Karel van Eetvelt Kobe: Goedemiddag, mijnheer Van Eetvelt. Bedankt om tijd vrij te maken voor mij en mijn interview. Ik denk dat de meeste mensen u al kennen van bij Unizo, maar ik zou helemaal terug willen gaan naar het begin om ons gesprek van start te gaan. Kan u mij vertellen hoe u eigenlijk als 18-jarige, u bent licentiaat Lichamelijk Opvoeding, hoe u op dat moment naar de toekomst keek en hoe u uw leven bent begonnen? Ja, dat is meer dan 30 jaar geleden. Ik ben altijd iemand geweest die uitdagingen zocht. Voor zover ik het mij nog herinner, als 18-jarige - want dat is echt bijna 30 jaar geleden - was dat toen ook zo. Alleen, ik was heel sportief aangelegd, ik deed heel graag sport en ik had ook wat ambitie daarin. Allen was ik niet goed genoeg om professioneel een sportcarrière uit te bouwen. Dat had ik vrij snel door. Dus dacht ik: “Laat ik maar een opleiding volgen in die richting en dan kijken of ik meer beleidsgericht - want dat was toen wel mijn ambitie al - structuren, zaken op het goede pad, op het goede spoor kan zetten of visie kan ontwikkelen.” Zo keek ik toen naar de toekomst. Met heel veel ambitie, maar vooral sportgericht. Ik volgde de politiek ook wel omdat ik uit een politieke familie kom. Ik volgde het beleid van zeer jong, maar ik was vooral in sportcultuur, sportinfrastructuur en sportbeleid heel sterk geïnteresseerd. Kobe: U had het daarnet over een politiek gezin. Waar groeide u op? Ik ben een geboren en getogen Bornemnaar, dat is een heel mooie streek in het zuidwesten van de provincie Antwerpen, tegen de Schelde, een groene streek ook nog. Mijn vader is daar 40 jaar burgemeester geweest. Hij was burgemeester toen ik 4 jaar was tot ik al lang getrouwd was en kinderen had. Hij is ook parlementair geweest, hij heeft dus heel wat politieke waters doorzwommen en vooral veel aan beleid gedaan. Dat was eigenlijk zijn sterke punt. Ik ben dus eigenlijk van kinds af aan betrokken geweest bij hoe je mensen kan overtuigen om beleidsmatig een aantal zaken te ontwikkelen, een aantal dingen vooruit te helpen. Ik zeg vaak: “Hoe je op een goede manier in een samenleving toch stenen kan verleggen”. Dat heb ik dagdagelijks gezien en daar ook vaak over gediscussieerd en mee over gepraat. Kobe: Was uw vader, als ik het zo mag noemen, uw grootste mentor of de grootste impact op uw carrière achteraf gezien? Achteraf gezien, toch één van de grote, maar ik denk dat het ook niet onlogisch is. Ik denk dat de personen die je het meeste ziet en waar je het meest mee betrokken bent, heel vaak uw eigen ouders zijn, dat zij voor een stuk ook rolmodellen zijn voor jezelf. Mijn moeder was dat ook, maar op andere manieren: meer geduld en toch oog hebben voor zachte waarden. Ik denk dat dat bij iedereen het geval is. Kobe: U werd niet gepusht op uw 18de om beleidsmatig iets te gaan doen? Of Pol. & Soc. bijvoorbeeld te studeren? Niet Pol. & Soc., mijn vader vond dat ik economie of rechten moest studeren, omdat hij dacht dat dat het meeste toekomst gaf. Ik kom uit een klassieke opleiding, ik heb Latijn-Wetenschappen gedaan in mijn Humaniora en hij dacht dat dat de beste richting was. Maar ook van vrij jong had ik heel sterk een eigen mening, dus ook op dat moment stond mijn besluit vrij snel vast. Kobe: Hij stuurde u wel op internaat, als ik mij niet vergis? Ja, maar dat was zeker niet tegen mijn goesting. Ik kom nog uit een generatie waar jongeren aanvaardden wat hun ouders zeiden. Zeker op die leeftijd. Ik was de oudste van vier. Mijn vader was
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 1
een politicus en die mensen werken keihard, dat vergeten heel wat mensen. Een 40-uren week bestaat daar niet, 50- uren week bestaat daar niet, 60-uren week bestaat daar niet, dat is 24/7 voor zo iemand. Dus mijn moeder stond er alleen voor. De opvoeding van 4 kinderen dat was voor haar alleen en die zaten redelijk dicht bij elkaar, dus het was voor haar ook wat gemakkelijker als één van de kinderen, op zijn minst toch enkele dagen, het huis uit was. Dat was een zorg minder. Maar ik heb daar geen slechte herinneringen aan over gehouden, integendeel, ik heb vooral goede herinneringen uit die internaattijd. Kobe: U rondt dan uw studie af. Hoe begon toen uw carrière? Met dat diploma heb je eigenlijk niet zoveel mogelijkheden. Ofwel ga je het onderwijs in. Ik heb ook alle attesten behaald om te kunnen les geven, dat zat in onze opleiding. Ofwel ging je toen in de commerciële sector als medisch vertegenwoordiger, veel van mijn jaargenoten hebben dat gedaan. Ofwel, maar dat waren uitzonderingen, ging je in de richting van sportbeleid. Maar dan moest er op dat moment een vacature zijn bij BLOSO of bij het BOIC, waarvoor de kans heel klein was toen al, of in één of andere federatie, maar dat stelde eigenlijk allemaal niet zoveel voor. Die mogelijkheden waren niet zo dik gezaaid. Dus wat heb ik dan gedaan? Ik heb nog een jaar bijgestudeerd. Ik heb nog een jaar Economie gevolgd. Ik ben wel op het einde van mijn jaar ermee gestopt, maar ik heb toch wel een economische vorming gehad en die is me wel goed uitgekomen. Ik heb dan een stuk van mijn legerdienst op een kabinet gedaan, dus daar was weer die politieke link, even nog op dat kabinet gewerkt en dan ben ik vrij snel naar een federatie gegaan. Ik wou eigenlijk zelfstandig worden. Maar helemaal op het einde na mijn legerdienst lag de opportuniteit die ik wou, namelijk sportbeleid, niet voor de hand. Of die mogelijkheid was er op dat moment niet en alle andere dingen interesseerden mij minder, dus dacht ik: “Dan moet ik zelf maar iets uitbouwen.” Maar niet komende uit een zelfstandige omgeving, want in mijn familie, nu wel maar toen zaten niet echt ondernemers of zelfstandigen. Dus zo evident was dat ook