeld krijgt
%
-
% -
% -
% %
Totaal
% %
Figuur 29 Percentage van de jongeren dat automatisch een vast bedrag spaart
Jongeren en lenen
%
,%
%
%
Figuur 30 Percentage van de jongeren onder de 18 jaar dat regelmatig of vaak leent
2.3 Interventies Leren omgaan met geld in het onderwijs Het platform stimuleert scholen om aandacht te besteden aan het thema omgaan met geld, en stimuleert ouders om aandacht te besteden aan financiële opvoeding. De Week van het geld vervult hierbij een belangrijke aanjaagfunctie. Deelname aan de Week van het geld vertoont een stijgende lijn. Daarnaast werkt Wijzer in geldzaken samen met educatieve uitgevers aan het integreren van financiële vaardigheden in de methoden die op school worden gebruikt.
De deelname aan de Week van het geld wordt gemeten onder docenten en onder kinderen. Beide vertonen een stijgende lijn. De doelstelling in de Week van het geld was vanaf het schooljaar 2012-2013 dat 40% van de docenten van groep 7/8 zou deelnemen4. In de edities van 2011/2012, 2012/2013 en 2013/2014 (de tweede, derde en respectievelijk vierde editie) werd deze doelstelling nog niet gehaald. In de laatste editie werd de doelstelling ruimschoots gehaald, zo blijkt uit Figuur 31. De helft van de docenten en kinderen doet inmiddels mee aan de Week van het geld. Het aantal deelnemende docenten is verdubbeld ten opzichte van de tweede editie. Het percentage van de ouders van leerlingen in het primair onderwijs dat is bereikt in de Week van het geld schommelt tussen de 41% (2013-2014) en 56% (2014-2015). Deze schommeling is te verklaren aan de hand van het feit dat hier in sommige edities van de Week van het geld meer op is ingezet dan in andere edities. De (spontane) bekendheid van de Week van het geld onder ouders vertoont een vergelijkbaar patroon en schommelt tussen de 12% (2013-2014) en 24% (2014-2015). Zie Figuur 32. Figuur 33 geeft een indruk aan welke activiteiten de deelnemende scholen hebben meegedaan (voor een selectie van de activiteiten): veel scholen kregen een gastles van banken (44%), verzekeraars (5%) of De Nederlandsche Bank (5%); 60% gebruikte de lespakketten van Wijzer in geldzaken. Wijzer in geldzaken werkt steeds vaker samen met de grote educatieve uitgevers. Met Zwijsen werd in 2014 – aan de hand van de Nibud leerdoelen - een serie lessen ontwikkeld voor de groepen 3 tot en met 8. In het schooljaar 2014-2015 bestelden bijna 18.000 klassen dit materiaal (zie Figuur 34). Omgerekend werden hiermee ruim 400.000 basisschoolleerlingen bereikt. Halverwege het schooljaar 2015-2016 staat de teller op 10.000 klassen. Kinderen die met hun ouders praten over geldzaken vertonen op latere leeftijd meer verantwoord financieel gedrag, zo blijkt uit onderzoek. Daarom wordt in de evaluatie van de Week van het geld onder meer aan kinderen gevraagd of zij hun ouders vragen stellen over geldzaken. Figuur 35 laat zien dat kinderen die meedoen aan de Week van het geld dit veel vaker doen dan kinderen die niet meedoen aan de Week van het geld (23% tegenover 9%). %
Deelname Week van het geld (docenten)
%
Doelstelling deelname Week van het geld (docenten) Deelname Week van het geld (kinderen)
%
%
% -
-
-
-
Figuur 31 Deelname docenten en kinderen groep 7/8 aan de Week van het geld
- %
Bereik ouders Week van het geld
%
Bereik: doelstelling
%
Bekendheid ouders Week van het geld
% % % % -
-
-
-
Figuur 32 Bereik en bekendheid Week van het geld onder ouders
%
Lespakket(ten) van Wijzer in geldzaken
%
Lespakket(ten) van DNB
%
Gastlessen van banken
% %
Gastlessen van verzekeraars
% % %
-
Figuur 33 Percentage van de deelnemende klassen dat aan de betreffende activiteit heeft deelgenomen
Bereik lespakketten PO (#klassen)
-
Figuur 34 Aantal klassen dat het materiaal van Zwijsen en Wijzer in geldzaken bestelde
%
Kinderen die deelnemen aan de Week van het geld
%
Kinderen die niet deelnemen aan de Week van het geld
% % % %
-
Figuur 35 Percentage van de kinderen dat hun ouders “de afgelopen twee weken” vragen heeft gesteld over geldzaken