niet. Mijn vader zei toen: “Dan moet je eerst toch gaan praten met mensen die dat kennen, die dat gewoon zijn.” En ik ben zo terechtgekomen bij een oude minister, die toen voorzitter was van een bouwfederatie, een Antwerpenaar, Paul Akkermans, die ook voorzitter van de NCMV nog geweest is. Door de wol geverfd als ondernemer. En ik ging aan hem vragen: "Wat moet ik doen om ondernemer te worden?" en die zei tegen mij: "Manneke je zou beter eerst bij mij komen werken, dan weet ge wat dat dat is!" (op zijn Antwerps). En die heeft mij toen gevraagd om in zijn bouwfederatie te werken. En ik dacht: "Jah, de bouw … ik ken dat niet." Kobe: Dat is de Bouwunie van vandaag de dag? Ja, de Bouwunie van vandaag. Ik kende wel iets van Ruimtelijke Ordening omdat ik dat op het kabinet gedaan had. Hij zei: "We hebben vooral mensen nodig die in het verenigingsleven actief zijn, die vormingen geven aan de aannemers, over hoe je een kost calculeert (enfin dat wist ik wel want ik had dan toch een economische opleiding gehad), die verenigingen sterker maakt, die mensen aanspreekt, dus dat soort van zaken, en die ook van alles ontwikkelt." Dus ik ben dat beginnen doen en eigenlijk was dat wel plezant. Dat was heel vaak ’s avonds, toen al, maar heel vaak tussen mensen, tussen ondernemers ook, heel vaak luisteren naar wat ze nodig hadden en dan programma's ontwikkelen in die richting en daar het geld voor zoeken, want we hadden geen geld. Dat was eigenlijk al ondernemen. Er was een uitdaging die je hoorde van ondernemers en dan was de boodschap: oké, doe dat nu, maar je hebt geen geld. Ga dat geld maar zoeken, organiseer dat maar allemaal. Dus dat was eigenlijk een heel leuke tijd en ik amuseerde mij daar vrij snel. En toen dacht ik: “Wat ik hier doe is wat ik eigenlijk in de sport wou doen, maar die
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 2
groep is wel heel plezant.” Dat waren allemaal heel dynamische mensen, gedreven mensen, dat zijn ondernemers, als je daar tussen staat dat is meestal toch wel plezant. Maar dat is een beetje toeval. Kobe: Was het dankzij uw vader? Eerst op het kabinet en dan bij de bouw? Op het kabinet wel, want ik deed mij legerdienst en ik zei: “Ik zit hier gewoon mijn tijd te verdoen. Kan je mij niet een job geven waarmee ik iets bijleer?” Want in het leger dat was echt proberen zo snel mogelijk naar huis te gaan. Kobe: Toen was u 25 jaar ongeveer of jonger? Nee, nee toen was ik 23. Ja, ik kwam van de universiteit en ik ben naar het leger gegaan. Trouwens, toen ik afgezwaaid ben, is er nog een maand legerdienst geweest en het was gedaan. Dus ik was echt de laatste lichting. Wij hadden wel goede relaties in de politiek en kabinetten mochten één of twee militairen toen detacheren, in dienst nemen om te werken. Dus zo ben ik op een kabinet gaan werken tijdens mijn legerdienst. Maar Bouwunie, nee dat was eerder toeval. Mijn vader had mij naar die man gestuurd met de boodschap: "Ga daar maar eens horen hoe je dat moet doen ondernemer worden." En ik ben thuisgekomen met de boodschap: "Jah, ik denk dat ik een job heb!" Kobe: Was u daar dan blij mee op dat moment? Want u wou eigenlijk ondernemer worden. Ik heb altijd nog wel open gestaan voor goede raad en voor goede aanbevelingen, zeker van mensen waarvan ik weet of wist dat ze veel ervaring hadden of toch wel wat meegemaakt hadden. Die man waar ik bij geweest ben, Paul Akkermans, ik kende die, het is niet dat ik die niet kende. Die had een enorm trackrecord. Dus ik had daar wel heel veel respect voor en als zo iemand tegen u zegt: “Als jij nu met nul background een onderneming wilt uit de grond stampen, is de kans dat dat mislukt zeer groot. Je moet eerst die cultuur wat leren kennen.” Dat was eigenlijk zijn boodschap. Niet om mij tegen te houden of zo, maar vooral om mij te helpen en het is zo dat ik in die federatie gerold ben. Ik ben daar ook snel doorgegroeid. Zoals ik al zei: ik zie vaak uitdagingen. Alles wat ik zo rond mij zie gebeuren, vertaal ik heel vaak in uitdagingen. En ik neem ook graag projecten aan of ik zet ook graag dingen in gang, dus ik begon dat daar ook snel te doen in die kleine federatie. Natuurlijk als je dat daar doet, zeker in een federatie die toch wat dynamisme ontbrak, dan steek je daar snel bovenuit. Kobe: U bleef iets meer als tien jaar uiteindelijk. Ja, maar ik ben daar begonnen als gewoon medewerker. Ik denk dat ik na 3 jaar secretaris-generaal was van die organisatie en nog eens 2 of 3 jaar later was ik daar de grote baas van. Ik ben daar heel snel doorgegroeid. Ik heb dat daar dan nog 5 jaar geleid tot ik 37 of 38 was. En toen dacht ik: “Ja, nu heb ik het hier gezien.” Ik denk dat ik die federatie, met de ploeg natuurlijk, verdrievoudigd heb in omzet, in personeel, in power, in leden en dit op die vrij korte periode. Maar ik voelde ook wel dat die federatie, hoe mooi ze ook was, te klein was voor mijn ambitie. En dan zei ik: “Oké, ik heb dat hier gedaan, ik vind dat dat een fantastisch mooie tijd is geweest maar het is nu tijd voor een andere uitdaging.” Ik ben iemand die volle bak gaat tot een bepaald moment, als ik voel het is op, dan is het ook op. Op dat moment kijk ik zelfs niet naar opportuniteiten, lig ik daar niet wakker van en hou ik mij daar ook niet mee bezig. Als iemand mij iets voorstelt, zal ik daar wel eens over nadenken, maar niet echt intensief. Maar op zo’n moment is dat bij mij wel ‘klik’, dus op dat ogenblik ben ik direct beginnen kijken wat de mogelijkheden waren, want ik wou iets anders doen. Een paar weken nadat ik die mentale klik gemaakt had, vertrok Kris Peeters hier. En toen dacht ik: “Als ik in het verlengde ga van wat ik nu doe, dan is dit wel een gigantische opportuniteit.” Kobe: En heeft u dan direct gesolliciteerd?
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 3
Ja. Kobe: Dat ging niet via via? Dat was echt? U solliciteerde en u was de beste kandidaat? Ja, dat gaat niet zo, hoor. Ik weet dat mensen soms wel eens denken dat alles via via gaat, maar .. Kobe:: Nee, maar u zegt: “Ik kom eigenlijk uit een CD&V getinte familie”. Of toch tenminste omgeving - ik zal het zo zeggen - en … dan Kris Peeters vertrekt. Maar u was gewoon de beste kandidaat? Dat was zelfs een nadeel. Kobe: Ah, dat was zelfs een nadeel? Ja, want Unizo toen had onder Kris, bewust gelukkig maar, afstand genomen van haar politieke banden met de CVP. Dus de organisatie zat bijzonder verveeld met het feit dat haar topman, na 5-6 jaar echt hard gewerkt om dat politieke weg te krijgen - en dat was goed gelukt ook- die ging dan plots naar een politieke partij en vooral de partij waar ze vroeger mee gelieerd was. Dus ze wilden alles doen om dat imago van geen CD&V stand te zijn, om dat niet te hebben. Dus in die zin was mijn background, een vader die uit die partij kwam, een nadeel voor mij. En dat is ook het punt waar ik het hardst heb moeten overtuigen. “Dat zou zelfs oneerlijk zijn”, heb ik toen gezegd. Dat je zegt: “Hij is de beste kandidaat, maar omdat zijn vader in een partij actief geweest is, gaan we hem niet aanvaarden.” Dus ik heb hen toen gezegd dat dat toch niet kon. Ik heb daar geen pak op, op wat mijn vader gedaan heeft. Enfin, dat is gelukt: ik heb ze kunnen overtuigen. Kobe: En dan 10 jaar later, eigenlijk 12 jaar later op dit moment, zit u nog altijd bij Unizo. Ik vraag mij dan wel af: zou u uzelf als ondernemer omschrijven? Ik ben geen ondernemer in de echte zin van het woord. Ik omschrijf mezelf wel als ondernemend. En dat betekent dan initiatief nemen. Ik heb geen schrik om risico’s te nemen met een organisatie, om die verantwoordelijkheid te dragen, daar heb ik echt geen problemen mee. Maar het grote verschil is dat ik dit niet doet met mijn eigen middelen. En dat is voor mij een wezenlijk verschil. Dus, ik ben geen ondernemer. Kobe: Een geruststelling? Dat heeft niets met geruststelling te maken. Als ik hier iets misdoe, in het slechtste geval, word ik ontslagen. Dan heb ik geen job meer en dan moet ik een nieuwe job gaan vinden. Maar daardoor ben ik mijn huis niet kwijt. Maar als ondernemer, als het echt fout afloopt, dan kan je alles kwijt zijn. Dus dat is wel een wezenlijk verschil. Dus ik ben geen ondernemer op vandaag, dat ben ik niet. Ondanks het feit dat ik wel zelfstandige activiteiten doe, ook in de marge van wat ik doe. Ik ben ook zelfstandige, zij het in bijberoep, maar ik vind mezelf geen ondernemer want dat soort van risico heb ik nog nooit genomen. Kobe: U staat dus bij Unizo ook op de loonlijst als werknemer. Ja Kobe: Als u teruggaat, u ben hier sinds 2004, zijn er bepaalde momenten of beslissingen waar u echt fier op bent? Want u zegt: “Eigenlijk is beleid vanaf jongs af aan met de paplepel ingegoten of is daar toch een grote interesse.” Als u nu op die periode terugkijkt, iets waar u ontzettend fier op bent, waar al die ervaring samenkomt in één moment?
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 4
De dingen waar ik het meest fier op ben, zijn de zaken die hier intern veranderd zijn. En als ik kijk naar Unizo 2004 toen ik hier kwam en het Unizo van vandaag, dan is dat echt een andere organisatie. We hebben zelfs in die periode, en dat is niet zo’n lange periode, een goeie 10 jaar, twee transformaties ondergaan. Ik heb twee keer een transformatieproces geïnitieerd. Het eerste was al in gang gezet, maar ik heb dat helemaal moeten runnen nog en afronden, en het tweede heb ik vier jaar geleden zelf in gang gezet. En is ook nu afgerond. Het is eigenlijk nooit afgerond want dat is een proces. Dat zijn eigenlijk de dingen waar ik het meest fier op ben. Ik vind: of je nu een bedrijf of een organisatie leidt, op dat vlak verschilt dat niet, je moet altijd vooruit kijken. Je moet kijken hoe die omgeving evolueert waarbinnen je dat doet, dus de samenleving. Wat zijn grote trends die wijzigen, en hoe vertaal je dat naar de business die jezelf aan het voeren bent? Dus dat betekent: wat moet je doen om binnen vijf jaar nog relevant te zijn. En beter nog: de meest relevante te zijn van de club waarin je zit, tussen de concurrenten. Dat vind ik cruciaal. Als je daarvan vertrekt, dan weet je dat je bijna constant met transformaties moet bezig zijn. En op zich, een transformatie uittekenen is eigenlijk niet moeilijk. Je kijkt naar grote trends, met een paar mensen kan je dat doen, je plakt er management op, je dropt technieken, je zoekt een beetje begeleiding. Enfin, eigenlijk is dat allemaal zo moeilijk niet. Een structuur erop tekenen, uitdagingen zetten, zelfs Key PI's , eigenlijk is dat niet het moeilijkste. Het moeilijkste is de mensen die er zijn overtuigen om mee in die transformaties te gaan. En in een bedrijf als Unizo is dat niet alleen de 230 - 240 mensen die er werken maar ook de 3.000 bestuursleden en vrijwilligers die in en rond Unizo cirkelen. Die moet je ook overtuigen. Kobe: Lukt u dat goed? Ik denk dat dat lukt, want anders zouden we niet staan waar we nu staan. Natuurlijk dat is met vallen en opstaan. En dat is heel vaak een proces. Je merkt hoe dat soms dingen mislukken, maar dan moet je flexibel zijn en proberen schakelen en andere dingen doen, op een andere manier naar diezelfde doelen gaan. Maar je moet wel altijd jouw doel voor ogen houden. Dat is heel belangrijk. Ik heb ook geleerd dat het heel belangrijk is om beslissingen te durven nemen. Het is zelfs beter om een misschien deels foute beslissing te nemen, dan geen beslissing. Maar dat leer je ook al doende. Dat