Context Ook voor kinderen en jongeren geldt dat de context waarin zij met geldzaken bezig zijn van invloed is op hun financieel gedrag en hun financiële vaardigheden. Wijzer in geldzaken onderneemt ook hier initiatieven die zich moeilijk laten uitdrukken in kwantitatieve resultaten. Een overzicht: • In 2015 organiseerde het Platform Onderwijs2032 een maatschappelijke dialoog om tot een gedragen advies aan het kabinet te komen voor de inrichting van een nieuw onderwijscurriculum voor het basis- en voortgezet onderwijs. De partners van Wijzer in geldzaken – en met name het Nibud – hebben input geleverd voor de inspanningen die Wijzer in geldzaken heeft gedaan om financiële vaardigheden onder de aandacht van het Platform Onderwijs2032 te brengen. Een discussiemiddag met ouders, scholieren, studenten en financiële partijen en partners, in aanwezigheid van erevoorzitter HM Koningin Máxima en platformvoorzitter Paul Schnabel, ging vooraf aan het aanbieden van een officieel position paper aan het platform Onderwijs20325. Na verschijnen van het voorlopig advies op 1 oktober hebben Wijzer in geldzaken en Nibud een gezamenlijke reactie aan het Platform Onderwijs2032 gestuurd. Met resultaat: de kern van de boodschap van Wijzer in geldzaken is door het Platform in het definitieve advies overgenomen6 7. Financiële vaardigheden worden genoemd als toepassing van rekenvaardigheden en als voorbeeld van een interdisciplinair thema (beide in het verplichte deel van het curriculum). • De lesmethoden van educatieve uitgevers bepalen in sterke mate wat leerlingen op school leren. Wijzer in geldzaken zet daarom partnerships op met educatieve uitgeverijen om materiaal te ontwikkelen voor alle geledingen van het onderwijs. • Zwijsen ontwikkelde materiaal voor de klassen 3 t/m 8 van het basisonderwijs (zie de vorige paragraaf). • Malmberg ontwikkelde online lesmateriaal gekoppeld aan de twee rekenen-methodes voor het basisonderwijs (De wereld in getallen en Pluspunt). Daarnaast zijn we met Malmberg in overleg over de ontwikkeling van materiaal voor het VO. • Met Noordhoff zijn gesprekken gevoerd over het ontwikkelen van een themakatern ‘Wijzer met geld’ bij hun methode Plein M voor leerjaar 1 en 2 van het vmbo. Dit themakatern zal in het voorjaar van 2016 verschijnen. • Edu’Actief ontwikkelt materiaal voor de beroepsgerichte vakken in de bovenbouw van het vmbo. • Ook voor jongeren geldt dat er nog weinig wetenschappelijk onderzoek is waaruit blijkt op welke manier financiële vaardigheden het beste kunnen worden bijgebracht. Wijzer in geldzaken steunt een promotieonderzoek van Aisa Amagir (Hogeschool van Amsterdam/Universiteit van Amsterdam) naar de effectiviteit van financiële educatie onder 15-jarigen. Met de Universiteit van Leiden werkt Wijzer in geldzaken aan onderzoek naar de effectiviteit van het door Zwijsen ontwikkelde lesmateriaal. Dergelijke initiatieven zullen de komende jaren leiden tot meer kennis en data over effectiviteit van financiële-educatieprogramma’s. 11. CBS
(2015): Welzijn in Nederland het onderzoek van het Nibud, waaruit deze gegevens afkomstig zijn, wordt ook gekeken naar de mate waarin jongeren een roodstand als een probleem ervaren. Echter, omdat de betreffende vraag in 2014 op een andere manier werd gesteld dan in 2013 en 2015, zijn de betreffende gegevens hier niet meegenomen. 13. Deze cijfers komen uit het Nibud jongerenonderzoek. In 2015 is de betreffende vraag niet gesteld. 14. Tijdens de tweede editie van de Week van het geld – in het schooljaar 2010/2011 – was hiervoor nog geen doelstelling geformuleerd. Voor de eerste editie zijn geen metingen beschikbaar. 15. http://www.wijzeringeldzaken.nl/bibliotheek/media/pdf/wig-position-paper.pdf 16. Een uitstekende samenvatting van de input op het voorlopig advies is te vinden in paragraaf 4.2.5 van het rapport van het Platform Onderwijs2032 17. Het definitieve advies, alsmede de kabinetsreactie zijn hier te vinden 12. In
Bijlage 1: Geraadpleegde bronnen AFM Rapport Neem drempels weg opdat Nederlanders in actie komen voor hun pensioen
DNB Statistieken Huishoudens Evaluatierapporten Pensioen3daagse
Rapporten op aanvraag beschikbaar
Evaluatierapporten Week van het geld
Rapporten op aanvraag beschikbaar
Gemiddelde omvang studieschuld
Op aanvraag verstrekt door DUO