volhouden vind ik op zich ook al een realisatie. Kobe: Hoe kan iemand zoiets leren? Hoe kan iemand daarin beter worden? Eén: door het te durven doen. Twee: door te praten met mensen die gewoon zijn van beslissingen te nemen en te luisteren hoe je zo’n dingen juist aanpakken. En wat is dat dan? Ja, maak een aantal parameters op basis waarvan je jouw beslissing fundeert en weeg altijd pro en contra af. Doe dat altijd. Maar ik zeg er heel vaak bij: "Kijk naar de 10 redenen om iets wel te doen en niet naar de 100 om iets niet te doen. En als die 10 redenen zwaar genoeg wegen, vergeet dan die 100. Je kunt die gebruiken om mogelijke valkuilen wel te vermijden, maar als je je te vaak daarop richt, dan geraak je niet meer vooruit. Je moet wel vooruit gaan en op een positieve manier.” Maar nog eens: die transformaties die zijn wel fundamenteel. En zeker vandaag, we gaan van - en eigenlijk vrij snel, op enkele decennia - van een industriële, postindustriële sociaal economische omgeving en mensen die gewoon zijn daarin te werken, namelijk: ik ben zeker wat dat het binnen vijf jaar gaat zijn, binnen tien jaar, een job verandert wel een beetje maar niet veel, ik moet een beetje leren maar niet veel en ik ben zeker dat ik hier zou kunnen blijven tot het einde van mijn carrière. Kobe: En een zeker pensioen. Dat er nog eens bij, daar zwijg ik dan nog over. Van zoiets moet je gaan naar: nee, als je niet verandert, vlieg je buiten. Ik stel het bewust heel scherp. Maar we gaan uiteraard alles doen om te zorgen dat je kunt mee veranderen. De dingen die we vandaag doen, binnen 5 jaar als we die nog
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 5
doen zijn we eraan, dan zijn we gezien, dan bestaan we niet meer. Dus we moeten constant met andere dingen kunnen bezig zijn en dat betekent dat je die mensen wendbaar moet maken. Een organisatie in theorie wendbaar maken, zoals ik daarjuist zei, is eigenlijk niet moeilijk. Kobe: Maar het uitvoeren en de mensen meekrijgen wel? Maar in uitvoering is dat een heel ander verhaal want dat is pure human resources, dat is een mensenzaak. Dat is overtuigen, lead-by example is bijzonder belangrijk daarin. Als je zelf niet 1000 % consequent bent in de dingen die je vraagt van jouw mensen, dan lukt het niet. Want dan geef je ze argumenten om het niet te doen. Kobe: Ik kan me wel voorstellen dat heel wat mensen ook daar tegen reageren en zich daar tegen verzetten. Hoe reageert u dan op mensen die uw ideeën maar niks vinden? Als dat medewerkers zijn is dat ... Eén: ik heb niet de waarheid in pacht dus het is niet zo dat hier één persoon zegt: “We moeten naar daar, dat is het enig pad.” Zo gaat dat ook niet. Je moet het altijd doen als ploeg met een directie. Enfin, we zijn ook geen klein bedrijfje meer. Dus bij ons is dat met een directie en zelfs een Raad van Bestuur van vrijwilligers die ook mee in het bad moeten meegenomen worden. Dus dat is overtuigen, uw mening bijstellen. Heel vaak als ik van hier naar daar wil, bij mij is dat één lijn en ik wil daar zo rap mogelijk geraken, ik zit zo in elkaar. Maar als je dat met zoveel mensen moet doen, dan weet je dat je een keer naar links en een keer naar rechts moet gaan, dus dat zijn paden zoeken. Dat kan je niet alleen, je hebt daar andere mensen voor nodig die argumenten geven waarom je een beetje naar links of naar rechts moet gaan. En het is daarom dat ik zei: je moet wel dat einddoel in de gaten houden. Anders ben je weg in andere richtingen. Dus dat is dan mijn taak vooral om elke keer terug in de richting van dat einddoel te gaan. Dat is luisteren, durven jouw mening bijstellen, maar toch kordaat zijn als het er op aan komt en zeggen: “Oké, we hebben nu alle elementen bekeken. Bon, dat is het zeker niet, die ander ook niet, dus we kiezen voor dat pad. Iedereen akkoord? Dan kiezen we ook voor dat pad.” En dan moeten ze de dag nadien niet komen zagen dat het een beetje teveel links of rechts is. Nee, het is dat pad. Kobe: En kritiek van buitenaf? Ik wou nog antwoorden: als mensen intern niet mee willen, één: gaan we ze proberen overtuigen dat het voor hun het beste is om mee te gaan, maar als dat niet lukt, … dan nemen we afscheid gewoon. Dan zeggen we dat ook. Ik maak niet iemand gelukkig door die tegen zijn zin in mijn project te houden, dat heeft geen zin. En dat zeg ik vaak ook - enfin zo vaak gebeurt dat niet - maar als dat zich voordoet, zeg ik dat ook zelf. Dan zeg ik ook zelf: “Je gaat ons niet gelukkig maken door hier constant te liggen tegen wringen, voor een stuk tegen beter weten in. Maar zelf ga je er ook niet gelukkiger van worden. Je gaat altijd gefrustreerd naar huis gaan en tegen je goesting komen werken. Dit heeft echt geen zin. Dus kunnen we er beter mee stoppen.” En in een bedrijf zoals dat van ons gebeurt dat dan. We nemen die beslissing, maar ik vind dat dan altijd een uitdaging om samen te kijken naar een nieuwe uitdaging. We helpen mensen daar ook in. Kobe: En dan extern? Want je zit natuurlijk in een functie waar er ook veel externen zijn. Ik denk maar aan de vakbonden, aan de politiek, aan andere factoren die een rol spelen op uw beleid en op uw beslissingen of er toch mogelijk op doorwegen. Hoe gaat u daar mee om als iemand uw beslissing volledig onderuit haalt? Dat heb ik nog niet vaak meegemaakt, eerlijk gezegd. Maar ik luister altijd, ik ben altijd geïnteresseerd in kritiek als die gefundeerd is. Wat ik heel vaak doe dan is luisteren, vragen stellen om te kijken waarom dit soort van kritiek komt. Waarom doe ik dat? Omdat je dan heel snel het
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 6
ongefundeerde kan weghalen. En dat is een beetje zoals ik daar juist dat voorbeeld gaf: je gaat ergens naartoe, de kortste weg is de rechte lijn, maar als kritiek gefundeerd is, is het soms beter van een beetje zig zag te gaan omdat je dan mensen kan meenemen, ook van vakbonden bijvoorbeeld. Dus het is heel belangrijk om te luisteren en zeker de gefundeerde dingen eruit te halen en uw mening een stukje bij te stellen. Daar is op zich niks mis mee. Als het ongefundeerd is, dan interesseert het mij niet. Als het sloganesk is, wat heel vaak gebeurt in de politiek, heel sloganesk, ik lees dat zelfs niet. Ik maak heel vaak mee dat, omdat ik ook wel een beetje een publieke figuur ben en ook uitspraken doe heel vaak in de media, heel veel mensen daar een mening over hebben. Ik moet eerlijk zeggen: de commentaren op facebook, op social media, in kranten, op de websites ... ik lees dat nooit. Dat interesseert mij eigenlijk niet. Omdat dat voor 99% commentaren zijn van mensen die vanuit hun frustratie schrijven. Ik heb het eigenlijk nooit echt vaak gelezen. Eén: omdat ik geen tijd had vooral, maar mijn mensen rondom mij deden dat wel. En in het begin was dat: ja, Karel die heeft dit gezegd en die heeft dat gezegd, dat is toch wel een schande enz. enz. ... Op den duur zeg ik: “Het is goed dat je dat wat volgt. Als er goede dingen inzitten haal die eruit, maar steek uw tijd daar niet in want het zijn vooral mensen die een frustratie hebben. Je moet daar de frustratie, de onderliggende frustratie uit kunnen detecteren en daar kan je dan wel iets mee doen, maar al de rest... weg ermee.” Kobe: Van wie neemt u het dan wel aan? Van mensen die mij rechtstreeks durven aanspreken. Kobe: Dus dat gaat van iedereen, van de laagste zogezegd tot de hoogste? Ja, van mij mag dat gerust een arbeider aan de band zijn die naar mij rechtstreeks een mail stuurt. Die ga ik lezen (met de naam eronder). Er zijn er veel die anoniem schrijven. Anoniem: nooit! Anonieme commentaren, dat is recht de vuilnisbak in. Dat interesseert mij geen fluit. Maar mensen die het lef hebben om hun mening te ventileren, ook als die brutaal is want vaak zijn dat berichten na 12 uur 's avonds ... maar op zich zijn die wel interessant. Want je weet dat iemand de moeite neemt om naar iemand als mij, waar vaak mensen toch wel wat naar opkijken, rechtstreeks een bericht te sturen. Dat alleen al, besef ik, dat is een serieuze drempel die ze over moeten om dat te durven doen. En zelfs als dat dan hard is en als daar een hele frustratie in zit, dan doe ik daar iets mee. Op dat soort van berichten antwoord ik bijna altijd zelf. Ik kan natuurlijk geen litanieën schrijven, maar ik lees dat wel heel vlug. Ik probeer daar uit te halen wat de frustratie is. Soms antwoord ik mijn mailtje en stel ik mij de vraag: oké, ik heb het niet goed begrepen, wat is eigenlijk het probleem? Maar heel vaak leg ik heel in het kort uit waarom wij bepaalde dingen voorstellen. En soms, als men erover gaat, en het nodig vindt om mij en mijn kinderen en mijn vrouw de huid vol te schelden - want dat gebeurt ook - dan zeg ik er wel op het einde bij: “ Apropos, lees nu nog eens wat je geschreven hebt en denk er eens aan moest dat over u en uw familie geschreven worden, wat je zou doen?” En als ik dat doe 9 op 10 krijg ik verontschuldigingen terug. Kobe: Vindt u dat goed dat iedereen u zomaar kan schrijven? Bent u er uiteindelijk blij mee? Het is een element van een samenleving die aan het veranderen is. Eerlijk gezegd, ik kijk altijd met open ogen naar al die veranderingen, ik vind dat heel plezant, heel boeiend en ik heb dat nodig om te weten wat wij moeten doen op het einde van de rit. Dus moest ik mij daar voor afsluiten, dan zou dat niet het verstandigste zijn. Dus op zich vind ik dat niet erg. Het is natuurlijk niet plezant als men met drek over mij begint te kappen, dat is nooit leuk natuurlijk. Iemand die zegt dat hem dat niet raakt, die liegt, denk ik. Maar zelfs dan nog: als je durft daar dan even op in te gaan en er komt iets goeds uit, dan is het dat allemaal waard geweest, vind ik.
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 7
Kobe: Er zijn heel veel zelfstandigen, maar ook gewone arbeiders, bedienden, mensen die aan het werk zijn, die sukkelen met een work-life balance zoals ze het dan zeggen. Hoe is dat voor uzelf? Ik denk dat dat voor iedereen een uitdaging is. Maar dit is voor mij iets heel persoonlijks. Ik heb mensen die, in mijn omgeving, die voor hun work-life balance veel meer in life moeten steken dan in work. Bij mij is dat omgekeerd. Ik haal bijzonder veel voldoening uit het werk dat ik doe. Ik heb dat ook tegen mijn partner gezegd van bij het begin toen ik haar leerde kennen: “Kijk, ik zit zo in elkaar. Dus als je met mij een relatie wilt beginnen, dan is liefde niet genoeg. We moeten elkaar aanvaarden ook.” Ik ga niet zeggen dat ik daar geen compromissen in sluit, natuurlijk doe ik dat wel. Maar ik heb wel gezegd: “Ik ga mijn karakter niet veranderen, dat doe ik niet, want dan ga ik niet gelukkig zijn.” Dus voor mij zit in die balans heel veel work. Dat is mijn balans. En voor iemand anders zal dat iets anders zijn. Dus vandaar dat ik bijzonder veel problemen heb met beleidsconcepten die doen alsof er maar één work-life balans is. En heel veel van onze reglementering is gebaseerd op: er is maar één work-life balans. Dat is dus zo fout als iets. Kobe: En bedoelt u daarmee bijvoorbeeld het concept van een 40-uren werkweek? Ja, 38 uren, 40 uren, dat bestaat niet meer. 38 uren of degenen die nu dwepen met 30 uren. Op zo’n dingen antwoord ik altijd: “Fine for me!” Als mensen maar 30 uren willen werken, ik heb daar echt geen probleem mee. Ik bedoel dat is hun vrije keuze. Maar dat gaan opleggen aan iemand als