Google Analytics / WebShare
Voor cijfers over online (tools)
Jaarverslag Pensioenregister 2013 Jaarverslag Pensioenregister 2014 Marktscan zorgverzekeringsmarkt
Bevat de cijfers voor 2011 t/m 2015
Monitor Financieel Gedrag 2015
Bevat ook de cijfers voor 2013 en 2014
Nibud Geldzaken in de praktijk 2015 Nibud Geldzaken in de praktijk 2011/2012 Nibud Geldzaken in de praktijk 2015
Bevat ook de cijfers voor 2005, 2009, 2012
Nibud Jongerenonderzoek “Jongeren en geld” 2014 Nibud Jongerenonderzoek iov Rabobank 2013
Rapport niet openbaar beschikbaar. Cijfers zijn op aanvraag verstrekt
Nibud Jongerenonderzoek iov Rabobank 2015
Rapport niet openbaar beschikbaar. Cijfers zijn op aanvraag verstrekt
Nibud Studentenonderzoek 2011 - 2012 Nibud-onderzoek “MBO-ers en geldzaken” 2015
NVVK Jaarverslag 2010
Bevat ook de cijfers voor 2008 en 2009
NVVK Jaarverslag 2014
Bevat ook de cijfers voor 2011 t/m 2013
Bijlage 2: Definities
1. Volwassenen
1.1 Maatschappelijke uitkomsten
Tevredenheid met financiële situatie
Percentage van de consumenten dat de eigen financiële situatie omschrijft als “goed” of “zeer goed”
Monitor Financieel Gedrag
Buffer
Percentage van de mensen dat een adequate buffer heeft
Wordt op dit moment nog niet gemeten. In de Monitor Financieel Gedrag wordt wel aan mensen gevraagd hoe groot hun buffer is, maar of deze adequaat is, wordt nog niet gemeten. Mogelijk heeft Nibud hier gegevens over?
Buffer voor vervanging
Percentage van de mensen dat voldoende geld achter de hand heeft om de twee duurste producten direct te vervangen
Nibud Geldzaken in praktijk (tijdelijk cijfer; totdat de voorgaande beschikbaar is)
• Ruim voldoende
• Net voldoende
• Onvoldoende
Kunnen rondkomen
Percentage van de mensen dat aangeeft in een gemiddelde maand “gemakkelijk” of “zeer gemakkelijk” te kunnen rondkomen en de rekeningen te kunnen betalen
Monitor Financieel Gedrag
Instroom schuldhulpverlening
Aantal nieuwe aanmeldingen voor schuldhulpverlening
NVVK Jaarverslag
Omvang vrije spaartegoeden
Totale omvang spaartegoeden (deposito’s DNB Statistieken Huishoudens + effecten) aan het einde van het betreffende jaar (x € 1.000)
Omvang huishoudschulden
Gemiddelde omvang particuliere schulden per huishouden (consumptief krediet) (x € 1.000)
Vertrouwen financiële dienstverlening
Vertrouwen van consumenten in hun eigen DNB Household Survey (DHS) financiële instellingen (uitgesplitst naar banken, verzekeraars en pensioenfondsen)
DNB Statistieken Huishoudens
• Bank
• Verzekeraar
• Pensioenfonds
1.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag
Geldzaken in de gaten houden
Percentage van de consumenten dat altijd nauwlettend zijn financiën in de gaten houdt
Monitor Financieel Gedrag
Financiën in kaart brengen
Percentage van de Nederlanders dat de Nibud-competentie “in kaart brengen” uitvoert
Nibud Geldzaken in praktijk
• Wekelijks banksaldo checken
• Maandelijks financiële administratie bijwerken
• Jaarlijks de uitgaven bijhouden
Rekeningen op tijd betalen
Percentage van de mensen dat altijd zijn rekeningen op tijd betaalt
Monitor Financieel Gedrag
Geen betalingsherinneringen
Percentage van de mensen dat in het afgelopen jaar geen betalingsherinnering heeft ontvangen
Monitor Financieel Gedrag
Spaargedrag
Percentage van de mensen dat elke maand 10% van zijn inkomen spaart
Monitor Financieel Gedrag (nieuwe meting)
Spaargedrag: automatisch sparen
Percentage van de mensen dat ieder maand Nibud Geldzaken in praktijk een vast bedrag spaart (tijdelijk cijfer; totdat de voorgaande beschikbaar is)
Begroting maken
Percentage van de mensen dat ieder jaar een begroting maakt
Nibud Geldzaken in de praktijk
Realistische pensioenverwachtingen
Percentage van de mensen dat geen realistische verwachting heeft van de hoogte van het pensioeninkomen (in termen van het vervangingspercentage). Wordt apart gemeten voor ZZP-ers
Wordt op dit moment niet gemeten. In het verleden bevatte de Pensioenmonitor een dergelijke meting, maar deze is geschrapt. Onderzoek van Knoeff biedt hier data voor, maar het is nog niet bekend of dit onderzoek herhaald wordt. Vraag: wordt dit gemeten in het Nibud-onderzoek naar financieel beheer?
Inloggen pensioenoverzicht
Aantal mensen dat www.mijnpensioenover- Jaarverslag Stichting Pensioenzicht.nl bezoekt (een bezoek telt mee als register iemand succesvol heeft ingelogd via DigiD, het burgerservicenummer is herkend bij de SVB en de AOW-gegevens zijn opgehaald uit het SVB-systeem)
Kiezen van eenvoudige financiële producten
Percentage van de mensen dat bij de aanMonitor Financieel Gedrag schaf van een eenvoudig financieel product tussen verschillende aanbieders vergelijkt (“past helemaal bij mij”)
Monitoren financiële producten
Percentage van de mensen dat regelmatig controleert of de financiële producten die hij of zij heeft nog passen bij zijn of haar situatie (“past bij mij”)
Monitor Financieel Gedrag
Overstapgedrag zorgverzekering
Percentage van de consumenten dat in het afgelopen jaar van zorgverzekeraar gewisseld is
Marktscan Zorg (NZa)
1.3 Interventies
Actie als gevolg van Pensioen3daagse*
Percentage van de werkenden (50+ jaar) dat actie onderneemt n.a.v. de Pensioen3daagse. Mogelijke acties: verdiepen in persoonlijke pensioensituatie (bijvoorbeeld mijnpensioenoverzicht.nl), extra inkomensvoorzieningen treffen en advies inwinnen bij een deskundige (adviseur, werkgever, pensioenuitvoerder, SVB).
Evaluatie Pensioen3daagse
Idem: doelstelling
Pensioentool
Aantal gebruikers
WebShare / Google Analytics
Percentage dat de tool afrondt
WebShare / Google Analytics
Percentage dat doorklikt
WebShare / Google Analytics
Tool Wat betekent dit voor mij
Aantal gebruikers
WebShare / Google Analytics
Percentage dat de tool afrondt
WebShare / Google Analytics
Percentage dat doorklikt
WebShare / Google Analytics
Effect pensioentool
Percentage van de gebruikers van de tool dat actie heeft ondernomen naar aanleiding van het gebruik van de tool. Mogelijke acties: verdiepen in persoonlijke pensioensituatie (UPO, MPO.nl, etc.), extra inkomensvoorzieningen treffen en advies inwinnen bij een deskundige (adviseur, werkgever, pensioenuitvoerder, SVB).
Wordt in 2016 voor het eerst gemeten.
Idem: doelstelling
Projectplan Pensioen3daagse
Realistische pensioenverwachtingen
Percentage van de mensen dat afstevent op een tekort ten opzichte van het beoogd pensioen.
Onderzoek van Knoeff e.a. (2015) in samenwerking met de AFM
Idem: doelstelling
Projectplan Pensioen3daagse
Aantal websitebezoekers
Bezoekersaantallen op de website www.wijzeringeldzaken.nl
Google Analytics
Klanttevredenheid
Percentage van de bezoekers dat tevreden is met hun bezoek aan www.wijzeringeldzaken.nl, onderverdeeld naar: (1) Of zij de informatie hebben gevonden die zij zochten (2) Of deze informatie hen geholpen heeft om te bepalen welke actie zij kunnen nemen (3) of zij de site nog eens zullen bezoeken en (4) of zij de site zouden aanbevelen
Wordt nog niet gemeten. Kan eventueel met Qualaroo worden gemeten. Haalbaarheid en kosten hiervan zijn nog niet onderzocht
Idem: doelstelling
Jaarplan
Effect geselecteerde tools
Aantal gebruikers van geselecteerde tool dat actie heeft ondernomen naar aan leiding van het gebruik van de tool
Wordt nog niet gemeten. Om dit te meten is het nodig om gebruikers enige tijd na het websitebezoek een aantal vragen voor te leggen en vooraf te definiëren welk gedrag wordt bevorderd. Haalbaarheid en kosten hiervan zijn nog niet onderzocht
Idem: doelstelling
Jaarplan
2. Jongeren
2.1 Maatschappelijke uitkomsten
Tevredenheid financiële situatie
Percentage van de jongeren tussen 18 en 24 dat (zeer) tevreden is over de eigen financiële situatie
Nibud Jongerenonderzoek
Jongeren en schulden
Percentage jongeren van 18-24 met minimaal één schuld
Nibud Jongerenonderzoek
• Studieschuld
• Geleend van anderen
• Betalingsachterstand
• Roodstandfaciliteit
Studieschulden
Instroom (aantal personen dat klaar of gestopt is met de studie en begint met aflossen)
DUO
Gemiddelde studieschuld op moment van instroom
DUO
Instroom jongeren schuldhulpverlening
Aantal nieuwe aanvragen voor schuldhulpverlening door mensen jonger dan 25.