ik, die gewoon is van 60 - 70 uur per week te werken en soms zelfs nog meer, en die daar heel veel voldoening uithaalt ... Wat geeft u het recht? Ik leg ook niet op om 70 uur te werken aan iedereen. Dat is mijn persoonlijke keuze. Wie ben ik om dat te gaan opleggen aan andere mensen? Maar heel vaak zie ik, zeker vanuit bepaalde ideologieën, vindt men het een goed idee om aan iedereen hetzelfde op te leggen. Maar dat vertrekt dan vanuit een niet bestaande wetenschap dat elke mens gelijk is. Quod non, dat is niet het geval. Wat ik heel belangrijk vind is dat mensen voor zichzelf bepalen wat hun goede work-life balans is. Ik vind dat echt iets heel persoonlijks. Kobe: U bent er wel tevreden over? Voor mij wel, ja. En als dat uit evenwicht is, dan ga ik dingen doen om dat aan te passen. Ik ben eerder het type dat de grenzen opzoekt en er over gaat dan het andere. En ik ben al over grenzen gegaan, zelfs extreem er over gegaan en je krijgt daar ook een weerslag van fysiek. Als je dat weet: het is niet oneindig rekbaar. Dan voel je op een bepaald ogenblik ook wel tot waar je kan gaan en je moet dat ook aanpassen. Ook je omgeving bepaalt dat. Als mijn kinderen beginnen zeggen: “Wie ben jij nu ook alweer?” Dan weet ik: nu moet ik toch even bijsturen. Dus ik heb wel oog voor de reacties van mijn eigen lichaam en mijn omgeving. In het begin, tot mijn scha en schande... oké. Maar op een bepaald ogenblik, ik word nu 50 jaar binnenkort, heb je stilaan min of meer door hoe het gaat, nooit volledig maar toch min of meer. Kobe: Mijnheer Van Eetvelt, ik ga u nog een paar snelle vragen stellen. U mag daar snel of uitgebreid op antwoorden, zoals u wilt. Wie zou u zeker nog willen ontmoeten? Persoonlijk bedoel je? Kobe: Ja, dat kan professioneel, privé, op welke manier dan ook, iemand die je zeker nog zou willen ontmoeten. Dat is een goede vraag. Ik heb bijzonder veel respect voor mensen die durven stenen verleggen in de rivier. Als ik zelf mensen opzoek dan ga ik bijna altijd naar zo’n mensen kijken. Wat voor type mensen
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 8
zijn dat? Internationale mensen als Nelson Mandela, spijtig genoeg is de man overleden, een type Obama bijvoorbeeld, die toch tegen stromen durft oproeien en beleidsmatig dan dingen probeert te veranderen. Om u een idee te geven: als ik in de humaniora spreekbeurten moest maken, heel vaak gingen die over Kennedy, die al overleden was toen. Dat was voor mij een voorbeeld van iemand die vooruit kijkt, die het lef heeft om de steen te verleggen omdat hij weet dat je in die richting moet gaan om mensen vooruit te helpen. Dus voor zo’n mensen heb ik enorm veel respect. En als ik de kans krijg om zo’n mensen te ontmoeten, zal ik dat zeker niet laten. Enfin, ik heb nu namen genoemd en de meeste zijn al dood, spijtig genoeg. Wat ik het liefst doe is met zo’n mensen een gesprek opzetten om te doen wat jij nu met mij doet. Vragen naar waarom, hoe doe je dat, hoe pak je zo’n dingen aan, waarin gelooft u, wat drijft u? Dat interesseert mij dan vooral. Veel minder de echte ideeën. Kobe: Dan ga ik u ook nog zo’n vraag stellen: uw beste aankoop van rond de 50 Euro in de laatste maanden of jaar zelfs? Jij gaat er van uit dat ik veel zelfs koop. Mijn beste aankoop van rond de 50 Euro in de laatste maanden? Spontaan zou ik zeggen, maar ik zou dan eens moeten denken wat het kan zijn, één van de dingen die heel belangrijk voor mij zijn dat is mijn fiets. Omdat dat het instrument is dat ik gebruik om te ontsnappen uit de wereld waar ik in zit en die ook voor een stuk door mensen buiten mij gerund wordt. Dus spontaan zou ik dan zeggen: iets wat met mijn fiets te maken heeft. Kobe: Een setje pedalen? Ja, maar nu moet ik iets bedenken ... wat heb ik nu het laatste gekocht voor mijn fiets? Waarschijnlijk is dat een paar nieuwe winterhandschoenen. Kobe: Mediteert u of is dat uw sport? Want u zegt aan het begin van het interview ook dat u sport. Ja, maar niet in de enge vorm van het woord. Maar ja, mijn fiets is mijn meditatie instrument. Kobe: Dat is echt uw manier waarop u tot rust komt? Ja, als ik alleen fiets. Ik fiets heel vaak met een vaste fietskameraad. Of in een klein groepje, dat zijn ook vaak mensen die ik zeer goed ken. En dat is vooral ontspannend. Dan praten we over de meest banale dingen of soms gebruik ik die dan om een keer een frustratie te uiten. Maar voor mij is dat gewoon loslaten en alle dagdagelijkse sleuren vergeten. Maar ik probeer ook regelmatig eens alleen op mijn fiets te kruipen en dat is dan echt pure meditatie. In het begin draait mijn hoofd dan nog aan 200 per uur. Dan denk ik aan de uitdagingen, de problemen die ik moet oplossen, hoe ik dat kan doen. Dan probeer ik zo alles eens op een rijtje te zetten, maar op den duur probeer je harder te rijden zodat je dat niet meer kan. En dan begin je los te laten, begin je te ontspannen en heel vaak zie je dan oplossingen die je daarvoor niet zag. Dus dat is echt proberen van alles los te laten en je volledig te ontspannen en dan, mijn ervaring is dat dan de oplossingen beginnen te komen. Kobe: Als u 30 seconden heeft voor een boodschap van algemeen nut, wat zou u met uw landgenoten delen? Zoals de boodschap van algemeen nut op de VRT. Mijn boodschap van algemeen nut? Dat zou een open boodschap zijn naar iedereen waarin ik iedereen uitdaag om met open blik naar de toekomst te kijken en in alle evoluties die gebeuren, geen bedreiging te zien, maar vooral kansen en opportuniteiten en mensen op te zoeken die oplossingen hebben om die opportuniteiten aan te pakken. Dat zou mijn boodschap van algemeen nut zijn. Daarom dat ik vind dat mensen veel te defensief naar alle dingen kijken.
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 9
Kobe: Het sluit wel aan op mijn volgende vraag: Als je een middelbaar vak mag verplichten, want dan spreken we eigenlijk over de jongere generatie, niet die die misschien uw boodschap van algemeen nut ook effectief zien, maar de jongere generatie, zou u een middelbaar vak verplichten? Nee, ik zou juist geen enkel vak meer verplichten. Ik zou juist het tegenovergestelde doen. Vooral omdat ik vind dat ons onderwijs (ik ga niet te kritisch zijn, want die mensen doen echt hun best om zich ook aan te passen) maar dat is een echte tanker. Als ik naar de toekomst kijk, en ik kijk naar welke competenties mensen nodig hebben om echt het verschil te maken in de toekomst, van mee te kunnen tot het verschil te maken, dan zijn de belangrijke competenties wendbaarheid, aanpassen, aanpassingsvermogen. Dat zijn veruit de belangrijkste. En eigenlijk wordt in school juist het tegenovergestelde gedaan. Dat wordt u afgeleerd. Dus wat ik zou doen is, bij wijze van spreken, de vakken afschaffen. De hokjes zou ik afschaffen. Zoveel mogelijk in projecten steken, maar de content zou ik er niet zomaar uithalen. Hoe je het ook draait of keert, de wiskundige kennis die meegegeven wordt, zeker een deel ervan, is altijd nuttig. Een geschiedkundige vorming krijgen is altijd nuttig. Talen leren, dat is bijzonder nuttig. Alleen de context waarin die gebeuren vandaag, die is altijd zeer eng, altijd binnen dat vak, nooit vakoverschrijdend. Terwijl je nu juist alles vakoverschrijdend moet doen. Ook hier in de organisatie, ik heb daar juist gezegd dat we twee transformaties hebben doorgevoerd, het meest fundamentele in de tweede transformatie voor mij was het weghalen van de schotten tussen alle diensten. Kobe: Bedoelt u de ideologisch schotten of effectief op de werkvloer? Effectief op de werkvloer: dus een financiële dienst, een marketingdienst, een communicatiedienst, een studiedienst. Wij hebben een segementenwerking die eigenlijk dienst product en ontwikkeling doet, maar dat zijn allemaal diensten die op zichzelf dingen deden, allemaal heel goed. Maar ik zag ook wel dat dat niet werkte, dat je projecten moet durven lanceren en daar mensen met financiële kennis, IT-kennis, commerciële kennis, mensen die creatief zijn, enz. … Je moet daar kleine teams van maken die zo’n project in gang duwen en dan kan je terug iedereen zijn eigen ding laten ontwikkelen. Daar ligt echt de toekomst. Daar ben ik echt zeker van. Als ik kijk naar mensen van jouw generatie, die nu het verschil maken, dat zijn bijna allemaal mensen die zo werken. Die netwerkjes opzetten, die heel vluchtig zijn, dat zijn nooit heel vaste, langdurige netwerken. Waarom? Omdat de evoluties die we doormaken, gaan zo snel dat je goede maar vluchtige netwerken nodig hebt om elke keer een goed antwoord op die evoluties te kunnen formuleren. En die kennis zit vandaag daar, maar morgen misschien ergens anders. Kobe: En dat zou al vanuit het middelbaar op dat systeem bijvoorbeeld kunnen geleerd worden? Absoluut en dat is perfect mogelijk. Je kan perfect projectmatig gaan werken, maar dan moet men in het onderwijs doen wat ik hier probeer erin te krijgen. In plaats van de wiskundeleraar, de leraar Frans, de leraar geschiedenis die elk hun eigen vak en vakinhoud te laten bepalen, moet je samen zitten en zeggen: “Oké, laat ons nu eens een thema maken.” Hiermee bedoel ik dus een project waar we iets met integralen bijhalen, een stuk geschiedenis is altijd mogelijk, een taal, ik zou niet weten waarom niet want je kan het in een andere taal doen. Ik denk dat het veel leuker zou worden voor de leerlingen, het gaat veel dynamischer worden. Ik ben ook zeker dat ze veel meer zouden leren en veel meer zouden oppikken, maar vooral het bereidt hen veel beter voor op waar ze morgen in terecht komen dan het vakgericht van vandaag. Dus niet één vak, maar projecten. Kobe: Super, ik wil uw tijd respecteren, maar mag ik u nog twee korte vragen stellen? Behalve een romantisch diner of een filmpje, hoe ziet quality-time met uw echtgenote eruit voor u?
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 10
Dat romantisch diner zit daar zeker bij, samen fietsen ook want zij is ook heel sportief, dus dat hoort daar zeker ook bij en vooral samen praten vind ik wel heel belangrijk. Samen plannen maken vind ik ook heel belangrijk, vooruit kijken. Kobe: Neemt u daar bewust tijd voor? Ja, ja mijn partner is een aanhanger van Franklin Covey. Ik weet niet of je die kent? Ze geeft ook les daarin. Die heeft een methode, maar de man is onlangs overleden, Seven Habits ontwikkeld. En eigenlijk in de laatste vormingssessie daar wordt je eigenlijk wat verplicht om op jaarbasis plannen te maken. Dus wij doen dat elk jaar samen. We pikken elk jaar samen een toch vrij lang moment om echt, een beetje gestructureerd dan, op basis van waar liggen onze doelen, waar liggen onze ambities, waarin geloven we, wat houdt ons bezig, op basis daarvan in de richting van gemeenschappelijke plannen te gaan. Dat kan even goed zijn: we gaan eens een party organiseren voor alle vrienden rond een thema of we gaan naar die regio eens op reis want we willen daar en daar dingen uit oppikken of aan de kinderen willen we die ervaringen eens geven of we gaan naar een kookles, enfin dat kan van alles zijn. Of we gaan samen fietsen naar weet ik veel waar. Kobe: Als allerlaatste vraag: heeft u een favoriet boek of documentaire om iemand goed op weg te helpen? Iets wat iedereen eens zou kunnen bekijken om zijn blik te verruimen? Misschien nog heel kort schetsen: ik had bijvoorbeeld ergens gelezen dat u van het standpunt bent: eigenlijk is het altijd goed als u uw blik wat verruimt, de wereld intrekt. Ik heb zelf in het buitenland gewoond, maar ik vind het moeilijk om tegen iemand te zeggen: ga nu maar. Ik heb 1 jaar in Brazilië en 1 jaar in Hamburg gewoond. Maar het is heel moeilijk om tegen iemand te zeggen: ga zes maanden naar stad X of stad Y en dit en dit zal je leren want dat is meer zo’n softe manier om te leren. Maar is er iets waarvan u zegt: als ik morgen als jonge gast of als oudere gast, misschien nog interessanter, als 55 plusser een brede raad of een houvast die u heeft