NVVK Jaarverslag
2.2 Kennis, vaardigheden, houding en gedrag
PISA-scores
(nog te bepalen) selectie van scores van Nederlandse 15-jarigen in PISA
PISA Financial Literacy (nieuw)
Probleemervaring
Percentage van de jongeren tussen 18 en 24 met een schuld dat een probleem ervaart (naar soort schuld)
Nibud jongerenonderzoek
• Probleemervaring studieschuld
• Probleemervaring geld geleend van anderen
• Probleemervaring betalingsachter standen
• Probleemervaring roodstand (*)
• Probleemervaring lening
• Probleemervaring schuld (totaal)
Praten over geldzaken
• Idem: ouders die bekend zijn met de Week van het geld
• Idem: ouders die niet bekend zijn met de Week van het geld
Zakgeld op vast tijdstip
Percentage van de kinderen dat zakgeld krijgt (op een vast tijdstip in de week/ maand)
Nibud Kinderonderzoek
Spaargedrag
Percentage van de jongeren dat een vast bedrag per maand spaart. Uitgesplitst naar leeftijdsgroep (12-14, 15-17 en 18-24)
Nibud jongerenonderzoek
• 12 - 14
• 15 - 17
• 18 - 24
• Totaal
Jongeren en lenen
Percentage van de ouders met kinderen in Evaluatie Week van het geld groep 5-8 dat met de kinderen spreekt over omgaan met geld
Percentage van de jongeren onder de 18 jaar dat regelmatig of vaak geld leent
Nibud Jongerenonderzoek
2.3 Interventie
Deelname Week van het geld (docenten)
Percentage van de docenten in groep 7/8 dat meedoet aan de Week van het geld
Evaluatie Week van het geld
Doelstelling deelname Week van het geld (docenten)
Projectplan Week van het geld
Deelname Week van het geld (kinderen)
Percentage kinderen tussen 8 en 12 jaar Evaluatie Week van het geld dat mee heeft gedaan aan de Week van het geld
Activiteiten Week van het geld
Percentage van de docenten in groep 6/7/8 Evaluatie Week van het geld dat aan volgende activiteit heeft deel genomen:
• Lespakket(ten) van Wijzer in geldzaken
• Lespakket(ten) van DNB
• Gastlessen van banken
• Gastlessen van verzekeraars
Bereik ouders Week van het geld
Percentage van de ouders dat in de Week van het geld wordt bereikt met informatie over financiële opvoeding
Evaluatie Week van het geld
Idem: doelstelling
Projectplan Week van het geld
Bekendheid ouders Week van het geld
Percentage van de ouders met kinderen in groep 5-8 dat bekend is met de Week van het geld (spontane bekendheid)
Evaluatie Week van het geld
Percentage van de ouders met kinderen Evaluatie Week van het geld tussen 13 en 16 dat bekend is met de Week van het geld (spontane bekendheid)
Bereik lespakketten PO (#klassen)
Aantal klassen (groep 3-8) dat lesmateriaal van Wijzer in geldzaken in betreffend schooljaar heeft besteld
EDG
Bereik lespakketten VO (#klassen)
Aantal klassen VO dat lesmateriaal van Wijzer in geldzaken in betreffend schooljaar heeft besteld
Wordt nog niet gemeten
Idem: doelstelling
Projectplan Week van het geld
Percentage van de deelnemende kinderen aan Kinderen die deelnemen aan de Week van de Week van het geld dat aan de ouders vragen het geld heeft gesteld over geld
Evaluatie Week van het geld
Evaluatie Week van het geld
Kinderen die niet deelnemen aan de Week van het geld