waarvan u zegt zo op die manier probeer ik misschien in de eerste plaats mijzelf of andere te evolueren. Ja, maar dat is een zeer algemene: een heel belangrijke, vind ik, is dat je altijd je ogen open moet houden en verwonderd moet kunnen zijn over dingen die je ziet. Maar verwonderd in de richting van wat is dat, dat interesseert mij, ik wil daar meer over weten, in die richting bedoel ik verwonderd. En je kan dat maar als je vaak uit jouw normale habitat weggaat. Anders kan je dat niet. Want zolang je in je habitat blijft zitten, dat zijn de habitats waar je het minst in geprikkeld wordt. Ik vind het heel belangrijk dat je eruit gaat en je laat prikkelen. Vanuit die filosofie vind ik het niet zo’n goed idee om te zeggen: lees eens dat boek of kijk eens naar die documentaire . Ik vind het belangrijker om jezelf een soort van levensstijl aan te kweken. Ik ga een voorbeeldje geven: neem nu mijn geschiedenis als jongeling: alleen in sport geïnteresseerd bij wijze van spreken. Dus iemand die in de sportwereld zit die zou ik aanraden om af en toe eens een economisch boek te lezen, dus echt daarbuiten of een meer filosofisch boek of naar documentaires te kijken over het leefmilieu of wat dan ook. Dus iets helemaal anders dan waar je inzit. Daar iets over lezen of daar iets over bekijken is belangrijk. Dat is mijn mening. Waarom? Omdat dat u verplicht om op een andere manier eens naar dingen te kijken. Dat gaat ook als effect hebben dat je toch op één of andere manier interesse gaat krijgen om meer informatie over iets te hebben, want vaak kijk je naar dingen waar je niet veel van snapt. Dus als je dat met open ogen doet, gaat je dat leren om een techniek aan te kweken: Hoe kijk ik naar dingen, hoe kan ik snel daar informatie uit halen en bottomline: hoe gebruik ik dat dan in de zaken waar ik vandaag mee bezig ben? Dat zijn dingen die ik ook vaak tegen ondernemers zeg. Ondanks het feit dat ik het zelf niet ben, heb ik daar wel veel ervaring mee ondertussen en zie ik ook wel: wie zijn de succesverhalen en wie zijn diegenen die blijven zitten. Succesverhalen zijn altijd diegenen die constant nieuwsgierig naar dingen kijken en die uit andere omgevingen, elementen pikken die ze dan
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 11
toepassen op hun omgeving. Waarom? Omdat ze daardoor uitzonderlijk worden in hun eigen omgeving. Tegen een handelaar zeg ik bijvoorbeeld: “Ga regelmatig op reis en als je op reis gaat neem uw ontspanning, maar ga kijken naar handelszaken die doen wat jij doet in de landen waar je naartoe gaat. Want de kans dat ze iets anders doen dan wat jij doet is zeer groot. Omdat die cultuur wat anders is, de mensen die daar leven wat anders zijn, niet om zomaar te pikken, maar om ideeën op te doen.” En dat werkt bijna altijd. Kobe: Maar voor u is er geen specifiek iets waarvan u zegt: dat boek of deze docu of wat dan ook? Neen, want ik lees eigenlijk te weinig vind ik. Maar ik lees wel alles door elkaar. Romans lees ik bijna niet meer, behalve als ik op vakantie ben. Eén van de laatste boeken die ik gelezen heb is het boek over circulaire economie van Bauwens. Dat zijn dingen die ik wel verslind. Zo’n zaken die interesseren mij enorm. Als ik dingen bewust lees, zijn dat heel vaak beschouwingen van mensen over hoe het morgen zal zijn. Daar ben ik bijzonder in geïnteresseerd, omdat ik daar ook veel dingen uit kan oppikken. Ik gebruik dat natuurlijk ook professioneel. Maar dat kan evengoed de culturele wereld zijn, waar ik helemaal niet in thuis ben. Kobe: Goed, ik zou u nog tientallen vragen kunnen en willen stellen. Voor mensen die u zouden willen contacteren, zit u op sociale media überhaupt? Ik ben zelf actief op twitter. Ja, ik zit op Facebook, maar … Kobe: Is het @karelvaneetvelt? Ik denk het wel, ja. Kobe: Ik zal het opzoeken Ik denk het wel dat het dat is. Ik heb een Facebook pagina, maar ik heb eigenlijk de tijd niet om daar zeer actief mee bezig te zijn. Ik zit op Facebook, op LinkedIn, op Twitter, ik gebruik WhatsApp. Ik zal wel niet alles gebruiken. Ik heb een zoon van 20 jaar die mij zegt: “Papa je bent weer niet mee want dat gebruik je nog niet.” Dat overkomt mij wel. Maar ik probeer wel op al die sociale media aanwezig te zijn, alleen … ja ik wordt zo overstelpt door input van veel mensen dat ik niet op alles kan reageren. Dus ik heb ook een aantal regels: iemand die mij een mail stuurt ccb, cc, dat lees ik niet. Ik leid die af, die komen zelfs niet in mijn mailbox, recht naar de vuilnisbak. Commentaren op facebook: er zijn mensen die mijn facebookpagina professioneel volgen omdat daar vaak van alles op staat. Die gebruik ik om mij dan eens te komen zeggen: “Ja, misschien moet je daar toch eens op reageren.” Twitter reacties lees ik, maar ik denk dat ik rond de 30.000 volgers heb, dus als ik een tweet stuur dat is direct een heleboel reactie. Ik kan dat niet volgen, dat is teveel. Ik volg ook niet zoveel mensen zelf. Ik ben daar selectief in en als die reageren, lees ik dat dan. Maar ook daar weer professioneel wordt dat dan wel opgevolgd en zegt men bijvoorbeeld: “Oei, je hebt iets gezegd waar teveel reactie op komt. Daar moeten we misschien toch wel iets mee doen. We moeten een aantal mensen een antwoord geven”. Op LinkedIn ook, er zijn heel veel mensen die vragen om met mij verbonden te zijn op LinkedIn, wat ik ook begrijp. Ik aanvaard dat bijna van iedereen, tenzij er ergens een reukje aan is. Maar als mensen mij dan mails beginnen te sturen, om de maand bekijk ik dat zelf eens. Ik laat ook iemand anders dat wat opvolgen. Maar standaard antwoord ik dan: “Alsjeblief, ik heb één adres dat ik lees. Dat is mijn mailadres. Als je echt een boodschap hebt voor mij, stuur het daar naar. De kans dat ik snel reageer is veel groter.” Kobe: Dus voor de mensen: een eerlijke mail sturen, niet anoniem en met eigen naam ondertekend. En graag ook het waarom.
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 12
Kobe: Oké prima dan, Mijnheer Van Eetvelt, laat ik u naar uw volgende afspraak gaan. Hartelijk bedankt om tijd vrij te maken en veel succes. Voor u hetzelfde Kobe: Bedankt.
Karel van Eetvelt in gesprek met Kobe van Reppelen zie www.kapiteinkobe.be/karel-van-eetvelt
Pagina 13